Püiis Gti UmiBlIÉ r, LUri";. A BUITENLAND „DE EEMLANDER" De nieuwe armen. FEUILLETON. TB0T8. Gummi Analca Zoolbaslai J. Grootendorsf 18e Jae--gang No. 114 per 3. maanden voor Amers* loort 1 1.80, Idem franco Donderdag 6 November 1919 r0,t t 2ja ret «eek (met critii vereekernj ie-en ongelukken) 0.15. «iiondetlijke nummtn 1 HOOFDREDACTEUR: M.. O. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERSt VALKHOFF C, BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL NOJK urntcHHOH. JT*. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 613 Er wordt )i\ onzen tijd veel gesproken over „de nieuwe rijken", over hen, die ge durende den oorlog en in den regel juist ten gevolge van de abnormale omstandig- hederv eeo lor tuin hebben verdiend. Hun deert de algerneene prijsstijging nog minder dan dengenen, die altijd- in goeden doen sijn geweest; want zij kunnen niet vergelij ken met vroeger en zij laten dan ook de dubbeltjes rollen, dat het een aard heeft. Maar naast deze categorie van uit hun evenwicht geraakte zielen is er eene ande re, die, minder opvallend, ook nieuw isin Engeland heeft men van hun bestaan het eerst lucht gekregen en de anti-woeker- winstwet in Engeland dient vooral om deze groep van burgers de „nieuwe armen" te beschermen. Ook bij Ons te lande zijn ze te vinden. Waar Niet onder de fabrikanten en do groote kooplieden, wier winsten nog steeds groot er zijn clan ze vóór den oorlog waren, ook relatief. Aangenomen dat het levenson derhoud t'hans tweemaal zooveel kost als vroeger de Staatscommissie voor de sala risherziening der gemeenteambtenaren be rekende eene verhooging van den levens standaard van 87 anderen spreken van 03 duurder leven), dan is het billijk, dot deze groepen tweemaal zooveel verdienen als vroeger. Maar uit de belastingcijfers week men te concludeeren, dat hunne wins ten ver uitgaan boven het dubbele van vroeger. De rniddenstandeis dan? Winkeliers en kleiiv-industrieëlen Maar zij behooren niet tot de categorie der „nieuwe armen". Inte gendeel. Ook zonder te behooren tot hen, die alle winkeliers voor woekeraars houden, mogen wij we) aannemen, dat het hun zéér. goedgaai. Zij hebben, in den regel, hunne winstmarge verdbbbild. Wat billijk schijnt. Maar hun omzet is door de gestegen prij zen ook bijna verdubbeld, zoodat hun winst in zeer vele gevallen drie a vier maal zoo groot is als vroeger. Zij mogen méér dan tevreden zijn. En de arbeiders? Dank zij hunne krachti ge organisatie hebben zij, over heel de linie bijna loonen weten te verkrijgen, die met den nieuwen levensstandaard in overeen stemming zijn. Dat de werkgevers, door hunne organisaties, de prijzen weten vast te stellen op een niveau, dat het geven van die hooge loonen mogelijk maakt, zij slechts ter loops aangestipt. De overheid, die daartoe werd geprikkeld door de groeiende democratie, is den werk gevers op de voeten gevolgd. Ook de werk lieden in overheidsdienst hebben behoor lijke ïoonsverhoogingen gekregen. Blijven overde beoefenaars der z.g. vrije beroepen en de ambtenaren, in dienst van overheid en van particulieren. De beoefenaars der vrije beroepen, zij hebben minder fortuinlijke jaren achter zich. Maar zij zijn bezig zich aan te passen aan de nieawe omstandighedendeclaraties van advocaten, rekeningen van artsen, 1019 ontvangen, ze hebben het ons allen wel duidelijk gemaakt. En de ambtenaren Rijk, provincie en gemeenten hebben de salarissen van hun personeel herzien. Maar overal rijzen klachten, dat de verhoogingen onvoldoende rijn. De „proletariër met den hoed op", voor zoover hij tot het kantoorpersoneel van particulieren behoort, is in actie. Hij zalr naar het voorbeeld van zijn een pet dra gende collega-werkman, binnenkort zijn - dubbele salaris van 1014 hebben en zoo zal hij den druk der tijden ontvlieden. Het lagere beam-bten-personeel van de over heid, in dr.ie landelijke organisaties veree- nigd, is druk aan het werk om betere hono raria te veroveren en wat hun naar billijk heid toekomt, zullen zij binnen niet te lan gen tijd hebben verkregen. Maar de „hoogere" ambtenaren de men schen van positie, de „Heeren" die netjes ooit op het oogenblik waarop zijne diensten voor de gemeenschap van meer beteekenio zijn geworden dan ze ooit waren, juist nu, nu zijn werk minder dan ooit kan worden gecontroleerd, nu verzuimt men de moatre- woor de dag moeten en willen komen, die gelen te nemen om de meest -bekwame, de gestudeerd hebben aan de Universiteit of aan de Technische Hoogeschool, die ondei de politiëk-verantwoordelijke personen bet eigenlijke regeeringswerk verrichten, zij zijn de ware „nieuwe armen". Zij beschikken niet over sterke organisaties. Zijn zij leden van de algemeene ambtenaar-organisaties, dan zijn ze daar in elk geval eene zeer kleine minderheid en hunne belangen ko men er in de verdrukking. Zoo ziet men overal, waar de ambtenaren-salarissen zijn herzien, dat het percentage, waarmede do salarissen zijn gerezen, voor de lagere be ambten en ambtenaren veel hooger is dan voor de hoogere ambtenaren. De commies, die van 1600.— salaris geklommen is tot f 2800.— heeft allicht een referendaris bo ven zich, wiens salaris van 3500.tot 4200.is gerezen. En deze correcto „chef" gaat tegenwoordig naar zijn kantooi in een gekeerd pak met een gummiboord om zijn hals en een pijp tabak in zijn fhond Heeft hij zoons of dochters die hij gaarne naar de academie had laten gaan dan zendt hij ze nu direct als ze het gymnasium of de H. B. S. hebben afgéloopen naar een kan toor en hij moet het aanzien, dat zijn illu sies in rook vervliegen. Voor deze „nieuwe armen" moet een ge meenschap met spoed beter gaan zorgen In haar eigen belang. Want diegenen onder de hoogere amb tenaren civiele en militaire beide die er nog jong genoeg voor zijn en die er den arbeidslust en de bekwaamheid te bezitten, gaan tegenwoordig in grooten getale uit den overheidsdienst over in particuliere be trekkingen. Zij gaan naar bankinstellingen, naar groothandelaren en fabrikanten. En dat zijn mede de beste onder de ambtena ren! Als dit verschijnsel aanhoudt en het zal aanhouden als de overheid de sala rissen der hqogere ambtenaren niet in zeer sterke mate gaat verhoogen dan zal de gemiddelde bekwaamheid van het corps der rijks- en gemeenteambtenaren gestadig achteruitgaan. Niet alleen doordat de flink ste menschen er uit loopen, maar ook; om dat de flinke lui onder de jongeren geen. ambtelijke carrière .meer wenschen. Nu zal men wel .willen toegeven, dat in het algemeen de bekwaamheid van onze ambtenaren niet 'hoog genoeg kan worden opgevoerd. En dit geldt tegenwoordig meer dan ooit. Het algemeen stemrecht toch, hoezeer wij de invoering ervan met blijdschap hebben begroet, vertoont als iedere goede zaak zijn schaduwzijde, de meest donkere ervan is deze, dat in de vertegenwoordigende licha men vele bekwame menschen zijn vervangen door mannen met geringe 'beteekenis en matige bekwaamheden. Dit is ook het geval, in hooge mate zelfs in de colleges van Burgemeester en Wethouders in vele gemeenten. Veel meer dan vroeger al het geval was, moeten deze colleges drijven op de ervaring en de be kwaamheid der ambtenaren en er is zelfs gevaar dat de democratie, die door net al gemeen kiesrecht stellig wordt gediend, er zijdelings door wordt belaagd. Er is kans op ambtenaars-heerschappij. Nu zal dit gevaar te grooter zijn naarmate de hoofd-ambtenaren minder br*ed van blik minder ruim van opvatting, minder alge meen-ontwikkeld, minder bekwaam zijn. En op hetzelfde oogenblik, waarop van den hoofd-ambtenaar meer wordt verlangd dan peesche mogendheden met belongelooze bedoelingen en steeds voor oogen hebbende het in werking brengen van de door ons gestelde beginselen. Die samenwerking is niet zoodanig geweest als wij hadden ge bewijsnummer, elke :csd meer 0.20. dicnstjinb c.! «iineen 1-5 1CRcU 0.50. Voor handel co bedrltf bestaan acci vooidecligo bepalingen lol bel herhaald' aJvcr.ecicn bij abonnement. bene drculairetf bevallende de voorwaarden, wordt op aanvtaaj toegezonden, bewijsnummers 5 ccnL verder nog verlangd afschaffing van de dulv bele ploegen, zoodnt in een georuanisoerdo Amerikaansche mijn gedurende 18 uren pc dag geen normaal productief werk kan woPi den verricht. Men voelt de buitensporigheid1 meest kwieke mannen te kunnen behouden voor den ambtelijken dienst. De salarieering van den hoogen ambte naar zal wel zoo spoedig mogelijk moeten worden verbeterd, in overeenstemming met de eischen, die het leven hem stelt. Dit is en dat hebben wij nu pogen aan te too* nen niet allen noodzakelijk in het belang van deze dienaars van de gemeenschap, het is noodig in het wel begrepen belang van de gemeenschap zelf. Er moet met snelheid een einde worden gemaakt aan den toestand dat 's lands stut en schraag, dat de leiders de facto van de regeering en van Rijk, Provincie en Ge meente, behooren tot de ongelukkige cate gorie van de „nieuwe armen". Politiek Overzicht De opperste raad der geallieerden heeft aan de Duitsche vredesdelegatie te Parijs kennis gegeven van zijn besluit, dat het opmaken van het protokol en tiet deponee- ren der rotificatieoorkonden van het den 28en Juni te Versailles onderteekende vredesverdrag is uitgesteld. Alvorens dat geschiedt zal de. uitvoering v.an de aan Döitschland opgelegde voorwaarden van het wapenstilstandsverdrag verzekerd moe ten worden. Hoe veel tijd dat zal vorderen, is niet bekend. Het is dus onzeker hoe lang het uistel zal duren, dat het opmaken van dit protokol zal ondergaan. Uit Londen is teeds gemeld, dat de definitieve ratificatie van het vredesverdrag en daarmee het in treden van den vredestoestand niet vóór Februari of Maart van het volgende jaar is te verwachten. Wij zijn er dus alvast op voorbereid, dat wij onze ziel in lijdzaamheid moeten bezitten. Ernstiger nog klinkt eene waarschuwing van het Journal des Débats, die ons wil voorbereiden op de mogelijkheid, dat Ame rika zich zal onttrekken aan de verdere deelneming aan den tol dusver gezamenlijk verrichten 'arbeid. 'Het blad doet dit in deze termen: „De president der Vereenigde Staten en zijne meest bevoegde medewerkers zullen het moede kunnen worden om tegen den meer en meer duidelijk kenbaar gemaakten wil van het congres en ook van het Ame rikaansche volk bij gevolg legen de on middellijke belangen van hunne partij een strijd voort te zetten, waarbij feitelijk geen enkel direct Amerikaansch belajig ge moeid is. Wij wctèn uit vrij góede bron, dat de intrekking van het verdrag door den president reeds in overweging is genomen. Het zou niet voor de eerste maal zijn, dat de president loyaal \oor de natie zou er kennen, dat hij zich heeft vergist; de eerste maal is dit ons van te groot voordeel ge weest dan dat wij 't hebben, kunnen verge ten. Het is dus volstrekt niet onmogelijk, dat de president zich lot het Amerikaansche volk wendt en het aldus toespreekt: „Wij zijn Europa te hulp gekomen in een tragisch uur en toen wij meenden, dat de vrijheid en de beschaving van de wereld in gevaar waren. Wij hebben dezen oorlog ten einde willen brengen, opdat bij de laatste oorlog zou zijn. Wij hebben het eerste ge deelte van ons werk geheel voltooid. Het tweede gedeelte ging ons niet alleen-aan Om dat te volbrengen, was een nauwe samenwerking noodig met de groote Euro- hoopt. De strijd om den invloed in de we- j van deze eischen en hoezeer i'ij, als r.ii u viv den doorgedreven, zouden terugwerken op-, hei maatschappelijke leven. Kenschetsend voor dezen strijd is vcrclèr., het krachtig ingrijpen van de vechterlnko macht. De procureur-generaal Palmer heef! aan de bestuurders van deh mijnwerkers- bond een sommatie laten beteekenen, waar bij hun wordt" verboden eiken steun nan dn staking te verleencn. Openbare samenkom.* i sten, optochten, uitgave van vlugschriften en j strooibiljetten, het geven van instruction, dit alles wordt verboden. De gelden van den fnijnwerkersbond, een bedrag van 15 millioen dollars uitmakende, mogen niet. besteed wor-j den voor betalingen ten behoeve van de sta*, king. De procureur-generaal staat op het standpunt, dat de bestuurders van den bond j de wet reeds hebben overtreden en zien schuldig hebben gemaakt aan schending der j wet op het beheer van de voedingsmiddelen j en brandstoffen (Food and Fuel Coutiolj Law). Hij is van meening, dat zij reeds dn- (lelijk daarvoor vervolgd kunnen worden. Dut zal echter niet terstond geschieden. Da \oorzitter van het bestuur en nog 83 onde ren zijn gedagvaard den 20en November- voor het gerecht te verschijnen, om zich op deze sommatie te verantwoorden. Dan zal van den rechter cc-n vonnis gevraagd wor den, dat de gedaagden beveelt bet door hen gegeven bevel tot staking in te trekken en te vernietigen. Dit beleekent, dat de procu reur-generaal verlangt, dat hem de macht zal worden verleend, de bestuurders van den mijnwerkersbond te dwingen, een einde te maken aan de stokipg, zonder dat over de door hen gestelde voorwaarden wordt1; onderhandeld. Hierop moet de overtuiging steunen, die volgens het Reuter-bericht uit Washington daar in de regeeringfckringen gekoesterd' wordt, dot dé slaking M de kolenmijnen haar einde nadert. Het gaat hier om de vraag; hoe ver het recht oni te staken onder de* Amerikaansche grondwet strekt. De oud-pre sident <ler Unie Taft, die vroeger lid van hut: hoog gerechtshof is geweest, heeft daar— over dit gezegd: „In een gewone staking maakt inciden teel ongerief voor het publiek, dot kan wor den verwaarloosd, dc staking niet ontwet- tig. Maar wanneer groote Combinatiën met voorbedachten rode een de gehe.ele natio- omvattend plan opzetten-om het land bij de keel te pakken en het land (e dwingen, datr het de werkgevers op hun gebied zal nood zaken aan hunne eischen toe te geven, dam begeven zij zich in een onwettige samen spanning." De heer Taft stelt, dit op dezelf de -lijn als een onwettige, samenspanning? van werkgevers om de prijzen op te drijveiu- reld en de wedstrijd om de toekenning van de mandaten hebben een ol te groote rol gespbeld. Onze raadgevingen zijn zon der uitwerking gebleven. Wij hebben zelfs niet, in het geval van een stad en een ha ven in de Adriatische zee, de door ons voorgestelde oplossing, die de eenige bil lijke was, kunnen doen aannemen; en om die oplossing te dóen eerbiedigen, zijn wij aan ons zelf overgelaten door de natiën, die er het naast bij betrokken waren om haar te doen aannemen. Wij hebben alles gedaan wat wij konden om de beschaving en de wereld té helpen. Maar het komt ons heden voor, dat wij misschien te vroeg ons hebben ingespannen. Het avontuur van den Europeeschen oorlog zal in ieder geval een roemrijke episode blijven in de geschiede nis der Vereenigde Staten en een schoone uiting Van het Amerikaansohe idealisme in de wereld. Wij behoeven de proefneming niet- verder voort te zetten. Laat ons de we gen van onze oude politiek weer bewan delen. Amerika heeft aan zich zelf genoeg. Laat Europa zich redden zonder ons!" Zal een dergelijke- coup de théatre bin nen kort moeten voorkomen, opdat wij ein delijk jian deze zijde van den oceaan zien hoezeer wij er belang bij hadden Amerika met ons te zetten in het verdrag en dat van de ratificatie of de verwerping vnn dit verdrag niets minder don de toekomst van de wereld afhing? Het is nuttig voorgekomen deze aanwij zingen te geven over een kwestie, waarbij wij zoozeer belang hebben. De eventualiteit der intrekking van het verdrag kan overi gens niet verwezenlijkt worden. De toestand wijzigt zich soms zeer snel. Maar het is ver standig de mogelijkheid van een mislukking onder de oogen te zien, ook al wenscht men, d8t de gebeurtenissen een gunstiger keer zullen nemen. Volgens een bericht van Reuter uit Washington is men daar in dé regeerings- kringen overtuigd, dat de op 1 November be gonnen stoking in de kolenmijnen haar einde nadert Directe feiten worden niet genoemd "en het is dus moeielijk uit te maken of deze. overtuiging op goede gronden steunt. In hoofdzaak zal zij wel hierop gebaseerd zijn, dat mén meent, dat liet openbare gezag Ih zijn- strijd tegen de staking goede wapenen toL zijn dienst beeft. Van de 600.000 arbeiders, die in de bruin kolenmijnen werkzaam zi jn, hebben na genoeg 400.000 den arbeid gestaakt. Alge meen ie de staking dus niet. Sommige mijn- velden met name die in West-Virginië, waar de arbeiders niet georganiseerd zijn, staan nu onder militaire bescherming. Aan eenige andere mijnen met bijzondere contracter heeft de mijnwerkersunie vrijstelling ver leend en de nnthracielmijnen zijn niet in de staking betrokken. Intusschen zijn in Penn sylvanië, dat reeds ernstig getroffen is dooi* de steking in de staalindustrie. 100.000 mijnwerkers in de staking betrokken. De eischen van de mijnwerkers, die go formule er cl zijn op eene onlangs in Cleve land gehouden vergadering, zijn als volgt: 60 pet. loonsverhooging, zesirrige werkdag gedurende vijf dagen per week, 50 pet. ver hooging. voor overuren, verdubbeling van loon voor werk op Zon- en feestdagen, be taling eenmaal per week, afschaffing van de automatische boeten voor tekortkomingen in de uitvoering* van arbeidscontracten. Daarbij blijft het echter nog niet; er wordi Een schoone vrouw, die niet gevaarlijk is, is nio| waard een schoone vrouw te zijn. Buitenlanösfihe Berichtiu P a r ij s, 5 N o v. (N. T. A. Draadloos van- Lyon). De opperste raad heeft in zijne zit ting van gister, n besloten, het voorzit terschap van de met het toezicht op de! volksstemmingen belaste commissiën en het. bevel over de-intergeallieerde detachemen ten in die gebieden aldus te regelen: district Allenstein Groot Brittannië, district Mnriën- burg Italië, district Opper Silezië Frankrijk, district Teschen Vereenigde Staten. In het laatstgenoemde district zal Frankrijk voor- loopig de rol van Amerika vervullen, tot dat het vredesverdrag door Amerika gera tificeerd is. De opperste raad. heeft kennis genomen van het rapport van Sir George Clark overr den toestand in Budapest en heeft het lion- f; over het ruwe, pluizige Mr. L II SS Roman door J LAMBERTS RURRELBRINCK. £r,?z^P PaaJ"den in hunne onmid dellijke nabijheid, liggen de mannen terneer, rookemi hunne cigaretten, tot de kok ver klaart, dat hef vleeseh gaar is, dat de patrij zen en fnisantenparteien gebarsten zijn. Zij hebben hun maal verorberd met greii- gen lust; een zoetige, ietwat drooge smaak, dat vieesch- der óppossums, sappig daarentegen dat \an in eigen vet gebraden gevogelte, nu geheel ontbloot" 'van.den vèerënmantel .uit den zwarten bolster gehaaid. Aan deh horizont een wol ken grauw met donkere tiniveger.; wolken, als zwarte golven, die komen aanrollen over den hemel; reeds glimschittcren enkele flikkerende puntjes om gouden bal: een zwarte duisternis in het wijd rondomme, waarm enkel één groote lichtcir kel van d«n nog immer brandenden haard. Oc mannen hebben inmiddels de verzadigde paarden verzameld om hun heen, zich vervol gens uitgestrekt op hei gras; hunne hoofden ten ruste gelegd op de zadels, hunne lichamen rond omlijstend'met hunne lasso s. „Waarom doen 2e dal' heeft Je'anc aan Florentino gcvsoïigd. ./Tegen 'de ratelslangen, don Juan, die krui- pen niet gaarne touw." Zijn die hier dan ook al?" «Ja, natuurlijk, die zijn in den heden Zuide lijken Texas, maar doet u maar net als de an deren, dan is het gevaar niet groot." Hef is Jeanc thans duidelijk, waarom zijn knecht bij den aanvang van dezen tocht hem heeft bevolen zich van een lasso tc voorzien. Enkele oogenblikken later, nieuw bevel „neen, don Juan, daar niet gaan liggen; ge ZQud.t daar kunnen stikken in den rook." „Waarom doen jelui dan het vuur niet uit?" „Dat mag niet voor de gajoten; die zijn bang voor vuur." Een beslist verkwikkende rust heeft Jeanc niet mogen genieten dien nacht; veel heeft hij niet geslapen, in weerwil van zijn moe zijn; m elk geritsel heeft hij gehoord den ratel van den ge vreesden slang in elk geluid, het ge huil van- denhyena, in den voorbijtrek kenden wolk liecft hij gezien den verstikkende** rook. Den volgenden morgen zijn zij, gch«el over eenkomstig de bewering van Florentino, dc reeds den yorigen avond ontdekte stieren spoe dig óp het spoor en toen een rijden, altijd ach ter er langs hen heen, hen drijvend, dringend, jagend naar liet Noord-Oosten, naar de rich ting van de plek, waar alle uitgetogen groepen elkaar zullen linden. Meerdere en meerdere stieren.'die zi: ont moeten- dezen ook drijvend naar den drom dé;- onderen. „Als" wij nu maar weer nief zooki bo th krijgen, als gisteren," meent Jeanc. „Dat krijgen wij niet." „Hoe weet jc dat zoo secuur?' ziet gër&êt brandmerk?" ...Ta, flinke beesten geworden zouden wij die niet alvast kunnen lassecren?" „Neen, 't zou ons tc veel ophouden." En voort, 'immer voort in wild woest ge draaf achter de snuivende beesten metde woeste glocioogen in dc breedc, forsche kop pelt, de dolkpuntige horens recht vooruit, één lijn met de door touwpez-en geaderde steen harde zuilennekken; een sissend geblaas van heete stralen uit de trillende neusvleugels, ter wijl de staarten bezweepen dc flanken, de luchten, vol zijn van 'bulderend geloei, dc STERK Eiï UOEDKOOP I"V HET Verk r i e li w r l»ü: HOF 38. grond siddert onder het driftig gestamp en gedaver der 'hoéven. Ook andere, kleinere dieren in dien razen- den, YOorU'ennende troep; wilde- zwijnen, hye na's, wilde katten, pracriewohen, allen uit hunne schuilplaatsen opgejaagd,, doodvijan den, nu vergetend huiy haat, hun -aard van elkaar verdelgen, vluchtend met en naast el kaar, i oortgedreven door het nog machtiger instinct van zelfbehoud. Enkele "keuren een trachten tc vluchteJU een pogen om uit te wijken, rechts, links, maar tel kens dc cowboys, die met woeste kreten, met donderschoten uit hunne geweren dc door Florentine» wijst met uitgestrekten arm. „Ik zie niets" met zijn hand overschadu wend zijn oogen. „Ziet ge. daar dan geen bewécg daar, kijk nu eens tegen die wolk." „Neen iets, absoluut niets." Da» zult gij liet wel over een tijdje zien i is een andere groep ook met beesten voor zich aldus absoluut zeker, dat wij morgen elkaar zullen treffen wc kunnen nu weer rustig voor ons eten gaan zorgen 't wordt buitendien ook tijd; onze paarden worden moe; ze zouden het niet lang meer kunnen uithou den; zoon jacht eisclit veel van hun krachten en uithoudingsvermogen." „En hoe dan met de stieren, die wij gevan gen hebben?". „Die zijn gelukkig pok moe, moeder nog dan onze paarden,-want die zijn niet gewend zooveel en zoo lang tc loopen" 't zal niet zooveel inspanning kosten om die bij elkaar le houden; een gddécltc van onze lui zal daar voor voldoende zijn, we zullen echter om :bpur"ten moeten eten, om beurten moeten sla pen."' - - - „Eten, Florentino, eten zeg je, maar wat we hebben toch van' (laag niets geschoten Een luide spottende lach „maar don Juan.geen eten, en al dat gedierte dan daar vlak bij ons-*;- gij zijt nog al een goed schut ter, schiet zoo n wild varken, maar zorgt, dat gij geen stier raakt. Een schot en een everzwijn valt neer. Door nieuwen schrik bevangen, een oogen blik een nog woester voorthollen der dictjeh. Een der Mexicanen beeft, steeds te paard blijvend, met geen anderen steun dan een en- fellen angst overmeesterde dieren terugdrij Alj er zoó'n bosch in de nabijheid was, Yen in den dichten groep, stecd.s voortgejaagd,kelen--voet in den stijgbeugel, het lichaam ter dan zouden niet zooveel stieren bij elkaar zijn I altijd in de richting vanhet Noord-Oosten. zijde geworpen, het door Jeanc gevelde dier kijk, daar hebt ge er een paar van ons -Don Juan. Mik eens daar voor u. terwijl, bii een poot gegrepen en weer niet enkelen zwaai zich opheffend bet gelegd voor zich op. bet zadel. Niet lang daarna als Florentino den arms opbelt, ten toeken van bef einde van dc wilde* jacht. En weer, evenals den vorigen avond, het aan leggen van een vuur, waarop bet enkel vair zijn ingewanden ontdane varken wordt neer geworpen. Vijf Mexicanen, welke rustig zich hebben neergevleid om de boog oplaaiende vlammen met krakend geknetter verschroeiend dc stijve borstelharen van liet gebraad, vijf anderen zijn gebleven bij dc kudden; zij hebben bet in dolle vaart voortrennen tot staan gebracht door thans niet naast maar voor de dieren tc rij* den, telkens vurend knallende schoten. Niet lang als de afgejakkerde beesten zich. hebben neergeworpen; sommigen de pooten wijd uitgestrekt, de koppen op den grond, do flanken, deinend op en neer in. diep, /waar gc«- hijg. Eigenaardige, vreemde macht van dem mensch over het dier; onbegrijpelijk die biffü' vrees van den sterkeren voor den zwakkeren» Eén enkele dier dieren, in bef besef vsutf zijn geweldige kracht, van zijn oersterktc*. zou kunnen vermorseleii, verpletteren die manr^ nen. 'die paarden; 't zou zijn een strijd v&ntr machtigen reus tegen nietige dwergen van c*oi» titaan togen pygm'eën en toch- in ellendige laf* heid 'blijven zij-liggen, een Zestigtal kolossen bchecrscht, in toon gehouden door vijf men< schen ze hebben zelfs den moed niet tr vluchten langs de nu overal open ruimtcnf sleóbts de kleinere, de krachtelooze, de hyenata» wolven en wilde katten, welke buikkruipend wegsluipen door liet h'ooge gras. (Wordt vervoltz&L

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 1