Sslderscbe Metveraipa AMF.RSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" Hl Middenstands tafefak Willam Groenhuizen ÊG!1 et litiiGoeii!) Ringen TWEEDE blad. Opgericht 1868. Gestort Kapitaal f 10.000.000 Reserven- 4.400.000 BINNENLAND Amersfoort en Omstreken. - IMRACHT Nd. 4. TE1EPH00H No. 304 Fourneert Cheques Amersfoort feIjïLleton. De groot© Liefde. 18c Jaarganfl No. 146 Zaterdag 13 Dccoinber 1913 EiamsBS en volkskracht. In ziine „Beschouwingen over Huisgezin ei'. 'Maatschappif in H e t V a d e r la n van 22 November j.l. schrijft de heer E. de Burg over Exnmen-eUende. Hij vertelt, dat te Greenwich het dochtertje van een inge- •vieur zellmoord heeft gepleegd, uit angst, dat ze v oor een pas afgelegd examen zou zijn gezakt. Naar aanleiding van dit droe- vice geval schrijft hij .Gelukkig ziji> gevallen als hierboven vermeld uitzonderingen, al komen ze va ker voor dan men wel denkt. Maar zeer talrijk 2ijn de jonge menschen, die een ellendig leven hebben, omdat zij niet antwoord konden geven op vragen, die wellicht door menig gegradueerd en ge leerd man evenmin juist beantwoord kunnen worden. En het aantal menschen, voor wie nvooie zomerdagen, geheele vncanties, totaal bedorven werden, omdat ze den lieven langen dag en meermalen een groot deel van den nacht ook, hadden te blokken, dat aantal is in ons land, waar de examenitis al bizonder sterk woedt, ontzettend groot. In allerlei kringen heeft men het over hot steeds talrijker en steeds zwaarder worden der examens de laatste jaren geklaagd, in de bladen zijn kolommen, met klachten gevuld, een vereeniging voor vereenvoudiging der examens is opgericht, maar verbetering is nog steeds niet ingetreden. Moeten er meer rampen, als straks vernield, voorvallen, eer men de exa men-woede gaat belreugelen Het 'hier kort aangeduide en direct fei telijk besliste vraagstuk, in welke rich- tin g bet onderwijs zich moet ontwikkelen, om aan die vele examen-klachten tegemoet te komen, verdient inderdaad de belangstel ling \an allen, die over de beiangen van „hhiisge/rn en Maatschappijnadenken De toestand is werkelijk verre van ideaal. Examen-angst is een vreeselijke plaag en de nervositeit, die bij velen van onze jonge lie den met examen-doen gepaard gaat, is een nadeêlige factor bij de vorming van onze volkskracht. Van examen-vrees, van nervosisme bij de jeugd, die examens moet doen, behoorde geen sprake ie zijn. Een jonge man, die vijf jaren de H. B. S. heeft bezocht of die zes jaren Luig heeft omgegaan met de geesten van Homerus en Cicero, het meisje, dat vier jaar op „de kweek" geweest is, ze moesten de hun wachtende examens met blijmoedige zekerheid tegemoet zien. Niet-slagen moest hooge uitzondering zijn. Toen „zakken" er velen voor eindexamens en andere, direct bij het genoten onderwijs anpsluïlen-de, examens en dit wekt de zoo schadelijke angst en nerveusheid. De vraag is: wat is hiervan de oorzaak? Zij, die voorbije tijden gaarne prijzen, zul len u zeggen, dat de jeugd tegenwoordig te veel aan sport doet. „Men voetbalt en korf balt, men Toeit en tennist, in stede van te studeeren ?,oo zeggen zij. Vroeger was de jeugd vlijtiger. Wij gekloven, dat deze menschen zich ver gissen. Ook wij hadden in onzen schooltijd een massa tijd over voor genoegens, ook wij beschikten over heel veel vrijen tijd en ook wij zaten volstrekt niet voortdurend over onze boeken gebogen. Maar, zeggen dan anderen, „de examens worden steeds zwaarder", waarmee ze dan onderbewust, lof toezwaaien aan de exami natoren van vroegere jaren. Wij zijn van- meening, dat ook zij de zaak onjuist inzien. Bij vergelijking van de opga ven voor een reeks van dezelfde examens blijkt volstrekt niet, dat die van de laatste jaren moeilijker zijn, dan die van voor 25 of 40 jaar. Eer blijkt het tegendeel! En daarmee kennen wij de feitelijke oor zaak van de in aantal en kracht groeiende klachten over ue slechte resultaten van ons ARNHEM. DEPOSITORENTE: een maand drie maanden een jaar nmnm opzegging 3n0 3i/' 2 0/ 0 >0 4 u/o ptSR K7^r*.--<r ISSPtSSSSRXSÖ onderwijs en over de vele mislukte examina. Er is geene enkele examen-commissie, die gaarne een hoog percentage der Candida- ten laat stranden. Indien Het g.m'drlelce peil van de candidaten voor een e. arren r'.aalt, dan daalt daarmee evenredig net gehalte der door de commissie gestelde eischen. Geheel evenredig is die daling ni©~ en zoodoe.ru e zakken er in verhouding toch meer candida ten von een zwakke gToep don vm» ten ster ke. P Is \nderdaad gaandeweg het percen tage der met-geslaagden stijgt, dan mag dus met hedtetheid worden geconstateerd, dat Me gemiddelde kennis der examinandi gaan deweg is gedaald. Nu blijkt werkelijk, dat er steeds meer stu deerenden niet in staat zijn, de vereischte examens af te leggen. In Delft zal men u ver tellen, dot wel 50 pet. der ingeschrevenen studenten „sjeest"; de rector-magnificus heeft onlangs ook ten aanzien van de Leid- sche Universiteit droevige cijfers gegeven. Pleit dit oppervlakkig voor de stelling, dot de examens te moeilijk zijn geworden, men moet er wel een andere oorzaak voor zoeken, zoodra men overtuigd is, dat het den jonge lieden nu volstrekt niet moeilijker wordt ge maakt dan vroeger. Een ander verschijnsel geeft waarschijn lijk een beter inzicht in de oorzaak van het mislukken van zoovelen. Het is dit verschijn sel, dat het aantal studeerenden met een veel hoog er percentage toeneemt dan de be volking. In Delft kan men in niet snel ge noeg tempo nieuwe professoren benoemen en nieuwe laboratoria bouwen, om alle in geschrevenen behoorlijk onderwijs te kunnen geven. Het aantal Hoogere Burgerscholen neemt toe; de bestaande krijgen al meer leerlingen. Er zijn in de laatste jaren een aantal Middelbaar Technische scholen op gericht; het aantal Handelsscholen neemt eveneens toe. En al die inrichtingen ven on derwijs trekken een voldoend en meer dan voldoend aantal leerlingen. Hier zit de kneep. Enkele tientallen jaren geleden zonden natuurlijk met uitzonde ringen de ouders alleen die kinderen naar de H. B. S. en naar Delft, die voldoen den aanleg hadden om het onderwijs met vrucht te volgen. Meer en meer vraagt men j niet meer of de kinderen geschikt ziin voor dit middelbare- en hobger onderwijs, men j stuurt ze er heen, omdat men nu eenmaal gelooft, dat zulk onderwijs noodzakelijk is. We zijn daarmee niet den goeden kant i uitgegaan. Voor de leerlingen ven onvol-' doenden aanleg is de geheele schooltijd een j plaagvoor de massa van hen komt de te- j leurslelling, dat ze het «^ewenschte einddi-1 ploma niet kunnen krijgen, vroeg of laat. Moeten we nu, om den velen leerlingen die teleurstelling te besparen. onz.e exa meneischen gaan matigen? Het ware een ongeluk voor de gemeenschap f De maat schappij heeft behoefte aan zoo goed moge lijk onderlegde krachten. Onze universiteit te Delft leveren de toekomstige leiders van ons volk „op geestelijk en stoffelijk gebied; zij moeten van dc bovenste plank zijn en moeten dit hebben getoond, door te slagen hij examens, die meer zijn don eene aan passing aan inferieure geesten. Hier moet het belang van de individuen een vermeend belang trouwens wijken voor dat der gemeenschap. Zoo komen we tot de conclusie, dat de examen-eischen, wel verre van te dalen, zoo hoog mogelijk moe ten worden opgevoerd. Zullen we dan genoeg gediplomeerde •menschen krijgen? Het staat o.i. vast, -als men de lijn volgt, door het vrijzinnig-demo cratisch program aangegeven. Wij, vrijzin nig-democraten, willen gelijke ontwikke- lings-voorwaarden voojf allen. Als men, daarmede in overeenstemming, jongelieden uit alle kringen gelegenheid geeft tot het bezoeken van middelbare- en hoogere scho len, dari zullen, juist bij degelijke examens en soliede eischen, de intellectueel aange leiden uit alle lagen van ons volk de exa mens doer., die hun recht geven op hooge plaatsen in de maatschappij. Daarbij zal de gemeenschap gebaat zijn. Daarbij zullen ook de jongelieden zijn ge baat, die nu, ofschoon minder begaafd, ge dwongen worden tot langdurige studie zon der resultaat; zich onder de geschetste om standigheden zullen richten op een loop baan, die meer strookt met hunnen natuur lijken aanleg. De' Sli rt- Hp i vRh gister T2 De cember bevat; o.a. de volgende kon., be sluiten: benoemd tot rechter in de rechtbank te Tiel mr. P. A. J. Losecaat Vermeer, thans ambtenaar .van het O. M. bij het kantonge recht te Almelo; benoemd tot griffier bij het kantonge recht te Middelburg mr. H. Schouten, thans substituut-griffier bij het kantongerecht te 's Gravenhage; idem te Helmond mr. H. M. F. H. Schillings, advocaat-procureur te Maastricht; idem te Heusden mr. W. Rui- tin-a, waarnemend griffier bij de rechtbank te Middelburg; tot commissaris van politie te Winscho ten N Verkaik, thans idem te Alphen nar den Rijn; tot notaris te Niemvediep gem. Helder A M. Engelmann, candidaat-notaris te Ipen- broek; op verzoek eervol ontslagen F. Smeets, als burgemeester van Geleen, en H. W. C van Hoorn, als burgemeester van Valkenswaarcl; benoemd bij het 2e regiment infanterie tot le luitenant de-2eluitenant A. J. de Lange, von korps. aan den reserve-eerste-Juitehant J. T. I W. Rutgers, van het regiment jagers, met ingang van 16 December 1919, op zijne aanvrage, ter zake von ongeschiktheid voor de verdere waarneming van den militairen dienst, tengevolge van lichaamsgebreken, behoudens zijne aanspraken op pensioen, eervol ontslag uit den militairen dienst verleend; benoemd tot hoofd van het Centraal Magazijn van Militaire JKleeding en klit rusting te Amsterdam de kapitein van de militaire administratie F. H. Henderson, werkzaam bij het departement van Oorlog. Geen verkoop der West-h- discheKoloniën. In de Memorie von Antwórd p het Voorl. Verslag der Tweede Kamer inzake de begrooting voor Suriname, zegt de minister von Koloniën, dat hij even min als zijn ambtsvoorganger zijn medewer king wenscht te verleenen tot een zooge- naumden verkoop von de koloniën Suriname en Curasao. Co n\ missie van Advies in Art. 5 0 der Auteurswet. Bij Kon. Besluit van 5 December zijn herbenoemd in rle commissie van advies, bedoeld bij de artt. 50d, 50e en 50f der Auteurswet: a. tot leden: Joh. A. Alsbach, uitgever van muziekwerken te Amsterdam; Anton Averkamp, componist, te Amsterdam; b\ A. Becht, kunstcriticus, te 's Gravenhage; J. E, Belinfante, uitgever van wetenschappelijke werken te 's Gravenhage; J. Blankwaardt, uit gever van letterkundige werken te Rijswijk (Z.-H.); W. L. Brusse; uitgever van letter kundige werken, le Rotterdam; Jos. II. J Cuypers, bouwkundige te Amsterdam; C. M, Dcwold, fotografisch kunstenaar le 's Gra vcnhage; Toon Dupuis, beeldhouwer te 's Gravenhage; Mar-c^llus Emants, letterkun dige, te 's Gravenhage; A. W. Frenlzen, uit gever van wetenschappelijke werken, te Lei den; G. D. Gratema, kunstschilder, directeur van het Frans Halsmuseum, te Haarlem; K. Grocsbeek, uitgever van verveelvoudigen van werken van beeldende kunst, te Amster dam; A. B. van Holkëma, uitgever van ver veelvoudigingen van werken van beeldende kunst, te Amsterdam; mr. F. R. ter Horst, uitgever van schoolboeken, te Scheveningen; mr. H. Louis Israels, letterkundige, te Am sterdam; A. Labouchère, fabrikant van wer ken van kunstnijverheid te Rijswijk (Z.-H.); A. D. Lomon Jr., componist, directeur von het bureau voor muziekauteursrecht, te Am sterdam; R. G. Mauve, nijverheidskunste- naar, te Scheveningen; dr. J. Mendes da Costa, beeldhouwer, te Laren (N.-H.); mr. E. van der Minne, kunstschilder, te Amster dam; M. Moulon, uitgever van verveelvoudi gingen van werken van beeldende kunst, te 's Gravenhage; J. Noordhoff, uitgever van schoolboeken, ie Groningen; A. A. Noske, uitgever van muziekwerken, te 'sGraven- hage; Wouter Nijhoff, uitgever van weten schappelijke werken, te 's Gravenhage; W. Perumt, nijverheidskunstenaar, te 's Graven- ha ge; mr. L. J. Plemp van Duiveland, letter kundige, hoofdredacteur der Nieuwe Cou rant, te 's 'Gravcnhage; Herman Robbers, letterkundige le Sc'noorl; mr. J. G. Robbers Jr .uitgever van wetenschappelijke werken ie Amsterdam; Willem E. Roelofs Jr., kunst schilder, te 's Gravenhage; W. J. Schille- inans, uitgever van wetenschappelijke wer ken, te Zutphen; J. C, Tadëma, uitgever van wetenschappelijke werken, ie Haarlem; H. D. Tjeonk Willink, uitgever van verveelvou digingen van werken van beeldende kunst, te Haarlem; J. G. Veldheer, grafisch kunste naar. te Bergen (N.-H.); W. Versluys, uitgc-; ver van schoolboeken, te Amsterdam; b. lot secretaris nu. J. van Kuyk, advo caat en procureur, te 's Gravenhage; c. tot plaatsvervangend secretaris, mr. L. A. Nijpels, advocaat en procureur, le 's Gra venhage. Herhalingsoefeningen zee militie. De zeemiliciens-vèrlofgangers, behoorende tot of gelijkgeoefend met de tweede of derde ploeg van de lichting 1918, met uitzondering van de kustwachters, zul len worden opgeroepen voor herhalingsoefe ningen voor den tijd van vier weken. De op- voor Op Binnen- enBuiienland- Heeft uitgebreid Giro-verkeer. komst is bepaald, voor de eerste ploeg op 21 April 1920 en voor «le tweede ploeg op 19 Mei 1920. Vóór 1 Februari 1920 kan aan den minister van marine worden opge- ven of men voorkeur heeft voor de inde©* lirtg bij de eerste of bij de tweede ploeg. Verlofsofficieren en -oner- officieren. Bii beschikking van den minister van oorlog is ten aanzien van het eindigen van verblijf onder de wapenen van verlofsofficieren en vcrlofsonderofficieren bepaald dat uiterlijk mot ingang von 31 Dec. 1919 alle veriofsoficieren en verlosonder- officieren, thans nog onder de wapenen, in het genot «rn groot verlof moeten worden gesteld. Hiervan zijn uiige r.tierd, le. zij, voor wie bepaaldelijk door hel departement van ocilog een langer verbluf onder de wapenen is of wordt toegestaan; 2o. militairen, die dezen ccrste-oefe- nmgstijd nog niet hebben volbracht (hierbij dient rekening te worden gehouden met het gestelde in mint r> en in het voorlaatste lid van elk der L. O. 1918, B. 175 en 1919, B. 266; 3o. Dienstplichtigen, behoorende tot een lichtingsdeel dat nog r.iet van groot verlof in aanmerking is gekomen; 4e. Verlofsofficieren en verlofsoivderoffi- eieren, als bedoeld in L. 1 1919, B. 196 en B. 239 5e Verlofsofficieren en verlofsonderoffi cieren, werkzaam bij het instituut der Mili taire Buitengewone Komiv.iezen (het verblijf onder de wapenen van dezen eindigt uiter lijk op den dag, waarop het detachement o? bureau waartoe zij behooren, wordt opgehe ven) 6e. Verlofsofficieren en verlofsonderolfi- vieron, werkzaam bij de Politielroepen, bii den grensbevvakingsdii nst en bij den bewa kingsdienst, van gevangenissen, provooshuL zen en te Vëenhtiizên. In bijzondere gevallen kunnen militaire autoriteiten een voorstel bij het D. v. O. in dienen, om, bii wijze van gunst, voor een of meer verlofsofficieren ui verlofsonderof ficieren het tijdstip van 31 December 191Q op 31 Januari 1920 te stellen. Ten aanzien van hen, wier verblijf in wor- kelijken dienst eerst na 31 December TOTO eindigt; beslaat geen aanspraak op sleun of op bijzondere toelage bij huiswaartszen- ding. - De Amsterclanische Raad hoeft met in gang van 1 Januari a.s. tot gemcente-bezui- nigings-inspecteur benoemd de heer dr. J. F. v in Oss, löcraar aan de openbare han delsschool tc Amsterdam. (7«nsr«n (f?eo j!«' ilnnrle. Door het Nedculaiidseh Verblijd vm» Vakverenigingen cn het Nnr. ArLc-Itl- rreta- "i wordt een de.v-ctb I cc. res I rérv :.n r" tc Amsterdam. De Voorzitter., heer Struliuis, /wide in zijn openingswoord, dnt ond:- vci x NlV-iulfc pogingen van de arbeiders iu Nedenund, die arbeiders gedrukt au uuU-i- de dtuirie. t'o- giiïgou om samen le ririjden u.'gen de duurte met de 'Ro'piu ch i\. ;iuficn Chrisleljjlie aiccentrales zijn mislitlu cii.d.ii dig trnirules niet wilden aaiu .i.inlen de v> ei k-iai.mg. Oidc met liet Neutraal Vul. vl!k«»c1 hon nlwortlof Men poogt veelal er schilderachtig uit te zien en brengt het niet verder dan tot slor digheid. f KnKZ.no K •lift? Roman door ANNA "WAHLENBERG. 20 Sliep zij? 2at Sofie naast haar bed? Som tijds meende Jngo baar te hooren. Maar mis schien was zij naar haar kamertje gegaan naast Edits kamer. Inga overlegde met zichzelve of zij haar hulp aanbieden zou. Maar zij durfde niet. Zij zou misschien storen als zij het deed. Toch kon zij niet weer in slaap komen. Het onna tuurlijk rochelen en steunen klonk haar nog in de ooreD. Wat kon er gebeurd zijn? Toen zij 's morgens aan het ontbijt kwam Was Edits plaats - onbezet, en iuffrnuw Sofie vertelde dat zij na.de reis te vermoeid was om op tc staan. Nu sliep zii. dus was het beter niet naar haar toe te gaan. De oude juffrouw keek niets ongerust en Inga begon te denken dat wat zij 's nachts had gehoord een zenuwachtige aandoening was geweest, veroorzaakt door de vermoeienissen van de spoorreis. Maar ook aan tafel verscheen Edit niet en juffrouw Sofic zei dat het beter was dat zij zich rustig h;eld. Inga vond het vervelend, niet naar haar toe te mogen gaan. Maar daar Sofic en Rennsburg beiden zich niets van deze afzondering sche nen aan te trekken, begreep zij dat het een ge woonte van Edit zou zijn om in volstrekte rust en eenzaamheid herstel van haar krachten te zoeken. De namiddag werd aan de boekerij gewijd en samen maakten zij een i>lan hoe alles te or denen en te groepeeren. Het was een rustige arbeid die beider aandacht innam; cn ofschoon Rennsburg gewichtige zaken op zijn kantoor had, liet hij die zelfs enkele malen rusten om naar de bibliotheek te gaan en ie zien hoe de grond gelegd werd voor het katalogisgeren. Hij was een boekenworm zooals weinigen, en wanneer hij verdiept geraakte in een of ander merkwaardig exemplaar, hield hij daarover dikwijls een heele redevoering voor zijn jeug dige bibliothekares. Deze luisterde dankbaar, en slechts schuch ter deelde zij de inlichtingen mede, die zij had te geven, want in zulke oogenblikken was zij werkelijk onder zijn indruk. Hij werd wel sprekend wanneer iemand hem bp greep, en de terughoudendheid, die hem anders eigen was, week dan geheel van hem. Hij genoot ervan wanneer hij iemand ontmoette, die zich in ziin cfee,. y9fl wetensrhaD tehuis gevoelde, daar hij andors zeer eenzaam leefde en dc buitenwereld hem niets had aan te bieden. Inga begon ie begrijpen dat haar eer bewezen werd als hij zich voor haar uitsprak Hij zou dit niet voor de- eerste de beste gedaan heb ben. dnt wist zij door Edit, die vroeger dik wijls had verteld hoe stil hij in een gezel schap kon zijn, waarin hij wist rvjet begrepen te worden. Het lag niet in zijn aard om over alledaagsehc nietigheden tc praten. Hij móest ernstig over een zaak gedacht hebben, voor dat li ij er zich over.uitliet, en dat deed hij in ieder geval niet, wanneer hij wist dat zijn ge hoor zijn gcdachtengang niet kon volgen. De avonduren pingen even snel voorbij, en toen zij naar haar kamer ging en bezig was zich tc ontkleeden, hielden haar gedachten zich nog bezig met hetgeen hij gezegd had' en ook met hom zolven. Zij bewonderde zijn degelijke kennis en dc warmte, waarmee hij kon spre ken over boeken en hun inhoud, over boek beschouwingen en boekenmensehen. liet was prettig hem te hooren en met hem te rcdc- necren. Ilij was zoo ongelijk aan anden mannen, die zij ontmoet had, een geheel nieuw type; hij bezat een rijker geestesleven dan dc mecsten hunner. Maar tegelijk vermoedde zij dat hem iets ontbrak, wat bij hen werd gevonden. Opeens stond zij midden in de kamer stil en glimlachte in zichzelve. Nu wist zij wat hem ontbrak. Niettegenstaande zij haar hart al<* gesloten en versteend beschouwde, was het niet ontoe gankelijk voor het gevoel dat iedere jonge man en iedere jonge vrouw ondervindt, wan neer zij elkaar ontmoeten en niet door een natuurlijken afkeer van elkaar worden verwij derd. Zij willen alles van elkander weten en indruk- pp elkaar maken. Dat liövoel kan na eenige oogenblikken verdwijnen. Het kan ook langer duren, n\a:\r het komt op als een we- derkeerige natuurdrift; wie gemakkelijk is in d^n omgang kan er zich niet geheel aan ont trekken. Maar dit was Arthur Rennsburg in ieder geval niet. Zij gevoelde liet even sterk als dat zij dc ééne kleur van de andere kon onderscheiden. Ofschoon zij liem blijkbaar miser sympathie dan het tegendeel ervan in boezemde, wist zij dat hij in haar tegenwoor digheid niet door rit aantrekkingskracht bchecrsehl werd. Hij sprak met haar op den zelfden toon als tegenover een mannclijkcn be kende. Deze zekerheid verschafte haar een gevoel van verlichting. liet zou een goede kameraad schap tussehen hen worden een ongedwon genheid in hun omgang, die haar aantrok. Maar toch gleed er een glimlachje over haar lippen wanneer zij dacht aan het verschil tus sehen hem pn andere mannen. Waarom wist zij zelve niet. iMsschicn wel door dezelfde vreemde eigenschap om vooral oog. te lieliben voor het belachelijke, dat iedere onvolkomen heid mei zich schijnt te brengen? Toen zij den volgenden morgen binnenkwam zat Edit er reeds. Haar tint was grauwbleek, en hoewel zij heel vriendelijk lachte, en Inga vroolijk ontving, sprak er toch uit hare trek ken een eigenaardige moeheid. „Vergeef mij dat ik gister zoo onzichtbaar was," zei zc. „Ik moest rust houden want ik was zoo vermoeid dat ik praten noch denken- kon." Na het ontbijt en nadat Rennsburg zich verwijderd had, nam zij Inga's arm en wan delde met liaar de k<imer rond. Zoo nam zij eenige beweging, wanneer zij zteh niet sterk genoeg gevoelde om uit te gaan. Nada< zij eenige malen dc kamer op en. "neer geloopen had, ging op de >«»fa zitten ea verzocht Inga naast haar plaats te iteinen. Inga had nog een óogehblik tijd voordat zij hui haar werk in dc centrale bibliotheek moest begin* Men. „Er is iets wat ik jt- i»u>m hien eerst had moeten zéggen," begon Edit, tc i wijl haar ge laat, dat nu niet meer glimlachte, nog bleekcr was dan eerst. „Maar het w zoo mocielijk' om het schriftelijk Ie doen.' Inga kreeg een voorgevoel van het een of ander ongeluk. Zij dacht aan het nachtelijk' bezoek van Sofie in Edits kanjer en wat daar aan verbonden was. Zou /ij hu hooren wat geweest was? „Heb ik je dien nacht gehinderd?" vroeg Edit. Ik was wakker," antwoordde Inga rfntwij- kend, ,,cn toen hoorde ik dat jij het ook was."5 „Natuurlijk, ik wist het." Zij zweeg een paar seconden, terwijl zij haar handen onrustig- bewoog, alsof zij niet wist hoe le beginnen. Toen hief zij echter haar oogen ernstig en kalm tot Inga op. „Als kind en heêl jong heb ik geleden aan" iets als zenuwaanvallen,'' zei ze. „Geen val lende ziekte, maar met broom en andere medi cijnen gelukte het hun ze «n bedwang te hou* den. Ik ben er toen een jaar zoo goed als ge* heel vrij van geweest en was dat nog, toen wij samen in het pension woonden. Maar mi if het teruggekomen." f Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 5