DE EEMLANDER"
BUITENLAND
PRIJS ÖE8 ADVER1EHTIÉN met Inbegrip van een
Buitenlandsche Berichten
FEUILLETON.
De groote Liefde.
Cnmini Anrlca Zcolbeslan
J. Groofendorsi
Jaargang wo. 147
ABOHM£MEHTSPRIJS
per 3 maanden voor Amers»
per CMI 1 2-5<X pet week (met crati» eertekcr.ng
(eSea cnge'ukVen) f 0.15, tizondcrlljko nummer»
~f 001
AMEBSFOOBTSCH DAGBLAD
HOOFDREDACTEUR; M,. D. J. VAN SCHAAR DEN BURQ
UITGEVERS: VALKHOFF C.
BUREAU: ARMHEMSCME POO.'.' I '/AL uiatciirje.iosr*.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Maandag 15 December 1919
bewijsnummer, elke regel meer 0.20, dicnstaanbio»
dingen 1-5 legcU 0.50. Voor handel cn bedrijf
bestaan leci voordeelige bepalingen lol het herhaald'
advcriecrcn. bij abonnement licuo chcuiAircw!
bevattende da voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden. Bewijsnummer» 5 cent
Van week tot weefr.
Noodlijdend Weenen is thans op het
hoogtepunt van zijn ellende. Renner heeft
Wegedeeld, dat de brood- en meelvoorra-
"den binnen drie weken zullen zijn verbruikt
en nog steeds weten de geallieerden niet,
hoe erg het wel is.
'jS Dat het wèl erg is, afschuwelijk en onge
kend, leeren '■ens nu weer de rapporten van
^den secretaris van het Internationaal Vak-
vei eenigingsverbond, die een speciaal on
derzoek -nstelde, en van den redacteur van
^et LUrechtsch Dagblad, die met den eer
sten levensmiddelentrein naar Weenen mee
reisde Beide schilderen aangrijpende too-
rieelen vaan de bodemlooze ellende, hon
gersnood en onhoudbare toestonden. In dit
Verband is het hartverscheurend, dat de
5pooi wegmannen, die den Nederlandschen
trein moesten rangeeren, liever dezen op
een of ander emplacement lieten staan, dan
hun Engelschen Zaterdag te ontheiligen
De Utrechlsche journalist beschrijft -zijn
tocht door Weenen, om zich hier en daar
met eigen oogen van den nood te overtui
gen. Hij werd rondgeleid door een van de
buigemeesters van Weenen, die precies
•evenveel verdient als zijn chauffeur, alleen
•heeft laatstgenoemde een 8-urigen arbeids
dag en de magistraat een heej,wat langeren
Maar Goddank blijft men in ons land
klaar staan voor bet ongelukkige Weenen
de Amsterdamsche Raad nam een voorstel
aan (dot ongelukkigerwijze van Wijnkoop
kwam) om 100,000 voor Weenen uit te
trekken. Om dan nog te zwijgen van wat
het particuliere initiatief biieen brengt en
'offert, niet slechts in geld, doch ook in
toewijding en gastvrijheid voor duizenden
hinderen, d e uit de honge.sia i—hierheen
komen om hunne levenskracht te verza
melen. En 2ij werden hier al weer even gul
en liefderijk ontvangen, als destijds de jeug
dige Belgen, de Duitschei s en de Fran-
schen.
Speenhof! dicht in de -Groene Amster
dammer
..Lieve Mammie, lieve broertje
Weest u maar niet ongerust
Want in Holland mag je eten
Net zooveel als je maar lust.
En mijn beentjes worden sterker
En mijn koontjes worden rond, en
En ik ben vandaag gewogen
En het scheelde zeven pond.
Toen ik aankwam bracht me iemand
Naar een heer en dame toe
En uie noemen me alzusje
en ik noem ze Pa en Moe
Pappie durf ik niet te zeggen
Want de mijne leeft niet meer
En on niet bedroefd te worden
Zeg ik Pa aan die' meneer.
In de winkels moet je kijken
Daor ligt eten op een hoo'p
En daar zie je zoo maar worsten
En voor iedereen te koop.
Mammie, dat zou prettig wezen
Als ik jou nou bij me had
En als broertje van mijn bordje
Lekkertjes de helft op at.
Laatst heb ik een pruim gegeten
En die was van buiten wit
En wanneer de schil .eraf is
Korrr je aan een gele pit
En die groeit niet aan de boomen.
En we eten zout er bij
En ze groeien aan de kippen
bn ze noemen het een ei
En nu moet u hooren Mammie:
I lolland is nog niet zoo klein
Op de schoolkaart zou je ze?gen
Dat het niet zoo groot zou zijn
Dat <tie heele trein met kinderen
Heelemaal er in zou gaan.
Maar er hoefde van ons allen
Niemand buiten blijven staan.
En ik heb hier al 'n vrindje
Maar die kan ik niet verstaan
En ik kijk maar naar zijn handjes
Als we samen spelen gaan
En die dame zoent me wakker
En ze dekt me 's avonds toe,
En die dame wascht mijn halsje
En ze is niet eens mijn Moe."
Nies is zoo steeds van kracht gebleven,
als het„Wee den Overwonnenen Dat
hebben dte overwonnenenn immer onder
vonden en Oostenrijk en Duitschland erva
ren het than9.
De chauvinisten in Frankrijk verheugden
zich er al op, dat als Duitschland weigerde
de nieuwe eischen van inlevering van dok
en havenmateriaal in te willigen, de wapen
stilstand zal worden verbroken en de blok
kade hervat. Duitschland z a 1 waarschijnlijk
wel moeten en ook kunnen teekenen, nu de
Entente onder den drang van de Engelsche
en de Amerikaansche regeering wat minder
met de sabel rinkelt en haar eischen wat
minder scherp stelt. Het avontuur der blok
kade kan niet anders don tot onberekenbare
schade uitloopen en het is jiiet onmogelijk,
dat het gepijnigde Duitschland met oJ zijn
ellende van Bolsjewisme, burgerkrijg en
verdere misère slechts zijn tijd vooruit was.
In België heeft de nieuwe kamer een
socialistischen voorzitter gekozen, tot schrik
en afgrijzen van alle Katholieken en Con
servatieven. Er is in de eerste zitting meer
Vlaamsch gesproken dan ooit te voren en
het „Activisme" begint langzamerhand een
eerenaam te worden. De reqeering wordt
anders nog geducht tegen de Flamingranten
en „Défaitisten". Een paseekozen socialis
tisch parlementslid i9 gevangen genomen
wegens zijn gedragingen tijdens de Duit
sche bezetting en dat heeft heel wat rumor
in casa veroorzaakt. Te Antwerpen heeft
het geleid tot een ééndaagsche proteststa
king in de haven.
De algemeene werkstaking in Italië (eert
der naweeën van de verkiezingen) is met
een sisser afgeloopen. Irv Mantua was het
wel het ergst. De opstandelingen hadden
de stad van Hofer drie dagen lang in han
den. Gelukkig is spoedig de orde weer her
steld.
De grotesque d'Annunzio begnit na de niet
onduidelijke uitspraak van de Italiaansche
stembus, zijn aanhangers en bewonderaars
zijn meer luidruchtig dan talrijk, een toon
tje lager te zingen. Fiume's welvaart is na
de annexatie hollend achteruit gegaan en
de Italiaansche regeering onder pressie dèr
bondgenooten stelt thans paal en perk aan
's dichters avonturen. De regeerirurstroepen
hebben hun intocht in de stad gedaan.
Holland heeft weer_een minister van Ma
rine versleten. Zitn eigen stuurloos beleid
bracht hem ten val.
Na al zijn weifelingen was Bijleveld's
laatste woord, dat de kruisers toch weer
niet afgebouwd zouden worden.
De onbekwaamheid van dezen minister,
die, toen hij reeds den niet-afbouw ernstig
overwoog, in de gauwigheid nog een reus
achtige bestelling deed, werd zelfs zijn par-
tijgenooten te bar. Zijn begrooting werd
afgestemd met 46 tegen 33 stemmen. Veel
plezier heeft het kabinet niet beleefd van
Mr. Bijleveld, wiens voornaamste aanbeve
ling voor de maritieme portefeuille bestond
in zijn voormalig compagnonschap als ad
vocaat met den huidigen minister de Vries.
Nu het met een A. R. advocaat misgeloopen
is, zou* men het misschien eens met een A.
R. dominé aan het hoofd van ons vlootde-
partement kunnen probeeren
Of zouden de portefeuilles van Oorlog
en Marine vereenigd worden in de hand
van een Opper-landsverdediger
Politiek Overzicht
Den inval in België heeft de rijkskanselier
"in de zitting van den rijksdag van 4 Augus
tus trachten te rechtvaardigen met een be
roep op de spreuk „Not kennt kein Gebot".
Wanneer echter de nood geen gebod kent,
de Duitsche regeering kende zeer goed het
gebod, dat zij den generalen staf had te ge
hoorzamen. Nooit heeft die regeering zich
zoozeer tot den nederigen dienaar gemaakt
van het militaire gezag dan in de voorberei
ding van dien inval, die aan Duitschlands
naam zulk een groot en onherstelbaar na
deel heeft toegebracht. Hier heeft het depar
tement van buitenlandsche zaken eenvoudig
de rol van boodschaplooper vervuld. De ge
schiedenis loopt aldus
Den 28sten Juli ontving het ministerie van
buitenlandsche zaken een door Moltke, den
chef van den generaien staf, zelf den 26sten
Juli gedagteekend ontwei p van een brief
aan de Belgische regeerin^ dat, na eenige
redactioneele veranderingen, die door den
rijkskanselier, zoowel als door Stumm en
Zimmermonn aangebracht werden, door
staatssecretaris von Jagow nog denzelfden
dag verzonden werd, niet aan deze regee
ring, maar aan den Duitschen gezant te
Brussel. Het luidde als volgt
„De keizerlijke regcering beschikt over
betrouwbare berichten nopens den voorge
nomen opmarsch van Fransche strijdkrach
ten in het Maasvak Givet—Nomen. Deze la
ten geen twijfel mogelijk nopens de bedoe
ling van Frankrijk om (na vereniging met
een Engelsch expeditiekorps) over Belgisch
gebied tegen Duitschland op te rukken.
„Dc keizerlijke regeering kan zich niet aan
de bezorgdheid onttrekken, dat België on
danks den besten wil niet in slaat zal blij
ken om zonder hulp een Franschen (Engel-
schen) opmarsch met zoo groote kans op
succes af te weren, dat daarin een voldoen
de dekking teeen de bedreiging van Duitsch
land kan,worden gevonden. Het is een eisch
van zelfbehoud voor Duitschland om den
vijandeliiken aanval voor te komen. Het zou
daarom de Duitsche regeering met het groot
ste leedwezen vervullen als België er een
vijandige daad tegen zich in zou zien, dat
deze maatregèjen van zijn tegenstander
Duitschland dwin^en^om ter verdediging ook
van zijn kant Bel-e-iach grondgebied te be
treden. Om elk misverstand buiten te slui
ten, verklaart de" keizerlijke regeering het
volgende 1. Duitschland beoogt geenerlei
vijandelijkheid tegen België. Als België ge
negen is in den komenden oorlog tegenovei
Duitschland een welwillende onzijdigheid in
acht te nemen, neemt de Duitsche regecring
op zich bii het'sluiten van den vrede niet
alleen de bezittingen en de onafhankelijk
heid van het koninklijk in zijn vollen om
vang te waarborgen, maar is zij zelfs bereid,
aan mogelijke territoriale eischen van scha
deloosstelling van het koninkrijk ten koste
van Frankrijk op welwillende wijze tegemoet
te komen. 2. Duitschland neemt bij voor
baat op zich het grondgebied van het ko
ninkrijk weer te ontruimen, zoodra de vrede
zal zijn gesloten. 3. Bij een vriendschappe
lijke h'óuding van België is Duitschland be
reid om in overleg met de Belgische over-
1 :d alle benoodigdheden voor zijn troepen
tegen betaling in baar geld aan te koopen
en elke schade te vergoeden, die eventueel
door Duitsche troepen veroorzaakt mocht
worden.
„Mocht België vijandelijk tegen de Duit
sche troepen optreden, in het bizonder hun
opmarsch moeilijkheden in den weg leggen
door weerstand te bic< A de Maas vestin
gen of door het verw" :en van spoorwe
gen, tunnels of andere ki/nstwerken, dan zal
Duitschland tot zijn leedwezen gedwongen
zijn het koninkrijk als vijand te beschouwen.
In dat geval zal Duitschland jegens het ko
ninkrijk geen verplichtingen op zich kunnen
nemen, maar moet het de latere regeling van
de verhouding tusschen de beide staten on
derling aan de beslissing der wapenen over
laten.
„De keizerlijke regeering koestert de stel
lige hoop, dat deze mogelijkheid zich niet
voor zal doen en dat de koninklijke Belgische
regeering doeltreffende maatregelen zal we
len le nemen om te beletten, dat gebeurte
nissen als de hiervoor vermelde voorkomen.
In dat geval zullen de vriendschapsbanden,
die beide naburige landen aan elkaar ver
binden, vaster en blijvend aangehaald
worden".
Bij dezen tekst sloot zich in het ontwerp
van Moltke de volgende passage aan
„Een ondubbelzinnig antwoord op dezen
brief moet binnen 24 uur na de overhandi
ging worden gegevenzoo niet, dan zullen
de vijandelijkheden onmiddellijk geopend
worden."
Deze laatste zinsnede werd uit den brief
non de Belgische regeering geschrapt. In
plaats daarvan kreeg de Duitsche gezant te
Brussel de volgende instructie
„Lied. Hoogwelgeb. zij zoo goed, hiervan
onmiddellijk streng vertrouwelijk mededee-
ling te doen aan de koninklijk Belgische re
geering en haar te verzoeken, binnen 24 uur
een ondubbelzinnig antwoord te geven.
„Van de manier, waarop uwe stappen wor
den opgenomen, en van het definitieve ant
woord der koninklijke Belgische regeering
wil Ued. Hoogwelgeb. mij wel per omgaande
telegrafisch bericht zenden."
Deze brief en.de daarbij gevoegde instruc
tie moesten goed bewaard en eerst geopend
worden, wanneer daartoe per telegraaf "de
last uit Berlijn gegeven werd. Dit geschiedde
den 2en Augustus, toen de gezant van von
Jagow het volgende telegram kreeg
„Ued. Hoogwelgeb. zij zoo goed, de bijla
ge van instructie no. 88 dadelijk te openen
en de daarin vervatte opdracht vanavond om
3 uur Duitsche tijd uit te voeren. Echter moe
ten in de verklaring van de keizerlijke regce
ring onder no. 7 de woorden „niet alleen"
en de met „zij is zelfs bereid" beginnende
zin geschrapt worden. (De betrokken woor
den zijn hierboven in de weergave vên.dc
nota gespatieerd.)
„Ook moet het antwoord binnen 12 uur,
niet binnen 24 uur, dus uiterlijk morgen
ochtend om 8 uur, verlangd worden. Verzoe
ke de Belgische regeering zoo uitdrukkelijk
mogelijk te verzekeren, dat aan de juistheid
van ons bericht van het Fransche voorne
men, beloften ten spijt, elke twijfel buiten
gesloten is.
„Het Belgische antwoord moet uiterlijk
morgenmiddag om 2 uur, Duitsche tijd, hier
in ons bezit zijn. Ued. Hoogwelgeb. wil daar
om wel zoo goed zijn hel antwoord snél naar
hier te seinen en het bovendien onmiddel
lijk na de ontvangst door een lid van het
keizerlijke gezantschap, het beste zou zijn de
militaire attaché, per automobiel te laten
brengen naar generaal von Emmich, Union
hotel te Aken.
„De regeering ginds moet den indruk krij
gen, alsof de verschillende opdrachten in
deze zaak u vandaag pas bereikt heLben. Ik
geef u verder in overweging de Belgische
regeering in te geven, dat zij zich met het
leger op Antwerpen terug kan trekken, en
dat wij, als 2ulks ginds verlangd mocht wor
den, op ons kunnen nemen om Brussel te
gen binnenlandsche troebelen te bescher
men."
Zoo werd in koelen bloede door den ge
neralen stof de inval in België voorbereid.
De rol van de regeering daarin bepaalde zich'
tot het overbrengen van de boodschappen,
die haar werden opgegeven. Een grooter
aandeel werd haar niet toegestaan en werd
ook niet door haar begeerd.
B e r 1 ij n, 1 2 Dec. (W. B.). De Duitsche
antwoordnota is gisteravond naar Parijs ver
zonden.
Rome, 14 Dec. (N. A. A. Draadloos
van Lyon). De beide groote parlementaire
partijen hebben hunnejvouding in het alge
meen ten aanzien van de bekrachtiging van
het vredesverdrag vastgesteld. De socialis
ten zijn voor de verwerping en bloc van het
vredesverdrag. De katholieken zijn gei
stemd voor eene herziening, die tot wijzi
ging kon leiden.
Washington, 14 Dec. (R.). In den
Senaat drong Lodge er op aan, dat de pre
sident voorstellen zou doen om tot een com
promis te komen betreffende de ratificatie
'van het vredesverdrag. Hij beloofde, dat de
republikeinen deze voorstellen nauwkeurig
zullen onderzoeken. LfndeTwood drong op
een spoedige ratificatie aan, opdat de Ame
rikaansche export geregeld kan worden en'
gaf in overweging een bevredigings-com-
missie te benoemen, samengesteld uit re
publikeinen en democraten. Lodge verwierp
dit denkbeeld en zeide, dat de eenige mo
gelijkheid was, dat Wilson het verdrag in
trok en het, vergezeld van nieuwe voor
stellen, wederom indiende. Er volgde een
heftig debat. Knox diende de motie in, welke
hij en Lodge in November hebben voorge
steld en volgens hetwelk tusschen de Ver-
eenigde Staten en. Duitschland dfc vredes
toestand zai intreden. Het debat over deze
motie wc-rd verdaagd tot Maandag.
Budapest, 1 2 D e c. (Corr.-bur.) Heden
middag is in den ministerraad de defini
tieve lijst van de leden der Hongoarsche
vredesdelegatie opgesteld. Onder leiding
van graaf Albert Apponyi bestaat de dele
gatie uit graaf Stefan Bethlen, graaf Paul
Teleky, den gewezen minister van financiën
Popowitsj, baron Wilhelm Lers, vroeger
staatssecretaris, Bela Zoltan, vroeger minis
ter van justitie, en graaf Ladistas Somm-
sich.
De ministerraad stelde voörts den tekst
vast op het antwoord op de jongste nota
van Clemenceau en behandelde verder een-i
ge kwesties die ver! nd houden mei de
voedselvoorziening.
Londen, 12 Dec.-(R). Reuter ver
neemt, dat de conferentie in Downingstreet
den voormiddag van heden heeft besteed
aan de behandeling van zaken, die de Enten
te in haar geheel aangaan daarmede ook de
Adri»tische en Russische kwestiën. In den
namiddag vergaderden de Engelsche en
Fransche vertegenwoordigen ter behande
ling van zaken, die meerb ij zond er Frankrijk
en Engeland aangaan. De Fransche en En
gelsche vertegenwoordigers zijn tevreden
over de vorderingen, die hunne onderhande
lingen hebben gemaakt.
De conferenliën zullen morgen 40l,'e®
voortgezet.
1 3 D e c. Dc Daily Telegraph verneemt,
dat als uitkomst van de conferentiën inr
Downingstreet een raad zal worden gevormd,
bestaande uit de eerste ministers van Enge
land, Frankrijk en .Italië en dé gevolmach
tigde vertegenwoordigers van de Vert enig-
de Staten. Deze raad zal waarschijn!.;!, hare
eerste bijeenkomst houden in Parijs gedu
rende het Kerstreces. Inmiddels zal de op.
perstir raad te Parijs zijn arbeid voortzet-
Onze zwakste motieven zijn die, welke wij
ons bewust zijn.
Roman door
ANNA WAHLENBERG.
21
„Wees «iet bevreesd", voegde zij er gerust
stellend bij, toen "zij Inga's verschrikt gelaat
zag. ..Het is niet gevaarlijk, het kon\t niet zoo
dikwijls, niet meer dan om dc paar maanden,
.wanneer ik, zooals nu, oververmoeid van de
reis ben. En ik heb er eigenlijk geen last yan,
^het komt steeds onverwacht. Sofic slaapt al-
tijd in de Immer naast dc mijne. Zij slaapt zoo
licht, en zij hoort aan mijn ademhaling of er
iets in aantocht is. Het gebeurt altijd 's nachts
en dan wekt en helpt zij mij.'
Inga had haar hand op den arm van haar
vriendin gelegd, die op den rand van dc sofa
rustte.
-Ach Edit, lieve Edit! zei ze zacht, met ver-
igccfsche poging om haar stem en dc uitdruk
king van haar gezicht te beheerschen.
•- Maar Edit glimlachte.
„Och, kijk eens aan, er is niets geen reden
Om hei zoo tragisch op te nemen," riep zij uit
en richtte zich op. .,De dokters maken zich
niet ongerust. Zij zeggen dat het later wel
over zal gaan. ik begin nu met een nieuwe me-
diciij) die wonderen doei. In «eder fiivval ;c er-
geen onmiddellijk gevaar. Ik kan nog vele ja
ren leven en als ik had kunnen vermoeden
dat het je zoo zou verschrikken, had ik niets
gezegd. Maar ik vond het toch noodig. Je
zoudt je anders maar over het een en ander
verwonderen en gevraagd hebben..
En zij streek Inga over haar hoofd op een
vleiende, moederlijke wijze, alsof het 't jonge
meisje was, dat troost en opwekking behoefde.
Den dag daarop was Edit geheel de oude.
De slapheid en vermoeidheid waren uit haar
trekken verdwenen, en haar gelaatskleur had
weer haar gewone frischhéid verkregen. Alle
sporen van de ziekte waren uitgewerkt en
zij zelve noch een der anderen sprak er ver
der over. Het was alsof men vergeten had. dat
cr zoo iets bestond. En wanneer men haar
zag, vroolijk. levendig en belangstellend in al
les om haar heen, kon men het ook nauwelijks
gelooven.
Maar tussehenbeide overviel Inga een on
willekeurige huivering als zij haar vriendin
aankeek. Dit gebeurde wanneer deze zat* te
praten over allerlei plannen voor dc toekomst,
als zij sprak over verbeteringen aan het huis,
verrassingen voor Kerstmis of over een of an
der, waarnaar zij verlangde. Dan was het of
Inga het dreigende spook zag verschijnen, dat
om Edits blonde hoofd waarde en achter haar
helder voorhoofd en lachende oogen schuil
ging. Onheilspellend en onvermijdelijk lag het
op de loer zonder te waarschuwen, totdat het
zijn verraderlijke klauw uitsloeg.
En Inga zat in zorgvolle gedachten verzon
ken totdat zij opschrikte als zij toegesproken
werd.
De dagen gingen voort en niets gebeurde er
dat haar vrecs gaande maakte voor deze ge-
"hoiTT»7innigo* noodlottige macht, die ieder
oogenblik dezen kring binnendringen en haar
offer grijpen kon. Niemand sprak over het
zwaard dat hun boven het hoofd Hing, noch
Rennsburg, noch Inga, noch Edit zelve. Zij
namen den schijn aan voor elkander alsof--men
het vergeten had, en tot op zekere hoogte ge
lukte hun dat ook.
Het was een onbezorgde en opgewekte fa
miliekring; die dagelijks aan tafel bijeen kwam,
daarna een uurtje in het salon zat om den
brandenden haard en zic.li later naar de biblio
theek begaf. Dat wil zeggen, Arthur bleef
daar niet lang. Meestal ging hij naar zijn stu
deerkamer en liet dc beide meisjes samen.
STERK EN GOEDKOOP IX IIET
GEBRUIK
VcrkrijpJiaar l>IJ:
HOF 38.
Edit, genesteld in een grooten, lederen stoel
met haar handwerk en Inga verdiept in hadr
boeken en katalogussen. Maar liet was niet
zeldzaam, dat hij 's avonds, wanneer haar
werk begon, een paar keer binnenkwam om
te zier. hoe zij haar opdracht uitvoerde. En bij
deze bezoeken werd bijna altijd het werk af
gebroken en vervangen door een gesprek over
het een of ander boek of een daarmee samen
hangend onderwerp.
Op een namiddag, dat zij voor den haard in
het salon zaten, kwam juffrouw Sofie binnen
én reikte Rennsburg een visitekaartje over, er
bijvoeger.de dat dc dame hem gaarne wilde
spreken
Edit boog zich voorover cn zag naar het
kaartje.
„Het is die jonge vrouw, die Aan haar man
wil scheiden,zei zc. „Maar ze weet toch wel
dat je op dezen tijd niet ontvangt?"
„Ja, dat weet zij zeker, maar dc ongclukki-
gen hebben behoefte aan raad op alle uren
van den dag."
Ilij vroeg Sofie de dame in zijn ontvangka
mer te laten en tc~ zeggen dat hij terstond zou
komen. En terwijl hij Het artikel uit de cou
rant, v^aaruit hij bezig was voor tc lezen, ein
digde, schoof hij het blad weg, legde zijn
halfuitgerookte sigaar neer en ging heen.
Edit zag hem glimlachend na.
..Zoo is hij nu altijd," zei ze, toen liet geluid
van zijn schreden verdoofd was. «Als iemand
hem nu over zaken was komen spreken, zou
hij zeker teruggewezen zijn tot het vaste
spreekuur op morgen-. Maar eon vrouw die
lijdt, kan hij niet afwijzen. Zoo is hij altijd ge
weest. Medelijden en ridderlijk.
Treffende woorden! Voor Inga stelden zij
hem in een nieuw licht. Medelijdend en rid
derlijk. Zou dat de sleutel tot zijn karakter
zijn?
Nu herinnerde zij zich ook dat Edit reeds
vroeger deze uitdrukking gebezigd had toen
zij over hem sprak.
„Je denkt aan zijn houding tegenover zijn
vrouw?" zei ze.
„Ja, maar niet alleen daaraan. Ik denk aan
7ij;i houding tegenover alle vrouwen. Ik ge
loof dat oor. vrouw hem eerst medelijden moet
inboezemen voordat hij zich voor haar inte
resseert.
Inga vertrok even haar mond.
,js het ook medelijden, waarom hij zich
voor mij interesseert
JVit was 't ten minste in het begin."
Zij zwegen eeniseconden.
„Hij kent du.s mijne geschiedenis? /ri Inga.
y^ij wist zelve niet wa,uom zij liet vroeg.
Het was immers heel natuurlijk dat ie<lc. die
haar kende, ook mul haar verleden uvvd
was. Maar liet deed haar vreemd aan op
de een of andere wijzr een plnal«j n o in
zijn gedachten. Wanneer zij plantten cn.rede
neerden vvaer zoo i'ds onpersoonlijks in zijn
houding tegenover haar, alsof hij slechts
dacht aan wat er gesproken werd en nooit
aan wie het zeid'c.
„Jc begrijpt..'k moest het hem wel vertel
len... antwoordde Edit na eenig zwijgen, als
vreesde zij een tot nu toe onaangeroerd punt
ter sprake te hebben gebracht.
Zij zaten opnieuw in liuh eigen gedachten
verdiept, totdat Edit zich achterover in haar
stoel uitstrekte.
„Soms vraag ik mij af of hij aan m ij nog
wclcens anders denkt dan met medelijden,"
zei ze. lk ben zwak geweest van kind af aan,
kon zelden met mijn ujdgenootjes spelen, on
hij wist dat het een'groote vreugde voor niij
was, wanneer hij zich met mij bezighield. Hij
verblijdde zich in mijn vreugde cn het was
hem een genot die vreligdc bij mij op lc wek
ken. Ilij kon niet anders dan goed on lief vooi
mij zijn, wanneer hij zag dat ik behoefte had
aan zijn vriendelijkheid. En zoo werden wij
steeds meer aan elkaar gehecht. Maar er zijn!
oogenblikken waarin ik er mij in verdiep hoe
het zou wezen als ik gezond en gelukkig was
als andere menschen. Zou hij dan evenveel
om mij geven? Houdt hij misschien slechts van
mij omdat ik hem zoo noodig heb? Of is et
werkelijk iets aan mijzelvc, waarvan h|J
houdt?
(Wordt vervolgd).