DE EEMLANDER" BUITENLAND PRIJS ÖE8 ADVER1EHTIÉN met Inbegrip van een Buitenlandsche Berichten FEUILLETON. De groote Liefde. Cnmini Anrlca Zcolbeslan J. Groofendorsi Jaargang wo. 147 ABOHM£MEHTSPRIJS per 3 maanden voor Amers» per CMI 1 2-5<X pet week (met crati» eertekcr.ng (eSea cnge'ukVen) f 0.15, tizondcrlljko nummer» ~f 001 AMEBSFOOBTSCH DAGBLAD HOOFDREDACTEUR; M,. D. J. VAN SCHAAR DEN BURQ UITGEVERS: VALKHOFF C. BUREAU: ARMHEMSCME POO.'.' I '/AL uiatciirje.iosr*. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 Maandag 15 December 1919 bewijsnummer, elke regel meer 0.20, dicnstaanbio» dingen 1-5 legcU 0.50. Voor handel cn bedrijf bestaan leci voordeelige bepalingen lol het herhaald' advcriecrcn. bij abonnement licuo chcuiAircw! bevattende da voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Bewijsnummer» 5 cent Van week tot weefr. Noodlijdend Weenen is thans op het hoogtepunt van zijn ellende. Renner heeft Wegedeeld, dat de brood- en meelvoorra- "den binnen drie weken zullen zijn verbruikt en nog steeds weten de geallieerden niet, hoe erg het wel is. 'jS Dat het wèl erg is, afschuwelijk en onge kend, leeren '■ens nu weer de rapporten van ^den secretaris van het Internationaal Vak- vei eenigingsverbond, die een speciaal on derzoek -nstelde, en van den redacteur van ^et LUrechtsch Dagblad, die met den eer sten levensmiddelentrein naar Weenen mee reisde Beide schilderen aangrijpende too- rieelen vaan de bodemlooze ellende, hon gersnood en onhoudbare toestonden. In dit Verband is het hartverscheurend, dat de 5pooi wegmannen, die den Nederlandschen trein moesten rangeeren, liever dezen op een of ander emplacement lieten staan, dan hun Engelschen Zaterdag te ontheiligen De Utrechlsche journalist beschrijft -zijn tocht door Weenen, om zich hier en daar met eigen oogen van den nood te overtui gen. Hij werd rondgeleid door een van de buigemeesters van Weenen, die precies •evenveel verdient als zijn chauffeur, alleen •heeft laatstgenoemde een 8-urigen arbeids dag en de magistraat een heej,wat langeren Maar Goddank blijft men in ons land klaar staan voor bet ongelukkige Weenen de Amsterdamsche Raad nam een voorstel aan (dot ongelukkigerwijze van Wijnkoop kwam) om 100,000 voor Weenen uit te trekken. Om dan nog te zwijgen van wat het particuliere initiatief biieen brengt en 'offert, niet slechts in geld, doch ook in toewijding en gastvrijheid voor duizenden hinderen, d e uit de honge.sia i—hierheen komen om hunne levenskracht te verza melen. En 2ij werden hier al weer even gul en liefderijk ontvangen, als destijds de jeug dige Belgen, de Duitschei s en de Fran- schen. Speenhof! dicht in de -Groene Amster dammer ..Lieve Mammie, lieve broertje Weest u maar niet ongerust Want in Holland mag je eten Net zooveel als je maar lust. En mijn beentjes worden sterker En mijn koontjes worden rond, en En ik ben vandaag gewogen En het scheelde zeven pond. Toen ik aankwam bracht me iemand Naar een heer en dame toe En uie noemen me alzusje en ik noem ze Pa en Moe Pappie durf ik niet te zeggen Want de mijne leeft niet meer En on niet bedroefd te worden Zeg ik Pa aan die' meneer. In de winkels moet je kijken Daor ligt eten op een hoo'p En daar zie je zoo maar worsten En voor iedereen te koop. Mammie, dat zou prettig wezen Als ik jou nou bij me had En als broertje van mijn bordje Lekkertjes de helft op at. Laatst heb ik een pruim gegeten En die was van buiten wit En wanneer de schil .eraf is Korrr je aan een gele pit En die groeit niet aan de boomen. En we eten zout er bij En ze groeien aan de kippen bn ze noemen het een ei En nu moet u hooren Mammie: I lolland is nog niet zoo klein Op de schoolkaart zou je ze?gen Dat het niet zoo groot zou zijn Dat <tie heele trein met kinderen Heelemaal er in zou gaan. Maar er hoefde van ons allen Niemand buiten blijven staan. En ik heb hier al 'n vrindje Maar die kan ik niet verstaan En ik kijk maar naar zijn handjes Als we samen spelen gaan En die dame zoent me wakker En ze dekt me 's avonds toe, En die dame wascht mijn halsje En ze is niet eens mijn Moe." Nies is zoo steeds van kracht gebleven, als het„Wee den Overwonnenen Dat hebben dte overwonnenenn immer onder vonden en Oostenrijk en Duitschland erva ren het than9. De chauvinisten in Frankrijk verheugden zich er al op, dat als Duitschland weigerde de nieuwe eischen van inlevering van dok en havenmateriaal in te willigen, de wapen stilstand zal worden verbroken en de blok kade hervat. Duitschland z a 1 waarschijnlijk wel moeten en ook kunnen teekenen, nu de Entente onder den drang van de Engelsche en de Amerikaansche regeering wat minder met de sabel rinkelt en haar eischen wat minder scherp stelt. Het avontuur der blok kade kan niet anders don tot onberekenbare schade uitloopen en het is jiiet onmogelijk, dat het gepijnigde Duitschland met oJ zijn ellende van Bolsjewisme, burgerkrijg en verdere misère slechts zijn tijd vooruit was. In België heeft de nieuwe kamer een socialistischen voorzitter gekozen, tot schrik en afgrijzen van alle Katholieken en Con servatieven. Er is in de eerste zitting meer Vlaamsch gesproken dan ooit te voren en het „Activisme" begint langzamerhand een eerenaam te worden. De reqeering wordt anders nog geducht tegen de Flamingranten en „Défaitisten". Een paseekozen socialis tisch parlementslid i9 gevangen genomen wegens zijn gedragingen tijdens de Duit sche bezetting en dat heeft heel wat rumor in casa veroorzaakt. Te Antwerpen heeft het geleid tot een ééndaagsche proteststa king in de haven. De algemeene werkstaking in Italië (eert der naweeën van de verkiezingen) is met een sisser afgeloopen. Irv Mantua was het wel het ergst. De opstandelingen hadden de stad van Hofer drie dagen lang in han den. Gelukkig is spoedig de orde weer her steld. De grotesque d'Annunzio begnit na de niet onduidelijke uitspraak van de Italiaansche stembus, zijn aanhangers en bewonderaars zijn meer luidruchtig dan talrijk, een toon tje lager te zingen. Fiume's welvaart is na de annexatie hollend achteruit gegaan en de Italiaansche regeering onder pressie dèr bondgenooten stelt thans paal en perk aan 's dichters avonturen. De regeerirurstroepen hebben hun intocht in de stad gedaan. Holland heeft weer_een minister van Ma rine versleten. Zitn eigen stuurloos beleid bracht hem ten val. Na al zijn weifelingen was Bijleveld's laatste woord, dat de kruisers toch weer niet afgebouwd zouden worden. De onbekwaamheid van dezen minister, die, toen hij reeds den niet-afbouw ernstig overwoog, in de gauwigheid nog een reus achtige bestelling deed, werd zelfs zijn par- tijgenooten te bar. Zijn begrooting werd afgestemd met 46 tegen 33 stemmen. Veel plezier heeft het kabinet niet beleefd van Mr. Bijleveld, wiens voornaamste aanbeve ling voor de maritieme portefeuille bestond in zijn voormalig compagnonschap als ad vocaat met den huidigen minister de Vries. Nu het met een A. R. advocaat misgeloopen is, zou* men het misschien eens met een A. R. dominé aan het hoofd van ons vlootde- partement kunnen probeeren Of zouden de portefeuilles van Oorlog en Marine vereenigd worden in de hand van een Opper-landsverdediger Politiek Overzicht Den inval in België heeft de rijkskanselier "in de zitting van den rijksdag van 4 Augus tus trachten te rechtvaardigen met een be roep op de spreuk „Not kennt kein Gebot". Wanneer echter de nood geen gebod kent, de Duitsche regeering kende zeer goed het gebod, dat zij den generalen staf had te ge hoorzamen. Nooit heeft die regeering zich zoozeer tot den nederigen dienaar gemaakt van het militaire gezag dan in de voorberei ding van dien inval, die aan Duitschlands naam zulk een groot en onherstelbaar na deel heeft toegebracht. Hier heeft het depar tement van buitenlandsche zaken eenvoudig de rol van boodschaplooper vervuld. De ge schiedenis loopt aldus Den 28sten Juli ontving het ministerie van buitenlandsche zaken een door Moltke, den chef van den generaien staf, zelf den 26sten Juli gedagteekend ontwei p van een brief aan de Belgische regeerin^ dat, na eenige redactioneele veranderingen, die door den rijkskanselier, zoowel als door Stumm en Zimmermonn aangebracht werden, door staatssecretaris von Jagow nog denzelfden dag verzonden werd, niet aan deze regee ring, maar aan den Duitschen gezant te Brussel. Het luidde als volgt „De keizerlijke regcering beschikt over betrouwbare berichten nopens den voorge nomen opmarsch van Fransche strijdkrach ten in het Maasvak Givet—Nomen. Deze la ten geen twijfel mogelijk nopens de bedoe ling van Frankrijk om (na vereniging met een Engelsch expeditiekorps) over Belgisch gebied tegen Duitschland op te rukken. „Dc keizerlijke regeering kan zich niet aan de bezorgdheid onttrekken, dat België on danks den besten wil niet in slaat zal blij ken om zonder hulp een Franschen (Engel- schen) opmarsch met zoo groote kans op succes af te weren, dat daarin een voldoen de dekking teeen de bedreiging van Duitsch land kan,worden gevonden. Het is een eisch van zelfbehoud voor Duitschland om den vijandeliiken aanval voor te komen. Het zou daarom de Duitsche regeering met het groot ste leedwezen vervullen als België er een vijandige daad tegen zich in zou zien, dat deze maatregèjen van zijn tegenstander Duitschland dwin^en^om ter verdediging ook van zijn kant Bel-e-iach grondgebied te be treden. Om elk misverstand buiten te slui ten, verklaart de" keizerlijke regeering het volgende 1. Duitschland beoogt geenerlei vijandelijkheid tegen België. Als België ge negen is in den komenden oorlog tegenovei Duitschland een welwillende onzijdigheid in acht te nemen, neemt de Duitsche regecring op zich bii het'sluiten van den vrede niet alleen de bezittingen en de onafhankelijk heid van het koninklijk in zijn vollen om vang te waarborgen, maar is zij zelfs bereid, aan mogelijke territoriale eischen van scha deloosstelling van het koninkrijk ten koste van Frankrijk op welwillende wijze tegemoet te komen. 2. Duitschland neemt bij voor baat op zich het grondgebied van het ko ninkrijk weer te ontruimen, zoodra de vrede zal zijn gesloten. 3. Bij een vriendschappe lijke h'óuding van België is Duitschland be reid om in overleg met de Belgische over- 1 :d alle benoodigdheden voor zijn troepen tegen betaling in baar geld aan te koopen en elke schade te vergoeden, die eventueel door Duitsche troepen veroorzaakt mocht worden. „Mocht België vijandelijk tegen de Duit sche troepen optreden, in het bizonder hun opmarsch moeilijkheden in den weg leggen door weerstand te bic< A de Maas vestin gen of door het verw" :en van spoorwe gen, tunnels of andere ki/nstwerken, dan zal Duitschland tot zijn leedwezen gedwongen zijn het koninkrijk als vijand te beschouwen. In dat geval zal Duitschland jegens het ko ninkrijk geen verplichtingen op zich kunnen nemen, maar moet het de latere regeling van de verhouding tusschen de beide staten on derling aan de beslissing der wapenen over laten. „De keizerlijke regeering koestert de stel lige hoop, dat deze mogelijkheid zich niet voor zal doen en dat de koninklijke Belgische regeering doeltreffende maatregelen zal we len le nemen om te beletten, dat gebeurte nissen als de hiervoor vermelde voorkomen. In dat geval zullen de vriendschapsbanden, die beide naburige landen aan elkaar ver binden, vaster en blijvend aangehaald worden". Bij dezen tekst sloot zich in het ontwerp van Moltke de volgende passage aan „Een ondubbelzinnig antwoord op dezen brief moet binnen 24 uur na de overhandi ging worden gegevenzoo niet, dan zullen de vijandelijkheden onmiddellijk geopend worden." Deze laatste zinsnede werd uit den brief non de Belgische regeering geschrapt. In plaats daarvan kreeg de Duitsche gezant te Brussel de volgende instructie „Lied. Hoogwelgeb. zij zoo goed, hiervan onmiddellijk streng vertrouwelijk mededee- ling te doen aan de koninklijk Belgische re geering en haar te verzoeken, binnen 24 uur een ondubbelzinnig antwoord te geven. „Van de manier, waarop uwe stappen wor den opgenomen, en van het definitieve ant woord der koninklijke Belgische regeering wil Ued. Hoogwelgeb. mij wel per omgaande telegrafisch bericht zenden." Deze brief en.de daarbij gevoegde instruc tie moesten goed bewaard en eerst geopend worden, wanneer daartoe per telegraaf "de last uit Berlijn gegeven werd. Dit geschiedde den 2en Augustus, toen de gezant van von Jagow het volgende telegram kreeg „Ued. Hoogwelgeb. zij zoo goed, de bijla ge van instructie no. 88 dadelijk te openen en de daarin vervatte opdracht vanavond om 3 uur Duitsche tijd uit te voeren. Echter moe ten in de verklaring van de keizerlijke regce ring onder no. 7 de woorden „niet alleen" en de met „zij is zelfs bereid" beginnende zin geschrapt worden. (De betrokken woor den zijn hierboven in de weergave vên.dc nota gespatieerd.) „Ook moet het antwoord binnen 12 uur, niet binnen 24 uur, dus uiterlijk morgen ochtend om 8 uur, verlangd worden. Verzoe ke de Belgische regeering zoo uitdrukkelijk mogelijk te verzekeren, dat aan de juistheid van ons bericht van het Fransche voorne men, beloften ten spijt, elke twijfel buiten gesloten is. „Het Belgische antwoord moet uiterlijk morgenmiddag om 2 uur, Duitsche tijd, hier in ons bezit zijn. Ued. Hoogwelgeb. wil daar om wel zoo goed zijn hel antwoord snél naar hier te seinen en het bovendien onmiddel lijk na de ontvangst door een lid van het keizerlijke gezantschap, het beste zou zijn de militaire attaché, per automobiel te laten brengen naar generaal von Emmich, Union hotel te Aken. „De regeering ginds moet den indruk krij gen, alsof de verschillende opdrachten in deze zaak u vandaag pas bereikt heLben. Ik geef u verder in overweging de Belgische regeering in te geven, dat zij zich met het leger op Antwerpen terug kan trekken, en dat wij, als 2ulks ginds verlangd mocht wor den, op ons kunnen nemen om Brussel te gen binnenlandsche troebelen te bescher men." Zoo werd in koelen bloede door den ge neralen stof de inval in België voorbereid. De rol van de regeering daarin bepaalde zich' tot het overbrengen van de boodschappen, die haar werden opgegeven. Een grooter aandeel werd haar niet toegestaan en werd ook niet door haar begeerd. B e r 1 ij n, 1 2 Dec. (W. B.). De Duitsche antwoordnota is gisteravond naar Parijs ver zonden. Rome, 14 Dec. (N. A. A. Draadloos van Lyon). De beide groote parlementaire partijen hebben hunnejvouding in het alge meen ten aanzien van de bekrachtiging van het vredesverdrag vastgesteld. De socialis ten zijn voor de verwerping en bloc van het vredesverdrag. De katholieken zijn gei stemd voor eene herziening, die tot wijzi ging kon leiden. Washington, 14 Dec. (R.). In den Senaat drong Lodge er op aan, dat de pre sident voorstellen zou doen om tot een com promis te komen betreffende de ratificatie 'van het vredesverdrag. Hij beloofde, dat de republikeinen deze voorstellen nauwkeurig zullen onderzoeken. LfndeTwood drong op een spoedige ratificatie aan, opdat de Ame rikaansche export geregeld kan worden en' gaf in overweging een bevredigings-com- missie te benoemen, samengesteld uit re publikeinen en democraten. Lodge verwierp dit denkbeeld en zeide, dat de eenige mo gelijkheid was, dat Wilson het verdrag in trok en het, vergezeld van nieuwe voor stellen, wederom indiende. Er volgde een heftig debat. Knox diende de motie in, welke hij en Lodge in November hebben voorge steld en volgens hetwelk tusschen de Ver- eenigde Staten en. Duitschland dfc vredes toestand zai intreden. Het debat over deze motie wc-rd verdaagd tot Maandag. Budapest, 1 2 D e c. (Corr.-bur.) Heden middag is in den ministerraad de defini tieve lijst van de leden der Hongoarsche vredesdelegatie opgesteld. Onder leiding van graaf Albert Apponyi bestaat de dele gatie uit graaf Stefan Bethlen, graaf Paul Teleky, den gewezen minister van financiën Popowitsj, baron Wilhelm Lers, vroeger staatssecretaris, Bela Zoltan, vroeger minis ter van justitie, en graaf Ladistas Somm- sich. De ministerraad stelde voörts den tekst vast op het antwoord op de jongste nota van Clemenceau en behandelde verder een-i ge kwesties die ver! nd houden mei de voedselvoorziening. Londen, 12 Dec.-(R). Reuter ver neemt, dat de conferentie in Downingstreet den voormiddag van heden heeft besteed aan de behandeling van zaken, die de Enten te in haar geheel aangaan daarmede ook de Adri»tische en Russische kwestiën. In den namiddag vergaderden de Engelsche en Fransche vertegenwoordigen ter behande ling van zaken, die meerb ij zond er Frankrijk en Engeland aangaan. De Fransche en En gelsche vertegenwoordigers zijn tevreden over de vorderingen, die hunne onderhande lingen hebben gemaakt. De conferenliën zullen morgen 40l,'e® voortgezet. 1 3 D e c. Dc Daily Telegraph verneemt, dat als uitkomst van de conferentiën inr Downingstreet een raad zal worden gevormd, bestaande uit de eerste ministers van Enge land, Frankrijk en .Italië en dé gevolmach tigde vertegenwoordigers van de Vert enig- de Staten. Deze raad zal waarschijn!.;!, hare eerste bijeenkomst houden in Parijs gedu rende het Kerstreces. Inmiddels zal de op. perstir raad te Parijs zijn arbeid voortzet- Onze zwakste motieven zijn die, welke wij ons bewust zijn. Roman door ANNA WAHLENBERG. 21 „Wees «iet bevreesd", voegde zij er gerust stellend bij, toen "zij Inga's verschrikt gelaat zag. ..Het is niet gevaarlijk, het kon\t niet zoo dikwijls, niet meer dan om dc paar maanden, .wanneer ik, zooals nu, oververmoeid van de reis ben. En ik heb er eigenlijk geen last yan, ^het komt steeds onverwacht. Sofic slaapt al- tijd in de Immer naast dc mijne. Zij slaapt zoo licht, en zij hoort aan mijn ademhaling of er iets in aantocht is. Het gebeurt altijd 's nachts en dan wekt en helpt zij mij.' Inga had haar hand op den arm van haar vriendin gelegd, die op den rand van dc sofa rustte. -Ach Edit, lieve Edit! zei ze zacht, met ver- igccfsche poging om haar stem en dc uitdruk king van haar gezicht te beheerschen. •- Maar Edit glimlachte. „Och, kijk eens aan, er is niets geen reden Om hei zoo tragisch op te nemen," riep zij uit en richtte zich op. .,De dokters maken zich niet ongerust. Zij zeggen dat het later wel over zal gaan. ik begin nu met een nieuwe me- diciij) die wonderen doei. In «eder fiivval ;c er- geen onmiddellijk gevaar. Ik kan nog vele ja ren leven en als ik had kunnen vermoeden dat het je zoo zou verschrikken, had ik niets gezegd. Maar ik vond het toch noodig. Je zoudt je anders maar over het een en ander verwonderen en gevraagd hebben.. En zij streek Inga over haar hoofd op een vleiende, moederlijke wijze, alsof het 't jonge meisje was, dat troost en opwekking behoefde. Den dag daarop was Edit geheel de oude. De slapheid en vermoeidheid waren uit haar trekken verdwenen, en haar gelaatskleur had weer haar gewone frischhéid verkregen. Alle sporen van de ziekte waren uitgewerkt en zij zelve noch een der anderen sprak er ver der over. Het was alsof men vergeten had. dat cr zoo iets bestond. En wanneer men haar zag, vroolijk. levendig en belangstellend in al les om haar heen, kon men het ook nauwelijks gelooven. Maar tussehenbeide overviel Inga een on willekeurige huivering als zij haar vriendin aankeek. Dit gebeurde wanneer deze zat* te praten over allerlei plannen voor dc toekomst, als zij sprak over verbeteringen aan het huis, verrassingen voor Kerstmis of over een of an der, waarnaar zij verlangde. Dan was het of Inga het dreigende spook zag verschijnen, dat om Edits blonde hoofd waarde en achter haar helder voorhoofd en lachende oogen schuil ging. Onheilspellend en onvermijdelijk lag het op de loer zonder te waarschuwen, totdat het zijn verraderlijke klauw uitsloeg. En Inga zat in zorgvolle gedachten verzon ken totdat zij opschrikte als zij toegesproken werd. De dagen gingen voort en niets gebeurde er dat haar vrecs gaande maakte voor deze ge- "hoiTT»7innigo* noodlottige macht, die ieder oogenblik dezen kring binnendringen en haar offer grijpen kon. Niemand sprak over het zwaard dat hun boven het hoofd Hing, noch Rennsburg, noch Inga, noch Edit zelve. Zij namen den schijn aan voor elkander alsof--men het vergeten had, en tot op zekere hoogte ge lukte hun dat ook. Het was een onbezorgde en opgewekte fa miliekring; die dagelijks aan tafel bijeen kwam, daarna een uurtje in het salon zat om den brandenden haard en zic.li later naar de biblio theek begaf. Dat wil zeggen, Arthur bleef daar niet lang. Meestal ging hij naar zijn stu deerkamer en liet dc beide meisjes samen. STERK EN GOEDKOOP IX IIET GEBRUIK VcrkrijpJiaar l>IJ: HOF 38. Edit, genesteld in een grooten, lederen stoel met haar handwerk en Inga verdiept in hadr boeken en katalogussen. Maar liet was niet zeldzaam, dat hij 's avonds, wanneer haar werk begon, een paar keer binnenkwam om te zier. hoe zij haar opdracht uitvoerde. En bij deze bezoeken werd bijna altijd het werk af gebroken en vervangen door een gesprek over het een of ander boek of een daarmee samen hangend onderwerp. Op een namiddag, dat zij voor den haard in het salon zaten, kwam juffrouw Sofie binnen én reikte Rennsburg een visitekaartje over, er bijvoeger.de dat dc dame hem gaarne wilde spreken Edit boog zich voorover cn zag naar het kaartje. „Het is die jonge vrouw, die Aan haar man wil scheiden,zei zc. „Maar ze weet toch wel dat je op dezen tijd niet ontvangt?" „Ja, dat weet zij zeker, maar dc ongclukki- gen hebben behoefte aan raad op alle uren van den dag." Ilij vroeg Sofie de dame in zijn ontvangka mer te laten en tc~ zeggen dat hij terstond zou komen. En terwijl hij Het artikel uit de cou rant, v^aaruit hij bezig was voor tc lezen, ein digde, schoof hij het blad weg, legde zijn halfuitgerookte sigaar neer en ging heen. Edit zag hem glimlachend na. ..Zoo is hij nu altijd," zei ze, toen liet geluid van zijn schreden verdoofd was. «Als iemand hem nu over zaken was komen spreken, zou hij zeker teruggewezen zijn tot het vaste spreekuur op morgen-. Maar eon vrouw die lijdt, kan hij niet afwijzen. Zoo is hij altijd ge weest. Medelijden en ridderlijk. Treffende woorden! Voor Inga stelden zij hem in een nieuw licht. Medelijdend en rid derlijk. Zou dat de sleutel tot zijn karakter zijn? Nu herinnerde zij zich ook dat Edit reeds vroeger deze uitdrukking gebezigd had toen zij over hem sprak. „Je denkt aan zijn houding tegenover zijn vrouw?" zei ze. „Ja, maar niet alleen daaraan. Ik denk aan 7ij;i houding tegenover alle vrouwen. Ik ge loof dat oor. vrouw hem eerst medelijden moet inboezemen voordat hij zich voor haar inte resseert. Inga vertrok even haar mond. ,js het ook medelijden, waarom hij zich voor mij interesseert JVit was 't ten minste in het begin." Zij zwegen eeniseconden. „Hij kent du.s mijne geschiedenis? /ri Inga. y^ij wist zelve niet wa,uom zij liet vroeg. Het was immers heel natuurlijk dat ie<lc. die haar kende, ook mul haar verleden uvvd was. Maar liet deed haar vreemd aan op de een of andere wijzr een plnal«j n o in zijn gedachten. Wanneer zij plantten cn.rede neerden vvaer zoo i'ds onpersoonlijks in zijn houding tegenover haar, alsof hij slechts dacht aan wat er gesproken werd en nooit aan wie het zeid'c. „Jc begrijpt..'k moest het hem wel vertel len... antwoordde Edit na eenig zwijgen, als vreesde zij een tot nu toe onaangeroerd punt ter sprake te hebben gebracht. Zij zaten opnieuw in liuh eigen gedachten verdiept, totdat Edit zich achterover in haar stoel uitstrekte. „Soms vraag ik mij af of hij aan m ij nog wclcens anders denkt dan met medelijden," zei ze. lk ben zwak geweest van kind af aan, kon zelden met mijn ujdgenootjes spelen, on hij wist dat het een'groote vreugde voor niij was, wanneer hij zich met mij bezighield. Hij verblijdde zich in mijn vreugde cn het was hem een genot die vreligdc bij mij op lc wek ken. Ilij kon niet anders dan goed on lief vooi mij zijn, wanneer hij zag dat ik behoefte had aan zijn vriendelijkheid. En zoo werden wij steeds meer aan elkaar gehecht. Maar er zijn! oogenblikken waarin ik er mij in verdiep hoe het zou wezen als ik gezond en gelukkig was als andere menschen. Zou hij dan evenveel om mij geven? Houdt hij misschien slechts van mij omdat ik hem zoo noodig heb? Of is et werkelijk iets aan mijzelvc, waarvan h|J houdt? (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 1