AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER 0001* de llcagda 3 V 18» Jaargang No. 152 tt Zateroay 20 December 1919> DERDE BLAD. Grootvaders Rijlfsdcalder. j^aar het Dnitsch van E. v. TWERDIANSKY. j Vi ij bewerkt door C. II. HOOFDSTUK III. •Toen ïïet warmer werd en de slingerplanten ijtich vreolij); kings dc daken en dakgoten be gonnen uit tc breiden, werd Nina dagelijks !!baar het plat gedragen om haar van de ver- Wi'kënóe buitenlucht te laten genieten. Lang zamerhand kwam er wat meer klem* op haar ]bV* kr wangen. Hbt was om dezen tijd, dat ffoos je voor het eerst naar school ging. l)en eersten dag zat zij met een verlegen en angstig gezichtje- op haar plaats. Zij durfde lnauwebjks opkijken, maar toen het den twec- Jücn dag bleek, dat zij wat meer wist dan anderen Nina had haar reeds een enkel Üc-jc gegeven kreeg zij meer moed en speel- /ij in het vrije kwartier met haar kame- -..'djc.v Den derden dag maakte zij een vlek >1» haar boek cn haai buurtje, Brigitte, hielp ih; .i; Ik cl vriendelijk. Vanaf dit oogenblik wer jfien zi) vriendinnen. Eigenlijk kende Roosje Brigitte al lang: zij woonde aan don overkant en de kleine meisjes hadden c-lkaar dikwijls voor het raam toe geknikt. Eiken morgen wachtte Brigitte op doosje en als deze, door Peter en Bari verge zeld, van huis kwam. snelden de vriendinnen Vij. elk. r toe en liepen zij gearmd naar school iferwij. dc trouwe Peter, gewapend met .Rposjê bockcntasch, met Bari volgde. Brigitte had geen moeder meer zooals Roos- R cn daar haar vader drukke zaken had. was ij dikwijls alleen. Hierdoor was zij verlegen tn i^'CTizinnig geworden. Daar zij thuis ge- fvvend was te doen cn te laten wat zij wilde, Von y\j geen tegenspraak velen. liet duurde J;o; <»vk niet lang. of dc meisjes uit haar klas .waren Brigitte allen onderdanig. Do beide •vriendinnetjes konden het .echter wondergoed ?>ainen vinden ;alleen kon Brigitte het niet goed bobben, dat Roosje ook met de andere klasge- Jlooijes goed opschoot, zij had haar het 8>"ist heelemaal voor zichzelf gehad. Eigenlijk begreep /ij niet. wat Roosje in dc vier andere moisiéV aantrok. miftst ftjrnle zij Roosje aan de kleine AVurdn Deze was dikwijls ziek en werd thuis erg verwend. voelde' zich onder dc luid ruchtige schoolkinderen, die dikwijls geen medelijden kenden, heel ongelukkig; daarom isloot zij zich met een aanhankelijke dankbaar heid bij Roosje aan, die haar in bescherming •bud genomen. 1 %vee, andere klasgenootjes. Lotje en Lcen- fcV, waren tweelingen en haalden allerlei on- 'Jffeitgciidc streken uil. Hun krüllckopjes zaten èoo vol grappen* dat er voor leërèn geen Ip'mnts meer in scheen te zijn, Als men in het kwartier hun vroolijk gelach niet hoor- Jfm, kon men er zeker van zijn. dat zij plannen Uxunnmdtn voor de een of andere grap. Nie- ■ma'if' kon eejiier lang boos op ben blijven, wam zij keken met hun groote, blauwe oogen kóm trouwhartig dc wereld in en toonden al tijd dadelijk berouw, dat men hun wel verge ven moest. Alleen Christicntje, het zesde meisje uit de cn de zoetste van allen, kon dc grappen, «weeïingen niet verdragen Zij was een bij- 1 plichtmatig meisje dat eiken morgen spiegelglad geborsteld haar, in welks mid den een rechte scheiding liep, op school kwam. •Kooit was er een knoop of haak van haar giirk of schort open. Altijd kende zij haar les on haar duimpje; nooit vergat zij haar lessc- icht tc doen en haar boeken en schriften steeds onberispelijk uit. -:< deze vijf kameraadjes kon Roosje al 3kJ gauw goed overweg, doch Brigitte alleen •was haar vertrouwde en boezemvriendin. Die twee waren weldra onafscheidelijk. Nauwe lijks bad Brigttc thuis koffie gedronken, of zij 'ging naar den overkant om mei haar vriendin netje te spelen. Na vieren maakten zij samen hun huiswerk en na bet eten deed Brigitte stiets lieverdan Roosje's schemeruurtje bij Nina deelen. Brgitte vatte voor Nina een warme, bewon derende liefde op. Tot groote verbazing A-an Roosje stelde zij veel minder belang in de Slingerplanten, de duiventil en de zwaluw nesten dan in Nina met haar ernstige, blauwe ioogen en haar blonde haar. Het duurde dan ?>ok niet lang, of hel eigenwijze stijfkopje, het V ilde, verlegen kind werd zoo week als was 5n Nina's zachte handen; li'et ziekelijke meisje bad werkelijk veel invloed op Brigitte. Tntusschen wa's Roosje een iaar ouder ge- jwordèn, maar eigenlijk was zij nog niet veel Verstandiger. Zij draafde nog altijd even graag met Bari door de straat als voorheen, ver- ifonr haar zakdoeken en dacht niet na, vóór irii sprak. De banketbakkerswinkel, waar zij <&p weg naar school dagelijks voorbij kwam, .was haar een telkens terugkeerende kwelling. Steeds stonden er in de uitstalling de heer lijkste taarten en het verrukkelijkste gebak, .waarvan het Roosje echter nooit vergund was eens te proeven. In plaats van den Kerstboom ag zij nu den banketbakkerswinkel telkens in kaar droomen. En evenals het vorige jaar wekte haar moeder haar ook nu juist op het heerlijkste oogenblik. Als zij dan dc oogen op sloeg. was de lekkere winkel'' verdwenen. Lotje en Leentje werden door al deze lek- Uiernijeri niet minder aangetrokken. En Wan- Jöa was de eenige, die met haar oom eens i ib I n n e n in den wtnkêl geweest was. Zij ver- 1 /telde van een koffietaart, die „verrukkelijk" jüvas geweest. Niet lang daarna stond er dp£n roomtaart, met kersen versierd, voor het [T«» am. „Die ken ik ook!" riep Wanda triomfante lijk uit. „Dat is een kersentaart! Ze bestaat al- jleen uit geslagen room en kersen. Zoo'n taart (bobben we gehad, toen mijn broertje gedoopt hsverd!'' De tweelingen, die hun neuzen tegen het jfaom hadden plat gedrukt, keken "Wanda met 4»c won derende blikken aan. ,Ons broertje is zonder kersentaart ge- jïi-oopt," zei Lotje met een zucht. De kinderen liepen nu verder; zoo iets heer- L^jks zouden zij wel nooit proeven. Tn gedachten verdiept liep Roosje naar huis. Aan tafel was zij ®rg verstrooid en schonk water op het tafellaken in plaatsman in haar glas.-Dien dag kwam Brigitte niet, want zij ging op visite bij haar grootvader on s avonds ging Roosje alleen naar Nina. In haar kamer brandde helder licht. Moe der en Nina knipten sterren voor den Kerst boom; heiden keken vriendelijk op. toen Roosje de deur open deed. „Kom maar binnen," zei Moeder, „in de kachel wacht een mooie appel op je." Langzaam trad Roosje naderbij; het scheen wel. of de appel'haar vandaag onvorschlüg was. „Wil je ook sterren knippen?" vroeg Nina. .»Ja. goed!" antwoordde Roosje en zij ging aan dc tafel zitten. Daar zij echter met de schaar in de hand drooirterig voor zich uit zat te staren, zei Nina: „Maar Roosje, wat scheelt je vandaag? Ik durf wedden, dat jc wat op hot hart hebt!" Roosje zuchtte en antwoordde, zonder van de sehaar#en het gekleurde napier op te kij ken: „Als Grootvader mij nu eens een rijksdaal der met Kerstmis gaf Moeder lachte, maar Roosje sprong van haar stoel op, sloeg liaar armen om Moeders hals en zei: ,.Nee Moeder, luistert u nu eens, vóór u lacht. Ik weet wel, die worstjes van verle den jaar. dat was dom! Honden begrijpen niets van Kerstmis en men kan 't hun ook niet aan 't verstand brengen. Zoo kinderachtig ben ik niet meer u zult eens zien als Grootvader mij weer een rijksdaalder geeft, weet ik wel de kamer binnen, rlic "geheel door den stra lender» Kerstboom verlicht werd. Mei gevou wen handjes bleef zij staan om het Kerstlied uit tc zingen. Nadat Vader het Kerstverhaal voorgelezen had cn Grootvader verteld had van de Herders in hel veld, nam Moeder Roosje bij dc hand cn bracht haar bij een wit gedekte tafel, die met geschenken beladen was. Hoe verbaasd was Moeder echter, toen Roosje plotseling snikkend uitriep: „O Moeder Moeder ik heb niets!' „Maar Roosje, vogeltje wat scheelt er aan?" klonk hot bezorgd van alle kanten. „Och. ik ben zoo bedroefd, omdat ik voor niemand "iets heb." bracht Roosje er eindelijk uit. Gelukkig wist Grootvader haar onmiddellijk te troosten. „Doe jc oogen eens goed open, /.ei hij. „en kijk dan naar je geschenken. Daar is toch ge noeg bij, dal jc ons geven kunt - Roosje lachte door haar tranen heen, wierp een verstolen blik op de tafel en juichte van plezier. Het eerste, wat zij zag, was een le vend, sneeuwwit konijntje, dat nieuwsgierig zijn rose snuitje uit een mandje met stroo stak en daarnaast lag in prachtband Andersen's Sprookjesboek, even verder stond een nnai- doosje vol Bóiit-gekleurde strengetjes zijde en wol, en daar tusschen lagen nog ecji massa zaken, waarnaar zij erg verlangd had. Ilaar lieve ouders en Nina hadden wat goed uitge vonden waarmee.zij Roosje plezier konden doen! En haar verdriet was even spoedig over als het opgekomen was. Den volgenden morgen was Roosje nl heel dat ik er vijf mensehen een plezier mee zou i vroeg op om met haar moeder dc voorbcrci- doen.' „Zoo, zoo!" zei Moeder, „en wat is dat dan?" In opgewonden woorden vertelde Roosje nu, hoe de heclc klas in bewondering was voor een zekere slagroomtaart, hoe „vrecselijk graag" zij die zouden willen proeven en hoe zij. Roosje, nu op de goede gedachte was ge komen, haar klas te verrassen door voor Grootvaders rijksdaalder dc bewuste taart tc koopen. Of Moeder dan goed vond, dat zij haar schoolkameraadjes vroeg. Moeder wisselde even een glimlach piet „Herken jullie ha dingen voor haar feestje te maken. De ban- ketbakkersjongen bracht een groote. bruine doos en daarin lag do heerliikc taart. Zij zag er van dichtbij u o g lekkerder uit dan voor het raam. Na dc kofï;e liep Roosje telkens naar het raam om tc kijken, of haar vriendin- noties er nog niet aankwamen. Eindelijk daar kwamen Lotje en Leentje aangehuppeld Roosje trok hen haastig bin nen. i „Hadden jullie d - t gedacht?'' vroeg zij, j terwijl zij in dc handen klapte van plezier. Nina en daar zij niet dadelijk antwoordde, riep Roosje opgewonden uit: „O Moeder, het mag toch?" „Zeker mag het kindje, je bent nu oud cn wijs genoeg om je rijksdaalder naar eigen goedvinden te besteden. En," ging zij voort. ..als je nu eenmaal je rijksdaalder daarvoor het liefst uitgeeft, mag je dc taart bestel len „O Moeder," zei Nina, ..geeft u de snoep- stertjes er dan limonade bij?" Roosje omarmde beurtelings haar moeder en haar zusje, en haalde daarna vlug papier, pen en inkt pm Grootvader een brief te schrijven. Deze luidde: Lieve Grootvader, Nu is het gauw weer Kerstmis en Nina is dezen keer gezond. Ik hoon. dat u ook ge zond bent en dat Grootmoeder ook gezond i*- Wij zijn allemaal gezond, lieve Grootvader. U hebt geschreven, dat ik mijn vei l: nslijstje stu ren mocht. O, lieve Grootvader. f;ecf mij toch alsjeblieft een rijksdaalder, net als verleden jaar, ik heb nu iets heel moois bedacht om iemand plezier te doen, het zijn vijf iemancien, geen honden. U raadt het nooit. Ook wil ik heel graag een lotto-spe] hebben. Leentje en Lotje hebben een levend konijntje. Ik zou ook graag een levend konijntje willen hebben, lieve Grootvader en Andersen's Snrookjesboek. Bri gitte heeft ook een grootvader, maar nu moet ik eindigen. Veel kusjes voor U en Grootmoe der van Uwé U liefhebbende Roosje. Den volgendon d.tg brak dc vacnntie aan en Roosje noodigdc haar klasgenootjes met een geheimzinnig gezicht voor den, eersten Kerst dag 's middags uit. Allen waren natuur lijk heel nieuwsgierig. Vooral Brigitte scheen vol verwachting te zijn. „Zeg me alleen maar, of het iets met Nina is!" zei ze tegen Roosje, „alsMk dat maar weet, ben ik tevreden!" Maar Roosje danste opgewonden door het schoollokaal en riep: ,F.en Kerstverrassing is het, verder zeg ik niets'" In huis rook het al heerlijk naar dennc- geur en den KerstkoeV De grootouders waren reeds gekomen en hadden een grooten boom van buiten meegebracht, die dadelijk in de onmiddellijk daarop gesloten huiskamer verdween. Peter werd telkens niet boodschap pen naar de *tad gestuurd en kwam met groote en kleine pakjes beladen thuis. De grootouders zaten boven bij Nina en daarheen sloop ook Roosje. Het was er al bijna donker en alleen het vuur verspreidde eenig licht. Vóór het raam stonden bloeiende hyacinten, welke de kamer met een heerlijken geur vulden. Roosje nestel de z»ch tusschen haar beide grootouders in en luisterde naar hetgeen zij van hun leven in het stille landhuis vertelden, van de sneeuw, die zóó hoog in het bosch lag, dat de reeën en haasjes tot in den tuin kwamen om voedsel te zoeken, van dc patrijzen en korhoenders, die eiken dag door den houtvester gevoederd wer den, van de arme menschen, die in de keuken der grootouders warme soep kwamen halen cn tegen Kerstmis wollen kousen en warme doe ken kregen. ,Maar Grootmoeder,", vroeg Roosje, „vinden ze het dan prettig kousen en doeken te krij gen?" „Zeker hartje," luidde het antwoord, „dat hebben die menscben even graag als jij je Sprookjesboek. Ik ben nieuwsgierig, wat Je dit jaar met je rijksdaalder doen zult, want daar je hem boven aan op je verlanglijst gezet hebt, zul je er al wel een bestemming voor hebben." Op dit oogenblik kwam Vader binnen. v Voorzichtig nam hij Nina in zijn armen en droeg haar naar de huiskamer, Roosje volg de tusschen haar grootouders in. Haar oogen straalden en haar hartje klopte van blijde ver wachting. Daar drongen zachte tonen uit de huiska mer tot haar door. Moeder zat aan de piano en speelde een Kerstlied. Zingend trad Roosje met haar .grootoudersgingen. Het blijde hr' der tweelingen cn hun stralende gezichtjes-steldeig/f^cosje tevreden. Daar kwam Brigif ^bHTnen. Haastig vroeg zij: „Zeg nu eens gauw wat is (lc verras sing? Tk kan hét n»et langer uithouden." „Daar is zc!" riepen Roosje en dc tweelin gen. Brigitte kon haar opréii en oogen niet gc- loovcn en zei teleurgesteld: „Is d a t de Kerst verrassing, die je ons be loofd hebt? Ik dacht, dat het iets heel anders was, iets mei Nina dat wij allemaal in Nina's kamer mochten komen en zij ons een Kerstverhaal zou vertellen aan die domme taart heb ik geen oogenblik gedacht!" De laatste woorden'kwamen er bepaald ver ontwaardigd uit. Roosje kreeg tranen in haar oogen en zou misschien in -nikken uitgebarsten zijn, nl* Christientje niet juist op dit oogenblik binnen was gekomen. Zij gaf iedereen netjes een hand. „O. onze taart!" zei zij. ,Dat had ik niet gedacht 1" „Ik ook niet," klonk het uit Brigitte's mond, zonder dat zij van hef Snrookjesboek, waarin zij verdiept was, opkeek. Alles begon weer voor Roosje's oogen tc zwemmen en zij moest telkenc slikken. M.uir nu kwam Wanda binnen, Wanda met een pakie in de hand. Alsjeblieft. Roosje" zei ze. Verlegen pakte Roosje een porceleinen poesje uit. „Wat snoezig!" zei ze en bedankte Wanda. Nu keek Brigitte w e 1 van haar Sprookjes boek op en toen zij Wanda's cadeautje zag, kreeg zij een kleur. Zij,'Brigitte. P.oosie's beste vriendin, bad er niet aan gedacht Roosje tc verrassen en Wanda zij voelde zich plotseling dien ongelukkig en zou het liefst ziin weggcloopen. Maar dat ging niet, want Peter kwam juist met de limonadeglazen binnen. De kinderen gingen nu om de tafel zitten Wanda naast Roosje en ieder kreeg een stuk taart. Bri gitte, die aan den anderen kant van de tafel zat. bedankte echter. Dat was te veel voor Roosje en plotseling brak zij in tranen uit. Daar kraakte de deur en toen zij opkeek, zag zij Brigitte nog juist weggaan. Ze kon haar eigen oogen bijna niet gelooven en snikte steeds harder. De vriendin netjes slaagden er eindelijk in haar tc troos ten. zij droogde ten minste haar tranen, maat* ze bleef bedroefd Wel werden er allelei spel letjes gedaan, doch de echte vroolijklieid ont brak en toen Lotje en Leentje en even later ook de anderen gehaald werden, was zij eigenlijk blij. dat de visite wegging. 'Zij bad het zoo goed bedoeld en hoe treurig was haar feest afgcloopen! (Slot volgt.) Da Konijntjes. Jansje woonde met haar moeder, die we duwe was en heel wat te tobben had om rond te komen, in een klein huisje. Als Jansje bij Moeder .thuis was, zat ze toet haar breikous op 't stoepje en was zij den ko'ning te rijk, want hoe ijverig zij ook breide, telkens wierp zij een blik op de mooie bloemen vóór het huis, die Moeder en zij zelve gekweekt had den. Vroolijk neuriede zij dan een liedje onder het breien. Vlak bij hun huisje stond de flinke, groote boerderij, die baas van Dintel toebehoorde. Nu is men op bet platteland als buren óf heel wel met elkander, óf op een gesponnen voet. Jansje's moeder nu, die door het harde lot cn den dood van haar man verbitterd was, had woorden gehad met vrouw van Dintel over het gemeenschappelijk gebruik van een pomp en sedert dien tijd spraken zij geen woord meer met elkaar. De kinderen bleven echter huiten den twist en al kwamen zij niet op elkanders terrein, de kleine van Dintels babbeldendruk met Jansje over de heg of onderweg^ als zij naar school gingen. Ze hadden elkaar altijd honderd uit te tcitellen cn dc kih0ei*cn van baas van Dintel konden soms echt "pochen en grootspreken. „Zeg Jansje, vc krijgen prachtig- nieuwe hoeden; of „Moeder heeft een reuzenkoek gebakken.' Ook vertelden zij van allerlei wal er op do boerderij voorviel en Jansje spitste altijd dubbel de ooren, als er van de veie die ren op dc boerderij verteld werd. Zoo vernam zij op zekeren dag, dat er elf kleine, witte ko nijntjes waren. „Wat aardig!" riep Jansje uit. „Dat zal waar zijn!" zei Marijke, trotseh op ,den konijntjes. „Èn ze hebben roze neusjes, bijna net zoo rood als Jaap, als 't 's winters koud is, alleen zijn hun neusjes vrij wat mooier dan de zijne. En dan hebben zc lange ooien en een niooic vacht, die zoo zacht >s. dat jo ze voor je plezier streelt." Bij deze beschrijving welde er bij Jansje een onweerstaanbaar verlangen op om dc. konijn tjes eens te zien. Zij was echter te trotseh om dit te toonen en ging peinzend naar huis. Hoe zou zij t aanleggen om dit elftal róze neusjes to zien? Daar dacht rij den gchcelcn dag over, want jullie moet weten, dat Jansje een lcclijk gebrek had: ze was erg nieuwsgie rig. Toen 's avonds al de huisgenooten bij baas van Dintel om den schotel karnemclksche pap zyèn> sloop Jansje heel stil cn behoedzaam hun erf op. Onder een klein afgeschoten afdakje, naast het varkenshok, dat op dat oogenblik leeg was, moesten, volgens zgggen van Marijke, de lieve diertjes zijn; een eenvoudige houten lat, die in twee ijzeren ringen schoof, sloot den toe gang. die uit een enkele plank bestond. Deze eenvoudige sluiting weg te nemen was het werk van een oogenblik en terwijl het moederkonijn, half vreesachtig, als een tam dier dat jongen heeft, zich in afwachtende houding in een hoek terugtrok, kwamen dc elf konijntjes plotseling voor den dag. De dier tjes schenen heelemaal niet schuw te zijn, maar spitsten hun lange ooien en lieten hun aardige, bewegelijke neusjes zien. Nu en dan nam er één een sprong on wipte over zijn broertjes en zusjes heen, dan weer /ochl liet een toevluchtsoord 'egen moeder s zachte huid. Jansje, die zoo iets ijog nooit gezien had, zou zeker niet gauw genoeg van hebben ge kregen, als zij van den kant van liet erf geen geraas had gelvoord. Haastig zette zij er dc plank voor, stak de lat, of meende die te ste ken, in de ringen' en liep toen, zoo hard als zij kon, weg. „Waar kom jij vandaan?" vroeg haar moe der, toen zij Jansje zoo buiten adem zag aan komen. Het kind mompelde «en onverstaanbaar ant woord en haar moedei", die druk bezig was, drong er niet verder f.p aan. Den volgenden morgen echter was alles op de boerderij in rep en roer. „Waar zijn de konijnen?" riep de boerin on gelukkig en boos uit. Wie heeft mijn konijn tjes weggenomen?" Wat was er dan gebeurd?- Hel hok was leeg en <Ie-konJjn<mmocder was met al haar kleintjes verdwenen. De kinderen werden beurtelings ondervraagd en zoo kwam het uit, dat Marijke aan 't buur meisje van de konijntjes verteld had. Dil was voldoende oni het wantrouwen op te wekken van vrouw van Dintel, die de weduwe «toch ook een slecht hart toedroeg. „Daar heb je t al!" riep zc uit, „dat akelige kind heeft zeker mijn konijntjes gestolen!" Vrouw van Dintel was er wtTl wat heel vlug mee om. Jansje te beschuldigen, maai* zij werd in haar argwaan gesterkt door haar jongste zoontje, dat vertelde, dat hij tegen het vallen van den avond Jansje langs het erf had zien sluipen en dat zij het toen hij er aankwam op een loopen had gezet. Toen do boerin dit vernam, kon zij zich niet langer bedwingen cn stapte zij kordaat naar haar buurvrouw toe. die zij op ruwe wijze de waarheid 7.ei. Deze antwoordde, haar op den- zelfden toon en het werd een heele kijfpartij- Toen ze elkaar een massa leelijke dingen ge zegd hadden, kwamen ze eindelijk tot de zaak zelve, waarmee ze liever hadden moeten be ginnen. Jansje, die hevig schreide, bekende onder luid snikken, dal zij de konijntjes was gaan zien, maar alleen om er naar te kijken. Deze bekentenis stelde echter niemand tevre den. Ten eerste was baar moeder er zeer door ontsteld en ten tweede gaf zc aanleiding'tot een nieuwe uitbarsting van scheldwoorden en beschuldigingen van dc zijde van boerin van Dintel Dat was wat moois! Ze moesten niet geloo ven, dat zij zich leugens op de móuw liet spel den! Jansje had dc konijntjes weggenomen, maar het gerecht zou ze haar wel teruggeven, en zij zou dadelijk" den veldwachter laten ha len. Toen ze dit uitgegild had, stapte /ij met al haar kinderen die haar gevolgd had den op. I11 het^huisje der weduwe werd een vreesc- lijkc dag doorgebracht. Te vergeefs deed Jansje nog eens het heele verhaal en verzeker de haar moeder, <Jat ze geen enkel konijntje had weggenomen en dat een of andere dief na lyiar er zijn slag moest hebben geslagen. „Wat hoefde je er heen te gaan, nieuwsgie rig kind," zei haar moeder. „Ik had je toch zóó verboden om op hun erf te komen. Als je niet ongehoorzaam geweest was, zoh er niets gebeurd zijn." Jansje's tranen bleven vloeien. Boer van Dintel wilde bet gerecht niet da delijk kennen in de zaak. Hij bracht zijn vrouw tot bedaren en zei, dat er zoo'n haast niet bij was. dat men de kat eerst eens uit den boom moest kijken en dat het altijd nog vroeg ge noeg was om er den veldwachter in te. halen. De boerin, die haatdragend van aard was, stond dit echter niet aan. Zc had het dien dag echter druk met een groote wasch en daar ze wel zag, dat ze haar man niet kon overhalen om den veldwachter te balen, besloot zij tot den volgenden dag te wachten. Dit uitstel bracht dc kinderen van liever lede tot andere gedachten. Eigenlijk mochten ze hun buurmeisje heel graag lijden, zc gin gen immers eiken dag niet haar naar school. „Ilc geloof toch niet," zei Marijke, „dal zij de konijntjes gestolen heeft, want toen ik laatst mijn oennehoudcr verloren had, heeft zien loopen," versé* 0"'k0Mt zc 00k "K maar /e zog., «at, M er alleen geweest is om „aar ,1e konijn tie, jken. Dat wil Moeder nu maar niet bcirrii* teruggegeven."" Wg «cvondc" ™e dadelijk en' 'l'n,LW,aS t0Ch .Ja.nsie' di'' «««sollen licit cn donkei om 't huis heb kerde Keesje. maar zc zegt, da€ onijntjeité niet bcgrijw 1 cn en toch is de zaak zoo eenvoudig." I „Dat geloof ik graag, jij hent ook zoo nieuw*, gierig zei nu liet oudste broertje. „Maar jc kunt toch wol nieuwsgierig wezetf zonder oneerlijk te zijn!" Ilici over waren allen het eens. „Maar waar zijn de konijntjes dan?" „Misschien heeft een ander ze mecgeu<Mf men." „Niemand komt hier langs, tis hier zoo cciw znnm." „Misschien zijn z,- ontsnapt;" *ei Marijke, nadat ze een oogenblik nagedacht had Door haar drift had dc boerin niet ann d« mogelijkheid gedacht, welke bij haar dochter- tjo opkwam. Op hetzelfde oogenblik vertoonde zich, even boven dc heg, liet bleekc cn ontstelde gezicht van .Iryisjc. Zij keek dc kinderen met een treu- rigen, doch flinken blik annfc die scheen te wil len zeggen: ,»Nec, ik hen geen deivcgge!" Toen dc Jeugdige van Dintels het bedroefd® gezichtje zagen, werden zij gesterkt in 3iut* besluit: alles te doen oni haar tc redden. Zij begonnen dadelijk hun onderzoek. Dé graanschuur werd doorzocht, de mocstuitt rondgesnuffeld, zelfs dc heggen bleven nieï. gespaard. Dc konijntjes waren nog wel wat heel jong om 7.00 ver tc gaan 011 ze wow/ den dan ook niet gevonden. Marijke hield eclw tor vol. Zij had nu eenmaal een zwak voofl. Jansje en stelde alles in het werk om haaf!; onschuld aan tc toonen, vooral daar moedofl van Dintel maar altijd van den vcldwaclitefl «prak cn hij daar warempel In de verte aaow kwam. „Ziezoo, 11011 hoef ik hem niet eens te ha« len,' l iep dc boerin uit, al sglieen zij toch wol een beetje zenuwachtig te zijn. Jansje en haar moeder, die aan de dour van hun huisje stonden, stoven dadelijk naar Mu* nen en waren hevig ontsteld. Op dit oogenblik kwam plotseling bij Marijke, die niet wist, waar zc nog verder dc konijn tjes zoeken zou, het denkbeeld op, om het var kenshok naast het afdakje open tc doen. Ert ja Wel' Daar zat het moederkonijn, omringd door haar elf kleintjes, heel rustig nan ded voorraad gras en kool tc knabbelen, die daaH was weggeborgen. Blijkbaar had Jansje de lat niet in de ringen geschoven on waren zij door de gebrekkige sluiting ontsnapt; daarna hadden zij oen oogenblik van hun vrijheid genoten, doch zich, toen zij het afdakje weer widen betrok ken, in de deur vergist, zooals dit ook weï eens gaat met verstrooide menschen. Nu schaamde de boerin zich toch, daï zij zoo onrechtvaardig was geweest. Zij bckendef schuld en sloot vrede met haar buurvrouw. Marijke en Jansje waren vanaf dien da£ dikke vriendinnen en zij vonden het heerlijk, dat zij 11 elkanders liïtis en erf niet meor hoe€« den te vermijden. De eerste sneeuw. De lucht is 7,00 grauw cn 7,00 donker, er komt stellig sneeuw voor den naclüf mijn broertje en ik hebben samen de slee al beneden gebracht Die stond er zoo saai op don zolder, goed ingepakt achter *t gordijn; hè. als 't nu eens duchtig ging sneeuwen; 1 hoe heerlijk zou dót voor ons zijn! Daoi dwarrelt een vlok naar beneden! daar nóg een, een veertje gelijk; hoera, het begint al tc sneeuwen! nu zijn we den koning te rijk! Hermann^ Sport on wodstrljdon. Voetbalprogramma voor Zondag; Ik Westelijke afdéeling. le klosse. Rotterdam: V O. C—D F. C. Den HaagQuick—Sparta. H. B. S.-Ajax. Amsterdam Blauw Wit—H. V. V. Haarlem D. F. C.—Sparta. Overgongscompctitle. Wormcrveer W. F. C.—Hermes. Schiedam S. V. V.Stormvogels. RotterdamR. F. C.—V. V. A. UtrechtHerculesV. U. C. Amsterdam Spartaan—Concordia. Hilversum 't GooiFeiienoord. Reserve Ie klosse. Den Haag H. B. S. II-V. O. C VU Rotterdam Feijcnoord IT—Quick HL Sparta IIHermes II. B Amsterdam Blauw Wit IT—Ajox If. A. F. C. II—Haarlem ÏL 2e klasse A. Amsterdam D. E. C.—D. O. O. Hortus—Gouda. Gouda Olympia—Kampong. Hilversum HilversumVelox. Bussum A. W.Victoria. Reserve 2e klosse. A UtrechtU. V. V Iï-Qlympia II. B UtrechtD. O. S. II-V. V. A.. 0. Oostelijke oftlecling. Te klosse. Deventer: U. DTubantia. Zwolle: Z. A. C.-P. W. Enschedé Enschedé—Vitesse. Nijmegen QuickGo ahead. HengeloHengeloBe Quick. Zuidelijke ofdeeling. Te klasse. Maastricht: M. V. V.Bredonio. Noordelijke ofdeeling. Te klosse. Assen: AchillesW. V. V. Groningen Be QuickVcendüiu. Leeuwarden FrisiaAlcidea» y »JL"

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 9