AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander" BUITENLAND BINNENLAND Willem Groenhuizen h Sspj FEUILLETON. De groote Liefde. Gummi Auolca Znolbeslan J. ^rootendorst TWEEDE BLAD. Geen Kerstfeest! langestraat - Amersfoort 18e Jaargang No. 155 1919 door w. w. w. N: was het groote onzin! stapte stevig door in de zeurige regen, kwaad op de modderspatten, kwaad op de mist, ):v. rad op de kilte zooals ze meende. Het was rroote, groote onzin. Thuis had men iaar gewaard eens uit te zien naar wat hulst en een rood lintje, om een kleurtje te hebben me: Kerstmis en zonder nagedachte was 7*e er op uit gegaan. Maar toen ze, zóó van de warme, beschutte huiselijkheid in de gure straat was gekomen met de saaie hui zen, e ;oo troosteloos fatsoenlijk gelijk zijn, veur de wind aan haar hoed begon te 'rekken, haar bloote hals afkeurde en waar (le re;haar voorspelde hóe nat ze wel zou worden, schoot het haar te binnen, dat hulst feite!in groote onzin was. Ten eerste leefde men r^et meer in dien naieven tijd, toen het L jo gemakkelijk, zoo natuurlijk was, aan Kerstmis te denken. In de dagen van de reiskoetsen, de carols en de andere tradi ties die het Keistfeest opbouwden, kwam le stemming van zelf. Nu was het een pa rodie. 2éér kwaad, huiverig en zielig plens de Nell door de plassen naar winkelstraten. Daar zr.g ze al een bloemist. Jawell Hulst; .misteltoe, rood lichtwat een humbug! Dat vy-as toch geen blijde voorbereiding. 'n\aar cc-n speculatie, evengoed als een zomeruitverkoopl En dan, de tijden waren zoo schikbarend duur. t Was gewoonweg schandelijk, wat ze voor hulst vroegen en ';lan zaten ei nog haast geen besjes aan. Maar dèt was het niet (al drong dat zoo gauw niet eens tot haar door), het was niet de prijs, maa< de potsierlijkheid van het ge val. Ja, nu was ze erf Het was naargeestig potsieilijk! Naast den bloemist was de boek handel. Die vertoonde „X mes numbers" en „noels de France". c Wat een bof voor zoo'n uitgever, die steeds wéérkeerende Kerstmis! Maar ze ver tikte het Zij ontkende het Kerstfeest en bracht géén buist mee. Thuis mochten ze zeggen, wat ze wilden! Met een ruk draaide ze om en kreeg nu de koude wind van voren, terwijl de regen doorzette. De gaslantaarns woeien bijna uit. „De don?;ere dagen voor Kerstmis" dacht 2e. Bah, wat een spreekwijze. Rekende dan iedereen met dat verworden feest? Ja, ver worden! Als vredesfeest belachelijk en de tradities voorwerp tot speculatief! Nu zag ze het goed in. En toen ze thuis kwam gaf ze deze scherpzinnige opinie met een goeie duizend .woorder.-m-veel aan de huisgent)oten ten •beste. Het ó'-v^lg. was stilte. Het klonk zoo za- el ijk -fr. ioo oprecht, dat het gemoed der uncle ver» -eerst eens eventjes die klankvolle argumenten moest laten bezinken, om er tegenop te kunnen komen. l:n Nell wachtte "de verdediging niet af, maar hipte vlug haar kamer binnen, waar ze de warree van het haardje zocht en wat luxe, om de zieligheid van haar stemming te boven te komen. Wont het was vreeselijk juist, wat ze be weerd had. Zóó vreeselijk juist, dat ze er draaierig on was geworden en nu maar eer een beetje stilletjes moest betijen, om het lit .1 zonder Kerstfeest te kunnen stelle-:.. Ja! zuchtte ze, beter geen Kerstmis, dan wu K stmis. Zeker, honderd jaar gele der. u\ men in Engeland wel een Christ- m - Ie vieren, niet al het moois en liefs, dat dan bovenkwam. Zeker, vóór den oorlog wa: le Duitsche Weinacht een plechtig, in- drui wekkend feest en vroeger toen Nell een klein meisje was met een stijf vlechtje was zii wel eens onder de bekoring ge- komc a een Nêderlandsch Kersfttfcst. Maar zóó Tc<=r. Xell zich in haar kamertje zat te verwennen met een schemerlampje en. een warm haardkleedje en stil de harde strijd uitvocht, die het verliezen van iet> kinderlijks kost werd in de huiskamer een samenzwering gesmeed. De samenzweerders voelden duidelijk, dèt zij conspireerden, maar waren het zich niet bewust. Maar wel wisten ze, dat deze ver schrikkelijke redeneering, door het verstand als zoo eig waar erkend, dadelijk moest worden verbannen, in de eerste plaats om Nell en verder ter wille van allen. En de broers maakten dezelfde tocht naar den bloemist, kochten vrachten dure hulst met weinig besjes, kochten maretakken en lek kers en holden terug, zóó in gedachte, dat wind en regen spijtig aan elkander beken den, dat zij hun invloed op deze jonge- menschen misten. Het geheele programma, dat de familie geest hod opgesteld, werd zonder openlijk overleg uitgevoerd, Want ze voelde de een heid in haar intuïtie en begreep, dat Neil boven moest blijven, totdat de hulst hing, de chocola klaar was en de W'einachtstolle op den schotel praalde. En toen de huiskamer oer-gezellig was, toen de mistletoe verraderlijk boven de por- te-brisee hing, toen de oude kerstliedjes, de „Liederschatz" en de „Dalcrose-tjes" op de piano gereed lagen, werd Nell geroepen, die was ingeslapen met twee dikke tranen. Een drastisch voorbeeld van de eischen, die de Duitsche rijksfiscus stelt aan de be lastingplichtigen, levert de oud-minister Gothein. Die heeft een jaar of drie geieden, toen men nog kon hopen den oorlog door een verzoeningsvrede tot een dragelijk einde te brengen, zelf een voorstel gedaan om een vermogensbelasting in eens te votee- ren. Hij wilde daardoor het crediet van het rijk versterken en de vatuta herstellen! Dat is nu, naar zijne meening, onmogelijk. Men kan niet eens hopen door het rijksnoodoffer de 40 milliard marknoten, die in omloop zijn, met een belangrijk bedrag te vermin deren, de vlottende schuld noemenswaard te beperken. Voor zoover het rijksnoodoffer niet in termijnen betaald wordt, zal de be taling in rijksoorlogsleening en rijksschat kistbiljetten geschieden. De rentedienst zal daarmee iets verlicht worden; maar wat be- teekent dat bij bet reusachtige uitgavenbud- getï Het groote bezwaar van Gothein tegen de vermogensheffing in eens, dat hem weer houden heelt zijne stem daaraan te geven, is dat daardoor het vermogen der individuen werrbelast wordt, wier crediet men noodig heeft om de staatshuishouding weer op Je bouwen, nu het rijk geen crediet meer heeft. Hij schrijft: ..Bij een jaorlijksche ver mogensbelasting» die geen stuiver minder behoefde op te brengen, zou de vreemde schuldeischer, die den industrieel grond stoffen of halve fabrikaten levert, in diens vermogen eene zekerheid hebben. Die gaat echter voor hem verloren, als de vermogens heffing, zelfs wanneer zij in dertig janrter- niijnen kan worden afgedaan, een schuld aan het rijk uitmaakt. Men heeft berekend, dat iemand, die in zijne zaak 10 millioen heeft gestoken,~na de oorlogswinstbelosting en het rijksnoodoffer 4.4(31.242 mark over houdt. Wanneer dit vermogen bij vererving overgaat op een eenigen zoon, dan gaat er aan successiebelasting nog 1.476.000 mark af, zoodat er nog geen 3 millioen overblij- en. Daarbij eischt de verschrikkelijke da ling van de waarde van het geld heden eigenlijk een bedrijfskapitaal, dat het vijf- tienvoud bedraagt van vóór den oorlog. Hoe kan zulk een bedrijf voortgezet, hoe kan het verder ontwikkeld worden? Wie zal in de toekomst het benoodigde^crediet er aan ge en? Er komt immers nog bij een reusach tige inkomstenbelasting en een zeer aan merkelijke kapitaalrentebelasting, die het den houder van het bedrijf en nog meer den kapitalist onmogelijk zal maken nieuw kapitaal te vormen. Maar hoe zal de in dustrie zich weer opbouwen en verder ont wikkelen zonder nieuw kapitaal?" I lier wordt gezinspeeld op den belasting druk, dien de Duitsche belastingschuldigen nog buiten deze vermogensheffing zullen hebben te dragen. Men moet zich daarvan vooral geen lichte voorstelling maken. De nieuwe rijksbelastingen, die bestemd zijn in de plaats te komen van de naar het oude systeem geheven directe belastingen, zullen wanneer zij volledig zijn ingevoerd, te za- men ongeveer het vijfvoudige bedrog moe ten leveren van wat de directe staats- en gemeentebelastingen tot dusver hebben op gebracht. De in de hoogste klassen aangc- slagenen zullen tot 80 pet. toe met belas tingen bezwaard zijn. De betrekkelijk niet zeer groote laag van hen, die heden nog inkomsten te verteren hebben, die in de honderdduizend mark loopen, zullen in de toekomst weinig meer dan een vijfde daar van overhouden tot hunne vrije beschik king, terwijl zij een veelvoud daarvan in de kassen van het rijk, de landen en de gemeenten zullen moeten storten. Er is dus wel reden om met bezorgdheid in de toekomst te zien voor hen, die de kostbare eer genieten Duitsch burger te zijn. Met bezorgdheid vragen zij zich af, of de weg die door de regeering met steun van de nationale vergadering gekozen is om in de enorme behoefte aan geldmiddelen te voor zien, de goede is. Van gewicht is uit dat oogpunt eene verklaring, die den 5en Sep tember j.l. in de Fransche Kamer door den minister van financiën werd afgelegd. Daar in werden verschillende mogelijkheden ba- sproken om van het Duitsche volk te ver krijgen, dal het de aangerichte schade weer goed maakt, en o.a. gezegd. „Aan het Duit sche volk blijft een verkregen rijkdom, voor gesteld door papieren markbiljettcn. Kun nen wij er aan denken dien te utiliseeren? Een gTOOte networp, hetzij van een l^innen- landsche leening, hetzij van eene confiscatie van vermogen, kan hiervan aanmerkelijke hoeveelheden in de kassen van den Duit- schen staat brengen, en het zou in onze macht zijn te verlangen, dat die geheel of gedeeltelijk aan ons werden uitgekeerd. Hieruit zou volgen, dat de regeeringen der Entente 't in hunne macht zouden hebben hetgeen het rijksnoodoffer opbrengt geheel of gedeeltelijk voor zich op le eischen. De rijksregeering heeft de juistheid van die op vatting betwist. Maar zij was zoo voorzichtig er bij te voegen, dot als de Entente in dien zin mocht willen handelen, zij van de na tionale vergadering machtiging zou vragen tot niet-uitvoering van de wet op het rijks noodoffer. De mogelijkheid is dus niet uit gesloten, dat deze wet niet in toepassing zal worden gebracht, om het gevaar te ont gaan, dat de Entente de opbrengst, die men zich er van voorstelt, ten horen bate zal op- eischen. „veggestellerl", d. i door belastingen weggewerkt. Over den toestand in Ierland schrijft de Londensche Spectator van 20 December: „De toestand is volstrekt niet verbeterd, of schoon de regeering Donderdag voor eene week verscheidene Sinn Fein-leiders in hechtenis heeft genomen. De airestatiën geschiedden in de vroege morgenuren. On- ~rler de.huizen, die bezocht werden, waren die van graaf Plunkett, Samuel Irwin. Tho mas Kelly en Michael Lennin. Gravin Markiewicz vertoefde bij mevrouw Thomas Clarke, maar zij was niet thuis toen de po litie verscheen. Er zijn, naar gezegd wordt, vijftien airestatiën verricht. De gevangen genomen personen werden niet een oor logsschip naar Engeland gebracht. Donder dag voor eene week werd in den namiddag het Mansion House (stadhuis) te Dublin om singeld, maar toen bleek, dat er geene on wettige vergadering gehouden werd, verwij derden de soldaten en de politie zich." De maatregelen, die hier worden opge somd, geven een beeld hoe de verhouding is tusschen de organen van het gezag en de bevolking. 'Ierland ij in ccn toestond van li^delijken opstand sedert het in April T918 geweigerd heeft zich aan de wet op alen dienstplicht bij het leger te onderwerpen. De verkiezing van 73 Sinn Feiners tot leden \an h£t Britsche parlement bij de alge- meëne verkiezingen van December 1918 heeït een soort constitutioneele sanctie ge geven aan de onverzoenlijke politiek. De gekozen Sinn Feiners hebben geen zitting genomen in het paleis van Westminster; maar zij.hebben zich gevormd tot een eigen parlement, de nationale Iersche vergadering (Doil Eireann) met eigen regeering «n eigen hoofd van den stoot. De vergadering heeft de onafhankelijkheid van Ierland verkon digd, een programma opgesteld van poli tieke, sociale en economische hervormin gen, een nationale leening uilgeschreven, enz. Zij heeft eenige gezanten naar het bui tenland gezonden, spec'aal naar Amerika, om te verkrijgen, dat Ierland werd toegela ten tot de vredesconferentie en opgenomen in den volkenbond. Men was aanvankelijk in Engeland ge neigd die beweging als een tooneelvertoo- ning te beschouwen, maar men is daarvan spoedig teruggekomen. Het gevaar, dat er in stak, kwam duidelijk aan den dag bij de incidenten, waartoe in Mei 1919 het bezoek aan Ierland van drie gedelegeerden vnn de „Amerikaansche commissie voor de onaf hankelijkheid van Ierland" aanleiding gaf. Engeland nam toen 2ijne maatregelen. Het voerde de buitensporige taal, die de Ame rikaansche gedelegeerden in Ierland hodden gebruikt, non als een reden, om elke offi- cieele of officieuse bespreking over de Iersche kwestie te weigeren. In Ierland werd de oude dwangpolitiek nret nadruk hervat. Als eerste plicht werd gesteld, dat de eerbied voor de wet en de handha ving van de orde moet worden ver zekerd. De staat van beleg werd uit gebreid tot nieuwe districten in het westen en zuiden \\1n het land; alle bijeenkomsten werden verboden, tot kermissen en markten tóe. Meer dan 20 bladen werden geschorst of verboden. Een strenge censuur wordt uitgeoefend met de meest uitgebreide en willekeurige volmachten. Op bevel van den onderkoning zijn achtereenvolgens ontbon den verklaard cle nationale vergadering, de Sinn Fein-vereenigingen en de Galicische bond, eerst in Dublin, later in geheel Ier land. Hot aantal invallen en Huiszoekingen von de politie in bijzondere woningen is vnn 270 in 1918 gestegen tot 5000 in 1919. Daar de Sinn Feiners het gezag der ge wone organen van de rechterlijke macht niet erkennen, zijn bijzondere rechtbanken gevormd zonder jury. De bijzondere behan deling voor politieke gevangenen is afge schaft; de Sinn Feiners worden behandeld op gelijken voet met de andere gevange nen. Den 9en December werd het hoofd kwartier van Sinn Fein gesloten. Dit alles heeft echter weinig baal opge leverd. De aanslagen tegen het gezag, cle daden van geweld over dag en des nachts nemen aanhoudend toe. Slechts door een wonder slaagt de politie er soms in een schul dige te vangen. Tegen de „vijandelijke" politie is de bevolking gesloten als een bus en tegen verklikkers is zij op hare hoede. De regeering past de collectieve bestraffing toe; wanneer zij den jndividueelen schuldige niet kan opsporen, dan wordt over de stad. het^ district, desnoods het graafschap de staat van beleg afgekondigd en moeten zij boeten en schadevergoedingen betalen Maar deze strafmaatregelen keeren zich te gen de regeering zelve; het onderdrukte publiek protesteert met allen nadruk tegen ren stelsel van dwang, dat de misdrijven niet kan tegengaan, maar dat de zaken doet stilstaan en de wonorde aankweekt. Het dwangstelsel schiet dus te kort in zijn doel, de handhaving van de orde; het werkt zelfs de wanorde in de hand. Do Staatscourant van gisteravond) lx-vat; o.m. d<* voigcntle Kon. besluiten can de burgerlijke cnxbtcnaren in tijdclij'kci dienst bij de Artillerie Inrichtingen A. J. Mcyo on L. C. Ycrvoorcn, op hun verzoek een cCl vol ontslag als zoodanig verleend, resp. mei ingang van 1 Januari 1920 en 10 Decerribcti 1019 i I benoemd bij het reserve personeel der laiwu macht, bij het personeel van den GcncesKundtu gen Dienst, tot rcs. officier van gezondheid] der 2e klasse de hoeren F. C. L. Kuipcrst cn A. van der Willigen, artsen. Het Kon. echtpaar naatj. Noordw ij k. H. M. de Koningin en Zvj K. H. de Prins hebben zich gistor voormid-c' dag per auto naar Noordwijk begeven tot- het persoonlijk uitreiken van recldingsftïe-t dailies aan de personen, die zich onlangs bi« de redding van de opvarenden van een iiv nood verkeerend visschersvaartiug zoo bijV zonder verdienstelijk hebben gemankt. f Naar wij vernemen, zal H. M. de Kflj ningin den 30en December in den Konink'J lijken Schouwburg te Den Haag, des namid-^ dngs om 3 uur de voorstelling bijwonen vanT de Rosa Lynd Company, waarvan leider is! de heer I. F. Grein. Het op te voeren stuly is „Candida" van Shaw. ]f«d«rlftiul en Relict*. De heer Hynians, de Belgische niiniste^ von buitenlondsche zaken, heeft tot een» correspondent van de Matin gezegd De onderhandelingen betreffende de Schelde, het kanaal Gent'Terneuzen ert> de verbindingen van Antwerpen niet dea Rijn en de Maas maken zeer gogjJen voort* gong en doen ons hopen, op prijs te stellenr verbeteringen te zullen verkrijgen. Wat déj kwestie Tan de veiligheid betreft, stuitte, men op groote moeilijkheden. Er zijn thans onderhandelingen gaande met de regee* ringen in Parijs en Londen. De Parijsche correspondent van het Ilbld. meldt: „De Belgen zetten hun pleidooien in do Fransche pers voortvanmorgen niet min* der dan drie groote correspondenties uit Brussel in de bladen. Thans echter gaat heèj minder tegen Nederland dan wel tegen En*; geland. Minister Ilymans kan natuurlijk niet toegeven dat de commissie van Veertien^ België niet zijn zin heeft gegeven omdat hot een onbehoorlijk grooten mond heeft opea^' gedaan. Hij zoekt dus de reden in een zeke-, re geïnteresseerde voorkeur, die één der rechters, namelijk Engeland, voor Neder land zou hebben. Ziehier hoe de chef van de buitenlands- redactie van de „Matin", de heer Sauerweio# uit Brussel schrijftl De onderhandelingen met Nederland zijni eenige weken geleden op het doode punt ge* konien, bctrcHendc de v/oorborgerv, voor clé veiligheid, zonder annexatie, door België aan Maas en Schelde geëischt. Nederland ia in de zeer voordeelige positie van een staut> die niets vraagt en van wien veel gevraagd wordt. Bovendien is het door buitengewoon! belangrijke zakenrelaties met Engeland ver bonden. Het verschaft petroleum aan eent deel der wereld en heeft machtige vrienden^ in een zeer invloedrijk deel van het Britsche' Rijk in Zuid-A-friko. Al deze redenen hebbertf het de krocht gegeven om de Belgisch* eischen. in de Commissie van Veertien af té wijzen. Nederland stelde voor de oplossing* dezer kwesties over te laten aan den Volken*' bond. Dit was een begrafenis eerste klas.' Daarop hebberr tegen half October de Bel gen te Parijs uiteengezet dat, in afwachting^ van de beslissing van den Volkenbond, ga*' ranties noodig waren. Zij vroegen die aanf* Frankrijk en Engeland. Frankrijk was dade lijk bereid, Engeland alleen als België op-, nieuw de neutraliteitsverplichting aanvaard-' de. De vrees van het kobinet te Londen (eeit' vrees, naar onze meening weinig gegrondj was, dat er een conflict zou onïstaan tus schen België en Nederland. België wil dé neutraliteit niet meer, het prefereert da^ Een x rze is een leermeester voor hon den! menscneogeslachten. JMHKÜ JUWELIER Roman door ANNA WAHLENBERG. 27 Na een kort zwijgen fluisterde zij: ,.De ziel kan verhuizen.'' Zij zwegen beiden. Geen geluid werd in de •kamer gehoord alsol' dc stilte zich uitbreidde o\er alle voorwerpen, doodc zoowel als leven de. Maar Edit*; gelaat onderging een zeldzame ■verandering. Alle onrust was eruit verdwenen en had plaats gemaakt voor een onuitspreke lijke blijheid en vrede, die het kinderlijk jong maakten. „De ziel kan verhuizen," herhaalde zij niet den blik naar het raam, waardoor de lanta rens schenen als neergevallen sterren. Een paar groote tranen rolden langs haar wangen, niaar haar lippen plooiden zich tot een lichten glimlach. „Arthur," zei ze zacht „nu ben ik niét meer bang om te gaan slapen.'* Dit klonk als een verzoek. En toen zijn hand langzaam streelend langs haar voorhoofd gleed, sloot zij dankbaar dc oogen. Zij legde haar hoofd terecht tegen het kussen, cn het duurde niet lang toen de gelijkmatige en toch hoorbare ademhaling te kennen gaf dat zij sliep. Inga keek naar dc witte, smalle hand, die zich steeds langzamer boven het hoofd van de slapende bewoog. Ook over Inga was een zeld zaam weldadige rust gekomen. Ook zij had eenmaal aan den rand van dc steile helling der vernietiging gestaan en zich door deze huive ring ervan aangegrepen gevoeld. Gedurig nog opende zich die afgrond voor haar voeten als het dreigen van een huiveringwekkenden val, waarheen een toeval haar ieder oogenblik kon voeren. Maar nu was 't haar alsof zij een tak Icon grijpen, om zich aan vast tc houden. Mis schien was de tak broos en dor en zou haar niet kunnen behoeden voor een val in de diep te. Maar daaraan wilde ze niet denken. Zij wilde gelooven dat bet een frissclie, levende tak was en dat hij haar zou kunnen steunen, zooals hij Edit had gedaan. Vol dankbaarheid zag zij op naar den man vóór haar, zooals hij daar zat, terwijl het lamp licht viel over zijn scherp, bleek gelaat, dat, naarmate zijn slanke handen zich langzamer bewogen, een uitdrukking van smart aannam in plaats van de opgewektheid van te voren. Zij had hem willen zeggen hoe gelukkig zij was dat hij haar had laten lezen in zijn ge dachtenis ereld. Zij zou de smalle, blanke hand wUlen kussen »noals Edit Cedaan h*>d. Maar h zij wist dat zij nooit zou durven uiten wat zij gevoelde. Een behoedzaamheid, een zeldzame schuw heid, waarin hij zijn persoonlijk leven hulde, hield haar op een afstand. Alleen liooptc zij dat hij zich tot haar zou wenden en in haar oogen lezen zou wat zij zou willen zeggen. Spoedig daarna wendde hij zich tot haar. maar hij zag niets van hetgeen zij wilde dat hij zien zou. „Inga,'' zei hij. terwijl hij opstond, „wil je hij Edit blijven zitten totdat zij ontwaakt? Het Het is iriet goed da zij dan alleen zou zijn". Ten Inga knikte van ja, ging hij naar de deur, maar gedreven door een plotselingen drang, STF.I?K EIV GOEDKOOP IN IEET GEBRUIK Vei'krlJcljanr üij: KOF 38. kwam hij weer naar haar toe met een uitdruk king van warmte en innigheid, die haar ver wonderde. „Dank, Inga, voor al je goedheid voor Edit gedurende al dezen tijd,'- zei hij. „Ik kan jc nooit dankbaar genoeg zijn". Hij drukte haar hand stevig en ging heen. Inga zat lang te staren in het uitgaande haardvuur. Ilij was het die haar dankte, dankte voor iets, zij wist nauwelijks waarvoor, voor iets dat vanzelf sprak. *ii had geen gelegen- #>id hem te danken. VI. De dagen verliepen en in Edits locstand kiv am geen verbetering. De aanvallen kwamen dichter op elkaar, soms verscheidenkeeren op één dag. Maar de angst en dc wanhoop over de vernietiging hadden haar verlaten. Zij was niet meer bevreesd in „den anderen toe stand" tc komen. Als zij tot dc werkelijkheid terugkeerde, praatte zij zoo kalm en natuur lijk over haar bewusteloosheid, alsof zij ccn wandeling of een visite had gemaakt. Haar fantasie hield zich gedurig met de nieuwe we reld bezig, die haar even levendig cn aanne melijk voorkwam, als <lie, waarin zij zich in haar jeugd had bewogen. Zij sprak er dikwijls met haar broer en met Inga over wat dit zou kunnen beduiden. Maar noch hunne noch haar eigene gissingen konden haar bevredigen. Een avond, toen zij alle drie in rlc biblio- theflc zaten. Arthur en Inga verdiept in hun boeken en Edit in haar handwerk, verviel laatstgenoemde in ccn lang stilzwijgen. Inga, die gewoon ns gedurig in haar werk onderbroken te worden door de een of andere opmerking of door ren schertsend woord, was verwonderd over dit lange zwijgen cn zag on gerust op, verwachtende den starenden blik te zien, het teeken dat Edit zich in haar ander bestaan bevond. Onbewegelijk zat zij daar met haar borduur werk op haar schoot, maar bijna onmiddellijk wendde zij zicli tot Inga. „Je dacht dat ik weg was", zei ze glim lachend. Zij streek Jiaar haren van het voorhoofd met een beweging, alsof zij nu in ieder geval klaar wakker was. „Ik heb over miin gedachten zitten denken," zei ze. ..Zitten denken!", riep Aitliur uit als nartf hjj het als scherts op. Maar hij legde, evenals Inga, zijn boek weg om zich over de tafel tc buigen on Edit aan te, zien. „Dat ivil zeggen, jc hebt zitten peinzen!'5 „Neen, ik meen wat ik zeg. Ik heb over mijil! gedachten ziiten denken en hoe anders zij cr,_ ieder van haar, uitzien in mijn drie werelden, de aardsche wereld, dc droomwereld en dei wereld achter dc droomcii". Zij zat daar met ccn in ziclizelve gekcerdenl blik alsof zij zich ongestoord ophield in haaf. drie werelden, haar gedachten en lrun onges1 lijk optreden in zichzelvc overwegende. „Evengoed als onze ziclerr een lichaam licb* ben, evenzoo hebben onze gedachten een lichaam", ging zij voort „lichamen van beel den. Je moet toegeven, Arthur, we denken in beelden". „Ja, in zekeren zin... „De gedachten moeten zich klccdcn in heel*, den om begrepen te kunnen worden", zei zéé ..Zij moeten omtrekken krijgen. "Wanneer metv zich een gebeurtenis herinnert, ziet men men schen of andere levende wezens een heel too*, necl vullen. De handeling wordt altijd ver* toond. En wanneer men zich in wakenden toe stand iets wil voorstellen, kan men er nauwe lijks tiit wijs worden, en weten wc dikwijl» niet wat we eraan hebben, zoo onduidelijk zijnü de beelden. Maar in den droom zijn ?c ctehecf anders. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 5