AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander"
BUITENLAND
BINNENLAND
Willem Groenhuizen
h Sspj
FEUILLETON.
De groote Liefde.
Gummi Auolca Znolbeslan
J. ^rootendorst
TWEEDE BLAD.
Geen Kerstfeest!
langestraat - Amersfoort
18e Jaargang
No. 155
1919
door w. w. w.
N: was het groote onzin!
stapte stevig door in de zeurige regen,
kwaad op de modderspatten, kwaad op de
mist, ):v. rad op de kilte zooals ze meende.
Het was rroote, groote onzin. Thuis had men
iaar gewaard eens uit te zien naar wat
hulst en een rood lintje, om een kleurtje te
hebben me: Kerstmis en zonder nagedachte
was 7*e er op uit gegaan. Maar toen ze, zóó
van de warme, beschutte huiselijkheid in de
gure straat was gekomen met de saaie hui
zen, e ;oo troosteloos fatsoenlijk gelijk
zijn, veur de wind aan haar hoed begon te
'rekken, haar bloote hals afkeurde en waar
(le re;haar voorspelde hóe nat ze wel zou
worden, schoot het haar te binnen, dat hulst
feite!in groote onzin was. Ten eerste leefde
men r^et meer in dien naieven tijd, toen
het L jo gemakkelijk, zoo natuurlijk was, aan
Kerstmis te denken. In de dagen van de
reiskoetsen, de carols en de andere tradi
ties die het Keistfeest opbouwden, kwam
le stemming van zelf. Nu was het een pa
rodie. 2éér kwaad, huiverig en zielig plens
de Nell door de plassen naar winkelstraten.
Daar zr.g ze al een bloemist. Jawell Hulst;
.misteltoe, rood lichtwat een humbug!
Dat vy-as toch geen blijde voorbereiding.
'n\aar cc-n speculatie, evengoed als een
zomeruitverkoopl En dan, de tijden waren
zoo schikbarend duur. t Was gewoonweg
schandelijk, wat ze voor hulst vroegen en
';lan zaten ei nog haast geen besjes aan.
Maar dèt was het niet (al drong dat zoo
gauw niet eens tot haar door), het was niet
de prijs, maa< de potsierlijkheid van het ge
val. Ja, nu was ze erf Het was naargeestig
potsieilijk! Naast den bloemist was de boek
handel. Die vertoonde „X mes numbers" en
„noels de France".
c Wat een bof voor zoo'n uitgever, die
steeds wéérkeerende Kerstmis! Maar ze ver
tikte het Zij ontkende het Kerstfeest en
bracht géén buist mee. Thuis mochten ze
zeggen, wat ze wilden!
Met een ruk draaide ze om en kreeg nu
de koude wind van voren, terwijl de regen
doorzette. De gaslantaarns woeien bijna uit.
„De don?;ere dagen voor Kerstmis" dacht
2e. Bah, wat een spreekwijze. Rekende dan
iedereen met dat verworden feest? Ja, ver
worden! Als vredesfeest belachelijk en de
tradities voorwerp tot speculatief! Nu zag
ze het goed in.
En toen ze thuis kwam gaf ze deze
scherpzinnige opinie met een goeie duizend
.woorder.-m-veel aan de huisgent)oten ten
•beste.
Het ó'-v^lg. was stilte. Het klonk zoo za-
el ijk -fr. ioo oprecht, dat het gemoed der
uncle ver» -eerst eens eventjes die klankvolle
argumenten moest laten bezinken, om er
tegenop te kunnen komen.
l:n Nell wachtte "de verdediging niet af,
maar hipte vlug haar kamer binnen, waar ze
de warree van het haardje zocht en wat
luxe, om de zieligheid van haar stemming
te boven te komen.
Wont het was vreeselijk juist, wat ze be
weerd had. Zóó vreeselijk juist, dat ze er
draaierig on was geworden en nu maar
eer een beetje stilletjes moest betijen, om
het lit .1 zonder Kerstfeest te kunnen
stelle-:..
Ja! zuchtte ze, beter geen Kerstmis, dan
wu K stmis. Zeker, honderd jaar gele
der. u\ men in Engeland wel een Christ-
m - Ie vieren, niet al het moois en liefs, dat
dan bovenkwam. Zeker, vóór den oorlog
wa: le Duitsche Weinacht een plechtig, in-
drui wekkend feest en vroeger toen Nell
een klein meisje was met een stijf vlechtje
was zii wel eens onder de bekoring ge-
komc a een Nêderlandsch Kersfttfcst.
Maar zóó
Tc<=r. Xell zich in haar kamertje zat
te verwennen met een schemerlampje en.
een warm haardkleedje en stil de harde
strijd uitvocht, die het verliezen van iet>
kinderlijks kost werd in de huiskamer een
samenzwering gesmeed.
De samenzweerders voelden duidelijk, dèt
zij conspireerden, maar waren het zich niet
bewust. Maar wel wisten ze, dat deze ver
schrikkelijke redeneering, door het verstand
als zoo eig waar erkend, dadelijk moest
worden verbannen, in de eerste plaats om
Nell en verder ter wille van allen. En de
broers maakten dezelfde tocht naar den
bloemist, kochten vrachten dure hulst met
weinig besjes, kochten maretakken en lek
kers en holden terug, zóó in gedachte, dat
wind en regen spijtig aan elkander beken
den, dat zij hun invloed op deze jonge-
menschen misten.
Het geheele programma, dat de familie
geest hod opgesteld, werd zonder openlijk
overleg uitgevoerd, Want ze voelde de een
heid in haar intuïtie en begreep, dat Neil
boven moest blijven, totdat de hulst hing,
de chocola klaar was en de W'einachtstolle
op den schotel praalde.
En toen de huiskamer oer-gezellig was,
toen de mistletoe verraderlijk boven de por-
te-brisee hing, toen de oude kerstliedjes, de
„Liederschatz" en de „Dalcrose-tjes" op de
piano gereed lagen, werd Nell geroepen, die
was ingeslapen met twee dikke tranen.
Een drastisch voorbeeld van de eischen,
die de Duitsche rijksfiscus stelt aan de be
lastingplichtigen, levert de oud-minister
Gothein. Die heeft een jaar of drie geieden,
toen men nog kon hopen den oorlog door
een verzoeningsvrede tot een dragelijk einde
te brengen, zelf een voorstel gedaan om
een vermogensbelasting in eens te votee-
ren. Hij wilde daardoor het crediet van het
rijk versterken en de vatuta herstellen! Dat
is nu, naar zijne meening, onmogelijk. Men
kan niet eens hopen door het rijksnoodoffer
de 40 milliard marknoten, die in omloop
zijn, met een belangrijk bedrag te vermin
deren, de vlottende schuld noemenswaard
te beperken. Voor zoover het rijksnoodoffer
niet in termijnen betaald wordt, zal de be
taling in rijksoorlogsleening en rijksschat
kistbiljetten geschieden. De rentedienst zal
daarmee iets verlicht worden; maar wat be-
teekent dat bij bet reusachtige uitgavenbud-
getï
Het groote bezwaar van Gothein tegen
de vermogensheffing in eens, dat hem weer
houden heelt zijne stem daaraan te geven,
is dat daardoor het vermogen der individuen
werrbelast wordt, wier crediet men noodig
heeft om de staatshuishouding weer op Je
bouwen, nu het rijk geen crediet meer
heeft. Hij schrijft: ..Bij een jaorlijksche ver
mogensbelasting» die geen stuiver minder
behoefde op te brengen, zou de vreemde
schuldeischer, die den industrieel grond
stoffen of halve fabrikaten levert, in diens
vermogen eene zekerheid hebben. Die gaat
echter voor hem verloren, als de vermogens
heffing, zelfs wanneer zij in dertig janrter-
niijnen kan worden afgedaan, een schuld
aan het rijk uitmaakt. Men heeft berekend,
dat iemand, die in zijne zaak 10 millioen
heeft gestoken,~na de oorlogswinstbelosting
en het rijksnoodoffer 4.4(31.242 mark over
houdt. Wanneer dit vermogen bij vererving
overgaat op een eenigen zoon, dan gaat er
aan successiebelasting nog 1.476.000 mark
af, zoodat er nog geen 3 millioen overblij-
en. Daarbij eischt de verschrikkelijke da
ling van de waarde van het geld heden
eigenlijk een bedrijfskapitaal, dat het vijf-
tienvoud bedraagt van vóór den oorlog. Hoe
kan zulk een bedrijf voortgezet, hoe kan het
verder ontwikkeld worden? Wie zal in de
toekomst het benoodigde^crediet er aan ge
en? Er komt immers nog bij een reusach
tige inkomstenbelasting en een zeer aan
merkelijke kapitaalrentebelasting, die het
den houder van het bedrijf en nog meer
den kapitalist onmogelijk zal maken nieuw
kapitaal te vormen. Maar hoe zal de in
dustrie zich weer opbouwen en verder ont
wikkelen zonder nieuw kapitaal?"
I lier wordt gezinspeeld op den belasting
druk, dien de Duitsche belastingschuldigen
nog buiten deze vermogensheffing zullen
hebben te dragen. Men moet zich daarvan
vooral geen lichte voorstelling maken. De
nieuwe rijksbelastingen, die bestemd zijn
in de plaats te komen van de naar het oude
systeem geheven directe belastingen, zullen
wanneer zij volledig zijn ingevoerd, te za-
men ongeveer het vijfvoudige bedrog moe
ten leveren van wat de directe staats- en
gemeentebelastingen tot dusver hebben op
gebracht. De in de hoogste klassen aangc-
slagenen zullen tot 80 pet. toe met belas
tingen bezwaard zijn. De betrekkelijk niet
zeer groote laag van hen, die heden nog
inkomsten te verteren hebben, die in de
honderdduizend mark loopen, zullen in de
toekomst weinig meer dan een vijfde daar
van overhouden tot hunne vrije beschik
king, terwijl zij een veelvoud daarvan in
de kassen van het rijk, de landen en de
gemeenten zullen moeten storten.
Er is dus wel reden om met bezorgdheid
in de toekomst te zien voor hen, die de
kostbare eer genieten Duitsch burger te zijn.
Met bezorgdheid vragen zij zich af, of de
weg die door de regeering met steun van de
nationale vergadering gekozen is om in de
enorme behoefte aan geldmiddelen te voor
zien, de goede is. Van gewicht is uit dat
oogpunt eene verklaring, die den 5en Sep
tember j.l. in de Fransche Kamer door den
minister van financiën werd afgelegd. Daar
in werden verschillende mogelijkheden ba-
sproken om van het Duitsche volk te ver
krijgen, dal het de aangerichte schade weer
goed maakt, en o.a. gezegd. „Aan het Duit
sche volk blijft een verkregen rijkdom, voor
gesteld door papieren markbiljettcn. Kun
nen wij er aan denken dien te utiliseeren?
Een gTOOte networp, hetzij van een l^innen-
landsche leening, hetzij van eene confiscatie
van vermogen, kan hiervan aanmerkelijke
hoeveelheden in de kassen van den Duit-
schen staat brengen, en het zou in onze
macht zijn te verlangen, dat die geheel of
gedeeltelijk aan ons werden uitgekeerd.
Hieruit zou volgen, dat de regeeringen der
Entente 't in hunne macht zouden hebben
hetgeen het rijksnoodoffer opbrengt geheel
of gedeeltelijk voor zich op le eischen. De
rijksregeering heeft de juistheid van die op
vatting betwist. Maar zij was zoo voorzichtig
er bij te voegen, dot als de Entente in dien
zin mocht willen handelen, zij van de na
tionale vergadering machtiging zou vragen
tot niet-uitvoering van de wet op het rijks
noodoffer. De mogelijkheid is dus niet uit
gesloten, dat deze wet niet in toepassing zal
worden gebracht, om het gevaar te ont
gaan, dat de Entente de opbrengst, die men
zich er van voorstelt, ten horen bate zal op-
eischen.
„veggestellerl", d. i door belastingen
weggewerkt.
Over den toestand in Ierland schrijft de
Londensche Spectator van 20 December:
„De toestand is volstrekt niet verbeterd, of
schoon de regeering Donderdag voor eene
week verscheidene Sinn Fein-leiders in
hechtenis heeft genomen. De airestatiën
geschiedden in de vroege morgenuren. On-
~rler de.huizen, die bezocht werden, waren
die van graaf Plunkett, Samuel Irwin. Tho
mas Kelly en Michael Lennin. Gravin
Markiewicz vertoefde bij mevrouw Thomas
Clarke, maar zij was niet thuis toen de po
litie verscheen. Er zijn, naar gezegd wordt,
vijftien airestatiën verricht. De gevangen
genomen personen werden niet een oor
logsschip naar Engeland gebracht. Donder
dag voor eene week werd in den namiddag
het Mansion House (stadhuis) te Dublin om
singeld, maar toen bleek, dat er geene on
wettige vergadering gehouden werd, verwij
derden de soldaten en de politie zich."
De maatregelen, die hier worden opge
somd, geven een beeld hoe de verhouding
is tusschen de organen van het gezag en de
bevolking. 'Ierland ij in ccn toestond van
li^delijken opstand sedert het in April T918
geweigerd heeft zich aan de wet op alen
dienstplicht bij het leger te onderwerpen.
De verkiezing van 73 Sinn Feiners tot leden
\an h£t Britsche parlement bij de alge-
meëne verkiezingen van December 1918
heeït een soort constitutioneele sanctie ge
geven aan de onverzoenlijke politiek. De
gekozen Sinn Feiners hebben geen zitting
genomen in het paleis van Westminster;
maar zij.hebben zich gevormd tot een eigen
parlement, de nationale Iersche vergadering
(Doil Eireann) met eigen regeering «n eigen
hoofd van den stoot. De vergadering heeft
de onafhankelijkheid van Ierland verkon
digd, een programma opgesteld van poli
tieke, sociale en economische hervormin
gen, een nationale leening uilgeschreven,
enz. Zij heeft eenige gezanten naar het bui
tenland gezonden, spec'aal naar Amerika,
om te verkrijgen, dat Ierland werd toegela
ten tot de vredesconferentie en opgenomen
in den volkenbond.
Men was aanvankelijk in Engeland ge
neigd die beweging als een tooneelvertoo-
ning te beschouwen, maar men is daarvan
spoedig teruggekomen. Het gevaar, dat er
in stak, kwam duidelijk aan den dag bij de
incidenten, waartoe in Mei 1919 het bezoek
aan Ierland van drie gedelegeerden vnn de
„Amerikaansche commissie voor de onaf
hankelijkheid van Ierland" aanleiding gaf.
Engeland nam toen 2ijne maatregelen. Het
voerde de buitensporige taal, die de Ame
rikaansche gedelegeerden in Ierland hodden
gebruikt, non als een reden, om elke offi-
cieele of officieuse bespreking over de
Iersche kwestie te weigeren. In Ierland werd
de oude dwangpolitiek nret nadruk hervat.
Als eerste plicht werd gesteld, dat de
eerbied voor de wet en de handha
ving van de orde moet worden ver
zekerd. De staat van beleg werd uit
gebreid tot nieuwe districten in het westen
en zuiden \\1n het land; alle bijeenkomsten
werden verboden, tot kermissen en markten
tóe. Meer dan 20 bladen werden geschorst
of verboden. Een strenge censuur wordt
uitgeoefend met de meest uitgebreide en
willekeurige volmachten. Op bevel van den
onderkoning zijn achtereenvolgens ontbon
den verklaard cle nationale vergadering, de
Sinn Fein-vereenigingen en de Galicische
bond, eerst in Dublin, later in geheel Ier
land. Hot aantal invallen en Huiszoekingen
von de politie in bijzondere woningen is vnn
270 in 1918 gestegen tot 5000 in 1919.
Daar de Sinn Feiners het gezag der ge
wone organen van de rechterlijke macht
niet erkennen, zijn bijzondere rechtbanken
gevormd zonder jury. De bijzondere behan
deling voor politieke gevangenen is afge
schaft; de Sinn Feiners worden behandeld
op gelijken voet met de andere gevange
nen. Den 9en December werd het hoofd
kwartier van Sinn Fein gesloten.
Dit alles heeft echter weinig baal opge
leverd. De aanslagen tegen het gezag, cle
daden van geweld over dag en des nachts
nemen aanhoudend toe. Slechts door een
wonder slaagt de politie er soms in een schul
dige te vangen. Tegen de „vijandelijke"
politie is de bevolking gesloten als een bus
en tegen verklikkers is zij op hare hoede.
De regeering past de collectieve bestraffing
toe; wanneer zij den jndividueelen schuldige
niet kan opsporen, dan wordt over de stad.
het^ district, desnoods het graafschap de
staat van beleg afgekondigd en moeten zij
boeten en schadevergoedingen betalen
Maar deze strafmaatregelen keeren zich te
gen de regeering zelve; het onderdrukte
publiek protesteert met allen nadruk tegen
ren stelsel van dwang, dat de misdrijven
niet kan tegengaan, maar dat de zaken
doet stilstaan en de wonorde aankweekt.
Het dwangstelsel schiet dus te kort in zijn
doel, de handhaving van de orde; het werkt
zelfs de wanorde in de hand.
Do Staatscourant van gisteravond) lx-vat;
o.m. d<* voigcntle Kon. besluiten
can de burgerlijke cnxbtcnaren in tijdclij'kci
dienst bij de Artillerie Inrichtingen A. J. Mcyo
on L. C. Ycrvoorcn, op hun verzoek een cCl
vol ontslag als zoodanig verleend, resp. mei
ingang van 1 Januari 1920 en 10 Decerribcti
1019 i I
benoemd bij het reserve personeel der laiwu
macht, bij het personeel van den GcncesKundtu
gen Dienst, tot rcs. officier van gezondheid]
der 2e klasse de hoeren F. C. L. Kuipcrst cn
A. van der Willigen, artsen.
Het Kon. echtpaar naatj.
Noordw ij k. H. M. de Koningin en Zvj
K. H. de Prins hebben zich gistor voormid-c'
dag per auto naar Noordwijk begeven tot-
het persoonlijk uitreiken van recldingsftïe-t
dailies aan de personen, die zich onlangs bi«
de redding van de opvarenden van een iiv
nood verkeerend visschersvaartiug zoo bijV
zonder verdienstelijk hebben gemankt. f
Naar wij vernemen, zal H. M. de Kflj
ningin den 30en December in den Konink'J
lijken Schouwburg te Den Haag, des namid-^
dngs om 3 uur de voorstelling bijwonen vanT
de Rosa Lynd Company, waarvan leider is!
de heer I. F. Grein. Het op te voeren stuly
is „Candida" van Shaw.
]f«d«rlftiul en Relict*.
De heer Hynians, de Belgische niiniste^
von buitenlondsche zaken, heeft tot een»
correspondent van de Matin gezegd
De onderhandelingen betreffende de
Schelde, het kanaal Gent'Terneuzen ert>
de verbindingen van Antwerpen niet dea
Rijn en de Maas maken zeer gogjJen voort*
gong en doen ons hopen, op prijs te stellenr
verbeteringen te zullen verkrijgen. Wat déj
kwestie Tan de veiligheid betreft, stuitte,
men op groote moeilijkheden. Er zijn thans
onderhandelingen gaande met de regee*
ringen in Parijs en Londen.
De Parijsche correspondent van het Ilbld.
meldt:
„De Belgen zetten hun pleidooien in do
Fransche pers voortvanmorgen niet min*
der dan drie groote correspondenties uit
Brussel in de bladen. Thans echter gaat heèj
minder tegen Nederland dan wel tegen En*;
geland. Minister Ilymans kan natuurlijk niet
toegeven dat de commissie van Veertien^
België niet zijn zin heeft gegeven omdat hot
een onbehoorlijk grooten mond heeft opea^'
gedaan. Hij zoekt dus de reden in een zeke-,
re geïnteresseerde voorkeur, die één der
rechters, namelijk Engeland, voor Neder
land zou hebben.
Ziehier hoe de chef van de buitenlands-
redactie van de „Matin", de heer Sauerweio#
uit Brussel schrijftl
De onderhandelingen met Nederland zijni
eenige weken geleden op het doode punt ge*
konien, bctrcHendc de v/oorborgerv, voor clé
veiligheid, zonder annexatie, door België
aan Maas en Schelde geëischt. Nederland ia
in de zeer voordeelige positie van een staut>
die niets vraagt en van wien veel gevraagd
wordt. Bovendien is het door buitengewoon!
belangrijke zakenrelaties met Engeland ver
bonden. Het verschaft petroleum aan eent
deel der wereld en heeft machtige vrienden^
in een zeer invloedrijk deel van het Britsche'
Rijk in Zuid-A-friko. Al deze redenen hebbertf
het de krocht gegeven om de Belgisch*
eischen. in de Commissie van Veertien af té
wijzen. Nederland stelde voor de oplossing*
dezer kwesties over te laten aan den Volken*'
bond. Dit was een begrafenis eerste klas.'
Daarop hebberr tegen half October de Bel
gen te Parijs uiteengezet dat, in afwachting^
van de beslissing van den Volkenbond, ga*'
ranties noodig waren. Zij vroegen die aanf*
Frankrijk en Engeland. Frankrijk was dade
lijk bereid, Engeland alleen als België op-,
nieuw de neutraliteitsverplichting aanvaard-'
de. De vrees van het kobinet te Londen (eeit'
vrees, naar onze meening weinig gegrondj
was, dat er een conflict zou onïstaan tus
schen België en Nederland. België wil dé
neutraliteit niet meer, het prefereert da^
Een x rze is een leermeester voor hon
den! menscneogeslachten.
JMHKÜ
JUWELIER
Roman door
ANNA WAHLENBERG.
27
Na een kort zwijgen fluisterde zij:
,.De ziel kan verhuizen.''
Zij zwegen beiden. Geen geluid werd in de
•kamer gehoord alsol' dc stilte zich uitbreidde
o\er alle voorwerpen, doodc zoowel als leven
de. Maar Edit*; gelaat onderging een zeldzame
■verandering. Alle onrust was eruit verdwenen
en had plaats gemaakt voor een onuitspreke
lijke blijheid en vrede, die het kinderlijk jong
maakten.
„De ziel kan verhuizen," herhaalde zij niet
den blik naar het raam, waardoor de lanta
rens schenen als neergevallen sterren.
Een paar groote tranen rolden langs haar
wangen, niaar haar lippen plooiden zich tot een
lichten glimlach.
„Arthur," zei ze zacht „nu ben ik niét meer
bang om te gaan slapen.'*
Dit klonk als een verzoek. En toen zijn hand
langzaam streelend langs haar voorhoofd
gleed, sloot zij dankbaar dc oogen. Zij legde
haar hoofd terecht tegen het kussen, cn het
duurde niet lang toen de gelijkmatige en toch
hoorbare ademhaling te kennen gaf dat zij
sliep.
Inga keek naar dc witte, smalle hand, die
zich steeds langzamer boven het hoofd van de
slapende bewoog. Ook over Inga was een zeld
zaam weldadige rust gekomen. Ook zij had
eenmaal aan den rand van dc steile helling der
vernietiging gestaan en zich door deze huive
ring ervan aangegrepen gevoeld. Gedurig nog
opende zich die afgrond voor haar voeten als
het dreigen van een huiveringwekkenden val,
waarheen een toeval haar ieder oogenblik kon
voeren. Maar nu was 't haar alsof zij een tak
Icon grijpen, om zich aan vast tc houden. Mis
schien was de tak broos en dor en zou haar
niet kunnen behoeden voor een val in de diep
te. Maar daaraan wilde ze niet denken. Zij
wilde gelooven dat bet een frissclie, levende
tak was en dat hij haar zou kunnen steunen,
zooals hij Edit had gedaan.
Vol dankbaarheid zag zij op naar den man
vóór haar, zooals hij daar zat, terwijl het lamp
licht viel over zijn scherp, bleek gelaat, dat,
naarmate zijn slanke handen zich langzamer
bewogen, een uitdrukking van smart aannam
in plaats van de opgewektheid van te voren.
Zij had hem willen zeggen hoe gelukkig zij
was dat hij haar had laten lezen in zijn ge
dachtenis ereld. Zij zou de smalle, blanke hand
wUlen kussen »noals Edit Cedaan h*>d. Maar h
zij wist dat zij nooit zou durven uiten wat zij
gevoelde.
Een behoedzaamheid, een zeldzame schuw
heid, waarin hij zijn persoonlijk leven hulde,
hield haar op een afstand. Alleen liooptc zij
dat hij zich tot haar zou wenden en in haar
oogen lezen zou wat zij zou willen zeggen.
Spoedig daarna wendde hij zich tot haar.
maar hij zag niets van hetgeen zij wilde dat
hij zien zou.
„Inga,'' zei hij. terwijl hij opstond, „wil je
hij Edit blijven zitten totdat zij ontwaakt? Het
Het is iriet goed da zij dan alleen zou zijn".
Ten Inga knikte van ja, ging hij naar de deur,
maar gedreven door een plotselingen drang,
STF.I?K EIV GOEDKOOP IN IEET
GEBRUIK
Vei'krlJcljanr üij:
KOF 38.
kwam hij weer naar haar toe met een uitdruk
king van warmte en innigheid, die haar ver
wonderde.
„Dank, Inga, voor al je goedheid voor Edit
gedurende al dezen tijd,'- zei hij. „Ik kan jc
nooit dankbaar genoeg zijn".
Hij drukte haar hand stevig en ging heen.
Inga zat lang te staren in het uitgaande
haardvuur.
Ilij was het die haar dankte, dankte voor
iets, zij wist nauwelijks waarvoor, voor iets
dat vanzelf sprak. *ii had geen gelegen-
#>id hem te danken.
VI.
De dagen verliepen en in Edits locstand
kiv am geen verbetering. De aanvallen kwamen
dichter op elkaar, soms verscheidenkeeren
op één dag. Maar de angst en dc wanhoop
over de vernietiging hadden haar verlaten. Zij
was niet meer bevreesd in „den anderen toe
stand" tc komen. Als zij tot dc werkelijkheid
terugkeerde, praatte zij zoo kalm en natuur
lijk over haar bewusteloosheid, alsof zij ccn
wandeling of een visite had gemaakt. Haar
fantasie hield zich gedurig met de nieuwe we
reld bezig, die haar even levendig cn aanne
melijk voorkwam, als <lie, waarin zij zich in
haar jeugd had bewogen. Zij sprak er dikwijls
met haar broer en met Inga over wat dit zou
kunnen beduiden. Maar noch hunne noch haar
eigene gissingen konden haar bevredigen.
Een avond, toen zij alle drie in rlc biblio-
theflc zaten. Arthur en Inga verdiept in hun
boeken en Edit in haar handwerk, verviel
laatstgenoemde in ccn lang stilzwijgen.
Inga, die gewoon ns gedurig in haar werk
onderbroken te worden door de een of andere
opmerking of door ren schertsend woord, was
verwonderd over dit lange zwijgen cn zag on
gerust op, verwachtende den starenden blik
te zien, het teeken dat Edit zich in haar ander
bestaan bevond.
Onbewegelijk zat zij daar met haar borduur
werk op haar schoot, maar bijna onmiddellijk
wendde zij zicli tot Inga.
„Je dacht dat ik weg was", zei ze glim
lachend.
Zij streek Jiaar haren van het voorhoofd met
een beweging, alsof zij nu in ieder geval klaar
wakker was.
„Ik heb over miin gedachten zitten denken,"
zei ze.
..Zitten denken!", riep Aitliur uit als nartf
hjj het als scherts op.
Maar hij legde, evenals Inga, zijn boek weg
om zich over de tafel tc buigen on Edit aan te,
zien. „Dat ivil zeggen, jc hebt zitten peinzen!'5
„Neen, ik meen wat ik zeg. Ik heb over mijil!
gedachten ziiten denken en hoe anders zij cr,_
ieder van haar, uitzien in mijn drie werelden,
de aardsche wereld, dc droomwereld en dei
wereld achter dc droomcii".
Zij zat daar met ccn in ziclizelve gekcerdenl
blik alsof zij zich ongestoord ophield in haaf.
drie werelden, haar gedachten en lrun onges1
lijk optreden in zichzelvc overwegende.
„Evengoed als onze ziclerr een lichaam licb*
ben, evenzoo hebben onze gedachten een
lichaam", ging zij voort „lichamen van beel
den. Je moet toegeven, Arthur, we denken in
beelden".
„Ja, in zekeren zin...
„De gedachten moeten zich klccdcn in heel*,
den om begrepen te kunnen worden", zei zéé
..Zij moeten omtrekken krijgen. "Wanneer metv
zich een gebeurtenis herinnert, ziet men men
schen of andere levende wezens een heel too*,
necl vullen. De handeling wordt altijd ver*
toond. En wanneer men zich in wakenden toe
stand iets wil voorstellen, kan men er nauwe
lijks tiit wijs worden, en weten wc dikwijl»
niet wat we eraan hebben, zoo onduidelijk zijnü
de beelden. Maar in den droom zijn ?c ctehecf
anders.
(Wordt vervolgd).