AMERSFOORTSCN DAGBLAD „de eemlander-
Mn Kettingen™ Biipit
feuIïTëtök
TWEEDE BLAD.
Staking.
ARNHEM.
Gestort Kapitaal
Reserven
Opgericht 1866.
f 10.000.000
- 4.400.000
BUITENLAND
Amersfoort en Omstreken.
mmm Ho. i. telephöoh h 301
Fourneert Cheques
op Binnen-enBuftenland,
BINNENLAND
Willem GroenMzen 1
De groote Liefde.
Y8e Jaargang
Mo. >56
Zaterdag
27 December 1919 f
Het begin is „plesant", zooals onze zuide
lijke naburen zich uitdrukken. Mijne
lezers zntten zich waarschijnlijk kunnen ver
plaatsen in mijne gelukkige stemming, nu
ik, vo#r het eerst weer na jaren van isole
ment, de grens naar België zou overtrek
ken Ni» je, ik moest ook nu wachten op het
visum ven den consul, noodzakelijk sinds
een pas van een bevriende regeering niet
jneer een erkend toegangsbewijs is in een
bevriend land. En dat we vroeger naar Pa
rijs ol Berlijn, naar Londen of Rome tiok-
ken zander ander legitimatie-bewijs dan een
visitekaartje, dat zijn we al lang vergeten.
De nog noodige formaliteit, eenmaal met
succes beëindigd zijnde, pas met visum
eenmaal in ons bezit, trekken we zeer ge
lukkig weeT even gemakkelijk naar Belgen-
land els naar Friesland b.v.
Zoo mijmerde ik, in den trein gezeten
die mij over de altijd imposante Moerdijk-
brug voerde naar het grens-station. Even
*en ontgoocheling in Esschen. Hier is nog
douane-toezicht. Maar dit ging snel en
coulant als in de dagen van Olim. Uw kof
fertje open. een blik er langs van den
douanier en ge hebt uw krijtstreep, die u
tot uitga ngs-punt strekt. De Belgische
douane le Esschen is al even gemoedelijk
als zijne collega's het vóór 1014 waren.
En ik was dus in België. In de wachtka
mer krijg ik voor een vriendelijk woord en
negentig centiem een kopje koffie.Is er
iels? Jfc merk onrust onder de gasten. Ook
hier gaat het gerucht snel rond en een mi
nuut latei weet ik dat de eerste trein naar
Antwerp>n, in plaats van te 12 uur onge
veer, van avond te 7.10 zal vertrekken.
„Gebrek aan kolen" wordt er gemompeld.
„Maatregel van de regeering" weet een
uniiorm-gepette arbeider mij te vertellen;
„er is staking in de Morinage, in de kolen
mijnen weet ge?" En in goed Vlaamsch, dat
wondervol gelijkt op goed-Nederlandsch,
voegt hij er aan toe: „Dat is voor de eerste
dagen weer een rotzooi".
Gezellig is dat niet, in Esschen in het
station te zitten, met de wetenschap, hier
zeven lange uren te moeten wachten. Ge
lukkig hebben wij, mannen van de politiek,
altijd lectuur bij ons. En na den inwendigen
mensch te hebben gesterkt met een simpel
belegd broodje, ga-.ik mijn tijd gebruiken,
nuttig ger/ uiken. Ik neenl de December
aflevering van „De Opbouw" ter hand en
ik weet dus zeker, dat ik me die paar uur
niet zal vervelen.
Thuis kan ik mijn gedachten goed co'n-
centreeren op mijn werk. Als mijn kinderen
"amen in de huiskamer converseeren of
ravotten, alt mijn wouw met de naaima
chine bezig is of met een vriendin babbelt,
ik bliji kalm doorstudeeren of mijn artikel
schrijven, als zat ik cellulair. Ook hier, in
de stations-wachtkamer zou dat best gaan.
Maar ik wil me wel laten afleiden, zeker als
ik' ben, dat 'het hier straks heel rustig zal
zijn.
Het eerst wat me opvalt is de beweeg
lijkheid van een heer, zijn prachtige baard
en mooie öogen leeren mij, dat hij een Jood
is Ik begrijp, wat er te doen is. 't Is Vrij
dag: als hij niet vóór het invallen van den
Sabbath fe Antwerpen kan zijn, zaj hij ge
doemd zijn hier den rustdag door te bren
gen. Hij zint blijkbaar op pogingen om zon
der spoortrein Antwerpen nog vóór half*vier
dan treedt de Sabbath in te bereiken.
Een hab' uur later zie ik hem zijn koffertje
opnemen; ik volg hem en.ik vind mijn
vermoedens bevestigd. Een Utrechtsch wa
gentje staat voor „de Staatsie" en zal hem
in ongeveer 2 lA uur daar brengen, waar hij
op tijd wil zijn, om den Sabbath als zijn
bruid te begroeten. Een orthodove Jood
heeft er wat voor over. de geboden der leer
in acht te nemen.
DEPOSITORENTE;
een maand
drie maanden
een jaar
opzegging 3°0
4°/o
31/ O'
2 10
Dan ga ik terug naar de wachtkamer,
waar nog veel geroezemoes van stemmen is.
Toch schijnt men over het algemeen gela
ten te berusten in hét onvermijdelijk tijd
verzuim. Tot, te ruim twee uur, er weer wat
beweging komt. Enkele menschen pakken
hun bagage op en begeven zich naar bui
ten het station, waar enkele automobielen
komen bewijzen, dat de ijzeren spoorweg
niet meer onmisbaar is voor.menschen
met een dikke portemonnaie. Ik hoor althans
een der heeren tot een oude dame zeggen:
„Voor vijfhonderd francs brengt hij ons naar
Brussel". Er zijn vijf, zes auto's, of ze zijn
besteld, dan wel of de moderne „snorders"
een dagje O.W. gaan maken, op eigen
initiatief, nu men in Antwerpen al moet we
ten, dat het spoorweg-verkeer tot het uiler-
ste is beperkt, ik weet het niet.
Als de auto's zijn vertrokken is het weer
rustig. In mijn buurt hoor ik een paartje
overwegen, of zij ook per auto verder zullen
gaan. Ik zie iets van vergeefsche onderhan
delingen van een tiental Hollandsche dames
met een chauffeur.
Dan ga ik aan mijn lectuur. Ik merk heel
weinig meer van mijne omgeving. Maar
mijn gedachten blijven niet bij Casimir's
„Klachten over ons onderwijs"; ze gaan tel
kens weer na mijn zoo plesant begonnen
reis en de te Antwerpen vergeefs wachten
de gastvrienden, naar de Boringa, de sta
king.
Zal ze bij het Amersfoovtsch Dagblad be
landen, het is een van die raadselen, die de
stroomingen in het onder bewustzijn ons zoo
dikwijls voorleggen. Maar zonder dat ik zelf
weet, hoe ik er toe kom, zit ik plotseling
mijn „politiek artikel" te schrijven voor ons
blad.
Een. „politiek" artikel? Het heeft er tot nu
inderdaad weinig van. Maar in mijn brein
jagen de gedachten-reeksen bij voortduring
naar een centraal punt. Mijn artikel zal er
ten slotte ook belanden.
Ik bedenk, hoe onverantwoordelijk op dit
oogenblik eene staking is. Afgezien van de
vraag, wie „gelijk heeft" ik weet natuur
lijk niet, waarom men staakt, met welk doel
men staakt en of de leiders der arbeiders
deze staking hebben gewild dan wel er toe
zijn genoopt is in dezen tijd, nu inge
spannen arbeid van iederen werker, nu ver-
hooging.van de productie eerste eisch dei-
samenleving is, elke staking uit den booze.
Dat desondanks, bij herhaling, nu hier,
dan daar stakingen uitbreken, het moet wel
een gevolg zijn van de verderfelijke leer, dat
kapitalisten en arbeiders of nog erger,
dat kapitaal en arbeid eikaars natuurlijke
vijanden zijn.
O, als men toch in de kringen van de
kapitalisten, zoowel als in die van de ar
beiders, had ingezien, hoe in onze dagen
meer dan ooit verzoening noodzakelijk is
tusschen de groepen in de maatschappij,
die tegenstrijdige belangen schijnen te heb
ben, als men, m. a. s. toch de juistheid van
het vrijzinnig-democratisch standpunt wilde
toegeven, wat zouden er dan in het laatste
jaar een massa stakingen niet zijn uitgebro
ken, wat zou er clan een massa goederen
méér zijn geproduceerd en wat zou de we
reld er nu reeds veel beter uitzien!
Men heeft de noodzakelijkheid van tem
pering van den belangenstrijd der klassen,
nog niet willen toegeven. Men hitst nog al
tijd de arbeiders op met 'de èn wetenschap
pelijk èn practisch veroordeelde leer van
den klassenstrijd. En men is te kortzichtig
om te begrijpen, dat iedere staking op dit
oogenblik eene grootere verarming der ge
meenschap beteekerrt.
Als de arbeiders, ondanks de in cijfers
hooge loonen, straks armoede moeten lij
den, dan zullen zij dit te danken hebben
aan hunne leiders, die, ui', welke oorzaken
dan ook, telkens weer de bruggen afbreken,
die wij, vrijzinnig-democraten, tusschen ar
beid en kapitaal willen slaan.
Met dwang is Ierland niet te regeéren en
kan geen oplossing van de Iersche kwestie
verkregen worden. Dat heeft in het verleden
de ondervinding reeds dikwijls bewezen, zoo
dikwijls, dat men er zich over moet verba
zen, dat tclkeri» Nv«er nieuwe bewijzen daar
voor moeten worden bijgebracht.. Maar
Lloyd. George heeft eenmaal het Iersche
vraagstuk genoemd het vraagstuk, dat de
Britsche regcering het meest in verlegenheid
brengt, en daarmee heeft hij den spijker op
den kop geslagen.
De geschiedenis van Ierland onder de
Engelsche overheersching is in bloed en
tranen geschreven. Gedurende eeuwen zijn
de Ieren als een overwonnen volk behan
deld. Harde onderdrukking en pogingen tot
opstand, die in bloed werden gesmoord,
wisselden elkaar af. Met Gladstone is het
Iersche vraagstuk in een andere baan ge
bracht. Hij heeft gepoogd de betrekkingen
tusschen Ierland en het Britsche rijk op an
dere grondslagen te regelen, waardoor een
betere verhouding in 't leven zou worden
geroepen. Zijn strijd voor Homerule voor
Ierland heeft groote wijzigingen gebracht in
de politieke verhoudingen in het vereenigde
koninkrijk. Hij heeft het welslagen niet be
leefd van wat hij zich tot levenstaak had
gesteld, maar men ziét de vruqht van zijn
streven in de wet tot regeling van het Ier
sche zelfbestuur, die in 1914 tot stand is
gekomen.
Met het tot stemd komen van deze wet
was echter de strijd nog geenszins gewon
nen. Tot het ten uitvoer leggen van de wet
is het nooit gekomen. De zes noordooste
lijke graafschappen van Ulster weigerden
zich te onderwerpen aan deze wet. In het
laatst van Juli 1914 brak de bekende mui
terij uit onder de Engelsche bezettingstroe
pen in Ierland, die bestemd waren het revo
lutionaire verzet der Ulslermannen tegen de
Homerulewet in de kiem te verstikken. De
wereldpolitieke gebeurtenissen van de laat
ste Julidagen van 1914 leidde de aandacht
hiervan af. Toen de oorlog uitbrak, heeft de
Engelsche regeering, om den binnenland-
schen vrede te bewaren, in het parlement
een wet laten aannemen, die het in werking
treden van de Iersche Homerulewet uitstel
de tot een tijdstip, dat op zes weken nn het
herstel van den vredestoestand werd be
paald.
Sedert nu de ratificatie van den vrede
van Versailles en daarmede het intreden
van den vredestoestand nabij is gekomen, is
de vraag acuut geworden wat er met de
Homerulewet moet gebeuren. Op het in toe
passing brengen van de wet bestaat geen
uitzicht meer. De politieke mncht in het
Britsche rijk is nu niet meer in handen van
de liberalen, die in 1914 met steun van de
Iersche nationalisten de Homerulewet tot
stand hebben gebracht. Zij berust thans op
do coalitie van unionisten en liberale impe
rialisten. dié in hef parlement over eene
meerderheid beschikt grooter dnn men daar
in langen tijd bijeen heeft gezien.
Dit is oorzaak, dat in het Iersche vraag
stuk alos w<aer ondersteboven is gehanld-
Het kabinet Lloyd George is niet gezind de
Homerulewet van 1014 uit te voeren, en
«als Het daartoe bereid was, dan zou de meer
derheid waarop het steun1 in het parlement,
dot beletten. Alles staat nu weer op
losse schroeven. In Ierland is men weer te
ruggekeerd tot de dagen, waarin hel geweld
op den troon.zit. Maar dat geweld niet het
middel kon zijn om het land tot den vrede
te brengen, daarvan is niemand meer over
tuigd dan IJoycI George zelf. Reeds voor
eenige maanden heeft hij aangekondigd, dat
hij te zijner tijd zou komen met een nieuw
voorstel tot onlossing van het Iersche
vraagstuk. Ter elfclev ure, even voordat hel
parlement ziine Kerstvacantie begon, is
deze belofte ingelost. Eergisteren heeft
Lloyd George den hoofdinhoud meegedeeld
van zijn Iersche hervormingsplan, dat zal
zijn opgenomen in het wetsontwerp, dot hij
in de volgende zitting zal indienen.
Daarmee is de Britsche regeering terug
gekeerd op den eenigen weg, die althans de
mogelijkheid biedt om tot oen goede oplos
sing te komen. De regeerino- kon zich niet
onttrekken aan den plicht, althans fe beproe
ven de oplossing van het vraagstuk ter hand
te nomen. Lord Hnldane, de oude mede
stander van Gladstone en Asquith, heeft er
terecht op gewezen, dat het van veel waar
de zou ziin eene oplossing van de Tersche
kwestie te vinden, zelfs" al moest er een
hooge prijs voor worden betaald. Alleen
moest Ierland zich niet buiten het rijk willen
plaatsen. Als dat werd benroefd, zou een
storm opsteken in het land als men nog
nooit had gezien over de Iersche kwestie.
Er moest e°ne betrekking' tusschen Enge
land en Ierland geschapen worden, over
eenkomende met die tusschen Engeland °n
Canada en Australië, waarbij najuurliik
rekening moet worden gehouden met de
ligging van Ierland nabij de Britsche kust.
T ord Hnldane drukte de overtuiging uit. dat
de genezing van den wanordelijken 1oe-
stand van Ierland zal komen van het Tersche
volk zelf. v/anron de verantwoordelijkheid
moet worden geleed om zijne eigen vraag
stukken op te lossen.
voor
Heeft uitgebreid Giro-verkeer.
FnitfitilandsrhP "prieMfit
B e r 1 ij n, 2 3 Dec. (N. T. A. Draadloos
van Natten). Een bewijs hoe de Russische
sovjet-regeering met alle middelen voor de
verspreiding van het bolsjewisme in alle
landen van Europa werkt, is oen open brief
yon dr. Friedrich Adler aan Trotzky. welke
in de „Kompf" gepubliceerd wordt. In clit
schrijven, waartoe Adler genoopt werd dooi
de door Trotzky voorgestelde en aangeno
men ontzegging van de rechten van eere
lid van het Rüssische sovjet-congres wordt
Trotzky de psychologische fout verweten,
dot hij bij. het proletariat de rijpheid ver
onderstelt, die hij voor ziin politieke han
delingen wenschelijk acht. Dit heeft hij ook
bewezen door belangrijke geldmiddelen
voor de bolsjewistische beweging in Oosten-
ruk en Hongarije ter beschikking te stellen.
Hij zocht niet voor een partij geld. maar
voor geld werd een partij gezocht. Helaas
kan Trotzky behalve geld ook niet wnt poli
tiek verstand zenden en zoo ontstond die
serie van politieke mislukkingen, welke men
do werkzaamheid der communistische partij
in Duitsch-Ooslenrijk noemt.
New-York, 22 Dec. (N. T. A Draad
loos). Naar de Associated Press uit Tomsk
verneemt, zijn de Amerikaanschc consuls
Hansen en Hay in gevaar geraakt door de
verovering van het knooppunt .Taiga, aan
den Transsiberischen spoorweg dqr.r d(
bolsjewisten.
N e w-Y ork, 23 Dec. (R.) De hnvencom-
mondnnt heeft aan het ministerie van Oor
log een telegram gezonden, waarin bij de
berichten omtrent muiterij aan boord van
de America tegenspreekt. Hij zegt, dot er
;.;cen schot gelost is en niemand gewond is.
Te Brest hadden enkele ongeregeldheden
plaats, daar eenige matrozen tegen hel ver
bod in hadden gepassagierd en anderen op
heeterclaad op het stelen uit de lading be
trapt werden.
Uit de Per»
11* crBftta nnn «.Oorlog**.
Begrijpt de Nieuwe Rotterdam-
sche Courant wel, don is de oorzaak'
van zijn terugtreden niet uitsluitend te zoo
ken in de aanneming van het laatste der
amendementen van den heer Morchnnt
schoon hij eerst na deze gebeurtenis aan»
leiding vond, zijn besluit kenbaar te maken
doch is dit voorval slechts de druppel go»
worden, die den emmer deed overloopen.
Nndnt de minister Woensdag de Kamer
had trachten over te holen, niet „op fl«
amendementen van den heer Merchant in
te gaan", woordoor, naar hij meende, „een«
incidenteele onttakeling" van den dienst zon
worden verkregen, was hij geëindigd er ecu
nontal van over tc nemen, en had hij een
goed deel der overige zien aannemen. Hier»
door alleen reeds was de positie van den'
minister ernstig verzwakt. En hij moet dit
het blijkt uit de Handelingen zelf zoo
hebben gevoeld. Dc minister was gaonde*
weg het vertrouwen der Kamer aan het ver
liezen. Zijn stelsel mocht bijval vinden, d«
Kamer maakte den indruk, dezen minister
niet in alle opzichten den juistcn man tot
de tenuitvoerlegging van de nieuwe denk»
beelden te achten.
Op de beteekenis van het amendement*
Marchant ding* de N. R. Ct. niet af. Houwitr
sers zonder muntie, gelijk wij nu zullen heb»
Hij, die steeds koopt, wat hij niet noodig
heeft, heelt spoedig noodig, wat hij niet
koopen kan.
.BCH'KLÏKR
laiHjestraat - Amersfoort S
Roman door
ANNA WAHLENBERG.
28
Ilefriuner je slechts hoe soliede de ge-
d ach ie» daarin belichaamd 'worden! Wanneer
de •«dochten rondgaan in de kelderwoning
van het onderbewustzijn, waar alle schatten
der herinnering verzameld zijn, behoef je
maar even aan één van deze te raken, en ze
.springen op en vertoonen zich helder in een
beeld, dat bijna even levend is als het stoffe
lijke beeld, waarvan het de herinnering is. Het
eenige verschil is dat rij zoo vluchtig zijn, die
droombeelden. Zij lossen zich op, vloeien in
elkaar en-treden te voorschijn als de gestalten
in iagemlc wolken. Maar in de wereld achter
de droomwereld zijn de beelden nog vluchti
ger en onbestendiger. Zij zijn zoo gelijk aan de
^aardsche, oorspronkelijke heelden, dat ik,
rtoen ik daar voor het eerst was, geloofde dat
ik mij op de aardsche wereld bevond. Maar
nu begrijp ik dat liet mijn gedachten waren,
•die er juist zoo uitzagen als in de droomwe
reld. Het verschil was slechts, dat de beelden
in de wereld achter de droomwereld volko
men vrij en zelfstandig zijn. Zij bewegen zich.
zij spreken, zij treden op dezelfde manier op.
zooals hun oorspronkelijke heelden op de
aarde. Mijn geheugen moet een buitengewoon
goed geordend fotografie-toestel zijn geweest,
dat heel gebrekkig dienst deed hier, in de we-
réld der werkelijkheid, maar zijn beelden her
stelt in haar zuivere gedaante, wanneer zij te
voorschijn worden geroepen in de wereld ach
ter de droomwereld. Zij zijn volmaakte copie-
en van oorspronkelijke beelden en mijn ge
dachten zijn de levensvonk, die hen wekt. ~ïk
spreek met hen en zijantwoorden mij. Niet al
leen menschen bewegen zich om mij heen,
maar ik zie dan hecle landschappen, planten,
dieren, gebouwen en kamers in de gewone
afmetingen. Ik gevoel mij daar thuis als op de
aarde."
„Weet je wat," voegde zij er, na even ge
zwegen te hebben, aan toe, „misschien zien de
krankzinnigen deze wereld, en zij die gezich
ten en hallucinaties hebben. Voor hen schijnt
een spleet van een klein deel van het gordijn
opengescheurd, dat vóór deze werelden is op
gehangen. En zoo zie ik het ook."
Zij sloot de oogen als wilde z\], onaandoen
lijk voor indrukken van buiten, al haar aan
dacht vestigen op de scheuren in het gordijn,
waardoor zij deze andere werelden zag sche
meren. Maar terstond daarna keek zij op.
„Kom ik eenmaal in deze wereld achter de
droomwereld, dan zal dat niet een vluchtig be
zoek zijn, maar ik zal er moeien blijven loe
ven en dnn wordt achter mij dc poort gesloten,
zoodat ik niet meer naar de aarde terug kan
kecren."
Arthur nom haar beide handen in dc zijne
en zag ontroerd in het bleeke, glimlachend ge
laat. Ilij ook scheen reeds iets van het slaan
dezer deur te gevoelen.
„Edit," fluisterde hij, „mijn Hef zusje..."
Zij schonk hem een blik vol innige verstand
houding.
„liet schijnt mij /oo natuurlijk toe dat ik die
wereld zal betreden, Arthur," zei ze. „Mis
schien is ook daar nog een wereld achter,
evenals achter dc droomwereld en zooals deze
achter de aardsche wereld^ ligt. Maar eerst
moet men daar zijn. Ik begin te zien dat dc
voorwerpen in die wereld met een bepaalde
bedoeling zijn gevormd en gerangschikt. Men
leeft er van wat men beleefde in de werkelijk
heid hier, maar men ziet het uit een nieuw oog
punt cn in een nieuw verband. Misschien be
grijpt men het daar beter. De wereld, /ooals
men zich die* op aarde "evormd heeft, die
volgt mee. Ik neem jelui heide, jou en Inga,
met mij mee en allen die ik ken en om wie ik
geef of ook niet om geef. En ook alles, wat mij
hier overkwam en alles wat ik dacht en wat
ik deed, neem ik daarheen mee.
„Wat ilc gedaan hhb," herhaalde zij en zweeg
„Wat heb ik gedaan?" begon zij opnieuw.
„Niets goeds of nuttigs, dat ik terwille van
anderen deed. O, als ik zooiets had om mij
aan vast te houden, wat zou ik dan l>alm en
blijmoelig zijn! Maar niets, niets! Anderen
alles voor mij laten doen, vooral door jou,
Arthur. Zooveel jaren, dat iL- ie een blok aan
het been ben geweest."
„Maar Edit," begon haar broeder, opstaande
als in protest.
„Zeg maar niets, ik weet het immers..." viel
zij hem terstond in de rede. „Toen je getrouwd
was bleef je altijd even bezorgd voor mij,
kwam je bijna iederen dag hij mij, droeg de
booze buien van je vrouw om mijnentwille. En
daarna...? Je hadt een gelukkig eigen thuis
kunnen hebben wanneer ik er niet geweest
was."
Hij lachte hardop. Het was een lach, waar
uit zoowel protest als toegevendheid sprak. En
hij legde zijn arm om de schouders van zijn
zuster en trok haar dicht naar zich toe. Tege
lijk zag hij niet haar maar Inga aan:
„Inga, ken je. iemand met nog sterker ver
beeldingskracht dan mijn klein zusje?" vroeg
hij.
„Neen, niemand," zei Inga.
Maar inwendig vroeg zij zich af of er mis
schien eenige reden was voor wat hij haar in
beelding had genoemd.
Edit scheen echter niet geboord tc hebben
wat zij gezegd hadden. Zij /.at stil en in zich-
zclve gekeerd.
„In dc wereld achter de droomwereld ben
je jezelf niet meer, Arthur," zei zij ten slotte.
„Hier ben je vriendelijk en vroolijk en belang
stellend in je werk en neemt deel aan alles wat
er met de menschen om je heen gebeurt. Maar
daarginds ben je altijd gesloten en peinzend.
Je hoort noch ziet mij en ook geen anderen.
Je loopt er zoo eenzaam, zoo volkomen een
zaam. En weet je wat ik denk, Arthur? Ik
derjlc dat ik je inwendig ik zie".
Haar gelaat was bijna plechtig en de lach,
die Arthurs lippen had geplooid, bestierf ter
stond, maar hij waakte ervoor dat deze ver
anderde stemming haar niet trof.
„Ziezoo, Edit," zei hij beslist, „nu moet je ï<i,
los maken van flic vreemde^voorstellingcn. Ziel
liever eens hoe Inga en ik dc boeken rang»;
schikken."
En hij trok een papier naar zich toe on wee*
haar een plan voor hoekenkasten met opschrif»
ten, die aanwezen welke boeken zij bevatten
Hij wees aan en verduidelijkte en liet haaf
niet los voordat hij zag dat /ij naar hem lui?
terdé. Hel onderwerp sleepte hem mee en bi]
sprak zoo warm over zijn geliefde boeken, dal
hij vergat acht op haar te slaan. Eerst na.
een lange poos, begon hij door haar volstrekt*
stilzwijgen te vermoeden dat zij niet meer lute
terdc en toen hij zich tot haar wendde ont»
dekte bij, dat zij mef een onafgewenden blik'
naar hem keek.
„Ik zie het nu ook, Arthur," zei ze. /.Ik zl*
je arm inwendig ik."
En tegelijk barstte zij in schreien uit, ecu
hysterisch schreien, dat niet tot bedaren wor
komen en waartegen dc beide anderen machte
loos stonden.
VIII.
De Zondagmorgen was helder en mooi.
Wanneer Inga door het venster keek, zap
zij de hoornen en dc heesters in het park, be
kleed met gli osterend en rijm. Het groen van
het grastapijt dat niettegenstaande de Novera»
berkoude nog helder en frisch was, werd n®
overdekt met een fijn zflvernet, en het zand
van de paden, vol sporen van don regen, y«ff
toonde teekenen van vorst. riji
w
(Wordt wrvolgdfc