ASVSERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"
®ooi3 de !joa§d'
A
DERDE BLAD.
Voor de Kleintjes.
lee Jaargang
No. 197
Zatardrg
14 Februari 1920
Grootmoedertjo.
(Slot)
nr
„Al weer Innemen? Weet jc ^el, dat jc een
kleine «hriiigelaftd fccr.:, grootmoedertje
„Ik wou it zoo graag gauw beter maken, en
'dokter zegt, dat trouw innemen daartoe het
beste middel is.'*»
„Hij kon geen gehoorzamer verpleegster ge-
Troffen hebben voor zijn ongeduldigcn patient!
Wil ik eens opstaan, grootmoedertje vertelt-
mij, dat dokter het verboden heeftpraat ik
wat veel, grootmoedertje beweert, dat ik me
kalm ir.oct lioudcnheb ik geen trek om alles
ill te nemen, wat de. dokter mij gelieft voor
te schrijven, grootmoedertje rust niet, vóór ik
lies gebruikt heb. En het gekste van alles
is, dat ik, grootc man, over mij den baas laat
spelen door het kleine nest cn gehoorzaam al
les doe, wat zij verkiest. Wil je wel gcloovcn
grootmoedertje, dat ik lust krijg eens in op
stand te komen legen zoo n dwingelandij
„Kom, kom, u -bent weer veel te druk, u
möest wat gaan slapen. Ilct eerste uur kom
ik u met niets plagen", cn lachend schikte
grootmoedertje de kussens cn dekens wat te
recht, schoof de. gordijnen van dc bedstee
half dicht cn begon aan haar huiselijke bezig
heden.
Prï'o weken waren reeds vcrloopen sinds
den avond, waarop dc vreemde schipbreuke
ling in Wouters' huisje liefderijk was opgc
nomen en nog steeds hield een dcodclijkc
zwakte hem aan dc schamele legerstee gekluis
terd. Zijn leven was nu buiten gevaar en
daartoe had grootmoedertje's zorgvolle ver
pleging niet weinig bijgedragen.
Toen hij uit zijn bcwusteloozcn toestand
ontwaakt was, lind dc vreemdeling verwon
derd rondgekeken cn gevraagd, wat er ge
beurd was en waar hij zich bevond.
W'ederkcerig vertelde hij, dat hij zich aan
boord van de „Emma"' bevonden had, om uit
Vmcrilca huiswaarts tc keeren; zijn zaken
h idden hem ccnige maanden geleden naar liet*
'■ei-re westen geroepen en hij was nu op zijn
crugreis naar Bremen, waar bij thuis hoorde.
De schipbreuk had hem alles, wat hij aan
geld cn goed bij zich liad, ontnomen en hij
zag zich dus verplicht, gebruik te maken van
dc gastvrijheid, die hem in het arme gezin
>an Wouters zoo gul werd aangeboden.
Do langdurige zwakte, die een volkomen
rust van eenigc weken noodzakelijk maakte,
w as den heer Lahn zoo heette dc vreem
deling om verschillende redenen zeer on
aangenaam: ten eerste bezwaarde het hem
den armen visschcr zoo lang lot last te zijn,
maar dit kon hij later door een ruime beloo
ning vergoeding; ten tweede verveelde hij
zich, en ontbroken hem natuurlijk alle midde
len om die plaag te verdrijven.
Urenlang lag hij naar grootmoedertje te kij
ken, als zij aan haar huiselijke bezigheden
wasen meer en meer bewonderde hij dc
zorg cn toewijding van het jonge meisje. On
willekeurig was hij haar, evenals dc anderen,
,.;;rootmocdcrtje" gaan noemen, en zij scheen
dit heel natuurlijk te vindon.
Ook nu weer openden zich dc gesloten
oogen al spoedig om in het kleine vertrek
rond te zien met een droomerigen blik, die
ion slotte zooals gewoonlijk op groot
moedertje bleef rusten.
Zij stond met den rug naar hem toe voor
een klein kastje cn scheen zich ongezien te
wanen.
„Wat voer je daar toch uit, grootmoeder
tje
Verschrikt keek Mickc om en flap I ging dc
deur van het kastje dicht.
„En wat slop je daar zoo haastig weg
..Ach, vraag u dat niet," smeekte grootmoe
der! je, terwijl zij tevergeefs den blos trachtte
ie verbergen, die haar "wangen plotseling
kleurde.
Doch mijnheer LaliiVs nieuwsgierigheid was
nu eenmaal gewekt en liij wilde cr liet zijne
van hebbon.
„Kom, grootmoedertje, Zeg het mij maar I
Ik wou het zoo graag weten," vleide hij, tot
dat Miekc geen kans ziende zicli uit de ver
legenheid te redden, er eindelijk aarzelend
uitbracht
„Het is maar een oude sok van Vader."
„Een oude sok? Och kom je wilt mij fop
pen
„Nee, het is werkelijk waar."
„En wat doe je daar dan mee
„Ik bewaar er dc centen in, die ik soms
eens overhoud," bekende grootmoedertje
„maar," voegde zij er haastig aan toe, „cr zit
nog bijna niets in, want bet gebeurt niet dik
wijls, dat ik wat overhoud."
„En w at deed jc nu zoo even Toen stopte
je cr toch niets in, geloof ik. Is het wel?"
„Nee, ik haalde cr wat hit."1 En zij keek
den lastigen vrager aan met een blik, die
duidelijk zei„is het nu nog niet genoeg
Maar de heer Lalm scheen zoo gauw niet
tevredenalthans hij ging voort
„En waarvoor bewaar jc dat geld
„Eerst moet Jaaplce een paar nieuwe klom
pen hebben, en dan
„Nu, en dan
y „U zult mc uitlachen."
'r „Nee dat zal ik nietZeg hef mij maar'gc-
fust."
„Dan wil ik heel, heel lang sparen, wel
jarenlang denk ik, om Vader een nieuwe
schuit tc koopen."
Grootmoedertje kon cr gerust op zijn, dat
'<le vreemdeling haar niet uit zou lachen; in
tegendeel, het scheen wel, of zijn oog voch
tig werd bij het lioorcn van baar eenvoudige,
kinder! ijk e b eken ten i s
„Je bent een goed, lief grootmoedertje," zei
hij op hartelijken toontoen sloot liij ver
moeid dc oogen en bleef langen tijd peinzen
over hetgeen hij zoo toevallig ontdekt liad.
Grootmoedertje liad dus in 't geheim een
spaarduitje en daarvan had zc nu, zonder
zucht of klaclit in den laatsten tijd telkens
wat afgenomen (want hij herinnerde zich nu,
dat zij het meer dan eens gedaan moest heb
ben), om rond tc kunnen komen, nu dc on
verwachte ga>f de kosten van het huishou
den zoo lang bleef vermeerderen.
En de bestemming van die met moeite sa
mengebrachte penninkskens Iloe kinderlijk
eenvoudig, Loc vol vertrouwende liefde I
Terwijl hij dit alles lag te overpeinzen, rijp
te in hei brein van den zieke een plannetje,
dal een blij tien glimlach te voorschijn riep on
zijn bleek gelaat. Iioe verlangde hij naar den
dag, waarop hij liet ten uitvoer zou kunnen
brengen, cn hoe verdroot hem zijn zwakte,
die zijn geduld op zulk ccn zware proef Mel
de
IV
Vroolijk klonken heldere kinderstemmen
langs liet stille strand, waarover dc avond
schemering zich reeds begon te verspreiden.
Het was een aardige groep, die Iiissclic, blo
zende visschersjcugd, die zingend van de dui
nen kwam hollen om dc kleine huiswaarts
kcerendo vloot te zien binnenloopcn.
Menig scherp kinderoog herkende reeds van
verre dc stoere gestalte van Vader of broer,
en menig handje wuifde met pet of zakdoek
om wederkecrig dc aandacht tc trekken.
Snel naderden de lichte vaartuigen, cn en
kele oogcnblikken later, toen alle voor anker
lagen, lieerschte aan het strand ccn grootc
bedrijvigheid. Dc grootste jongens en meisjes
plasten met bloote voeten door liet water om
de netten en de manden met visch aan tc
nemen, die hun van boord werden toegereikt
Overal weerklonk vroolijk gepraat cn gelach
ieder wilde'oen handje helpen en, zoo moge
lijk een duitje verdienen.
Ook grootmoedertje was toegesneld en had
al'spoedig haar weg gevonden naar de schuit
van buurman Teunis, met wien Vader altijd
voer.
„Dag Vader P en op haar tcenen slaande,
kon zij *uist <lc grootc, vereelte hand berei
ken, die baar over den rand van het schip
werd toegestoken.
„„Dag Tcunisbuur, ccn goede vangst ge
had
,,'t Kon wel beter, grootmoedertje I Maar
wat za'k jo zeggen, 't zit 'm in 't weer. Moet
jc een paar centen verdienen
.Asjeblieft Tcunisbuur on grootmoeder
tje hief haar stevige, door dc zon gebruinde
armen omhoog, om dc groote mand met viscli
aan tc nemen, die zij, zooals gewoonlijk, vcor
Teunis naar huis moest dragen.
,Kom je gauw thuis, Vader 'lc Zal zorgen,
dat je een warme kom koffie vindt, hoor
Aart, Jaapke, vooruit jongens mee naar
huis. Kom zuskc, hou jij mijn rok maar vast."
De kleintjes, die aan het strand zaten tc
spelen, volgden gewillig, cn een half uurtje
later, toen Vader ook thuis gekomen was, za
ten allen gezellig om de tafel bijeen Wouters
tussehen zijn jongens in en Truitje op groot-
mocdcrtje's schoot.
„Morgenmiddag zeilen we alweer uit cn dan
blijf ik wel een dag of wat weg, denk ik,
„zei Wouters. „.Ta," ging hij voort, toen bij dc
teleurgestelde gezichten zag, ,,'t is wel wat
gauw, maar denk eens aan, jongens dan heb
ik ook ccn aardig duitje verdiend en zullen
we Zondag samen eens smullen, 't Is anders
den laatsten tijd maar schraaltjes geweest,
nietwaar grootmoedertje Dat zieke heer
schap zoo lang over den vloer, was ook geen
voordeelmaar dat kon de stakkerd niet hel
pen, dus daar wil ik niets van zeggen. Iloe
zou hij 't toch maken cn zouden wc nog wel
eens ooit wat van hem hooren
„Toen bij wegging, zei hij, dat hij ons nooit
vergeten zou, cn eens een brief zou schrijven.
Zou hij dat heusch doen, Vader?"
„Waarom niet, kind Aan jou goede ver
zorging heeft hij zijn leven te danken en het
zou wel heel ondankbaar zijn, als hij dat ooit
vergat, al ben je maar een arm visscherskind!"
Of de -vreemde heer zoo ondankbaar was
on het. arme visscherskind door hern vergelen
werd
Dicnzclfden avond nog had grootmoedertje
hierop het antwoord kunnen geven.
Toen de kinderen in bed lagen cn ook Vader
van vermoeidheid in den dut geraakt was.
opende Miekc zacht het kastje, waarin zij
Vader'.s oudé sok bewaarde; jij wilde er de
centen in bergen, die Teuni3buur haar voor
het dragen van zijn vrachtje gegeven had.
n k Ben blij, dat er weer eens wat in komt,
Jaapkc^zal toch nog lang op zijn, klompjes
moeten wachten, en Vader's schuit
peinsde grootmoedertje, terwijl zij de sok te
voorschijn haalde.
Maar wat was dat Droomde zij, of was
het werkelijkheid Boven op de sok lag ccn
net, dicktgclakt pakje, waarop met groote let
ters iets geschreven stond. Grootmoedertje
v/reef zicli dc oogen uit, nam het pakje in de
hand om het van dichtbij te bekijken, cn ja
wel daar stond heel duidelijk
„Voor grootmoedertje, van haar dankbaren
vriend
Lahn."
Miekc begreep cr niets vanwaar kwam
dat op eens vandaan, en hoe kwam het juist
op die plaats Zij kon haar nieuwsgierig
heid echter niet lang bedwingen cn haastte
zich het geheimzinnige pakje te openen. Wie
Schetst haar verbazing, toen zij daarin ver
scheiden bankbiljetten vond, die zij ia haai"
leven nog nooit gezien had, maar waarvan zü
toch wel eens gehoord had, dat zij even goed
als geld waren.
„Vader, kijk toch eens Toe Vadertje, word
gauw wakker en zie eens, wat ik hier heb
liep Mieke, terwijl zij Vaders arm zachtjes
schudde cn hem het pakje voorhield.
„Kind, wat is er aan dc hand vroeg
Wouters opgeschrikt uit zijn heerlijk slaapje;
„wat sta je me toch te schudden ,wat is er?"
cn nog haff slaperig wreef hij zich dc oogen
uit.
„Kijk dan toch. Vader.! Dat is er l"
Verbaasd staarde Wouters eerst dc bank
biljetten cn toen zijn kind aan cn zijn vragen
de blik zei duidelijker dan woorden„wat
beduidt dat?"
,,'t Is van mijnheer Lahn, dat staat Builen
op het pakje; lees maar, Vader. Maar hoe
liet hier gekomen is, cr\ nog wel in dat kastje,
dat begrijp ik niet. Maar zeg, Vader, hoeveel
is het wel
„Hoeveel het is? Wèl kii\d, laat ik cms
tellen. Dat zijn cr ccn, twee, drie, vier, vijf,
elk van honderd gulden. Maar kind, dat is
ccn schat Vijf honderd gulden l'1
„V ij f li o n d c r cl guide n O Vader,
daar kan je zeker wel ccn nieuwe schuit
voor krijgen I"
En Miekc danste van blijdschap in bef ka
mertje rond, terwijl zij vroolijk juichte„Een
nieuwe schuit, ccn nieuwe schuil, een nieuwe
schuit voor Vader 1
„Wat is dat liier voor leven Klonk plot
seling een vroolijkc stem cn lachend keek
oude Daan, liun naaste buurman, om het
hoekje van de deur.
De goede oude wist cr alles van cn kon
onmogelijk tot den volgenden dag. wachten
met tic mededecliug, die hem op dc tong
brandde.
De vreemde heer had hom bi den arm ge
nomen en door zijn bemidtji ling was liet geld,
hem uit Bremen toegezonden, in Micke's sok
terecht gekomen. Van hule deelde de trouwe
buur in het geluk der arme lieden cn hij was
er maar niet over uitgepraat, hoe dc vreemde
lieer grootmoedertje gcpre;:cn had, tot einde
lijk Mickc lachend uitriep:
„Och kom, buur, je maakt cr wat van
Maar o", volgde cr in één adem op, „wat ben
ik toch blij, wat ben ik toch gelukkig cn z'j
bief haar van vreugde stralend gezichtje naar
Vader op, die haar naar zich toe trok cn ste-
i in zijn armen sloot, terwijl hij dankbaar
zei
„Mijn lief, best grootmoedertje!"
Twee maanden later, qjj ccn mooien zomer
morgen, lichtte ccn net, rank vaartuigje het
anker vóór zijn eerste zeereis. In den eige
naar, die zijn kinderen uit de verte nog een
vaarwel tocwuil't,.herkennen wij Vader. Wou
ters; cn wie het aardige meisje i>; dat hem
met stralende oogen zoo ver mogelijk na
staart, behoef ik zeker niet to vertellen.
Dat het verhaal van Mickc's oude sok dc
ronde had gedaan door het gansdie dorp,
daarvoor, had oude Daahjs&rzorgd, cn onder
de seliarc, dip. zich belangstellend aan het
strand verzameld had, was cr niemand, die.
niet van harte instemde, toen dc oude 'man,
zijn muts zwaaiend, uitriep
„Hoera voor grootmoedertje
Zonneslrnaüjes.
Over den gladden sneeuwweg liepen zij voort
met kleine, voorzichtige scliuifelpasjes om niet
to vallen. De een, Bep, schuw om zich liccn
kijkend naar de verraderlijke sneeuwballen cn
de ander starend naar het grijsbontc mutsje
dat op dc blonde krulletjes van haar vriendin
op en ucer deinde op dc nlaat van haar pas.
„Maar", begon Mies „ik kom er op lentg cn
jc kunt zeggen wat jc wilt, ik vind het onziu
om ons nu half dood to loopen voor zoo n
sclioolmamselr die iij nou interessant vindt,-'
„Nou, ijou, kalm ccn hoMjc zeg, denk eerst
eens goed wat jc zegt, en trouwens in dc
eerste plaats heeft zo. als juffrouw die ons les
geeft liet gewone recht op ccn verjoringsca-
deautje. En nu de andere meisjes het niet
doen, vind ik het erg zielig voor haar, als zc
niets krijgt.*' Bcp's vroolijk gezichtje keek erns
tig. „Zc j's altijd zoo droevig Miepic licusch,
geloof mc, zc zal Ook geen prettig leventje
achter zicli lxebbcn. En van ochtend, toen jul
lie haar zoo plaagden met -dien c-cnen zin,
dien zij op zoo'n vreemde manier zei, je weet
wel van Aan de verraderlijke moeraskoort
sen sterven veie menseden", toen vroeg ze ons
zóó dringend en smöckend orn stil tc zijn cn
keek zc zóó droevig, dat ik echt meelij met
baar kreeg. liet was ook nog wel op haar
verjaardag Top Miep, geloof mc nu
Maar Mies was al lang gewonnen cn nu vul
vuur over wat mooi zou staan in dat blauwe
vaasje, waarmee zc na lang zoeken geslaagd
waren als cadeau. „Goed, ik weet wat. Pij van
ICessel slaan van die beelderige oranje tul
pen, die zullen in het vaasje snoézig zijn cn
juffrouw Ravers houdt'nogal van die kleur."
Zij kwamen in het bezit van dc verlangde
bloemen, die mooi afstaken tegen dc lichtgroe
ne jas van Mies cn het blauwe vaasje, cn gin
gen naar huis, dwarsdoor het p,avk he-eiv
waar zij samen genoten van liet verrukkelij
ke sneeawgezicht.
„Zeg Beppie, je bent toch eigenlijk een rare j
meid. Weet je nog met Sinterklaas, op mijn
kamer, toen wij samen aan t suprises waren
maken en jij bonbons voor Rafic gekocht had,
maar omdat zij jou 's ochtends berispt had,
wij ze lekker oügcsnocnt hebben
Zc waren nu thuis gekomen, Bep hoefde nog
maar drie stappen te loopen, want liet waren
buurtjes.
„Nu dag, tot vanmiddag vier uur hoor, jc
bek wel ch ic keer, hé
„Ja goed. Atjuus."
Dc beide schoolvriendinnen vlogen met twee
treden tegelijk de trappen op cn verdwenen
achter de zware eikenhouten deuren. Een
zaam cn verlaten lag nu in blcekc witheid dc
stille, -deftige straat.
Tegen vier uur liepen dc twee vriendinnen
gearmd door dc straten cn bepraatten druk
juffrouw Ravers, terwijl Mies voorzichtig liet
vaasje met tulpen in haar rechterhand hield.
„O zeg giebelde zc „Bep, ik v ind liet toch
zóó griezelig, dat we nu dic stijve Ravers ccn
bezoek gaan brengen, terwijl ik vanochtend
nog na twaalven moest schoolblijven. Ik weet
heusch niet, in wat voor plooi ik mijn gezicht
moet trekken
„Kom, kom had Bep toen geantwoord, die
nooit veel woorden verspilde en zc had <<c
zwarte krullen van "Mies naar achteren ge
gooid. Ze belden bij bet stijve huis in dc saaie
straat waar „Rafie" on kamers woonde, aan.
„O 1" fluisterde Mies in eens verschrikt,
„wat moet ik in sliemels naam'zeggen
Daar komt in vollen vaart een vriendin
voorbij bollen, zeker van dc gymnastiek, want
haar witte schoentjes bengelen aan één veter
over haar schouders. Een cn al verbazing staat
zc plotseling stil cn zegt, op het puntje van
haar vlecht bijtend „AVat mankceren jelui
ga je naar Rafic tsjonge, tsjongc, wat
zijn wc aardig cn wat zetten v-c ccn bciH'alc-
nisgezicht 1
Maar vóór Bep cn Mies konden antwoor
den, was dc deur geopend door do stijve, ma
gere hospita cn gingen zij „in het hol van den
leeuw", zooals Bep (luisterde.
Schoorvoetend gingen Zc de trap op naar
boven, waar zo van uit een donker portaaltje
in een nog donkerder kamer geduwd werden,
waar alleen cn dat zagen zo goed juf
frouw Ravers als e„n zwarte silhouet in den
Iioogcn leuningstoel afstak togen het vale
licht van ccn lantaarn, dat door het lage
raam drong Toen dc lioogc, schelle stem van
do hospita aankondigde„Juffrouw Rovers,
hier is v isite voor u sprong ze oji met een
verschrikten ruk cn ontstak haastig hel gas
licht,, dat dc grootc, holle kamer duidelijk
dood uitkomen. Vol verbazing staarde zij de
vriendinnen aan, maar weldra stond haar ge
zicht weer even stïnk on bleek als anders
cn bood zc het tweetal oen stoel aau, al wist
zij nog niet veel to zeggen.
Maar Bepdie Rep! Mies stond ver
baasd over haar. Bep praatte en koutte aan
één stuk door cn bracht juffrouw Ravel's hec-
lcmanl op streel,:, feliciteerde voor Mies mco,
dic maar zoo'n beetje stotterde en gaf liet
vaasje met tulpen, waar „Rafic" verrukt ovci'
was en dat weldra midden op tafel tussehen
de verspreide boeken troonde. Met z'n drieën
za.en zij nu voor de brommende, warme ka
chel te praten. Er was dien middag nog nie
mand geweest behalve Bep cn Mies, vertelde
juffrouw Ruvcr». Zc dronken thee uit kleine,
fijne Indische kopjes.
„Wat aardige theekopjes" zei Mies om ook
QQ s wat te zeggen. Maar dat berouwde haar
weldra.
„Ja, <Uc heb ik nog van mijn broer gekre
gen" antwoordde „Rufie" zacht '.hij was in
indie.Ken dikke traan viel op baar kramp
achtige gevouwen handen.
Julfiouw Ravers huilen dat hadden
Mies on Bep nog nooif gezien. Met grootc ver
schrikte oogen keken zij haar aan cn schrok
ken toen „Rafic" cr met moeite uitbracht
„En van morgen is de brief gekomen
dat liij dóód is gc .torven aan malaria
Inéén-; doorflitstc-hci Mies' brein, dat zij haai*
van ocalcml r.oo geplaagd hadden met dien
ccnen zin, dien ze zcide van ,Ann dc verrader
lijke moeraskoortsen sterven vele mensclicn."
O hoe vrcesclijk mo> t dat zijn voor een
klas met giebelende meisjes te staan, geplaagd
cn gesard tc worden, terwijl jc hart vol ver
driet is! En Mies, groote, donkere oogen vul
den zicli met tranen. Ja, Bep had gelijk, Rafic
had ccn treurig leven. En zc sloeg haar armen
om juffrouw Ravers' bals en troostte haar met
zachte, innige woordjes.
Om half zes namen zij afscheid, niet met
veel woorden, neen, maar de juffrouw voelde
de hartelijkheid wel van hun handdruk cn
hun ernstige gezichtjes. Zc daalden vlug cn
licht dc trap af, zoo'n echte nauwe trap met
ccn tou v ah leuning, terwijl zc boven nage
staard werden door juffrouw Ravers, die zicli
bukte om nog iets van de ranke- figuurtjes tc
ontdekken, welke als ccn glimpje vreugde haar
eenzamen, ïreurigen middag waren komen ver
helderen. 1*«i r.c mompelde voor zicli heen
„zonnestraaltjesJ"
Op straat waren de beide vriendinnen nog
stil, onder den indruk van het gehoorde,
maar toen zij bij huis waren, waar (1c blanke
stille straat eenzaam voor lien lag, toen (luis
terde Mies haar vriendin in't oor: „Jc had
gelijk, hoor Beppie
J PAULINE.
Daarop had hij rslst gereksnd
Op ccn groot buiten zou een diner gegeven
worden. Het huis was door een prachtigen
tuin omgeven en liij den ingang van het hek
stond do wkmiijg van den portier, die niemand
toegang mocht verlecnen dan volgens hem ge
geven orders.
Een visschcr. met ccn mand lekkere visch
meldde zich aan.
„Nu," dacht dc portier, „kan ik mijn slag
slaan,,.
Dat komt juist van pas," zei hij legen don
koopman, „wij hebben reeds uitgezien naar
visch, want daaraan is vandaag grootc be
hoefte. Er is van avond diner en ge kunt goedo
zaken doen.''
„Prachtigzei dc. visscheiv maar terwijl
liij door de poort naar binnen wilÖb gaan, zei
de portier:
„Ik verleen je alleen toegang tot het huis op
voorwaarde, dat ik (1c helft krijg van den
prijs. dic% jc ontvangt, want je kunt vragen
wat je wilt."
De visschcr dacht even na en zei: „afge
sproken
Daarop naderde hij liet buis, schelde a »it
en vroeg der, baron te spreken. Deze was ojt-J
getogen, dat bij zooveel visch voor zich zag.»
als liij maar verlangde on riep uit:
„Gc komt als een redder in den nood, man I
Al uw visch wil ik koopen."
„Ja, zei nu dc visschcr, „als ik maar krijjf
wat ik verlang'.1
„/.eg maar, wat gc hebben wilt. "Wat moet
ik geven
„Wel meneer, gij geeft me toch niet, wal Uil
verlang".
„Dat zult ge eens zien, kom "M aag maar."
„Nu, meneer /al in zijn vuistje lachen#!
maar niets minder dan wat ik vraag er\ an*
dér.s geen visch."
„Hoeveel moet 't zijn?'*
„Honderd slagen on de viscli is voor u V*
„Die man schijnt niet goed liij het hoofd te»
zijn,'' dacht dc br/ron, terw ijl bij Item vragend
aankeek, of liij t wel meende.
„Wis on zeker!" hernam dc vis-uher. ..Ik
dacht het wel," voegde bij cr nog aan toe.
„Maar wie geeft ccn koopman klappen Vi"»rj
goede waar
„Dic wijs is on 1 cc ren wil van" een ccnvou-j
dig on eerlijk man."
„Daar steel;-: wat achter!" dacht dc baron:
het is natuurlijk oen grap." Daarop liet lü|t
één zijner bedienden komen, sprak met hemi
oyer dc zaak on zei, dc schouders ophalend
„Als 't niet anders kan, dan in vredesnaam.'^
„Weet go wel, wat gc gevraagd hebt?'!
vroeg dc bediende.
„Zeker 1" luidde liet antwoord. X.
„Nu ga jc gang dan maar!" gebood dc ba- J
ron „maar (terzijde sprekend) behandel licnv tl
zacht." De visch, werd neergezet on eerlijk lie-
tanld. Toen vijftig slagen gegeven waren, riep}
de visschcr: „Iliuul op
„Nog vijftig zei do baron, <Tt'e wel' be
greep, dat. zc niet lc hard wanm anngchomen
„dat is afspraak."
„Goed," zei de visschcr, „maai* ik heb -re
vroegere afspraak gemaakt on wel met <l-i\
portierliij zou dc helft van don prijs in:"*-
krijgen."
Nu ging er con licllt op voor den baron on
7.ijn knecht cn in een oogwenk vvns ook dn
portier in het vcrirck. Mij ontving zijn deel,
maar zóó, dat bij liet danig voelde, cn niet. licht
vergelen zou. Toen dc visschcr de poort uil-
ging, liet dc heer des huizes hom zelf uil-
Meer dan voldaan verliet de vissclier het
buiten, cn gedurende hel diner werd het voor
val verteld on menig woord gc -proken (>\ur
eerlijkheid on oneerlijkheid, over venEend*
loon on zijn slag willen slaan op ongcodf*
loofde wijze.
Luchtvaart
Een Zcppelin-vlicgboot naar Nederland.
Naar wij vernemen zul eerstdaags ccn Zef*»
pelin-vlioboot noor Nederltmd komen tot bot!
houden von demonstraties. De plaats waar dab
zul plaats hebben is nog niet vastgesteld, maar
vermoedelijk zal bet tc Amsterdam ol IC RqN
terdam zijn.
De bedoelde vlicghoot is geheel uit Dun*
aluminium vervaardigd cn heeft twee Moyhacli»^
motoren van ieder 275 pnardckrachtcn. Zij nr.
ingericht voor reizigers en kon, behalve be
stuurder cn mecanicien, 6 personen bevallen.
Het is ccn één-dekker, waarvan de motoren
bovc-n den vleugel achter elkaar geplaatst zijn*
Do boot is een handelsvliegtuig. In Zwitser*
land hebben cr reeds demonstraties met tow*
risten mede plaats gehad, welke, naar mert
ons meldt, uitstekend geslaagd zijn.
'Deze vlicghoot bezit nog het voordeel, dat
zij niet in een hangar behoeft opgeborgen Iff
worden, doch gewoon in de open lucht vooP
anker kon blijven liggen.
AGENDA.
Vrijdag, Zaterdag, Zondag en Maandag»
bioscoop De Arend„De Circuskoning."
Dagelijks:
Museum Flehito.
Bioscoop Langcstraat. 13—16 Febr. Dak
Zigcur.erprinces. 1719 Febr. Levensstrijd*
17 Febr. Rem. Kerk (Piot. Bond). profL
Eerdmans. Lezing: „Godsd. en kapitalisme"#.
3 uur.
17 Febr.: „Dc Arend", lutv. dam es-zang-»
koor, ten bate T. B. C.
8 Maart: Amicitia, Volksavond „Tooiï^
kunst".
9 Maart: Amicitia, Uitvoering „Toon?
kunst".
Wol ophouden.
door C. II,
Kleine Zus, \s il jij mij bclpen
Houd die streng dun netjes °P-
Z'i> \oor 't rost: mutsje, weet je,
Dat il: iiaalc voor Zusjes pop.
iWat zal Poppcliesje blij zijn
Met liet mutsje op baar bol
't Zal baar voor den wind bescbu'
Want 't is lekker warme wol.
ichulftEtyi
En dat Zus, haar lieve Moesje,
Ook er aan geholpen heeft,
Is wat voor klein Poppcliesje,
Er dc meeste waard' aan geeft.