IGero AMERSFOÖRTSCH DAGBLAD Gelderscha Gredieiveraenigiog ül Middenstands CreMank! DF EEMLANDER" TWEEDE BLAD. Brieven nit 't zonnige Zuiden. Opgericht 1866. Gestort Kapitaal f «0.000.000 Reserven- 4.400.000 Ve&TfGfït alle bankzaken. BUITENLAND fcüersföort iw Omstreken. IMESMCliT Ho. 4. TEIEPHOON «9.30t Fourneert Cheques Op Binnen- en Buitenland i-feefSuitg ebreid Giro-verkeer., BINNENLAND WILLEM GROENHUIZEN f Zilver I Alpaca f FEUILLETON. Öe Stem van Frankrp 18e Jaargang No. 203 L» Zaterdag 21 ^'•'ïruari 1920 Zou wel ooit 'n brief, geschreven door 'n Noorderling aan de Riviera, anders be ginnen dan met enthousiasme over het 'droomschoone landschap en het heerlijke klimaat? Fr bestaat aiie reden toe, want schoon Is dit landschap en heerlijk dit klimaat. Althans in de weken en de uren. dat wij er van genieten En dan nog: is het ook niet des te verraderlijker? Voor wie uit hel kille, natte noorden komt, waar het vroeger in Januari vroor en sneeuwde maar tegenwoordig mist en regent, is het wel 'n vreemde gewaarwording om na slechts 2 dagen reizen hier 'n blauwen hemel, 'n brandende zon en 'n schier zo- mersche temperatuur te vinden. Zoo weg geioopcn van z'n hoekje hij de haard, nog in mopperstemming over tochtige ramen en openstaande deuren, kan hij zich op z'n balcon of 'n bankje aan zee of in 'n beschutten palmentuin koesteren in den zonnegloed, welke hem hcusch als bijna te machtig is. Van de verraderlijkheid van dit kli maat weet hij dan nog niets af. En hij ge looft niet wie hem waarschuwt, dat de winter aan de Rivièra nog niet de zomer is. Z'n winterkleeren gooit hij uit en hij beloopt z'n onvoorzichtigheid met 'n grip.pe, welke de helft van 't genotvol verblijf bederft, hi de zon is het op het midden van den dag warm maar tegen 't vallen van den avond koelt de tempera tuur sterk af; en zelfs de overgang van 'n bezonde boulevard naar 'n straat, welke in de schaduw der hooge huizen ligt, doet ons ondervinden dit de winter hier van den zomer slechts den schijn heeft. Het zachte klimaat dankt de Rivièra aan de Zee-Alpen, die 'n hoogen, op som mige gedeelten loodrechten muur vormen welke de kuststreek beschudt tegen de Noorder winden. En als dan toevallig nog een of twee in zee vooruitspringende ka pen ter zijde beschutting geven, bevindt men zich in 'n echt broeincstje, dat al leen naar het Zuiden open is en dus den gehcelcn dag door de zon gestoofd wordt. Nu reeds kan men in de middaguren be selfen hoe schroeiheet hef hier 's zomers moet zijn, wanneer nog tot overmaat van ramp dik stof en muskieten het leven schier ondragelijk maken. Maar de avon den en nachten zullen dan goddelijk zijn. De Rivièra is wel een der schoonste plekjes, van de wereld. In den winter en 't voorjaar 'n Paradijs. V/elk 'n bloemen pracht en weelderige plantengroei! Tui nen, die met hun sierlijke palmen en voor name agaven, met hun bloeiende mimo sa's, anjers en rozen paradijs op zich- zell zijn. Hoe verrukkelijke vergezichten langs de gezellige kustlijn over dc blau we zee en de witte stad en tegen de groe- ne bern-n en bruine rotsen, waaroverheen men nog juist eenige sneeuwtoppen ont waart. Maar ondanks alle schoonheid heb ik Nice niet lief. 't Is hier alles één verruk king cn men zou zich inderdaad in het Paradijs wanen, als er maar geen meii- schcn waren. De natuur vertoont zich hier op haar schoonst, de mcnsch op z'n lee- lijksf. filer ontmoeten elkaar zij die door den oorlog niets geleerd hebben en zij die aan den oorlog alles te danken hebben. Er zijn, te nudden van dc ware elegance, ty pes en excentriciteiten onder, die de moeite van observatie waard zijn. In het Casino en de theaters, op dc Promenade des Annliis en de winkelboulevards de- fileeren zij van vroeg tot laat. Maar het protsige en patserige steekt in de oogen, Zij komen niet voor de schoonheid, voor het klimaat, voor dc natuur, zij komen zoor de luxe, voor het spel, voor de lief de (met een kleine I). AR&HEiM. aEEsaESHara.sssGssCTarj Nice, la belle vendeuse de fleurs et d'amourl. 't Is niet alleen te Monte Carlo, dat de speelduivel regeert. Ook te Nice stroomt 't zilver voortdurend uit de zakken der holhoofdigen en zwakzinnigen in dc kas sen van de exploitanten der roulette, cn de overheid duldt dat niet alleen maar biedt zelfs de gelegenheid; een der groot ste speelholen is 't Casino Municipal. Er wordt hier 'n krachtige campagne tegen Monte Carlo gevoerd. Grootc aan- plakbillctten schilderen de verschrikkin gen van 't spel maar op 'n wijze, dat men zich afvraagt of 't niet veeleer 'n pak kende reclame is. „Dat moet ik eens gaan zien", zal menigeen uitroepen als hij de vreeselijlce dingen afgebeeld ziet, welke zich te Atpnte Carlo zouden afspelen. Van de heele collectie platen was er wellicht maar een welke eenig effect kan sortecren. lit bedoel die welke de vrou wen waarschuwt 'tegen t spel, omdat dit haar zoo leelijk maakt! Ter illustratie geeft men 't portret van 'n schoone, be koorlijke vrouw 's ochtends om 11 uur, en dezelfde 's avonds otn 11 uur als de passie van het spel haar trekken verwil dert en veroudert. Dat schrikbeeld is wel in staat om de Franschc vrouw van de roulette af te houden. Want er is niets wat zij zoo vreest als datgene wat af breuk kan doen aan hare uiterlijke be koorlijkheden, welke zij tocli al met zoo veel moeite en kunstmiddelen verzorgt en bijwerkt. En zou zij dan al die inspanning aan de speeltafel, dus juist daar waar zij 't meest opvalt, ongedaan laten maken? Intusschen schijnen de speclgelegen- heden te Nice zelf zeer te florecren. In schouwburg en concertzaal is het eerste wat men bij 't binnentreden ziet 'n drie dubbele haag menschen geschaard om de roulette. En 't schijnt hen eerder te prik kelen dan te ontmoedigen, wanneer zij hun franken zien weggeharkt worden. Het seizoen is schitterend. Alle dagen even zonnig weer en de hotels en pen sions overvol. Veel Engelschen cn veel Hollanders. Zij profileeren van de lage frankenkoers, welke reeds tot beneden de 20 cent gedaald is en 't leven voor hen hier veel goedkooper maakt dan in 'n eigen land. Als 'n Eranschman steen en been klaagt over de duurte van eenig artikel, zegt de Hollander, die 't bedrag omrekent in gul dens; „maar dat is spotgoedkoop, bij ons kost 't 50 of 100 r/o meer!" De Franschen weten dat wel en zien ons niet zoo heel vriendschappelijk aan. Teil onrechte want wij doen lnin niet 't ge ringste kwaad. De Hollander is nog al tijd niet al te best gezien, men is nog wat jaloersch en beschouwt hem als 'n hal ven Duitscher. Dat moest ik gisteren nog ondervinden, toen ik gemengd werd in 'n ruzietje tusschen 'n paar opvliegende Franschen cn men mij nariep: ,,il est de l'autre cöté. Haben Sie gut geschlafen?" Overigens kunnen wij ons troosten, dat wij weldra lotgenooten zullen hebben in de Amerikanen; die men niet goed meer luchten kan, omdat men zich economisch te zeer afhankelijk van hen weet. Waar twee Franschen samen komen, spreken zij kwaad van de Amerikanen, lit den trein hoorde ik 'tl Franschman tegen 'n ander zeggen; „Ziedaar 't resultaat van den oorlog, wij zijn geen knechten van Duitschland maar van Amerika gewor den; voor hen mogen wij werken!" De toestand is hier niet zoo gunstig als in ons land. Dc kolennood xloet zich hier veel scherper gevoelen. Terwij! de direc teur van de Amersfoortsche gasfabriek 't publiek aanspoorde om tocli maar veel gas te gebruiken, opdat de prijs lager ge steld kon worden, had men hier gaslooze dagen, en nu is men alweer heel blij al thans cenige uren per dag gas te hebben. De straatverlichting is heel zuinig cn 'n nieuw decreet doet deze nog meer beper ken over geheel Frankrijk; nieuwe voor schriften zijn ook gemaakt voor schouw burgen en café's, waar de verlichting tot 'n minimum wordt teruggebracht. En nu is crweer meelnood Dc hakkers kunnen niet genoeg brood, bakken cn zien hun voorraad in 'n ommezien uitverkocht iedcrcti ochtend is 't 'n sirtiggU voor brood. Telkens lelletjes in en voor de bakkerswinkels. Alweer 'n nieuw decreet voor hoe! Frankrijk: 2 dagen in dfe week mogen er geen (aartjes en koekjes gebak ken worden! Nu 't te laat is' De Fransclie administratie is nu een maal niet model. En de gemeenschapszin is hier nog heel wat minder dan ten on zent. En dan moet men Nederlanders, die hier lang gewoond en rondgekeken heb ben, eens liooren over de corruptie! Fr zal dit jaar geen Carnaval zijn. De vreemdelingen zullen 'i ber.oenule Carna val van Nice niet aanschouwen. Zelfs 't werpen van serpentines en confetti is ver boden. Maar dc bal-inasqué's zullen plaats hebben. In cenigszins gedcmocra- tiseerden vorm. F.r zijn geen voorgeschre ven kleuren voor dc costuums der dames, 'n Bezuinigingsmaatregel. Alleen moet 't costuum van zijde of satijn „van behoor lijke kwaliteit" zijn. En de hecren behoe ven niet eerst gecostunieerd te zijn; maar zij mogen dan slechls in rok komen. Smo king is niet voldoende. Dc convcspes aan de duurte mogen niet verder gaan, opdat „het cachet der bals er niet al te zeer onder lijdt". Wij hebben reeds twee Balaillcs de Fleurs op de Promenade des Anglais ge had. Beide begunstigd door 't prachtigste weer. Dat was 'n bloemenweelde en oogenstrecling! 'n Paar honderd versierde rijtuigen en auto's en 'n voortdurend bloe- meiigevecht. Wie zich dc batailles van voor den oorlog herinnerde, was teleur gesteld, Zelfs in dit bloeinenlatid zijn de prijzen der bloemen ontzaglijk gestegen. Vroeger kon men voor 3 a 400 francs 'n fraaie versiering van 't rijtuig doen uit voeren, thans was er 1000 1200 fr. noo- dig om iets niet al te banaals te vertonnen En kostten dc „projectielen", dc bouquet- jes waarmee men elkaar werpt, 5 francs de 100, ditmaal liep de prijs tot 25 fr. op. Er moest dus wel vereenvoudigd worden, maar aan de geanimeerdheid heeft dat weinig afgedaan. Polifieb Overzicht In hare commentaren over de jongste be sluiten van de thans in Londen vergaderde vredesconferentie legt de Fransche pers een merkwaardige beknoptheid aan'den dag. De veelheid van de behandelde onderwerpen schenkt haar gelegenheid om zich kort af te maken van wat voor Frankrijk mind or non- genaam is, voor zoover zij er niet geheel over zwijgt. De algemeene indruk ken hierin worden samengevat, dat de voorloopige uit komst voor Frankrijk niet ongunstig is en dat men de verdere beraadslagingen met vertrouwen kan. tegemoet zien. In dc kwestie van de uitlevering drr oor logsmisdadigers wordt in min c-f meer be dekte termen de nederlaag van cle Franschc diplomatie toegegeven onder opmerking echter, dat die ruimschoots wordt goedge maakt door het feit, dat Frankrijk in de veel gewichtiger kwestie van Konstanlinopel zijn standpunt geheel heeft kunnen handhaven. De Temps brengt een beloog, dat nu er be paalde besluiten genomen zijn, het voor de discipline onder de bondgenootcn noodig is, dat alle partijen zich daarbij neerleggen. Wat cle besluiten tegenover Duitschland be treft, moet bovenal worden geconstateerd, dat er geen bres in het verdrag gelegd en geen precedent geschapen is. Over de ko'enkwestie £ijn besprekingen gaande cn het is dus voorbarig daarover te spreken. In de kwestie der uitlevering van de oor logsmisdadigers hebben de geallieerden, wanneer Duitschland zelf de vervolging op zich wil nemen, niet het rechl zulk een ver- volding le verhinderen. Zij zullen zich dus er mee vergenoegen een commissie te be noemen, waarvan Jules Combon voorzitter zal zijn, om de bewijsstukken le verzamelen voor de schuld der personen, die men voor den rechter gebracht wenscht te 2ien. De Fransche minister-president Millerand heeft tegenover een medewerker van do Echo cle Paris er nadruk op gelegd, dot dc uitkomst van de beraadslagingen bovenal het bewijs heeft geleverd van den bepaal den wil der geallieerden, inzonderheid van Frankrijk cn Engeland, cm nauw verbonden te blijven. De vraag of Duitschland met het oog op den terugtocht van de geallieerden in de uitleveringskwestie reden heeft lot het aanheffen van een zegezang, beantwoordde Millerand met een verwijzing naar den in houd van de nota der geallieerden. Inderdaad is hier geen reden voor buiten sporig vreugdebetoon. Het is zeker van ge wicht, dat de acute krisis voorbij is, maar het gevaar voor de toekomst is niet afge wend. De nota laat dit gevaar bestaan; zij vol voetangels en klemmen. Daarop wórdt door de Frankf. Ztg. de aandacht gevestigd, die haar oordeel aldus samenvat: „Hét acute gevaar van verdere levensge vaarlijke dwangmaatregelen der geallieer den in geval van weigering en de niet min der vreeselijke, m-enschelijk nog vernieti gender catastrophe van een Duitschen bur geroorlog in het geval van aanneming van den eisch door de Duitsche regeering zijn ons bespaard gebleven. De geallieerden laten het aan de Duitsche rechters over te oorcleelen over schuld van Duitsche staats burgers en zij zullen aan het proces niet op andere wijze deelnemen dan dat zij een met zorg bewerkt materiaal lot onze beschikking stellen. Ook/deze regeling is niet zonder smet, maar zij vermijdt de bewuste verne dering, dc Duitsche staatsburgers aan hunne rechtmatige rechters te onttrekken en hen voor het forum van vreemde militaire recht banken te brengen. Dit komt ons Duilschers van zelfsprekend voor, maar niet de an deren. En wij zijn helaas in den ontzetten- den toestand, dat wij de bevelen van do overwinnaars moeten opvolgen of de gevol gen van ons verzet daartegen in hun volle zwaarte moeten dragen. Duitschland heeft zijn moreel oordeel over deze gewelddaad niet verborgen gchoudèn, maar dat zou aan i de feiten zelf nietfe veranderd hebben; nis de voor geallieerden niet onder den druk van de openbare meening in Engeland en Italië cn in menig ander land en ook in het besef der noodzakelijkheid van de gemeenschap pelijke afweer van een nog erger catas trophe van geheel Europa hadden toegege ven. Wel is Millerand in staat geweest in het entwoord van c!e geallieerden op het Duitsche voorstel het beginsel van de „strafbepalingen te redden, want de geal lieerden behouden zich voor later, wanneer zij mcenen dot de Duitsche vonnissen de bedoeling ademen^de schuldigen aan hunne bestraffing te onttrekken, op het jn het ver drag van Versailles afgedwongen recht om de uitlevering te verlangen terug te komen. Dat is ren erge bepaling. Zij stelt de koel bloedigheid van het Duitsche volk op een zware proef, want daarmee is niet rlleenf de mogelijkheid opengelaten om den ,on- rechtvaaitMgen strijd» na jnnr en dng opnieuw te beginnen, maar voorol brij- i do Diiilach» procesvoering daardoor een zeer pijnlijk aanzien." Desniettemin begroet de Frankf. Zlg. r'e nota als een verlichting, omdat de kwestie van de uitlevering doordoor uitgesteld wordt tot een tijd waarin de regeeringen en vol ken veel zullen hebben geleerd wat zij heden nog niet willen begrijpen, en voorr-.t omdol in deze nota een zucht waait van oen beleren geest, die alleen in staat is den geest van wraak en vernieling te overwin nen. Uit d<* Pf»r? Ex*keizer V.'ilhülm. De Daily Mail wil uit Amsterdam verrio men hebben, dat de Nederlanders berei» zijn te voldoen aan een verzoek van de ge« allfeerden, om den gewézen keizer te dev porlceren, indien zijn tegenwoordigheid in Nederland wordt beschouwd als een gevaar voor de veiligheid van Europa. De mogelijkheid zijner interneering i£ eenigen lijd in overweging. De N. Ct. wil hierbij aanteekenen, dat in dezen vorm de zack stellig niet juist is. D# Daily Mail had de zoak door een klein» redactiewijziging een heel ander karakter kunnen geven. Niet de overweging der geallieerden over een eventueel uit de aanwezigheid van den keizer voortvloeiend gevaar is het beslis send element, maar indien zij inderdaad- door mededeéling van feiten die aan enz» regeering zouden zijn ontgaan, den indruk weten te vestigen, dat gevaren van diert aard dreigen, die door onze 1 eg coring niet worden gezien, dan zal daarop ongetwijfeld worden gereageerd. Deze mogelijkheid is van den aanvang of in hel oog gehouden. Reeds kort nadat Wil helm II onze grenzen had overschreden, den lOen December 1919, heeft de premier bij cle beantwoording der algemeene beschou wingen van cle Slanlsbegrooling gezegd „Intusschen, dc Regccring is dc mooning toegedaan, dat de thans bestaande toe stond een voorloopige is. De ontwikkeling der internationulc gebeurtenissen zal daar bij zijn nf te wachten. Gelet op de stemming in het buitenland is de mogelijkheid niet geheel uitgöslo- Spijt, berouw, wroeging dat is 't genot, van achteren bezien. JUWELIER ;-i AMERSFOORT Roman door 5ADRIEN BERTRAND. Bekroond met den Prix-Goncourt. 20 Zoo gaf Vaissette, nauwlijks van zijn emotie Dekoir.en, toe aan zij 11 neiging tot peinzen en betoogea. Hij meende zelfs, dat hij, tweede luitenant geworden, met meer gemak en met meer_ gezag zich aan deze neiging kon over geven. Fabre viel hem niet in de rede; want, in zijn eigen gedachten verzonken, had hij niet naar htm geluisterd. Vaissette vervolgde: „Maar men moet al heel oppervlakkig zijn als men daarhii staau bliift. De redenen waar om wij vechten,, liggen veel dieper; het zijn redenen van economische politiek, van ras, en van gevoel, het zijn ook ideëele rede nen. En deze redenen hebben een geestelijke beleckenis. Wat mij intusschen angstig maakt, dat is mijn nieuwe verantwoordelijkheid: nooit zal ik op dc hoogte van mijn taak zijn." „Maak geen gekheid," zei Fabre, „ons vak van compagnies-commandant is even nederig als grootsch. Het zal voldoende zijn. dat je ook in het vervolg toezicht houdt cp de mate- rieclc aangelegenheden van ondergeschikten aard bij de sectie, evenals je dit tot dusver hebt gedaan; en behoud evenzoo je kalmen moed in het vuur en het moreelc ovcrw ch, op je mannen. Dat is al wat ik jo vraag. Want de wil om te overwinnen cn te sterven van een honderdtal soldaten, ligt in de ziel van den subalternen officier, die hen aanvoert. Evenzoo ligt onze vastbeslotenheid in het hart van onze commandant. Zoo behaalt do opper bevelhebber eerst de overwinning in zijn eigen binnenste, en lan ill het gemoed van zijn mi- hoenen manne alvorens hij haar op het slag veld behaalt. Lucien Fabre rookte als een oude snorre- baard. Hij sloeg met zijn pijp tegen dc zool van zijn schoen om er de asch uit te kloppen. Vervolgens stopte hij zo met tabak. Hij ging voort: „Tweede nieuwtje. Ik hen tot eersten luite nant bevorderd, cn ik houd het commando over de troep. Maar nu iets wat veel gewich tiger is: de -regering is naar Bordeaux ver trokken, maar de Pruisen zijn niet in Parijs. De beslissende slag is begonnen. Binnen een paar uren zullen wij aanvallen." En op ernstigen toon voegde hij erbij: „Wij zullen vechten tot den dood. Ik heb bil den commandant ingestaan voor mijn compagnie. Meer boet ik je niet to zeggenV' Het klonk bijna banaal. Het werd zeer een voudig, op gedempten toon gezegd. Er was niets plechtigs, niets theatraals, noch in dc omgeving, noch in dc woorden. Steeds rom melde in de verte het kanon eentonig voort, cn de jagers snurkten in onbewustheid. En toch doorsidderde plotseling een huivering de beide mannen. Hun oogen schitterden. Zij waren vervuld van een koek onwankelbaar, onwrikbaar besluit. Zoo ging, sedert eenige uren, de ademtocht van het Oneindige over deze menschen, geroepen tot den dood. „Ik heb een dagorder va» den opperbevel hebber," zei Fabre. „Wij zullen ze aan de mannen voorlezen." Beiden stonden op en gingen door hel kreu pelhout naar dc compagnie terug. Zij voelden zich ouder en ernstiger dan te voren. Ilun stap was zwaarder en zelfbewuster dan voor heen. Fabre riep zijn ordonnans. „Kijk," zei hij, „hier is een zilver lint, daarvan moet jc een galon naaien op mijn tuniek, naast het galon dat er reeds opzit. En ook moet je er een naaien op de kapotjas van den tweeden luitenant Vaissette, nadat je eerst de scrgeantstrepeii er hebt pfgenomén." De jager stond verstomd. Zooveel gewich tige gebeurtenissen brachten hem van zijn stuk. Hij zei niets en zocht in zijn ransel een naald en garen; en uit zijn zak haalde hij e-n groot mes. Snel kweet hij zich van zijn op dracht liet was niet elegant .gedaan., mnar het .>yas'stevig. Het nieuwe galon op dc uni- iórnt yYau Lucien zijn'' gtanziij^o wit heid scherp af bij het "oude reed's" grijs gewor den galon. Het smalle galon op dc kapotjas van Vaissette deed de plaats waar zijn bree- de sergeantsstreep had gezeten, onmiddellijk in bef nos vallen. Het nieuws had zich onder de manschappen verspreid. Onmiddellijk wa ren allen klaar wakker. De compagnie verza melde zich. „Ik heb jelui wat tc zeggen," zei Fabre. De jagers gingen bijeen staan. Zij duwden elkander opzij, staken de hooiden vooruit, cn vormden een lciing, alsof ze onderricht zou den krijgen in de theorie. Dc luitenant had dit op zijn gewone toon gezegd. Uit heel zijn hou ding sprak de grootst denkbare eenvoud. En hij vervolgde: „Kameraden, ik stel jelui jc nieuwen com mandant voor, den tweeden luitenant Vaiset- te. Wat mij betreft, ik neem het bevel over de vierde compagnie op mij. Ik verwacht dat jelui je op dezelfde manier zult gedragen als je dit onder kapitein Nicolaï hebt gedaan." En al dc mannen voelden, dat dit een plech tig oogenblik was. De charge cn liet hand gemeen, 'die zij hadden doorgemaakt, ston den hun weer voor den geest; en zij dachten aan hun kapitein. Angielli mompelde: „Potverdikke! Potverdikke „En nu," vervolgde Lucien, met eenige stem verheffing, „luistert goed. De Duitschcrs zijn lot hier doorgedrongen. Zij hebben een deel van Frankrijk overweldigd. Sedert gisteren- is de slag begonnen, waarvan liet lot van ons land afhangt..." De stem van den officier beefde cenigszins. Alle soldaten hielden huri adem in. Hn hij zei; „Kinderen..." Lucien was twintig jaar. Er waren mannen 111 zijn compagnie, die zijn vader hadden kun nen zijn. Maar niettemin waren dc jagers on der den indruk va» de téederheid en van het gezag, die klonken in zijn stem. •Onder andere omstandigheden zou hij een. langere rede hebben uitgesproken. Ilij wist bij ervaring, dat hij zijn manschappen in geest drift brengen kon door zijn woord. Maar op dit oogenblik was het iets anders. Alle uiter- lijkc welsprekendheid detoneerde, bier. E11 hij sprak met een doffe, behccrscble, verstikte stem, die zijn mannen roerde lot in het diepst van hun ziel. Angstig, met open mond, dron gen zij heen om hun chef. De andere compag nieën waren niet te zien; zij waren verbor gen door den nevel cn door een gordijn van hoornen; de eenzaamheid was volkomen. Slechts de stem van het kanon klonk door do stille. „Welk een phalanx van gladiatoren," mom* pelde Vaissette. Fabre vervolgde: „Wij zullen Binnen enkele uren opnieuw sla£ leveren. Dal /.al verschrikkelijker zijn dan de» gevechten,, die wc tot nu toe hebben meege maakt. Van dat oogenblik af moet ge aan niet* .anders denken dan aan standhouden, terwijl gc u zoo goed mogelijk dokt. Als ge vcor' wnarts rukt moet ge goed in het gelid blij* veil, cn ge moet g^ed mjjckcil; bij een hand gemeen moet gc u zoo <£*ed mogelijk weren# en gij moet steeds gehoorzaam zijn aan dd bevelen van uw chefs. Gc moogt alleen nog maar aandacht voor dc vervuiling van uw sol- datenplicht hebben. Nu is bet oogenblik komen, waarop gc het besluit moei nemett dat uw toewijding zal gaan tot den dood." (Wordt vervolgd^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1920 | | pagina 5