Mattenen en Voetballen DE EEMLANDER" Op Corsica.. BUITENLAND, FEÖSLLETO^. Eif unr viif an twintig 18e Jaargang Nft. 235 P« maaadeo voor Amcrs. £!Ol3! rlliO jooit 110_ tdcm toanco pi. poal f 40, b« week (met grattf venekcring o«Ke!tAk»a) f 0.17», «Wonderlijke nummer* 1 OM. Tileïhoon 511, DIRECTEUR: J. VALKHOFF. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. M. HOOFDREDACTEUR: O. J VAN SCHAARDENBURG. Dinsdag 30 Maart 1S20 mm jssmii!» niet inbegrip v.m eca bewijsnummer* elke regel meer 0 20, d'cnstaanuic* dingen 1-5 icgcls f 0.50. Voor bande) cn bedrijf bestaan zcci voordcclige bepalingen tot liet herhaald adverteeren bij abonnement. Et.no ciicu-auc, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Bewijsnummers 5 cent. Zoo'n Corsïcaansch dorp, gelijk trouwens elk Italiaansch dorp, moet man uit de verte zien. Schilderachtig ligt het tegen den berg ^aangevlijd, of op 'n hoog plateau, ontoegan kelijk soms als 'n arendsnest boven op 'n Steile rots. Het lijkt 'n coquet wit stadje met z'n hooge huizen, blinkend in 't zonlicht en samengedrongen om 't kerkje met z'n sier lijke campanile. Maar van dichtbij gezien, och, welk 'n ontgoocheling I 't Vriendelijke stadje blijkt 'n vuil nest te zijn, de witte huizen zijn grauwe, groezelige kazernewoningen, onregelmatig voor- of ach teruitspringend in de straat. In deze dorpen smaakt men niet de genoegens van 't buiten leven geen vriendelijk huisje met tuintje, doch slechts 'n verdieping in 'n oud, uitge- .woond huis met afgeloopen donkere trap en morsige kamers. Niets wat naar gezelligheid zweemt; dat is dan trouwens niet noodig. Want 't huis is er alleen maar om de spulle tjes in on te bergen en om er te komen eten en -slapen. Wat zou de man binnenshuis 'doen Z'n vrijen tijd brengt 'hij door op straat of in de kroeg en de vrouw hangt de Jielft van den dag uit 't raam om te conver seeren met de buurdames, of te zien wat er a'zoo gebeurt in de plaats. En dat is niet veel I En dan die dorpsherbergen, die zich nog onder den weidschen titel van Hotel zus of zoo aandienen 'n Goed toerist kijkt zoo nauw niet. Hij neemt alles voor lief, als hij maar veel goeden wil met weinig resultaten ziet en maar iets vindt om het moede hoofd neer te leggen. Voor hem ligt in 't primi tieve juist veel aantrekkelijks. Hij ziet alles iiOg onopgesmukt, natuurlijk. Veel ontberin gen, ja, maar geen hinderlijk publiek, dat reist omdat 't mode is en men hier of daar geweest moet zijn. Geen vreemdelingenex ploitatie geen afzetterij. Zoodia 't hotelwezen wat gemoderniseerd én de verkeersmiddelen aanmerkelijk verbe terd worden, is Corsica 'n druk vreemdeling 'genbezoek overwaard, 't Verdient dit nu al, want in zekeren zin maakt juist 't primitieve 't bezoek voor den toerist nog interessanter èn met de mederniseering gaat ook veel van 't bekoorlijke en karakteristieke verloren. Maar 'n land is nu eenmaal geen museum en 't natuurschoon wordt er niet minder om als aan achterlijke toestanden onder 'n volk 'n einde komt. "t Is grappig zoo onopgemerkt uit het „ho telraam het dorpsleven gade te slaan. Over dag gebeurt er ongevee rniets. Honden en kinderen verlustigen zich in de goot; 'n vrouw gaat water halen aan de fontein en men bewondert de gratie, waarmee zij de kruik, soms 'n emmer vol water, zonder vast houden op 't hoofd draagt. Maar 's avonds wordt 't drukkerdan ko men de ezels van 't dorp terug, begeleid 'door de mannen. Meestal bestaat hun vracht uit wat takkebossen of sprokkelhout uit 't Maquis, 't beroemde, geurige Maquis van Corsica, waarmee bergen en dalen overdekt zijn. Den rijdt er 'n reeds lang door 't geklin gel der bellen aangekondigd, zawarbeladen ,en met 6 muilezels bespannen tweewielige Kar binnen, welke 't meel voor de bakkers en andere voorreden meebrengt. Inmiddels keeren ook de geiten terug, die allerkrom me sprongen maken, omdat hun lirikerpoo- ten met nvrij kort touw samengebonden zijn. Gesprekken, worden aangeknoopt, de drogist, autoriteit van 't~dorp, komt er bij te pas en de straat, die 'n uur geleden nog doodsch was, wordt opeens levendig. De vrouwen, die uit de ramen hangen, hebben heel wat te spieden. Aan den overkant zie ik alle jongemeisjes naar de vensters snellen, 'n paar jonge mannen, komen de dorpstraat afgewandeld, gearmd naar 's lands gebruik; misschien zijn 't de eenig overgeblevenen van de jongelingschap, want zwaar zijn de oorlogsverliezen geweest voor Corsica met z'n groote gezinnen; zeldzaam zij de fami lies die geen vader, zoon of broeder verlo ren hebben, gevallen in den strijd om het nieuwe Europa, waarin wij thans leven te helpen stichten. Het is luguber al die vrou wen in 't zwart te zien, haar mooie, maar spoedig verouderde gezichten verscholen onder de zwarte hoofddoek. Alles is zwart hier, ook de schapen, gei ten en varkens. En de avonden zijn niet min der zwart. Want aan straatverlichting wordt niet gedaan. En in de huizen zelf bekom mert men zich ook niet veel om 't licht. Ge lezen wordt er immers toch niet. Ook in m'n herberg worden de lampen ontstoken. Natuurlijk petroleumlampen, cn bij voorkeur steekt men in de eetkamer die lamp aan welke geen kap heeft, 't Geen althans dit voordeel biedt, dat men niet ei te precies ziet wat men eet in 't Hotel des Gourmets! Er zijn nog prachtige types onder de dorpsbewoners. Corsicanen zooals wij ze ons inderdaad voorgesteld hadden en cjie zich zoo als roovers zouden kunnen ontmas keren. Maar in werkelijkheid zijn 't brave, welwillende lieden, zeer spraakzaam en wel bespraakt en als gij hen in den postwagen ontmoet en wat toeschietelijk zijt, wordt ge alras de dikste vriendenbij de eerste hslte biedt hij u 'n sigaret aan en bij de tweede noodigt hij u uit in de obscure herberg 'n glas met hem te gaan drinken. In onzen alles nivelleerenden tijd blijft 't schilderachtige type nog steeds in 't oude geslacht behouden. De jongeren moderni- seeren zichvooral zij die den oorlog mee gemaakt en teruggekeerd zijn, imiteeren ge heel den jongen Franschman. Men pikt ze er terstond uit door hun veel geringere non chalance in costuum en houding. Langs de wegen ontmoet men er nog ge noeg van 't oude type met hun kale maar zwierige hoed, hun korte ruwe baard en al tijd onafscheidelijk van hun pijp Corsicaan sche tabak, welke geurigheid zij zelve niet durven roemen. Niet zonder fierheid zitten zij op hun kleine, grijze ezel. die niet zoo zwaar belast kan zijn of zij vinden er nog wel 'n plaatsje voor zichzelf. Dikwijls zijn zij gewapend. Dat wil zeggenzij dragen 'n geweer, want 'n mes of dolk hebben zij altijd ergens verborgen bij zich. Zij zijn ge duchte jagers en er is veel wild op Corsica, 't Maquis is ook daarvoor 'n veilige schuil plaats en zoolang 't Maquis niet uitgeroeid iis, zullen de vossen, wilde zwijnen en mouflons ('n soort wilde geit) zich nog niet al te ongerust over hun voortbestaan be hoeven te maken. Van de uitgestrekte wouden, waarom Cor sica in de oudheid bekend was, is heel wat verloren gegaan, maar nog 19 van den bodem 174.000 H. A., is bedekt met bos- schen, al vermndert dit jaarlijks door de tallooze noodlottige boschbranden, welke gemiddeld 1000 H. A. per jaar verwoesten. De bergen zijn nu overdekt met het geu rige Maquis, 'hoog kreupelhout en ondoor dringbaar struikgewas, waar vroeger beruch te bandieten huisden en thans nog wel eens moordenaars 'n toevlucht zoeken, minder om de justitie dan wel om de weerwraak van de familie van hun slachtoffer te ontkomen. Nog ongeveer 50 van Corsica's grond is bedekt met maquis; voegt men hierbij-de 19 bosch, 'n flink percentage voor moe-1 ras en rots, dan is 't duidelijk dat er voor bouwgrond niet veel overblijft. Er is nog maar heel weinig grond in cultuur gebracht en daarvan 't grootste gedeelte aan de vlak ke of glooiende Oostkust; de streek om Bastia heet de tuin van Corsica. De rotsige Westkust leent zich minder voor cultuur maar onder 't maquis van de bergen in 't binnenland ligt nog veel vruchtbare grond verborgen. Dat deze nog zoo weinig benut is, is vooral te wijten aan 't gebrek aan ener gie en de conservatieve en primitieve me thoden der bevolking, die 'n stuk maguis af branden om met de asch 't terrein vrucht baar te doen worden en zoodra de grond uitgeput is, hem maar weer overlaten aan 't voortwoekerend struikgewas om elders weer op dezelfde wijze te werk te gaan. Er komt nu verbetering in, reeds zijn verscheidene lnndbouwvereenigingen opgericht, land- bouwleeraars aangesteld en te Ajacio is 'n landbouwschool gesticht. Dat er vruchtbare grond is blijkt wel hier uit, dat in 't Z. O. 't koren 20 tot 60de gerst 80 en de mais-100 maal 't gezaaide opbrengt. De Corsicaansche wijnen dragen nog 'n zekére vermaardheid, de wijn van Cap Corse is beroemd, maar de phyloxera heeft ont zettende schade aangericht. Er zijn op 't eiland nog groote kastanje bosschen, er zijn oude exemplaren van geweldige omvang bii; de kastanjes zijn 'n geliefd voedingsmiddel en van 't kastanjemeel maakt men allerlei gebak. Langs de Oostkust vindt men duizenden kurkeiken, en de kurkindustrie is een van de weinige industrieën van 't eiland. Het biedt 'n eigenaardige aanblik, zoo'n bosch met geheel of gedeeltelijk ontbaste eiken met hun naakte kaneelkleurige stammen, die na 7 jaren hun schors weer terug heb ben om er dan opnieuw van beroofd te wor den. Corsica levert ook marnier op, 't marmer van de Sarcophaeg van Napoleon en van de Opera te Parijs is afkomstig van Corsica. De voornaamste uitvoerartikelen zijn ove rigens kaas en olijvenolie. De Corsicaansche kaas komt in den handel als Roquefort en dat verdriet de Corsicanen genoeg. Zij werken er voor en Roquefort heeft er het profijt van. Waarom kunnen wij niet zelf onze kaas als Corsicaansche kaas in den handel brengen en aldus ettelijke niillioenen voor Corsica behouden en weer verder vruchtdragend maken zoo vragen zij. Zou soms 't publiek de kaas er minder smakelijk om vinden Dat is een hoopvolle opvatting in 'n land, waar de invoer ongeveer 't dub bele van den uitvoer bedraagt, zou 't in eigen hand nemen van de kaasproductie en export 'n geheele economisch ommekeer kunnen worden. En inderdaad, 't schijnt wel of 't dien kant opgaat, Corsica ontwaakt. Er groeit verbittering onder de bevolking, wier oogen opengaan voor hun eigen rijkdom men, waarvan de vruchten tot dusver ande ren, meestal vreemden exporteurs en denge nen die van1 dezen leefden, ten goede kwamen ;dat kon trouwens niet anders want dezen waren de eenigen, die ondernemings geest hadden. Welnu, wij willen zelve ook ondernemend worden, zeggen de Corsica nen en ze gingen over tot 'n daadzij bra ken niet Roquefort en zetten allen uitvoer stop. 't Was al te erg, zelfs de producten van 't eigen land liepen tot fantastische prij zen op of ontbraken geheel, omdat ze in groote hoeveelheden uitgevoerd werden. Zoo bijv. de olijvenolie, zonder welke de Corsicaansche huisvrouw geen maaitijd zou weten te bereiden. In dit stadium is de beweging op dit oogen- blik gekomen en 'k zie 't begin van 'n nieu we toekomst voor 't oude Cyrnos in. Ook voor Corsica breken nieuwe tijden aan maar er is 'n heele achterstand in te halen. Op elk gebied. Zoo las ik in. een der courantjes, dat in zeker dorp de jeugd al bijna 'n jaar vacantie had, omdat de school geheel ver vallen was en maar niet hersteld werd. (Wordt vervolgd). Politiek Overzicht De meeste aandacht vraagt thans wel de regeeringsverklaring, die de rijkskanselier, dr. Hermann Muller, gisteren in de Duitsche Nationale Vergadering heeft afgelegd en waarin hij er nog eens aan herinnerde, dat de nieuw-gevormde regeering den steun heeft Van dezelfde partijen als de oude. In Duitschland zal spoedig een economi sche raad worden ingesteld: de takken van economisch leven, die daarvoor rijp zijn, zul len in openbaar beheer onder toezicht wor den gesteld: in de eerste plaats komen hier voor in aanmerking: electriciteit, steenkool en kali. De buitenlandsche politiek zal geen wij zigingen ondergaan. De rechterzijde heeft van de Duitsche regeering geëischt, dat zij tegenover de onverbiddelijke macht van de Entente een z.g. macht zou moeten stellen, die Duitschland echter in 't geheel niet be zit. De rijkskanselier protesteerde heftig te gen dezen eisch en gaf te kennen zich alleen te willen bedienen van de macht, waarover zwakkeren hebben te beschikken: verstnnds- orgumeiiten, overreding, tegenvoorstellen. Het kan niet worden ontkend, dat inderdaad door deze middelen de Duitsche regeering de scherpste, meest bitse en hoekige pun ten en uitsteeksels der Entente-eischen heeft afgeslepen en bij de voormalige vijanden weer wat vertrouwen heeft gewekt, dat nog is versterkt, doordat de aanval der Kappis- ten zoo spoedig werd afgeslagen. Muller kon derhalve ook met recht en reden den wensch uiten, dot Duitschland's tegenstanders hoe langer hoe meer mochten inzien, dat het Rijk niet tot rust kan komen, wanneer het niet voldoende kan voorzien in zijn economische en nationale behoeften; bovendien zou z. i., wanneer de vrede van Versailles inderdaad in overeenstemming was geweest met de principes, volgens welke de Entente-landen den strijd hadden aangebonden en wanneer tevens het Duitsche volk na den wapenstil stand het ademhalen niet schier onmogelijk was gemaakt, de aanhangers van Kapp veel minder geweest zijn. Millefond, de Fransche minister-president, heeft Vrijdag j.l. in de Kamer verklaard, dat Frankrijk geen land van wraak en haat was, doch slechts verlangde naar gêtechtig- heid; tevens zag Millerand enkele wijzen van economische samenwerking met Duitschland onder de oogen, doch als hoofdvoorwaarde stelde de Fransche minister-president, dat Duitschland de verdragsbepalingen nakomt. Müller was óók voor samenwerking met Frankrijk en meende, dat Duitschland, sinds de onderteekening plaats vond, op eerlijke wijze zich had beijverd om te vervullen wat in zijn macht stond en afgezien van ge noemde voorwaarde, achtte hij een samen werking tusschen beide landen volstrekt ge boden, daar anders het Duitsche rijk econo misch en financieel zal doodbloeden en in zijn val de andere Europeesche landen mee slopen: wanneer Duitschland niet levensvat baar is, zal Europa niet kunnen leven. De rijkskanselier heeft zich zelf afge vraagd, of wel steeds rekening is gehouden met de Duitsche levensbelangen, zelfs wan neer deze samenvielen met de Fransche, maar moest een ontkennend antwoord ge- i 1 if ten bewiize, het volgende voor beeld van recenten. datum: Uit sommige streken van het Ruhrgebied kwamen dag-in dag-uit deputaties bij de regeering; in ver band daarmee heeft deze sinds enkele da gen met de geallieerdè regeeringen onder handeld en dezen verzocht om, indien de nood neep, in dit gebied voor korten tijd een sterke troepenmacht te mogen gebrui ken. Dc toezegging werd gedaan, dat, zoodra ontspanning intrad, geen soldaat meer infi de neutrale zóne zou komen don vroeger reeds was toegestaan. De Entente stelde* echter de inwilliging afhankelijk van eenl voorwaarde; zij wilde het Duitsche voorstel alleen aanvaarden, wanneer terzelfder tijd de geallieerde troepen elders mochten op rukken: de geallieerden eischten de bezet* ting van Frankfort, Homburg, Darmstadt en Triburg, wat zou beteekenen, dat de Enten te 20 K.M. ver in de onzijdige strook zou mogen oprukken. Deze eisch is door de Duit sche regeering van de hand gewezen, daar zij er niet over denkt de neutrale zóne bloot te stellen aan de verschrikking eener bezet ting. De Duitsche regeering liet zich leiden' door de gedachte, dat de ontwikkeling der gebeurtenissen in het Rhurgebied het nako men der economische verplichtingen, die uit het verdrag van Versailles voortvloeien, /eer zouden schaden en dat daardoor Frankrijk's belangen, met name wat de ko- lonleveringen betreft, geducht in het gedrang zouden komen. Tegen dictatuur, van welken kant deze ook mocht komen, zou de regeering vani Muller zich schrap zetten en zij zal niet na laten de hoogverraders de straf op te leggen, die zij verdienen. 1i „De machthebbers van het oude regiem", aldus Muller, „willen de regeering de schuld éven; dit wordt bewezen door de houding, die de Duitsche volkspartij en de Duitsche nationale partij aannemen, doch zij kunnen den stnatsereen van Kapp niet van zicK schudden. In de Ruhrstreek is de dictatuur van rechts in een dictatuur van links omge slagen, maar door groeit al het verlangen naar rust en orde. Voorts zijn de wapenen daar dikwijls in handen geraakt van person nen, voor wier moord, roof en diefstal geen enkele partij verantwoordelijk is. Deze toe standen mogen niet worden geduld. Alle democratisch denkende menschen moeten zich aaneensluiten. Het Duitschland van Ludendorff en Lütlwitz heeft voor goed afgedaan. Met het bolsjewisme maakt men ons niet bang; het grootste gevaar dreigt van rechts." Buitenlandsche Berichten. Berlijn, 29 Maart. (W. B.) De op 19 Maart uitgevaardigde verscherpte maatrege len voor Groot-Berlijn en de provincie Bran denburg, die het herstel van de openbare orde beoogden, zijn weer opgeheven. B er 1 ij n 20 Maart. (\V. B.) Een aan tal generanis, kolonels en eerste-luitenants is ontslagen. Daaronder bevinden zich ooV de generanl-luitenant Estorff en de gene* raal-majoors von Lettow, Vorbeck en Marcker. B e r I j n 2 9 M a a r t. (V. D.) Volgens niededeeling van den „Obersten Reichsan- walt" is de onderstaatssecretaris Von' Falckenhnusen, die tijdens de regeering- Kajpp-Lüttwitz chef van de kanselarij was, in Brandenburg gearresteerd. Hij is op 27 Maart naar Leipzig overgebracht en door den rechter van instructie verhoord. De inbeslagneming der vermogens von Kapp c.s. is na grondig onderzoek uitgebreid tot admiraal Levetzow, majoor Von Winter- feldt, Lindemann, den rijkspresident Pauli uit Sleeswijk en den „Landrat" baron Von Löw. Von Levetzow is gevangen genomen, ter wijl ook Pauli zich in hechtenis bevindt. De onderen zijn voortvluchtig. De dagvaardin gen tegen hen zullen in de pers en op do aanplakzuilen gepubliceerd worden. Berlijn, 29 Maart. (W. B.) Generaal von Lüttwitz, die onder bewaking was ge steld, is, naar de Vossische Zeitung mede deelt, gevlucht en spoorloos verdwenen. D« commandant te Berlijn heeft thans een be* vel tot inhechtenisneming tegen hem uit* gevaardigd. Men moet nooit luisteren naar wat banale menschen vertellen en zich nooit be- pioeien met wat interessante menschen doen door W. W. W. „ïoeval? Er bestaat geen toeval." Laat ons gemakshalve aannemen, dat er wel degelijk toeval bestaat en "ons niet verdiepen in wijs- geerigc theorieën, die de kleur van ons ver haaltje zouden rooven. Toeval of niet. het ge beurde, dat wij U gaan vertellen is verba- Zend... toevallig! De jongen en het nieisje stonden in den tuin. Achter hen lag het oude landhuis en vóór hen geurden de voorjanrbloemen in den straleii- den zonneschijn De vruchtboomen bloeiden, de insecten gonsden; het was een oord, zoo als Oscar Wilde met een smachtende zucht heeft beschreven. De jongen en het meisje kusten elkander. (Het pure, volle menschengeluk beheerschte hen. hun zielen, die waren saamgegroeid Velden niet anders dan geluk... geluk... ge luk Het blonde meisje in het verblindend .witte kleedje en de donkere jongeman wisten Van geen wereld meer. Het meisje hoorde naar „ik houd van je'' en antwoordde met den bijkans godsdienstige, half droeven glimlach, door Victor Ilugo ,,de lach der engelen" genoemd. Zóó was het in den tuin gesteld op dien zon- nigen lentemorgen. In de hall stond ik met haar Vader te pra ten. Hij was druk bezig met zijn antiquitei ten verzameling en toonde mij zijn nieuwste schat: een staande klok. Is hij erg oud? vroeg ik. Neen. Directoire, antwoordde Mac Bun- naes, de vader, maar juist wat uit dat tijd perk komt is zoo zeldzaam, als het waarlijk mooi is. Waarlijk mooi. Dat mocht van die klok worden gezegd. Haar bouw verried iets van den overspannen tijd der revolutie, en droeg tegelijkertijd alhoewel vaag het cachet der musea dins en fanfaröns. De klok sloeg en ik schrok. Zelden hoorde ik zulk een ijzig kouden klank, doordringend en diep. Onwillekeurig herinnerde het aan Poe's „Rooden Dood". Ik bezit een „Big Ben", die „Lord our God" slaat zei ik. Maar die sonore toon is niets bij deze kilheid vergeleken. da, 't is eigenaardig! ^ci Mac Runnaes en dat voor Marseillaansch handwerk. Ik 'bezag de klok eens nader. Zij was bijzonder gaaf en ministieus afge werkt. Plotseling trof het mij, dat de klok geen cijfers had. Op de wijzerplaat waren twaalf ivoren doods/kopjes aangebracht. Hadt je het nog niet opgemerkt? vroeg de gastheer. Het hindert basoluut niet. Met een enkelen oogopslag zie je den tijd even nauwkeurig. Ha, daar komt LioneW Lionecl de Sinten was een neef. een-lange, donkere kerel van circa dertig jaar. Krom gebogen met e ■enliaviksneus, gedistingeerd cn onberispelijk, doch zonder het vermogen cenig vertrouwen in to boezemen. Hij had con speculatief, wisselvallig leven tusschen book makers en vcnstnlbczilters geleid er, zijn re putatie hield zich met moeite staande, zonder dat iemand een feit tc zijnen nadeele wist. Iiij is de schurk uit ons verhaal. De jongen en het meisje in den tuin zagen hem aankomen en liepen de open deuren van Mac Runnaes' studeerkamer binnen. Ileb je het toestel hij je? vroeg Mac Run- uaes zijn neef. En tot mij. ik heb De Sinten gc- voorhanden bij vraagd, de klok te willen photografeeren voor mijn album. In dat album 'waren alle schatten van hem vereeuwigd. Dc albasten Boedahn uit Thibet, de P.ijnsteenen, de 'bijbel van Clemens VIII, de enorme Balische leeuwen, dc oud-Russi sche balalaika, het kamerscherm nacró clii- nois uit Kanton, de porte-resipect van oud Fransche herkomst, de sarras uit Toledo, de Te orb e met twee snaren, dc Chineesche Uoe, de madonna van gesnedênchrysöspaat; nu was het de 'beurt aan dc klok. Wii begaven ons beiden naar het stud oer- vertrek van den gastheer. Mac Runnaes cn ik betrapten dus dc jongelieden cn de oude man werd wit van drift. Mijn klerk! riep hij uit. „Mijn klerk waagt hi t...' en hij stormde buiten zich zelf van woede op den Jongeman toe en sloeg hem in het gezicht. .Kwajongen, die je bent!" hijg de hij. De klerk keek naar de witte haren van den man tegenover 7ic*m en bedwong zich. Ik ver liet dc kamer en ging naar buis. In dc gang stond Lionel dc Sinten zijn photo grafisch toe stel tc richten. Het meisje vluchtte den tuin in en n id een uur later door haar Moeder gevonden, schreiend en overspannen. De klerk Bickford liep door de hall, tus schen klok en photograaf (dien hij niet eens bemerkte) door en verliet eveneens het huis. Dit geschiedde des morgens tc elf uur vijf cn twintig. Onthoudt dat! Twee unr later verd Mac Runnaes ver moord in zijn studeerkamer gevonden. De zware Ilongnarsche Honvedsabel, waarmee de doodclijhe slag was toegebracht, lag naast het lichaam en v as van liet wapenrek ge nomen. Onmiddellijk werd het onderzoek ingesteld. Dien middag nog ondervroeg «de politie De Sinten, mij cn de dienstboden. Elsie Mac Run- ar. cs was nog te ontdaan, om een verhoor te kunnen dragen. De dienstboden verklaarden eenparig twistende stemmen in dc st'-' leerka mer tc hebben gehoord om 11 uur 25, mij even vóór 4at uur te hebben uitgelaten en Bickford 3 minuten later De voordeuren b add an den gansrhen morgen opengestaan en De Sinten had het lijk om half twee gevonden. De Sinten wc-rd dien avond in /ija woning of"ebsald cn naar 't politiebureau overge bracht. Toen de politie zich naar Bickford'S kamers begaf, was dezp afgereisd. Maar <lc politic is mvchtig in deze dagen! Toen dc avondsreltrein een stad in het Noorden b?r* nenreed stond daar op het perron een meneeri met een leeg koffertje en een andere menecij keek ever ecnsppoiboekje heen. Bickford stapte uit en de menecr-met-het- koffertje nam zijn hoed af en vroeg hem, hoé laat het was. On hetzelfde oogenblik deed dé ander bom dc boeien aan. Zoo gingen ze weer terug. Dat kwam, om* dat De Sinten, toen hij dien avond gear-* rcstcerd werd, een nhoto kon toonen, die Bickford vernietigde. Dc scherpe kiek toonde een staande klok, die 12 uur 35 wees cn Bick-» ford passeerde haar, met gr bogen hoofd naar Mar. Runnaes' kamer loopend. Bickford kon hot niet verklaren. Hij had bij half twaalf het huis van Mac Runnaes ver*' laten en was op reis gegaan. Toen werd Elsie geroepen. Zij verhaalde van dc twist, dat zij den tuin was ingevlucht tc ontdaan om nog iets te hooren en dat zi daar over twaalven door haar Moeder was gevonden, die zij alles had verteld. De Sinten verklaarde, dat hij, toen hij om 12 uur 35 de klok photographeerde, hij don klerk niet had gezien, die blijkbaar zeer zacht: liep. Hij had hem pas opgemerkt, toen hij de plaat ontwikkelde. Bickford zeide in zijn out* roering geen klok en geen photograaf te heb-' l>en gezien. De Sinten werd op vrije voeten! gesteld. Elsie Mac Runnaes bezag dc photo en ge voeld© dat dc klare feiten logen Dat kórt niet waar zijn. Roy Bickford was geen moor* denaar. Toch liep hij daar naar de studeer* kamer en de klok wees over half eenl Nie*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1920 | | pagina 1