Mattenen en Voetballen
DE EEMLANDER"
Op Corsica..
BUITENLAND,
FEÖSLLETO^.
Eif unr viif an twintig
18e Jaargang Nft. 235
P« maaadeo voor Amcrs.
£!Ol3! rlliO jooit 110_ tdcm toanco
pi. poal f 40, b« week (met grattf venekcring
o«Ke!tAk»a) f 0.17», «Wonderlijke nummer*
1 OM. Tileïhoon 511,
DIRECTEUR: J. VALKHOFF.
BUREAU:
ARNHEMSCHE POORTWAL. M.
HOOFDREDACTEUR:
O. J VAN SCHAARDENBURG.
Dinsdag 30 Maart 1S20
mm jssmii!» niet inbegrip v.m eca
bewijsnummer* elke regel meer 0 20, d'cnstaanuic*
dingen 1-5 icgcls f 0.50. Voor bande) cn bedrijf
bestaan zcci voordcclige bepalingen tot liet herhaald
adverteeren bij abonnement. Et.no ciicu-auc,
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden. Bewijsnummers 5 cent.
Zoo'n Corsïcaansch dorp, gelijk trouwens
elk Italiaansch dorp, moet man uit de verte
zien. Schilderachtig ligt het tegen den berg
^aangevlijd, of op 'n hoog plateau, ontoegan
kelijk soms als 'n arendsnest boven op 'n
Steile rots. Het lijkt 'n coquet wit stadje met
z'n hooge huizen, blinkend in 't zonlicht en
samengedrongen om 't kerkje met z'n sier
lijke campanile. Maar van dichtbij gezien,
och, welk 'n ontgoocheling I
't Vriendelijke stadje blijkt 'n vuil nest te
zijn, de witte huizen zijn grauwe, groezelige
kazernewoningen, onregelmatig voor- of ach
teruitspringend in de straat. In deze dorpen
smaakt men niet de genoegens van 't buiten
leven geen vriendelijk huisje met tuintje,
doch slechts 'n verdieping in 'n oud, uitge-
.woond huis met afgeloopen donkere trap en
morsige kamers. Niets wat naar gezelligheid
zweemt; dat is dan trouwens niet noodig.
Want 't huis is er alleen maar om de spulle
tjes in on te bergen en om er te komen eten
en -slapen. Wat zou de man binnenshuis
'doen Z'n vrijen tijd brengt 'hij door op
straat of in de kroeg en de vrouw hangt de
Jielft van den dag uit 't raam om te conver
seeren met de buurdames, of te zien wat er
a'zoo gebeurt in de plaats. En dat is niet
veel I
En dan die dorpsherbergen, die zich nog
onder den weidschen titel van Hotel zus of
zoo aandienen 'n Goed toerist kijkt zoo
nauw niet. Hij neemt alles voor lief, als hij
maar veel goeden wil met weinig resultaten
ziet en maar iets vindt om het moede hoofd
neer te leggen. Voor hem ligt in 't primi
tieve juist veel aantrekkelijks. Hij ziet alles
iiOg onopgesmukt, natuurlijk. Veel ontberin
gen, ja, maar geen hinderlijk publiek, dat
reist omdat 't mode is en men hier of daar
geweest moet zijn. Geen vreemdelingenex
ploitatie geen afzetterij.
Zoodia 't hotelwezen wat gemoderniseerd
én de verkeersmiddelen aanmerkelijk verbe
terd worden, is Corsica 'n druk vreemdeling
'genbezoek overwaard, 't Verdient dit nu al,
want in zekeren zin maakt juist 't primitieve
't bezoek voor den toerist nog interessanter
èn met de mederniseering gaat ook veel van
't bekoorlijke en karakteristieke verloren.
Maar 'n land is nu eenmaal geen museum
en 't natuurschoon wordt er niet minder om
als aan achterlijke toestanden onder 'n volk
'n einde komt.
"t Is grappig zoo onopgemerkt uit het „ho
telraam het dorpsleven gade te slaan. Over
dag gebeurt er ongevee rniets. Honden en
kinderen verlustigen zich in de goot; 'n
vrouw gaat water halen aan de fontein en
men bewondert de gratie, waarmee zij de
kruik, soms 'n emmer vol water, zonder vast
houden op 't hoofd draagt.
Maar 's avonds wordt 't drukkerdan ko
men de ezels van 't dorp terug, begeleid
'door de mannen. Meestal bestaat hun vracht
uit wat takkebossen of sprokkelhout uit 't
Maquis, 't beroemde, geurige Maquis van
Corsica, waarmee bergen en dalen overdekt
zijn.
Den rijdt er 'n reeds lang door 't geklin
gel der bellen aangekondigd, zawarbeladen
,en met 6 muilezels bespannen tweewielige
Kar binnen, welke 't meel voor de bakkers
en andere voorreden meebrengt. Inmiddels
keeren ook de geiten terug, die allerkrom
me sprongen maken, omdat hun lirikerpoo-
ten met nvrij kort touw samengebonden
zijn. Gesprekken, worden aangeknoopt, de
drogist, autoriteit van 't~dorp, komt er bij
te pas en de straat, die 'n uur geleden nog
doodsch was, wordt opeens levendig. De
vrouwen, die uit de ramen hangen, hebben
heel wat te spieden. Aan den overkant zie ik
alle jongemeisjes naar de vensters snellen,
'n paar jonge mannen, komen de dorpstraat
afgewandeld, gearmd naar 's lands gebruik;
misschien zijn 't de eenig overgeblevenen
van de jongelingschap, want zwaar zijn de
oorlogsverliezen geweest voor Corsica met
z'n groote gezinnen; zeldzaam zij de fami
lies die geen vader, zoon of broeder verlo
ren hebben, gevallen in den strijd om het
nieuwe Europa, waarin wij thans leven te
helpen stichten. Het is luguber al die vrou
wen in 't zwart te zien, haar mooie, maar
spoedig verouderde gezichten verscholen
onder de zwarte hoofddoek.
Alles is zwart hier, ook de schapen, gei
ten en varkens. En de avonden zijn niet min
der zwart. Want aan straatverlichting wordt
niet gedaan. En in de huizen zelf bekom
mert men zich ook niet veel om 't licht. Ge
lezen wordt er immers toch niet. Ook in
m'n herberg worden de lampen ontstoken.
Natuurlijk petroleumlampen, cn bij voorkeur
steekt men in de eetkamer die lamp aan
welke geen kap heeft, 't Geen althans dit
voordeel biedt, dat men niet ei te precies
ziet wat men eet in 't Hotel des Gourmets!
Er zijn nog prachtige types onder de
dorpsbewoners. Corsicanen zooals wij ze
ons inderdaad voorgesteld hadden en cjie
zich zoo als roovers zouden kunnen ontmas
keren. Maar in werkelijkheid zijn 't brave,
welwillende lieden, zeer spraakzaam en wel
bespraakt en als gij hen in den postwagen
ontmoet en wat toeschietelijk zijt, wordt ge
alras de dikste vriendenbij de eerste hslte
biedt hij u 'n sigaret aan en bij de tweede
noodigt hij u uit in de obscure herberg 'n
glas met hem te gaan drinken.
In onzen alles nivelleerenden tijd blijft 't
schilderachtige type nog steeds in 't oude
geslacht behouden. De jongeren moderni-
seeren zichvooral zij die den oorlog mee
gemaakt en teruggekeerd zijn, imiteeren ge
heel den jongen Franschman. Men pikt ze
er terstond uit door hun veel geringere non
chalance in costuum en houding.
Langs de wegen ontmoet men er nog ge
noeg van 't oude type met hun kale maar
zwierige hoed, hun korte ruwe baard en al
tijd onafscheidelijk van hun pijp Corsicaan
sche tabak, welke geurigheid zij zelve niet
durven roemen. Niet zonder fierheid zitten
zij op hun kleine, grijze ezel. die niet zoo
zwaar belast kan zijn of zij vinden er nog
wel 'n plaatsje voor zichzelf. Dikwijls zijn
zij gewapend. Dat wil zeggenzij dragen
'n geweer, want 'n mes of dolk hebben zij
altijd ergens verborgen bij zich. Zij zijn ge
duchte jagers en er is veel wild op Corsica,
't Maquis is ook daarvoor 'n veilige schuil
plaats en zoolang 't Maquis niet uitgeroeid
iis, zullen de vossen, wilde zwijnen en
mouflons ('n soort wilde geit) zich nog niet
al te ongerust over hun voortbestaan be
hoeven te maken.
Van de uitgestrekte wouden, waarom Cor
sica in de oudheid bekend was, is heel wat
verloren gegaan, maar nog 19 van den
bodem 174.000 H. A., is bedekt met bos-
schen, al vermndert dit jaarlijks door de
tallooze noodlottige boschbranden, welke
gemiddeld 1000 H. A. per jaar verwoesten.
De bergen zijn nu overdekt met het geu
rige Maquis, 'hoog kreupelhout en ondoor
dringbaar struikgewas, waar vroeger beruch
te bandieten huisden en thans nog wel eens
moordenaars 'n toevlucht zoeken, minder
om de justitie dan wel om de weerwraak van
de familie van hun slachtoffer te ontkomen.
Nog ongeveer 50 van Corsica's grond is
bedekt met maquis; voegt men hierbij-de
19 bosch, 'n flink percentage voor moe-1
ras en rots, dan is 't duidelijk dat er voor
bouwgrond niet veel overblijft. Er is nog
maar heel weinig grond in cultuur gebracht
en daarvan 't grootste gedeelte aan de vlak
ke of glooiende Oostkust; de streek om
Bastia heet de tuin van Corsica. De rotsige
Westkust leent zich minder voor cultuur
maar onder 't maquis van de bergen in 't
binnenland ligt nog veel vruchtbare grond
verborgen. Dat deze nog zoo weinig benut
is, is vooral te wijten aan 't gebrek aan ener
gie en de conservatieve en primitieve me
thoden der bevolking, die 'n stuk maguis af
branden om met de asch 't terrein vrucht
baar te doen worden en zoodra de grond
uitgeput is, hem maar weer overlaten aan 't
voortwoekerend struikgewas om elders weer
op dezelfde wijze te werk te gaan. Er komt
nu verbetering in, reeds zijn verscheidene
lnndbouwvereenigingen opgericht, land-
bouwleeraars aangesteld en te Ajacio is 'n
landbouwschool gesticht.
Dat er vruchtbare grond is blijkt wel hier
uit, dat in 't Z. O. 't koren 20 tot 60de
gerst 80 en de mais-100 maal 't gezaaide
opbrengt.
De Corsicaansche wijnen dragen nog 'n
zekére vermaardheid, de wijn van Cap Corse
is beroemd, maar de phyloxera heeft ont
zettende schade aangericht. Er zijn op 't
eiland nog groote kastanje bosschen, er zijn
oude exemplaren van geweldige omvang bii;
de kastanjes zijn 'n geliefd voedingsmiddel
en van 't kastanjemeel maakt men allerlei
gebak.
Langs de Oostkust vindt men duizenden
kurkeiken, en de kurkindustrie is een van
de weinige industrieën van 't eiland. Het
biedt 'n eigenaardige aanblik, zoo'n bosch
met geheel of gedeeltelijk ontbaste eiken
met hun naakte kaneelkleurige stammen,
die na 7 jaren hun schors weer terug heb
ben om er dan opnieuw van beroofd te wor
den.
Corsica levert ook marnier op, 't marmer
van de Sarcophaeg van Napoleon en van
de Opera te Parijs is afkomstig van Corsica.
De voornaamste uitvoerartikelen zijn ove
rigens kaas en olijvenolie. De Corsicaansche
kaas komt in den handel als Roquefort
en dat verdriet de Corsicanen genoeg. Zij
werken er voor en Roquefort heeft er het
profijt van. Waarom kunnen wij niet zelf
onze kaas als Corsicaansche kaas in den
handel brengen en aldus ettelijke niillioenen
voor Corsica behouden en weer verder
vruchtdragend maken zoo vragen zij. Zou
soms 't publiek de kaas er minder smakelijk
om vinden Dat is een hoopvolle opvatting
in 'n land, waar de invoer ongeveer 't dub
bele van den uitvoer bedraagt, zou 't in
eigen hand nemen van de kaasproductie en
export 'n geheele economisch ommekeer
kunnen worden. En inderdaad, 't schijnt wel
of 't dien kant opgaat, Corsica ontwaakt. Er
groeit verbittering onder de bevolking, wier
oogen opengaan voor hun eigen rijkdom
men, waarvan de vruchten tot dusver ande
ren, meestal vreemden exporteurs en denge
nen die van1 dezen leefden, ten goede
kwamen ;dat kon trouwens niet anders want
dezen waren de eenigen, die ondernemings
geest hadden. Welnu, wij willen zelve ook
ondernemend worden, zeggen de Corsica
nen en ze gingen over tot 'n daadzij bra
ken niet Roquefort en zetten allen uitvoer
stop. 't Was al te erg, zelfs de producten
van 't eigen land liepen tot fantastische prij
zen op of ontbraken geheel, omdat ze in
groote hoeveelheden uitgevoerd werden.
Zoo bijv. de olijvenolie, zonder welke de
Corsicaansche huisvrouw geen maaitijd zou
weten te bereiden.
In dit stadium is de beweging op dit oogen-
blik gekomen en 'k zie 't begin van 'n nieu
we toekomst voor 't oude Cyrnos in. Ook
voor Corsica breken nieuwe tijden aan maar
er is 'n heele achterstand in te halen. Op
elk gebied. Zoo las ik in. een der courantjes,
dat in zeker dorp de jeugd al bijna 'n jaar
vacantie had, omdat de school geheel ver
vallen was en maar niet hersteld werd.
(Wordt vervolgd).
Politiek Overzicht
De meeste aandacht vraagt thans wel de
regeeringsverklaring, die de rijkskanselier,
dr. Hermann Muller, gisteren in de Duitsche
Nationale Vergadering heeft afgelegd en
waarin hij er nog eens aan herinnerde, dat
de nieuw-gevormde regeering den steun
heeft Van dezelfde partijen als de oude.
In Duitschland zal spoedig een economi
sche raad worden ingesteld: de takken van
economisch leven, die daarvoor rijp zijn, zul
len in openbaar beheer onder toezicht wor
den gesteld: in de eerste plaats komen hier
voor in aanmerking: electriciteit, steenkool
en kali.
De buitenlandsche politiek zal geen wij
zigingen ondergaan. De rechterzijde heeft
van de Duitsche regeering geëischt, dat zij
tegenover de onverbiddelijke macht van de
Entente een z.g. macht zou moeten stellen,
die Duitschland echter in 't geheel niet be
zit. De rijkskanselier protesteerde heftig te
gen dezen eisch en gaf te kennen zich alleen
te willen bedienen van de macht, waarover
zwakkeren hebben te beschikken: verstnnds-
orgumeiiten, overreding, tegenvoorstellen.
Het kan niet worden ontkend, dat inderdaad
door deze middelen de Duitsche regeering
de scherpste, meest bitse en hoekige pun
ten en uitsteeksels der Entente-eischen heeft
afgeslepen en bij de voormalige vijanden
weer wat vertrouwen heeft gewekt, dat nog
is versterkt, doordat de aanval der Kappis-
ten zoo spoedig werd afgeslagen. Muller kon
derhalve ook met recht en reden den wensch
uiten, dot Duitschland's tegenstanders hoe
langer hoe meer mochten inzien, dat het Rijk
niet tot rust kan komen, wanneer het niet
voldoende kan voorzien in zijn economische
en nationale behoeften; bovendien zou z. i.,
wanneer de vrede van Versailles inderdaad
in overeenstemming was geweest met de
principes, volgens welke de Entente-landen
den strijd hadden aangebonden en wanneer
tevens het Duitsche volk na den wapenstil
stand het ademhalen niet schier onmogelijk
was gemaakt, de aanhangers van Kapp veel
minder geweest zijn.
Millefond, de Fransche minister-president,
heeft Vrijdag j.l. in de Kamer verklaard,
dat Frankrijk geen land van wraak en haat
was, doch slechts verlangde naar gêtechtig-
heid; tevens zag Millerand enkele wijzen van
economische samenwerking met Duitschland
onder de oogen, doch als hoofdvoorwaarde
stelde de Fransche minister-president, dat
Duitschland de verdragsbepalingen nakomt.
Müller was óók voor samenwerking met
Frankrijk en meende, dat Duitschland, sinds
de onderteekening plaats vond, op eerlijke
wijze zich had beijverd om te vervullen wat
in zijn macht stond en afgezien van ge
noemde voorwaarde, achtte hij een samen
werking tusschen beide landen volstrekt ge
boden, daar anders het Duitsche rijk econo
misch en financieel zal doodbloeden en in
zijn val de andere Europeesche landen mee
slopen: wanneer Duitschland niet levensvat
baar is, zal Europa niet kunnen leven.
De rijkskanselier heeft zich zelf afge
vraagd, of wel steeds rekening is gehouden
met de Duitsche levensbelangen, zelfs wan
neer deze samenvielen met de Fransche,
maar moest een ontkennend antwoord ge-
i 1 if ten bewiize, het volgende voor
beeld van recenten. datum: Uit sommige
streken van het Ruhrgebied kwamen dag-in
dag-uit deputaties bij de regeering; in ver
band daarmee heeft deze sinds enkele da
gen met de geallieerdè regeeringen onder
handeld en dezen verzocht om, indien de
nood neep, in dit gebied voor korten tijd
een sterke troepenmacht te mogen gebrui
ken. Dc toezegging werd gedaan, dat, zoodra
ontspanning intrad, geen soldaat meer infi
de neutrale zóne zou komen don vroeger
reeds was toegestaan. De Entente stelde*
echter de inwilliging afhankelijk van eenl
voorwaarde; zij wilde het Duitsche voorstel
alleen aanvaarden, wanneer terzelfder tijd
de geallieerde troepen elders mochten op
rukken: de geallieerden eischten de bezet*
ting van Frankfort, Homburg, Darmstadt en
Triburg, wat zou beteekenen, dat de Enten
te 20 K.M. ver in de onzijdige strook zou
mogen oprukken. Deze eisch is door de Duit
sche regeering van de hand gewezen, daar
zij er niet over denkt de neutrale zóne bloot
te stellen aan de verschrikking eener bezet
ting. De Duitsche regeering liet zich leiden'
door de gedachte, dat de ontwikkeling der
gebeurtenissen in het Rhurgebied het nako
men der economische verplichtingen, die
uit het verdrag van Versailles voortvloeien,
/eer zouden schaden en dat daardoor
Frankrijk's belangen, met name wat de ko-
lonleveringen betreft, geducht in het gedrang
zouden komen.
Tegen dictatuur, van welken kant deze
ook mocht komen, zou de regeering vani
Muller zich schrap zetten en zij zal niet na
laten de hoogverraders de straf op te leggen,
die zij verdienen. 1i
„De machthebbers van het oude regiem",
aldus Muller, „willen de regeering de schuld
éven; dit wordt bewezen door de houding,
die de Duitsche volkspartij en de Duitsche
nationale partij aannemen, doch zij kunnen
den stnatsereen van Kapp niet van zicK
schudden. In de Ruhrstreek is de dictatuur
van rechts in een dictatuur van links omge
slagen, maar door groeit al het verlangen
naar rust en orde. Voorts zijn de wapenen
daar dikwijls in handen geraakt van person
nen, voor wier moord, roof en diefstal geen
enkele partij verantwoordelijk is. Deze toe
standen mogen niet worden geduld.
Alle democratisch denkende menschen
moeten zich aaneensluiten. Het Duitschland
van Ludendorff en Lütlwitz heeft voor goed
afgedaan. Met het bolsjewisme maakt men
ons niet bang; het grootste gevaar dreigt
van rechts."
Buitenlandsche Berichten.
Berlijn, 29 Maart. (W. B.) De op 19
Maart uitgevaardigde verscherpte maatrege
len voor Groot-Berlijn en de provincie Bran
denburg, die het herstel van de openbare
orde beoogden, zijn weer opgeheven.
B er 1 ij n 20 Maart. (\V. B.) Een aan
tal generanis, kolonels en eerste-luitenants
is ontslagen. Daaronder bevinden zich ooV
de generanl-luitenant Estorff en de gene*
raal-majoors von Lettow, Vorbeck en
Marcker.
B e r I j n 2 9 M a a r t. (V. D.) Volgens
niededeeling van den „Obersten Reichsan-
walt" is de onderstaatssecretaris Von'
Falckenhnusen, die tijdens de regeering-
Kajpp-Lüttwitz chef van de kanselarij was, in
Brandenburg gearresteerd. Hij is op 27
Maart naar Leipzig overgebracht en door
den rechter van instructie verhoord.
De inbeslagneming der vermogens von
Kapp c.s. is na grondig onderzoek uitgebreid
tot admiraal Levetzow, majoor Von Winter-
feldt, Lindemann, den rijkspresident Pauli uit
Sleeswijk en den „Landrat" baron Von Löw.
Von Levetzow is gevangen genomen, ter
wijl ook Pauli zich in hechtenis bevindt. De
onderen zijn voortvluchtig. De dagvaardin
gen tegen hen zullen in de pers en op do
aanplakzuilen gepubliceerd worden.
Berlijn, 29 Maart. (W. B.) Generaal
von Lüttwitz, die onder bewaking was ge
steld, is, naar de Vossische Zeitung mede
deelt, gevlucht en spoorloos verdwenen. D«
commandant te Berlijn heeft thans een be*
vel tot inhechtenisneming tegen hem uit*
gevaardigd.
Men moet nooit luisteren naar wat banale
menschen vertellen en zich nooit be-
pioeien met wat interessante menschen
doen
door W. W. W.
„ïoeval? Er bestaat geen toeval." Laat ons
gemakshalve aannemen, dat er wel degelijk
toeval bestaat en "ons niet verdiepen in wijs-
geerigc theorieën, die de kleur van ons ver
haaltje zouden rooven. Toeval of niet. het ge
beurde, dat wij U gaan vertellen is verba-
Zend... toevallig!
De jongen en het nieisje stonden in den tuin.
Achter hen lag het oude landhuis en vóór hen
geurden de voorjanrbloemen in den straleii-
den zonneschijn De vruchtboomen bloeiden,
de insecten gonsden; het was een oord, zoo
als Oscar Wilde met een smachtende zucht
heeft beschreven.
De jongen en het meisje kusten elkander.
(Het pure, volle menschengeluk beheerschte
hen. hun zielen, die waren saamgegroeid
Velden niet anders dan geluk... geluk... ge
luk Het blonde meisje in het verblindend
.witte kleedje en de donkere jongeman wisten
Van geen wereld meer.
Het meisje hoorde naar „ik houd van je'' en
antwoordde met den bijkans godsdienstige,
half droeven glimlach, door Victor Ilugo ,,de
lach der engelen" genoemd.
Zóó was het in den tuin gesteld op dien zon-
nigen lentemorgen.
In de hall stond ik met haar Vader te pra
ten. Hij was druk bezig met zijn antiquitei
ten verzameling en toonde mij zijn nieuwste
schat: een staande klok.
Is hij erg oud? vroeg ik.
Neen. Directoire, antwoordde Mac Bun-
naes, de vader, maar juist wat uit dat tijd
perk komt is zoo zeldzaam, als het waarlijk
mooi is.
Waarlijk mooi. Dat mocht van die klok
worden gezegd. Haar bouw verried iets van
den overspannen tijd der revolutie, en droeg
tegelijkertijd alhoewel vaag het cachet
der musea dins en fanfaröns.
De klok sloeg en ik schrok. Zelden hoorde
ik zulk een ijzig kouden klank, doordringend
en diep. Onwillekeurig herinnerde het aan
Poe's „Rooden Dood".
Ik bezit een „Big Ben", die „Lord our
God" slaat zei ik. Maar die sonore toon is
niets bij deze kilheid vergeleken.
da, 't is eigenaardig! ^ci Mac Runnaes
en dat voor Marseillaansch handwerk.
Ik 'bezag de klok eens nader.
Zij was bijzonder gaaf en ministieus afge
werkt. Plotseling trof het mij, dat de klok
geen cijfers had. Op de wijzerplaat waren
twaalf ivoren doods/kopjes aangebracht.
Hadt je het nog niet opgemerkt? vroeg
de gastheer. Het hindert basoluut niet. Met
een enkelen oogopslag zie je den tijd even
nauwkeurig.
Ha, daar komt LioneW
Lionecl de Sinten was een neef. een-lange,
donkere kerel van circa dertig jaar. Krom
gebogen met e ■enliaviksneus, gedistingeerd
cn onberispelijk, doch zonder het vermogen
cenig vertrouwen in to boezemen. Hij had con
speculatief, wisselvallig leven tusschen book
makers en vcnstnlbczilters geleid er, zijn re
putatie hield zich met moeite staande, zonder
dat iemand een feit tc zijnen nadeele wist.
Iiij is de schurk uit ons verhaal.
De jongen en het meisje in den tuin zagen
hem aankomen en liepen de open deuren van
Mac Runnaes' studeerkamer binnen.
Ileb je het toestel hij je? vroeg Mac Run-
uaes zijn neef. En tot mij. ik heb De Sinten gc-
voorhanden bij
vraagd, de klok te willen photografeeren voor
mijn album.
In dat album 'waren alle schatten van hem
vereeuwigd. Dc albasten Boedahn uit Thibet,
de P.ijnsteenen, de 'bijbel van Clemens VIII,
de enorme Balische leeuwen, dc oud-Russi
sche balalaika, het kamerscherm nacró clii-
nois uit Kanton, de porte-resipect van oud
Fransche herkomst, de sarras uit Toledo, de
Te orb e met twee snaren, dc Chineesche Uoe,
de madonna van gesnedênchrysöspaat; nu
was het de 'beurt aan dc klok.
Wii begaven ons beiden naar het stud oer-
vertrek van den gastheer. Mac Runnaes cn
ik betrapten dus dc jongelieden cn de oude
man werd wit van drift.
Mijn klerk! riep hij uit. „Mijn klerk
waagt hi t...' en hij stormde buiten zich zelf
van woede op den Jongeman toe en sloeg hem
in het gezicht. .Kwajongen, die je bent!" hijg
de hij.
De klerk keek naar de witte haren van den
man tegenover 7ic*m en bedwong zich. Ik ver
liet dc kamer en ging naar buis. In dc gang
stond Lionel dc Sinten zijn photo grafisch toe
stel tc richten. Het meisje vluchtte den tuin
in en n id een uur later door haar Moeder
gevonden, schreiend en overspannen. De
klerk Bickford liep door de hall, tus
schen klok en photograaf (dien hij niet eens
bemerkte) door en verliet eveneens het huis.
Dit geschiedde des morgens tc elf uur vijf cn
twintig. Onthoudt dat!
Twee unr later verd Mac Runnaes ver
moord in zijn studeerkamer gevonden. De
zware Ilongnarsche Honvedsabel, waarmee
de doodclijhe slag was toegebracht, lag naast
het lichaam en v as van liet wapenrek ge
nomen.
Onmiddellijk werd het onderzoek ingesteld.
Dien middag nog ondervroeg «de politie De
Sinten, mij cn de dienstboden. Elsie Mac Run-
ar. cs was nog te ontdaan, om een verhoor te
kunnen dragen. De dienstboden verklaarden
eenparig twistende stemmen in dc st'-' leerka
mer tc hebben gehoord om 11 uur 25, mij even
vóór 4at uur te hebben uitgelaten en Bickford
3 minuten later De voordeuren b add an den
gansrhen morgen opengestaan en De Sinten
had het lijk om half twee gevonden.
De Sinten wc-rd dien avond in /ija woning
of"ebsald cn naar 't politiebureau overge
bracht. Toen de politie zich naar Bickford'S
kamers begaf, was dezp afgereisd. Maar <lc
politic is mvchtig in deze dagen! Toen dc
avondsreltrein een stad in het Noorden b?r*
nenreed stond daar op het perron een meneeri
met een leeg koffertje en een andere menecij
keek ever ecnsppoiboekje heen.
Bickford stapte uit en de menecr-met-het-
koffertje nam zijn hoed af en vroeg hem, hoé
laat het was. On hetzelfde oogenblik deed dé
ander bom dc boeien aan.
Zoo gingen ze weer terug. Dat kwam, om*
dat De Sinten, toen hij dien avond gear-*
rcstcerd werd, een nhoto kon toonen, die
Bickford vernietigde. Dc scherpe kiek toonde
een staande klok, die 12 uur 35 wees cn Bick-»
ford passeerde haar, met gr bogen hoofd naar
Mar. Runnaes' kamer loopend.
Bickford kon hot niet verklaren. Hij had
bij half twaalf het huis van Mac Runnaes ver*'
laten en was op reis gegaan.
Toen werd Elsie geroepen. Zij verhaalde
van dc twist, dat zij den tuin was ingevlucht
tc ontdaan om nog iets te hooren en dat zi
daar over twaalven door haar Moeder was
gevonden, die zij alles had verteld.
De Sinten verklaarde, dat hij, toen hij om
12 uur 35 de klok photographeerde, hij don
klerk niet had gezien, die blijkbaar zeer zacht:
liep. Hij had hem pas opgemerkt, toen hij de
plaat ontwikkelde. Bickford zeide in zijn out*
roering geen klok en geen photograaf te heb-'
l>en gezien. De Sinten werd op vrije voeten!
gesteld.
Elsie Mac Runnaes bezag dc photo en ge
voeld© dat dc klare feiten logen Dat kórt
niet waar zijn. Roy Bickford was geen moor*
denaar. Toch liep hij daar naar de studeer*
kamer en de klok wees over half eenl Nie*