Regenmantels.j Maison L'Hirondelle
BUITENLAND
s
s
s
s
s
s
s
FEUILLETON.
EtfEN WIC
18e Jaargang No. 258
Mwmsra^r^TZ^
per pmi 2.40. r« "«x (met irrati» veneker nj
V«en M70-e'ukitai 0.17». aizondcrlijke nummer»
1 'jM. Tiluhooh 411.
AMERSFOORTSO
„DE EEMLANDER"
DIRECTEURi VALKHOFF.
BUREAU:
ARNHEMSCHE POORTWAL.
HOOFDREDACTEUR:
M,. O. J VAN SCHAARDENBURG.
Woensdag 21 Anri' IS'O
pmis m imranfi r,
bewijsnummer, elke regel meer 0 20, dienst.' nb c»
dingen 1--5 icgcls t 0.50. Voor handej en bedrijf
bestaan zcci vooidccliqc bepalingen (oi het herhaald
ad verloeren bij abonnement. tene clrcn aue.
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden. Bewijsnummers 5 cent.
M. VLEESCHHOUWER,
Meubelfabrikant - HOF 46
AMER SFOORT
Fabriek: Papenhofstede.
Directe levering van den
fabrikant aan den verbruiker
Concurrentie daardoor
absoluut uitgesloten.
Gsweld of Democratie?
Als twee person-en in twist of twee volken-
ren in oorlog geraakt zijn, wordt doorgaans
't punt van gesohil van niet grooter gewicht
geacht dan de quaestie bij wie de schuld
Kgt det 't zoover gekomen is.
Wij hebben het gezien in den wereldoor
log, even lichtzinnig in z'n begin als fataal
in z'n gevolgen. Beide partijen gaven elkan»*
der de schuld en naar gelang onze sympa
thieën naar een van beiden uitgingen, waren
wij overtuigd van de schuld van de andere
partij. Slechts zij die werkelijk objectief te
genover 't gebeurde stonden, begrepen dat
noch de een noch de ander de vermoorde
onschuld was, doch dat beiden hun portie
van de verantwoordelijkheid droegen, al was
deze dan ook voor de Centralen verreweg
't zwaarst.
Dat men zich altijd zoo druk maakt over
de schuldvraag, wijst er op, dat men toeft
wel beseft niet op den rechten weg te zijn.
Waarom zich anders zoo in te spannen, niet
om 't eigen goede recht ten opzichte van 't
punt van geschil te bewijzen, doch om zich
zelf vrij te pleiten van schuld aan de geweld
dadige wijze waarop men bezig is 't geschil
te beslechten.
Die wijze is inderdaad barbaarsch. 'n Be
slissing welke door geweld verkregen wordt,
kan nooit juist of bevredigend zijn; meestal
is de overwinning voor den sterkste en de
sterkste heeft long niet altijd gelijk. Maar
zelfs als 't geweld de zege brengt voor die
partij, op welke 't geringste deel der ver
antwoordelijkheid drukt, is de aldus verkre
gen beslissing niet bevredigend; daarvoor is
zii te duur gekocht, want de voordeelen wor
den altijd verre overtroffen door de schade,
welke ook de overwinnaar geleden heeft.
Bijna elke overwinning is 'n Pyrrhus~over-
winning, wjat de overwinnaar bereikt, weegt
niet op tegen de offers welke hij braaht.
Elke andere oplossing, zonder geweld vefijt
kregen; zou voor bekle partijen veel voor
de elixer uitgekomen zijn.
Ons geslacht heeft dat alles met eigen
oogen aanschouwd, maar heelt het er ook
iets uit geleerd?
Wij gelooven van niet.
't Geweld heeft nog niet afgedaan. Meer
dan ooit wordt naar 't middel van geweld
g -■ repen. Men heeft niets geleerd en niets
ar'; eleerd.
Eerst heeft men met allerlei kunst en
vliegwerk den klass-estrijd ontketend en toen
wilde men hem met geweld gaan uitvechten.
W~s d'-at verblinding of misdaad?
Met 't meest afschrikwekkende voor
oog en ging men lustig voort ook in den
s r. c i aol-econo miselven strijd 'n oplossing
door geweld te zoeken, 't Is duidelijk, dat
e".e op die wijze verkregen oplossing, hoe
zij ook uitvalLe, voor alle partijen noodlottig
moet zijn.
In Rusland heeft ten koste van ontzettende
offers het Bolsjewisme gezegevierd. Wat is
er beYeikt? Eenige leiders en eerzuchtigen
zijn tot macht gekomen, ja, maar 't volk, de
miüioenen zijn er nog veel rampzaliger aan
loe dan vóór de revolutie, 't Leedvermaak,
dat de overwonnen en uitgemoorde bour
geoisie ten slotte nog meer verloren heeft,
is 'n schrale troost voor 't volk, dat thans
onder nog drukkender despotie zucht, min
der vrijheid en meer honger heeft dan ooit
te voren, 't Is de vraag of zij die door den
dood uit 't Russische bloed- en tranendal
verlost werden, niet gelukkiger te noemen
zijn dan de achterblijven den, die zich over
winnaars wanen.
In Duitschland is de strijd nu vrijwel be
slecht ten gunste van de regeering. De
stumperachtigheid van de reactionairen en
d-e hopeiooze verdeeldheid ond-er óe revolu
tion ai/eny hun onmacht om te regeeren en
zelfs in de eigen gelede reit orde te bewaren,
zijn zoo duidelijk gebleken, dat de kans op
welslagen van 'n nieuwe gTeep naar de
macht vooreerst verkeken is. Er is veel ge
weld gebruikt, er is 'n misschien niet duur
zame maar toch voorloopige oplossing ver
kregen, maar zou elke andere oplossing,
welke zonder geweld bereikt was, voor 't
volk in z'n geheel niet veel voordeeliger ge
weest zijn
Met geweld wordt veel verloren en weinig
bereikt.
Wrijving, strijd van belangen zal bestaan,
zoolang de mensch mens oh is. Eerst als alle
menschen socialist zijn of liever gezegd
communist zijn, want er bestaan zoo tallooze
soorten socialisten, dat het begrip socialist
alweer vervaagd, en verouderd is eerst
dus als de mensch niet meer mensch doch
communist is en de heilstaat 't paradijs op
aarde brengt (hopelijk 'n verbeterde editie
van den Russisch en en wijjen den Hongaar-
schen, Beierschen en Westfaalschen), zullen
hocus-pocus alle belangen met elkaar in
overeenstemming gebracht en alle wen-
schen vervuld zijn. Het tegenwoordig ge
slacht zal dat echter wel niet beleven en dus
de wrijving van belangen blijven kennen.
Niet door geweld doch door overleg en
samenwerking zoeke men redieüijke verhou
dingen te scheppen. Het is niet voldoende
zel'f geen geweld te willen, men moet 't ook
bij den ander voorkomen.
Breekt 't geweld los, dan gaat geen der
partijen vrij uit. Schuld heeft ook hij, die 't
geweld niet heeft weten te voorkomen. Hij
is te halsstarrig geweest. Men kan nu een
maal niet altijd op zijn eenmaai ingenomen
standpunt blijven staan en eigen inzichten
doen zegevieren. Men moet zich kunnen
aanpassen.
Wij leven in 'n tijd van dreiging met ge
weld. Dat bewijst dat er iets niet in orde is.
Zou 't volk in zoo hevige beroering gebracht
kunnen zijn, als alles was zooals 't zijn
moest
Inderdaad, er is veel gezondigd. Aan de
heerschende malaise heeft iedereen schuld.
Te veel heeft men gemeend zelf alle wijs
heid in pacht te hebben en naar geleerde
theorieën in plaats van naar de volkswen-
schen te kunnen regeeren. De democrati
sche elementen werden doorgaans over
stemd, in 't eene land natuurlijk meer dan in
't andere en de uitkomst heeft geleerd, dat
in die landen waar zulks 't meest 't geval
was, de gevolgen ook 't ergst zijn geweest.
't Zou laf zijn alleen de regeering en de
politieke partijen verantwoordelijk te stellen.
Wij hebben allen schuld naar mate wij meer
of minder de teekenen des tijds niet ver
stonden. Maar 't zwaarst is de schuld van
den bourgeois satisfaiit en van den O.W.er
plus que satis fait, die niets gesnapt hebben
varv wat eT om ging in de volksziel, en in
hun optreden 'n pijnlijk tekort aan psycho
logie verradenonder hen zijn de gevaar
lijkste B olsjew i sm ef a bri k ante n
Maar evenmin gaan vrij uit de socialisten,
die vroeger vrijwel 't zelfde beloofden wat
thans de communislen pogen ten uitvoer te
brengen. Hoe dichter zij echter bij de ver
antwoordelijkheid en de groene tafels kwa
men, des te meer bonden zij in, de regee-
ringssocialisten in Duitschland staan alweer
geheel op den beganen grond en zijn niet
anders dan geavanceerde democraten. Maar
de groote massa, die niet, gelijk de leiders,
'n juistere kijk op de dingen kreeg, draafde
door en weid 'n makkelijke prooi voor de
communistische waanzin.
Maar het is nutteloos te zoeken naaT de
schuld, 't komt er op aan 'n oplossing te
vinden.
Men verwerpt en met recht de die-
tatuur van het proletariaat, welke in de
praktijk neerkomt op chaos en anarchie of
despotie van enkele eeizuchtigen. Maar niet
minder verwerpelijk ware 'n regeering van
de bourgeoisie salisfaite; zij toch zou ook
slechts 'n klein deel der burgerij vertegen
woordigen en, zij 't op minder in 't oog
vallende wijze, de belangen van 'n minder*
heid voorstaan. Zij ware 'n voortdurende uit
daging voor de overstuursche revolutionai
ren en in den strijd tusschen reactie en re
volutie zou land en volk dood gedrukt wor
den.
Wat de landen van Europa thans noodig
hebben om staande te blijven en niet onder
te gaan in burgeroorlog is de samenwerking
van de oprechte democraten van alle partij
en; zij alleen kunnen 'n regeering vormen,
welke inderdaad op 'n meerderheid van het
volk steuntzij alleen zullen misschien de
golf van waanzin, welke onze beschaving
dreigt te verzwelgeh, kunnen breken.
't Zal nooit gelukken met geweld of kunst
matig 'n nieuwe maatschappij te stichten,
geef den menschen hun bezinning weer,
maak betere menschen van hen dan zal de
nieuwe, betere maatschappij van zelf ver
rijzen.
uit een regeeringsbureau afkomstig te zijn,
werd melding gemaakt van een vergadering,
die den 9en April zou hebben plaats gehad,
waarin hooggeplaatste Fransche officieren
uit het bezette gebied van gedaohten had
den gewisseld over de politiek, die ten op
zichte van Duitschland zou moeten worden
ge'volgd. Wij hebben van dat bericht reeds
melding gemaakt; er werd voor het
tegenwoordige aangedrongen op hand
hoving van de Rijnlinie als waarborg te
gen het dreigende gevaar van de revanche-
denkbeelden der Duitsche militaire kringen,
en voor de toekomst werd een program aan
gegeven voor de verbrokkeling van Duitsch
land in een vijftal bondsstaten onder ver
klaring, dat men veel zou voelen voor de
volgende splitsing:
1. Beieren. Baden, Wurtemberg.
2. Rijnlandsche republiek met de beide
Rijnoevers.
3. In het Noorden: Pommeren, Mecklen
burg en Sleeswijk-Holstein, die in hoofdzaak
een agrarisch karakter dragen; de Hansa-
s te den zijn dan. van geen belang.
4. Thüringen en Saksen als industrie
centrum en els midden-Duitsche republiek.
5. Berlijn met Silezië en een klein deel
van Pommeren met de Mark als kleine
republiek op de wijze van Weenen en Buda
pest.
Vanwege de Fransche regedHng is dit be
richt categorisch tegengesprokenHavfis
heeft de verzekering gegeven, dat in Mainz
een dergelijke vergadering niet heeft plaats
gehad, waaruit volgt, dat al wat van de daar
gehouden besprekingen is gezegd behoort
tot het rijk der fabelen. Maar is daarmee de
HoIHiek Overzicht
Het geschil tusschen de geallieerden over
de bezetting van de Maingöuw door de
j Franschen is uit den weg geruimd door het
tusschen de Engelsche en Fransche regee-
ringen tot stand gekomen accoord, waarbij
Frankrijk zich heeft verbonden Frankfort,
Darmstadt en de overige steden te ontrui
men zoodra de door Duitschland zonder
machtiging naar het Ruhrbekken gezonden
aonvullingstroepen zijn teruggetrokken. Aan
den nu in San Remo vergaderden oppersten
raad is de beslissing gelalen over Duitsch-
land'S verzoek, dat aan de strijdkrachten die
het zijn toegestaan door de conventie van
Augustus 1919, zal worden vergund nog
drie verdere maanden in het betrokken ge
bied te blijven.
De vraag wat Frankrijk met deze bezet
ting voor had, is daardoor niet meer van
acuut belang. Afgaande op de officieele
verklaringen van de Fransche regeering,
waarin de bezetting van de Maingöuw als
een pand voor den aftocht van de Reichs-
wehr uit de neutrale zóne werd aangeduid,
zou men zelfs kunnen meenen, dat die
vraag alle belang heeft verloren. Dat neemt
intusschen niet weg, dat het in Duitschland
reeds bestaande wantrouwen tegen Frank
rijk door het gebeurde der laatste weken
nieuw voedsel heeft gekregen. Men is in
Duitschland algemeen overtuigd, dat het
doel, dat Frankrijk nastreeft, is Duitschland
uiteen te scheuren, en is van meening, dat
dit streven ook in de bezetting van de Main
göuw tot uiting is gekomen.
In een bericht, dat door Wolff's bureau
is verspreid en dat daardoor den schijn had
vrees in Duitschland weggenomen? Geens
zins. Men beroept zich op andere bewijs
stukken tot staving van Frankrijks booze
bedoelingen. Daarvoor doet o.a. diensi een
artikel van den gezaghebbenden militairen
deskundige generaal de Lacrpix, die in de
Temps de beteekenis uiteenzet, die z. i. aan
de bezetting van de Maingöuw toekomt. Het
artikel is getiteld „L'offensive de la Ruhr".
De schrijver gaat uit van de gedachte, dat
het optreden van de Reichswehr in het
Ruhrgebied een soort militair offensief is
tegen de geallieerden en dat de Fransche op-
mersch langs de Main als een strategische
tegenoperatle moet worden opgevat. Aan
Millerands verklaringen over het pnndkarak-
ter van de bezetting van de Maingöuw
knoop t de schrijver deze opmerkingen
vast
„Men behoort niets anders daarachter te
zoeken, maar het is geoorloofd daarbij te
voegen, dat de gekozen punten beantwoor
den aan een strategische overweging. Hun
ne ligging op de kaart nagaande, zie ik, dat
zij aan de Main of in de nabijheid van deze
rivier liggen, en zij herinneren mij aan een
plaats uit het boek van maarschalk Foch
„Van de oorlogvoering", dat in het jaar
19C4 verschenen is. Men moet daaruit geen
conclusie trekken, toepasselijk on den hul
digen toestand, maar de plaats bevat een
les. Maarschalk Foch schreef„Hij (de
Duitsche staat) vormt heden een rijk, een
federatie van staten, waarvan de eenen ten
zuiden, de anderen ten noorden van de Main
liggen Noord-Duitschland en Zuid-Duitsch-
land met verschillende temperamenten, met
het hoofd in het noorden, in Oud-Pruisen, in
Berlijn. Daoiheen zou men moeien gaan om
den loatsten slag te slaanmnar aan de
Main, in Mainz, zal men de macht reeds irï'
twee deelen scheiden. Een rationeel planf
bestaat dus hierin near Berlijn te gaan, den
weg nemende over Mainz, niet om men»
daar gemakkelijk over den Rijn r* v niet
omdat de rechter oever den li be-
heerscht en omgekeerd, menr or. daar
het punt is, waar de belangen varv oor
den en van het zuiden elkaar ontnv .n en
dus ook uiteengaan."
Generaal cle Lncroix voegt hic -uv\ loe:
„De tegenwoordige gebeurtenissen 1 on
waakzaamheid en wil." De Frankf. Zt a-
kent bij deze woorden aan Wat b'keet
dit anders, dr.n dat in zijne oogen d
ting van de Maingöuw een militair. r !;e
daad uiimaakt en geenszins een rorl ij-
gaanden dwangmaatregel? Er. /ij vir er
in aanleiding om den Franschen r r-
president Millerand, die in de Kamer i ii
herhaling heeft verklaard, dot hij prijs stelt
op het weer r.r.nkncopen van de econo
mische betrekkingen met Duitschland cn!
zich niet wil bemoeien met de Duitsche ra
ken, op het hort te druk I on, dnt hij zijno
woorden door daden bewijst en de Fransche
troepen terugroept van den Duitschen
grond, dien zij ten onrechte hebben betre
den.
Dat zal misschien niet lang meer uitblij
ven, went in het Ruhrgebied keert C.rust
terug. Maar zal daarmee het wantrouwen
zijn wfeggenomen .en het Duitsche volk ge
rustgesteld zijn over Frankriik's toekomsti
ge plannen? Daarop moet men niet te vost
rekenen, want dit wantrouwen is vast ge
worteld en de ongerustheid, die er uit voort
vloeit, heeft slechts een geringe hiding
noodig om weer aan le wakkeren.
Buiteiilandsobe
Londen, 20 April. (V. D.) Vo1 ons
een officleuse mededeeling uit San Remo le
Parijs ontvangen heeft do conferentie defi
nitief beslist, dat Konstnntlnopel in Turk-
sche handen zal blijven, doch dat geallieer
de detachementen daar zullen worden ge-*
stationeerd om evénlueel op te treden legen
Turksche leiders, die opnieuw gievanJijk be
ginnen te worden. De zeeëngten met inbe
grip der Dardancllen zullen worden geïn
ternationaliseerd. Er zal een intergeallieerd
garnizoen op het schiereiland Gnllipoli wor
den gestationeerd. Heclen hebben de geal
lieerde maritieme en militaire experts, waar
onder Foch. sir Henry Wilson en graaf
Beatty, die gisteravond te San Remo is aan
gekomen, elkaar ontmoet ter regeling van
cle toekomstige controle over Turkije.
Een officieel communiqué, dat lu en is
uitgegeven, deelde mede: Hedenmorgen
heeft de conferentie besproken en goedge
keurd de financieele bepalingen van hdt
Turksche vredesverdrag. Daarop l eeft do
conferentie cle Armeenscke territoriale
kweslie besproken, in het bijzonder ue mili
taire grenskwestie. Voor de verdaging nam
de conferentie de Batoenkwestie ter hand.
Er is overeengekomen, dat te San Rcmo de
Italiaansche kolenkv/estie besproken zal wor
den op het einde van deze week door ver
tegenwoordigers van de Britsche kolencon-
tróle en een specialen gedelegeci die
•waarschijnlijk zal zijn de minister van in
dustrie Ferraris.
Nitti heeft aan Lloyd George eeif memo
randum overhandigd van Italiaansche fabri
kanten, waarin wordt medegedeeld, dat vele
industrieën zullen moeten si opgezet worden
tengevolge van kolengebrelc. De Engelsche
regeering heeft reeds besloten in principe
Italië bij te staan met kolen. John Cndman,
lid van het Britsche Oliedepartenent, is
naar San Remo geroepen.
Hamburg, 7 9 April. (V. DA Mede
gedeeld wordt, dat Griekenland het vredes
verdrag met Duitschland krefi ger: :,f*"~rerd
Wat men in zijn kindertijd ontvangt, ver
liest men nooit geheel.
L.
S
k
IroinhiiizBii,
iSÖIII
JUWELIER
keuze ir»
hoyden- en
zilveren werken.
rjrjr jr jr j' jr jr jt jr-fjrjr*
T«
Roman door
J. EIGENHUIS.
10
Toen de kinderen naar school waren, pro
beerde hij het nog eens te uiten: „Zoo zoo. ge
lukkig dnt je dus niet meer die zwarte buien
hein van vroeger. Mien."
..Kom, kom, dominee,lachte ze, om van
hem af te komen. „Zwarte buien! Je ziet, dat
't nou heclemaa] zonneschijn bij me is."
»,Ja, wat de boeren een waterzonnetje noe-
zoo'n kii glimpje door vale regenwol
ken heen
„O, wat schrikkelijk poëtisch! Om er van te
geeuwen."
Nee, Mien, je ben zoo'n goeie, hartelijke
zus. En dan in eens kan je zoo vol egoïstisch
zelfbeklag wezen. Ik heb er lang over nage
dacht, hoe jammer dat is. Ik geloof ook niet,
dat het je zwakke gezondheid of zenuwover
spanning is. liet is meer stil besef, hoe nietig
al die dagelijksche rompslomp is..
„O, zoo," stemde Mien spottend toe, maar
Piet bleef ernstig en zag haar met zijn zwarte
oogen zoo vriendelijk aan, dat ze weer luis
terde. Wat een nobel gelaat, dacht ze, met die
zachte trekken om den mond e_n dien glan-
zena-zwarten baard.
„Jij hebt jc genotzucht nog niet in harmo
nie gebracht met het betere, dat je vaag in jc
zelf voelt en dat zelfverloochening vraagt. Je
zoekt het grootste geluk nog in pleizier ma
ken en het strenge plicht-leven dwarsboomt je
daar in...'*
„O zoo, beaamde .ze nog eris, nu wat min»
der spottend.
Maar Piet bleef haar met hetzelfde ernstige
gezicht aanzien: .Zie je, en dat is toch mis.
Je "bent en blijft in zeker opzicht nog een
'kind
Grappig boog ze, om hem te danken voor
•z'n compliment en vroeg: „In de boosheid een
kind, bedoel je?"
A/Dat geloof ik ook web'' lachte Piet. „Maar
ik bedoel nu speciaal: een kind in het ver-
stand..."
„Dus met andere woorden: ik ben
kindsch," deed ze komiekwoedend, hem on
eerbiedig aan zijn baard trekkend. En hem
op de wangen kloppend, zei ze: ,Jk Zou nij- I
dig worden, als je niet zoo'n beste dominee
was." j
Piet Het ricli niet door haar bevallige aan
haligheid in den war brengen en vervolgde:
„Je ben eigenlijk een juweeltje van een vrouw.
Nee, lieusch, Marie kan best velen, dat ik je
zoo iets liefs zeg. Watn zij is 't ook. Jullie heb
ben allebei sterk den familietrek, om alles
voor een ander over te hebben. Jij zou je hee-
lemaal over den kop werken, om een ander
een pleziertje te doen. Jc bent zuinig in jc
huishouden, jc bent handig en hebt veel
smaak, zoodat jc woekert met een klein inko
men. Jc bent teer voor je kindertjes en houdt
dol Aan je man..."
„Marie, Marie, lachte Mien, „als jij or niet
bij was, zou 'k jc man eris stevig omhelzen.
Hij is een schat..."
Koopê tsw Schoenwerk
J. Groeien dorst
HOF 33
„Ja. Maar ik moet je nog meer zeggen. Ken
je -het verhaal van den rijken jongeling?- Zoo
is het nu met jou ook. Als tegen jou nou eris
gezegd werd; Ga heen, en vraag geen plei
zier meer voor je zelf, maar zoek alleen jc
levensdoel in zelfopoffering, waar je toch zoo
allen aanleg voor hebt..."
Zc pakte hem weer bij zijn baard en raakte
wat aan het stoeien en toen -ze weg was, zei
Piet tegen Marie: „Je kan het toch nooit
iemand aanpreeken. Zelf ondervinden nfoe-
ten'ze het toch allemaal. Maar je zou zoo'n lief
mensch als je zuster zoo graag die bittere er
varing willen besparen.
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Waf zijn die avonden zonder bezoek toch
een ontij tiende .verveling, pruilt Cato Vermaal
in zichzelf. Zc heeft de avondcoural twee
keer doorgekeken, onderwijl lievigheidjes met
het mormel Puck uitgehaald, dat zcnuwach-
ti© grommelt bij al dc snoezc-naampjes, wel
ke <zc hem geeft, en haar nu en dan onver
wacht als met een kikkertong zijn rose lag
tegen (le wang dweilt.
„Puckie zoet, Puckie lief dier, 't hontie van
z'n vrouwtje. Moet Puckie lekkers hébben?
Lekkers uit 't trommltje?"
Het afgrijselijk gerimpeld snoetje wordt
schuin geheven, en bij wijze van agitatie slin
gert het staartje over de tafel heen cn weer.
En als ze met liet trommelje rammelt, knort
en jankt het beest of het buikpijn heeft, heft
zich op de vier pooten en schommelt zijn
vlceschlijf naar den uitersten rand va.ii de
tafel, waar het met kwijlend gcmummel de
koekjes knorrend inschrókt.
Dc secretaris is, als een secretaris betaamt,
achter een vervaarlijk sylinder-burèau geze
ten, dat beladen is met monsterachtige snuiste
rijen, een paar boeken, kranten on losse pa
pieren, waaraan de meid nooit iets mocht ver
schikken, ofschoon er niet voel aan tc beder
ven viel, want het waren altijd dezelfde waar*
delooze papieren, als kennisgevingen van ver
lovingen en huwelijken, aanbiedingen van dc
Hamburger loterij, etc. Jan Venna?,t had dc
gewoonte alles achter zijn bureau tc do-u,
behalve le schrijven. Merkwaardig zoo weinig
als hij tc correspondeeren had. Zijn gewich
tigste bezigheid om zijn lange avonden, als hij
niet uit was, te possceren, was krant-lozen,
waaraan hij soms van het eten tot elf uur kon
doen onder het genot van menig sigaartje en
igrocje. En omdat hij gevoeld had toch iets
te moeten doen, om -zich niet al tc erg te ver
velen, had hij drie jaar geleden zich op
kerhschnitt geworpen, waarin hij. het thans
nog niet zoo ver had gebracht, dat hij een
eenvoudig patroon wist uil tc snijden.
Met den eenen arm languit hangend over
dc leuning van zijn bureaustoel, bloost hij in
gepeinzen verzonken, dc rook van zi:o geurig
sigaartje in den gconenden muil ven den
gruweiijken dr.omon, een soort. var. houten.
Indisch afgodsbeeldje/ dat PP rijn urs.nu
staat, Als acn staatsman poseert hij, pi er dc
gewichtigste problemen hem door h höofcT
gaan. Mnar in ë'k al zijn zc dan vroolijk
van aard, want met een zuur-zoet schok-
lachje betast hij zijn buikje en draait zijn
stoel een halven slag om, om zijn vrouw aail
tc zien.
Cato is echter ic veel met haar liodnje bc»
zig. dat nu rustig snorkt op haar schoot, cn
met h? r eigen saai leven, om zijn gebaren op
te merken, 't Zijn ook ontzettende avonden
zoo van den clen tot elf, twaalf uur, als "ris
geen goed mensch kwam aanlo.opeu En
kon toch niet doen als haar man en naar dc
kroeg of de soos gaan of ergens anders zwak
ken.
Zou zc nog wat naar Mien gaan?
Die had tenminste na negenen of tienen
nog wat aan haar man, als hij klaar was mdt
z'n lessen. Maar wat had zij aan haar man?
Daar zat hij nu? roet den rug naar haar tofj,
aan zii11 lessenaar, of hij heel wat gewichtig*
had uit te voeren. O. nu zou liij wnnrachlif*
nog meer rommel maken ook, met zijn onbe
nullige kerbsehnitt, en overal snippers neer
smijten.
„Zeg Jan, hou jc rommel op jc bureau! Loot
dc snippers niet door de heel© kamer kQ«
men!"' snibde ze.
(Wordt vervolgd), j