Regenmantels.j Maison L'Hirondelle BUITENLAND s s s s s s s FEUILLETON. EtfEN WIC 18e Jaargang No. 258 Mwmsra^r^TZ^ per pmi 2.40. r« "«x (met irrati» veneker nj V«en M70-e'ukitai 0.17». aizondcrlijke nummer» 1 'jM. Tiluhooh 411. AMERSFOORTSO „DE EEMLANDER" DIRECTEURi VALKHOFF. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. HOOFDREDACTEUR: M,. O. J VAN SCHAARDENBURG. Woensdag 21 Anri' IS'O pmis m imranfi r, bewijsnummer, elke regel meer 0 20, dienst.' nb c» dingen 1--5 icgcls t 0.50. Voor handej en bedrijf bestaan zcci vooidccliqc bepalingen (oi het herhaald ad verloeren bij abonnement. tene clrcn aue. bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Bewijsnummers 5 cent. M. VLEESCHHOUWER, Meubelfabrikant - HOF 46 AMER SFOORT Fabriek: Papenhofstede. Directe levering van den fabrikant aan den verbruiker Concurrentie daardoor absoluut uitgesloten. Gsweld of Democratie? Als twee person-en in twist of twee volken- ren in oorlog geraakt zijn, wordt doorgaans 't punt van gesohil van niet grooter gewicht geacht dan de quaestie bij wie de schuld Kgt det 't zoover gekomen is. Wij hebben het gezien in den wereldoor log, even lichtzinnig in z'n begin als fataal in z'n gevolgen. Beide partijen gaven elkan»* der de schuld en naar gelang onze sympa thieën naar een van beiden uitgingen, waren wij overtuigd van de schuld van de andere partij. Slechts zij die werkelijk objectief te genover 't gebeurde stonden, begrepen dat noch de een noch de ander de vermoorde onschuld was, doch dat beiden hun portie van de verantwoordelijkheid droegen, al was deze dan ook voor de Centralen verreweg 't zwaarst. Dat men zich altijd zoo druk maakt over de schuldvraag, wijst er op, dat men toeft wel beseft niet op den rechten weg te zijn. Waarom zich anders zoo in te spannen, niet om 't eigen goede recht ten opzichte van 't punt van geschil te bewijzen, doch om zich zelf vrij te pleiten van schuld aan de geweld dadige wijze waarop men bezig is 't geschil te beslechten. Die wijze is inderdaad barbaarsch. 'n Be slissing welke door geweld verkregen wordt, kan nooit juist of bevredigend zijn; meestal is de overwinning voor den sterkste en de sterkste heeft long niet altijd gelijk. Maar zelfs als 't geweld de zege brengt voor die partij, op welke 't geringste deel der ver antwoordelijkheid drukt, is de aldus verkre gen beslissing niet bevredigend; daarvoor is zii te duur gekocht, want de voordeelen wor den altijd verre overtroffen door de schade, welke ook de overwinnaar geleden heeft. Bijna elke overwinning is 'n Pyrrhus~over- winning, wjat de overwinnaar bereikt, weegt niet op tegen de offers welke hij braaht. Elke andere oplossing, zonder geweld vefijt kregen; zou voor bekle partijen veel voor de elixer uitgekomen zijn. Ons geslacht heeft dat alles met eigen oogen aanschouwd, maar heelt het er ook iets uit geleerd? Wij gelooven van niet. 't Geweld heeft nog niet afgedaan. Meer dan ooit wordt naar 't middel van geweld g -■ repen. Men heeft niets geleerd en niets ar'; eleerd. Eerst heeft men met allerlei kunst en vliegwerk den klass-estrijd ontketend en toen wilde men hem met geweld gaan uitvechten. W~s d'-at verblinding of misdaad? Met 't meest afschrikwekkende voor oog en ging men lustig voort ook in den s r. c i aol-econo miselven strijd 'n oplossing door geweld te zoeken, 't Is duidelijk, dat e".e op die wijze verkregen oplossing, hoe zij ook uitvalLe, voor alle partijen noodlottig moet zijn. In Rusland heeft ten koste van ontzettende offers het Bolsjewisme gezegevierd. Wat is er beYeikt? Eenige leiders en eerzuchtigen zijn tot macht gekomen, ja, maar 't volk, de miüioenen zijn er nog veel rampzaliger aan loe dan vóór de revolutie, 't Leedvermaak, dat de overwonnen en uitgemoorde bour geoisie ten slotte nog meer verloren heeft, is 'n schrale troost voor 't volk, dat thans onder nog drukkender despotie zucht, min der vrijheid en meer honger heeft dan ooit te voren, 't Is de vraag of zij die door den dood uit 't Russische bloed- en tranendal verlost werden, niet gelukkiger te noemen zijn dan de achterblijven den, die zich over winnaars wanen. In Duitschland is de strijd nu vrijwel be slecht ten gunste van de regeering. De stumperachtigheid van de reactionairen en d-e hopeiooze verdeeldheid ond-er óe revolu tion ai/eny hun onmacht om te regeeren en zelfs in de eigen gelede reit orde te bewaren, zijn zoo duidelijk gebleken, dat de kans op welslagen van 'n nieuwe gTeep naar de macht vooreerst verkeken is. Er is veel ge weld gebruikt, er is 'n misschien niet duur zame maar toch voorloopige oplossing ver kregen, maar zou elke andere oplossing, welke zonder geweld bereikt was, voor 't volk in z'n geheel niet veel voordeeliger ge weest zijn Met geweld wordt veel verloren en weinig bereikt. Wrijving, strijd van belangen zal bestaan, zoolang de mensch mens oh is. Eerst als alle menschen socialist zijn of liever gezegd communist zijn, want er bestaan zoo tallooze soorten socialisten, dat het begrip socialist alweer vervaagd, en verouderd is eerst dus als de mensch niet meer mensch doch communist is en de heilstaat 't paradijs op aarde brengt (hopelijk 'n verbeterde editie van den Russisch en en wijjen den Hongaar- schen, Beierschen en Westfaalschen), zullen hocus-pocus alle belangen met elkaar in overeenstemming gebracht en alle wen- schen vervuld zijn. Het tegenwoordig ge slacht zal dat echter wel niet beleven en dus de wrijving van belangen blijven kennen. Niet door geweld doch door overleg en samenwerking zoeke men redieüijke verhou dingen te scheppen. Het is niet voldoende zel'f geen geweld te willen, men moet 't ook bij den ander voorkomen. Breekt 't geweld los, dan gaat geen der partijen vrij uit. Schuld heeft ook hij, die 't geweld niet heeft weten te voorkomen. Hij is te halsstarrig geweest. Men kan nu een maal niet altijd op zijn eenmaai ingenomen standpunt blijven staan en eigen inzichten doen zegevieren. Men moet zich kunnen aanpassen. Wij leven in 'n tijd van dreiging met ge weld. Dat bewijst dat er iets niet in orde is. Zou 't volk in zoo hevige beroering gebracht kunnen zijn, als alles was zooals 't zijn moest Inderdaad, er is veel gezondigd. Aan de heerschende malaise heeft iedereen schuld. Te veel heeft men gemeend zelf alle wijs heid in pacht te hebben en naar geleerde theorieën in plaats van naar de volkswen- schen te kunnen regeeren. De democrati sche elementen werden doorgaans over stemd, in 't eene land natuurlijk meer dan in 't andere en de uitkomst heeft geleerd, dat in die landen waar zulks 't meest 't geval was, de gevolgen ook 't ergst zijn geweest. 't Zou laf zijn alleen de regeering en de politieke partijen verantwoordelijk te stellen. Wij hebben allen schuld naar mate wij meer of minder de teekenen des tijds niet ver stonden. Maar 't zwaarst is de schuld van den bourgeois satisfaiit en van den O.W.er plus que satis fait, die niets gesnapt hebben varv wat eT om ging in de volksziel, en in hun optreden 'n pijnlijk tekort aan psycho logie verradenonder hen zijn de gevaar lijkste B olsjew i sm ef a bri k ante n Maar evenmin gaan vrij uit de socialisten, die vroeger vrijwel 't zelfde beloofden wat thans de communislen pogen ten uitvoer te brengen. Hoe dichter zij echter bij de ver antwoordelijkheid en de groene tafels kwa men, des te meer bonden zij in, de regee- ringssocialisten in Duitschland staan alweer geheel op den beganen grond en zijn niet anders dan geavanceerde democraten. Maar de groote massa, die niet, gelijk de leiders, 'n juistere kijk op de dingen kreeg, draafde door en weid 'n makkelijke prooi voor de communistische waanzin. Maar het is nutteloos te zoeken naaT de schuld, 't komt er op aan 'n oplossing te vinden. Men verwerpt en met recht de die- tatuur van het proletariaat, welke in de praktijk neerkomt op chaos en anarchie of despotie van enkele eeizuchtigen. Maar niet minder verwerpelijk ware 'n regeering van de bourgeoisie salisfaite; zij toch zou ook slechts 'n klein deel der burgerij vertegen woordigen en, zij 't op minder in 't oog vallende wijze, de belangen van 'n minder* heid voorstaan. Zij ware 'n voortdurende uit daging voor de overstuursche revolutionai ren en in den strijd tusschen reactie en re volutie zou land en volk dood gedrukt wor den. Wat de landen van Europa thans noodig hebben om staande te blijven en niet onder te gaan in burgeroorlog is de samenwerking van de oprechte democraten van alle partij en; zij alleen kunnen 'n regeering vormen, welke inderdaad op 'n meerderheid van het volk steuntzij alleen zullen misschien de golf van waanzin, welke onze beschaving dreigt te verzwelgeh, kunnen breken. 't Zal nooit gelukken met geweld of kunst matig 'n nieuwe maatschappij te stichten, geef den menschen hun bezinning weer, maak betere menschen van hen dan zal de nieuwe, betere maatschappij van zelf ver rijzen. uit een regeeringsbureau afkomstig te zijn, werd melding gemaakt van een vergadering, die den 9en April zou hebben plaats gehad, waarin hooggeplaatste Fransche officieren uit het bezette gebied van gedaohten had den gewisseld over de politiek, die ten op zichte van Duitschland zou moeten worden ge'volgd. Wij hebben van dat bericht reeds melding gemaakt; er werd voor het tegenwoordige aangedrongen op hand hoving van de Rijnlinie als waarborg te gen het dreigende gevaar van de revanche- denkbeelden der Duitsche militaire kringen, en voor de toekomst werd een program aan gegeven voor de verbrokkeling van Duitsch land in een vijftal bondsstaten onder ver klaring, dat men veel zou voelen voor de volgende splitsing: 1. Beieren. Baden, Wurtemberg. 2. Rijnlandsche republiek met de beide Rijnoevers. 3. In het Noorden: Pommeren, Mecklen burg en Sleeswijk-Holstein, die in hoofdzaak een agrarisch karakter dragen; de Hansa- s te den zijn dan. van geen belang. 4. Thüringen en Saksen als industrie centrum en els midden-Duitsche republiek. 5. Berlijn met Silezië en een klein deel van Pommeren met de Mark als kleine republiek op de wijze van Weenen en Buda pest. Vanwege de Fransche regedHng is dit be richt categorisch tegengesprokenHavfis heeft de verzekering gegeven, dat in Mainz een dergelijke vergadering niet heeft plaats gehad, waaruit volgt, dat al wat van de daar gehouden besprekingen is gezegd behoort tot het rijk der fabelen. Maar is daarmee de HoIHiek Overzicht Het geschil tusschen de geallieerden over de bezetting van de Maingöuw door de j Franschen is uit den weg geruimd door het tusschen de Engelsche en Fransche regee- ringen tot stand gekomen accoord, waarbij Frankrijk zich heeft verbonden Frankfort, Darmstadt en de overige steden te ontrui men zoodra de door Duitschland zonder machtiging naar het Ruhrbekken gezonden aonvullingstroepen zijn teruggetrokken. Aan den nu in San Remo vergaderden oppersten raad is de beslissing gelalen over Duitsch- land'S verzoek, dat aan de strijdkrachten die het zijn toegestaan door de conventie van Augustus 1919, zal worden vergund nog drie verdere maanden in het betrokken ge bied te blijven. De vraag wat Frankrijk met deze bezet ting voor had, is daardoor niet meer van acuut belang. Afgaande op de officieele verklaringen van de Fransche regeering, waarin de bezetting van de Maingöuw als een pand voor den aftocht van de Reichs- wehr uit de neutrale zóne werd aangeduid, zou men zelfs kunnen meenen, dat die vraag alle belang heeft verloren. Dat neemt intusschen niet weg, dat het in Duitschland reeds bestaande wantrouwen tegen Frank rijk door het gebeurde der laatste weken nieuw voedsel heeft gekregen. Men is in Duitschland algemeen overtuigd, dat het doel, dat Frankrijk nastreeft, is Duitschland uiteen te scheuren, en is van meening, dat dit streven ook in de bezetting van de Main göuw tot uiting is gekomen. In een bericht, dat door Wolff's bureau is verspreid en dat daardoor den schijn had vrees in Duitschland weggenomen? Geens zins. Men beroept zich op andere bewijs stukken tot staving van Frankrijks booze bedoelingen. Daarvoor doet o.a. diensi een artikel van den gezaghebbenden militairen deskundige generaal de Lacrpix, die in de Temps de beteekenis uiteenzet, die z. i. aan de bezetting van de Maingöuw toekomt. Het artikel is getiteld „L'offensive de la Ruhr". De schrijver gaat uit van de gedachte, dat het optreden van de Reichswehr in het Ruhrgebied een soort militair offensief is tegen de geallieerden en dat de Fransche op- mersch langs de Main als een strategische tegenoperatle moet worden opgevat. Aan Millerands verklaringen over het pnndkarak- ter van de bezetting van de Maingöuw knoop t de schrijver deze opmerkingen vast „Men behoort niets anders daarachter te zoeken, maar het is geoorloofd daarbij te voegen, dat de gekozen punten beantwoor den aan een strategische overweging. Hun ne ligging op de kaart nagaande, zie ik, dat zij aan de Main of in de nabijheid van deze rivier liggen, en zij herinneren mij aan een plaats uit het boek van maarschalk Foch „Van de oorlogvoering", dat in het jaar 19C4 verschenen is. Men moet daaruit geen conclusie trekken, toepasselijk on den hul digen toestand, maar de plaats bevat een les. Maarschalk Foch schreef„Hij (de Duitsche staat) vormt heden een rijk, een federatie van staten, waarvan de eenen ten zuiden, de anderen ten noorden van de Main liggen Noord-Duitschland en Zuid-Duitsch- land met verschillende temperamenten, met het hoofd in het noorden, in Oud-Pruisen, in Berlijn. Daoiheen zou men moeien gaan om den loatsten slag te slaanmnar aan de Main, in Mainz, zal men de macht reeds irï' twee deelen scheiden. Een rationeel planf bestaat dus hierin near Berlijn te gaan, den weg nemende over Mainz, niet om men» daar gemakkelijk over den Rijn r* v niet omdat de rechter oever den li be- heerscht en omgekeerd, menr or. daar het punt is, waar de belangen varv oor den en van het zuiden elkaar ontnv .n en dus ook uiteengaan." Generaal cle Lncroix voegt hic -uv\ loe: „De tegenwoordige gebeurtenissen 1 on waakzaamheid en wil." De Frankf. Zt a- kent bij deze woorden aan Wat b'keet dit anders, dr.n dat in zijne oogen d ting van de Maingöuw een militair. r !;e daad uiimaakt en geenszins een rorl ij- gaanden dwangmaatregel? Er. /ij vir er in aanleiding om den Franschen r r- president Millerand, die in de Kamer i ii herhaling heeft verklaard, dot hij prijs stelt op het weer r.r.nkncopen van de econo mische betrekkingen met Duitschland cn! zich niet wil bemoeien met de Duitsche ra ken, op het hort te druk I on, dnt hij zijno woorden door daden bewijst en de Fransche troepen terugroept van den Duitschen grond, dien zij ten onrechte hebben betre den. Dat zal misschien niet lang meer uitblij ven, went in het Ruhrgebied keert C.rust terug. Maar zal daarmee het wantrouwen zijn wfeggenomen .en het Duitsche volk ge rustgesteld zijn over Frankriik's toekomsti ge plannen? Daarop moet men niet te vost rekenen, want dit wantrouwen is vast ge worteld en de ongerustheid, die er uit voort vloeit, heeft slechts een geringe hiding noodig om weer aan le wakkeren. Buiteiilandsobe Londen, 20 April. (V. D.) Vo1 ons een officleuse mededeeling uit San Remo le Parijs ontvangen heeft do conferentie defi nitief beslist, dat Konstnntlnopel in Turk- sche handen zal blijven, doch dat geallieer de detachementen daar zullen worden ge-* stationeerd om evénlueel op te treden legen Turksche leiders, die opnieuw gievanJijk be ginnen te worden. De zeeëngten met inbe grip der Dardancllen zullen worden geïn ternationaliseerd. Er zal een intergeallieerd garnizoen op het schiereiland Gnllipoli wor den gestationeerd. Heclen hebben de geal lieerde maritieme en militaire experts, waar onder Foch. sir Henry Wilson en graaf Beatty, die gisteravond te San Remo is aan gekomen, elkaar ontmoet ter regeling van cle toekomstige controle over Turkije. Een officieel communiqué, dat lu en is uitgegeven, deelde mede: Hedenmorgen heeft de conferentie besproken en goedge keurd de financieele bepalingen van hdt Turksche vredesverdrag. Daarop l eeft do conferentie cle Armeenscke territoriale kweslie besproken, in het bijzonder ue mili taire grenskwestie. Voor de verdaging nam de conferentie de Batoenkwestie ter hand. Er is overeengekomen, dat te San Rcmo de Italiaansche kolenkv/estie besproken zal wor den op het einde van deze week door ver tegenwoordigers van de Britsche kolencon- tróle en een specialen gedelegeci die •waarschijnlijk zal zijn de minister van in dustrie Ferraris. Nitti heeft aan Lloyd George eeif memo randum overhandigd van Italiaansche fabri kanten, waarin wordt medegedeeld, dat vele industrieën zullen moeten si opgezet worden tengevolge van kolengebrelc. De Engelsche regeering heeft reeds besloten in principe Italië bij te staan met kolen. John Cndman, lid van het Britsche Oliedepartenent, is naar San Remo geroepen. Hamburg, 7 9 April. (V. DA Mede gedeeld wordt, dat Griekenland het vredes verdrag met Duitschland krefi ger: :,f*"~rerd Wat men in zijn kindertijd ontvangt, ver liest men nooit geheel. L. S k IroinhiiizBii, iSÖIII JUWELIER keuze ir» hoyden- en zilveren werken. rjrjr jr jr j' jr jr jt jr-fjrjr* T« Roman door J. EIGENHUIS. 10 Toen de kinderen naar school waren, pro beerde hij het nog eens te uiten: „Zoo zoo. ge lukkig dnt je dus niet meer die zwarte buien hein van vroeger. Mien." ..Kom, kom, dominee,lachte ze, om van hem af te komen. „Zwarte buien! Je ziet, dat 't nou heclemaa] zonneschijn bij me is." »,Ja, wat de boeren een waterzonnetje noe- zoo'n kii glimpje door vale regenwol ken heen „O, wat schrikkelijk poëtisch! Om er van te geeuwen." Nee, Mien, je ben zoo'n goeie, hartelijke zus. En dan in eens kan je zoo vol egoïstisch zelfbeklag wezen. Ik heb er lang over nage dacht, hoe jammer dat is. Ik geloof ook niet, dat het je zwakke gezondheid of zenuwover spanning is. liet is meer stil besef, hoe nietig al die dagelijksche rompslomp is.. „O, zoo," stemde Mien spottend toe, maar Piet bleef ernstig en zag haar met zijn zwarte oogen zoo vriendelijk aan, dat ze weer luis terde. Wat een nobel gelaat, dacht ze, met die zachte trekken om den mond e_n dien glan- zena-zwarten baard. „Jij hebt jc genotzucht nog niet in harmo nie gebracht met het betere, dat je vaag in jc zelf voelt en dat zelfverloochening vraagt. Je zoekt het grootste geluk nog in pleizier ma ken en het strenge plicht-leven dwarsboomt je daar in...'* „O zoo, beaamde .ze nog eris, nu wat min» der spottend. Maar Piet bleef haar met hetzelfde ernstige gezicht aanzien: .Zie je, en dat is toch mis. Je "bent en blijft in zeker opzicht nog een 'kind Grappig boog ze, om hem te danken voor •z'n compliment en vroeg: „In de boosheid een kind, bedoel je?" A/Dat geloof ik ook web'' lachte Piet. „Maar ik bedoel nu speciaal: een kind in het ver- stand..." „Dus met andere woorden: ik ben kindsch," deed ze komiekwoedend, hem on eerbiedig aan zijn baard trekkend. En hem op de wangen kloppend, zei ze: ,Jk Zou nij- I dig worden, als je niet zoo'n beste dominee was." j Piet Het ricli niet door haar bevallige aan haligheid in den war brengen en vervolgde: „Je ben eigenlijk een juweeltje van een vrouw. Nee, lieusch, Marie kan best velen, dat ik je zoo iets liefs zeg. Watn zij is 't ook. Jullie heb ben allebei sterk den familietrek, om alles voor een ander over te hebben. Jij zou je hee- lemaal over den kop werken, om een ander een pleziertje te doen. Jc bent zuinig in jc huishouden, jc bent handig en hebt veel smaak, zoodat jc woekert met een klein inko men. Jc bent teer voor je kindertjes en houdt dol Aan je man..." „Marie, Marie, lachte Mien, „als jij or niet bij was, zou 'k jc man eris stevig omhelzen. Hij is een schat..." Koopê tsw Schoenwerk J. Groeien dorst HOF 33 „Ja. Maar ik moet je nog meer zeggen. Ken je -het verhaal van den rijken jongeling?- Zoo is het nu met jou ook. Als tegen jou nou eris gezegd werd; Ga heen, en vraag geen plei zier meer voor je zelf, maar zoek alleen jc levensdoel in zelfopoffering, waar je toch zoo allen aanleg voor hebt..." Zc pakte hem weer bij zijn baard en raakte wat aan het stoeien en toen -ze weg was, zei Piet tegen Marie: „Je kan het toch nooit iemand aanpreeken. Zelf ondervinden nfoe- ten'ze het toch allemaal. Maar je zou zoo'n lief mensch als je zuster zoo graag die bittere er varing willen besparen. ZEVENDE HOOFDSTUK. Waf zijn die avonden zonder bezoek toch een ontij tiende .verveling, pruilt Cato Vermaal in zichzelf. Zc heeft de avondcoural twee keer doorgekeken, onderwijl lievigheidjes met het mormel Puck uitgehaald, dat zcnuwach- ti© grommelt bij al dc snoezc-naampjes, wel ke <zc hem geeft, en haar nu en dan onver wacht als met een kikkertong zijn rose lag tegen (le wang dweilt. „Puckie zoet, Puckie lief dier, 't hontie van z'n vrouwtje. Moet Puckie lekkers hébben? Lekkers uit 't trommltje?" Het afgrijselijk gerimpeld snoetje wordt schuin geheven, en bij wijze van agitatie slin gert het staartje over de tafel heen cn weer. En als ze met liet trommelje rammelt, knort en jankt het beest of het buikpijn heeft, heft zich op de vier pooten en schommelt zijn vlceschlijf naar den uitersten rand va.ii de tafel, waar het met kwijlend gcmummel de koekjes knorrend inschrókt. Dc secretaris is, als een secretaris betaamt, achter een vervaarlijk sylinder-burèau geze ten, dat beladen is met monsterachtige snuiste rijen, een paar boeken, kranten on losse pa pieren, waaraan de meid nooit iets mocht ver schikken, ofschoon er niet voel aan tc beder ven viel, want het waren altijd dezelfde waar* delooze papieren, als kennisgevingen van ver lovingen en huwelijken, aanbiedingen van dc Hamburger loterij, etc. Jan Venna?,t had dc gewoonte alles achter zijn bureau tc do-u, behalve le schrijven. Merkwaardig zoo weinig als hij tc correspondeeren had. Zijn gewich tigste bezigheid om zijn lange avonden, als hij niet uit was, te possceren, was krant-lozen, waaraan hij soms van het eten tot elf uur kon doen onder het genot van menig sigaartje en igrocje. En omdat hij gevoeld had toch iets te moeten doen, om -zich niet al tc erg te ver velen, had hij drie jaar geleden zich op kerhschnitt geworpen, waarin hij. het thans nog niet zoo ver had gebracht, dat hij een eenvoudig patroon wist uil tc snijden. Met den eenen arm languit hangend over dc leuning van zijn bureaustoel, bloost hij in gepeinzen verzonken, dc rook van zi:o geurig sigaartje in den gconenden muil ven den gruweiijken dr.omon, een soort. var. houten. Indisch afgodsbeeldje/ dat PP rijn urs.nu staat, Als acn staatsman poseert hij, pi er dc gewichtigste problemen hem door h höofcT gaan. Mnar in ë'k al zijn zc dan vroolijk van aard, want met een zuur-zoet schok- lachje betast hij zijn buikje en draait zijn stoel een halven slag om, om zijn vrouw aail tc zien. Cato is echter ic veel met haar liodnje bc» zig. dat nu rustig snorkt op haar schoot, cn met h? r eigen saai leven, om zijn gebaren op te merken, 't Zijn ook ontzettende avonden zoo van den clen tot elf, twaalf uur, als "ris geen goed mensch kwam aanlo.opeu En kon toch niet doen als haar man en naar dc kroeg of de soos gaan of ergens anders zwak ken. Zou zc nog wat naar Mien gaan? Die had tenminste na negenen of tienen nog wat aan haar man, als hij klaar was mdt z'n lessen. Maar wat had zij aan haar man? Daar zat hij nu? roet den rug naar haar tofj, aan zii11 lessenaar, of hij heel wat gewichtig* had uit te voeren. O. nu zou liij wnnrachlif* nog meer rommel maken ook, met zijn onbe nullige kerbsehnitt, en overal snippers neer smijten. „Zeg Jan, hou jc rommel op jc bureau! Loot dc snippers niet door de heel© kamer kQ« men!"' snibde ze. (Wordt vervolgd), j

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1920 | | pagina 1