A
EN STEDELIJK
Acivertentiên:
l e. bosch zoon
AVOND-UtTGAVE
EERSTE BLAD
OFFICIEEL GEDEELTE
NIET OFFICIEEL GEDEELTE
BUITENLAND.
124*ta Jaargang No. 125 B
cr 3 maandenvoor de stad
B-Jtrccht f 3.30, franco p. post
Sloor Ned&^afld f 5.55, België f 5.50, landen der
Abonnementen
ÏPostujilt f fci—. Vetor de stad per maand 1.10,
franco p. post 1.20,
pil b)*d verschoot da^elijica tweemaal i des mid»
ca ó*j aionds.
Donderdag 6 Mei 1920
Uitgave van de electsrische drukkerij
DIRECTEUR: A. VAN DER GIESSEN OUDEGRACHT, 176
HOOFDREDACTEUR: Ma. P. H. RITTER Ju.
van 1—5 regels f 1.55, clk«
regel meer ƒ0.30. In het Za»
terdagavondnummer 1—5 regels f 1.85. IcHert
regel tncer f 0 36.
Verantwoordelijkheid voor plaatsing op ccne ba»
naald aangewezen plaats kan niet worden aanvaard,
int Tel. Redactie 52. Administratie 190 Tel».
granvadres: „Dagblad".
KENNISGEVINGEN»
I Burgemeester ©n Wethoudera der gemeente
JJtrecht,
1 ,vGelet op het odres van L. F. de Vos, om ver-
running tot het uitbreiden van zijne banketbak
kerij, door het bijplaatsen ven een electromotor
Van 1 P.K. en een tweetal daardoor te drijven
hiachincs, in het perceel aan de Heerenstroat
éo. 21, kadastraal bekend gemeente Utrecht,
Sectie B, No. 301
^Overwegende, dat den 9den April 1920
len Stadhuize de gelegenheid is gegeven om
bezwaren tegen de bovcnomsclireven uitbreiding
«dezer inrichting in te brengen en olzoo ingevol
ge het bepaalde bij artikel 8 der Hinderwet vóór
men 9den Mei e. k. over het verzoek zal moe
ten worden beslist
y .Overwegende evenwel, dat het onderzoek, dat
!0e beslissing dient vooraf te gaan, nog niet zoo-
yer is gevorderd, dat het vóór laatstgenoemden
datum zal zijn geëindigd
Gelet op het bepaalde bij het 2de lid van
Artikel 8 der genoemde wet
Besluiten:
0e beslissing over het vorenbedoeld verzoek te
Jrerdagen.
V Utrecht, 6 Mei 1920.
pe Secretaris, De Burgemeester,
J. BOOL. FOCKEMA ANDREA.
4 Mond- en Klauwzeer,
r De Burgemeester van Utrecht brengt, ter vol-
jAoening aan de aansohrijving van den heer
^Commissaris der Koningin in de provincie
Iltrccht van 5 Mei 1920, 4de Afdeeling, No.
3630, ter ^ennis vnn belanghebbenden, dat in
d.e gemeenten Woudenberg en Houten gevallen
yon mond- en klauwzeer zijn voorgekomen,
.f - Utrecht, 6 Mei 1920.
De Burgemeester voornoemd,
V?' FOCKEMA ANDREA..
Het toekomstig karakter
der Jaarbeurs.
AN den vooravond vair zijn besluit,
d-e volgende jaarbeurs te internatio-
jpalisecren, heeft h-et jaarbeursbestuur die
ftnternQtiondise-ering van vele gijden zien
Ihangevochten. De „Nieuwe Rotterdamsdhe
Courant" gaf i>n haar avondblad ven 4 Mei
op kalme wijze hare bedenkingen te ken
den, de oeconomische medewerker van
^Het Handelsblad" kwam stekeliger naar
oren, maar beide bladen waarschuwden,
tij het in verschillenden toonaard, tegen de
•e varen die huns inziens aan de interna-
naliseering verbonden zijn.
Wij hebben bJj de lectuur van het „Han-
lsblad"-artikel onze oogen nauwlijks kun-
en gelcoven. Na de heldere en afdoende
.il-eenzettingen van het jaarbeursbestuur,
ia de overduidelijke uitspraken van onze
eest vooraenstaande oeoonomen, na de
handeling in volksvertegenwoordiging en
meenteraad en de beschouwingen die
arop in de pers gevolgd zijn, komt het
'andclsblad over de levensvatbaarheid*]
de jaarbeurs, die gewezen zaak, eene
^betrachting houden, om de stelling te po-
teeren de jaarbeurs was een crisis-insti-
iut, zal in vredestijd een fiasco blijken, en
fortiori is de internationale jaarbeurs ver-
Jbordeeld. „De Nederlandsohe jaarbeurs",
ldus onze college uit Amsterdam, had een
ogenblik het aanzien „een gretig aanvaard
Intermediair te vormen tusschen de lan
den, wier economische betrekkingen zoo
oivdig verstoord waren door vijf jaren oor-
•g. Deze illusie behoort tot het verleden,
e Centrale rijken hebben in Leipzig en
^ankfort hun beurzen, waarop ook het „vij-
delijke" buitenland niet ontbreektde
ëassocieerden hebben een reeks van foi-
es (Lyo-n, Brussel, Padua), die de Duit-
ichers bezoeken of zullen gaan bezoeken,
rol van Leipzig, van een eerste rangs
internationale jaarbeurs, is, waanneer d-e tee-
Icenen niet bedriegen, voor Utrecht niet
^weggelegd. Neemt'men dus een proef met
fnterinaticTi-alisatie, dan zal men zicb moe
ien voorbereiden op eene teleurstelling,
©lijft die uitdes te beter",
f - Deze redeneering geeft onzes inziens
|blijk van een volkomen miskenning fcoowel
Wan de beteekenis ven het jaarbeurs ver
schijnsel in dezen tijd als van de organisa
tie, welke op natuurlijke wijze tusschen de
•Verschillende jaarbeurzen zal ontstaan.
Het uit den grond rijzen, overal, van jaar
beurzen is wel het allerduidelijkste bewijs
vvan de omstandigheid, dat men het insti
tuut der jaarbeurs «niet beschouwt ials een
/hulpmiddel om vijandelijke landen oeoono-
misch tot elkander te brengen, maar 'dat
'X>ver de geheele wereld het besef levend is
Wriliej) handel en industrie zich relev-eeren,
■dan zullen er bepaalde centra moeten
.zijn, waar die gewichtige oeconomisohe
krachten zich oriënteeTen. De jaarbeurs
als zoodanig vertoont zich niet als
een bemiddelings-instituut gedurende den
oorlogstijd, als -een crisis-instelling in
engeren zin, maar verschijnt als eene
instelling om ons behulpzaam te zijn
m die wijdere en veel langduriger
crisis-periode, welke eigenlijk na den
vrede pas begonnen is. Men mag niet
den klemtoon leggen op de groote jaarbeur
zen die in de voorheen oorlogvoerende lan
den zijn ontstaan, dus niet de jaarbeurzen
beschouwen als gelegenheden, waar de
vooi melige vijanden met elkander in con
tact komen, gelegenheden voorts die uit
sluitend (dus met voorbijgaan van andere
jaarbeurzen) hanser geven aan de indus
trieën van de notie welke die jaarbeurs
heeft opgericht. Immers in de neutrale lan
den schieten de jaarbeurzen omhoog in
even groote frequentie, en, wat merkwaar
dig is, de meeste dier jaarbeurzen zijn in
ternationaal. De bewering van onzen col
lega, dat de jaarbeurs in het neutrale land
alleen een crisis-instituut zou zijn in enge
ren zin, wordt door de feiten gelogenstraft.
Maar wat is nu, en hiermee komen wij
aan ons tweede punt de miskenning door
het Handelsblad van den groei van het jaar-
beurswezen naar een bepaalden vorm van
organisatie wat is nu het andere markan
te verschijnsel?
In de periode van he>t zoeken en tasten
der wereld naar oeconomisch herstel, ver
schijnen de jaarbeurzen in grooten getale
en in veel verschillend karakter. Onder de
thans opkomende beurzeif zijn er sommige,
die, evenals Utrecht, eene oriënteerend-e
bedoeling hebben, die bet jearbeurswezen
nauwkeurig in het oog houden, anderen die
meer gelijken op exposities. Maar de
groote strijd, die in de jaorbeurswereld
moet worden gevoerd, is de strijd om be
paalde centra te krijgen voor gemarkeerde
zones. Van al die jaarbeurzen zullen uit
den aard der zaak verschillende verdwijnen
of slechts voor beperkt gebied blijven voort-
beslaan, terwijl als de belangrijkste beurzen
alléén overblijven, die welke geographisch
het gunstigst gelegen zijn voor een bepaald
rayon van handel en industrie. En juist het
onderling besef van de jaarbeurzen, die we
ten als zoodanige centra het best geschikt
te zijn, is het saillante punt in de geheele
jiaarbeurspolitiek. Want de drie of vier
groote beurzen, die in het midden liggen
van een bepaald gebied, zullen gezamenlijk
zich één gevoelen tegenover daartusschen
opgekomen beurzen, en zullen gezamenlijk
elks voorrang beoogen voor ieders natuur-
li'ke zone. Zoo zullen vele jaarbeurzen ver
dwijnen, maar tusschen de enkele die over
blijven, is concurrentie afwezig, onderlinge
steun en vriendschap noodzakelijk, omdat
zij ieder een functie vervullen ten opzichte
van een bepaald Tessort. Onze collega van
„Het Handelsblad" heeft den weinig gra-
cieuzen inval gehad, uit te roepen, dat het
wel lijkt of niet het belang van handel, in
dustrie, vaderland, maar het belang (Ier
.„grijze bisschopsstadhier leiding geeft.
Wie zich maar ecnigermate rekenschap
geeft van den geest, die het Utrechlsche
Jaarbeursbestuur immer heeft bezield, zal
over een dergelijke uitlating de schouders
ophalen. Maar wij zouden onzerzijds wil
len vragenMoet Nederland zich de kans
laten ontglippen oriënteeringscentrum voor
handel en nijverheid te worden Indien
wij morgen de Utrechtsche Jaarbeurs te
huur zetten, verschijnt er overmorgen in
onze nabijheid maar over onze grenzen een
andere beurs die de ons toegewezen rol
gaarne zal overnemen. Dit zal noodza
kelijk geschieden, omdat Noord-
West Europa een beurs noodig
heeft. Een rol als Leipzig en Lyon ieder
voor hun gebied spelen is ook in Noord-
West Europa vervullen, ,en kan ook worden
vervuld door Utrecht. Verdwijnt de
Utrechtsche beurs welnuwij spelen an-
dqjen de voordeelen in handen, welke wij
door namelooze moeite hebben verkregen.
Hetgeen wij hierboven schreven is niet
gezogen uit onzen duim, het is evenmin een
noviteit. Wie tijdens de laatste jaarbeurs
en alle journalisten waren daartoe in de ge
legenheid aandachtig de uiteenzettingen
gevolgd heeft welke de Secretaris-Generaal
der Jaarbeurs voor de per9 heeft gehou
den, kon met deze situatie op de hoogte
zijn. En wie, gelijk wij, met buitenlandsche
jaarbeursdeskundigen over deze zaak ven
opdachten heeft gewisseld, kon het inzicht
van ons Nederlandsch jaarbeursbestuur be
vestigd vinden.
Moge de eerste opmerking van „Het
Handelsblad" in het bovenstaande eeniger-
mate zijn weerlegd, het orgaan komt ram
meien tegen de Jaarbeursmuur met een
tweede argument, een argument dat ook
min of meer zich laat gelden in het boven
vermelde artikel van de „Nieuwe Rotter-
damsche Courant."
„Een internationale jaarbeurs in 1021
zou de nationale zaak schaden. De hooge
stand van den gulden maakt concurrentie
voor de Nederlandsche Nijverheid in het
buitenland en in het binnenland zeer be
zwaarlijk. Het consumentenbelang, verbon
den aan de (door bizondere omstandighe
den tijdelijk) lage prijzen voor verschillen
de producten uit het buitenland, weegt niet
op tegen de enorme schade, die het alge
meen belang lijdt, wanneer de druk op de
Nederlandsche industrie nog grooter wordt.
De toevallige en tijdelijke voordeelen voor
afnemers worden door de inzinking van tal
van takken van bedrijf te duur betaald".
Aldus „Het Handelsblad". En „de Nieuwe
Rotterdammer" voegt er aan toe „Zoolang
de valuta-misère het internationaal verkeer
belemmert, zal geen jaarbeurs ter wereld
ooit tot stand vermogen te brengen, dat
export-industrieën in een land met hooge
valuta tot hernieuwden bloei geroken. Zoo
lang het aanknoopen van nieuwe handels
betrekkingen met buitenlandsche afnemers
ter jaarbeurze problematiek schijnt, zou de
internationaliseering tot een nadeel voor de
binnenlandsche export-industrie kunnen
worden, wijl het buitenland door den logen
stond der valuta uiterst gemakkelijk kon
exporteeren. Zij al een eerlijke concurientie
met het buitenland op eigen markt niet te
duchten, men deinst terug voor een strijd
met ongelijke wapenen."
Wat is er nu van dat alles waar? On
zes inziens moet men juist tot tegengestel
de conclusies komen, moet men er zich re
kenschap van geven dat de nationale zaak
geschaad zou worden, indien men de inter
nationalisatie achterwege liet. Allereerst is
er, wat Duitschland betreft, reeds geen spra
ke meer van een strijd met ongelijke wape
nen. In Duitschland is eene prijszetting ge
komen, waardoor de daar geproduceerde
goederen aan den vreemdeling alleen te
gen zeer verhoogden prijs of tegen dollar
koers worden verkocht. Het Neder
landsche product zal dus voor
niet-Duitschers niet duurder
maar goedkooper 2 ij p dan het
D u i t s c h e. De geïnternationaliseerde
Utrechtsche jaarbeurs is de plaats om dit
aan alle niet-Duitschers praktisch aan te
toonen, waarbij men geen vrees behoeft te
hebben dat het punt van vergelijking afwe
zig is, omdat de Duitschers wel al hun best
zullen doen om hunne producten te veri-
toonen ten einde de markt te herwinnen,
dus zeker ter jaarbeurs zullen verschijnen.
De Nederlandsche Industrie zou dus ten-
opzichte van de Duitsche juist gedrukt wor
den, wanneer zij hare voordeelen ter jaar-
beuTze niet vergelijkenderwijs kon aantoo-
nen. Het consumentenbelang, verbonden
aan de lagere Nederlandsche prijzen stelt
zich dus niet op tegen het industrieel be
lang, maar valt juist met dat industrieel be
lang samen. Ten opzichte van Frankrijk en
België geldt de hier aangegeven omstandig
heid nog niet, maar is zij toch evenzeer te
verwachten, omdat dergelijke prijszettin
gen in landen met een lagere valuta in de
natuur der dingen liggen. Het zou een ge
mis zijn aan ver-ziendheid indien men, om
dat een gedeelte van de buiter'andsche
industrie goedkooper leveren kan, de inter
nationaliseering van de jaaibeurs tegen zou
houden.Ongetwijfeld ligt er in de opmer
king, dat onze export-industrieën in moei
lijke omstandigheden verkeeren, een groote
mate van waarheid. Maar die export
moeilijkheden bestaan juist niet tegenover
landen met een hooge valuta, voor landen
ais Amerika en Skandinavië, waarop de
Utrechtsche Jaarbeurs wil zijn aan haar doel
beantwoorden, juist speciaal is aangewezen.
Ten slotte is het „Handelsblad" beducht
voor een overstrooming der jaarbeurs met
minderwaardig buitenlandsch goed. Wij mee-
nen dat het Jaarbeursbestuur zich daartegen
kan wapenen, wij meenen dat overigens de
waarde van het Nederlandsch goed daarte
genover in te gunstiger licht zou komen, wij
meenen tenslotte, dat het gevreesde gevaar
denkbeeldig is, omdat vooral Duitschland
een nieuwe reputatie te veroveren heeft, en
daarvoor door invoer van onwaardig goed
geenszins zal zijn gebaat®
Wij hebben ons over deze bestrijding
onzer twee voorname collega's ten zeerste
verwonderd. Wij hebben er ons over verwon
dérd, hoe de „Nieuwe Rot'erdomscho Cou
rant" als argument voor haar bestrijding kan
aanvoeren, dat „jaarbeurzen nimmer de
gevolgen van oeconomist he wetten uit c'en
weg vermogen te ruimen". Dat vermogen
zij niet, maar dat beoogen zij niet. Een jaar
beurs is een oriënfeerings-instituut, zij
geeft een weerspiegeling, geen creatie van
oeconomisohe wetten. Laat men die oriën
teering thans achterwege, verzuimt men
hel, de Nederlandsche industrie juist
thans, juist in en om de groote moeilijk
heden waarin zij verkeert, gelegenheid te
geven op de hoogte te komen
van hare gevaarlijke concur
rentie, dan schaadt men het belang van
onze nationale nijverheid in bedenkelijke
male.
Rotterdammer en Handelsblad beroepen
zich op een ongeargumenteerd advies van
den Nijverheidsraod, het Joarbeurs-besluur,
dat met de Regeering overleg pleegde is
door de meest ervaren kenners van onzen
handel en onze industrie vöorgelicht.
Wie staat het sterkst?
Wij voor ons, zijn er gelukkig om, niet
m de eerste plaats voor de „grijze bis
schopsstad", maar voor ons volk en onze
nationale welvaart, dat het bestuur der jaar
beurs het besluit tot internationaliseering
heeft genomen. Wij hopen van harte dat dit
besluit zal worden bekrachtigd.
Het toekomstige karakter der jaarbeurs
kan en mag niet anders zijn don interna
tionaal!
WEERSGESTELDHEID
B ROM KT RUNT A N l>.
Stond hedennomlddag 5 uur
OVERZICHT
Uit verschillende geheime documenten :s
gebleken, dat in Opper-Silezië, waar het
voortdurend tot botsingen komt tusschen
Duitsohers en Polen, welke laatsten zich 1-
licht hoe langer hoe meer gaan gevoelen in
verbond met hun successen in de Ukraine,
door de Polen Putsch-pogingen in het werk
worden gesteld. Er bestaan dan ook talrijke
Poolsche revolutionaire organisaties, die
streven naar een gewelddadige omwenteling
in Opner-Silezië. ten gunste van de Polen;
zelfs wordt propaganda gemaakt voor een
vereeniging van Opper-Silezië met den Pool-
schen staat, die desnoods met geweld moet
worden bewerkstelligd; zelfs moet de onmid
dellijke mobilisatie zijn vastgesteld van de
Poolsche militaire organisaties in acht Op-
per-Silezische districten: Beuthen, Katto-
wifz, Königslüitte, Gleiwitz, Znborze, Myalo-
witz, Oppeln en Ruzcnik.
In verband met deze Poolsche bedreigin
gen is aan den voorzitter van de intergeol-
lieerde commissie te Oppeln, generaal Le-
rond, een nota overhandigd, waarin de Duit
sche regeering verklaart na de gebeurtenis
sen der laatste weken in Oppre-Silezië zich
verplicht te achten, de aandacht der inler-
geollieerde commissie te vestigen op de acti
viteit der Poolsche revolutionaire organisa
ties. Ter staving van het protest tegen de
opstandje bedoelingen der Poolsche re\o-
lutionairen zijn aan den brief zeven photo's
toegevoegd van het origineel der Poolsche
bevelen, terwijl tevens de vertalingen het
schrijven vergezelden. In de nota merkt de
Duitsche regeering op, dot volgens de be
palingen en evenzeer volgens den geest van
het vredesverdrag het vooral de taak der in-
tergeallieerde commissie is een rechtvaar
dige, rustig en ordelijk verloopende, stem
ming onpartijdig voor te bereiden en des
wege bovenal elke poging om docr geweld
de politieke verhoudingen in Opper-Silezic
te wijzigen, te voorkomen.
„Het behoeft niet nadrukkelijk te worden
vastgesteld", aldus lezen wij aan het slot
der nota, „dat een strijdorganisatie, gel:jk
door de documenten aan den dag is ge
bracht, met deze principes niet in overeen
stemming is en dientengevolge haar ijveren
en haar doel niet de goedkeuring kan weg
dragen der intergeallieerde commissie. De
Duitsche regeering beschouwt het els haar
recht en haar plicht te verzoeken, dat de in
tergeallieerde commissie te Oppeln met alle
haar ten dienste staande middelen de op
standige Poolsche organisaties in Opper-
Silezië, ook wanneer deze niet door de offi
cier le Poolsche regeering, maar door parti
culiere patriottische Poolsche bonden in het
leven geroepen zijn, opheft en alle daar
mee relaties onderhoudénde personen "it
het land zet. Het is aan gec-n twijfel onder
hevig, dot al deze personen tegen de bepa
lingen van. art. 88 3 al. 5 van het Medes
verdrag gezondigd hebben en daarom moe
ten worden uitgewezen. Door de Duitsche
zaakgelastigden te Londen, Parijs en Rome
worden de regeeringen aldaar in kennis ge
stel 1 van bovenstaande nota."
TELEGRAMMEN
bljc-vu(o Sa.t
Washington, 5 Mei. (N. T. A.
Draadloos van Annaoolis). De New York
llodonvoormiddAR II uur:
Gistornamfddag 5 uur:
Til RU MOM KT K HST IVO.
(Opgenomen aan ons Bureau)»
Hndetin.m. f> uur: CO zr. F. 15 C.
Modonv.in. 11 uur 5t ?r. F. 12 C.
Qiütornam. 5 uur» CO gr. F. 15 0.
WEERBERICHT.
Medegedeeld door hel Kon. Met
Instituut te De Bilt.
Verwachting tot den avond van 7 Mei:
Matige tot krachtige Zuidelijke tot Weste
lijke wind, betrokken of zwaar bewolkt, tij
delijke opklaring, regenbuien, iets zadilcj*
ZO en M A AIV.
Zonsopgang 7 Moi 5 uur 19 m.
Zonsondergang:? Moi 8 uur 84 ra.
Laatste Kwartier: 11 Mei.
American schrijft over de conferentie tal
San Remo:
Uit de daden van Engeland blijkt het
plan door een coalitie tusschen Engeland en
Japon de wereld te beheerschen, waarbij
Italië en de overige geallieerden zullen fun-
geeren als de pionnen. De unie tusschen
Engeland en Japan he^ft reeds vele vruch
ten voortgebracht, die Engeland er van
hoopte te plukken, wel zorg dragende te be
waren wat het reeds had vóór het sluiten
der alliantie.
Verzekerd van den krachtigen finarv*
cieelen en diplomatieken steun van Enge
land heeft Italië den olijftak aan Oostenrijk
en Duitschland voorgehouden, hetgeen En
geland nog niet onmiddellijk waagde te
doen. Engeland was evenwel zelf niet bij
machte de noodige credieten te verschaf
fen, maar bracht het huis Morgan er toe
dit te doen en economischen steun aan
Oostenrijk en Duitschland te verleenen.
Beweerd wordt, dot zoodra de groote in
komsten van de nieuw verworven bezittin
gen in Engeland beginnen binnen te stroo
men, Engeland de Morgon-leening zal af
lossen en allicht credieten aan de midden
rijken zal verleenen. Zoodoende zal Enge
lend zich zelf een positie scheppen, krach
tiger dan ooit in Europa. Frankrijk beseff
het buitengewoon groote gevaar, dat in rijn
isolement is gelegen en spant zich in do
Engelsche plannen, die Frankrijk zouden
verlagen tot een vazalstaat, te verijdelen.
Maar daar Frankrijk te San Remo alleen
stond, kon het zich niet verdedigen. Midde
lerwijl is Japan begonnen zijn plannen voor
de overheersching van het verre Oosten ten
uitvoer te leggen, wnar het de Ver. St. ah
zijn tegenstander ziet De Ver. St. kunnen
alleen op Frankrijk en Rusland 's mogelijke
bondgenooten rekenen. Indien Amerika in
zijn tegenwoordige ongeëvenaarde finan-
ci-eele positie Ruslar.d openlijk erkende en
Rusland's bondgenoot werd, zou het voor*
nemen van Japon verijdeld worden. Tege
lijkertijd zou een machtige- economische
alliantie tusschen Frankrijk, Amerika en/
België een geweldige hinderpaal vormen op
het Engelsche imperialistische pad.
I>© ran:! vm» «len Vollu'itbaml.
P a r ij s, 6 Mei. (V. D.) De vijfde zitting
van den Raad van den Volkenbond zal op
14 Mei te Rome plaats vinden. Tiltoni zal
Italië vertegenwoordigen, Balfour Engeland,
Bourgeois Frankrijk, Matsui Japan, Quino-
nes Delecn Spanje, Dacunha Brazilië en
Dcslrée België.
De voornaamste kwesties, die zullen wor
den behandeld, zijn de organisalic van de
eerste vergadering van alle leden van den
Volkenbond, ten tweede de begroeting,
voor den Bond en de bevestiging van de
benoemingen der leden van het secreta
riaat, ten derde de benoeming van een per
manente commissie voor de bewapening,,
zooals is bepaald bii art. O van de bepalin
gen van den Bond, ten vierde de betrekkin**
gen met den Internationalen Bond vair
Roode Kruisvereenigingen, en ten vijlde det
terugkeer van gevangenen uit Siberië.
KoiieaarRtlo vrcfltrvorrfra*
Parij s, 5 Mei. (R.) Onder de in hal
Hongaarsche vredesverdrag aangebrachte
wijzigingen behoort die in art. 120 aangek
bracht, krachtens welke aan de maritiem!
controle-commissie de bevoegdheid wortü