AMERSFOORTSGH DAGBLAD „ue eemlander Verricqi alle BINNENLAND TWEEDE BLAD. BERLSEY AUTOMOBIELEN en 19e Jaargang No. 27 Zaterdag 31 Juli 1920. IiCjcerpromotle. Bij Koninklijk Besluit rijn, met ingang yan 1 Augustus 1920 A'. benoemd en aangesteld I. tot Lu itemnt-G en eraa 1 a. bij den Grooten Staf, de generaal-ma joor R. Dufour van dien staf, inspecteur van het Militair onderwijs, gouverneur der Resi- ièntie b. bij het wapen der Artillerie, de gene- faal-majoor M. A. Elout ven het wapen, directeur voor aanschaffing en verstrekking van artillerie-materiaal bij den Staf van het wapen, de generaal- majoors J. E. Fabius en M. C. van der Hoog, beiden ven dien staf, onderscheidenlijk in specteur der vesting-artillerie en inspecteur der bereden artillerie, plaatsvervangend gouverneur der Residentie II. bij het Personeel van den Geneeskun digen Dienst der Landmacht, tot dirigeerend paardenarts met den rang van luitenant- kolonel L. J. M. Rijnenberg, fungeerend chef van den vé te rem air en dienst is B. aan de opper-hoofd- en subalterne officieren van de landmacht, op den bij het Koninklijk besluit gevoegden staat vermeld, allen ter zake van langdurigen dienst, on der toekenning van een voortdurend pen sioen, een eervol ontslag uit den militairen, dienst verleend em zulks, behalve voor zoo veel do kolonels van 't Sant en Baud, den lui tenant-kolonel-magazijnmeester van Toor- nenburgh, den dirigeerend paardenarts met den rang van majoor Muyzert en den kapi tein Menmingh, betreft, o.p hunne aanvrage; is C. dén luitenants-generaals Dufour, Fa- bius, van der Hoog en Elout, alsmede don generaal-majoor Croockewit en Kist, Hr. Ms. ^ank betuigd voor de veeljarige en belang rijke diensten, door hen aan de,n lande be wezen D vorenbedoelde nominaüev£ staat van eervol ontslagen opper-hoofd- en subalterne officieren bevat de namen an R. Dufour, luitenant-generaal van den Grooten Staf, inspecteur van het Militair ■onderwijs, gouverneur der Residentie; G.H.' Fraser, kolonel van den Grooten Staf, com mandant der Stelling van 't Hollandsch Diep en het Volkerak, tevens bevelhebber in de JHe Militaire Afd.; W. F. de Reede, luitenant- kolonel van den Provincialen Staf, provin ciale adjudant in Noord-Holland W. X Steinbuch, kolonel van den plaatselijken §taf, plaatselijke commandant te Amster dam P. M. Vogelsang, kolonel van den plaatselijken staf, plaatselijke commandant 4e 's-GravenhageP. J. Menningh, kapitein van den plaatselijken staf, plaatselijke adju dant te LeidenH. Croockewit, generaal- xnaioor van den staf der Infanterie, inspec teur der Infanterie; X G. Kist, generaal- ariajoor, commandant der He DivisieJ. C. H. Verschoor, kolonel, commandant der IXe Infanterie-brigadeH. B. Pothoff, kolonel, commandant van de Vie Infanterie-brigade C. van 't Sant, kolonel-commandant der VlIIe Inf.-brigadeJ. de Visser, luitenant kolonel, commandant van het 9e regiment Infanterie; B. Reijnvaan, kapitein bij het 16e regiment Infanterie; J. E. Fabius, luitenant- generaal vai\ den Staf der Artillerie, inspec teur der Vesting-artillerie; M. C. van der Hoog, luitenant-generaal van den Staf der Artillerie, inspecteur der Bereden artillerie, plaatsvervangend gouverneur der. Residen tie; M. A. Elout, luitenant-generaal van het .wapen, der Artillerie, directeur voor aan schaffing en verstrekking van artillerie-ma terieel C. E. Baud, kolonel, commandant van het 3e regt. Veld-Art.; P. G. Verhaart, kolonel, commandant van het le regt. Veld- Artillerie; A. van Toorn enburgh, lui ten an t- kolonel-magazijnmeester van den Staf der ArtillerieX W. van Visvliet, majoor-maga zijnmeester van den Staf der ArtillerieH. L. van Hooff, htit-.-kolonel van de Militaire Administratie, controleur van de Inwendige Administratie der Korpsen, 3e BureauA. Geldersche Orsdiatvereenigin? ARNHEM. Kapitaal en Reserves t 18.6SS.OOO -. OPGERICHT 1866. 62 KANTOREN. Schut); ïolef. 156. Fa. KLAAS BA VING (Joh. AMERSFOORT - S. Wuijtierslaan. Iïoofdacenl uur voor Nederland van <k« OlXl- SAYERS-SIX- SINGER AUTOMOBIELEN. SUB-AGENTSCHAP: BEADING STANDARD motoren Aile maten auto- en motorbenden, alsmede g.oote sorieeriny Accessoires, voorradig. WIUËf-5 G39SNHUIZBM LANOtfaTRAAT »J AMSASFC Ofc- T ïTcF Veslkefiin^cïi. 11 M. H. C. Vosnvaer, idem (Ie Bureau): L. J. M. Rijnenberg, dirigeerend-paardenarts rivet rang van kolonel, fungeerend chef van den Véterenairen Dienst; P. C. Muijzeat, diri geerend paardenarts met rang van majoor bij het 2e regt. Veld-Artillerie. Bij Koninklijk besluit zijn: A. met ingang van I Augustus 1920, I. benoemd en aangesteld: a. Bij den grooten staf: tot generaal-majoor, inspecteur van het Militair Onderwijs, de kolonel J. C. Loggier, commandant van het 3e regiment vesting artillerie; tot generaal-majoor, bevelhebber in de Is te Militaire Afdeeling, tevens commandant der Stelling van Amsterdam, die kolonel A. M. KoHewijm, van den staf van het wapen der artillerie, toegevoegd aan den commarv- dant der Stelling van Amsterdam; gcT.«re®l-majocr, commandant dor 5teLing van 't Hollandsch Diep en het Vol- Javaan bevelhebber arv de file Militaire Afdeeb'ng, de kolonel G. C. A. Fabius, van het wapen der infanterie, inspecteur van dien Vrij willigen Landstorm; b. bij den generalen staf, tot sous-chef van dien staf die kolonel C. van Tuinen, belast met de functie van sous-chef van den general-en staf; tot kolonel, inspecteur van den Vrijwilli- g>en Landstorm, de luitenant-kolonel J. L. Ten Bosoh, van dien staf, directeur der Hoo- gere Krijgsschool; tot luitenant-kolonel, directeur der Hoo- ger-e Krijgsschool, de majoor W. E. van Dam van Isselt, van dien staf, sous-chef van den staf van het hoofdkwartier van het veld- 1-egev; tot majoor, chef van den staf der IVe di visie, de kapitein M. L. de Boer, van dien staf, adjunct-chef van den staf der Ue di visie, zulks voor den voorlaatstgenoemde met ingang van 2 Augustus 1920; c. bij den plaatselijken staf, tot kolonel, plaatselijk commandant be 's Gravenhage, de luitenant-kolonel W. Laatsman, van het 4e regiment veld-artillerie; tot 2e luitenant, plaatselijk adjudant te Bergen op Zoom, de sergeant-majoor-in- structeur J. B. G. Sivré, van 'het 2e regi ment infanterie; d. bij het wa-pen der infanteriie, tot com mandant der IVe divisie, de generaal-ma joor M. D. A. Forbes Veis, van den groo t-en staf, tijdelijk bevelhebber in de Iste Militaire Afdeeling, tevens tijdelijk com mandant der Stelling van Amsterdam, zulks onder eervolle ontheffing uit zijn tegenwoor dig bevel; tot generaal-majoor, commandant der ïïe divisie, de kolonel Th. F. J. Muller Massis, van den generalen staf, militair-attaché bij Hr. Ms. gezantsch-ap te Berlijn; tot commandant van de Vie brigade, de kolonel T. J. Hallegraeff, commandant van de Ille "brigade, zulks onder eer volle ontfief- fing uit zijn tegenwoordig bevel; tot kolonel, onderscheidenlijk comman dant van de IXe, Vile, JHe «n He brigade, Hr. Ms. adjudant in bui t-enge won-en dienst, cle luitenant-kolonel V. L. F. C. Ridder van Rappaid, commandant 'van het regiment jagers, alsmede de luitenant-kolonels jhr. H. W. Storm van 's Gravesande, W. H. C. Boellaard en A. Hogervorst, respectievelijk commandant van h-et 7e, het 14e en het I2e regiment; tot commandant, ondersoh-eidenlijk van net regiment jagers en van het 7e regiment de luitenant-kolonels W. S. A. A. H. M. van Rijswijk de Jong en P. G. van Drunen, respectievelijk commandant van het I5e en het I7e regiment, zulks voor zooveel laatst genoemde betreft onder eervolle ontheffing uit zijn tegenwoordig be vei; tot luitenant-kolonel, onderscheid en Ink commandant van het 12de, het 14c:e. het 17de, het 15ae en het 9de regiment, de ma joors W. C. Th. Ter Beek, J. E Gleysteen, H. J. L. Kroon, C. E. Nardren en H. A. G. L. La Fors, respectievelijk van het 11de, het 17de, het 17de, het 10de en het 9de regi ment; tot majoor, onderseheidenI-i 'k bij het 17de. hec 17ö'e, het 7de, het 20ste en het 9de regiment, de kapiteins J. M. Siuys. A. M. van Genderen, H. H. Timmermans, H. Bier man en J. E. L. Heenecour, respectievelijk van het 8ste, het 6de, het 18de, het 16de en het 13de regiment, laatstgenoemde com mandant vain de tweede school voor verlofs- off-icieren der infanterie; bij den staf van het wapen tot gene.raal- majoor, inspecteur dec infanterie, de kolonel A. J. W. van der Grent-en, commandant van de He brigade; e. Bij het Wapen der Artillerie, tot kolo nel, Hr. Mr. Adjudant in Buitenge won en Dienst, de luitenant-kolonel* Jhr. E. J. M. Wittert, van het 2e regiment Veld-artil- teriw tot kolonel, onderscheidenlijk comman- van Andel cn J. A. ten Klooster, respectie velijk van het 3e en van liét 2e regiment veld-artillerie, mei de bepaling dat zij in de ranglijst van de kapiteins van den genera len staf in de volgorde waarin hunne namen hiervoren zijn genoemd zullen rangschik- ken, onmiddellijk onder den kapitein H. C. Keppel Hesselink. b. bfj den plaatselijk en staf en benoemd tot plaatselijk commandant te Amsterdam de kolonel A. H. W. J. Boom, commandant van het 2e re.g. vest.-art.; c. bij l^et wapen der Kon. marechaus see de le luit. A. W. de Josselin de Jong, •van het 2e reg. vel cl-art., met.de bepaling, dat hij in de ranglijst van de eerste luite nants \an het wapen der Kon. marechaus see zal rangschikken onmiddellijk boven den eerste-luitenant A. A. S. van Alphen. III.' Tijdelijk belast met de waarneming van de functie van a chef van den generalen staf, de ge- neroaitinajoor J. II. van der Hegge Zijnen; b. Provinciale adjudant in Noord-Hol land, cle m-ajoor P. «van x\sselt, van het 3e reg. vest.-art.; IV. is eervol ontheveit uit zijne tegen woordige werkzaamstelling en in verband daarmede overgeplaatst bij het 2e reg. velcl-art., de luitenant-kolonel Hi J. Furnst- ner, van de.n staf der artillerie, hoofd der IVe afdeeling van het departement van oor log. B. Zijn met ingang van 2 Aug. 1920 benoemd en aangesteld n. bij het wapen der artillerie tot luite nant-kolonel bij hun tegeriwoordie korps de majoors J. H. Bloem, E. A. D. E. Carp en P. I). van Essen, onderscheidenlijk van het 3e, het le en het 2e reg. veld-art bij den staf vrn het wapen, tot luit.-kol. de majoor J. R. L. Collette, van dien staf, toegevoegd aan den commandant'der Nieu we Holl. Waterlinie; b. bij het dienstvak van de militaire ad ministratie tot kapitein van de militaire ad ministratie, onderscheidenlijk bij het 2e en bij het 3e reg. vesting-arlillerie de le luitenants van de militaire administratie K. W. de Jong en H. J. Koole, resp. van het 7e en van het 8e reg. inf.; c. zijn met ingang van 16 Aug. 1920 benoemd en aangesteld bij het reserve- persnr.eel der landmacht,bij de infanterie «Ier landweer, tot reserve-majoor bij zijn te genwoordig korps de reserve-kapitein L. G. de Mooy van het 16e bataljon; d 2ijn met ingang van 17 Augustus 1920 benoemd en aangesteld Bij het wapen der infanterie tot luitenant- kolonel, commandant van 'het 3e reg. de majoor J. W. von Henning, van het 5e reg.; tot majoor bij het 20e reg. de kapitein J. G. Lutz van het 11e reg.; e. .is met ingang van 28 Aug. 1920 be neem en aangesteld bij het personeel van 3e regiment vesting-artillerie en het 3e regi ment veld-artillerie de luitenant-kolonels W. A. Frieswijk, J. F. B. Kalff en W. H. Doorman, respectievelijk van het le regi ment veld-artillerie, van den generalen staf, chef van den staf der 1ste divisie, en van het 3e regiment veld-artillerie; tot commandant van het 2e regiment ves ting-artillerie, de luitenant-kolonel L. W. Baron van Boetzelaer, commandant van het» korps rijdende artillerie; tot luitenant-kolonel, bij hun tegenwoor dig korps, de majoois L. Haitau en J. van Gastel, onderscheidenlijk van het 1ste en van het 2e regiment vesting-artillerie; tot commandant van het korps vijdeiicle artillerie, de majoor C. W. A. Baron van Haersolte van den Doorn, van het 1ste regi ment veld-artillerie; tot majoor, onderscheidenlijk bij het 1ste regiment veld-artillerie, cien staf van het wapen, het 5e regiment veld-artillerie, het 2e regiment vesting-artillerie, het 4e regi ment veld-artillerie, hel 3-. regiment vestin gartillerie en den staf van het wapen, cle ka- - piteins J. A. Kaub, P. M. Vis, W. du Vijn, den neeskundigen dienst d»er landmacht Nu het mijn voornemen is de Nijverheids* onderwijswet met I Januari 1921 in werking t* doen treden, zou het mij aangenaam zijn indien Uu;e Commissie uiterlijk vóór 15 November o.s< mei haren arbeid zou kunnen gereed zijn. Met de betuiging van mijn dank, dat gij allen dez* benoeming hebt willen aanvaarden en het Nij< verheid solder wijs ïn Nederland ook op dez« wijze wilt dienen, verklaar ik uwe cpmmissie instftllcerd. De voorzitter der cominissio, de lieer Da Groot, inspecteur-generaal van het Nijverh. ids- ondcrwijs, beuntwoordJc 's Ministers rede al* volgt Excellentie» Het zij mij vergund Uwe installutiercde tf beantwoorden. Allereerst past het ons Uwe Esc. dank tc zeggen voo; liet.in ons gesteldo vertrouwen. Ook al wordt in korten tijd veel arbeid van deze commissie gevraagd, jjoopt zij toch het in haar gestelde vertrouwen niet te be* schamen. Donk /ij de organisaties, welke op het gebied van het nijverheidsonderwijs werk zaam zijn, is de reden voor do onderstelling, dat zij met spoed zal kunnen arbeiden. De warme toewijding ten opzichte van hot Nijverheidsonderwijs, waarvan Uwe Exc. ver klaarde overtuigd tc zijn, dat zij hij de commis sie gevonden wordt, is zeer verklaarbaar nu do wet op het Nijverheidsonderwijs welhaast worden ingevoerd. De commissie dankt Uwe Exc. ten slotte vooi de bezielende woord, n tot haar gesproken er» Spreekt de hoop uit, dat ook de arbeid der com-» missie moge bijdragen tot 'oen goede uitvoering der Nijverheidsonderwijs, «welke met zoovce! zorg en kennis'van 'zaken door u werd ven dedigd, Bouw van «rbeid ers wonin» ■gen t e H a a r 1 e m. Ingediend is -e^n wels» ontwerp tot verklaring van het algemeen nu( der onteigening van eigendommen voor den bouw van arbeiderswoningen te Haarlem, i De bedoeling van de voorgestelde ont* eigeni-ng van de gronden, ten Noorden van het "Oost-Indische Vaartje, rs feitelijk twee ledig. In de eerste plaats wordt beoogd d* beschikking te verkrijgen over de terreinen, noodig om in even nijpenden wonhvgnood ta •voorzien. In de tweede plaats wordt bedoeld zich den eigendom te verzekeren van dia gebouwde perceelen, welke een goede be bouwing en (of) cle uit voering van het plair van uitbreiding daar ter plaatse zouden orv •mogelijk maken. Jhr. O. Witsen Elias, W. de \X;sal, J. D. Schaap en D. de Kreuk, respectievelijk ad judant van het 2e regiment veld-artillerie van den staf der artillerie, var. het 3e regi ment veld-artillerie, van het regiment vesting-artillerie, van het 2e Regiment veld artillerie, van den staf der artillerie en van dep staf der artillerie, laatstgenoemde on der aanwijzing 'tevens tot hoofd van de IVe afdeeling van het departement van oorlog. Bij den staf van hel wapen, tot generaal- majoor onderscheidenlijk inspecteur der bereden artillerie en irispecteur der vesting artillerie, de kolonels J. Chr. C. Tonnet en C. F.' Gey van Pittius, respectievelijk van het wapen en commandant van het lsie re giment vesting-nriill-erie. f. Bii het dienstvak van cle militaire admi nistratie tol luiler.ant-kolonel, van de mili taire administratie, controleur van de in wendige administratie der korpsen, onder scheidenlijk le, 4e en 3e bureau, de majoors van cle militaire administratie W. C. N. de Vries, J .H. G. Vermeer en F. van der Steen, respectievelijk toegevoegd aan den inspecteur der militaire administratie, direc- t eur van het algemeen Demobiiisatiepark en controleur van de inwendige administra te der korpsen, 4 e bureau; lot majoor van cle militaire administratie, bij hun tegenwoordig korps, de kapiteins van de militaire administratie G. M. M. Ma- ritz en H. G. A. Lemperg, onderscheidenlijk an de Xe en van de IVe infanterie-brigade; g. bij het personeel van den geneeskun digen dienst der landmacht, tot dirigeeren- de paardenarts met den rang van luitenante kolonel, chef van den veterinairen dienst, de dirigeerend-paardenarts met den rang .van majoor J. XI. Knipscheer, van het 3e regiment huzaren; h. bij hec reserve-personeel der land' macht, le. bij clen generalen s'vaf tot reserve- koloneL cle reserve-luitenant-kolonels D. Merens, A. \V. Cremer en S. Chr. Muller, ailen van dien slnf; 2e. Lij het wapen der artillerie, tot reser- ve-luilennnt-kolonel, bij zijn tegenwoordig korps, de reserve-majoor F. H. Urnbgrove, van het korps pontonniers; tor dirigeerend paardenarts met den rang van majoor de paardenarts der le klasse dr. J. van Dorssen, van het 3e r-eg, huzaren. sar £5^ Paiteindsrsklfledmg bil J. GROOTÈNBORST Hof 20 t'MirsMNhlei. dant van h^t le regiment veld-artillerie, het 3e. bij de militaire administratie der land weer tot reserve-kapitein van de militaire administratie bij hun tegenwoordig korps, de reserve-le luitenants der militaire admi nistratie J. C. van Rantwijk en F. W. Mos- tert, respectievelijk van het 31e en van het 19e bataljon, landweer infanterie. II. Overgeplaatst in hunnen rang en ouderdom van rang a. bij den generalen staf, de kapiteins J. Mjvcrlielils onderwijswet. Dp minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, dr. de Visser, heeft "och tend in een der zalen van het departement, ge- instolleerd de commisie, welke de Regeering van advies zal hebben te dienen in zake de alge- meene maatregelen vun bestuur tot uitvoering van de aiit. 29, .30, 32 en 38 der Nijverheids onderwijswet en de programma's bedoeld in het eerste lid von-ai 47 dier wet en die dienaan gaande uitgewerkte voorstellen zal hebben te doc-n. De minister installeerde de commissie met de volgende rede Zooals U bekend is, moeten ter uitvoering der Nijverheidsonderwijswet verschillende olgemeenc maatregelen van bestuur worden samengesteld. Arl. 29 zegt dat aan hen die de school hebben afgcloopen, een getuigschrift wordt uitgereikt. De maatstaf ter beoordeeling of de vorderin gen voldoende zijn, moeten bij zulk een algc- meenen maatregel worden omschreven. Vol gens art. 32 worden bij olgcmeeneu maatregel van bestuur bevoegdheden voor hot geven van onderwijs aan de nijverheidscholen bepaald, welke aan het bezit van onderscheidene acten zijn verbonden. Art. 38 wil dut de voorwaar den,.onder welke het getuigschrift wordt ver leend, waaruit blijkt dat iemand, ook uit een paedagogisch oogpunt, theoretisch cn practisch voldoende is voorbereid, bij algemeenen maat regel van besluur worden vastgesteld. Eindelijk bepaalt art. 47, dat de patroon verplicht is den leerling bekend tc maken met de grohaen van zijn ambacht, volgens de voorschriften, vervat in het voor de opleiding vast te stellen program ma. Dit programma nu zal mede bij algemeenen maatregel van bestuur moeien worden vastge steld. Alles wat ik noemde' ter uitvoering van de artikelen 30, 32 38 en 47 heeft betrekking op scholen voor ambacht of handwerk voer nijver heid, nijverheidskunst, kunstambachtvoor het visscherijbedrijf en de binnenscheepvaart, voor huishouden, londbouwhuishoudkunde, vrouwe lijke handwerken en maatschappelijk werk, ein delijk voor scholen voor speciale doc 1 inden. Bovendien hebben zij l.ier te doen met split sing in lager- en middelbaar nijverheidsonder wijs en ten slotte mm die in jongens- cn meis jesscholen. Voor deze veelsoortige inrichtingen uilen afzonderlijk programma's en getuig schriften noodig zijn. De bestaande bevoegd heden, meerenceels ontleend aan de wee op het M. Omoeten zoo goed als alle worden "herzien en nieuwe programma's vcor de prac'.ische vak- kc-n moeten worden ontworpen. Vóór alles is noodig, dat zij, die dit onderwijs zullen geven, toegerust zijn met de noodigc theorethische en practische kennis. Aon uwe commissie is de. opdracht verleend daarvoor in uw concept de behoorlijke waarborgen le schen ken. Ik zie met vertrouwen de resultaten van uw werk tegemoet. Ik weet hoezeer gij allen, ook behield zijt met warme toewijding aan dit uit nemend volksbelang. Waar hart hoofd sa menwerken, moet de uitkomst in elk opzicht bevredigend zijn. Derde uitkeering gemeeiv ten uit de oorlogswinstbelas* ting. Gedeputeerde Stoten van ZuiduHal- land hebben aan de gemeentebesturen in die provincie medegedeeld, dat zij van du Commissie van Advies in zake het aandeel der gemeenten uit de opbrengst cler oor« logswinsttbelasting vernamen, dot de Regee- ring er bij ha-ar op heeft oangedronge-n met de voorbereiding van de derde uitkeering den niee9ten spoed te betrachten. Voor een deel zullen de gegevens, welke de com missie voor het berekenen der uit te keeren bedragen noodig heeft, uit de gemeente rekeningen over 1919 moefen worden ge put. Ten einde nu te voorkomen dot het onb breken van die gegevens der commissie heit vaststellen der uil'keeringen lastig of onmo gelijk zou maken hetgeen in -de eerste plaats den betrokken gemeenten tot nadeel zou strekken dringen Gedeputeerde Sta ten er bij de gemeentebesturen in het be lang hunner gemeente op aan om met. dal behandeling van de rekening over 1919 den. meest mogelijk-en voortgong te maken en hoor zoo spoedig zulks maar eenigszins doenlijk is oan-hun college in te zenden. Onbewoonbaar verklaar de woningen. Gedep. Stoten vatt Zmid-Holland hebben uitspraak gedaan in zake de voorzieningen liegen het besluit van dén Raad cler 'gemeente 's-Gravenhager waarbij een aantal woningen aan de Go* dempte Gracht en omgeving aldaar onbe woonbaar zijn verklaard, tegen welk besluit werd aangevoerd, dot het om een former len grond onwettig zou zijn, aangezien in strijd met art. 18, lid 1, der Woningwet, niet vooraf de Gezondheidscommissie ge hoord zou zijndaar weliswaar toen de ont- eigering van het geheele complex wonin gen aan de orde was, de Gezondhaidsconv* missie terloops zich heeft uitgesproken over die vraag of de hier bedoelde wonin gen onbewoonbaar behoorèn te worden verklaard, maar zulks niet voldoende zou zijn, daar de Woningwet bepaaldelijk eischt, dit de Gezondheidscommissie uitdrukkelijk' haar oordeel uitspreekt over de vraag of onbev conbaarverklaring moet plaats vin den, zoodat de Raad zich te dezer zake niet kon beroepen op een over eene anders vraag meer dan 2 jaren geleden uiige* bracht advies. Hieromtrent nu overwegen Gedep. Sta len, dat in het beredeneerd verslag, hetwelk de Gezondheidscommissie ingevolge art, 79. 2de lid, in verband met art. 77, eersta lid lo., der Onteigeningswet, heeft uit ta brengen, die commissie eventueel ook voor- s'ellen heeft te doen omtrent onbewoon- bnarverklaring. Zulks blijkt duidelijk, zeggen Gedep. Sta ten, int de Memorie van Toelichting tol c;t. 79 van het wetsontwerp tot aanvulling der' Onteigeningswet. i De Gezondheidscommissie heef, toen zij haar bovengenoemd beredeneerd verslag uitbracht inzake de onteigening waartoe dé' Raad later definitief besloot, daarbij zeel zeker voorstellen gedaan omtrent onbe woonbaarverklaring, daar immers in daf rapport de toestand van de verschillende Woningen een voor een beschreven wardij terwijl daarvan bij iedere woning eene con^ clusie is toegevoegd of verbeteringen no'g' kunnen worden aangebracht, dan -wel dé onbewoonbaarverklaring behoort te wow xrfïj '•sproei De Gezondheidscommissie is dus, naai

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1920 | | pagina 5