Scidsrschs Orediafvoreeniging DIXI- SAYERS-SIX- SINGER binnenland AMERSFOORTSCH DAGBLA J „de eemlander" TWEEQE BLAD. ARWHEM. Fa. &LAAS BAVIftG (Joh. Schut). BERLSET AUTOMOBIELEN en F.E&DIWQ STANDARD MOTOREN FEUILLETON. Jan, do zoon van Finn, SportbenoodigMeii AUTOMOBIELEN. 19e Jaargan/ No. 51 Zaterdag 28 Aug. 1S20. - Reorj^/isatio ai sta. Onder/öaffteelc^iune van 26 Mei 1.1. Scmd da Bonden Ambtenaren bi) departemen ten van alg-e/een bestuur en hooge colleges yan Staat ta/s-Gravenhage, aön ^en m^n'sfer "Son PkumciJ» eenige beschouwingen en voor- 'fteilon aanbande reorganisatie van het alge meen bestAn- en beziriniging op de Rijksuit gaven, wc*e thans in brochure-vorm zijn ver- Bchenen. Als hcAdioulea worden genoemd: T. Er yordt bij de Departementen enz. te veel hnprodyetief werk gevorderd. 2. YJ zijn te veel voorschriften en vele daar- ran Xin verouderdtngevolge hiervan werkt le Pijks-administratie omslachtig en duur. f Door de gebrekkige organisatie van den Ênst komt de persoonlijkheid von den ambte- niet tot hoor recht, en kan van de beschik- werkkrachten niet voldoende partij worden /getrokkenook wordt aan de opleiding der ambtenaren te weinig zorg besteed. 4. Niet olie ambtenaren hebben voldoende verantwoordelijkheidsbesef jegens de gemeen schap en zijn er daarom niet altijd van door drongen, dat ieder van hen steeds met het gel delijk belang von het Rijk rekening behoort te houden. De middelen tot verbetering zouden kunnen zijn a. Ben deugdelijk preventief toezicht op de besteding der Rijks-gelden, door een zoo onaf hankelijk mogelijk orgaan b. Wat de organisatie van het Algemeen Be- ztuur betreft, het instellen van een interdepar tementale commissie van onderzoek, met zeer ruime bevoegdheden toegerust. Hic-rbij wordt nog opgemerkt dat verbetering van de nog onvoldoende arbeidsvoorwaarden der ambtenaren een middel kan zijn om hen te prikkelen tot het in dienst stellen van hun werk kracht ter verkrijging van de gewenschte ver beteringen in de organisatie van den dienst. Do kosten welke zulk een salarisverbetering zal vorderen, zullen wellicht geheel of voor een groot deel worden goedgemaakt door de uit de aan te brengen vereenvoudigingen voort vloeiende besparing van uitgaven voor perso neel en materieel. Over den „improduclieven arbeid" worden tal van 2eer overtuigende opmerkingen gemaakt. Er wordt te veel ophef gemaakt van kleinighe den, die een zakenman per telefoon of met een briefkaaTt zou afdoen. Aan „agenda's" en „in dices" moet niet méér zorg en tijd worden be steed, dan strikt noodig is. Het wisselen van (nota's tusschen de üfdeelingen van één depar tement blijve achterwege. Ook de correspon dentie tusschen de departementen en colleges yan het Algemeen Bestuur onderling kan wor den ingekrompen. Er zijn te veel dienstvoor schriften. Er zijn te veel beambten werkzaam bij de departementen Dubbele arbeid moet voorkomen worden, men heeft thans naast de i groote afdeeling „Spoorwegen" van „Water staat" een „Raad van Toezicht op de Spoorweg diensten"" naast de afdeeling „Arbeid" van het gelijknamige departement nog een directie van den Arbeid en naast een afdeeTing „Pensioenen" aan .Financiën" nog een Pensioenraad. Bij het doen drukken van stukken wordt lang niet de vereischte spaarzaamheid in acht ge- gnomen. Een onderzoek moet worden ingesteld naar de-kosten die de tegenwoordige huisves ting der departementen {verdeeld over allerlei dikwijls tijdelijke gebouwen) met zich brengt. Samenwerking om tot éénvormigheid en ook tot bezuinigingen te komen, is bij de departe menten dikwijls ver te zoeken. De persoonlijkheid van den ambtenaar moet meer op den voorgrond komen. Ingesteld moet worden een preventieve finan* cieele inspectiedienst. "Voor verbetering van de organisatie van het personeel moet een interdepartementale com missie worden ingesteld. Ten slotte wordt aangedrongen op reorgani satie en vereenvoudiging van de Rekenkamer. Aan het einde der brochure verklaart het be stuur nadrukkelijk, dat slechts enkele grepen zijn gedaan uit het voorhanden materiaal. Bij €en everttueele reorganisatie van den dienst zul len tal van andere vraagstukken naar voren komen en zullen vele fouten worden ontdekt, hetgeen tot inkrimping van personeel zou kun nen leiden. Het behoeft natuurlijk geen betoog jfct zulk een inkrimping zoo geleidelijk dient te jgeschiederi dat niemand tegen zijn wil wordt ontslagen. Waar noodig kan door overplaat sing naar andere takken van dienst een voor ziening worden getroffen, waardoor de betrok ken ambtenaren niet worden benadeeld en ook de schatkist geen schade lijdt. Geen gemakkei ij k werkje. Men schrijft ons uit Amsterdam: Het leggen van kabels op het land goot reeds met veel moeite gepaard, veel moei lijker is het echter kabels onder land te leg gen en dan nog wel bij tien tegelijk. Woensdagmiddag zijn wij echter bij zulk een werk tegenwoordig geweest. De gemeen-j lelijke vuilverbranding aan den overkant van het Y, is thans met de Electrische Cen trale der gemeente Amsterdam verbonden. De firma F. A. Knebel uit Amsterdam, die reeds menig kranig stuk werk op het ge bied van kabelleggen geleverd heeft, was met dit moeilijke werk belast. De ontwerper 1 tr unn Kof titorl* ïc rlo hpGpihhnrd. h'Ooffiirv~ sSBKHOaESaKNM Kapitaal en JReserves t 18.633.000.-~, VerricJjt alle ^atj^jalceij. OPGERICHT 1868. 62 KANTOR? van het werk is de heer Gebhard, h'ooffiirv] genieur bij de Gemeentelijke Blectricitèits- werken. Tien kabels van 850 M. lengte en elk een gewicht van 18000 K.G., moesten van het terrein der vuilverbranding r.aar den ingang van de Houthaven gelegd worden. De-ze oppervlakte bedraagt over het water 774 M. De kabels waren geplaatst op een groote Rijnaak van 41 M. Lengte, die met drie dekschuiten, waarvan het kabeldraad liep, in de breedte over het Y gesleept wer den. Zeker geen gemakkelijk werkje! Om even twee uur begonnen de s-leepbooten „Bestevaer", „Primus", „Reval en IJssel- meer" langzaem voort te stoom en. Plotse ling brak echter de tros van de „Primus" en moest eèn nieuwe staaldraad aange- bracht worden. Doch voor alles was zorg gedragen en in minder d'Sït geen tijd was de tros hersteld. Een duiker daalde in het water af om te constateer en, dat de kabels goed •op den bodem lagen. Langzaam maar zeker trokken de sleepboot-en hun zware last voort. Na zeven kwartier had men den over kant bereikt en was de reeds zoo lang ge wenschte kabelleiding tot stand gekomen. Den heer Knebel, de uitvoerder van dit kranig stuk werk, komt zeker alle eer toe! Een dagje bij de IVedcrl. Heide- Jfnalscluipguj. Men schrijft ons uit Apeldoorn Het was gedurende een fietstocht in de twee de helft van Juni 1918, dat onze aandacht werd getrokken door zware rookkolommen, welke in de richting Hoenderloo zichtbaar waren en het vermoeden wettigden, dat een bosch- of heide brand woedde. Dit laatste bleek inderdaad het geval, doch het was een heidebrand, zooals op de Veluwe de laatste jaren herhaaldelijk ten bate der ontginningen expres werden gesticht. Onder leiding van den Hoofdopzichter der Ned. Heidemaatschappij, den heer J. W. Wolters, werd toen op een. hoogte van 83 M. -f A. P., dus op het hoogste gedeelte der omgeving een oppervlakte van 18 H.A. heide afgebrand. Op de vraag, welke bedoeling men met deze gronden had, luidde het antwoord, dat zij in bouwland zouden worden herschapen, en men daarop het volgend jaar, dus reeds in T9I9, een gewas rogge hoopte te verbouwen. Mee warig schudden wij het hoofd, denkende, dat slechts een te hoog gestelde verwachting om van dezen schralen zandgrond boverf op den Ugchelschen berg vruchtbaar bouwland te maken, het noodige vertrouwen kon schenken 't was gewoonweg der natuur geweld aandoen. Verschillende bladen bevatten dan ook een berichtje in dien geestr Nu. ontvingen wij dezerd ogen een vriendelijke uitnoodiging van den heer-Wolters, om eens te komen zien naar de genoemde en andere ontginningen, en aangenaam begeleid door den opzichter, den heer Rozenboom, maakten wij een wandeling en fietstocht over een groot ge deelte van de circa 4000 H.A terreinen, welke de Heidemaatschappij hier in beheer heeft. De wandeling begon op het 760 H.A. groote „Spelderholt" van Jhr. L. F. Teixeira de Mottos. Al spoedig waren we op het terrein, dot het vorig jaar door de gestreepte dennor-rups werd geteisterd en waar op een oppervlakté van on geveer 20 H.A. een 500-tol jonge honen waren gebracht. Duidelijk waren hiervan nog de spo ren zichtbaar en .interessante staaltjes wist de heer Rozenboom van deze hanen te vertellen. Eerst werd natuurlijk met een 20-tal de proef genomen, of zij fel op de poppen waren, en toen dit bleek, ging men tot den aankoop van hanen in 't groot over. Een vijftal hokken werden ge plaatst en bij de boeren in den omtrek en op AMERSFOORT - B. Wuijtierslaan. - Tolef. 156. Hoofdagent uur voor Nederland van de SUB-AGENTSCHAP: Atie maten auto- en motorbanden, alsmede groote sorteering Accessoires, voorradig. de markt werden jonge hanen opgekocht. Dui- delijk bleek, hoe de eerste het in krocht wonnen van de laatste; dé oorzaak hiervan moet ge zocht worden in het feit, dat de opkoopers er misschien reeds eenigé markten mede waren afgereisd en de dieren er in de volgepropte manden gebrek lijdend, niet beter op waren ge worden. Vol ijver togen zij echter alle aan het werk en woelden de harde moslaag onderst boven, voldoende loon daarin vindend, getuige hun opgezette kroppen. Maar niettegenstaande de overdond van voedsel groeiden de honen niet, doch gingen weder in gewicht achteruit. Hard voedsel moest er bij komen om tc voor komen, dot het met vele der hanen stellig ver keerd zou eindigen. De dieren werden bij hun werkzaamheden nauwkeurig gadegeslagen en het is eigenonrdig, hoe irt deze hanenkolonies, bestaande uit vech tersbazen, toch de grootste orde cd -?lmaat heerschte. Bij het krieken van den dag n.l. trokken zij in gezelschappen van 30 tot 40 stuks, onder aan voering van een paar der sterksten er op uit naar het arbeidsveld, dat soms op een afstand van 150 M. van 'het hok was gelegen. Zonder zelfs eenmaal op den grond te pikken, staplan zij tot de plek, waar zij den vorigen avond waren gebleven en zetten den gestaakten arbeid voort. Precies een troep goedgeschoolde ar beiders onder leiding hunner voormannen, 's Avonds keerden zij eveneens in gezelschap uit verschillende richtingen huis(hok)waerts om de welverdiende rust te genieten. Hier cn daar was bijwijlen do moslaag zoo hard, dat de hanen geen vat konden krijgen; met een haak werd dan even op die plekken een gat geslagen en terstond vingen dan do hanen hun werk aan. Geen plekje bleef zoo ondoorzocht en ook de boomstammen werden aan den bodem geheel gezuiverd. En hoe blij ken thans de zegeningen van dezen arbeid. Overal in de omgeving, waar men in de bos- schen het vorig jaar slechts sporadisch de den nenrups aantrof en men nog geen maatregelen ter verdelging noodig achtte, zijn geheele ge deelten nu kaal gevreten, terwijl in het vorig jaar zoo sterk aangetaste gedeelte, waar alle naalden waren Afgevreten op een klein gedcelto van de jaarscheut van 1919 na, zich dit jaar geen enkele rups meer vertoonde. Nergens in do geheele omgeving hebben de dennen dit jaar zoo'n prachtig lot geschoten als juist op dit terrein. Bijna alle dennen staan er even friscb en fleurig bij. In hoofdzaak is .die gunstige ontwikkeling van de boomen toe te schrijven aan het omwer ken van de humuslaag en hel openkrabben van den grond, waardoor lucht en neerslag onge hinderd en in diepere lagen dan voorheen kon den toetreden. Hoewel de finantiëelc resultaten van deze insectenbest rijdings- en grondverbeterings- methodc ook niet ongunstig waren, kan jammer genoeg niet met dit werk worden voortgegaan, althans niet op groote schaal, omdat de bos- schen, waarin thans de insectenschade het be- longTijkst is, te ver van de bewoonde wereld zijn gelegen, en goed toezicht daardoor moei lijk wordt. Bovendien zijn kippen en jonge henen niet veilig togen de sporadisch in die bosschen voorkomende wilde varkens on de tegenwoordig in vrij grooten getale voorkomen de vossen. Een 80 stuks jonge hanen werden verleden jaar, niettegenstaande goede bewaking, dc prooi dezer dieren. De nonvlinder, welke het voorgaand jaar over het algemeen in deze omgeving sporadisch en op enkele plaatsen tusschen Beekbergen en de Woeste Hoeve vrij sterk werd aangetroffen, komt thans in mindere mate voor in het Spel derholt, n.l. alleen aan den Zuidrand en in de bosacKcrv von Mevr. Schaay te Rotterdamin veel sterker mate evenwel in de aangrenzende uitgestrekte dennenbosschcn ven den heer Del- court tot Krimpen en in het Lierderbosch van de hceren Gebrs. Stolk te Utrecht. Wanneer, zoo vertelde de heer Wolters ons, de natuurlijke vijanden, n.l. sluipwespen, pora- sietvliegen en voor insecten nndeelige weers invloeden als strenge winters, nat en koud voor jaarsweer niet te hulp komen, worden belang rijke oppervlakten bosch voor den zomer 1921 met algeheele vernietiging bedreigd. Dit jaar is het vooral aan het natte en bovendien in de Meimaand vrij koude voorjaarsweer te donken, dat niet reeds de aangetaste bossohen geheel zijn kaalgevreten. De vupseh waren in den be ginne zoo talrijk op 'de boomen vertegenwoor digd, bijv. honderden op elk exemplaar, dat ge heel kaalgevreten gedeelten werden verwacht. Het notte weer was echter oorzaak, dat een ij hoog procent der rupsen he jon te kwijnen en niet den poptbestond heeft kunnen bereiken. Het aantal op die wijze verloren gegaan non- rupsen kan zeker op 75 pet. worden geschat, doch nietfegenstaande zitten de stammen nu vol vlinders en dwarrelen deze in den donkeren avond ols sneeuwvlokken door het bosch. In het begin van Mei vertoonden zich op nieuwe aanplantingen in het Spelderholt 'in do tweejarige dennetjes tal van nonvlinderrupsen, waarschijnlijk bij een kracht igon Westelijken stormwind von de aangrenzende hooge dennen overgewaaid. Stellig zou deze groote oppt r* vlakte reddeloos verloren zijn gegaan, als niet - een hevige stortbui aan het leven dier scha le lijke insecten een einde had gemaakt. Door den regen en het opspattende zand werden do planten totaal gezuiverd cn de dieren gedood. Een weemoedig idc'e geeft het door zoo'n aangetast bosch te wandelen. u In een boscK denkt men aan schaduw en koelte, doch daar hebben de zonnestralen ongehinderd toegang. Ook van den dennenschcerder heeft men dit jaar veel lastin sommige gedeelten ziet men de jonge loten geheel of gedeeltelijk afgestor» venhiérbij is de boom evenwel niet geheel tol ondergang gedoemd. Met het ontginnen van woeste heidegronden en zandverstuivingen voor aanleg van grovo dennenbosschen wordt in de omgeving van Beekbergen blijkbaar nog met kracht voort gegaan. Wij zagen op de wandeling tol van jonge oanpl.mtingen van verschillende leeftij den, die er blijkbaar goed voorstonden, terwijl bovendien nog groote reeds bewerkte com plexen voor beplanting gereed lagen. Met do vroegere wijze van grondbewerking heeft men geheel gebroken. Op de open" gronden, d.w.z. ronden zonder bank, werden vroeger z.g. stroo it en of Vportjes gespit cn de dennetjes daarover in rijen uitgcplant. De „stugge" gronden, (gronden met bank) worden steeds met ossen- ploeg of stoomploeg bewerkt. Thans geeft men de voorkeur voor alle gron- den aan een volle bewerking met de ploeg zelfs de stuifzanden worden omgeploegd, welko dan tegelijkc tijd achter den ploeg met gemaai de heide tegen verstuiving worden vastgelegde Op de schrale groijden, zooals het stuifzand* worden steeds dennon ols tweejarige uitgeplant; op dc betere en vooral op do donkergekleurd® en meer vochthoudendo gronden worden met het oog op den plantsocnprijs meestal eenjurigo dennen geplant. Na een wandeling (vnn circa vijf uur door bosch, heide en zand kwamen we eensklaps aan den rand von het stuifzand voor een terrein, dat een geheel ander aspect vertoonde. Een uitge strekt roggeveld, waar onafzienbare rijen goud gele schoovcn, zware oren torsende, stonden te wachten op zon en wind om I>ij hun kamera den op reusachtige schelven go'ast te worden* Wc waren onverwacht gebracht voor hot in dc eerste regels genoemde 18 H.A. groote pas ontgonnen terrein, „Het Lees'en", eigendom van de Ontginningsmnatschappij „Hoenderloo." Na de afbranding werd het terrein omgeploegd, met lupinen bezaaid, in 't najaar weder omge ploegd, van de noodige kunstmest voorzien ert niet rogge dichtgezaaid. Kon in het verslag over 1019 de oogst be vredigend worden genoemd, dit jaar was hij buitengewoon. Zelden zagen we zulke zwore, prachtige rogge en 't moet een indrukwekkend gezicht zijn geweest, vóór de zicht van denl maaier in het werk werd gesteld, ols dc golven de korenzee automobilist cn wielrijder even tot stilstond noopte, om te overwegen, wat kennis cn energie ook op dit gebied vermogen, die in zoo'n woestenij oen prachtige oase in het loven te roepen, Zeer zeker kan dit korenveld wat de opbrengst betreft, met de beste op dc lage zandgronden en kleigronden wedijveren. Halmen konden we moten met een lengte van 2.25 M., terwijl do zaadopbrengst na schatting ongeveer 35 Hi* per H.A. bedraagt. Ook de aangrenzende an dere gewassen nis aardappelen cn knolrapen beloven dit jaar een ruim beschot. Hoogst voldaan gingen we met een flink gangetje den Ugchelschen berg af om nog even een kijkje te nemen op de ontginningen van den Oronjebond van Orde tc Ugchelen, waof do gewassen er eveneens prachtig voor ston den en een groot contrast le zien gaven met aangrenzend^ particuliere gronden, waar nog wel geregeld door met stalmest wordt gemest* Gesterkt in de overtuiging, dot we dezen dag veel gezien*en geleerd hadden en het werk had den aanschouwd van een der nuttigste maat schappijen in ons land, nomen we mo.t een hartelijk „tot weerziens" afscheid van onzen geleider. De verzakkingen bij den arbeiderswoning bouw in den Buiksloterhnm. Na het spoorwegongeluk bij We esp heeft de pers over de oorzaak, de meening weer gegeven van overste P. A. M. Hackstoh, res. luit.«kolonel der genie/ die blijkens door hem in het jaar 1897 verrichte proeven met de zandbedden van het fort bij Vijfhuizen, van oordeel is, dot opgebracht zand, wan neer dit met water verzadigd wordt, in een min of meer brijachtige massa met vermin derd draagvermogen kan overgaan. Na die De man met een denkbeeld doet méér voor de wereld dan de man met een geweer. door A. J. DAWSON. Met autorisatie vertaald door Mevr. I. P. Wesselink—Van Rossum. ,Jk verbaas me over u, dokter," zei Betty. „Slechte manderen en een bedorven maag als belooning voor heldenmoed f Dat nooit Extra vleesch, en een extra uitgezocht been voor zijn avondeten maar geen plumcake voor mijn Jan, tenminste niet met mijn goedvinden." Maar dit verstandige besluit belette niet, dat er dien avond door het heele gezin veel werk van Jan werd gemaakten gedeeltelijk als een compliment en gedeete- lijk omdat Betty niet naar den stal kon gaan, werd hij bevorderd tot het genieten der voorrechten van een volwassen hond, daar hem werd toegestaan dien avond zijn avond eten naast zijn vadêr, in het voorportaal, te gebruiken. Toen hij er neiging toe toonde om den etensbak van zijn vader te onder zoeken, werd hij beslist maar goedhartig door den wolfshond op zijn plaats gezet. Over het geheel verdroeg Jan deze nieuwe eerbewijzen gedurende den eersten avond, dien hij in huis doorbracht, goed. Ongetwijfeld ontving hij nuttige wenken van Finnin elk geval werd den volgenden mor gen met volle toestemming van den Baas besloten, dat van nu aan, als gevolg van zijn goed gedrag, Jan niet meer terug be hoefde naar zijn bank in den stal. HOOFDSTUK XV. Hetgeen betrekking heeft op Dick Vaughan. Men zou aile Engelsche dorpen kunnen afzoeken zonder een tweeden geneesheer te vinden zooals dokter Vaughan, den man, die Betty's verstuikten enkel verbond. Hij was, bijvoorbeeld, lid ven de Koninklijke Vereeniging, en de geschriften over zijn nieuwe onderzoekingen hadden eerbiedige bewondering afgedwongen in minstens vier talen. Toen hij Upcroft, het landgoed dat aan den oostkant van Nuthill lag, erfde en besloot om zich daar te vestigen, was hij volstrekt niet van plan om hier als genees heer op te treden. Maar zooals de feiten bewezen, had hij niet veel keus. Want het district Sussex is zeer afgelegen. Het be staat uit enkele verspreide landgoederen, en behalve deze is de bevolking samengesteld uit kleine boeren en schaapherders, waarvan de meesten goede menschen waren, maar volstrekt niet het type der echte graafschap bewoners, veeleer gelijkend op de dalbewo ners van het Noorden. Vóór .dat dokter Vaughan kwam, woonde hun dichtst bijzijnde geneesheer acht mijlen ver, in Lewesi Dokter -Vaughan zei gewoonlijk dat zijn eenige zoon, Dick, Hem een grooten dienst zou bewijzen door zich ook een praktijk te vormen in dit district. Maar dat was, voor dat Dick werd weggestuurd uit Oxford, om dat hij zifn 1 eeraar in den vijver onder water had gehouden, en dieni on<felukkigen man had trachten bij te brengen, door zijn hoofd en gezicht met chocolaadjes te bepleiste ren. Het was ook voor Dick's ongelukkige verjaging uit het huis van Guy, als gevolg van een gevecht met den huisarts en voor dat hij voor goed de studie in de medicijnen opgaf, omdat hij niet waardig werd geachb dit vak ah beroep uit te oefenen. Met dit oordeel was de jonge man het geheel eens, en hij kon toch onmogelijk al te streng ge noemd worden. Toen het bleek, dat Dick nooit dokter zou worden, kreeg dokter Vaughan hulp van Ed ward Hatteriy, een jongen dokter, die een praktijk zocht, en voor dezen werd een van den kleine woningen in Upcroft veranderd en vergroot. Dir mankhet voor dokter Vaughan mogelijk om het werk van een ge neesheer aan een onder over te laten, zonder ziin teergevoel: geweten te bezwa ren. Maar er waren toch menschen in het district, die hij nu en dan nog al^ genees heer bezocht, en zijn vrienden op Nuthill behoorden tot die enkele bevoorrechten. Die bezoeken deden echter volstrekt zijn inko men niet toenemen, dat, als" gevolg van een twaalf of veertien jaren, geladen onverwacht ontvangen legaat, aanzienlijk was; behalve nog het inkomen van zijn praktijk en de rente van Upcroft. Rijden, jagen, visschen,' turnen, africhten van jonge paarden en honden en, als de gelegenheid zich voordeed, polo spelen dit, met somtijds welde avonturen in Lon den en Brighton, maakten de som uit van' Dick Vaughan's bijdrage tot den arbeid in de wereld, sedert den tijd, dien hij heel wel sprekend noemde zijn „afscheid van de be* oefening der pillendraaierij." En het moet gezegd worden dat, eenigen tijd na de ves tiging van het gezin op Nuthill, Dick Vaug han geen teekenen van ontevredenheid met zijn lot had getoond, noch êenig verlangen om een ernstiger bezigheid aón te grijpen. Wat in het algemeen bij Dick ols „luiheid** werd beschouwd, en door strengere zaden* meesters als „onwaardigheid", was voor zijn uitstekenden vader een reden van verdriet en bittere teleurstelling. Van des dokters standpunt was een aan sport gewijd levert een verspild levenen nis een man van) wetenschap was het voor hem een raadsel, dat zijn zoon geen talent voor studie had. Met dat al had hij nooit eenige strengheid tegenover Dick getoond, wamt al had dei jonge man ontegenzeggelijk wat „wilde ha ren" getoond, hij was een beminnelijke, jongen en voor den dokter was "zijn knap' gezicht een herinnering aan het gezicht van de vrouw, die Dick nooit goed gekend had aan de moeder, die hij als kind had verlo-' ren; de vrouw, wier verlies dokter Vaughanl uit de wereld van gelukkige mannen enl vrouwen had getrokken en voor den tijd zijnr haren wit, en zijn hoog voorhoofd vol rinW' pels had gemaakt. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1920 | | pagina 5