Engelsche s I. IITEISHSÏ - 1BF 20. •itJiMMiis r "i: „DE EEMLANDER" PUIS DE9 iOHUüTIÏS 3 uars; C. SMITSKAMP TUIHARCHITEGT - ZEIST BUITENLAND. FEUILLETON. Langs den prenten weg. fieal u.-. 19e Jaargang Ne. 229 pIC po*t f 2.60. per week (met grati» «rtekenng W* ongelukken) f 0.17', eizonderUjke nummer* f 0.01. AMERSFOORTSOH DAGBLAO DIRECTEUR: J. VALKHOFF. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. TEL. INT 513. Donderdag 31 Maart 1921 bewijsnummer, elke tc*cl meer K5. dienstaanu L-» dingen en Lietd.idi(;heids-jdveitcnlicn voor de helft der prijs. Voor handel cn bcdiiit bestaan zeer voordcclige bepalingen voor het adver'cetcn. Kcne citculaire, bevattende de voorwaarden, wordt aanvraag toegezonden. op Ü3 Mening geen kiezer? Wij moeten onzen lezers, nu wij ons aseiten aan de bespreking van een staats- r chteiijk vraagpunt, voorat een bekentenis •croen, n.1. deze, dat wij geen jurist zijn. Zij i: bben dit misschien ai wel eens een onze artikelen gemerkt, maar omdat we daar niet zeker van zijn, beghmen wij met dit voorop te stellen. Het is dan ook met «enigen schroom, dat wij ons gaan verzetten tegen de beschouwingen, die mr. J. Carp in het „Weekblad van het Recht" gewijd heeft aan de vraag, óS de Koningin terecht op de kiezerslijst voorkomt. Mr. Carp ontkent <Vit. Hij acht het feit, dat nbch in de Grondwet nóch in de kieswet is bepaald, diat de Koningjin) niet op de kie zerslijst behoort voor te komen in strijd met de positie van het hooTd van den Staat, 1 i ach/t dit eene miskenning van des Ko- r'ngs verhouding tot het wetgevend proces r. dit in zoo sterke mate, dat hij, ook nu Grondwet- en Kieswetgever hebben ver zuimd' deze uitzonderingsbepaling op te ne ren, den Koning de plaatsing op de kiezers- t zou willen weigeren. Zijn betoog komt hierop neer: als ge den Ksning op de kiezerslijst plaatst, verouder- sielt g.e, dat hij zich partij stelt in den poli- iiehen strijd. Welnu: dit mag hij niet; 'hij moet immers boven en buiten de partijen s an, omdat hij in laatste instantie de be-' .sing heeft in het wetgevend proces. Als niet één jurist dit betoog had ge schreven, zouden we het bijna eene staats, rechtelijke ketterij noemen. Nu durven wij ciai als rdet-jurist stellig niet te doen. Tiaar wij vermeten ons toch, eene van mr. Cap's standpunt afwijkende meaning te e rkondigen. Wij beginnen met de opmerking, dat het verschijnen van des Konings naam op de kiezerslijst volstrekt geen novum is. Toen Willem ffl Koning van Nederland was, toen -fond Willem van Nassau regelmatig op de S\ lagsche kiezerslijst en, naar ons natuur- k heel lang geleden is medegedeeld, Kwam hij ook regelmatig ter stembus. Nu hebben politieke schrijvers van alle richtingen erkend, dat Willem III zich ge durende zijne regeering (wellicht met ééne uitzondering) zuiver constitutioneel heeft gedragen en daaruit blijkt reeds, dat zijne raadslieden' het gaan van den Koning ter stembus geenszins rn strijd achtten met een goed constitutioneel beleid. Het wil ons dan ook voorkomen, dat mr. Carp bij zijne beschouwingen niet voldoen de het verschil in het oog heeft gehouden tusschen den persoon des Konings en het 'constitutioneel staatshoofd. En dit zal wel een gevolg hiervan zijn, dat in ons knd de Koning zich, zoodTa hjuzich in het publiek vertoont, altijd als de Koning gedraagt, In Engeland, waar de Koning zich tusschen het -ubliek bij een wedren of een voetbalmatch -weegt, zou men zich aan de fout, dit ver schil niet te zien, niet schuldig maken. WilbelmLna van Nassau heeft,^als iedere vrouw en iedere man in Nederland, het recht zoo niet de plicht zich eene mee- ning te vormen omtrent de richting, waarin zfj het schip van Staat wenscht te zien ge stuurd. Zij heeft als iedere staatsbur ger het recht en de plicht, op de rich- zocht voor 3 April aan de bezwaren tege moet te komen. Hierop heeft hef Duitsche ministerie van buitenlaridsche zaken verleden Zondag geantwoord en uiteengezet: 1. De rijksweerbaarheid beschikt nog slechts over de hoeveelheden wapens, die ting van het staatsbeleid invloed uit te oefe- vastgesteld zijn bij art. 164 van 't vredes- Teief. interl. 158. Vit eenige attesten dat het resultaat van Uw schoppinjr boten verwachting zolfa heeft voldaan dat een ieder, die het ziet. verrukt is over den fraaien aanblik en hulde brengt aan den ontwerper G. F. r. T. zeer tevreden te zijn over den kouriffen en amnnkvoUen aanleg van een -root gedeelte van mijn buitenplaats te 's Gravel and J. B roen. Wie de kiezerstaerk verstaat ais wij, wie in het algemeen kiesrecht en de kiesplicht het middel ziet, orn der Regiering de wen- sclvero van het volk ten aanzien van het Staatsbeleid te doen kermen, moet het be jammeren als juist de voornaamste^ onder de staatsburgers zich aan den kiesplicht zonden kunnen onttrekken en van hun kies recht geen gebruik zouden maken. De Ko ning: is de eerste burger van den Staat en heeft daarom alle rechten en alle plichten, die allen burgers zijn gegeven of opgelegd. Natuurlijk behoort de Koning geen lid van eene politieke partij te zijn; maar dit is al leen daarom natuurlijk, omdat de massa 'het onderscheid' niet weet te maken, dat ook mr. Carp voorbijziet, tusschen den persoon des Konings en den drager van het Ko ninklijk gezag. M e n zou niet begrijpen, dat de Koning b ij vo o r b e e 1 d is aangesloten bijden Vrijheidsbond en toch zijne goedkeuring hecht aan eenen z.g. chTistehj- ken wettelijk en maatregel. Daarom is ont houding van politiek-kleur-bekennen door den Koning gewensebt. Maar mag men van den eersten Staats burger oischen, dat höjigeen meening heeft in 's lands politiek? Mag men van hem ver langen, dat hij neutraal staat in1 vraagstuk ken, die hem uit den aard der zaak, ten hoogste interesseeren? Dien eisch mag men een denkend mensch, die belang stelt in de aUgemeene zaak en dat doet de Koning toch stelliigl n-iet stellen. Ons kiesrecht ds geheim. De wensch, dat de politieke overtuiging van den vorst niet naar buiten blijkt, vindt daardoor bevredi ging. Dit is alles, wat kan worden verlangd. De Koning, als constitutioneel regeerder, moet buiten de partijen staan. Hij moet wet ten van links en rechts onderteekenen en in zooverre is hij binnen zekere grenzen tot onpartijdigheid verplicht. Koningin Wilhelmina is onpartijdig. Maar Wilhelm-ine van1 Nassau houdt er, zoo goed els ieder flink staatsburger, eene politieke overtuiging op na eri het is haai recht vóór die overtuiging te pleiten in 'het stemlokaal, waar niemand kan en mag controleeren, of haar stem overeenkomt met de uitingen, die zij als hoofd van den Staat doet. Dat is juist het constitutioneeTo in de houding des Konings, dat hij aan de wetge ving deelneemt, ongeacht zijn persoonlijke» inzichten. Wie den Koning het stemrecht wil ont nemen of hem van den stemplicht wil ont heffen, toont gebrek aan inzicht in het we zen van den constitutioneelen Koning en wil de fictie van de Koninklijke onpartijdig heid ten onrechte omzetten in de bloede- looze onverschilligheid van den ledepop- regent. on deel U hierbij mede dat ik bij zonder tevreden ben over den nieuwen aanleg ▼au mijn tuin. "NVed. H. J. W.-DE K Politiek Overzicht. De geallieerde militaire controle-com missie heeft op 18 Maart aan de vredes- af deeling van het Duitsche ministerie van buiteniandscbe zaken een nota gezonden, waarin, onder verwijzing naar de Parijsche nota van 29 Jan., die den 28sten Pebr. toe stond als uitersten termijm voor 't uitvoeren van zekere militaire bepalingen, wordt vast gesteld, dat Duitschland ten aanzien van vier punten is te kort geschoten. De com missie heeft de Duitsche regeering ver- verdrag en het protocol van Spa. Het aantal geweren bedraagt niet meer dan noodig is voor de uitrusting van een leger, bestaande uit 100.000 man. Oefenwapens kunnen niet worden aangemerkt als wapens in den geest van 't verdrag. De veronderstelling, als zou er voor meer dan een milliard aan wapenonderdeeien voorhanden zijn, is on juist. Wel zijn, naar uiteen is gezet in de nota van 11 Febr., reserveonderdelen voor wapens en munitie tot een dergelijk bedrag aanwezig. Wapens, die af zijn, kunnen uit de voorhanden stukken zonder de vervaar diging van andere deelen. en een langdu rige bewerking niet worden vervaardigd. Om een doellooze vernietiging van een be langrijke waarde te voorkomen, heeft de Duitsche regeering reeds in September 1920 voorgesteld de voorraden, voorzoover die niet rechtstreeks voor het leger en de tuighuizen noodig waren," in het bezette ge bied op te slaan. Zij heeft dit voorstel in baar nota vaai 11 Februari herhaald. De commissie van toezicht heeft zich in haar nota van 19 Februari het antwoord hierop voorbehouden. De beslissing van den ge- zentenraad is tot dusver niet binnengeko men. desverdrag, indien de contrftle-commissie. een minnelijke schikking wordt bereikt zich het recht toeeigent fabrieken aan te feit ml worden wijzen, die de Duitsche regeering in het ge heel niet heeft voorgesteld. De Duitsche regeering heeft met geen bepalingen no pens de uitrusting van het leger en de ves- Buiianlandsche Berichten. Londen, 29 M a ar t. (N. T. A.). De kwesiie van de internationale ontwapening tingen in tegenspraak gehandeld. Zij ver-i maakt op 't oogenblik volgens de ronesoon. klaart zich bereidt dit geschil aan een on- partijdig scheidsgerecht voor te leggen. 9 Bovendien heeft Duitschland bij den Vol kenbond er tegen geprotesteerd, dat, na Duisburg, Ruhrort cn Dusseldorp te hebben bezet, de troepen der geallieerde mogendhe den opgerukt zijn en eveneens de plaatsen Walsum, Wolbeek, Marxloh, alsmede de stations Mühlheim, Sperdorf en Oberhau sen-West hebben bezet. Volgens berichten, bij de Duitsche regeering ingekomen over troepenbewegingen der geallieerden zouden dezen van zins zijn de bezetting nog uit te breiden. Door de Duitsche regeering wordt verzet nangeteekend tegen een gedragslijn, die indruischt tegen alle recht en rechtvaar digheid en verzocht de wijze van bemidde ling, voorzien in art. 12 tot en met 17 van 't volkenbondsverdrag, ook van toep?" ing te verklaren op deze maatregelen van de geallieerden. De hangende kwestie? tusschen de Engelsche mijnwerkers en mijneigenaars hebben niet louter en alleen betrek king op de voorstellen der eigenaars om do Iconen te veriagen, maar ook op voor- ,n~Jil'„, W. VAN ROSSUWI, AMERSFOORT 2. Overeenkomstig het verdrag ven Ver sailles heeft Duitschland het recht het stel sel van versterkte stellingen aan zijn Zuide lijke en Oostelijke grenzen met het 10 Ja nuari 1920 aanwezige geschut te handha ven. Op aandringen van de geallieerde com missie heeft de Diritsche regeering noch tans moeten besluiten, onder voorbehoud van haar rechten, de heele artilleristische uitrusting van.de vestingen aan de Oost grens i Kon-in gSi stellen van hen om de loonen districtsge- wijze te regelen in plaats van op den basis van een uniforme regeling voor heel het land. De voorwaarden, die de eigenaars hebben geoffreerd, zijn op plaatselijke con ferenties behandeld van eigenaars en mijn werkers. In groot© trekken hebben de eige naars belangrijke concessies gedaan. Naar een Engelsch persbureau opmerkt, worden de loonsverlagingen, die door de eigenaars leveren. Zij beeft alleen voor! worden voorgesteld, blijkbaar door de werk en, Küstrin en Boyen een ze-1 heden in sommige districten minder ernstig her aantal kanonnen achtergehouden, die opgevat dan men in den beginne vreesde, voor de verdediging van deze vestingen on- °ver het algemeen worden loonen voorge- v oor waarde lijk noodig is. Onder de te- steld, die nog steeds om-ende-bij 100 pet. genwoordige omstandigheden in het Oos- hooger zijn. aan t tarief van 1914. ten is de uitlevering van dit geschut onmo- D* mijnwerkers wenschen, dat de regee- gelijk. Evenzoo is het gesteld ten aanzien rin# subsidie zal verleenen aan de nijver- van de wapens voor verweeT op korten af- be'd' de cr'sis IS afgeloopen, maar de stand en de bertoodLgdheden dezer vestin- I Daily Chronicle was van oordeel, dat minis- gen. De regeering heeft zich genoodzaakt tar h"n gisteren definitief zou mee- gezien, buiten haar verplichtingen om. i deelen, dat dit niet ging. In officieel© krin- uitlevering van de wapens van do vestin- J *®n/ aldus het blad' Y»ndt men, dat de mijn- gen aan de Zuidgrens in te willigen. Voor d-e vestingen in het Oosten moet zij op haar recht blijven staan. 3. Bij de kustverdediging is de uitleve ring van al het door de commissie van toe zicht aangewezen oorlogstuig in vollen gang. 4. Ten aanzien van de fabrieken ter ver vaardiging van oorlogstuig, ziet de Duitsche regeering het antwoord tegemoet van baar nota aan den gezantenraad, welker inhoud aan de commissie 19 Maart meegedeeld is. Zij herinnert er aan, dat art. 168 van het vredesverdrag haar het recht' geeft de fa brieken aan te wijzen, die haar 't meest ge schikt voorkomen. Aan de geallieerde re- geerin-gen is alleen het recht voorbehouden het aantal fabrieken te beperken en dusda nige, walker ligging haar niet gewenscht voorkomt, van de hand te wijzen. Het is dus duidelijk in, tegenspraak met het vre- werkers het verstandigst doen, wanneer zij partij trekken van de wet op de industrieele loonen en de zaak onderwerpen aan een scheidsrechterlijke uitspraak. Ondertusschen meldt Reuter, dat het be stuur van den mijnwerkersbond gisteren aan Home verzocht, dat de staat voort zou gaan met het subsidieeren van de industrie, maar de minister gaf ten bescheid, dat zulks onmogelijk was. De delegatie heeft toen te kennen gegeven, dat zij besloten was alle werklieden uit de mijnen terug te roepen, o.a. het personeel voor de pompen en ma chines. Home heeft daarop gezegd, dat hij niet wenschte te gelooven, dat de leden zouden toestaan, dat de mijnen onderliepen en door hem werd dan ook een beroep op hem gedaan om de gevolgen van een derge lijke daad nog eens te overwegen. Uit een der politieke berichten ziet men ondertusschen, dat weldra de algemeene staking, tenzij op het laatste nippertje dent von de Daily News te Washington eon punt van overweging uit tusschen de Ver. St. en Groot-Brittannië. Een en ander wordt volgens den correspondent geacht het re sultaat te zijn van informeele pogingen van de zijde van Washington. Verklaard wordt, dot de Britsche regeering thans de kwestie van het gebruik van vergiftige gassen en van stoffen, die een groote ontploffings- kracht bezitten, ter sprake heeft gebracht. De besprekingen zullen, volgens den corres pondent, ongetwijfeld leiden tot hel te berde brengen van de kwestie een er internationale controle op de vervaardiging van scheikun dige producten. Londen, 20Maart. (X. T. A. Draad loos uit Horsea). Ter ondersteuning van hef plan der schatkist om Oostenrijk te steu nen, worden pogingen giedaan om de mede werking te verkrijgen van een vertegen woordigend lichaam van geallieerde flnanw ciers van credieten. De Britsche schatkist heeft een som van ongeveer een millioen/ pond voor hulpverleening aan Oostenrijk beschikbaar, die het parlement oorspronke lijk voor de hulp aan geallieerden had be stemd, maar die de schatkist gemachtigd is voor Oostenrijk te bestemmen. Het fonds, dat werkelijk noodig is voor credieten, zou bijeengebracht worden door financieele in stellingen en het r e ge erin gssub s idi e zou al leen in geval van noocl in aanmerking, ko men. Daarnaast zou clan het plan tot oprich ting van een „clearinghouse" voor geruilde goederen in Zwitserland uitgevoerd moeten/ woeden, van denzelfden aard als de missie van Sir Charles Sykcs voor ruilhandel in de Baltische landen in elkaar zet. Oosten rijk en zijn buren zullen dan echter werke lijk den handel moeten hervatten. (De Temps vestigt, blijkens een draadloos N. T. A.-bericht, er de aandacht op, dat de zaak van Oostenrijk nu niet meer door den oppersten raad der geallieerden wordt behandeld, maar door den volkenbond. Om de uitgifte van papiergeld in Oostenrijk stop te zetten, stelt Avenol, de Pronsche gede legeerde in de financieele commissie van den volkenbond, als eerste maatregel voofl het uitgeven van een binnenlandsche lee ning in Oostenrijk om tijdelijk aan de Oos ten rijksche regeering de middelen te ver schaffen om hoar verplichtingen na te ko men, waartoe de belastingen haar op het oogenblik niet in staat stellen. Orn het suc ces dezer leening te verzekeren moet de aanwezigheid eener buitenlonclsche controle op het bestéden deT penningen vertrouwen geven aan de Oostenrijksche inschrijvers en voorts moet aan de in die leening gestoken kapitalen een vaste waarde van de kroon, onafhankelijk van schommelingen, worden verzekerd. Met de Oostenriiksehe regie er ing dient overeenstemming te worden bereikt betref fende de levensmiddelenpcvlitiek, den terug keer tot den particulieren handel en de vermindering van hét personeel der Oos tenrijksche openbare diensten. Dit plan, dat een uitgebreider controle in Oostenrijk veronderstelt dan een eenvoudig beheer der els onderpand gegeven inkomsten, zou slechts kunnen voortvloeien uit een overleg met de regeer ing tot verbetering van haar crediet. Dit zou dus een soort van vrijwillig, aanvaarde contTóle worden, uitgeoefend on der het zedelijk gezag en de bescherming van den volkenbond). B e r 1 ij n, 2 9 Maart (W. B Severing, Pruisisch minister van binnenl. zaken, ver klaarde aan 't Bed. Tagebl., dat men na '6 Er is Slechts één enkel klein woordje, ■dat het leven waarde geeft: het woordje VOOR. De man zegt: Voor wat? De vrouw zegt: Voor wieni? en 'het kind] tam/t av oordt: Voor miijf Naar het Engelsch van JEFFERY FARNOL. 19 „Vijftien duizend pond per jaar, voor den duivel 1" riep den grootste van de twee, ter- Üviil hij verachtelijk snoof togen den brancle- lUijn, die hij zich zoo juist had ingeschonken. „Zeker, ha f ha11 En een allerliefst nveirie- Veulentje op den koop toe." „Je bent altijd zoo dulvelsch gelukkig ge- jwet'ri," zei de eerste. „Noem het liever de belooning der deugd" jentwoordde zijn metgezel, terwijl hij lachend ^ijn gioote wiue tanden liet zien. „En hoe staat het met Beverleydie /arme kerel vroeg de eerste. „Beverley 1" herhaalde de ander, ,,-ala 't Jl^én kerel met nog zoo weinig pit was ge- fflveest, dan had hij zich voor den1 kop ge- fechoten, zooals een gentleman pastmaar fhij verkoos liever te verdwijnen." 3ij deze «voorden haalde de spreker de schouders op jPn dionjc zijn glas leeg, blijkbaar met buiten- feewonert smaal:. //En eenJief veulentje, zeg ie „Ja, dat zal waar wezen? Wat landelijk op gegroeid, maar onvervalscht volbloed.- laat dat maar aan Beverley over „/Duivel® ja die Beverley had een fijn oog voor schoonheid of ras arme kerel!" Deze uitdrukking van medelijden scheen beiden in een bizonder vroolijke stemming te brengen. „Maar om terug te komen op datveu lentje," zei de groote man, zijn vroolijkheid bedwingend, „als het achteruitschopt, wild wordt, uit het gareel springt.-., duivelsch vervelend, hé Zijn metgezel lichtte zijn voet omhoog en zette hem onverschillig op een stoel, die vlak bij stond, en ik zag, dat er aan de hak van zijn hooge rijlaars een buitengewoon wreed-uitziend lang spoor zat. „Mijn beste Mostyn," zei hij, terwijl zijn neusvleugels trilden, „voor zulk een moeilijk h'eidi is niets zoo goed a!s een paar goede, scherpe „overreders" en hierbij sloeg hij •even met een buigzame, met goud gemon teerde rotting- die hij droeg, tegen de spoor: „en ik stel me wel voor nauwkeurig te we ten hoe en wanneer ik ze zal moeten gebrui ken, Mostyn." En weer zag ik het schitte ren van zijn groote, witte tanden. Ik hoerde dit alles, terwijl ze op een meter afstand's van me stonden, hun trotsche. sma lende minachting toon end vcor alios, be halve voor henzel. e, met de mees'.e onder scheiding bediend door den glimlachend er dikken man ©n aangestaard doe: d?n ouden man met evenveel bewonderenden eerbied, alscf ze beiden .niemand anders geweest wa ren dan een lord mayor van Londen op zijn minst/Nu begon ze echter de hóófden naar elkander toe en -spraken gedempt, maar iets in da «durende ooizen van, den een, en de glimlachende lippen van den ander zei me, dat het geen paarden waren, waar ze over spraken. „Leer haar mores, voor den duivel zei de minst fcsche van de twee, terwijl hij zijn leeg glas met een slag neerzette, „geloof roe, ik ken die aardige schichtige manierIjes wel, laat 'het maar aan mij over die te be handelen daar héb ik, voor den duivel, tot nog toe altijd wel weg mee geweten „Verduiveld ja, dat is waar!" zei de ande re toen lieten ze hun stemmen weer dalen. Daar ik mijn bier had opgedronken, nam ik mijn stok, een zwaar, knoestig ding, er* keerde mij om om heen te gaan- Toen ik dat deed, kwam per ongeluk mijn voet in aanraking met de met goud gemonteerde rotting waarover ik zooeven. sprak, waardoor ze kletterend op den grond viel. rn. JhrkHKNTTIES bij Ik was op het punt mij te bukken om ze op te apen, toen een ruwe hand mij van achter bij mijn schouder greep, mij v:oes>t een halve draai omrukte, zoodnt ik plotse ling tegen twee rijen scherpe, witte tanden aankeek. „Raap opl" zei hij, met een gebiedend ge bear naar de rotPrur oo den vloer tusschen ons in. „De hemel beware, mijnheer, zei ik, ,.is uw dienaar een hond dat hij dit zou doen?" „Ik heb je gezegd het op te rapen/' her haalde 'hij, met het hoofd als een stier naar mij stootend „hen je van plan om het te doen, of moet ik je dwingen c" en zijn neus vleugels trilden meer dan ooit. Als antwoord lichtte ik mijn voet op, en liet de rotting door de kamer vliegen. Er lachte iemand en het volgend oogenblik werd mijn hoed van mijn hoofd geslagen. Vóór hij echter een tweeden slag geven kon, hief ik mijn stok omhoog, maar plotse ling, herinnerde ik mij zijn geweldige zwaar te. Ik liet de slag van richting veranderen, en gaf hem een flinken stoot, juist in het midden van zijn vroolijk gebloemd vest. De stoot kwam zoo hard aan, dat hij, zonder de tijdige hulp van zijn metgezel, gevallen zou zijn. „Kom, kom," zei ik, hem op een afstand •boudend met het uiteinde van mijn stok," kalm alsjeblieft, en laten we samen pralen als logisch aangelegde wezens. Ik liet uw stok bij ongeluk vallen en u heeft mijn hoed met opzet pp den grond geworpenbest, maar wees dan zoo goed mij mijn eigendom terug te brengen uit dien hoek daarginds, en v. e zullen zeggen „quitte". „Neen, voor den duivel niet!" hijgde miin tegenstander bijna dubbel buigend„wacht evenwacht maar even tot ik op adem benik zal dat duivelsche leven uit je lichaam slaanwacht maar, voor den duivel „Met genoegen," zei ik, „maar wat u ook doen mag, u zult me beslist mijn hoed aan geven, anders zal ik, zoodi a als u zich vo - doende hersteld heeft, mijn best ir.cctr doen, u erbij te smijten." Terwijl ik dit r legde ik mijn stok neer en knoopje mijn ja9 los- „Wat!" riep 'hij, „jou duivelsche, Inge, vuile, bemodderde ploert Zijn metgezel, die mij zeer aandachtig) had staan aankijken, trok hem thans aan zijnl mouw, en fluisterde hem iets in het oor. Wat het ook geweest moge zijn, het had eenl wonderlijke uitwerking op mijn tegenstand der, want plotseling werd hij vuurrood, toert zc-er bleek, en keerde mij plotseling den rugi toe. „Ben je er zeker van, Marlijn?" vroeg hij zacht. „Beslist „Ik zal met 'hem vechten, al was hij d<* duivel zelfPistolen zouden misschien „Wees niet gek, Harry," riep de ander, ert terwijl hij hem bij den arm greep, trok hij hem verder weg, en ofschoon ze hun stem-< roen lieten dalen, hoorde 'k brokstukken vort zinnen als deze „Wat is er met George?" „Veranderd se dert jouw tijd" „vernietig je kansen nieü; vóór je beginteerste klas schutter „Mijnheer," zei ik, „mijn hoed.ginds in den hoek f" Tot mijn niet geringe verbazing ging de grootste van de twee de kamer door, ge* voLrd door zijn vriend, tegen v. ien, hii nog zachtjes sprak, bukte, raapte mijn hoed op, cn. terwijl de ander nog st-ond te razen en.' te tieren, kwam hij naar mij toe. en gaf mi} mijn hoefddeksvmet een buieinar terug. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 1