't HULPBRUGGETJE
p3
H.Ï. Middenstands IMettak
UPS' SAFE-INRICHTING
VRIJDAGAVOND, 8 UUR, IN „AMICITIA"
Engelsche
Chap©li@ri@5s
Kun LlIiELLE
jongens BOTTIIES
J. Grooter.dorst,
BUITENLAND.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
DE EEMLANDER"
Depesitoȟenf@:
gen |aar vast 5
zes maanden opzeggiug 4
esn dag
C OR RUYS
W*
Langs den grosten weg.
19e Jaargang Ne. 234
BBKimspiiis zt z t::
per post f 3.—, per week (met gratis'verzekeren*
legen ongelukken) f 0.17», afzonderlijke nummers
f
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DIRECTEUR-UITGEVER: J. VALKHOFF. ARNHEMSCHE ^ÓORTWA'-
TEL. INT 613.
Woensdag 6 April 1921
PRIJS DER ADVE8TEKTIËH r,
bewijsnummer, elke regel racer 0.25, dicnstaanbc*
dingen en Lieldadigheids-adveitenticn voor de helft
eer prijs. Voor handel cn bedrijf bestaan zeer
^oordceJige bcpalinqen voor het advcrteeicn. l:cne
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
sanvraag toegezonden-
Ach
va:
0 Alli
Vrasêl condities «om hol iotosseoien
Achierstallise on Bolwislo VsrderinBsn.
VA?i DER GRAAF Co
AM8TERÖAM üOTTEltDA!
Politiek Overzicht.
Zooals reeds door ons is aangekondigd,
zouden gisteren in 't Engelsche parlement
besprekingen plaats hebben over de staking
der Britsche mijnwerkers. Deze zijn in een
overvol Huis inderdaad gehouden en Reu
ter merkt op, dat er heelemaal geen opwin
ding heerschte. Horne, een overzicht geven
de van den toestand, wees met klem op de
fatale gevolgen der voorafgaande staking,
waardoor voor Engeland vele markten wa
ren verloren gegaan. Voor den eersten keer
kwamen groote kwanta Amerikaansche ko
len (naar Europa.
Het werkelijke geschilpunt vormden niet
de aangeboden loonen, maar de vraag, of 't
land de kolennij verheid moet helpen met
subsidies, die tientallen millioenen ver-
eischen en de kwestie van 't omslaan der
winsten. Horne, na zich te hebben bezig
gehouden met de nadeelige gevolgen van
de subsidies en op de onmogelijkheid te
ebben gewezen van een stelsel van om-
laan der winsten, hetgeen controle met zich
7.0U brengen, gaf daarna uiting aan de hoop,
dat de mijnwerkers nu eejder dan de vorige
week bereid zouden zijn te onderhandelen
over een vreedzame schikking, waarbij èn
subsidie èn toezicht zouden worden verme
en. Menjnoest trachten een loonstelsel te
espreken voor verschillende districten. Een
aantal leden der Labour-party waren het
hiermee niet eens en deze arbeidersverte-
genwoordigers vielen Horne dan ook nog
ai kernachtig in de rede met een „Niet dan
over onze lijken
Door Clynes werd het betreurd, dat de re
geering zoo plotseling had geëindigd met
haar toezicht en zij drong er dan ook op
nan, terwijl het vraagstuk werd overwogen,
de controle tijdelijk voort te zetten. Het ge
schil kon worden uitgevochten, maar hij
achtte 't beter het uit te denken. Daarom
deed hij een beroep op de regeering om
haar functie als bemiddelaarster weer op te
nemen.
Opgemerkt wordt, dat de algemeene toon
der beraadslagingen zeer conciliant was. Er
werden verschillende voorstellen te berde
gebracht omtrent een basis voor nadere be
sprekingen tusschen arbeiders en eigenaars.
Thomas verklaarde, dat de thans aangebo
den loonen slechts overeenkomen met een
loon van vóór den oorlog van 18 sh. per
week. De arbeiders waren algemeen van
oordeel, dat dit pas de eerste van een aan
tal vooraf beraamde pogingen was om de
levensstandaard te verlagen. Het was de op
vatting der spoorwegmannen, dat, mochten
de mijnwerkers den strijd verliezen, zij het
eerst aan de beurt zouden komen.
UI8E8MHI Ui. ItUM Ho. 50!
LU
Er bestond zeer veel kans op, dat het ge
schil zich zou uitbreiden. De aangeboden
bedragen rechtvaardigden de weigering der
mijnwerkers om ze te aanvaarden. De mijn
werkers verkozen niet en mochten niet zich
tevreden stellen met hongerloonen. En de
spoorwegmannen zouden hen daarbij hel
pen. Niettemin hoopte Thomas, dat het als
nog zou lukken de partijen tot elkaar te
brengen.
De regeering, zei Lloyd George, deed
gaarne alle stappen, die konden uitloopen
op een nadere bespreking tusschen eige
naars en arbeiders. Van subsidie en de we
derinvoering van regeerings-toezicht mocht
geen sprake zijn, maar desniettemin lag er
nog een wijd veld voor onderhandelingen
open. Wanneer het hiertoe mocht komen,
moesten de mijnwerkersfederaties in alle op
zichten zich beijveren gedurende de bespre
kingen te voorkomen, dat de schachten wer
den vernield. De Engelsche premier hoopte
innig, dat de vertegenwoordigers van pa
troons en werklieden in staat zouden zijn
om dadelijk bijeen te komen om te overwe
gen, of niet een permanente regeling kan
worden getroffen.
Ook in het Hoogerhuis is de belangrijke
aangelegenheid ter sprake gebracht en wel
door Curzon, die wees op den ernst der si
tuatie, die misschien nog ernstiger zou wor
den. De andere leden der Triple Alliantie
(spoorwegmannen en transportarbeiders)
moesten zich over den toestand uitspreken
en Curzon beefde bijna, als hij er aan dacht,
wat daaruit kon voortvloeien. Het was niet
ondenkbaar, dat Engeland voor 't eind der
week zich voor een crisis zag geplaatst, die
even ernstig was als een oorlogscrisis. Het
geschil in de nijverheid kon zich ontwikke
len tot een nationale beroering met de aan
kleve daarvan wanorde, geweld en klassen
strijd in zijn felsten vorm. Maar geen regee
ring mocht zwichten voor een dergelijke be
dreiging. De regeering werd in dergelijke
omstandigheden een comité van veiligheid,
door de samenleving ingesteld, om de maat
schappij te beschermen tegen vernietiging.
Eén zin van Curzon was optimistisch: er
waren flinke voedselvoorraden en dé orga
nisatie om deze te vervoeren was gereed ge
komen. Maatregelen werden genomen om
krachten te vinden voor 't handhaven der
orde en de beveiliging van openbare gebou
wen. De deur voor verzoening bleef open,
maar er was geen toegeven mogelijk met
betrekking tot 't voornaamste beginsel, dat
de kolennij verheid niet zou worden gesub
sidieerd.
-^ndertusschen volger.-de Duitsche com
munistische kringen het verloop van 't ge
schil eveneens met aandacht. Dit kan blij
ken uit het feit, dat de communistische par
tij in de Rote Fahne bij*de communistische
mijnwerkers, spoorwegmannen en trans
portarbeiders erop aandringt de stakende
Engelsche mijnwerkers daadwerkelijk te
steunen. De transport- en spoorwegmannen
worden uitgenoodlgd alle kolenzendingen
naar 't geheele buitenland te beletten.
Buitenlarcdsche Berichten.
B e r 1 ij n, 5 A p r i 1. (N. T. A. Draad
loos). De Rijnlandsche correspondent van
't Parijsche Journal bevestigt, dat de sanc
ties hun doel missen. De bezetting der
Ruhrsteden heelt Duitschland niet toeschie
telijker gemaakt- De douanegrens aan de
Rijn vershait Frankrijk maar 200 miliioen
mark, terwijl dadelijk 13 milliard noodig
zijn.
Essen, 5April. f®'. B.) In alle mijnen
van het link er-Rijngebied, alsmede in de
mijnen van Westfalen en Ahlen zijn de
ochtendploegen voltallig opgekomen. De
opstandige beweging in het Rijnlandsch-
Westfaalsche industriegebied kan daardoor
als geëindigd beschouwd worden. De mijn
Vermakelijk is dit werk ongetwijfeld, en al om één moment is het een gang naar den
schouwburg waard: wanneer in het eerste bedrijf Jacqueline, het knappe en cordate
nichtje „sans le sou", nadat ze door haar oom-de-ddvocaat tot een schijnhuwelijk met
een schatrijken baron bepraat" is, zich aan den aanstaanden echtgenoot vertoont als
een leelijk mormeltje uit de provincie. Wanneer
GRETA LOBO-B^AAKE^SSEK
zich daarvoor op de scène in tion tellen van een charmant jongmeisje in een leelijk,
schee' en afstootend vrouwspersoon metamorphoseert, geeft ze een staaltje van mimi
sche kunst, dat weer eens voor do zoovcelste maal bewijst, hoe 'n knappe, veelzijdige
actrice ze is.
in voortdurendon tweestrijd tusschen zijn twee vrouwen had een geweldig succes mot
al de malle en verwikkelde situaties, waarin het geval hem brengt. Hij haaldo ook deze
rol naar zich toe; de baron Roger Gardanncs is méér baron cn minder ninis dan we van
hem te zien kregen; maar hoe onweerstaanbaar komiek waren aldoor zijn kleine ont
hutste zinnetjes, hoe kostelijk deed hij het verhaal van dc eindeloos lange reis met zijn
rfi et-wettige ega. (Recensie N. Rott. Crt.)
Kaartverkoop in Vaikhofl 's Bookhandol (Y. O. DE JONG)
I 1.90 Stedelijke belasting en auteursrecht.
schachten in het linker Rijngebied zijn door
Belgische troepen bezet.
Brussel, 5 A p r i (B. T. A.) Een be
richt van het Belgische bezettingsleger aan
den Rijn zegt, dat geen enkele verandering
in den toestand zich meer heeft voorgedaan.
De rust is nu weergekeerd en de hervatting
van den arbeid in de riondistricten overal
bijna volkomen. De troepen waken nog
steeds tegen eventueele onlusten.-
Maagdenburg, 5 April. (W. B.) De
Magdeburg er Ztg. meldt, dat gisteren in een
kruit- en munitiefabriek te Burg (bij Maag
denburg) een groote Land is ontstaan, die
laat in den avond nog niet gebluscht was.
Vele granaten ontploften door de hitte. Tot
nu toe heeft men met zekerheid kunnen
vaststellen, dat drie personen zijn gedood,
terwijl vier zwaargewonden in het stads
ziekenhuis ter verpleging zijn opgenomen.
Men vreest echter, dat het aantal dooden en
gewonden aanmerkelijk hooger is.
Konstantinopel, 5 April- (R.). De
Turken melden, dat de Grieken Afioen Ka-
rahissar ontruimd hebben en tot hun stellin
gen van uitgang teruggekeerd zijn.
Athene, 4 April. (G. T. A.). Alle bla*
den melden uit Smyrna, dat de eerste fase
der krijgsverrichtingen in Klein-Azië afge-
loopen is, daar de daarmee beoogde doel
einden bereikt zijn, omdat de verovering,
van Afioen Karahissar de Kemalistische
troepen in Anatolië belet heeft zidh met het
gros der nationalistische troepen te ver
eenigen. Na een betooging en verkenningen
voor Eskisjehir zijn de Grieksche troepen
naar hun stellingen bij Kowalitsa terugge
trokken. De Grieken hebben Tai, 40 K.M-
voorbij Afioen Karahissar, bezet. Tien vlieg
tuigen hebben Eskisjehir gebombardeerd en
het uitbreken van branden geconstateerd.
De Kathimerini maakt gewag van een En-
gelsch kolonel, die de krijgsverrichtingen
volgde en zich, na het sneuvelen van den
Griekschen commandant aan het hoofd stel
de van de 6e compagnie van het 4e regi-
W. VAN ROSSOM,
AMERSFOORT
Londen, 5 April. (R.) Officieel wordt
bekend gemaakt, dat het postverkeer met
Rusland van 7 April af zal worden hervat
tegen de gewone internationale tarieven.
B e r 1 ij n, 5 A p r i 1. (N. T. A. Draad
loos). De politie te Genua heeft een uitge
breide bolsjewistische samenzwering ont
dekt van Russen, die z.g. voor herstel van
gezondheid aan de Italiaansche Rivièra ver
toeven. Vijf hunner zijn gearresteerd.
Boedapest, 5 April. (H.-R.). Teleki
heeft in de Nat. Verg. meegedeeld, dat Karl
Steinnanger vanochtend te 5 minuten over
elf heeft verlaten.
G r a t z, 5 April. (B. T. A.). De extra-
trein waarmee ex-keizer Karl reisde, heeft
het grensstation Fehring te 4.54 's namid
dags verlaten. De Hongaarsche personen,
die den koning vergezelden, namen daar
van hem afscheid. De trein vervolgde zijn
reis zonder incidenten.
ment en deze ten aanval leidde, tot hij door
een schot in borst en hals sneuvelde.
Ismail, de moefti van Dede Agatsj, en
Said, de voorganger van de mohammedaan-
sche gemeente aldaar, teekenen met alle no
tabelen in een open brief aan den prefect
verzet aan tegen de leugenaohtigen verkla
ringen van het blad Ikdam en verklaren
openlijk, dat de heele mohammedaansohe
bevolking de Grieksche overheid dankbaar
is voor het rechtvaardig en vaderlijk be
stuur.
Goenaris wordt morgen uit Brindisi terug
verwacht.
De berichten nopens plunderingen en
moordpartijen der Kemalisten te Sokia wor
den bevestigd. Een afvaardiging van inwo
ners van Sokia, die verzocht gehoord te
v/orden door den hoogen commissaris te
Smyrna, schat het aantal slachtoffers op
15000.-Van de Zwarte Zeekust wordt een
dergelijk optreden van Kemalistische ben
den gejneld.
Kameroverzicht.
Tweede Kamer.
In de zitting van Dinsdag vraejj de heef
Sannes verlof tot een interpellatie over
•den toestand in de veenstreken.
De lveer Rutgers tot een interpellatie
Over de uitvoering der Lager Onderwijswet.
De heer Du ijs to; een interpellatie over
den financieelen toestand van sommige ge
meenten in verband met de werkloosheid.
De heer Win ter mans tot een interpel
latie over het voornemen der negeering be
treffende het indienen van een ontwerp tot
uitbreiding der landarbeiderswet. De heer
Henri Hermans over den toestand in
de Linvburgsche mijnindustrie. Op deze ver
zoeken zal morgen worden beslist.
De Kamer gaat o.-er tot liet trekken der
afdeelingen.
Het voorstel-Albarda, om hot wetsontwerp
in zake de ontginning van aardolieveiden in
Djambi niet op de agenda te plaatsen vóór
dat het advies van den Voiksraad is inge
wonnen, wordt verworpen met 43 tegen 26
stemmen.
Aan de orde is het ontwerp tot het vast
stellen van regelen ten aanzien van den in
voer, aanmaak en verkoop van buskruit cn
springstoffen.
De heer B e r e s t e ii n vreest dat de voor.
gestelde deelneming van den Staat in de
exploitatie van de buskruitfabrieken met ech
monopolie voor die fabrieken ons niet on-
afhankelijk zal maken van anderen.
Spr. venvacht van het monopolie duurte,
geringe vtprraden en willekeur voor de par
ticuliere afnemers. Beter is zuivere staats-
expoitatie.
De heer Treub deelt de bezwaren van
den heer Vati Beresteijn.
De heer D e Jon ge ontdekt in liet voor
stel een mililoiristische strekking.
De heer Haazevoet acht stnalsexpoi-
tatie beter. Hij zal niettemin vóór stemmen
in de hoop dot het gemengde bedrijf zal voe
ren tot staatsexpoHatie. Hij dient een motie
in, waarin wordt uitgesproken, dat de fa.
brieken zich dienen te beperken tot de fabri-,
cage van ontplofbare stoffen.
De Minister van Landbouw, be
toogt dat de Staatsmijnen onafhankelijk'
moeten zijn van het buitenland ook in zake
springstoffen.
Tegen de motie Haazevoet heeft spr. be
zwaar.
Minister De Vries betoogt, dat bij
verwerping van het voorstel de fabrieken
zullen liquideeren, waardoor de voorziening
in de behoefte der staatsmijnen aan spring,
stoffen gevaar zou loopen.
Minister Pop wijst er op dot ook het
militair belang het voortbestaan der fabrie
ken vordert.
De heer Haazevoet trekt zijn motie in,
maar dient een amendement van dezelfde
strekking in op art. 2.
Ten 5 uur 40 worden de beraadslagingen
verdaagd tot heden morgen 11 uur.
Berichten.
Aan de Staatscourant van gister ont-
leenen wij nog de volgende Kon. besluiten:
voor den tijd van 5 jaren benoemd tot bui
tengewoon lid van den Octrooiraod prof. E.
X Vassnack te Delft;
lo. den officier van gezondheid der 2de
klasse J. A. van de Wetering bijgenaamd
de Rooijr van het personeel van den Ge
neeskundigen Dienst der landmacht, op het
deartoe door hem gedaan verzoek een eer
vol ontslag uit den militairen dienst ver
leend
2o. die officier van gezondheid, benoemd
IJ atlent raakem op
«le groote sorleering
en ZILVERWERKEN.
fillLEM GMilllZEII Juwelier Amersfoort.
- Het is een recht verstandig man.
Die spreken en die zwijgen kan.
Naar het Engelsoh van
JEFFERY FARNOL.
24
_»Zeer weinig," zei ik, „en dat nog alleen
van hooren zeggen."
„Tot voor ongeveer «es maanden was ik
(lèr ook een, mijnheer Vibart, totdat de For-
^fcuin, en naar het mij thans toeschijnt,, wijse
lijk, ouders beshste." Na deze woorden ver-
(haaide hij, nog altijd op zijn rug liggend en
omhoog starend naar het groene gebladerte,
allerlei dolle geschiedenissen van een roe-
tkeloozen in-ins. van een; bedaarden Brum»
mei, van den „kranigen" Vibart, den schit
terenden Sheridan, van Grattan en nog vele
anderen. Hij vertelde geschiedenissen van
de wildste verkwisting, van middernadhtelijr
fce orgiën en dronkenschap, van dagen en
nachten doorgebracht gebogen over de
kaarten, van wijn, vrouwen en paarden. Maat
aan 'het eind, en zeer eerbiedig, sprak hij
van een vrouw, van haar liefde en trouw.
„Natuurlijk," besloot hij, „ik zou veel gemak
kelijker en veel vlugger in Londen van hon
ger gestorven kunnen zijn, maar, wanneer
mijn tijd komt, geef ik er de voorkeur aan
te sterven onder een of andere groene heg,
of in de buurt van een of anderen herberg,
met den koelen, frisschen windhover mijn
gelaatZij hield van buiten."
„Dus zijn er toch enkele vrouwen, die niet
met geld gekocht kunnen worden zei ik,
kijkend in zijn sterk schitterende oogen.
„Mijnheer Vibart," zei hij, „voor zoover
ik weet zijn er twee Lady Helen Dunstan
•en de „doorluchtige" Sefton.
„Lady Sophia Sefton van Camhourne
zei ik-
„En Lady Helen Dunstan," herhaalde hij.
„Kent gij Lady Sophia Sefton?"
„Ik heb vaak de eer gehad met haar te
dansen," zei Hij.
„En is zij zoo schoon als men zegt?"
„Zij is de schoonste vrouw van geheel
Londen, een goddelijke verschijning, groot,
bevallig, en edel gevormd, maaT toelp mijn
heer, wat mij persoonlijk betreft, zou ik
meer de voorkeur geven aan wat minder
vuur en aan een meerlieflijke schoon
heid." „Zooals bijvoorbeeld aan Lady He
len Dunstan?" zei ik.
„Juist f' knikte Beverley.
vOm terug te komen op Lady Sophia
Sefton," ging ik voort, „zij is een gevierde
schoonheid in Londen, niet waar?"
„Allemachtig, dat zou ik denken! Haar
aanbidders zijn legio en bovenaan staan
Zijne Koninklijke Hoogheid en uw neef. Sir
Maurice Vibart, die de brutaliteit heeft ge
had openlijk als medeminnaar van den Prins
op te treden wat waarachtig ook geen an
der dan hij zou hebben gewaagd I"
„Die dame is dan wel zeer gelukkig,"
zei ik.
„Mijnheer Vibart 1" riep mijn metgezél,
zijn verweerden hoed weer op het hoofd zet
tend, en mij met een dreigenden blik aan
ziend, „mijnheer Vibart, ik moet tegen den
toon van uw worden protesteerenLady
Sefton is deugdzaam, trotsch en hooghartig
en boven alle verdenking verheven l"
'K^^WSmOÏHvuil I!.-
bij
HOF 20.
„En toch schijnt mijn neef nie^ bepaald
preutsch in de liefde, en wat de prins betreft,
zijn blik is besmetting voor een vrouw-"
„Mijnheer," antwoordde Beverley ernstig,
„laat alle onwaardige verdenking uit uw ge
moed* verdwijnen, wat ik u vragen mag; uw
neef lacht zij met verachting uit, en Zijn
Koninklijke Hoogheid heeft zij op een wi«-
ze op zijn plaats gezet als tot nu maar wei
nig vrouwen hebben durven doen."
„Het schijnt bijna," zei ik, nadat er een
oogenblik stilte tusschen ons wa9 geweest,
„of naar hetgeen ik zoo hier en daar toeval
lig heb opgevangen, mijn neef weer bezig is
met de een of andere vuile geschiedenis, of
schoon ik er niet goed achter kan komen
wat."
„Mijn waarde mijnheer Vibart, uw aller-
iritnemendste neef is altijd bezig met het
een of ander, en is de welverdiende gevol
gen meer dan eens alleen ontsprongen door
zijn vriendschap mei
„George?" zei ik.
„Juist," 7 A mijn metgezel, zich op zijn
elboog h'-.fend, en bevestigend knikkend,
„George."
„Heb't gij ooit den naam van Tom Steen,
den vuistvechter hooren noemen vroeg ik,
een dikke wolk rook in de warme lucht bla'
zend.
„Ik heb eens tien duizend guineas gewon
nen, toen hij Ted Jarraway van Swansea
zijn portie gaf," geeuwde Beverley, „een
beste vechter, maar een groote schurk
als al zijn kornuiten, en een kreatuur van
uw waarden neef."
„Dat dacht ik al," zei ik, en vertelde hem
alles van mijn ontmoeting met den „harden
Tom Steen, waarmede Beverley zich uitste
kend scheen te amuseeren, vooral toen ik
hem van Toms geheimzinnige verdwijning
vertelde.
„Allemachtig I" riep hij, „de gelijkenis met
uw neef heeft u dear een goeden dienst be
wezen Uw neef heeft hem eens een pak
slaag gegeven zooals hij nog nooit van zijn
leven had gehad en die arme Tom dacht na
tuurlijk, dat hij er nog een zou krijgen. Ik
wed. dat u hem niet meer gezien heeft."
.^Jawel, ik heb hem nog een keer ont
moet, onder de galg die op River Hill staat,
en waar hij mij, behalve nog meer onbegrij
pelijke dingen, oo)c te verstaan gaf dat hij mij.
niettegenstaande mijn vermomming herken
de, aangenomen, naar hij scheen te* denken!
omdat bij den een of den ander opgelicht
had, een zekeren Sir Jasper Trent in da
Wychstraat overeenkomstig mijn opdracht
had „afgelegd," of liever overeenkomstig
opdracht van mijn neef en Sir Jasper er,
achter was gekomen, wie 'hem dat geleverd
had
,;Duivelsch I" riep Beveriey, terwijl hij
plotseling rechtop ging zitten
„Verder vertelde hij mij," ging ik voort,
„dat de Prins zelf hem bevolen had Londen!
te verlaten en niet terug te keeren voor da
zaak in 't vergeetboek was geraakt."
Terwijl ik sprak had Beverley mij met eenl
?eer vreemde uitdrukking op het gelaat aan-t]
gestaard, zijn wangen waren nog bleek en i
geworden dan zij reeds waren, zijni oogertj
schenen mij te willen doorboren! en hij
hield zijn handen stijf in zijn zijde gedrukt*
„Mijnheer Beverley, wat heeft u?" vroeg),
ik. Hij zweeg een oogenblik voor hij^ mij,
met denzelfden vreemden blik nog in dë
oogen, antwoordde
„Sir Jasper Trent is mijn neef, Sir l Mijrt
pijp met het negerhoofd gleed mij plotse*
ling uit den mond en viel in het gras, gelufy
kig zoivder te breken.
(Wordt vervolgd);