„DE EEMLANDER"
BUITENLAND.
t/erplegincjsartikeSen
39-, 35-, 31.50
13.50
I.II «11
FEUILLETON,
lanos den groeten weg.
J.
Tennis-Schsenen
I, Hof 20.
PilllS HI ADVERTESTlEil Z Llllf™ 'Z
A. DE WEG. Langesiraa^ 23.
ZWARTE VOILE KOUSENRECLAMEPRIJS 75 Ct.
VOOR OUDERE
VOOR JONGE
DAMES
CHANTCRG
BLOUSES
IK HATURFL DOSE
EH LILA
HOOG en LAAG SLUIFEND
MAISII „LHIROKDELLE"
AMERSFOORT.
vajnaf f 6.75
rye jaargang No. 232
BnUHtU!UTCMIR P" 3 n>«nden voof Ante*
JljiiJStffltnioriUi loort 2.1<X Idem banco
poX f J.—, p« *«k W ctaH» verreken
•ogdukfcea) f 0J7». WzoodcriiAt nanuntta
OX».
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DIRECTEUR-UITGEVER: J. VALKHOFF.
BUREAU:
ARNH2MSCHE POORTW*1
TEL. INT 513.
Dinstfsci iO Wei 1921
bewijsnummer, elke repel meer f 025, dienstaanb'e*
d'npcn en I.icldadi •hcids-advcitentiën voor de helft
der prijs Voor handel cn bedrijf bestaan icee
voordccltgc hepalinren woor het advyjccren. tcne
ch cut a ire, bevattende de voorwaarden. wordt op
aanvraag toegezonden
Politiek Overzicht.
Men herinnert zich, dat de Duitsdhe re-
«eerin^ in verband met den Poolschen coup
O'état in Opper-Silezië een nota heeft ge
tocht tot de regeeringen van Bngeland,
frankrijk en Italië. Thans is een antwoord
Vp deze nota gegeven en wel door de Pran-
sclie regeering. Hoewel wij den tekst niet in
exlen» hebben ontvangen en Havas slechts
met eenige woorden Inlicht, is de strekking,
ondank» de beknoptheid van het telegram,
toch wel duidelijk. Frankrijk legt den na
druk op het tendentieus karakter van de in
lichtingen, die Duitschland heeft verstrekt.
H. i. zijn de onlusten te wijten, althans voor
een deel, aan het onjuiste bericht, als zou
het Silezische miindistrict zijn toegewezen
aan Duitschland. Verder wordt in het ant
woord nog te verstaan gegeven, dat de ge
allieerde commissie krachtige maatregelen
heeft genomen voor het herstel der orde en
dat de troepen der geallieerden hun plicht
hebben vervuld. Het stuk besluit met vast te
stellen, dat reeds een aanmerkelijke verbe
tering üi den toestand is ingetreden en dat
de internationale commissie het best zonder
hulp kan stellen.
In atrijd met de constatatie, dat de situa
tie zich gunstiger laat aanzien, is een Wolff-
bericht, waaruit zou moeten blijken, dat de
rr icht der Polen in 't door hen bezette ge-
1 i'd steeds grooter wordt en dat de Duitsch-
gezinde spoorweglieden hoe langer hoe
li eer worden lastig gevallen. Nu zou ook de
stad Kosel door een Poolsche overmacht,
ft.e zich bedient van artillerie en mijnwer-
pr.s, ernstig worden bedreigd; de Oderbrug
sschen Kosel en Kandrzin moet onder
l'oolsch vuur liggen.
De Poolsche regeering heeft inmiddels het
voorbeeld van de regeering te Berlijn ge
vólgd en op haar beurt door middel van haar
'czantsohappen te Parijs, Londen en Rome
r» nota doen toekomen aan de betrerfen-
tG mogendheden, waarin wordt opgemerkt,
dat de Opper-Silezische onlusten voortko
men uit wanhoop, die haar grond vindt in de
beduchtheid, dat in verband met den uit
slag der volksstemming geen rekening zal
worden gehouden met de Poolsche bevol
king, die zoo lang haar kalmte had weten te
bewaren, ondanks de provoceerende hou
ding van de Duitsche ambtenaren, die in
hun functie waren gehandhaafd gedurende
ti.n tijd van het plebisciet, de agressieve
•houding van de militaire organisaties, de
voortdurende clandestiene Duitsohe wapen
transporten, de vastgestelde stemmenver-
valschingen, alsmede de overstrooming met
troepen van z.g. emigranten. De rondge
strooide berichten omtrent het ongunstige
rapport van de commissie te Oppeln waren
de vonk, die de anti-Duitsche beweging van
het volk, dat zich niet langer liet bedriegen,
deed ontvlammen. De Poolsche regeering
beschouwde die beweging als doelloos; zij
was tegen haar wil uitgebroken en de re
geering beijverde zich om met alle middelen,
die haar ter beschikking staan, zoowel de
bevolking van Opper-Silezië als die van Po
len te kalmeeien, welke laatste evenzeer op
gewonden was door de gebeurtenissen. Te
dien einde had zij Korfanty, den commis
saris-generaal, teruggeroepen, de Silezische
grens gesloten en het in dienst treden van
vrijwilligers verboden.
De Poolsche regeering verzoekt in het be
tredend stuk met klem de regeeringen van
Engeland, Frankrijk en Italië om een spoe
dige beslissing te nemen in zake de Opper-
Silezische kwestie in overeenstemming met
den geest van het verdrag van Versailles
en de resultaten vair het plebisciet. De zelf
de nota is aan de Japansche regeering ge
zonden en een afschrift ervan aan de Ver.
Staten.
Ook is een nota door den voorzitter van
den Poolschen ministerraad openbaar ge
maakt, die denzelfden geest ademt, maar
waarin wordt gezegd, dat de regeerig het
standpunt inneemt, dat niet door oproer het
doel kan worden bereikt. Ef wordt dan ook
bij de bevolking op aangedrongen den strijd
te eindigen, om alle mogelijke verwikkelin
gen te voorkomen.
Uit een en ander volgt wel, dat het con
flict althans iets nader tot oplossing kan
worden gebracht, wanneer de raad van ge
zanten spoedig een definitie! besluit neemt.
Dan is althans een element van onzekerheid
geëlemineerd, al zal natuurlijk rekening
moeten worden gehouden met de zeer groo-
te mogelijkheid, dat, hoe het besluit ook
moge uitvallen, althans een der partijen
zich verongelijkt voelt, zoodat Opper-Silezië
een bron van voortdurende twist kan blij
ven. Niet ten onrechte is dan ook wel de
opmerking gemaakt, dat Europa bij de
Poolseh-Duitsche grens is gebalkanlseevd.
De opvatting van Korfanty zelf kan men
antussohen leeren kennen uit een inter
view, dat hij aan een journalist van
't Petit Journal toestond, waarbij ook het
gelanceerde bericht omtrent een beslissing
ten or.gunste van Polen ter sprake kwam.
Korfanty zeide terstond te hebben beseft,
welke ernstige gevolgen dit bericht omtrent
•een voorstel, dat door de Engelsche en
Itallaansche leden van de intergeallieerde
commissie zou zijn gedaan, na zich zou
slepen. Volgens dit voorstel zou maar 25
van de bevolking, die voor Polen heeft ge
stemd, aan Polen worden toegewezen, ter
wijl Polen maar 30 van de steenkoolpro-
diuctie zou ontvangen. Korfanty had toen
zijn vrienden bijeengeroepen en hun gelast
alle noodige maatregelen te nemen ter voor
koming van een beweging, die z. i. dreigde
te komen en hij zelf trok naar Warschau
om de Poolsche regeering op de hoogte te
stellen met den gevaarlijken toestand. De
Poolsche regeering gaf daarop onmiddellijk
last de Poolsche grens te sluiten. Korfanty
ikeerde Dinsdag naar Opper-Silezië terug,
maar toen hij er aankwam, was de opstand
reeds uitgebroken en hadden de opstande
lingen de helft van het gebied der Korfanty-
linie en bijna het heele industrie-gebied be
zet. Den dag daarna was de staking reeds
algemeen, des avonds was het geheele ge
bied von de Korfanty-linie in handen der
insurgenten. Het aantal van hen nam vlug
toe en thans beschikte Korfanty over
100 000 man. Toen de regeering te War
schau bemerkte, welk een omvang de op
stand aangenomen had, ontzette zij Korfanty
uit 2ijn ambt als volksstemmingscommissa
ris en beweerde, dat zijn propaganda te hef
tig was en te ver ging.
Ik constateerde, aldus Korfanty, dat deze
oproerige beweging zich met een dergelijke
snelheid ontwikkelde en een dergelijket*
omvang aannam dat er de meest ernstige
wanorde uit zou kunnen voortvloeien en
besloot derhalve de leiding van de bewe
ging op mij te nemen om buitensporigheden
te voorkomen en de beweging langs goede
banen te leiden.
't Zou trouwens een lafheid van mij zijn,
indien ik de Opper-Sileziërs, met'wie ik 20
jaar lang tegen de Pruisische tyrarenie heb
gestreden, op dit oogenblik in den steek
het.
De positie van onze vrienden, de Fran-
schen, is zeer delicaat, maar zij doen hun
plicht en bewaren een neutrale houding zoo
wel tegenover de Duitscbers als ons. De
Franschen hebben onze afdeelingen ontwa
pend en verscheidene steden heroverd.
Onze troepen hebben zich trouwens geen
oogenblik tegen hen verzet. Gij vraagt
echter, waarop alles nog eens zal uitloopen?
Wel: de Opper-Silezische arbeiders hebben
besloten het Pruisische juk eens en voor
altijd af te werpen. Dit is de derde maal
sinds den wapenstilstand dat zij zulk een
poging doen tegen Pruisen, maar ditmaal
zal het lukken.
Berichten.
B e r 1 ij n, 9 Mei. (W. B De soc. dem.
rijksdag-fractie ei\ de partijcommissie na-
meo gemeenschappelijk een motie aan, in
houdende De aanvaarding van 't ultima
tum heeft slechts dan zin en de bezetting
van 't Ruhrbekken kan slechts dan worden
voorkomen, wanneer de Beiersche regee
ring onvoorwaardelijk verklaart de burger
wachten voor 30 IVÏei te ontwapenen en te
ontbinden. De eischen druischen in tegen
't vredesverdrag, gaan veel verder dan ver-
eenigbaar is met Duitschland's prestatiever
mogen en nopen ons ten zeerste te protes-
"S5S35EXE3taSSS3Ka!TC!aE3t£S28Hf3W
oorlog voortgevloeide vraagstukken van ver
dere strekking zijn opgelost. Zij verklaren
dat de commissie voor buitenlandsche aan
gelegenheden uit den Senaat het daannee
eens is en enkelen beweren, dat ook de pre
sident er zich mee kan vereenigen.
B e r 1 ij n, 0 Mei. (W. B.) Naar de B. Z.
a. M. mededeelt, is de oplossing van de
kabinetscrisis nog niet verder gekomen. Men
gelooft echter algemeen, dat met de beslis
sing, die de partijen heden ten opzichte van
haar houding tegenover de kwestie van het
ultimatum zullen nemen, de regeeringscrisis
zal worden opgelost.
Zondagmorgen werd da uitgave der
Rote Fahne, die uit 23.000 exemplaren be
stond, op last van den officier vnn justitie
in beslag genomen. Naar verluidt, hod het
blad tot onmiddelüjken opstand van het
proletariaat aangespoordL
P a r ij s, 9 M e i. (B. T. A.). De raad van
gezanten zette hedenmorgen het onderzoek
voort naar de maatregelen, die de orde in
Opper-Silezië moeten herstellen en de
kalmte doen terugkeeren. Besloten werd de
intergeallieerde commissie te verzoeken
aan de bevolking van Opper-Silezië den wa
ren staat van zaken betreffende de grensre
geling uiteen te zetten en daarbij te doen
uitkomen, dat men nog bezig is deze kwes
tie te onderzoeken, zonder dat ook zelfs
maar een voorloopige beslissing werd ge
nomen.
De conferentie besloot de Poolsche re
geering uit te noodigen mede te werken
tot het herstel van den vrede in Opper-Si-
DAMES
ZIJDE» EH WOLLEN
JERSEY'S
wol mmi
JAKJES
III FANTASIE PATRÖNEH
26.50 19.1514.25
44 LANGE9TRAAT
teeren. Maar onder den druk der militaire
dreigementen met geweld verklaren partij
en fractie zich bereid elke ernstige poging
om het Londensche financiee'e dictaat te
vervullen te sieunen. De motie eindigt met
de verklaring, dat het vervullen van 't ulti
matum vooral van de opofferingsgezindheid
der burgers afhangt, die voor 't geen te
wachten staat in de eerste plaats verant
woordelijk zijn.
P a r ij s, 8 M e i. (B. T. A.) Naar de Petit
Parisien verneemt, is al meer dan de helft
van de lichting 1919 in het Rijnland aan
gekomen. Tot nu toe heeft zich geen enkel
incident voorgedaan.
Volgens een Berlijnsch bericht hebben
Zondagnacht de Franschen plotseling Mühl-
heim bezet. Dit wordt een ongehoorde in
breuk op de verdragen genoemd.
Londen, 9 Mei. (R.) De bladen ver
nemen uit Washington, dat volgens bericht
uit gezaghebbende bron de regeering der
V. S. wensobt, dat Duitschland de eischen
der geallieerden aanneemt. De commissaris
der V. S. te Berlijn moet de Duitsche regee
ring hiervgn in kennis hebben gesteld.
Washington, 8Mei. (R.) Nu de Ver.
St. hebben besloten zich niet-officieel in den
Oppersten Raad, de commissie van herstel
en den gezantenread te laten vertegenwoor
digen, oordeelen leiders van het Huis van
Afgevaardigden, dat de motie van senator
Knox, die den oorlog met Duitschland voor
geëindigd verklaart, naar den achtergrond
kan worden geschoven, totdat de uit den
lezië door al haar invloed aan te wenden
om de Poolsche bevolking te kalmeeren. Zij
bracht verder hulde aan den moed en de
zelfverloochening, die de geallieerde troe
pen in den loop van de onlusten aan den
dag legden. De conferentie werd bijge
woond door Hugh Wallace, den gezant der
Ver, St. die de conferentie mededeelde, dat
zijn regeering hen» had verzocht, zijn plaats
in het college als officieel vertegenwoordi
ger der Vereenigde Staten weder in te ne
men. Jules Cambon drukte daarop de vol
doening van de conferentie uit over het
feit, dat Amerika thans weer aan den arbeid
van de conferentie zal deelnemen.
B e r 1 ij n, 9 Mei. (W. B.). Blijkens be-
richten aan de bladen uit Oppeln heeft een
afvaardiging van de Duitsche Opper-Silezi
sche organisaties aan generaal Lerond ge
vraagd, welke stappen de geallieerde com
missie ter besoherming der Duitsche,'S doen
wil. Indien er Maandag geen bevredigend
antwoord is, zullen zij onherroepelijk tot
zelfverdediging overgaan.
B e r 1 ij n, 9 Mei. (W. B.). Volgens de
Lokal-Arvzeiger namen de Polen sedert
eenigen tijd in den corridor naar Oost-
Pruisen groote Duitsche kolen-transporten
in beslag. Zij bieden schadevergoedingen
aan in Poolsche marken, die zij in koers ge
lijk stellen met de Duitsche merken.
S o s n o w i c e, 9 M e i. (B. T. A.). Ge
volg gevende aan den oproep van Korfan
ty, zijn de mijnwerkers besloten weer aan
hef werk te gaan op voorwaarde, dat de ge
dolven kolen naar Polen en niet naar
Duitschland zullen worden uitgevoerd.
B e r 1 ij n, 9 M e i. (W. B.) Korfanty wantij
de zich draadloos tot den Duitschen rijks
kanselier en stelde vast, dat manschappen/'
van de Duitsche Sefbstschutzpolfzei Pool.
sche gijzelaars gevangen hadden genomen.
Korfanty dreigt met weerwrnakmnntr.-geler.
Londen, 9 M e i. (R.). Lloyd George
heeft in 't Lagerhuis gezegd, dat het erg
ongelukkig was, dat het Opper-Silezische
incident was ontstaan juist op een oogen
blik, dot de Duitsche regeering dacht ovec
ontwapening. Wij doen alles wat wij kun-,
non om pressie uit te oefenon r p de Pool
sche regeering.
P a r ij s, 9 M e i. (II. R.) Aan wijlen gene
raal Galliéni is de titel van maarschalk toe
gekend. Het besluit der benoeming tot maar
schalk van den overleden krijgsman herin
nert aan zijn lange koloniale carrière ent
aan de historische rol, die hij in 1911 speel
de bij den Marne-slng.
Londen, 9 Mei. (ROfficieel wordt
medegedeeld, dat de koning van België een!
bezoek aan Engeland zal brengen van 4 tot
8 Juli.
Londen, 9 Mei. (R.) De kroonprins
van Japan is door den koning aan het Vic
toria Station verwelkomd. Daarna ging hij
naar het Buckingham-poleis, waar hij door
de koningin werd ontvangen. De straten wa
ren vol volk, dat hem toejuichte.
Londen, 9 Mei. (R.) Lloyd George
heeft in het Lagerhuis Asquith verzekerd,
dut de regeering alles deed om to zorgen,
dat geen enkel middel werd nagelaten, dat
mogelijk een eind aan de kolenstaking kon
maken. Hot was echter niet raadzaam meer
te zeggen.
Londen, 9 Mei. (R.) Groote staalfa
brieken te Sheffield zijn thans gesloten,
waardoor 5000 man werkloos zijn. Andere
groote firma's sluiten geleidelijk de eene of-
deeling na de andere. Er zijn nu meer don
60.000 werkloozen te Sheffield.
In Noorwegen is een machinistensta-
king uitgebroken, die alle stoombooten in
het land omvat. Men rekent met de mogec
lijkheid, dat de beweging zich over de ge-
heefe handelsvloot van Noorwegen zal uit
breiden. Een Maandag samenkomende con
ferentie van vakvereenigingen zal zich met
de vraag bezig houden, of een algemeenc
staking zal worden geproclameerd.
Madrid, 9 Mei. (R.) Onder voorbe
houd wordt uit Madrid gemeld, dat Cezanel-
las, een moordenaar van Dato, gearresteerd
is.
De Itnliaanschc oud-minister TedèsCó is
dood op straat gevonden. Men vermoedt, dat
hij zich uit de 4de verdieping van een huis
geworpen heeft.
B o e d a p e s t, 8 M e i. (H. K. B.). Blij.
kens de jongste volkstelling bedraagt do be.
volkmg thans van 't onbezette Hongarije
7.840.832 inwoners Boedapest telt
1.184.516, Debreczin en Szegèd iets meer
dan 100.000 zielen. Verder zijn er 92 ste
den, wier inwonersaantal meer dan tiendui
zend bedraagt.
G r 81 z, 8 Mei. (W. B.) In een vergade.
ring van 'kiezers, die door de christelijk-
sociale partij was bijeengeroepen te Sankt
Lorenz bij Kapfenbeng in Stiermarken, waai
prof. dr. Rintelen, de Landeshauptmann van
Stiermaricen en landraad Priesching zouden
spreken, is het vanochtend tot ernstige uit
spattingen gekomen. In cle zaal waren een
groot aantal communisten uit de naburige
mijnontginping Porschlag verschenen, dio
opdrongen naar de tafel, waaraan de Lan
deshauptmann zat. Ten slotte gooiden zij
den Landeshauptmann op straat. Deze kon,
ondanks de opgeloopen verwondingen, tocht
nog opstaan, maar de menigte liep hem na
en sloeg hem tegen den grond. Hij werd
Er rijn er, die moeten oppassen, dat
hun tong niet met hen wegloopt.
Naar het Engelsoh van
JEFFERY FARNOL.
48
„En voor niemendal I" zei de oude maity
Op zijn snuifdoos tikkend.
„Ik dank jullie beiden voor het aanbod;"
ïei ik, „maar ik heb een wonderlijk verlan-
"gen dat spook zelf te hooren, en als het kan,
te zien."
„Doe het niet," waarschuwde de oude
paan, „het is er zoo donker en eenzaam, doe
het niet. Peter I"
„Kom, oudje," zei ik, „het is niet, omdat ik
twijfel aan je woorden, maar omdat ik mijn zin
Wen gezet heb op eeni avontuur. Ails Simon
'me dus voor een stuiver of drie Jtaarsen wil
geven, ert wat brood en vleesoh het komt
er niet op aan wat dan ga ik nu heen, want
ïc zou er graag voor den donker zijn."
Simon knikte somber, stond op en verliet
het vertrek, waarna de oude man zioh naar
overboog en een perkamentaohtige, uit
teerde hand op mijn arm neerlegde.
„Peter," zei hij, „Peter, ik heb verwonder
lijk veel op je geleken alleen1 eer* paai'
Buiin grooter laten we zeggen twee
*n je bent thet evenbeeld van mij oip jouw
leeftijd precies het evenbeeld 1"
„Dankje, oudje I" zei ik, mijn hand op de
rijnie leggend.
-Zea Peter, het zou toch' een afgrijselijk
ding zijn een vreeseüjk, afgrijselijk ding,
als ik, morgen vroeg, de kruik met water
kom vullen, en ik vind je dan bengelen aan
de kram, koud en stijf zooals dien ander,
of dood op den grond met afgesneden hals
het zou een afgrijselijk afgrijselijk ding
zijn, Peter, maar och och, wat zou dat een
mooie gescheidenis zijn om te vertellen I"
Een oogenblik later kwam Simon 'terug
met de kaarsen een tondeldoos, een stuk
brood met vleesch, waarvóór hij met som
ber gelaat, maar zeer beslist, alle betaling
weigerde. Ten slotte haalde hij een klein met
geel koper beklagen pistool voor den dag,
•en hij stond er op, dat ik het zou meene
men.
„Niet, dat het zal' kunnen helpen tegen een
spook," zei hij met een somberen hoofd
knik, „maar een pistool is een gemakkelijk
ding op eenizame plaatsenvooral wan
neer die plek erg donker is." Dit laatste lijkt
misschien wat onlogisch, doch is er toch
riet minder waar om.
Ik gaf beiden de hand', wenschte hun goe
den nacht, en spoedde mij met stevigen stap
voort over den duister wordenden weg,
HOOFDSTUK XXVU.
Waarin verteld wordt, hoe en
in welke gedaante ik het
spook zag.
Terwijl ik voortliep waren mijn gedachten
voortdurend bezig een aannemelijke verkla
ring te vinden voor hetgeen ik zoo ;pas ge
hoord had. Dat een man, zoo oud als die
grijsaard dingen zou „zien," kon ik gemak
kelijk verklaren door zijn 'leeftijd, want een
hooge ouderdom is dikwijls onderhevig, aan
zulke hallucinaties; maar bij Simon, een
man in den bloei van zijn leven, was het een
geheel ander geval. Dat hij volkomen op
recht geweest was in zijn verhaal had ik ge
lezen in zijn opengesperde oogen en de on
willekeurige huivering, die hem doorvoer,
terwijl hij sprak. En ofschoon ik alle boven
natuurlijke tusschenkomst uitsloot, was er
hier toch iets geheimzinnigs, dat mijn nieuws
gierigheid niet weinig prikkelde.
Spoken! Bah! welk wezen, in het bezit van
een gezond verstand, kon zichzelf toestaan
te denken aan, laat staan te g.elooven in zul
ke dwaasheden? „Spoken malligheid,
mijnheer I"
Doch op dit oogenblik overrompelden mij,
als vijanden uit het duister tevoorschijn
springend, allerlei oude geschiedenissen en
verhalen en grepen me bij de keeloude
vertelsels van bloedige, grijnzende spoken,
van kabouters en spookhuizei*, die in hun
sombere verlatenheid de wonderlijkste ge
luiden lieten hoorenverhalen die ik lang
geleden had gehoond en vergeten tot nu.
Spoken de weg was vol spoken; in drom
men kwamen ze achter mij aan, ze keken
mij over de sohouders, ik voelde ze langs
mijn elfcogen strijken en hoorde ze uit de
schaduwen naar mij toe1 glijden.
De zon ging reeds onder.
Spoken f En waarom niet „Er zijn meer
dingen in den hemel en op aarde, dan waar
van uw wijsheid droomt."
Onwillekeurig verhaastte ik mijn schreden,
maar de zon was reeds onder vóór ik het ra
vijn bereikte. Ja, de zon was onder, en de
groote diepe kom beneden me was reecis
schemerdonker van de schaduwen, die toen
'ik er naar keek, vormen schenen aan te ne
men groote, nevelige omtrekken, telkens
veranderd van vorm daar in de diepte tus-
schen de purperen schemering der boomen.
Het leek werkelijk in dat schemerdonker een
onzalige plek, als geknipt voor moordenaars
en een veilige bergplaats voor li ben, die
misdaden zouden kunnen aanbrengen, een
echte schuilhoek voor afschuwelijke kabou
ters en spoken, met grijnzende, doodsbleeke
gezichten.
De plek maakte zulk oen beangstigenden
indruk op mij, dat ik mijzelf dwingen moest,
voor ik ertoe besluiten kon, de steile helling
a£ te dalen. Vleermuizen vlogen heen en
weer waar ik girtg, nu en dan hun scherp,
krijschend geluid uitstootend, terwijl ergens
in de schemering verderop een uil kraste.
Toen ik het hutje bereikte, was het volko
men donker geworden in het ravijn, ofsohoon
het licht boven me nog schemerdeik nam
daarom mijn tondeldoos en een van mijn
kaarsen, die ik na verscheidene mislukte po
gingen, toch aangestoken kreeg, waarna ik
de hut binnenstapte en om mij heen begon
te zien.
De 'hut was klein, zooals ik, meen ik, reeds
gezegd heb, en bestond uit twee kamers, van
elkander afgeschoten door een stevigen
scheldswant met een deur middenin. Ik hield
de kaars omhoog en keek naar de kram.
waaraan zóóveel jaren geleden de bouwet
van de hut ziohzelf verwurgd had, en indach
tig ar.n het sterke verlangen van den ouder
man haar te overleven, stak ik mijn hand uit
en rukte er aanmaar ondanks de roest van
jaren, voelde het ijzer nog even stevig en
onwrikbaar aan als ooit, zoodat naar alle
waarschijnlijkheid de wensch van den ouden
man nooit in vervulling zoit gaan. De tweede
kamer scheen geheel gelijkvormig met de
èerste, maar toen ik opkeek zag«ik in eenl
hoek een vierkant valluik, en tegen dent
wand, eronder, hing een ruw gc-timia rde
ladder. Mijn eerste v.erk was nu den ladder
te laten zakken, en toen ik hem daarna was
opgeklommen, lichtte ik voorzichtig hel val
luik op. Terwijl ik de kaars boven mijn hoofdl
hield om deze kamer te onderzoeken of lie
ver deze vliering, was het eerste wat r.'::o'
oog ontdekte een klein tinnen pannetje au
daarachter een steen-en kruik. Bii nader on
derzoek bemerkte ik dot deze bijna vol water
was, dat lekker frisch smaakte, wat op zich
zelf reeds voldoende bewijs was, dat Kien
nog zeer kort geleden iemand geweest was.
Ik bemerkte nu ook een hoop hooi in eenl
hoek, dat ongetwijfeld als bed gediend had',
en daarnaast -een gedeukte kroes, een tin
nen bord, een paar schoenen en rog een
voorwerp, dat ik hield voor een onderneez
van een fluit of van een of ander blaasinstru
ment. Maar mijn bizondere belangstelling
wekten het paar schoenen op, die klaarbbj*
kelijk lange en zware dienster» haduen vei -
richt, want ze waren bijna geheel vera.eten>
en hier en daar grof gelapt. Ze waren gioo
en lomp met dikke zolen en vierkante neu
zen en met een paar reusachtige ztlvereB
gespen.
(Wordt vervolgd).