TUINMEUBELEN.
FOTO-ARTIKELEN
J. HOTESOKÏ, Hoi 20.
DE EEMLANDER"
BUITENLAND.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Langs dan groeten weg.
MIHEHISrillS
PRIJS DEÜ AOVERTEHTIÉH
YLEESCHHOUWEiï LAMME
Hof 16 Amersfoort Telefoon 618
-
A. VAN DE WEG. Langestraat 23.
vanaf f 6.75
SI*
19ë Jaargang No. 267
per 3 maanden voor Ameev
êtr p«t f 3.—, per week (met gratis eerzekering
legen ongelukken) f 0.17*. afzonderlijke
f 0.03.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
Dinsdag 17 Mei 1921
DIRECTEUR-UITGEVER: J,
33
VALKHOFF.
BUREAU:
ARNHEMSCHE POORTWAL
TEL INT 513.
Politiek Overzicht.
Lloyd George heeft inzake Opper-Silezië
den Polen gezegd, waarop het stond en deze
energieke taal is in den smaak der Duit-
Schers gevallen. Den Franschen eersten
minister behaagden de woorden van
zijn Britschen collega natuurlijk minder.
Dat blijkt uit de uiteenzettingen, die
Briand Zaterdag heeft gegeven over hetgeen
in Opper-Silezië voorvalt cn de houding,
die Frankrijk ten aanzien van deze gebeur
tenissen aanneemt. Eerst werd nagegaan,
hoe de gebeurtenissen waren ontstaan: on
der de arbeiders van Poolsche afkomst werd
het gerucht verspreid, dat, ondanks den uit
slag der stemming, alle nijverheids- en mijn-
gebieden door Duitschland zouden worden
verworven. "Hieruit vloeide een explosie van
verontwaardiging voort, waarbij zioh een
stakingsbeweging aansloot, die spoedig zich
uitbreidde over heel het mijngebied. Door de
fransche en Italiaanscbe regeeringen wer
den onverwijld formeele instructies gege
ven, opdat een einde zou worden gemaakt
ian deze ongeregeldheden. Uit Briand's
woorden zou blijken, dat de Fransche re-
geering direct stappen deed bij de regeering
Warschau om deze te bewegen haar in
vloed aan te wenden, opdat afgezien werd
van daden, die haar zaak in Opper-Silezië
in opspraak zou kunnen brengen. Sindsdien
hadden bloedige botsingen plaats: personen
ijverden gewond en gedood, o.a. ook Fran
sche onderdanen. Uit dit laatste conclu
deert Briand wel wat al te veel generalisee-
-=nd, dat de geallieerden hun plicht deden
n hun politietaak vervulden. Er waren Bn-
gelsohe bladen, die hadden geprotesteerd,
omdat Frankrijk zou hebben verzuimd flink
op te treden. Misschien, brengt Briand hier
legen in, zou 't verstandiger zijn in te zien,
dat de taak der Franschen vrij wat verge
makkelijkt zou zijn, wanneer ook op den
pteim van Engelsche troepen had kunnen
(worden gerekend. Desondanks had Frank
rijk naar beste kunnen de Duitsche onder
danen en den Duitschen eigendom be
schermd.
Briand besprak daarop de positie van de
geallieerden ten opzichte van elkander:
Frankrijk hield zich aan 't tractaat van Ver
sailles, volgens hetwelk over Opper-Sile-
zlë's lot gemeente voor gemeente door een
volksstemming zal worden beslist. Dit ver
drag hield echter niet in, dat rekening zou
worden gehouden met zekere bizondere
conventies, volgens welke de streek zou
Worden verdeeld naar mate het kolen- dan
wel landbouwgebied was. Daarom was 't
Onaannemelijk, dat eerder naar de stem van
oen Duitschen groot-industrieel dan naar
'de stemmen van duizenden Poolsche arbei
ders zou worden geluisterd. Het was alte-
maal slechts 'n kwestie van verhoudingen
en cijfers en redelijkerwijs kon deze nooit
leiden tot een betwistbare oplossing. De
Poolsche meerderheid in het industriege
bied stond vast; ongetwijfeld moest ech'ter
daarbij rekening worden gehouden met de
Duitsche meerderheid in de steden; dat be-
teekende nochtans niet, dat men aan
Duitschland het geheele industriegebied kon
toewijzen.
De meening van een Italiaansohen gedele
geerde en vooral die van een Engelschen
gedelegeerde versohilden hierin van die van
een Fransohen gedelegeerde. Dat lag hier
aan, dat men de kwestie te overhaast had
behandeld In het verlangen om haar be
hoorlijk geregeld te zien, waarvan het ge
volg was dat men het niet eens kon worden
over het rapport en dat een regeling der
halve niet mogelijk was. Een oplossing zou
slechts kunnen worden gevonden, wonneer
het weer rustig was geworden. Men Icon
overigens reeds een verbetering in den toe
stand constateeren.
De plunderingen namen in hevigheid reeds
aanmerkelijk af; van zekere zijde hield men
er niet voldoende rekening mee, dat ook
deze kwestie twee zijden had en er een dub
bele oorsprong der onlusten was. Ook van
Duitsche zijde waren onlusten in 't leven
geroepen en werden Fransche officieren
lastig gevallen en zelfs gearresteerd. Vooral
aan de Duitsche grens van Opper-Silezië,
die geopend was gebleven, was dit het ge
val, terwijl de Poolsche regeering de Pool
sche grens gesloten had verklaard, waar
door dus verdere grensoverschrijding voor
komen werd. Briand vond, dat Duitschland
groot ongelijk had, wanneer het met de wa
penen zou willen ingrijpen om zoo de on
lusten te onderdrukken. Het resultaat van
een dergelijk ingrijpen zou zeker weinig
waarde hebben. De voorzitter van den Op
persten Raad hoopte, dat de Duitsche re
geering zoo verstandig zou zijn dit in te
zien.
Opper-Silezië werd, aldus de Fransche
premier, vóór den oorlog door alle Duit-
schers als Poolsch beschouwd. Zelfs de
groote Duitsche atlassen van vóór den oor
log gaven dit aan; in den beginne hadden
ook de geallieerde mogendheden na den
wapenstilstand na acht maanden van arbeid
met algemeen e stemmen besloten Opper-
Silezië aan Polen toe te wijzen. Het was
pas in den Raad van Vier, dat men, om
rekening te houden met de Duitsche ver
langens, besloot door een volksstemming de
inwoners zelf over deze kwestie te laten be
slissen. Frankrijk verlangde niet, dat men
op de eerstgenomen beslissing, die geheel
ten gunste van Polen was, zou terugkomen,
■maar bleef vasthouden aan het vredesver
drag; het eischite, da* de geallieerden, wan
neer de kalmte zou zijn teruggekeerd, een
beslissing zullen nemen. j
Uit het vorenstaande blijkt vv .vree, dat
de standpunten der twee premiers nog al
eenigermate van elkaar afwijken. Of dit een
conflict dan wel een simpel meeningsver-
schil beteekent, zal de tijd leeren. Onder-
tussohen verluidt reeds iets omtrent een
mogelijke arbitrage te dezer zake van de
Vereeniigde Staten, maar iets definitiefs is
hieromtrent nog niet bekend. Vel verluidt
daarentegen in officieele Engelsche krin
gen, dat "de Britsche regeering Vrijdag aan
Briand een nota heeft gezonden, die betrek
king had op de Opper-Silezische gebeurte
nissen, waarin dezelfde argumenten zouden
zijn aangevoerd als in de bekende rede van
den Engelschen eersten minister. Tevens
komt Reuter ter oore, dat Lloyd George en
Briand denkelijk over een week te Boulogne
of Lympne zullen vergaderen.
van 1 4 regels f 1.05
met inbegrip van een
bewijsnummer, elke regel meer 0 25, dicnstaanbic*
dingen en Lictdadigbeids adveitentiën voor de helft
der prijs Voor handel cn bedrijf bestaan zeer
voordcclige bepalingen voor het advertceren. Ecue
circulaire, bevattende dc voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Berichten.
B e r 1 ij n, 14 Mei. (\V. B.). Het Centrale
bestuur van de U. S. P. D. (Onafhankelijken)
publiceert in de Freiheit een proclamatie
betreffende den politieken toestand, waar
in het proletariaat wordt gemaand, met alle
kracht het eerlijke voornemen van Duitsch
land te steunen om aan de economische
voorwaarden van het geallieerde ultimatum
te voldoen, om de ontwapening geheel uit
le voeren en de oorlogsmisdadigers te be
rechten.
Als noodzakelijke maatregel voor de ver
vulling van de economische voorwaarden
van het ultimatum, wordt verder geëischt,
dat de winsten van industrie, handel en
grootgrondbezit onverwijld en voor een
groot deel worden genaast.
Hamburg, 14 Mei. (W. B). Van de
Eeklaagden in de zaak van de communisti
sche Putsch op den Vulkanwerf op 23 Maart
heeft de buitengewone rechtbank 7 vrijge
sproken de overigen werden lot gevange
nisstraffen van '/i tot 2'/, jaar veroordeeld.
De voornaamste beklaagde werd veroor
deeld tot 3k» jaar gevangenisstraf en 6 jaar
eerverlies.
Brussel, 14 M e i. (B. T. A.). Het
spoorwegpersoneel is van oordeel, dot de
regeering zich niet voldoende bereid heeft
getoond tot een schikking te komen. Er wer
den maatregelen overwogen in verband met
het uitroepen van een slaking, die op komst
schijnt te zijn. Op het ministerie van ver
voer zijn maatregelen genomen in verband
hiermee.
Londen, 15 Mei. (R.) Reeds meer
dan 24 uur-wordt de electrische centrale
van Greenwich, die stroom levert voor de
Londensohe trams, op gang gehouden door
vrijwilligers, daar de vaste werldieden aldaar
gestaakt hebben als protest tegen het ge
bruik van buitenlandsohe steenkool. Van
avond heeft de regeering de vrijwilligers
vervangen door machinisten en stokers van
de marine onder militaire bewaking.
Gent, 1 4 M e i. (B. T. A.). De vakver-
eeniging van havenarbeiders te Gent heeft
besloten voort te gaan met het laden van
steenkool voor het binnenland, voor Ne
derland en voor Frankrijk, maar er zullen
bewijzen geëischt worden, dat de steenkool
voor een dezer landen bestemd is.
Londen, 16 Mei. (R.) Freemans Jour
nal nïeldt, dat Lloyd George in een onder
houd, d'at hiij 3 dezer op zijn kantoor in^het
Lagerhuis gevoerd heeft met Glynn, oud-
goeverneur van New-York, heeft aangeboden
een ontmoeting te hebben met de Valera of
andere Iersche voormannen, zonder voor
waarden te stellen. Glynn bracht het aanbod
over aan de Valera, die nu zal antwoorden.
Als de eerste minister zijn mededeeling pu
bliceert, zal ook de Valera in het openbaar
antwoorden.
Londen, 15Mei. (R.) Een bende Sinn
Feiners, die gebruik maakte van auto's,
deed Zaterdagavond een aanval op een
reeks huizen te Liverpool. Zij trachtten de
huizen in brand te steken en in véle ge
vallen werd de inboedel vernield. Er kon
den nog geen arrestaties worden gedaan.
De Sinn Fein-campagne, die ten doel
heeft de Londenaars te terroriseeren, is op
14 Mei te middernacht begonnen met een
reeks aanvallen in de Londensche voorste
den, waarbij huizen, waarin menschen wo
nen, die in eenige relatie staan met leden
van de koninklijke Iersche brigade, werden
bezocht door gemaskerde mannen, die de
huizen in brand trachtten te steken. Bij
een schietpartij werden drie personen ge
wond. In een ander huis traden drie perso
nen binnen en wondden een oud-lid van de
Iersche politie. Ook diens vrouw werd door
een revolverschot aan het hoofd gewond.
De aanvallers konden ontsnappen.
Nabij het Iersche stadje Newport is de
districts-inspecteur, die in gezelschap van
een officier en een dame een autotochtje
maakte, doodgeschoten. Ook de hem ver
gezellende dame werd gedood, terwijl de
officier werd gewond. Bij een anderen aan
val werden acht leden der militaire politie
en twee burgers gedood, terwijl het aantal
gewonden acht en twee bedroeg.
Limoges, 15 Mei. (B. T. A.) De ex
press ParijsToulouse is gederailleerd. Er
zijn vijf dooden en een vijftiental gewon
den.
P a r ij s, 15 Mei. (B. T. A.) Ten gevolge
van de opstopping op de lijn Perrigueux,
veroorzaakt door het feit dqt het heele
verkeer op deze lijn is gestoord door het
ongeval met de express Parijs—Toulouse,
is in het station Bachellerie een trein ge
derailleerd. Er zijn zeven dooden en 33
gewonden.
doen door Kamerontbinding, teneinde
vernemen, of het Noderlandsche volk in d
zen nog steeds hoogst kritieken tijd cei
rcchtsch Kabinet wenscht, en zoo ja, dan!
bereid is, een meerderheid te geven, waarJ
mede, wat getal cn hoedanigheid be.'
treft, te regeeren valt.
Mogelijk is ook, dat het optreden van eert
zakenkabinet wordt uitgelokt, om tot 10221
de strikt noodig te verrichten werkzaamheJ
den af te doen.
Mogelijk is ook, dat dit Kabinet met ter
zijdestelling van alles, met den meestert
spoed de Grondwetsherziening tracht lot
stand te brengen, waarbij vanzelf Kamer
ontbinding intreedt.
Koninklijke besluiten
Bij K. B. zijn:
benoemd tot su'ost.-griffier bij de arrond.-
rechtbank te Maastricht mr. P. J. H. M.
Hobus, thans subst.-griffier bij lvet kanton-
erecht te Amsterdam;
te Breda mr. A. Ikmon van Bttrk, waarn.
griffier bij de rechtbank te Breda;
tot griffier bij het kantongerecht te Rid
derkerk mr. L. Rooden'burg, advocaat, wo
nende te Dordreoht;
benoemd tot rechter-plaatsvervanger in de
arr.-rechtbank te Utrecht mr. J. E. van der
Meulen, rechter-plaatsvervanger in de ar-
rondissements-rechtbank te Middelburg;
aan mr. J. E. v. d. Meulen voornoemd
op verzoek eervol ontslag verleend uit zijn
betrekking van rechter-plaatsvervanger in
de rechtbank te Middelburg;
benoemd aan de H. B. S. te Oud-Beyer-
land tot lecrares mej. Joh. Fortuijn Droog
lever en tot leeraar M. v. d. Graaf;
op verzoek eervol ontslagen B. H. Spijker
boor als leeraar aan de H. B. S. te Oud-
Beyerland en H. W. Disper als leeraar aan
de R. H. B. S. te Bergen op Zoom;
toegekend de eeremedaille verbonden aan
de orde van Oranje-Nassau in zilver aan S.
H. Kleyn, voormalig pakhuisknecht bij de
firma Ótz en Co. te Rotterdam; P. L. de
Klerk, bontwerker bij den heer GrontaTS te
Maastricht; J. C. de Raad, opzichter bij den
heer A. Bos Pzn., aannemer van openbare
werken te Dordrecht;
in brons aan mej. M. E. H. v. d. Meulen,
huisvrouw van P. G. Sutherland, naaister op
het bontatelier van den heer'A. Grontars, te
Maastricht.
Men schrijft uit parlementaire kringen
aan ,,De Maasbode"
De oplossing der ingetreden crisis zal
geen gemakkelijke blijken te zijn.
De eenvoudigste weg ware ongetwijfeld
een nieuw artikel 7 te ontwerpen en dan te
trachten met de Kamer tot overeenstemming
te komen.
De meest aangewezene is echter in casu
deze weg niet, wijl het uitgebrachte votum
een ten eenenmale politiek karakter
draagt, waardoor niet slechts de Minister
van Financiën, doch geheel het Kabinet ge
troffen is.
Onder leiding toch van den Vrijheidsbond
heeft links een aanval ondernomen tegen
het Kabinet, terwijl gebleken is, dat zelfs in
zóó ernstige omstandigheden het Kabinet
niet op de rechterzijde in haar geheel kon
rekenen.
Het Kabinet zal ernstig hebben te bera
den, wat nu te doen.
Mogelijk is een beroep op de kiezers te
Rechtstoestand ambten a.
ren. Naar het Hbld. meent te weten,
moeten verschillende bezwaren zijn geop
perd legen het voornemen van den voorzit
ter der Tweede Kamer, om ook het wetSs
ontwerp tot regeling van den rechtstoestand
der ambtenaren nog vóór het zomerreces
af te doen. Zeer waarschijnlijk zal de voor-j
zitter tengevolge daarvan geen voorstel
doen, om het ontwerp op de agenda to
plaatsen.
Inlevering van wapens. Het is
den minister van Oorlog gebleken, dat bij
een der regimenten infanterie zes met groot
verlof zijnde miliciens in het bezit waren"
van wapenen, welke hun bij vertrek met
groot-, of onbepaald-klein, verlof ten on
rechte waren medegegeven.
Aangezien bet niet onmogelijk is, dat hij
andere korpsen van het leger of de land
weer zioh dergelijke onregelmatigheden,
voordoen, is door den minister aan de com
mandanten van korpsen en inrichtingen op
gedragen hiernaar een streng onderzoek te
doen instellen en het resultaat aan hem
den minister te berichten.
Geen vervolging tegen de
n i e t-s t e m m e r s. Met het oog op het
groote aantal kiezers, die bij de jongste
raadsverkiezingen te Amsterdam niet aan
hun stemplicht voldaan hebben, ligt het,
naar het N. v. d. D. verneemt, thans niet in
de bedoeling van B. en W. tegen dezen een
vervolging te doen instellen, daar zulks te
groote praktische bezwaren met zich zou
brengen.
Keuringdienst Arnhem". Ter
benoeming tot onder-directeur-scheikundi
ge bij den te Arnhem op te richten keurings
dienst van waren hebben B. en \V. voorge
dragen; lo dr. H. Baljet te Arnhem; 2o. P.
Post, in Den Helder.
Een TellegenKulde te "Arn
hem. B. en W. van Arnhem stellen den
gemeenteraad voor, de nagedachtenis van
den heer Tellegen, wiens naam verbonden
is aan den aankoop van het landgoed Sons-
beek, te eeren door de hoofdlaan van het
park te noemen de Tellegenlaan.
Gedenksteen Hendrick do
K e y s or. Op Pinksteren was het 300
jaar geleden, dat Hendrick de Keyser, de
bouwmeester der Zuider-, Noorder- en
Westerkerk te Amsterdam, op zijn 56sten
verjaardag stief. De vereeniging Hendrick
de Keyser zal 20 dezer in de Zuiderkerk al
daar een gedenksteen aanbrengen.
De M a a s t r i c h t s c h e deco
ratie. Het N. v. d. D. meldt;
Naar aanleiding van hetgeen wij schre
ven onder bovenstaand opschrift deelt de
heer Hyacinthe de Beaumont te Maastricht
ons mede, dat hij zijn verzoek aan de Ko
ningin om vergunning tot het aannemen en
dragen der kroonorde van België eerst medio
Maart 1921 heelt indiend. Het wachten is
dus niet geweest bij de Nederlandsche re
geering, zooals wij veronderstelden, maar de
De wijzen kunnen d-e gunst der machtii-
|»en missen; maar de machtigen zijn zwak
«onder de lessen der wijzen.
Naar het Engelsoh van
JEFFERY FARNOL.
53
;if „Mijnheer/' zei hij peinzend, „heeft u van
nacht werkelijk in de spookhut geslapen?"
„Ja; ik heb trachten! uitteleggen, doch
maar het schijnt zonder succes, dat het spook
jt»j slot van rekening niets anders dan een
Schotsche muzikant is geweest."
„Mijnheer/' zei George op denzelfden
fangizamen, peinzenden toon, „ïk zelf zou in
wen naoht niet naar de hut durven gaan,
vooral niet als het donker isik zou te
je waarachtig, ik zou te bang zijn f
Sen keer ben ik er heen geweest, en toen
jfiog niet eens alleen, maar ik ben hard weg-
rceloopen. Mijnheer, u bent een flinker kerel
Ban ik u hebt gedaan, wat ik niet dorst
|e doen. Mijnheer, als u er nog hetzelfde
overdenkt,dan zou ik u graagde
kond geven."
Toen reikten wij elkaar de hand over het
beeld heen, dat onze levens voor het
foervolg zou samensmeden, en zagen elkaar
■echt in de„oogen.
„George," zei ik eindellijk, ik heb nog niet
fcntbeten"
r/Ik ook nietl" zei George. i
l#7lk heb verbazenden honger 1"
„fk ook," zei George-
„Kom, laten we dan wat gaan eten," zei ik.
terwijl ik naar de deur ging.
„Goed, laten we dat doen, maar dan niet
in ,£>e Stier," want daar is zij L Kom mee
naar mijn huisje, het is dicht bij als u
tenminste Tust hebt, mijnheer?"
„Van harte gaarne!" zei ik, maar mijn
naam isPeter."
„Wat denk je van ham met eieren
Peter?
„Ham en eieren! zal heerlijk smaken!"
zei ik.
HOOFDSTUK XXX.
Waarin ïk een leugen' vertel
en men mij beschuldigt het
„kwade oog" te hebben.
Smeden is eer. stoer en forsch, zij het een
ietwat zwartmakend weiticechter dit zwart
is een goed en eerlijk zwart, dat zeer gemak
kelijk weer afgewassohen kan worden, wat
men niet kan zeggen van menig ander be
drijf, handwerk en beroep. Inderdaad, het
smeden is een heeriijke, vrije en mannelijke
arbeid, en het schijnt dat zij die in de smid
se dit bedrijf uitoefenen van deze deugden
diep doordrongen en overtuigd zijn.
Wie 1 vee ft ooit, sedert Tubal Cain de
menschheid voor het eerst leerde hoe koper
en ijzer te bewerken, gehoord van een glui-
perigen laaghartigen, lafhartigen smid? Zoo
een te vinden zou, geloof ik, even moeilijk
zijn als de vierde dimensie te ontdekken of
het karkas van een dooden ezel.
De eohte smid is gewoonlijk een sterke
man, soms wat gebogen van schouders wel
licht; een man traag van spraak, stout van
oog, zaoht en vriendelijk vftn gedachte, en,
eindelijk eenvoudig van hart.
Rijkdom, Talent, Macht het zijn alle
schoone en heerlijke dingen, doch de Rijk
dom is nimmer verzadigd, Macht is nimmer
een zeker bezit, en wanneer was het Talent
ooit gelukkig Maar eenvoud des harten, die
goddelijkste aller gaven wie zal ni er
kennen, dat zij ook de beste van alle is
Zwarte George was geen uitzondering op
zijn beroepsgenooten; was het dan wonder,
dat mijn sympathie voor hem, toen de da
gen tot wCken werden, groeide tot een wer-
kölijke vriendschap?
m 1DMUD
Voor ons, soms zoo eenzame, reizigers op
dezen Grooten Weg van het leven steeds
verder trekkend, vaak door plaatsen van
droevige verlatenheid, noohthans altijd ho
pend op en droomend van een heerlijk
schoon verschiet daarachter hoe liefelijk
en welk een zegening is het niet wanneer
wij een medereiziger ontmoeten, en in hem
een vriend vinden, eerlijk, en oprecht, en
dapper, om met ons in de zon verder te
gaan, wiens stem ons in die schaduw troos
ten kan, en wiens hand op ruwe plaatsen zich
naar ons uitstrekt om te helpen of geholpen
te worden. Inderdaad, ik z&sl het nosmaaüs.
het is een zegen en een heerlijkhied.
Zoo groeide ook de vriendsohap tusschen
Zwarte George en mijik leerde hem ken
nen als een man, sterk, eenvoudig, beminne
lijk, en zoo heb ik hem tot op dezen dag
geëerd.
Bij den ouden man daarentegen scheen ik
in het „zwarte boek" te zijn geraakt; hij
wilde niet langer 's avonds vóór „De Stier",
met mij zitten om elk met een kruik ale voor
ons, gezellig te kouten hij kwam nooit
meer een kijkje in de smidse nemen, om er
ons opgeruimd toe te knikken en een paar
vriendelijke woorden te zeggen, zooals zijn
gewoonte was geweesthij scheen veeleer
mijn gezelschap te schuwen, en als 'hij mij
bij toeval tegenkwam behandelde hij mij met
de koele waardigheid van een Grand Seig
neur. En als het er op aan komt, is de
meest tr-otsche hertog, die ooit in zijn koets
over den weg reed, nog vrij wat minder
hooghartig, dan -een gewone Engelsche
landman en vrij wat moeilijker te verzoe
nen. Eén keer had ik een poging daartoe
gedaan, en het gewaagd' hem te vragen, wat
wel de oorzaak mocht zijn, dat hij zoo ge
heel anders tegen mij was dan vroeger. Hij
zat toen, ik herinne-r het mij nog heel goed,
op de bank voor „De Stier," zijn handen krui
selings over zijn stok, en met de kin steu
nend op zijn handen.
„Peter," had hij mij toen geantwoord, ter
wijl hij mij met een versohrikk el ijken blik
aanzag „ik ben teleurgesteld in je Daarop
was hij opgestaan, had een harden tik op
zijn snuifdoos gegeven, en was toen statig
weggestapt. Daarmede was mijn poging mis
lukt en ofschoon, naar ik vrij zeker wist, ook
Simon ten mijnen gunste bij den ouden man
tusschenbeide was eekomen. had hii blijk
baar al evenmin succes gehad. Zoodat ik in'
het onzekere bleef wat wel de oorzaak der
verandering bij den ouden man te mijnen op'
zichte kon zijn.
Op een goeden dog echter, terwijl George
en ik hard aan het werk waren, werd ik mij
bewust, dat er achter mij, in de deur, iemand!
naar mij stond te kijken, zonder dat ik mij,
daar evenwel verder om bekommerde, omdat
het om zoo te zeggen eiken dag gebeurde/
dat er menschen van elders kwamen kijken/
naar den man, die 'heelemaal alleen in d'C
spookhut woonde- Ik werkte dus stil <door.
„Peter?" zei eindelijk een stem, en, mijt
omkeerend zag ik den ouden man, leunend!
op zijn stok, en mij van onder zijn gefronste
wenkbrauwen onderzoekend aankijkend.
„Wel, oude heer I" zei ik, en stak mijnl
hand naar hem uit. Doch 'hij wees die meti|
een 'haastig gebaar af en haalde, eenigszins
zenuwachtig en verlegen naar het soheeny
zijn snuifdoos te voorschijn,
„Peter," zei hij mij scherp in de oogeni
ziend, „was het een Schot of was het geen(
Schot
TlJa zeker was hij dat," antwoordde ik, „eenj
Schotsche pijper, zooals ik u al gezegd hebii
en
„Peter," zei de oude man, op zijn snuiH
doos tikkend, „dus het was geen spook "i
ja, of neei*
„Neen," zei ik, „niets anders dan..#--
„Peter," zei de oude man, terwijl hij env*
stig met het hoold naar mij knikte, „ik haa*
je f" rva welke woorden hij zich plotseling
omkeerde, en, leunend op rijn stok, weg^
strompelde.
(Wordt vervolgd).