Voetballen 1.1. Middensfands Mefal LIPS' SAFE-INRICHTING |B0S8«iailiFRIIS^7i"™tI DE EEMLAiSiDER BUITENLAND. UHMtll Rt. 4. THEPHOON Hl. 304 Deposito-Rente: Mwziin JE GSn UK" FEUILLETON. BINNENLAND." ianffs den groeten weg. Ben jaar vast s®/« zes maanden opzegging 4»/a°/o een dag 3»/a«/0 Bonden Trouw- en V8rlovIngringen Mo. 5 19e Jaargang Ne. 273 per post 1 3.—. per week (met gratis venekering (cgen ongelukken) f 0.17s, (Kinderlijke nummers jf C.OJ. DAGBLAD Dinsdag 24 Mei 1921 PRIJS DER ADI/ERTERTIËH ft Jl DIRECTEUR-UITGEVER: J. VALKHOFF. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTW4L. TEL. INT 513. van 14 regels f l.Of roet inbegrip var» een bewijsnummer, elke regel meer 0.25, dienstaanbic» dingen en Ltcidadighelds-adveitenticn voor de helft der prijs. Voor handel cn bedrijf bestaan zeer voordcclige bepalingen voor het adverteeren- licae circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. VAN DER GRAAF Co., AMSTERDAM ROTTERDAM Van onzen invloed ala het grootste handelsinformatiebureau, wordt door den handel etoeds meer gebruik ge maakt voor het incasseeren on re gelen van achterstallige om be twiste voi-dorlnsren. t t t l Politiek Overzicht. In verband met Lloyd George's verklaringen, heeft de Fransohe premier verklaard; volkomen te kunnen begrijpen, dat het ge peurde in Opper-Silezië beroering in den lende had gewekt. Hij bracht in herinnering, dat de geallieerden, die in den beginne van Bins waren Opper-Silezië geheel aan Polen te geven, op Duitschland's aandringen er rich mee konden vereenigen, dat door mid del van een plebisciet over die toekomst van O -S. werd beslist. De stemming had plaats, eldus Briand, nadat de Duitsohers honderd- tachtigdiiizend personen, die het levenslicht in Opper-Silezië hadden gezien, derwaarts hadden laten gaan om aan de stemming deel te nemen. Frankrijk had te allen tijde gewild, dat het Vredesverdrag loyaal werd uitgevoerd. Deze constalatie van den premier lokte applaus uit. Br was geen moment geweest, dat Frankrijk er aan had gedacht Polen gebie den toe te wijzen, die tot Duitschland wilden terugkeeren. Volkomen was Briand het eens «net Lloyd George, die de eerlijke uitvoering van 't tractaat een eisch achtte. Opper-Silezië werd nooit els een zuiver Duitsch land beschouwd en in Duitsohe at lassen was aangegeven, dat het een Poolsch- sprekend gebied was. Zeshonderd jaar ge leden was O.-S. met geweld bij Duitschland gevoegd. Het vredesverdrag hield is, dat de toewijzing diende plaats te hebben volgens geografische regelen. Onbillijk zou 't zijn verschil te maken tusschen arme en rijke streken, tusschen de stemmen van Poolsche arbeiders en Duitsohe riobards. Wanneer in de mijngebreden, de Poolsche arbeiders het meerendeel der stemmen hadden uitge bracht, dan moest dit den doorslag geven. Ik zeg dit niet, aldus Briand, in den zin van een polemiek tusschen de geallieerdenmen dient kalm zijn zienswijze uiteen te zetten en wanneer men zich niet door bijgedachten laat leiden, wordt men het tenslotte wel eens. De meening zou kunnen worden ge huldigd dat Frankrijk de toewijzing der mijndistricten aan Polen eischtte en dit begunstigde om redenen, die, naar Briand toegaf, zekere waarde zouden bezitten, om dat na de oorlog als was gevoerd Frankrijk hetr echt zou hebben een dergelijke houding aan te nemen. De wensch der geallieerden >m Polen levensvatbaar te maken, had hen V toe gebracht het een toegang naar zee te verschaffen, dwars door Pruisisch gebied fcANGESTRAAT 43 - AMERSFOORT Met adres voor Re juiste mortellen WILLEM GROENHUIZEN. Groote harben bevriezen niet, evenmin Bis de zee. heen. Dat was nochtans niet voldoende. Wanneer het land niet levensvatbaar was, zou het of ten onder gaan of in handen zijner buren vallen. Overigens hadden de mij ndd strict en niet alleen een globale meer derheid ten gunsten van Polen opgeleverd, maar ook gemeentegewijze waren de Polen in de meerderheid. Briand vond. dat het somtijds wel-is-waar zijn schaduwzijde had besprekingen van de zen aard in het openbaar te voeren, omdat de pers er zich van meester maakte, maar deze wijze van handelen had evenzeer zijn voordeelen. Zou, vroeg Briand zich af, na dat wij tezamen zooveel moeilijkheden te boven zijn gekomen, de Entente ellendiglijk moeten sterven wegens een moeilijkheid van dezen aard? Hij achtte zoo iets ondenk baar. Ter jongste Londensche conferentie, toen de Engelsche en Fransche opvattingen zoozeer verschilden, dat het onmogelijk scheen ze tot elkaar te brengen, verklaarde Lloyd George, dat hij niet de staatsman zou willen zijn, die het op zijn geweten had een dergelijke ernstige gebeurtenis te heb ben voorbereid. Welnu, voegde Briand er bij, als men den ernst van een zoodanige gebeurtenis gevoelt, dan ben ik zeker, dat men alles zal doen om die niet uit te lok ken. Wij vragen slechts, dat het verdrag eerlijk wordt uitgevoerd, zoowel naar geest als letter, Briand erkende, dat militairen wellicht niet het meest bevoegd waren de voorwaar den van een verdrag op waarde te schatten, of een grens vast te stellen, maar de geal lieerden zouden uitspraak doen. Op dit punt, evenals op andere punten, moest dan ge rechtigheid zegevieren en den dag, waarop zij zou hebben gezegevierd, zou in de krin gen van Opper-Silezië de anarchie opge houden hebben. De minister-president herinnerde er voorts aan, hoe, toen tengevolge van een verdacht bericht de Polen konden gelooven, dat zij bedrogen zouden uitkomen door de over eenkomst van Londen en zij irt opstand kwamen, de Fransche regeering dadelijk had getelegrafeerd aan haar vertegenwoordigers om alles wat in hun macht stond te doen om de orde te handhaven en het leven en de bezittingen der iniwoners te beschermen. Briand wees nog op de moeilijkheden der taak van Frankrijk tegenover Polen en duid de aan, hoe zich daarginds 12000 Franschen bevonden, die zoo spoedig mogelijk het le ven en de bezittingen der bedreigde Duit- schers hebben beschermd. Frankrijk had Tuimschoots zijn plicht gedaan om de orde te herstellen: elkeen moest er over voldaan zijn. De beslissingen van den Oppersten Raad werden niet altijd kalm ontvangen en de regeering te Warschau moest worden ge waarschuwd. Zij nam daarop de gevraagde maatregelen. Van den anderen kant hadden de woorden van Lloyd George, slecht be grepen en slecht overgebracht, de Duitsche pers en de kringen der Al-Duitschers doen gelooven, dat zij een soort uitnoodiging be doelden voor de Duitschers om in Opper- Silezië op te treden en er de Reichswehr te laten oprukken. „Ik weet, dat er reeds beschikkingen van dezen aard zijn getroffen. Terwijl het parle ment met vacantie was, heb ik Duitschland laten weten, dat als het zoo optrad, er ver schrikkelijke dingen zouden gebeuren. De Duitsche regeering begreep en de meest opgewonden bladen namen een zekere ge reserveerde houding aan. Briand herinner de er bovendien aan, dat toen de Duitschers Gogolin aangevallen hadden, de Duitsche vertegenwoordiger daarover werd aange sproken en deze onmiddellijk instructies gaf, die werden opgevolgd. De gevechten hielden op, de rust keerde terug. Tevens ontving de Fransche gezant te Berlijn duidelijke in structies en ik verzocht den Duitschen ge zant mij te komen spreken. Ik zei hem, wat voor ernstigs er in zulk een toestand lag en dat, als binnen heel korten tijd de Duitsche benden niet waren ontwapend, de leiders niet waren vervolgd, de wet in Duitschland niet was toegepast en de Duitsche grens niet gesloten, de toestand dreigend zou kunnen worden. Hedenmorgen heeft de Duitsche re geering doen weten, dat alle maatregelen waren genomen en dat de opruiende bladen zouden worden vervolgd." Berichten. Naar verluidt, zal deu 29en Mei in de haven van Hamburg een Fransche torpedo- hoot aankomen met generaal Noliet aan boord, die zich naar Helgoland begeeft ten einde de ontmanteling van de vestingwer ken op Helgoland te inspecteeren. B e rl ij n, 2 3 M ei. (N. T. A. Draadloos). Half April bevonden zich in de Palts de vol gende zwarte of gekleurde troepen: Neu- stadt 600 Madogassers, 50 Anamieten; Kaiserlautern 50 Anamieten; Ludwigshafen 800, Spiers 400, Zweibrücken 550 Mado gassers, Landau 400 Madagassers en 50 Anamieten. P a r ij s, 2 4 Mei. (B. T. A.) Officieel wordt bevestigd, dat Engeland vier batal jons naar Opper-Silezië zal zenden, die te Keulen zullen worden vervangen door zes Fransche bataljons. Londen, 24 Mel. (N. T. A. Draadloos uit Horsea). Officieel wordt hier gemeld, dat Kattowitz de laatste 48 uur zonder water is geweest, daar de toevoer' door Poolsche op standelingen is afgesneden. De pompen in de stad zijn onvoldoende om in de behoeften der inwoners te voorzien en er heerscht te Londen groote verontwaardiging, dat derge lijke barbaarsche methoden van oorlogvoe ring worden gebezigd. Aangenomen wordt, dat de Fransche ttoepen in de nabijheid van Kattowitz onmiddellijk maatregelen zul len nemen om in dezen betreurenswaardiger) staat van zaken verbetering te brengen. Londen, 24 Mei. (R.) Reuter ver neemt, dat er te Londen bericht is ontvan gen, dat de Poolsche opstandelingen majoor Powell, een Engelsch officier in dienst der geallieerde commissie in O. S., hebben ge vangen genomen. Powell werd door de op standelingen op de meest onwaardige wijze behandeld. Hij moest met gevangen geno men Duitschers in een vierde klasse reizen en men dreigde hem te zullen doodschieten. Powell werd bevrijd door toedoen van een Fransoh officier en is thans op weg naar Londen. De Engelsche regeering heeft ver ontschuldigingen geëischt. B e r 1 ij n, 2 4 Mel. (W. B.) Bij Lands berg is het opnieuw tot ernstige botsingen met de Polen gekomen. Bij Leschnitz (dis trict Gross-Strehlitz) en Grosstein hebben de Polen met sterke strijdkrachten weer zonder succes aangevallen en men slaagde er in het station Grosstein, dat tot dusver in handen van de Polen was, weer te. bezet ten. Hoe sterk de bewapening van de Polen wasj wordt aangetoond door het feit, dat in Gross-Strehlitz alleen vijf stukken geschut werden achtergelaten. Dusseldorp, 24 Mei. (W. B.) Van hedenochtend af is in het district Dusseldorp door den Fransohen opperbevelhebber de preventieve censuur ingesteld voor alle be richten uit Opper-Silezië. O p p e 1 n, 2 4 M e i. (B. T. A.) Het herstel van de rust duurt voort. Er heeft geen nieu we Duitsche beweging plaats gevonden, tenzij dat een kleine afdeeling getracht heeft ten Z. van Ratibor over den Oder te komen. Generaal Hoefer, die het bevel over de vrijkorpsen in Opper-Silezië op zich heeft genomen, heeft verzekerd, dat zijn troepen geen enkele voorwaartsche bewe ging zullen maken. Berlijn, 24 Mei (W. BVolgens 't Berliner Tageblatt begeeft de rijkskanselier zich vandaag voor enkele dagen naar Zuid- Duitschland. Ale'xandrië, 24Mei. (R.). De nacKï is kalm geweest. Aan de verordening op hef sluitingsuur werd gevolg gegeven. Het aan^ lel slachtoffers is officieel vastgesteld op 36 inboorlingen en 12 Europeanen aan; dooden en 191 gewonden. De banken eiï Berlijn, 24 Mei (W. B.). Naar de Ber- eenige wankels zijn heropend. De irams loo» Iiner-Lokal Anzeiger verneemt, werd de nieuwe minister van buitenl. zaken vanmid dag door den rijkskanselier in zijn ambt geïn stalleerd. Waldenburg, 2 4 Mel. (W. B.). De mijnwerkers in het bekken van Waldenburg hebben gistermiddag het werk neergelegd. Alle mijnen liggen stil. Freiburg, 24 Mei (W. B.). De staking in de Badensche Textielindustrie werd bij gelegd. De arbeid werd op de oude vooi- waarden hervat. Vooreerst wordt eohter slechts een deel der arbeiders aangesteld. De staking duurde acht weken. Londen, 2 4 zM e i. (R.). Het Lager huis is heden weer bijeengekomen na het Pinksterreces. Er werden verscheiden vra gen gesteld met betrekking tot den toe stand, maar geen algemeene politieke ver klaring werd afgelegd. Chamberlain zeide omtrent het zenden van vier bataljons naar Opper-Silezië, dot men er over dacht deze strijdkrachten te vergrooten, als het mogelijk was. Op een vraag, of er reeds een besluit was genomen inzake de toekomst van O.-S. als uitvloeisel van de volksstemming, zeide hij, dat deze kwestie zou worden besproken op de a.s. bijeenkomst van den Oppersten Raad. Chamberlain gaf te kennen, dat de regee ring Donderdag een verklaring zou afleg gen over den toestand in de industrie en voegde er aan toe, dat, zoodra het vooruit zicht bestond, dat een blijvende regeling van het kolengesdhil zou kunnen worden gevonden, de regcering de partijen bijeen zou brengen. Kellaway, postmeester-generaal, heeft medegedeeld, dat, om tegemoet te komen aan het deficit in de inkomsten der poste rijen, de port voor de binnen- en buiten- landsche briefkaarten zou worden verhoogd tot anderhalven stuiver, terwijl de port voor buitenlandsche brieven zou worden ver hoogd van 2 'A stuiver tot drie stuivers. Chamberlain zeide, dat de 25 pet., die vol gens de wet op het verkrijgen der schade loosstellingen zouden worden geheven, op dezelfde wijze zouden worden geïnd als die tot dusver was gebeurd niet de 50 pet., maar dat de Duitsche regeering nu op zich had genomen het te innen bedrag terug te be talen aan de exporteurs. Bij de bespreking van de manine-begrooting, waarbij gelden waren uitgetrokken voor stookolie-depëts in verschillende deelen van het rijk, zeide Monsell, de civiele lord van de admiraliteit, dat dc politiek van de admiraliteit was schel pen te bouwen, die met olie werden ge stookt en dat de Britsche vloot weldra uit sluitend uit zulke schepen zou bestaan. B a gn e r e s-d e-Bi gorr e, 2 4 Mei. (B. T. A.). Op de Pyreneesche spoorlijn is een trein ontspoord, waardoor 7 personen werden gedood en 13 gewond. Wilna, 23 M e L (Orient). Daar gene raal Seligofski tot over zijn ooren in het werk zit, heeft hij generaal Konozefski tot zijn plaatsvervanger voor zuiver militaire aangelegenheden in Centraal-Litauen be noemd. Boedapest, 23 Mei. (B. T. A.) Na heftige discussies in de Nat. Verg. heeft graaf Bethlen, voorzitter van den minister raad, zijn getuigen gezonden aan den af gevaardigde Szitagyi, die de zijne heeft aan gewezen Alexandrië, 24 Mei. (R.). In totaal werden totnogtoe 23 personen gedood en 130 gewond. Onder de Britsche burgers ol mililairen vielen geen slaohtoffers. pen. Gisteren vielen opnieuw benden: vreemdelingen aan, o. w. de Spaansche er» Zweedsche rechters van de gemengde recht banken. De beweging is meer nnti-GriekscH don anti-Europeesch. Washington, 24 Mei. (RUit ga zaghebbende bron wordt gemeld, dat hei "/fip-geschil zich gunstig ontwikkelt en dal men op weg is naar een definitieve regeling Kameroverzicht. Eerste Kamer. Avondvergadering van Dinsdag 24 Mei. Regeling van werkzaamheden. De Voorzitter deelt mede dat do Centrale Afdeeling besloten heeft morgen ochtend te 11 uur in de afdeelingen te on derzoeken de wetsontwerpen, waarvan do opgaaf is toegezonden aan de leden onder dagteekening van 12 Mei j.l., aangevuld met nog 3 wetsontwerpen, waarvan even eens bij circulaire aanjde leden is kennis gegeven. In de Centrale Afdeeling bestond echten verschil van meening over de wenschelijk- heid om het wetsontwerp ad 320, betref fende de olievelden van Djambi reeds mor gen te onderzoeken dan wel het voorloomg van de agenda af te voeren. Vandaar dat de Kamer hierover door stemming zal heb ben te beslissen. Spr. stelt voor, het afdee- lingsonderzoek ook van dit wetsontwerp morgen te doen plaats hebben. De heer V anKol (s.-d.) acht alle reden aanwezig om de behandeling van dit wets- ontwerp uit te stellen. De zaak is voor be« handeling niet rijp. Er hebben daarbij he laas dwaze vergissingen plaats gehad. Nog hedenavond bleek weer van een nieuwe vergissing, in 't Oranjeboek begaan. Wij zijn niet in de gelegenheid geweest vol doende studie te maken, noch van het Oranjeboek, noch van de artikeen, over deze zaak in de bladen verschenen. Spr, herinert eraan dat de voorzitter ook de be handeling van het ontwerp-Zeebrievenwet heeft uitgesteld na ontvangst van een adres van belanghebbenden. Deze zank is echter veel ernstiger. Er zijn nu nota's gewisseld, waaruit internationale moeilijkheden zou den kunnen voortkomen. Spr. zal dus vóór uitstel stemmen. De heer C r e m e r (V. B. is het met den vorigen spreker niet eens. Hij zal vóór het voorstel van den voorzittter stemmen. Dit wetsontwerp heeft ons al maanden bezig gehouden, wij hebben alle gelegenheid ge had, ervan kennis te nemen. De minister van Koloniën stelt op spoedige behandeling daarvan prijs, niet het oog op de slechte fi- nanoiën van Indië. Daarom mag daarin niet meer vertraging worden gebracht dan noo* dig is. Buitenlandsche nota's, waarop do hee Van Kol zinspeelde, geven geen aanlei. dirvg tot zoodanige vertraging. De zaak is zeer eenvoudig. In 1915 hadden Nederland- sche en Amerikaansche gegadigden gele genheid om in te schrijven voor de Djombï- terreinen. De Amerikaansche gegadigden: „de Koloniale", waren de vierde op dat lijstje en kwamen dus niet in aanmerking, omdat er een beter bod was gedaan. Dat die gegadigden nu op het laatste oogenblilc met een nieuw bod kwamen, is geen reden, de zaak uit te stellen. Laten we dus dit wets ontwerp onderzoeken. We hebben al het licht, dat ons gegeven kon worden èn in de stukken, èn in 't Oranjeboek De heer Van E m b d e n (V. D.) merkt Naar het Engelsch van JEFFERY FARNOL. 59 0 „Hoeveel keer heb ik je -niet gezegd, als Jwij zoo in dezelfde hoek hier zaten, „Geor- |ge, let op wat ik je zeg als Prue ooit met Iemand trouwt en dat zal ze doen dan teal jij die iemand niet zijn." Heb ik 't niet (precies zoo gezegd, George?" „Precies zoo, Gaffer," knikte George. „Wel," ging de oude man voort, „nu kom Ik tot wat ik zeggen wou Prue is eindelijk fcoch op iemand verliefd geworden." De .pijp van Zwarte George viel op den ferond in stukken, en terwijl hij zich voorover hoog, zag ik dat hij zijw groote handen krampachtig gebald had. V "Gaffes zei hij met gesmoorde stem, „hoe bedoel ia „Ik bedoel, wat ik zeg, George." „Hoe weet je het?" „Ben ik haar grootvader niet?" „Weet je het zeker, Gaffer heelemaal zeker „Ja, zoo zeker alsdeze week heeft ze tweemaal vergeten zout in d!e soep te doen, en de week daarvoor óók al eens en dat spreekt boelodeelen, George, boekdeelen!' Hierop stak de oude man de snuifdoos in zijn zak, zetbe zijn hoed op, en strompelde weg. Wat Zwarte George betreft, hij zat nog altijd doodstil met starenden blik voor zich uit te kijken, lang nadat het getik van den stok van den ouden man op den straatweg was weggestorven. Ik sprak hem aan, maar hij hoorde mij niet, vóór ik mijn hand op zijn schouder legde. „Kom, Geotfge," zei ik, „nog één uurtje, en het hek is klaar." Hij schrok op, en zich van mijn hand losmakend zag hij mij meteen vreemde uitdrukking in zijn oogen aan. „Neen, Peter," mompelde hij, „ik werk vanavond niet meer," en terwijl hij dit zeide stond hij op- „Wat ga je weg?" zei ik, toen hij naar de deur stapte. „Ja, ik ga weg." En terwijl hij naar zijn woning ging, zag ik hem zwaaien en slinge ren als een dronken man. HOOFDSTUK XXXDL Waarin het eerste boek nog meer naar zijn einde loopt. Het is niet mijn bedoeling om al de orbe- teékenende gebeurtenissen, waarbij ik toen of later een rol speelde, te vertellen, uit vrees dat deze geschiedenis anders voor den lezer al ta vervelend, zou worden een mo gelijkheid waarop ik ook nu zelfs niet ge heel en al gerust begin te worden. Ik volsta dus met mede te deelen, dat terwijl de da gen tot weken werden, en de weken tot maanden, ik door volharding en ijver een niet al te slecht vakman in mijn beroep be gon te worden, zood-at ik, ongeveer twee maanden nadat ik Zwarte George had ont moet, zoo goed een paard kon beslaan als welke smid ook. Wat echter nog meer waard was, de men- sohen, waarmede ik eiken dag omging eenvoudige, eerlijke menschen, tevreden met hun lot en zonder morren over het kwa de, dankbaar voor al het goede, dat hun ten Compleet van f 650 tot f 16 50 kleine voetballen vanaf f5 bij deel viel, begonnen mijn leven te vullen, en brachten een groote rust en kalmte over mijn geest, die door pessimistische gedach ten en fantastische droomen, door muffe boeken in mij gewekt, tot nu wat al te veel mijn eigen persoon als middenpunt van alles had beschouwd en tegelijk in verwarring was gebracht. Welk boek is er, dat vergeleken kan wor den bij het groote Boek van het Leven waarin de bladzijden zonder ophouden wor den omgeslagen, waarin wonderen en my steries zijn, zooals de stoutste droom en ver beelding zich niet kan voostellen, véél waar over men zou moeten weeruen, en nu en dan ook, zij het weinig, iels, waarover men kan laohen, wanneer men slechts oogen in zijn hoofd heeft om het te zien? Te wande'eit door de ruischende korenvel den, in de lange, groene lanen der hoptui- r.en, met Simon, die tegelijk herbergier en boer is. hem te höoren vertellen van vruch ten en bloemen, van vogel en dier, is inder daad beter dan de Georgia van Virgilius te lezen. In den zonneschijn te zitten en naar den ouden man te kijken, pij.p in d'en mond, te luisteren naar zijn bespiegelingen over Le ven en Dood, en Menschheid. is beter dan het cynisch vernuft in een Rochefoucauld, of een bladzijde uit den braven ouden Mon- tai'me. De firnbesneden vorm van het fier opoe heven hoofd der liefelijke Prue, de teedere blik in haar oogen, wanneer George in haar nabijheid is, het golven van de breede borst en het beven van de hand van den sterken man, wanneer 'hij haar lichten voetslap hoort, is bekoorlijker en grootscher dan welk geschreven verhaal ook, oud of nieuw. Wat deze beide laatsten betreft, begon ik in dezen tijd plannen en mogelijkheden te bedenken, om hen tot elkaar te brengen om de moeilijkheid, die hen scheidde te overbruggenwant zelf gelukkig, wilde ik hen ook gelukkig zien. Hoe ik in deze mijzelf cpgelgde taak slaagde, zal de lezer als ïvj de moeite wil nemen vergenoeg in dit boek te lezen zelf kunnen zien. i „George," zei ik op een Zaterdagmorgen, terwijl ik bezig was het zwart van mijn ge« zicht en handen af te wnsschen, „ga je ven* middag naar de kermis „Neen, Peter, ik ga niet." „Maar Prudence gaat toch ook," zei ik, mijn gezicht in den handdoek afdroogend. „En hoe," vroeg de smid, terwijl hij op zijn beurt het hoofd naar den emmer voorn over boog, waarin wij onze reiniging voF brachten, „en hoe weet jij dat zoo, Peter?" „Omdat ze het mij zelf gezegd heeft." „Heeft ze het je zelf gezegd zei George, en onmiddellijk daarop plonste hij met zijni hoofd in den emmer. „Ja," zei ik. „Maar," zei George, die nu weer boven water was gekomen, en zeer rood in zijn gezicht zag, terwijl het water hem bij beek jes uit zijn krUllenden baard stroomde, „maar al gaat Prudence nu naar de kermis, wal gaat mij dat aan? He kan mij niets schelen, waar zij komt en ook niet%vaar ze heengaat heelemaal niet.'" En tegelijkertijd sohuddo hij het water van zich af, zooals een 'hond) dat doet. „Ben je daar wel zeker van, George?" „Waarachtig,* heel zeker. Ik ben daar ze ker van sinds het oog en blik, dat ze mij eenl „lafaard" heeft genoemd1" „Poeah I Onzin, man Daar meende zei niets van vrouwen vooral als ze jong) zijn zeggen altijd dingen, die ze niet nen tenminste zoo heb ik altijd gehoord- „Jawel, ze meende het wel degelijk, zei George somber, „maar toch is dat het niet* wathet is dat ik weet, dat ze de waa<r« heid zei, toen ze me een „lafaard noemde en me daarvoor in haar hart veraohtte „Dat is 'het Peter I" fWordt vervolgde

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 1