Voetballen
1.1. Middensfands Mefal
LIPS' SAFE-INRICHTING
|B0S8«iailiFRIIS^7i"™tI
DE EEMLAiSiDER
BUITENLAND.
UHMtll Rt. 4. THEPHOON Hl. 304
Deposito-Rente:
Mwziin JE GSn UK"
FEUILLETON.
BINNENLAND."
ianffs den groeten weg.
Ben jaar vast s®/«
zes maanden opzegging 4»/a°/o
een dag 3»/a«/0
Bonden Trouw- en V8rlovIngringen
Mo. 5
19e Jaargang Ne. 273
per post 1 3.—. per week (met gratis venekering
(cgen ongelukken) f 0.17s, (Kinderlijke nummers
jf C.OJ.
DAGBLAD
Dinsdag 24 Mei 1921
PRIJS DER ADI/ERTERTIËH
ft
Jl
DIRECTEUR-UITGEVER: J. VALKHOFF.
BUREAU:
ARNHEMSCHE POORTW4L.
TEL. INT 513.
van 14 regels f l.Of
roet inbegrip var» een
bewijsnummer, elke regel meer 0.25, dienstaanbic»
dingen en Ltcidadighelds-adveitenticn voor de helft
der prijs. Voor handel cn bedrijf bestaan zeer
voordcclige bepalingen voor het adverteeren- licae
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
VAN DER GRAAF Co.,
AMSTERDAM ROTTERDAM
Van onzen invloed ala het grootste
handelsinformatiebureau, wordt door
den handel etoeds meer gebruik ge
maakt voor het incasseeren on re
gelen van achterstallige om be
twiste voi-dorlnsren. t t t l
Politiek Overzicht.
In verband met Lloyd George's verklaringen,
heeft de Fransohe premier verklaard;
volkomen te kunnen begrijpen, dat het ge
peurde in Opper-Silezië beroering in den
lende had gewekt. Hij bracht in herinnering,
dat de geallieerden, die in den beginne van
Bins waren Opper-Silezië geheel aan Polen
te geven, op Duitschland's aandringen er
rich mee konden vereenigen, dat door mid
del van een plebisciet over die toekomst van
O -S. werd beslist. De stemming had plaats,
eldus Briand, nadat de Duitsohers honderd-
tachtigdiiizend personen, die het levenslicht
in Opper-Silezië hadden gezien, derwaarts
hadden laten gaan om aan de stemming
deel te nemen.
Frankrijk had te allen tijde gewild, dat het
Vredesverdrag loyaal werd uitgevoerd. Deze
constalatie van den premier lokte applaus
uit. Br was geen moment geweest, dat
Frankrijk er aan had gedacht Polen gebie
den toe te wijzen, die tot Duitschland wilden
terugkeeren. Volkomen was Briand het eens
«net Lloyd George, die de eerlijke uitvoering
van 't tractaat een eisch achtte.
Opper-Silezië werd nooit els een zuiver
Duitsch land beschouwd en in Duitsohe at
lassen was aangegeven, dat het een Poolsch-
sprekend gebied was. Zeshonderd jaar ge
leden was O.-S. met geweld bij Duitschland
gevoegd. Het vredesverdrag hield is, dat de
toewijzing diende plaats te hebben volgens
geografische regelen. Onbillijk zou 't zijn
verschil te maken tusschen arme en rijke
streken, tusschen de stemmen van Poolsche
arbeiders en Duitsohe riobards. Wanneer in
de mijngebreden, de Poolsche arbeiders het
meerendeel der stemmen hadden uitge
bracht, dan moest dit den doorslag geven.
Ik zeg dit niet, aldus Briand, in den zin van
een polemiek tusschen de geallieerdenmen
dient kalm zijn zienswijze uiteen te zetten
en wanneer men zich niet door bijgedachten
laat leiden, wordt men het tenslotte wel
eens. De meening zou kunnen worden ge
huldigd dat Frankrijk de toewijzing der
mijndistricten aan Polen eischtte en dit
begunstigde om redenen, die, naar Briand
toegaf, zekere waarde zouden bezitten, om
dat na de oorlog als was gevoerd Frankrijk
hetr echt zou hebben een dergelijke houding
aan te nemen. De wensch der geallieerden
>m Polen levensvatbaar te maken, had hen
V toe gebracht het een toegang naar zee
te verschaffen, dwars door Pruisisch gebied
fcANGESTRAAT 43 - AMERSFOORT
Met adres voor
Re juiste mortellen
WILLEM GROENHUIZEN.
Groote harben bevriezen niet, evenmin
Bis de zee.
heen. Dat was nochtans niet voldoende.
Wanneer het land niet levensvatbaar was,
zou het of ten onder gaan of in handen
zijner buren vallen. Overigens hadden de
mij ndd strict en niet alleen een globale meer
derheid ten gunsten van Polen opgeleverd,
maar ook gemeentegewijze waren de Polen
in de meerderheid.
Briand vond. dat het somtijds wel-is-waar
zijn schaduwzijde had besprekingen van de
zen aard in het openbaar te voeren, omdat
de pers er zich van meester maakte, maar
deze wijze van handelen had evenzeer zijn
voordeelen. Zou, vroeg Briand zich af, na
dat wij tezamen zooveel moeilijkheden te
boven zijn gekomen, de Entente ellendiglijk
moeten sterven wegens een moeilijkheid van
dezen aard? Hij achtte zoo iets ondenk
baar. Ter jongste Londensche conferentie,
toen de Engelsche en Fransche opvattingen
zoozeer verschilden, dat het onmogelijk
scheen ze tot elkaar te brengen, verklaarde
Lloyd George, dat hij niet de staatsman
zou willen zijn, die het op zijn geweten had
een dergelijke ernstige gebeurtenis te heb
ben voorbereid. Welnu, voegde Briand er
bij, als men den ernst van een zoodanige
gebeurtenis gevoelt, dan ben ik zeker, dat
men alles zal doen om die niet uit te lok
ken. Wij vragen slechts, dat het verdrag
eerlijk wordt uitgevoerd, zoowel naar geest
als letter,
Briand erkende, dat militairen wellicht
niet het meest bevoegd waren de voorwaar
den van een verdrag op waarde te schatten,
of een grens vast te stellen, maar de geal
lieerden zouden uitspraak doen. Op dit punt,
evenals op andere punten, moest dan ge
rechtigheid zegevieren en den dag, waarop
zij zou hebben gezegevierd, zou in de krin
gen van Opper-Silezië de anarchie opge
houden hebben.
De minister-president herinnerde er voorts
aan, hoe, toen tengevolge van een verdacht
bericht de Polen konden gelooven, dat zij
bedrogen zouden uitkomen door de over
eenkomst van Londen en zij irt opstand
kwamen, de Fransche regeering dadelijk had
getelegrafeerd aan haar vertegenwoordigers
om alles wat in hun macht stond te doen
om de orde te handhaven en het leven en
de bezittingen der iniwoners te beschermen.
Briand wees nog op de moeilijkheden der
taak van Frankrijk tegenover Polen en duid
de aan, hoe zich daarginds 12000 Franschen
bevonden, die zoo spoedig mogelijk het le
ven en de bezittingen der bedreigde Duit-
schers hebben beschermd. Frankrijk had
Tuimschoots zijn plicht gedaan om de orde
te herstellen: elkeen moest er over voldaan
zijn. De beslissingen van den Oppersten
Raad werden niet altijd kalm ontvangen en
de regeering te Warschau moest worden ge
waarschuwd. Zij nam daarop de gevraagde
maatregelen. Van den anderen kant hadden
de woorden van Lloyd George, slecht be
grepen en slecht overgebracht, de Duitsche
pers en de kringen der Al-Duitschers doen
gelooven, dat zij een soort uitnoodiging be
doelden voor de Duitschers om in Opper-
Silezië op te treden en er de Reichswehr te
laten oprukken.
„Ik weet, dat er reeds beschikkingen van
dezen aard zijn getroffen. Terwijl het parle
ment met vacantie was, heb ik Duitschland
laten weten, dat als het zoo optrad, er ver
schrikkelijke dingen zouden gebeuren. De
Duitsche regeering begreep en de meest
opgewonden bladen namen een zekere ge
reserveerde houding aan. Briand herinner
de er bovendien aan, dat toen de Duitschers
Gogolin aangevallen hadden, de Duitsche
vertegenwoordiger daarover werd aange
sproken en deze onmiddellijk instructies gaf,
die werden opgevolgd. De gevechten hielden
op, de rust keerde terug. Tevens ontving
de Fransche gezant te Berlijn duidelijke in
structies en ik verzocht den Duitschen ge
zant mij te komen spreken. Ik zei hem, wat
voor ernstigs er in zulk een toestand lag en
dat, als binnen heel korten tijd de Duitsche
benden niet waren ontwapend, de leiders
niet waren vervolgd, de wet in Duitschland
niet was toegepast en de Duitsche grens niet
gesloten, de toestand dreigend zou kunnen
worden. Hedenmorgen heeft de Duitsche re
geering doen weten, dat alle maatregelen
waren genomen en dat de opruiende bladen
zouden worden vervolgd."
Berichten.
Naar verluidt, zal deu 29en Mei in de
haven van Hamburg een Fransche torpedo-
hoot aankomen met generaal Noliet aan
boord, die zich naar Helgoland begeeft ten
einde de ontmanteling van de vestingwer
ken op Helgoland te inspecteeren.
B e rl ij n, 2 3 M ei. (N. T. A. Draadloos).
Half April bevonden zich in de Palts de vol
gende zwarte of gekleurde troepen: Neu-
stadt 600 Madogassers, 50 Anamieten;
Kaiserlautern 50 Anamieten; Ludwigshafen
800, Spiers 400, Zweibrücken 550 Mado
gassers, Landau 400 Madagassers en 50
Anamieten.
P a r ij s, 2 4 Mei. (B. T. A.) Officieel
wordt bevestigd, dat Engeland vier batal
jons naar Opper-Silezië zal zenden, die te
Keulen zullen worden vervangen door zes
Fransche bataljons.
Londen, 24 Mel. (N. T. A. Draadloos
uit Horsea). Officieel wordt hier gemeld, dat
Kattowitz de laatste 48 uur zonder water is
geweest, daar de toevoer' door Poolsche op
standelingen is afgesneden. De pompen in
de stad zijn onvoldoende om in de behoeften
der inwoners te voorzien en er heerscht te
Londen groote verontwaardiging, dat derge
lijke barbaarsche methoden van oorlogvoe
ring worden gebezigd. Aangenomen wordt,
dat de Fransche ttoepen in de nabijheid
van Kattowitz onmiddellijk maatregelen zul
len nemen om in dezen betreurenswaardiger)
staat van zaken verbetering te brengen.
Londen, 24 Mei. (R.) Reuter ver
neemt, dat er te Londen bericht is ontvan
gen, dat de Poolsche opstandelingen majoor
Powell, een Engelsch officier in dienst der
geallieerde commissie in O. S., hebben ge
vangen genomen. Powell werd door de op
standelingen op de meest onwaardige wijze
behandeld. Hij moest met gevangen geno
men Duitschers in een vierde klasse reizen
en men dreigde hem te zullen doodschieten.
Powell werd bevrijd door toedoen van een
Fransoh officier en is thans op weg naar
Londen. De Engelsche regeering heeft ver
ontschuldigingen geëischt.
B e r 1 ij n, 2 4 Mel. (W. B.) Bij Lands
berg is het opnieuw tot ernstige botsingen
met de Polen gekomen. Bij Leschnitz (dis
trict Gross-Strehlitz) en Grosstein hebben
de Polen met sterke strijdkrachten weer
zonder succes aangevallen en men slaagde
er in het station Grosstein, dat tot dusver
in handen van de Polen was, weer te. bezet
ten. Hoe sterk de bewapening van de Polen
wasj wordt aangetoond door het feit, dat in
Gross-Strehlitz alleen vijf stukken geschut
werden achtergelaten.
Dusseldorp, 24 Mei. (W. B.) Van
hedenochtend af is in het district Dusseldorp
door den Fransohen opperbevelhebber de
preventieve censuur ingesteld voor alle be
richten uit Opper-Silezië.
O p p e 1 n, 2 4 M e i. (B. T. A.) Het herstel
van de rust duurt voort. Er heeft geen nieu
we Duitsche beweging plaats gevonden,
tenzij dat een kleine afdeeling getracht
heeft ten Z. van Ratibor over den Oder te
komen. Generaal Hoefer, die het bevel over
de vrijkorpsen in Opper-Silezië op zich
heeft genomen, heeft verzekerd, dat zijn
troepen geen enkele voorwaartsche bewe
ging zullen maken.
Berlijn, 24 Mei (W. BVolgens 't
Berliner Tageblatt begeeft de rijkskanselier
zich vandaag voor enkele dagen naar Zuid-
Duitschland.
Ale'xandrië, 24Mei. (R.). De nacKï
is kalm geweest. Aan de verordening op hef
sluitingsuur werd gevolg gegeven. Het aan^
lel slachtoffers is officieel vastgesteld op
36 inboorlingen en 12 Europeanen aan;
dooden en 191 gewonden. De banken eiï
Berlijn, 24 Mei (W. B.). Naar de Ber- eenige wankels zijn heropend. De irams loo»
Iiner-Lokal Anzeiger verneemt, werd de
nieuwe minister van buitenl. zaken vanmid
dag door den rijkskanselier in zijn ambt geïn
stalleerd.
Waldenburg, 2 4 Mel. (W. B.). De
mijnwerkers in het bekken van Waldenburg
hebben gistermiddag het werk neergelegd.
Alle mijnen liggen stil.
Freiburg, 24 Mei (W. B.). De staking
in de Badensche Textielindustrie werd bij
gelegd. De arbeid werd op de oude vooi-
waarden hervat. Vooreerst wordt eohter
slechts een deel der arbeiders aangesteld.
De staking duurde acht weken.
Londen, 2 4 zM e i. (R.). Het Lager
huis is heden weer bijeengekomen na het
Pinksterreces. Er werden verscheiden vra
gen gesteld met betrekking tot den toe
stand, maar geen algemeene politieke ver
klaring werd afgelegd.
Chamberlain zeide omtrent het zenden
van vier bataljons naar Opper-Silezië, dot
men er over dacht deze strijdkrachten te
vergrooten, als het mogelijk was. Op een
vraag, of er reeds een besluit was genomen
inzake de toekomst van O.-S. als uitvloeisel
van de volksstemming, zeide hij, dat deze
kwestie zou worden besproken op de a.s.
bijeenkomst van den Oppersten Raad.
Chamberlain gaf te kennen, dat de regee
ring Donderdag een verklaring zou afleg
gen over den toestand in de industrie en
voegde er aan toe, dat, zoodra het vooruit
zicht bestond, dat een blijvende regeling
van het kolengesdhil zou kunnen worden
gevonden, de regcering de partijen bijeen
zou brengen.
Kellaway, postmeester-generaal, heeft
medegedeeld, dat, om tegemoet te komen
aan het deficit in de inkomsten der poste
rijen, de port voor de binnen- en buiten-
landsche briefkaarten zou worden verhoogd
tot anderhalven stuiver, terwijl de port voor
buitenlandsche brieven zou worden ver
hoogd van 2 'A stuiver tot drie stuivers.
Chamberlain zeide, dat de 25 pet., die vol
gens de wet op het verkrijgen der schade
loosstellingen zouden worden geheven, op
dezelfde wijze zouden worden geïnd als die
tot dusver was gebeurd niet de 50 pet., maar
dat de Duitsche regeering nu op zich had
genomen het te innen bedrag terug te be
talen aan de exporteurs. Bij de bespreking
van de manine-begrooting, waarbij gelden
waren uitgetrokken voor stookolie-depëts in
verschillende deelen van het rijk, zeide
Monsell, de civiele lord van de admiraliteit,
dat dc politiek van de admiraliteit was schel
pen te bouwen, die met olie werden ge
stookt en dat de Britsche vloot weldra uit
sluitend uit zulke schepen zou bestaan.
B a gn e r e s-d e-Bi gorr e, 2 4 Mei.
(B. T. A.). Op de Pyreneesche spoorlijn is
een trein ontspoord, waardoor 7 personen
werden gedood en 13 gewond.
Wilna, 23 M e L (Orient). Daar gene
raal Seligofski tot over zijn ooren in het
werk zit, heeft hij generaal Konozefski tot
zijn plaatsvervanger voor zuiver militaire
aangelegenheden in Centraal-Litauen be
noemd.
Boedapest, 23 Mei. (B. T. A.) Na
heftige discussies in de Nat. Verg. heeft
graaf Bethlen, voorzitter van den minister
raad, zijn getuigen gezonden aan den af
gevaardigde Szitagyi, die de zijne heeft aan
gewezen
Alexandrië, 24 Mei. (R.). In totaal
werden totnogtoe 23 personen gedood en
130 gewond. Onder de Britsche burgers ol
mililairen vielen geen slaohtoffers.
pen. Gisteren vielen opnieuw benden:
vreemdelingen aan, o. w. de Spaansche er»
Zweedsche rechters van de gemengde recht
banken. De beweging is meer nnti-GriekscH
don anti-Europeesch.
Washington, 24 Mei. (RUit ga
zaghebbende bron wordt gemeld, dat hei
"/fip-geschil zich gunstig ontwikkelt en dal
men op weg is naar een definitieve regeling
Kameroverzicht.
Eerste Kamer.
Avondvergadering van Dinsdag 24 Mei.
Regeling van werkzaamheden.
De Voorzitter deelt mede dat do
Centrale Afdeeling besloten heeft morgen
ochtend te 11 uur in de afdeelingen te on
derzoeken de wetsontwerpen, waarvan do
opgaaf is toegezonden aan de leden onder
dagteekening van 12 Mei j.l., aangevuld
met nog 3 wetsontwerpen, waarvan even
eens bij circulaire aanjde leden is kennis
gegeven.
In de Centrale Afdeeling bestond echten
verschil van meening over de wenschelijk-
heid om het wetsontwerp ad 320, betref
fende de olievelden van Djambi reeds mor
gen te onderzoeken dan wel het voorloomg
van de agenda af te voeren. Vandaar dat
de Kamer hierover door stemming zal heb
ben te beslissen. Spr. stelt voor, het afdee-
lingsonderzoek ook van dit wetsontwerp
morgen te doen plaats hebben.
De heer V anKol (s.-d.) acht alle reden
aanwezig om de behandeling van dit wets-
ontwerp uit te stellen. De zaak is voor be«
handeling niet rijp. Er hebben daarbij he
laas dwaze vergissingen plaats gehad. Nog
hedenavond bleek weer van een nieuwe
vergissing, in 't Oranjeboek begaan. Wij
zijn niet in de gelegenheid geweest vol
doende studie te maken, noch van het
Oranjeboek, noch van de artikeen, over
deze zaak in de bladen verschenen. Spr,
herinert eraan dat de voorzitter ook de be
handeling van het ontwerp-Zeebrievenwet
heeft uitgesteld na ontvangst van een adres
van belanghebbenden. Deze zank is echter
veel ernstiger. Er zijn nu nota's gewisseld,
waaruit internationale moeilijkheden zou
den kunnen voortkomen. Spr. zal dus vóór
uitstel stemmen.
De heer C r e m e r (V. B. is het met den
vorigen spreker niet eens. Hij zal vóór het
voorstel van den voorzittter stemmen. Dit
wetsontwerp heeft ons al maanden bezig
gehouden, wij hebben alle gelegenheid ge
had, ervan kennis te nemen. De minister
van Koloniën stelt op spoedige behandeling
daarvan prijs, niet het oog op de slechte fi-
nanoiën van Indië. Daarom mag daarin niet
meer vertraging worden gebracht dan noo*
dig is. Buitenlandsche nota's, waarop do
hee Van Kol zinspeelde, geven geen aanlei.
dirvg tot zoodanige vertraging. De zaak is
zeer eenvoudig. In 1915 hadden Nederland-
sche en Amerikaansche gegadigden gele
genheid om in te schrijven voor de Djombï-
terreinen. De Amerikaansche gegadigden:
„de Koloniale", waren de vierde op dat
lijstje en kwamen dus niet in aanmerking,
omdat er een beter bod was gedaan. Dat
die gegadigden nu op het laatste oogenblilc
met een nieuw bod kwamen, is geen reden,
de zaak uit te stellen. Laten we dus dit wets
ontwerp onderzoeken. We hebben al het
licht, dat ons gegeven kon worden èn in de
stukken, èn in 't Oranjeboek
De heer Van E m b d e n (V. D.) merkt
Naar het Engelsch van
JEFFERY FARNOL.
59
0 „Hoeveel keer heb ik je -niet gezegd, als
Jwij zoo in dezelfde hoek hier zaten, „Geor-
|ge, let op wat ik je zeg als Prue ooit met
Iemand trouwt en dat zal ze doen dan
teal jij die iemand niet zijn." Heb ik 't niet
(precies zoo gezegd, George?"
„Precies zoo, Gaffer," knikte George.
„Wel," ging de oude man voort, „nu kom
Ik tot wat ik zeggen wou Prue is eindelijk
fcoch op iemand verliefd geworden."
De .pijp van Zwarte George viel op den
ferond in stukken, en terwijl hij zich voorover
hoog, zag ik dat hij zijw groote handen
krampachtig gebald had.
V "Gaffes zei hij met gesmoorde stem, „hoe
bedoel ia
„Ik bedoel, wat ik zeg, George."
„Hoe weet je het?"
„Ben ik haar grootvader niet?"
„Weet je het zeker, Gaffer heelemaal
zeker
„Ja, zoo zeker alsdeze week heeft ze
tweemaal vergeten zout in d!e soep te doen,
en de week daarvoor óók al eens en dat
spreekt boelodeelen, George, boekdeelen!'
Hierop stak de oude man de snuifdoos in
zijn zak, zetbe zijn hoed op, en strompelde
weg. Wat Zwarte George betreft, hij zat nog
altijd doodstil met starenden blik voor zich
uit te kijken, lang nadat het getik van den
stok van den ouden man op den straatweg
was weggestorven. Ik sprak hem aan, maar
hij hoorde mij niet, vóór ik mijn hand op zijn
schouder legde.
„Kom, Geotfge," zei ik, „nog één uurtje,
en het hek is klaar." Hij schrok op, en zich
van mijn hand losmakend zag hij mij meteen
vreemde uitdrukking in zijn oogen aan.
„Neen, Peter," mompelde hij, „ik werk
vanavond niet meer," en terwijl hij dit zeide
stond hij op-
„Wat ga je weg?" zei ik, toen hij naar
de deur stapte.
„Ja, ik ga weg." En terwijl hij naar zijn
woning ging, zag ik hem zwaaien en slinge
ren als een dronken man.
HOOFDSTUK XXXDL
Waarin het eerste boek nog
meer naar zijn einde loopt.
Het is niet mijn bedoeling om al de orbe-
teékenende gebeurtenissen, waarbij ik toen
of later een rol speelde, te vertellen, uit
vrees dat deze geschiedenis anders voor den
lezer al ta vervelend, zou worden een mo
gelijkheid waarop ik ook nu zelfs niet ge
heel en al gerust begin te worden. Ik volsta
dus met mede te deelen, dat terwijl de da
gen tot weken werden, en de weken tot
maanden, ik door volharding en ijver een
niet al te slecht vakman in mijn beroep be
gon te worden, zood-at ik, ongeveer twee
maanden nadat ik Zwarte George had ont
moet, zoo goed een paard kon beslaan als
welke smid ook.
Wat echter nog meer waard was, de men-
sohen, waarmede ik eiken dag omging
eenvoudige, eerlijke menschen, tevreden
met hun lot en zonder morren over het kwa
de, dankbaar voor al het goede, dat hun ten
Compleet van f 650 tot f 16 50
kleine voetballen vanaf f5
bij
deel viel, begonnen mijn leven te vullen, en
brachten een groote rust en kalmte over
mijn geest, die door pessimistische gedach
ten en fantastische droomen, door muffe
boeken in mij gewekt, tot nu wat al te veel
mijn eigen persoon als middenpunt van alles
had beschouwd en tegelijk in verwarring was
gebracht.
Welk boek is er, dat vergeleken kan wor
den bij het groote Boek van het Leven
waarin de bladzijden zonder ophouden wor
den omgeslagen, waarin wonderen en my
steries zijn, zooals de stoutste droom en ver
beelding zich niet kan voostellen, véél waar
over men zou moeten weeruen, en nu en dan
ook, zij het weinig, iels, waarover men kan
laohen, wanneer men slechts oogen in zijn
hoofd heeft om het te zien?
Te wande'eit door de ruischende korenvel
den, in de lange, groene lanen der hoptui-
r.en, met Simon, die tegelijk herbergier en
boer is. hem te höoren vertellen van vruch
ten en bloemen, van vogel en dier, is inder
daad beter dan de Georgia van Virgilius te
lezen.
In den zonneschijn te zitten en naar den
ouden man te kijken, pij.p in d'en mond, te
luisteren naar zijn bespiegelingen over Le
ven en Dood, en Menschheid. is beter dan
het cynisch vernuft in een Rochefoucauld,
of een bladzijde uit den braven ouden Mon-
tai'me.
De firnbesneden vorm van het fier opoe
heven hoofd der liefelijke Prue, de teedere
blik in haar oogen, wanneer George in haar
nabijheid is, het golven van de breede borst
en het beven van de hand van den sterken
man, wanneer 'hij haar lichten voetslap
hoort, is bekoorlijker en grootscher dan welk
geschreven verhaal ook, oud of nieuw.
Wat deze beide laatsten betreft, begon ik
in dezen tijd plannen en mogelijkheden te
bedenken, om hen tot elkaar te brengen
om de moeilijkheid, die hen scheidde te
overbruggenwant zelf gelukkig, wilde ik
hen ook gelukkig zien. Hoe ik in deze mijzelf
cpgelgde taak slaagde, zal de lezer als ïvj
de moeite wil nemen vergenoeg in dit boek
te lezen zelf kunnen zien.
i „George," zei ik op een Zaterdagmorgen,
terwijl ik bezig was het zwart van mijn ge«
zicht en handen af te wnsschen, „ga je ven*
middag naar de kermis
„Neen, Peter, ik ga niet."
„Maar Prudence gaat toch ook," zei ik,
mijn gezicht in den handdoek afdroogend.
„En hoe," vroeg de smid, terwijl hij op
zijn beurt het hoofd naar den emmer voorn
over boog, waarin wij onze reiniging voF
brachten, „en hoe weet jij dat zoo, Peter?"
„Omdat ze het mij zelf gezegd heeft."
„Heeft ze het je zelf gezegd zei George,
en onmiddellijk daarop plonste hij met zijni
hoofd in den emmer.
„Ja," zei ik.
„Maar," zei George, die nu weer boven
water was gekomen, en zeer rood in zijn
gezicht zag, terwijl het water hem bij beek
jes uit zijn krUllenden baard stroomde, „maar
al gaat Prudence nu naar de kermis, wal
gaat mij dat aan? He kan mij niets schelen,
waar zij komt en ook niet%vaar ze heengaat
heelemaal niet.'" En tegelijkertijd sohuddo
hij het water van zich af, zooals een 'hond)
dat doet.
„Ben je daar wel zeker van, George?"
„Waarachtig,* heel zeker. Ik ben daar ze
ker van sinds het oog en blik, dat ze mij eenl
„lafaard" heeft genoemd1"
„Poeah I Onzin, man Daar meende zei
niets van vrouwen vooral als ze jong)
zijn zeggen altijd dingen, die ze niet
nen tenminste zoo heb ik altijd gehoord-
„Jawel, ze meende het wel degelijk, zei
George somber, „maar toch is dat het niet*
wathet is dat ik weet, dat ze de waa<r«
heid zei, toen ze me een „lafaard noemde
en me daarvoor in haar hart veraohtte
„Dat is 'het Peter I"
fWordt vervolgde