fB3MIITSPRIlS^37;n;0"Z^
Jongens MMS
J. 0R06TEHD0RST, Hoi 28.
DE EEMLANDER"
BUITENLAND.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Langs den grooten weg.
PRIJS DER ADVERTEHTiEii
voorhanden van ai f 8
Ï9a Jaargang No. 276
wr post f 3 per week (met grati» vtneker.ns
jgcn ongelukken) f 0.17®. aixondedijke nummers
'C .05.
Vrijdag 27 Mei 1921
DIRECTEUR-UITGEVERi J.
11
VALKHOFF.
BUREAU:
ARNHEMSCHE POORTWAL
TCU INT 513.
rr
van 1 4 regels f 1.0J
met inbegrip van een
bewijsnummer, elke regel meer 0.25. dienstaanbie
dingen en Lictdadigheids-adveitenticn voor de helft
der prijs Voor bandcl en bedrijf bestaan zeer,
voordeclige bepalingen voor het advertccren. lierre
ciiculaire, bevattende dc voorwaarden, wordt
aanvraag toegezonden.
op
Politiek Overzicht.
Volgens een Londensch bericht, 'blijkt
(duidelijk uit de beslissing der Britsche re-
jgeerlng op steenden voet Engelsche solda
ten naar Opper-Silezië te zenden ter aan-
yulling' van de vier bataljons van 't bezet
tingsleger aan den Rijn, die naar Opper-
Silezië werden gedirigeerd, dat er haar veel
pan gelegen is spoed te zetlen achter het
herstel der orde in de betwiste Opper-Sile-
kische streken op de basis van de meest
Volkomen rechtvaardigheid. Rekening wordt
gehouden met de mogelijkheid, dat de troe
pen versterkingen zullen ontvangen in den
vorm van gepantserde treinen, tanks en
vliegtuigen. In officieele kringen, naar ver
luidt, is men zoowel over de regeering
te Berlijn als die te Warschau tevreden, die
thans een oorrecte houding aannemen. Te
gelijkertijd wordt er den nadruk op gelegd,
dat de Duitsche gezant te Berlijn, d'Aber-
non, die sedert 12 Mei voortdurend en met
succes de Duitsohe regeering er op heeft
gewezen, dat zij alle daden harer onderda-
V rv diende af te raden en te voorkomen,
iie het gezag zouden aanranden van de
geallieerde commissie in O.-S., niet heeft
ncgelaten zich bij de Pransche en Italiaan-
|u;e ambtgenooten aan te sluiten wat het
i iden van vertoogen betreft. De regeering
te Berlijn had op de meest formeele wijze
rzekerd geen reden tot klachten te zullen
reven en zij nam op zich een man van po-
s'tie en aanzien te zenden ter controleering
n de strenge maatregelen, waartoe beslo
ten is, teneinde een binnenrukken in Opper-
iezië van ongeregelde Duitsche strijdfor-
alies te beletten.
Het bericht in de kranten echter omtrent
de Opper-Silezische gebeurtenissen, welke
inhielden, dat Engelsche officieren deel
zouden hebben genomen aan den strijd aan
de zijde der Selbstsclvutz-organisaties, wordt
van Duitsche zijde ontkend. Daarentegen
v.ordt geconstateerd, dat de geallieerde
commissie aan deze organisatie enkele
officieren, bovenal Engelsche, heeft toege
voegd om toezicht uit te oefenen; deze offi
cieren hadden vooral hun invloed te gebrui
ken om te voorkomen, dat bloed vloeide.
Uit den aard der zaak was derhalve uitge
sloten, dat zij deelnamen aan de gevechten
en inderdaad was dit volgens Duitsche lezing
ook nooit voorgevallen.
Terwijl de Duitschers over Engeland en
<!e Engelsche officieren, vooral wat de
Opper-Silezisohe kwestie betreft, goed zijn te
spreken, duurt echter de ontevredenheid der
beweerde partijdigheid der Fransohen voort
en zoo meldt de te Kattowitz verschijnende
Oberschlesische Morgenzeitung dan thans
ook, dat in 't Poolsche hoofdkwartier te
Schoppinitz de Pransche officieren in- en
uitgaan. Het blad noemt zelfs den naam van
Korfanty's Franschen adviseur, den Fran
schen kapitein Alan, die zich voortdurend in
gezelschap bevindt van den leider der op
standelingen.
Eveneens houdt de verontwaardiging aan
tover de actie der insurgenten. Volgens een
Duitsche lezing staat de Poolsch-Opper-
Si'lezische grens voor elkeen open, zoodat
het in 't district Hindenburg opnieuw moge
lijk was een 200 jonge lieden uit hun wo
ningen te lichten en gedwongen naar 't
Iront te zenden.
De Kattowitzer VolkswiUe geeft een
staaltje van de willekeur der rebellen, die
de verdeeling van de te Kattowitz aanko
mende levensmiddelen heeten te beletten.
Zoo zouden melk en water, waaraan groot
gebrek is, slechts aan arbeidersgezinnen
■worden afgegeven op vertoon van lidmaat-
schapsbewijzen van het insurgentenleger.
Het gevolg hiervan moet zijn, dat vele ar
beiders noodgedwongen zich bij het leger
aansluiten. Maar wel van de meeste wan
daden, door de Poolsohe rebellen gepleegd,
wordt gewag gemaakt in de bladen en brie
ven, die eindelijk weer uit de door de insur
genten bezette Poolsche Opper-Silezische
nijverheidsstreken te Breslau zijn aangeko
men. De Fransche overheden zouden dade
loos toezien, wanneer de Poolsche opstan
delingen uit den band sprongen. Bizonder-
heden zullen wij niet weergeven, maar vol
staan met vast te stellen, dat de berichten
gewag maken van allerlei moord- en bom
aanslagen.
Inmiddels heeft het Roode Kruis in ver
band met den noodtoestand, die in Opper-
Silezië heerscht, haar hulp aangeboden. Het
heeft aan generaal Lerond, overste Parcifal
en generaal Demarini, leden der intergeal-
lieerde commissie te Oppeln, telegrafisch
om toestemming verzocht onverwijld hulp te
verschaffen aan de bewoners van Opper-
Spezië, die het slachtoffer zijn van de tegen
woordige woelingen en welke hulp nader
omschreven is op het 10de Internationale
Congres van Roode Kruisvereenigingen, dat
in Genève is gehouden. Tevens heeft het
Roode Kruis den wensöh uitgesproken, dat
de intergeallieerde commissie zooveel mo
gelijk de uitvoering der te Genève genomen
besluiten zal vergemakkelijken.
Berichten.
B e rl ij n, 26 Mei. (N. T. A. Draad-
loos). Volgens de Parijsche Intransigeant
za 1 aan Duitschland de herbouw van het
gebied tusschen Atrecht en Amtens worden
opgedragen. Briand verklaarde aan de com
missie voor den herbouw der verwoeste ge
bieden, dat het plan voor het herstel dier
gebieden zonder medewerking van het
Duitsche volk onmogelijk was. Hij was zon
der voorbehoud vóór het gebruik van Duit
sche materialen en Duitsche geschoolde
arbeiders. Een Duitsch medewerker in de
regeling van het herstel deelde aan een
vertegenwoordiger van den Excelsior mede,
dat Duitschland aan Frankrijk duurzame
houten huizen zou leveren, die vele jaren
lang bewoonbaar blijven-
B e r 1 ij n 2 6 Mei. (W.-B.). Naar de
bladen uit München berichten, kwam men
bij de besprekingen tusschen de regeering
en de fractieleiders der ooalitiepartij over
de kwestie van de ontwapening der burger
wachten volkomen overeen, dat deze ont
wapening volkomen volgons de eischen der
Entente moet geschieden. De minister
president Von Kahr zette die maatregelen
uiteen, die het kabinet in dezen van zins is
uit te voeren. De partijleiders verklaarden
het met de uiteenzettingen eens te zijn.
Naar de bladen uit München vernemen,
zal a. s. Vrijdag opnieuw een ministerraad
worden gehouden over het vraagstuk der
ontwapening. Denzelfden dag of Zaterdag
daarop zal de minister-president in de com
missie uit den Landdag een verklaring af
leggen over die kwestie der burgerwachten.
Oppeln, 26 Mei. (W.-B.). Een sterke
Poolsche aanval op Landsberg werd afge
slagen. De gevechten bij Malapane en
Roschau en om 't station van Groszstein,
die des ochtends vroeg tusschen twee en
drie inzetten met aanvallen der opstande
lingen, waren 's middags nog aan den gang.
Bij Zembowitz is Poolsche artillerie opge
treden; 10.5 c.M.-kanonnen der Polen wer
den vastgesteld, die Raflau en Lemke be
schoten. Ten Z. van Kosel en links van den
Oder tot Ratibor schieten de opstandelin
gen druk met mitrailleuses. Kattowitz wordt
ten zeerste 'bedreigd. De bevolking lijdt zeer
door 't gebrek aan water. Het telegrafisch
en telefonisch verkeer met de industrie
streek is geheel verbroken.
Berlijn, 26 Mei. (W. B.). Naar de
bladen melden, moesten de Franschen
Myslowitz, dat zij tot dusver bezet hielden,
ontruimen. De stad is door de Poolsche op
standelingen bezet. Eveneens is voor de
overige Opper-Silezische industriesteden
het gevaar verergerd. Rond Kattowitz wei
den de buitenposten der Franschen terug
getrokken in de stad. Volgens de Voss,
Ztg. is bij de gevechten om de Olsau-brug
een studenten-compagnie waargenomen.
B e r 1 ij n, 26 Mei. (W. B.). Volgens
een bericht van het Berl. Tagebl. hebben
de leden van het Beiersohe corps Ober
land besloten uit Opper-Silezië naar Beie
ren terug te keeren.
Breslau, 25 Mei. (V. D.) De staking
der mijnwerkers in het Noord-Silezische
kolendistrict neemt een steeds grooteren
omvang aan.
Leipzig, 26 Mei. (\V. B.) In het pro-
ces-Heynen werd vanmorgen om negen uut
vonnis gewezen. De beklaagde werd wegens
mishandeling, beleediging en handelingen
tegen ondergeschikten, in strijd met de
voorschriften, veroordeeld tot tien maanden
gevangenis, met aftrek -van preventief.
Leipzig, 26 Mei. (W.-B.). Heden be
gon het tweede proces der oorlogsmisdadi
gers voor het Hooggerecht alhierbeklaagde
was ditmaal de advocaat en kapitein der
landweer Ernil Muller te Karlsruhe. Hij is
eveneens béschuldigd van mishandeling
van krijgsgevangenen.
De president van den Zwitserschen natio-
nalen raad Gustcv Müller is volgens 't Hbl.
een ernstig ongeluk overkomen, waardoor
hij levensgevaarlijk gewond werd aan de
wervels en een hersenschudding kreeg.
L o n d e n, 2 6 M e i. (N. T. A. Draad
loos uit Horsea). Officieel is bevestigd, dat
tusschen Engeland I en Duitschland een
overeenkomst gesloten is, waarbij is be
paald, dat de Duitsche regeering in den
vervolge den Duitschen exporteur zal ver
goeden hetgeen deze betaald heeft als
schadevergoedingsheffing aan de Britsche
regeering. Deze overeenkomst zal in de eer
ste dagen van Juni van kracht worden.
Wanneer goederen uit Duitschland via de
neutrale landen Engeland binnen komen,
dan zal hiervan door de Britsche autoritei
ten geen heffing geëischt worden, daar de
Öuilsche regeering deze heffing zal innen,
eerdat deze goederen Duitschland uit
gaan.
Londen, 25 Mei. (R.) In 't Lagerhuis
zei Chamberlain, dot er nog geen teeken
was, dat er op wees, dat de mijnwerkers en
mijneigenaren het eens zouden worden. De
regeering besloot daarom nogmaals een po
ging te doen om tot een oplossing te ge
raken en de twee partijen daarom op 27 Mei
tot een conferentie bijeen te roepen.
Volgens een Reuter-bericht zijn bij 't ge
vecht, dat volgde op de vernieling van 't
douanekantoor te Dublin, waarvan wij van
middag melding maakten, zeven Sinn Fei-
ners gedood, elf gewond en 65 gevangen
genomen. De politie had vier gewonden.
Kopenhagen, 26 Mei. (W.-B.). Het
internationale Roode-Kruiscongres voor ge
slachtsziekten werd vandaag gesloten, na
een week te hebben geduurd. Behalve de
Noordsche rijken hadden ook Engeland,
Nederland, Zwitserland en Finland verte
genwoordigers gezonden.
Warschau, 26 Mei. (B. T. A.) Het
staatshoofd heeft Sapieha's verzoek om ont
slag ingewilligd en den onder-staatssecreta
ris van buitenlandsche zaken ad-interim
met de portefeuille belast.
Sofia, 25 Mei. (B. T. A.). Vandaag
werd in het geheele koninkrijk met grooten
luister 't volksfeest gevierd van Cyrillus en
plechtig
Methodius. Te Sofia werd na een
Ie Deum, waaraan de koning en de auto
riteiten deelnamen, een stoet geformeerd
door scholieren, studenten en vereenigin-
gen, die voorbij het paleis trok en geest
driftig den koning toejuichte. De koning
kwam uit het paleis en begaf zich onder de
jongelieden en sprak hen toe. De plechtig
heid liep ten einde, toen een bom onplofte,
geworpen uit de vensters van een huis in
de nabijheid. De bom viel te midden van
een aantal scholieren, van wie een tiental
werden gekwetst. De menigte, opgewonden
door deze dwaze en nuttelooze misdaad,
schreef deze toe aan de communisten ;men
begaf zich naar het vergaderlokaal van
deze partij, dat in brand gestoken werd en
gedeeltelijk vernield. In de stad is 't nu
volkomen rustig. Het feest duurde zonder
verder incident voort. Den dader van den
aanslag lukte het te ontkomen de vervol
ging en het onderzoek leverden geen ie-
sultaat op.
Athene, 25 Mei. (G. T. A.) Het offi
cieel bericht maakt melding van het ver
strooien van ongeregelde troepenconcentra
ties bij Ghiordiz en van de verovering van
munitie en telegraafm teriaal in het dorp
Koyadjik, 15 K.M. van Ghiordiz. Overigens
is het rustig op het front.
C o n s t a n t i n a p e 1, 2 6 M e i. (B. T. A.)
Volgens een -niet nader bevestigd bericht
uit Angora zouden de Grieken een alge
meen offensief op het front in Klein-Azië
zijn begonnen, maar hun linies niet hebben
kunnen vooruitschuiven, dank zij het verzet
der Tinken. De Grieken zouden ernstige
verliezen hebben geleden.
Washington, 26 Mei. (R.) De Se
naat heeft met algemeene stemmen een
amendement aangenomen op de marine-be
grooting, waarbij president Harding wordt
verzocht Groot-Brittannië cn Japan uit te
noodigen zioh bij de Ver. Staten aan te slui
ten tot het houden eener conferentie om
trent het ontwapeningsvraagstuk.
Genève, 25 Mei. (B. T. A.) De mi
nister van buitenlandsche zaken der repu
bliek San Salvador deed aan 't secretariaat-
generaal van den Volkenbond ter registratie
en publicatie het verdrag inzake de Cen-
traal-Amerikaansche unie, geteekend 19
Jan. 1921 en gesloten tusschen San Salva
dor, Guatamala, Honduras en Costa Rica,
toekomen. In dit verdrag wordt voorzien in
het stichten van een nieuwen soevereinen
en onafhankelijken staat, die de naam draagt
van midden-Amerikaansohe federatie.
Kameroverzicht.
Eerste Kamer.
Na aanneming zonder stemming van en
kele kleinere wetsontwerpen, werd heden
het wetsontwerp betreffende den invoer,
aanmaak en verkoop van buskruit en spring
stoffen na bestrijding door de heeren Slin-
genberg, van der Maesen de Sombreff en
Mendels en verdediging door de ministers
van Landbouw, Oorlog en Financiën, ver
worpen met 16 tegen 15 stemmen.
Tegen het wetsontwerp stemden de leden
Doyes, Smeenge, v. d. Maessen de Som
breff, Geertsema, Slingenberg, Cremer, me
vrouw Pothuis Smit, Mendels, van Em'bden,
Vliegen, de Boer, Binnerts, van der Feltz,
Wittert van Hoogland, Bergsma en van Kol.
Van links stemde alleen de heer Fokker
voor.
Vooraf verklaarde de heer Cremer dat de.
leden van den Vrijheidsbond tegen stemden
wegens het monopolistisch karakter van het
ontwerp, niet omdat zij tegen voor 'verdedi
ging noodige maatregelen zijn.
De vergadering ging daarna uiteen waar
schijnlijk tot 7 Juni, q. a. voor de aanvul*
ling der Hooger Onderwijswet en Indische
geldelening.
Tweede Kamer.
In de zitting von Donderdag was aan dtf
orde de
Interpcllatie-Albarda
over de notawisseling tusschen de Amen»
koansch en de Nederlandsche regeering
over de exploitatie van petroleumvelden in
Ned.-Indië, in het bijzonder met betrekking
tot Djambi.
De heer Al barda constateert, dat do
minister van Koloniën de Kamer dupe heeft
gemaakt van zijn stilzwijgendheid, waardoor
de Kamer geheel onkundig was van de cor
respondentie en besprekingen met deal
Amerikaanschen gezant. De opvatting vaa
den minister is in flagranten strijd met wat
de regeering aan de volksvertegenwoordi
ging verschuldigd is. De minister heeft do
waarheid voor de Kamer bewust vorzwegen(
zeer velen hebben den indruk gekregen vatr"
opzettelijke bevoordeeling der Koninklijk^
mede als gevolg van de relatie der regee»
ring met den o.s. partij-leider Colijn. D*
waardigheid der volksvertegenwoordiging is
met de zaak gemoeid. Bovendien was het
aanbod der Koninklijke in 1915 niet het
voordeeligste.
Wil de regeering het ontwerp intrekken
en opnieuw indienen (art. 115 gTond-wet)
opdat de Kamer met volledige kennis kani
oordeel en?
Ten slotte stelt interpellant 6 vragen be«
treffende de geheimhouding der stukkert
van het Oranjeboek betreffende de voor<
stellen van Amerikaansche zijde, het initia
tief; de exploitatie van de Djnmbivelden
door d*e Bataafsche, gelegenheid te geven
aan andere ondernemingen voor de Djombi-
exploitatie en de geneigdheid van den mi
nister om de Kamer opnieuw te laten be
slissen over het wetsontwerp.
De heer Van Ravesteyn interpelleert
over hetzelfde onderwerp en critisecrt
scherp de geheimzinnigheid van het mi
nisterie van buitenlandsche zaken.
ïnterpella-nt stelt 5 vragen over de be
langstelling der Ver. Staten voor de ex
ploitatie van petroleumbronnen in Indië, de
besprekingen van beide ministers met den
Amerikaanschen gezant, het verzwijgen van
het memorandum en den brief van dien ge
zant en de mededinging van Amerikaansche
zijde in 't algemeen.
Minister De Graaff zet de gedach
ten-wisseling met den Amerikaanschen ge
zant uiteen. Er was geen reden hierover bij
de behandeling van het ontwerp te sprekenv
daar er geen protest was geweest. De
briefwisseling met Buitenl. Zaken droegi
doorloopend het karakter eener akadenvi-
aohe bespreking van beginselen. (Hoonge-
laoh links).
De minister deelt vervolgens mede welke
stukken hem 'bekend waren bij de indiening
van het wetsontwerp. Hij zag geen redeiv
de Kamer bij de behandeling van het ont
werp te betrekken in een gedachtenwisse-
ling van informatorischen aard, noch te be«
tTekken bij een brief van 19 April, welke
nog niet door de regeering was beantwoord.
De minister vond bij zijn optreden hef
ontwerp bijna gereed. Niet hij is dus be
gonnen met de Bataafsche. De minister ant
woordt niet op een interruptie van links, of
de heer Idenbttrg dan begonnen is en ant
woordt ontkennend op de laatste vraag. Daar
is geen enkélijke reden voor. Aan redelijke
wenschen van andere zijde van welk land
ook zal zoo veel mogelijk tegemoet wor
den gekomen. Tegenover invloeden van
buiten, die de Djambizaak trachten te ver*
troebelen, zal worden palgestaan.
Minister Van Kar nebeek acht.
Die hel hoogste klimt, waagt er de kans
aan, het diepst te vallen.
Naar het Engelsoh van
JEFFERY FARNOL.
51
„Maar een houten beschilderd hoofd zou
loch even goed dienst kunnen doen?"
„Een houten hoofd," riep de man verach
telijk, „voor den duivel je bent zeker nog
niet -heelemaal gaardat moet wel I Wie
dril nu naa-r een houten hoofd gooien
een houten 'hoofd kun je geen pijn doen ail
Jgooide je een stuk klip tegen een 'houten
hoofd, dan zou dat toch geen spier vertrek
ken, is het wel? Als een mensch ergens
haar gooit, dan wil hij het ook graag raken
f- dat is menschel ijk en als hij -het raak
dan wil hij het ook graag zien dat het pijn
doeten dan wrijft hij zioh in de han-
iden en gooit nog eensen dat is het
«nenschelijkste van alles f Zoo zie je wel,
gaasje, dat je nogal gToen was met je houten
hoofd I"
Op dit oogen'bliik bukte ik plotseling en
greep hem bij den pols en zag, dat hij
jnijn beurs in zijn hand hield. Het was een
tjproote hand, met beenige knokkels en aan
^een ervan was een oude ring. Eerst trachtte
hij nog zich uit mijn greep los te maken,
inaar toen hij bemerkte dat dit vruchteloos
iJM&s, bleef hü mil stil aan staan Joiiken; het
cene oog fonkelend van woede, het andere,
loenschend, met een wonderlijke spottende,
uitdrukking.
„Ha I" zei ik.
„Hallo I" zei hij.
„Een beurs 1" zei ik.
„Ja, warempel, een beurs,' zei hij met een
bevestigenden knik„tenminste het lijkt er
buitengewoon veel op, vindt u ook niet
„En wat meer zeggen wil, op de mijne 1"
„Werkelijk
„Ik zöu er op kunnen zweren."
„Werkelijk?"
„Ja zeker I"
„Dan zou het misschien maar het beste
wezen, jonkman, dat je je eigendom weer in
bezit namje zult er wel in je sdhik mee
wezen."
„Dus je bent aan 't zakkenrollen geweest!"
„Ik heb nog nooit van mijn leven zakken
gerold daar heb ik me altijd nog te hoog
voor gevoeld f"
Ik nam intusschen mijn eigendom uit zijn
'hand, en stak het in ipijn zak. Daarna bracht
-den greep van mijn hand over naar zijn
- \Skraag.
„En ga nu maa'r eens mee," zei ik.
„Wat ga je doen?" zei ik.
„Wel, wat doet iemand gewoonlijk met een
zakkenroller
Ik had echter deze woorden nog nauwe
lijks uitgesproken of met een plotselingen,
handigeh draai rukte hij zich uit mijn greep
los, lichtte mij een beentje, zoodat ik met
een zwaren plof voorover viel, en. maakte
zich uit de voeten' vóór ik had kunnen op
staan. Ik stond haastig op, wat versuft door
den val', maar mijzelf toch gehikwensohend,
■dat ik mijn beurs weer had, en bevond mij
weldra, tusschen de tenten doorgaand, weer
onder de mensohen. Hier waren de meest
verschillende circussen en kijkspelletjes,
waar men de vreemdste dieren der wereld
kon zien, en de gewone Dikke Dame en het
Mensch-Geraamteen voor de kijkspellen
stonden mannen op verschillende wijze op
gedirkt, maar allen met een purperrood ge
zicht en in het bezit van de longen van een>
Stentor vooral één kerel, een rondhoofdig
individu van geweldigen omvang, die daar
bij nog de tTom sloeg ook, en naar wien ik
een oogenblik bleef staan luisteren.
bij:
„Boeren burgers en buitenlui, zeer hoog
geacht publiek, bom, slag op de trom
de wonderbaarlijke, harige, en wilde man
uit Bonhoolan eet levende adders en kruipt
in een prachtige groene huid van een slang I
Gaat dat zien! Stap op en ga naar binnen,
geacht publiek I Bom, slag op de trom
want nog veel meer zult ge zien. Ge zult
zien de onbegrijpelijke toeren der aller
schoonste Lady Paulinolotti, die zwaarden,
sabels, bajonetten inslikt, glazen en fl'es-
schen met haar mond in stukken kauwt en
naar binnen werkt bom, slag met de trom.
£n nu spreek ik nog niet van Catamaplasus,
den Vuur-Vriend, die zichzelf met gloeien
de ijzers brandt, en dat prettig vindt, die
met smaak gloeiend vuur naar binnen slaat
en dan weer met vlammen en zwavelrook
uitspuwt, en dat alles voor dertig cent,
bom, slag met de trom Stap op hoogge
acht publiek, gaat naar binnen het kost
maar dertig centbom." Eenige oogen-
blikken later stond ik voor een wagen, waar
bovenop een man de menigte voor hem al
dus toesprak
„Ik ben, dames eiv beeren, hier niet voor
u opgetreden om laag gewin of, zooals ik
zou kunnen zeggen kudos, wat het Griek-
sche woord ervoor is, noch om mijn handen
in uw zakken te steken en die te berooven
van uw eerlijk verdiend geldneen, dames
en heeren, ik ben hier alleen voor u opge
treden om uzelfs wil, om het welzijn van elk
uwer te bevorderen, om het lijden der
menschheid te lenigen en te verzachten, om
zooals ik zou kunnen zeggen de ter
neergeslagen menschheid weer op te heffen.
In één woord, ik sta hier om u bekend te
maken met wat ik noem mijn Elixir Antropos.
Anti^pos, mijne dames erv heeren, is een
oud, zeer oud Egyptisch woord en beteekent
man of ook wel vrouw enz. enz.
Terwijl de man op den wagen deze schoo-
ne toespraak hield, had ik een zeer eerbied
waardig uitzienden ouden heer opgemerkt,
in een keurige, blauwe jas, en met een breed
gerand en hoed op, gezeten op den dissel
van een kar en langzaam gioote wolken uit
zijn pijp dampend. Terwijl hij dampte luister
de hij aandachtig naar de toespraak van
den kwakzalver, terwijl er alleen zoo nu en
dan een guitige schittering in zijn oogen, en
een ironisch glimlachje om zijn lippen kwam.
De kar, op welks disselboom hij zat, stond
vlak bij een zeer kleine, vieze -en ongunstig
uitziende-tent, waarnaar de oude hear met
rijn rug toegekeerd zat- En terwijl ik zoo naar
hem keek, zag ik opeens de punt van aenl
mes glinsteren door het zeildoek der tent,
waarna er door het aldus gemaakte gat eenl
hand te voorschijn kwam een zeer groote,
beenige hand met lange vingers, aan eenl
waaraan ik een ouden versleten ring ontdek*
te. Een oogenblik tastte de hand als onz&
ker rond, toen opeens schoot zij vooruit
de lange panden van de jas van den ouder
heer bewogen ternauwernood, maar toch zag
ik dat de hand weer verdween met een volle
beurs in haar greep.
Ik liep onmiddellijk om de tent heen, tot
ik bij de opening was, bukte, en gluurdö
voorziêhtig naar binnen. En waarlijk, daatl
zat mijn zakkenroller met gespannen aani
dacht den inhoud der beurs onderzoekend1,
grinnikend, terwijl hij daarmede bezig was-
Toen liet hij haar in zijn zak glijden en. stap^
te naar buiten waar ik hem onmiddellijW
in zijn kraag pakte.
Een oogenblik van heftige worsteling volg*
dier doch toen hij weldra bemerkte, dat hiji
ook np weer zich niet uit mijn greep zou;
kunnen losmaken, bleef hij stil liggen, hij*
gend, met een wilden blik in zijn eene, enj
een komische in het andere oog loenschefl
dan ooit te voren, terwijl ik mijn hand in zijrf
zak stak, de beurs er uit haelde, en die
mijn zak deed verdwijnen.
„Samendoen, elk de helft, vrindJbijgd'Q'
hij, „elk de helft, dan rijn we „quitte.
„Waarachtig niet," zei ik, opstaand terwijl
ik hem stevig bleef vasthouden.
(Wordt vervolgd)