fB3MIITSPRIlS^37;n;0"Z^ Jongens MMS J. 0R06TEHD0RST, Hoi 28. DE EEMLANDER" BUITENLAND. BINNENLAND. FEUILLETON. Langs den grooten weg. PRIJS DER ADVERTEHTiEii voorhanden van ai f 8 Ï9a Jaargang No. 276 wr post f 3 per week (met grati» vtneker.ns jgcn ongelukken) f 0.17®. aixondedijke nummers 'C .05. Vrijdag 27 Mei 1921 DIRECTEUR-UITGEVERi J. 11 VALKHOFF. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL TCU INT 513. rr van 1 4 regels f 1.0J met inbegrip van een bewijsnummer, elke regel meer 0.25. dienstaanbie dingen en Lictdadigheids-adveitenticn voor de helft der prijs Voor bandcl en bedrijf bestaan zeer, voordeclige bepalingen voor het advertccren. lierre ciiculaire, bevattende dc voorwaarden, wordt aanvraag toegezonden. op Politiek Overzicht. Volgens een Londensch bericht, 'blijkt (duidelijk uit de beslissing der Britsche re- jgeerlng op steenden voet Engelsche solda ten naar Opper-Silezië te zenden ter aan- yulling' van de vier bataljons van 't bezet tingsleger aan den Rijn, die naar Opper- Silezië werden gedirigeerd, dat er haar veel pan gelegen is spoed te zetlen achter het herstel der orde in de betwiste Opper-Sile- kische streken op de basis van de meest Volkomen rechtvaardigheid. Rekening wordt gehouden met de mogelijkheid, dat de troe pen versterkingen zullen ontvangen in den vorm van gepantserde treinen, tanks en vliegtuigen. In officieele kringen, naar ver luidt, is men zoowel over de regeering te Berlijn als die te Warschau tevreden, die thans een oorrecte houding aannemen. Te gelijkertijd wordt er den nadruk op gelegd, dat de Duitsche gezant te Berlijn, d'Aber- non, die sedert 12 Mei voortdurend en met succes de Duitsohe regeering er op heeft gewezen, dat zij alle daden harer onderda- V rv diende af te raden en te voorkomen, iie het gezag zouden aanranden van de geallieerde commissie in O.-S., niet heeft ncgelaten zich bij de Pransche en Italiaan- |u;e ambtgenooten aan te sluiten wat het i iden van vertoogen betreft. De regeering te Berlijn had op de meest formeele wijze rzekerd geen reden tot klachten te zullen reven en zij nam op zich een man van po- s'tie en aanzien te zenden ter controleering n de strenge maatregelen, waartoe beslo ten is, teneinde een binnenrukken in Opper- iezië van ongeregelde Duitsche strijdfor- alies te beletten. Het bericht in de kranten echter omtrent de Opper-Silezische gebeurtenissen, welke inhielden, dat Engelsche officieren deel zouden hebben genomen aan den strijd aan de zijde der Selbstsclvutz-organisaties, wordt van Duitsche zijde ontkend. Daarentegen v.ordt geconstateerd, dat de geallieerde commissie aan deze organisatie enkele officieren, bovenal Engelsche, heeft toege voegd om toezicht uit te oefenen; deze offi cieren hadden vooral hun invloed te gebrui ken om te voorkomen, dat bloed vloeide. Uit den aard der zaak was derhalve uitge sloten, dat zij deelnamen aan de gevechten en inderdaad was dit volgens Duitsche lezing ook nooit voorgevallen. Terwijl de Duitschers over Engeland en <!e Engelsche officieren, vooral wat de Opper-Silezisohe kwestie betreft, goed zijn te spreken, duurt echter de ontevredenheid der beweerde partijdigheid der Fransohen voort en zoo meldt de te Kattowitz verschijnende Oberschlesische Morgenzeitung dan thans ook, dat in 't Poolsche hoofdkwartier te Schoppinitz de Pransche officieren in- en uitgaan. Het blad noemt zelfs den naam van Korfanty's Franschen adviseur, den Fran schen kapitein Alan, die zich voortdurend in gezelschap bevindt van den leider der op standelingen. Eveneens houdt de verontwaardiging aan tover de actie der insurgenten. Volgens een Duitsche lezing staat de Poolsch-Opper- Si'lezische grens voor elkeen open, zoodat het in 't district Hindenburg opnieuw moge lijk was een 200 jonge lieden uit hun wo ningen te lichten en gedwongen naar 't Iront te zenden. De Kattowitzer VolkswiUe geeft een staaltje van de willekeur der rebellen, die de verdeeling van de te Kattowitz aanko mende levensmiddelen heeten te beletten. Zoo zouden melk en water, waaraan groot gebrek is, slechts aan arbeidersgezinnen ■worden afgegeven op vertoon van lidmaat- schapsbewijzen van het insurgentenleger. Het gevolg hiervan moet zijn, dat vele ar beiders noodgedwongen zich bij het leger aansluiten. Maar wel van de meeste wan daden, door de Poolsohe rebellen gepleegd, wordt gewag gemaakt in de bladen en brie ven, die eindelijk weer uit de door de insur genten bezette Poolsche Opper-Silezische nijverheidsstreken te Breslau zijn aangeko men. De Fransche overheden zouden dade loos toezien, wanneer de Poolsche opstan delingen uit den band sprongen. Bizonder- heden zullen wij niet weergeven, maar vol staan met vast te stellen, dat de berichten gewag maken van allerlei moord- en bom aanslagen. Inmiddels heeft het Roode Kruis in ver band met den noodtoestand, die in Opper- Silezië heerscht, haar hulp aangeboden. Het heeft aan generaal Lerond, overste Parcifal en generaal Demarini, leden der intergeal- lieerde commissie te Oppeln, telegrafisch om toestemming verzocht onverwijld hulp te verschaffen aan de bewoners van Opper- Spezië, die het slachtoffer zijn van de tegen woordige woelingen en welke hulp nader omschreven is op het 10de Internationale Congres van Roode Kruisvereenigingen, dat in Genève is gehouden. Tevens heeft het Roode Kruis den wensöh uitgesproken, dat de intergeallieerde commissie zooveel mo gelijk de uitvoering der te Genève genomen besluiten zal vergemakkelijken. Berichten. B e rl ij n, 26 Mei. (N. T. A. Draad- loos). Volgens de Parijsche Intransigeant za 1 aan Duitschland de herbouw van het gebied tusschen Atrecht en Amtens worden opgedragen. Briand verklaarde aan de com missie voor den herbouw der verwoeste ge bieden, dat het plan voor het herstel dier gebieden zonder medewerking van het Duitsche volk onmogelijk was. Hij was zon der voorbehoud vóór het gebruik van Duit sche materialen en Duitsche geschoolde arbeiders. Een Duitsch medewerker in de regeling van het herstel deelde aan een vertegenwoordiger van den Excelsior mede, dat Duitschland aan Frankrijk duurzame houten huizen zou leveren, die vele jaren lang bewoonbaar blijven- B e r 1 ij n 2 6 Mei. (W.-B.). Naar de bladen uit München berichten, kwam men bij de besprekingen tusschen de regeering en de fractieleiders der ooalitiepartij over de kwestie van de ontwapening der burger wachten volkomen overeen, dat deze ont wapening volkomen volgons de eischen der Entente moet geschieden. De minister president Von Kahr zette die maatregelen uiteen, die het kabinet in dezen van zins is uit te voeren. De partijleiders verklaarden het met de uiteenzettingen eens te zijn. Naar de bladen uit München vernemen, zal a. s. Vrijdag opnieuw een ministerraad worden gehouden over het vraagstuk der ontwapening. Denzelfden dag of Zaterdag daarop zal de minister-president in de com missie uit den Landdag een verklaring af leggen over die kwestie der burgerwachten. Oppeln, 26 Mei. (W.-B.). Een sterke Poolsche aanval op Landsberg werd afge slagen. De gevechten bij Malapane en Roschau en om 't station van Groszstein, die des ochtends vroeg tusschen twee en drie inzetten met aanvallen der opstande lingen, waren 's middags nog aan den gang. Bij Zembowitz is Poolsche artillerie opge treden; 10.5 c.M.-kanonnen der Polen wer den vastgesteld, die Raflau en Lemke be schoten. Ten Z. van Kosel en links van den Oder tot Ratibor schieten de opstandelin gen druk met mitrailleuses. Kattowitz wordt ten zeerste 'bedreigd. De bevolking lijdt zeer door 't gebrek aan water. Het telegrafisch en telefonisch verkeer met de industrie streek is geheel verbroken. Berlijn, 26 Mei. (W. B.). Naar de bladen melden, moesten de Franschen Myslowitz, dat zij tot dusver bezet hielden, ontruimen. De stad is door de Poolsche op standelingen bezet. Eveneens is voor de overige Opper-Silezische industriesteden het gevaar verergerd. Rond Kattowitz wei den de buitenposten der Franschen terug getrokken in de stad. Volgens de Voss, Ztg. is bij de gevechten om de Olsau-brug een studenten-compagnie waargenomen. B e r 1 ij n, 26 Mei. (W. B.). Volgens een bericht van het Berl. Tagebl. hebben de leden van het Beiersohe corps Ober land besloten uit Opper-Silezië naar Beie ren terug te keeren. Breslau, 25 Mei. (V. D.) De staking der mijnwerkers in het Noord-Silezische kolendistrict neemt een steeds grooteren omvang aan. Leipzig, 26 Mei. (\V. B.) In het pro- ces-Heynen werd vanmorgen om negen uut vonnis gewezen. De beklaagde werd wegens mishandeling, beleediging en handelingen tegen ondergeschikten, in strijd met de voorschriften, veroordeeld tot tien maanden gevangenis, met aftrek -van preventief. Leipzig, 26 Mei. (W.-B.). Heden be gon het tweede proces der oorlogsmisdadi gers voor het Hooggerecht alhierbeklaagde was ditmaal de advocaat en kapitein der landweer Ernil Muller te Karlsruhe. Hij is eveneens béschuldigd van mishandeling van krijgsgevangenen. De president van den Zwitserschen natio- nalen raad Gustcv Müller is volgens 't Hbl. een ernstig ongeluk overkomen, waardoor hij levensgevaarlijk gewond werd aan de wervels en een hersenschudding kreeg. L o n d e n, 2 6 M e i. (N. T. A. Draad loos uit Horsea). Officieel is bevestigd, dat tusschen Engeland I en Duitschland een overeenkomst gesloten is, waarbij is be paald, dat de Duitsche regeering in den vervolge den Duitschen exporteur zal ver goeden hetgeen deze betaald heeft als schadevergoedingsheffing aan de Britsche regeering. Deze overeenkomst zal in de eer ste dagen van Juni van kracht worden. Wanneer goederen uit Duitschland via de neutrale landen Engeland binnen komen, dan zal hiervan door de Britsche autoritei ten geen heffing geëischt worden, daar de Öuilsche regeering deze heffing zal innen, eerdat deze goederen Duitschland uit gaan. Londen, 25 Mei. (R.) In 't Lagerhuis zei Chamberlain, dot er nog geen teeken was, dat er op wees, dat de mijnwerkers en mijneigenaren het eens zouden worden. De regeering besloot daarom nogmaals een po ging te doen om tot een oplossing te ge raken en de twee partijen daarom op 27 Mei tot een conferentie bijeen te roepen. Volgens een Reuter-bericht zijn bij 't ge vecht, dat volgde op de vernieling van 't douanekantoor te Dublin, waarvan wij van middag melding maakten, zeven Sinn Fei- ners gedood, elf gewond en 65 gevangen genomen. De politie had vier gewonden. Kopenhagen, 26 Mei. (W.-B.). Het internationale Roode-Kruiscongres voor ge slachtsziekten werd vandaag gesloten, na een week te hebben geduurd. Behalve de Noordsche rijken hadden ook Engeland, Nederland, Zwitserland en Finland verte genwoordigers gezonden. Warschau, 26 Mei. (B. T. A.) Het staatshoofd heeft Sapieha's verzoek om ont slag ingewilligd en den onder-staatssecreta ris van buitenlandsche zaken ad-interim met de portefeuille belast. Sofia, 25 Mei. (B. T. A.). Vandaag werd in het geheele koninkrijk met grooten luister 't volksfeest gevierd van Cyrillus en plechtig Methodius. Te Sofia werd na een Ie Deum, waaraan de koning en de auto riteiten deelnamen, een stoet geformeerd door scholieren, studenten en vereenigin- gen, die voorbij het paleis trok en geest driftig den koning toejuichte. De koning kwam uit het paleis en begaf zich onder de jongelieden en sprak hen toe. De plechtig heid liep ten einde, toen een bom onplofte, geworpen uit de vensters van een huis in de nabijheid. De bom viel te midden van een aantal scholieren, van wie een tiental werden gekwetst. De menigte, opgewonden door deze dwaze en nuttelooze misdaad, schreef deze toe aan de communisten ;men begaf zich naar het vergaderlokaal van deze partij, dat in brand gestoken werd en gedeeltelijk vernield. In de stad is 't nu volkomen rustig. Het feest duurde zonder verder incident voort. Den dader van den aanslag lukte het te ontkomen de vervol ging en het onderzoek leverden geen ie- sultaat op. Athene, 25 Mei. (G. T. A.) Het offi cieel bericht maakt melding van het ver strooien van ongeregelde troepenconcentra ties bij Ghiordiz en van de verovering van munitie en telegraafm teriaal in het dorp Koyadjik, 15 K.M. van Ghiordiz. Overigens is het rustig op het front. C o n s t a n t i n a p e 1, 2 6 M e i. (B. T. A.) Volgens een -niet nader bevestigd bericht uit Angora zouden de Grieken een alge meen offensief op het front in Klein-Azië zijn begonnen, maar hun linies niet hebben kunnen vooruitschuiven, dank zij het verzet der Tinken. De Grieken zouden ernstige verliezen hebben geleden. Washington, 26 Mei. (R.) De Se naat heeft met algemeene stemmen een amendement aangenomen op de marine-be grooting, waarbij president Harding wordt verzocht Groot-Brittannië cn Japan uit te noodigen zioh bij de Ver. Staten aan te slui ten tot het houden eener conferentie om trent het ontwapeningsvraagstuk. Genève, 25 Mei. (B. T. A.) De mi nister van buitenlandsche zaken der repu bliek San Salvador deed aan 't secretariaat- generaal van den Volkenbond ter registratie en publicatie het verdrag inzake de Cen- traal-Amerikaansche unie, geteekend 19 Jan. 1921 en gesloten tusschen San Salva dor, Guatamala, Honduras en Costa Rica, toekomen. In dit verdrag wordt voorzien in het stichten van een nieuwen soevereinen en onafhankelijken staat, die de naam draagt van midden-Amerikaansohe federatie. Kameroverzicht. Eerste Kamer. Na aanneming zonder stemming van en kele kleinere wetsontwerpen, werd heden het wetsontwerp betreffende den invoer, aanmaak en verkoop van buskruit en spring stoffen na bestrijding door de heeren Slin- genberg, van der Maesen de Sombreff en Mendels en verdediging door de ministers van Landbouw, Oorlog en Financiën, ver worpen met 16 tegen 15 stemmen. Tegen het wetsontwerp stemden de leden Doyes, Smeenge, v. d. Maessen de Som breff, Geertsema, Slingenberg, Cremer, me vrouw Pothuis Smit, Mendels, van Em'bden, Vliegen, de Boer, Binnerts, van der Feltz, Wittert van Hoogland, Bergsma en van Kol. Van links stemde alleen de heer Fokker voor. Vooraf verklaarde de heer Cremer dat de. leden van den Vrijheidsbond tegen stemden wegens het monopolistisch karakter van het ontwerp, niet omdat zij tegen voor 'verdedi ging noodige maatregelen zijn. De vergadering ging daarna uiteen waar schijnlijk tot 7 Juni, q. a. voor de aanvul* ling der Hooger Onderwijswet en Indische geldelening. Tweede Kamer. In de zitting von Donderdag was aan dtf orde de Interpcllatie-Albarda over de notawisseling tusschen de Amen» koansch en de Nederlandsche regeering over de exploitatie van petroleumvelden in Ned.-Indië, in het bijzonder met betrekking tot Djambi. De heer Al barda constateert, dat do minister van Koloniën de Kamer dupe heeft gemaakt van zijn stilzwijgendheid, waardoor de Kamer geheel onkundig was van de cor respondentie en besprekingen met deal Amerikaanschen gezant. De opvatting vaa den minister is in flagranten strijd met wat de regeering aan de volksvertegenwoordi ging verschuldigd is. De minister heeft do waarheid voor de Kamer bewust vorzwegen( zeer velen hebben den indruk gekregen vatr" opzettelijke bevoordeeling der Koninklijk^ mede als gevolg van de relatie der regee» ring met den o.s. partij-leider Colijn. D* waardigheid der volksvertegenwoordiging is met de zaak gemoeid. Bovendien was het aanbod der Koninklijke in 1915 niet het voordeeligste. Wil de regeering het ontwerp intrekken en opnieuw indienen (art. 115 gTond-wet) opdat de Kamer met volledige kennis kani oordeel en? Ten slotte stelt interpellant 6 vragen be« treffende de geheimhouding der stukkert van het Oranjeboek betreffende de voor< stellen van Amerikaansche zijde, het initia tief; de exploitatie van de Djnmbivelden door d*e Bataafsche, gelegenheid te geven aan andere ondernemingen voor de Djombi- exploitatie en de geneigdheid van den mi nister om de Kamer opnieuw te laten be slissen over het wetsontwerp. De heer Van Ravesteyn interpelleert over hetzelfde onderwerp en critisecrt scherp de geheimzinnigheid van het mi nisterie van buitenlandsche zaken. ïnterpella-nt stelt 5 vragen over de be langstelling der Ver. Staten voor de ex ploitatie van petroleumbronnen in Indië, de besprekingen van beide ministers met den Amerikaanschen gezant, het verzwijgen van het memorandum en den brief van dien ge zant en de mededinging van Amerikaansche zijde in 't algemeen. Minister De Graaff zet de gedach ten-wisseling met den Amerikaanschen ge zant uiteen. Er was geen reden hierover bij de behandeling van het ontwerp te sprekenv daar er geen protest was geweest. De briefwisseling met Buitenl. Zaken droegi doorloopend het karakter eener akadenvi- aohe bespreking van beginselen. (Hoonge- laoh links). De minister deelt vervolgens mede welke stukken hem 'bekend waren bij de indiening van het wetsontwerp. Hij zag geen redeiv de Kamer bij de behandeling van het ont werp te betrekken in een gedachtenwisse- ling van informatorischen aard, noch te be« tTekken bij een brief van 19 April, welke nog niet door de regeering was beantwoord. De minister vond bij zijn optreden hef ontwerp bijna gereed. Niet hij is dus be gonnen met de Bataafsche. De minister ant woordt niet op een interruptie van links, of de heer Idenbttrg dan begonnen is en ant woordt ontkennend op de laatste vraag. Daar is geen enkélijke reden voor. Aan redelijke wenschen van andere zijde van welk land ook zal zoo veel mogelijk tegemoet wor den gekomen. Tegenover invloeden van buiten, die de Djambizaak trachten te ver* troebelen, zal worden palgestaan. Minister Van Kar nebeek acht. Die hel hoogste klimt, waagt er de kans aan, het diepst te vallen. Naar het Engelsoh van JEFFERY FARNOL. 51 „Maar een houten beschilderd hoofd zou loch even goed dienst kunnen doen?" „Een houten hoofd," riep de man verach telijk, „voor den duivel je bent zeker nog niet -heelemaal gaardat moet wel I Wie dril nu naa-r een houten hoofd gooien een houten 'hoofd kun je geen pijn doen ail Jgooide je een stuk klip tegen een 'houten hoofd, dan zou dat toch geen spier vertrek ken, is het wel? Als een mensch ergens haar gooit, dan wil hij het ook graag raken f- dat is menschel ijk en als hij -het raak dan wil hij het ook graag zien dat het pijn doeten dan wrijft hij zioh in de han- iden en gooit nog eensen dat is het «nenschelijkste van alles f Zoo zie je wel, gaasje, dat je nogal gToen was met je houten hoofd I" Op dit oogen'bliik bukte ik plotseling en greep hem bij den pols en zag, dat hij jnijn beurs in zijn hand hield. Het was een tjproote hand, met beenige knokkels en aan ^een ervan was een oude ring. Eerst trachtte hij nog zich uit mijn greep los te maken, inaar toen hij bemerkte dat dit vruchteloos iJM&s, bleef hü mil stil aan staan Joiiken; het cene oog fonkelend van woede, het andere, loenschend, met een wonderlijke spottende, uitdrukking. „Ha I" zei ik. „Hallo I" zei hij. „Een beurs 1" zei ik. „Ja, warempel, een beurs,' zei hij met een bevestigenden knik„tenminste het lijkt er buitengewoon veel op, vindt u ook niet „En wat meer zeggen wil, op de mijne 1" „Werkelijk „Ik zöu er op kunnen zweren." „Werkelijk?" „Ja zeker I" „Dan zou het misschien maar het beste wezen, jonkman, dat je je eigendom weer in bezit namje zult er wel in je sdhik mee wezen." „Dus je bent aan 't zakkenrollen geweest!" „Ik heb nog nooit van mijn leven zakken gerold daar heb ik me altijd nog te hoog voor gevoeld f" Ik nam intusschen mijn eigendom uit zijn 'hand, en stak het in ipijn zak. Daarna bracht -den greep van mijn hand over naar zijn - \Skraag. „En ga nu maa'r eens mee," zei ik. „Wat ga je doen?" zei ik. „Wel, wat doet iemand gewoonlijk met een zakkenroller Ik had echter deze woorden nog nauwe lijks uitgesproken of met een plotselingen, handigeh draai rukte hij zich uit mijn greep los, lichtte mij een beentje, zoodat ik met een zwaren plof voorover viel, en. maakte zich uit de voeten' vóór ik had kunnen op staan. Ik stond haastig op, wat versuft door den val', maar mijzelf toch gehikwensohend, ■dat ik mijn beurs weer had, en bevond mij weldra, tusschen de tenten doorgaand, weer onder de mensohen. Hier waren de meest verschillende circussen en kijkspelletjes, waar men de vreemdste dieren der wereld kon zien, en de gewone Dikke Dame en het Mensch-Geraamteen voor de kijkspellen stonden mannen op verschillende wijze op gedirkt, maar allen met een purperrood ge zicht en in het bezit van de longen van een> Stentor vooral één kerel, een rondhoofdig individu van geweldigen omvang, die daar bij nog de tTom sloeg ook, en naar wien ik een oogenblik bleef staan luisteren. bij: „Boeren burgers en buitenlui, zeer hoog geacht publiek, bom, slag op de trom de wonderbaarlijke, harige, en wilde man uit Bonhoolan eet levende adders en kruipt in een prachtige groene huid van een slang I Gaat dat zien! Stap op en ga naar binnen, geacht publiek I Bom, slag op de trom want nog veel meer zult ge zien. Ge zult zien de onbegrijpelijke toeren der aller schoonste Lady Paulinolotti, die zwaarden, sabels, bajonetten inslikt, glazen en fl'es- schen met haar mond in stukken kauwt en naar binnen werkt bom, slag met de trom. £n nu spreek ik nog niet van Catamaplasus, den Vuur-Vriend, die zichzelf met gloeien de ijzers brandt, en dat prettig vindt, die met smaak gloeiend vuur naar binnen slaat en dan weer met vlammen en zwavelrook uitspuwt, en dat alles voor dertig cent, bom, slag met de trom Stap op hoogge acht publiek, gaat naar binnen het kost maar dertig centbom." Eenige oogen- blikken later stond ik voor een wagen, waar bovenop een man de menigte voor hem al dus toesprak „Ik ben, dames eiv beeren, hier niet voor u opgetreden om laag gewin of, zooals ik zou kunnen zeggen kudos, wat het Griek- sche woord ervoor is, noch om mijn handen in uw zakken te steken en die te berooven van uw eerlijk verdiend geldneen, dames en heeren, ik ben hier alleen voor u opge treden om uzelfs wil, om het welzijn van elk uwer te bevorderen, om het lijden der menschheid te lenigen en te verzachten, om zooals ik zou kunnen zeggen de ter neergeslagen menschheid weer op te heffen. In één woord, ik sta hier om u bekend te maken met wat ik noem mijn Elixir Antropos. Anti^pos, mijne dames erv heeren, is een oud, zeer oud Egyptisch woord en beteekent man of ook wel vrouw enz. enz. Terwijl de man op den wagen deze schoo- ne toespraak hield, had ik een zeer eerbied waardig uitzienden ouden heer opgemerkt, in een keurige, blauwe jas, en met een breed gerand en hoed op, gezeten op den dissel van een kar en langzaam gioote wolken uit zijn pijp dampend. Terwijl hij dampte luister de hij aandachtig naar de toespraak van den kwakzalver, terwijl er alleen zoo nu en dan een guitige schittering in zijn oogen, en een ironisch glimlachje om zijn lippen kwam. De kar, op welks disselboom hij zat, stond vlak bij een zeer kleine, vieze -en ongunstig uitziende-tent, waarnaar de oude hear met rijn rug toegekeerd zat- En terwijl ik zoo naar hem keek, zag ik opeens de punt van aenl mes glinsteren door het zeildoek der tent, waarna er door het aldus gemaakte gat eenl hand te voorschijn kwam een zeer groote, beenige hand met lange vingers, aan eenl waaraan ik een ouden versleten ring ontdek* te. Een oogenblik tastte de hand als onz& ker rond, toen opeens schoot zij vooruit de lange panden van de jas van den ouder heer bewogen ternauwernood, maar toch zag ik dat de hand weer verdween met een volle beurs in haar greep. Ik liep onmiddellijk om de tent heen, tot ik bij de opening was, bukte, en gluurdö voorziêhtig naar binnen. En waarlijk, daatl zat mijn zakkenroller met gespannen aani dacht den inhoud der beurs onderzoekend1, grinnikend, terwijl hij daarmede bezig was- Toen liet hij haar in zijn zak glijden en. stap^ te naar buiten waar ik hem onmiddellijW in zijn kraag pakte. Een oogenblik van heftige worsteling volg* dier doch toen hij weldra bemerkte, dat hiji ook np weer zich niet uit mijn greep zou; kunnen losmaken, bleef hij stil liggen, hij* gend, met een wilden blik in zijn eene, enj een komische in het andere oog loenschefl dan ooit te voren, terwijl ik mijn hand in zijrf zak stak, de beurs er uit haelde, en die mijn zak deed verdwijnen. „Samendoen, elk de helft, vrindJbijgd'Q' hij, „elk de helft, dan rijn we „quitte. „Waarachtig niet," zei ik, opstaand terwijl ik hem stevig bleef vasthouden. (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 1