"binnenland. ABOMHEHEIiTSFRUS „DE EEMLANDE! puns des «emit! r, InhUri BUITENLAND. FEUILLETON. Langs den grooten weg. BRUINE SCHOENEN EN &ROOTENDQRSI - IF 29. 13e r-rr: 300 per cn voor Amcre. loort 210, Idem tianco post 3—, per week (met gratis vcizekcr.ng 0.175, alxonderlijlcc nummers pel tegen ongelukken) 0.05. TSG1 DIRECTEUR-UITGEVER! J. VALKHOFF. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWA' TEL. INT 613. Vrijdcg 24 Juni 1921 bewijsnummer, elke rr^c! m;?r 0.25, dienst.mnb'e* dingen en Lict(!Adi;:hcids-aclveiienticn voor dc hclit der prijs Voor handcJ en bedti'i bestaan zcer vooi decline bepalingen voor het advcriccccn bene circulaire» bevattende de voorwaar Jen, wordt op aanvraag toegezonden rn Politiek Overzicht Terwijl omtrent Opper-Silezië op het ipogenblik weinig verluidt, vragen de Poolseh-Duitsche tegenstellingen te anderer plaatse de aandacht. De laatste dagen na men wij reeds enkele bizonderheden op om trent Poolsch-Duitsche vijandschap. Er ver luidt nu, dat Dinsdag de Duitsche gezant hij de Fransche republiek den raad van ge zanten een nota heeft doen toekomen, die ook ter kennis van de Engelsche en Itaüoan- sche regeering is gebracht. Naar aanleiding van het bericht over excessen van ernsti- gen aard, waaraan de Poolsche bevolking zich zou hebben bezondigd in het gebied van Ostrowo, dat Duitschland aan Polen heeft moeten afstaan, wordt er de aandacht op gevestigd, dat door de Poolsche over heden is nagelaten tijdig genoeg en op vol doende positieve wijze het hare te doen om de bevolking tegen de uitspattingen te be schermen. Van Duitsche zijde wordt gere deneerd, dat er allerlei teekens waren, waar uit viel af te leiden, dat een pogrom op touw werd gezet en dat een en ander niet onbekend kon zijn gebleven. Van de zijde der regeering te Warschau waren de buiten sporigheden wel veroordeeld, maar, om de Polen zoo niet schoon te wasschen dan toch hun optreden meer of minder te ver- schoonen, had het Poolsche gouvernement zich beroepen op het feit, dat Poolsche ar beiders in Duitschland waren ontslagen. Deze omstandigheid zou de uitspattingen in de hand hebben gewerkt. Inderdaad geeft de Duitsche regeering toe, dat er" sommige plaatsen in Duitschland bestonden, waar de bedrijfsraden, geprikkeld door de Poolsche rebellie in Opper-Silezië, op eigen houtje er toe overgingen een aantal arbeiders ge daan te geven, maar de Duitsche regeering had er op staand-en voet werk van gemaakt, dat de bedrijfsraden niet doorgingen met een soortgelijk optreden. Verder wordt uit eengezet, dat door de steeds moeilijker le vensvoorwaarden voor de niet-Poolsche mi noriteit, duizenden arbeiders en handwer kers zich genoopt zagen te vertrekken uit het afgestane gebied. Dfar stond tegenover, dat de 600.000 Polen Ln Duitschland nage noeg altijd zonder te worden gestoord, hun ;aken als vroeger konden behartigen. Bo vendien waren zij volledig verzekerd van de bescherming der Duitsche wetten. In het stuk, dat aan den gezantenraad en genoemde regeeringen is gezonden, wordt opgemerkt, dat het vredestroctaat vun Versailles wel-is-waar den minderheden ga ranties in uitzicht heeft gesteld, wat haar bescherming betreft, maar dat in feite er de hand niet aan wordt gehouden: wat in Ostro wo was geschied, was daarvoor een duide lijk bewijs. Deze overwegingen gaven den' opsteller der nota dan ook nog de volgende zinsnede in de pen: „Terwijl de Duitsche regeering de voor vallen in Ostrowo te kennis brengt van den raad van gezanten, heeft zij de eer, deze conferentie te verzoeken de Poolsche re geering te wijzen op de gebiedende nood zakelijkheid eener algeheele bescherming der nationale en godsdjensiirre minderheden overeenkomstig het vredesverdrag. In aan merking genomen het volkomen gemis van bescherming der minderheden van de zijde der Poolsche autoriteiten in de afgestane gebieden, zou geen regeering de verant woordelijkheid verder op zich kunnen ne men om dergelijke minderheden uit te leve ren aan de Poolsche onverdraagzaamheid". Lord Curzon en Briand hebben een poosje geleden te Perijs gepraat. Het ge sprek liep, naar men heeft kunnen lezen in de telegrammen, welke wij dienaangaande opnamen, hoofdzakelijk over de Oostersche kwestie. In 't Lagerhuis heeft men van die bespre kingen in de Fransche hoofdstad meer wil len weten en zoodoende was Chamberlain de aangewezen man om over de aangelegen heid in te lichten. Hij bevestigde, dat de Engelsche minister van buitenlandsche za ke met name naar Parijs was gegaan om behalve over Opper-Silezjë te spreken over de politiek in 't Oosten. Aan de conferen tie, waar de staatkunde en de actie der ge allieerden punten van 'bespreking uitmaak ten, was ook deelgenomen door den Italiaan- schen gezant. Er was besloten een telegram naar Athene te zenden, waarin de Grieksche regeering de diensten der geallieerden wer den aangeboden. De geallieerde regeerin gen zeiden in 't telegram bereid te zijn te trachten een verzoening naderbij te bren gen tusschen Griekenland en Turkije, indien de regeering te Athene genegen was haar belangen in handen der geallieerden te stel len. Bij dezen stap sloot zich tevens de Ita- liaansche regeerinig aan. Wanneer de Griek sche rgeering noohtans besliste, dat zij geen prijs stelde op interventie en advies van der den, dan zou zij zelf de gevolgen moeten dragen, die voortvloeiden uit 't hervatten der Turksch-Grieksche vijandelijkheden. Aan vaardde Griekenland daarentegen het tus- schenbeide komen der verbonden mogend heden, dan waren dezen geneigd mede te deelerï de voorwaarden, waarmee zij zidh tot de Turksche regeering zouden wenden om de schorsing der vijandelijkheden alsmede het openen der onderhandeling ter bereiking van den vrede tot stand te brengen. Naar aanleiding van deze vaderlijke en moederlijke bemoeizucht der groote mo gendheden, die dit allemaal doen zonder ook maar het minsfce vleugje van egoïsme och wie gelooft zulks nog f is de Grieksdhe ministerraad na de terugkomst van Goenaris inderhaast begonnen een ant woord te ontwerpen op de bemiddelings voorstellen der groote geallieerden. Den koning, die naar men zich herinnert naar *t front is vertrokken en thans in Smyrna vertoeft, is telegrafisch verzocht het con cept-antwoord goed te keuren. Men denkt, dat het offioieele antwoord vandaag ter ken nis van de geallieerde vertegenwoordigers zal worden gebraoht. Wij zullen er dus wel spoedig nader over hooren. Berichten. L o n d e n, 2 3 J u n i. (N. T. A. Draad loos uit Hor-en). In 't Lagerhuis verklaarde Chamberlain, dat de Opperste Raad einde der volgende maand te Boulogne zal verga- dei en. Berlijn, 23 Juni. (W. B.) Volgens het Berliner Tageblalt is 't thans zeker, dat de ontbinding van de Beiersche burgerwachten binnen den door de Entente bepaalden ter mijn zal plaats hebben. B r u s s e 1, 2 3 J u 1 i. (B. T. A.). In den loop der besprekingen in de Kamer over de begrooting van justitie verklaarde de mi nister van justitie naar aanleiding van de vonnissen van het Reichsgeridht te Leipzig, dat België overeengekomen is met zijn bondgenooten om een gemeenschappelijke politiek te volgen. De minister hoopt, dat men alle schuldigen zal berechten, vooral hen, die bevelen gaven, welke tot wreed heden leidden zooals te Leuven. .De Bondsraad heeft nieuwe bepalingen vastgesteld voor het verblijf van vreemdelin gen in Zwitserland. Vanaf den eersten Juli zijn buitenlanders, die voor andere doelein den dan het aannemen van een betrekking, het overnemen van zaken of het zich vesti gen, in Zwitserland binnenkomen alsmede hotel- en pensiongasten of bezoekers van sanatoria of dergelijke inrichtingen, voor de eerste drie maanden na het overschrijden van de grens niet meer verplicht zioh bij de plaatselijke politie aan te melden. Voor het binnenkomen in Zwitserland tot het ondergaan van een kuur, voor gezond heid of voor zakendoeleinden heeft men voor een verblijf tot drie maanden slechts noodig aan de grens een geviseerde pas te toonen. Andere formaliteiten zullen niet meer te vervyllen zijn. Het „afmelden", zooa'ls dat tot nu toe plaats had, is niet meer noodig. De consulaten in het buitenland hebben op dracht gekregen immigranten en buitenlan ders, die tot het ondergaan van een kuur naar Zwitserland komen, steeds een visum an drie maanden te verstrekken, ook wan neer een voor korteren tijd verlangd wordt. Verder is de aandacht der consulaten er op gevestigd, dat onderdanen van die staten met welke Zwitserland een overeenkomst be treffende speciale visa heeft getroffen, Frankrijk, Engeland, No ord-Am e rikaBelgië en Holland in het bezit van deze speciale visa kunnen worden gesteld. Een speciaal visum is een jaar geldig en geeft den be zitter het recht tijdens den geldigheidsduur zonder verdere formaliteiten de grens vrij te overschrijden. B e r 1 ij n, 2 3 J u n i. (N. T. A. Draad loos). Door 't tweede congres van commu nistische vrouwen is de Duitsche commu niste Clara Zetkin tot voorzitster der vrou welijke communisten-Internationale geko zen. Straatsburg, 2 3 Juni. (B. T. A.) Prins Hirohito heeft een militaire betooging bezichtigd en een bezoek gebracht aan de kathedraal, waarna hij aanzat aan een noen^ maal. Londen, 23 Juni (N. T. A. Draad loos uit Horsea). De koning en koningin zijn vanavond veilig van hun bezoek aan Ier land teruggekeerd en door een groote me nigte opgetogen verwelkomd. Op het Eus- ton-station wachtten Lloyd George en lord Curzon hen af. Ter erkenning van zijn groote diensten tijdent den oorlog heeft veldmaarschalk graaf Haig Dinsdag de eigendomsbewijzen ontvangen, die hem in het vrije bezit van de buitenplaats Bemersyde stellen. De plaats is gekocht uit de opbrengst van een openbare inschrijving en is hem aangeboden als ge schenk van het volk van het Britsohe rijk. Bemersyde is meer dan achthonderd jaar de verblijfplaats van de Haigs geweest en in de toespraak, waarmede de veldmaar schalk dankte, zeide hij, dat geen geschenk meer rechtstreek» tot 'hem had kunnen spre ken dan Bermersyde, het huis van zijn voor vaderen. Londen, 23 Juni. (R.) De conferentie van de arbeiderspartij heeft een motie aan genomen, waarbij zij haar bewondering uit spreekt voor den strijd der mijnwerk er sy die in het belang van de arbeidersklasse als ge heel is gestreden en dezen den steun der arbeiders verder verzekert. Ook 'heeft de conferentie een motie aangenomen, waarbij een herziening der vredesverdragen wordt geëisoht. Londen, 23 Juni. (R.). De arbeiders in de katoenindustrie te Manchester beslo ten met algemeene stemmen de voorge stelde loonregeling te aanvaarden. Thans hebben alle afdeelingen van d© organisatie in de katoenindustrie toegestemd in loons verlaging. Het Zweedsohe ministerie van handel heeft uitgemaakt, dat tijdens den oorlog door mij nen en torpedo's 7Q0 Zweden het leven hebben verloren, de vele onzekere gevallen inbegrepen, en dat voor 44 millioen aan ex port-goederen is verloren gegaan. Uit Moskou wordt gemeld, dat in Siberië en Perzië de longenpest heerscht en deze zich ook over de Zuid-Oostelijke de eten van Europcesch-Rusland heeft uitgebreid. De cholera grijpt in de zuidelijke en centrale gouvernementen steeds meer om zich heen en in geheel Rusland neemt tengevolge van zeer groote muggenzwermen de malaria in verontrustende mate toe. B e r 1 ij n, 2 3 J u n i. (N. T. A. Draad loos). Op 't congres der derde Internationale te Moskou verklaarde naar uit Revol wordt bericht de voorzitter Sinofjef, dat een offensief van 't proletariaat voor den ©erstvolgenden tijd voorbereid werd. Trotz- ki verklaarde in een rede, dat hij voor goed de hoop op een onmiddellijk uitbreken van de wereldrevolutie had begravende ko mende strijd, met hulp der wouwen, zou echter zeer bloedig zijn. B e r 1 ij n, 2 3 J u n i. (N. T. A. Draad loos). Volgens een bericht uit RevaJ. liet de sovjetregeeriivg den geallieerden mogend heden mededeelen, dat Rusland in staat van oorlog zich bevindt met Japan, omdat deze staat met contra-revolutionairen dee- 1 en van Oost-Siberië bezet houdt. P r ij s, 2 2 Juni. (B. T. A.) De minister president heeft hedenmorgen de vertegen woordiger der vier republieken van Kauknsië ontvangen, die te Parijs een verklaring heb ben geteekend, welke de grondslagen vast stelde van een politieke en economische eenheid hunner staten. B e r 1 ij n, 2 3 Juni. (N. T. A. Draad loos). Semenoff werd tot staatshoofd in Wla- dïwostock gekozen. Const-antinopel, 22 Juni. (B. T. A.). De troepen van Moestafa Kemal heb ben zioh meester gemaakt van Tsjiwril. De Staatscourant van 23 Juni bevat o.a. de volgende Kon. besluiten: benoemd tot directeur van het rijksop voedingsgesticht te Avereest J. Bernard, thans tijdelijk op verzoek eervol ontslagen uit den militai ren dienst met pensioensrecht de officier van gezondheid Ie klasse van het Indische leger K. Faber benoemd tot onderwijzer aan de Rijks kweekschool voor onderwijzers te Deven ter F. K. v. d. Kleij te Amsterdam op verzoek eervol ontslagen B. A. J. Reith als leeraar aan de R. H. B. S. te Win terswijk en H. Roos Jr. als leeraar aan de R. H. B. S. te Veendam benoemd lot leeraar aan de R. H. B. S. te Helmond en tot tijdelijk leeraar aan de R. H. B. S. te Venlo C. W. Papel, thans leeraar oan de R. H. B. S. te den Helder, met eervol ontslag uit laatstgenoemde be trekking benoemd tot leeraar aan de R. H. B. S. te Middelburg H. M. J. Mokké, thans te Gorinchem op verzoek eervol ontslagen E. J. R. Hoek als vice-consul van Nederland te Mose (Noorwegen). opnieuw benoemd tot burgemeester van Oploo, St. Author.iè en LedeackerJ. M. A. Arts, secr'etaris dier gemeenteTielJ. G. H. R. Bonhof!MiUingenC. G. Reijmers, secretaris dier gemeenteSchoonhoven F. H. van KempenMonnikendam en Kot- •woudeJ. Versteeg Jr., secretaris van laatst genoemde gemeenteHarenkarspelJ. Bur ger Jzn.Urk A. Gravestein, secretaris dier gemeenteBeets en OudendijkD. Stam Aagtekerie J. de VisserEllewouts- dijkE. A. van der Bent, secretaris dier ge meente Graauw en LangendamP. A. van Kampen; Sas van Gent: L. W. H. Terstop- pen benoemd bij het reserve-personeel der landmacht, bij het personeel van den Ge neeskundigen dienst, tot reserve-officier van Gezondheid der 2de klasse do heer E. E.' Meur sing, arts; aan den sedert tot luitenant-kolonel vnni de militaire administratie benoemden met den Tang van luitenant-kolonel gepension- neerden maioor kwartiermeester C. F. F re vel, die bij K. B. van 27 Augustus 1014 op ziin verzoek weder in dienst gesteld, op zijn' aanvrage, ter zake van langdurigen dienst, onder toekenning van vernieuwd pensioen, opnieuw een eervol ontslag uit den mililaw ren dienst verleend is aan M. G. Gielcn to KcrkradeTh. C, Maas te Beek, bij Nijmegenmej. S. S. E.' Joukes, te Hulst; tnej, M. F. Amel te M- s- trichtmej. A. M. Röttgen te Maastricht, en mej. M. E. Momm te Echt, vergunning! verleend, tot het geven van lager onderwijs, mits zij overigens aan de daartie bij de wet gevorderde vereischten voldoen; aan N. C. A. Hakbijl directeur van het post- en telegraafkantoor te Doorn, vergun, ning verleend tot het aannemen van de heml door de Fransche regeering verleende onder scheiding van „Officier de l'instruction pu« blique" aan A. M. A. Bonnike te Amsterdam ver lof verleend tot het aannemen van het orde. teeken van Ridder in de Orde van den Hei ligen Gregorius den Grooten van den Hei ligen Stoel de heer M. J. Engelvaart thans tijdelijk werkzaam bij het Technisch Bureau van het departement van Koloniën met ingang vanl 1 Juli 1921 benoemd tot technisch ambte naar 2e klasse bij voormeld bureau aan mr. J. T. Huizinga op zijn verzoek eer vol ontslag verleend uit zijn betrekking van kantonrechter-plaatsveivanger in het kan ton, Onderdendam, onder dankbetuiging voor do als zoodanig bewezen diensten. Nedeiinnil .Tupsn. In antwoord op het eenigo dagen gele den medegedeelde telegram van de Konin gin aan den keizer van Japan, naar aanlei ding van het bezoek van den Japanschert faoonprins, heeft de Kon inging van deni keizer van Japan het volgende telegram ont vangen: „Met genoegen gevolg gevende aan da vriendelijke uitnoodiging van Uwe Majesteit, heeft mijn zoon zich naar Uw land begeven waar hem een hartelijke ontvangst ten deel is gevallen van de zijde van Uwo Majesteit, Z. K. H. den Prins Gemaal en het Nederland, sche volk. Nederland en Japan zijn door oen aloude vriendschap verbonden en eertijds was het uw land dat er het meest toe heelt bijgedragen Japan de Westersohe bescher ming te doen deelachtig worden. Het Ja- pansche volk bewaart een dankbare herin nering aan dezen invloed en beide londeni smaken het geluk heden ten dage te zien dat Nederland en zijn Bezitingen met Japan in nauwere economissbe betrekkingen den ooit te voren met elkander staan. Ik ben er zeker van dat bet voor den kroonprins even onuitsprekelijk aangenaam was door, Uwe Majesteit te word enontvangen als te gelijkertijd van groote waarde voor hem ini Uw schoon land te verblijven en in aanra king te komen met de Nederland eigen be- schaviing. Ik twijfel er net aan dat deze ge beurtenis neit anders dan er toe bijdragen: kan de vriendschappelijke betrekkingen die tussohen onze beide landen beslaan nog in niger te maken. Uwe Majesteit dank zeg gende voor het door ons ontvangen tele gram en vurige wenschen uitende voor denl voorspoed van het Koninklijke Huis en het edele Nederlandsch volk, bieden de keizerin en ik van ganscher harte Uwe Majesteit cn' Z. K. H. den Prins-Gemaal de verzekering onzer dankbaarheid en van onze oprechts vriendschap aan. (get. „YOSHIHITO - Het eerste deel onzes levens vlood in verlangen naar het tweede. Het tweede leel in een terugwenschen van het eerste. Naar het Engelsch van JEFFERY FARNOL. 82 Echter niet hieraan dacht ik, terwijl ik met flinken tred voortstapte, zachtjens fluitend. En toen ik eindelijk toevallig de oogen ophief, zag lik het voorwerp van mijn gedachten in de schaduw van de heg naar mij toe komen. „Kijk Charmianl" „Kijk Peter I" „Kwam je me tegemoet „Het is zeker al bij négenen Y* „Ja, ik moest nog wat werk afmaken." „Ben je nog iemand tegen gekomen?" „Voor zoover ik weet niet, of het moest me zelf zijn. Epictetus zegt ergens, dat ^^ter' "wat het hier alles verschrikkelijk ftil, zei ze, terwijl er een huivering door haar lichaam ging. „Heb je 't koud „Neen maar het is hier zoo angstig stil." Ons weggetje werd hier opeens zeer smal fen voerde ons tusschen twee hooge bermen, fact dicht struikgewas bedekt, zoodat het er iteer donker was. Toen wij deze donkerte ingin- faen drukte Charmian zich plotseling vast tegen faff aan, en haar hand greep de mijne, waarbij fk voelde dat ze koud als ijs was. ■- „Je hand is erg koud!" zei ik. Ze lachte, doch /k voelde hoe zij zich hujverentd vaster tegen Gtöj^ndcukt®. Terwijl wij voortwandelden, sprak zij alleen; ik liep zwijgend naast haar, slechts nu en dan een enkel woord als antwoord op een vraag er tusschen werpend; ik was mij alleen bewust van haar vingers die mijn hand omklemd hielden, en van den zachten druk van haar heup en schouders. Zoo gingen wij den donkeren weg langs, niet haastig en ook niet langzaam, terwijl ik haar koude vingers mijn hand voelde vasthouden, en haar schouder tegen mij aandrukte; en zonder ophouden sprak zij door, en lachte telkens weer zonder dat ik had kunnen zeggen, waarom. Eindelijk werd de weg weer gelijk en licht. Een diepe zucht ontsnapte haar, toen ze zich om keerde om nog eens naar de donkerte achter ons te zien doch plotseling trok ze met een ruk haar arm uit den mijnen en bleef, de handen tegen den boezem gedrukt, naaT één punt sta ren. „Wat is er?" „Kijk daarl" fluisterende ze, wijzend, „daar waar het zoo heel donker is kijk l" Ik volg de de richting, die zij met de hand aangaf, en zag in de schaduw iets bewegen, oten langza merhand achteruit schuiven, tot het eindelijk geheel verdween. „Een man!" riep ik, en wilde hem onmiddelijk achterna, maar Charmian hield krampachtig aan mijn arm tegen. „Ben je dol?" riep ze boos; „zou jij hem zelf de gelegenheid willen geven, die ik heb voorkomen? Hij loerde op je, om...om op" je te te schieten denk ik!" Wij liepen een poo# zwijgend naast elkander voort; toen zij ik: .Was je mijdaarom tegemoet gegaan?" bleef ja daarom zoo dicht bij me?" „Ja. „Ja, dat het wel geweest rijn!" xei ik, en ging ntf baar mort) li bemerkt* d*x rij nu zoo ver van mij af liep, als het pad slechts toeliet. „Geloof je nu weer dat ikerg onvi ouwe lijk heb gedaan?" „Neen," antwoordde ik; „neenï" „Zie je, er bleef mij niets anders over. Als ik je gezegd had, dat er een man zich in de heg verborgen had, dan was je zeker gaan kij ken en dan was er bepaald iets verschrikke lijks gebeurd." „Maar hoe wist je dat daaT een man was?" „Wel, toen ik het avondmaal klaar had ge maakt, beklom ik het steile pad, dat naor den grooten weg voert en ging op den omgevallen boomstam zitten, die daar h'gt, en terwijl ik daar zat zag ik een man haastig den grooten weg afkomen." <n groote sorteering bij „Een heel grooten man?" „Ja hij leek me heel lang toe, en terwijl ik naar hem keek, zag ik hoe hij zich in de heg verborg. Terwijl ik mij verwonderd afvroeg, wat dat wel beteekenen kon, hoorde ik je stap op der* weg, en ik hoorde je fluiten." „Be fluit anders maar zelden." „Toch wist ik dat jij 't was ik ken je stap." „Ken je dien werkelijk, Charmian?" „Ik wou, dat je mij niet in de rede viel!" „Neem me niet kwalijk," zei ik nederig. «Toen zag ik je naderbij komen, en de man zag je ook, want hij dook plotseling in elkaar; ik kon hem nog alleen maar heel onduidelijk in in de schaduw van de heg zien, doch hij zag er zoo moordzuchtig uit, en het leek me, dat als je vóór mij aan zijn schuilplaats kwam, dat er dan iets verschrikkelijks zou gebeuren, en toen „Ben je me tegemoet gegaan?" rrJ o. „En bent vlok naast mij gaan loopen, zóó dat je tussohen mij en den man in de heg was?" „Ja." „En ik dacht"begon ik, maar zweeg toen. „Wat, Peter?" Zij keerde zich naor mij om, en het scheen mij toe, of zij van onder haar neer geslagen Wimpers een snellen, onderzoekenden blik op mij wierp. „..dat het was, omdat... jc... misschien... blij was me weer t© zien." Gharmian zei niets; ik had iets liefs gegeven als ik op dat oogenblik haar gelaat had kunnen zien, doch het was intusschen al vrij donker geworden, en zij had haar gelaat weer van mij afgewend. „Niettemin," ging ik voort, „ben ik je erg dankbaar, en het was heel dapper van je!" „Dank je wel." zei ze zacht, maar ik was er vrij zeker van, dat ze me uitlachte. „Niet" ging ik daarom voort, „dot er nu wer kelijk gevoor was." „Hoe bedoel je dot?" vroeg ze snel. ,Jk bedoel, dat, naar alle waarschijnlijkheid, de man dien je gezien hebt, niemand anders was dan Zwarte George, een heel goede vriend van me, die, al verbeeldt hij juist op 't oogen blik ook al dot hij iets tegen me heeft, toch veel te veel man is om in een hinderhaag te gaan liggen." „Maar waarom zou hij zich dan in de heg hebben verborgen." „Omdat hij de dwaasheid heeft begaan den gemeeiuebode over den muur van het kerkhof te gooien en zich dus voor het oogenblik schuil moet houden." „Hij heeft een alles behalve prettig© naam." ,,En toch is hij de manne'ijkste, zachtste, trouwste en edelste kerel, die ooit een leeren voorschoot heeft gedrogen." Ziende hoe hardnekkig zij de volle broedt© van het pad tusschen ons beiden bleef houden hield ik een oogenblik stil, en ging toen uchter. haar loopen, zoodat ik alleen de kleine krullen" en haartjes in haar hals kon zien, die geen ander, doel schenen te hebben, dan haar blanke huid nog blanker te doen uitkomen. „Peter,"zei ze plotseling, over haar schouder, „waar denk je aan?" „Aan een zeker stuk gebraden vleesch, dat mij voor mijn avondmaal was beloofd," loog ik| „Zoo!" „En waaraan dacht jij?" vroeg ik. „Ik dacht, Peter, dat de man in de heg toch? Zwarte George wel niet geweest zal zijn." HOOFDSTUK XH Wie komt daar? „De tafel wiebelt!" zei Charmian. „Ja, dat is zoo," zei ik, „maar mag ik opmer ken, dat het houtblokjc er weer niet goed ondef gezet is?" „Maar waarvoor gebruik je toch dat blokje?" „Een boek is zoo lastig..." begon ik. Een boek? Maar waarom zaag je de te lang® pooten niet gelijk met de andere?" „Dat is werkelijk een uitnemend idéé!" „Maar waarom heb je dat niet al eerdel) gedaan?" „Om eerlijk te zijn, oeadut ik daar nog nooif aan gedacht heb." (Wordt vervolgd),

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 1