Fotoartikelen
jmbhim^TïÏZW
Langs den grooten weg.
J. OROOTENDORST LANGESTR. 32
DE EEMLANDER"
BUITENLAND.
FEUILLETON.
PRIJS DER ADVERTEREN
VERWONDERING
UESCmffliSillMWXS.
A. VAN DE WEG. Langestraat 23.
?.0e Jaargang Nft. 10
per pos', t J.—, pet week (mei gratis verzeker n*
legen ongelukken) CUT*. «inrodetiyk. trommen
/°-°5-
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
Dinsdag 12 Juli 1921
BUREAU*
DIRECTEUR-UITGEVER» J. VAL,KHOFF. ARNHEMSCHE POORTWAL.
TEL. INT 613.
van 1-4 regels 1.05
met inbegrip van een
bewijsnummer, elke regel meer t 0.25, dienstaanbie*
dingen en Lictdadigheids-adveitenticn voor dc helft
der prijs Voor handel cn bedrijf bestaan zeef
vroordcelige bepalingen *oor het advertccrcn- Hcne
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden
baren IT ome altnemeud en met
goede keaa gevolde magazllnen
en monsterkamer» aan de
Papenbofstede
Politiek Overzicht
Nu wij in staart zij<n, de Fransche pers
«temmen te beluisteren, blijkt ons, 'hoe fel
Frankrijk reageert op de vrijspraak van
Stenger. Het besluit van de Fransche regee-
ring om de delegatie uit Leipzig terug te
roepen, krijgt de beteekenis niet van een
politieke daad zonder meer, maar van eene
Openbaring van een krachtig publiek mis
noegen. De verklaring van een invloedrijk
man als Poincaré, die Duüschland wil straf
fen met een opschorting der termijnen voor
de bezetting van den linker Rijnoever, geeft
een duidelijken indruk van den uitersten
wrevel, die het vrijsprekend vonnis In
Frankrijk heeft gewekt. Er steekt voor
Frankrijk een angel in deze heele quaestie.
Engeland en Italië hebben den stoot gegeven
aan de mildere oplossing van 't vraagstuk der
oorlogsmisdadigers, waardoor de berechting
dier nvsdadigers aan Duitschland werd
overgelaten. Deze antithese tusschen de ge-
pllieerden onderling oefent een funeste wer
king in het Fransche onderbewustzijn. En
het is in dit verband hoogst opmerkelijk, dat
de Fransche bladen in hun beschouwingen
over het gebeurde te Leipzig, herinneringen
vlechten aan feiten, waarbij de Duitsche re
geering de tegenstelling tusschen de geal
lieerden deed uitkomen. De Temps no
teert, dat in de Riiksdagveridaring van mi
nister Rosen betreffende de sancties, en in
de rede door Wirth te Breslau gehouden
over de quaestie van Opper-Silezië openlijk
de tegenstelling Frankrijk-Engeland wordt
poneerd, waarbij dan uitkwam hoe Enge-
r concessies wilde doen aan Duitschland,
r ?r Frankrijk die concessies weigerde. En
tegelijkertijd ziet men 1-n Frankrijk den aan
drang versterkt naar een bijeenkomst van
den Oppersten Raad, waarbij de algemeen-e
houding der geallieerden ten opzichte van
Duitschland en speciaal de quaestie van Op-
•per-Silezië zal worden besproken.
Het valt te betwijfelen of door de terug
roeping deT Fr8insche commissie het kabi-
inet-Wirfh is versterkt, en te onbehagelijker
wordt zijn positie, waar het juist uit een bui-
tenlandsche crisis is voorttrek om en, en vóór
alles de buitenlandsphe problemen, waarmee
Duitschlands innerlijk welzijn zoo nauw sa
menhangt, heeft op te lossen. Een verzwak
king kan het kabinet Wirth thans minder dan
ooit verdragen, waar het staat aan den
vooravond der behandeling van de finan-
cieele quaestie. En die finantieele quaestie
is voor Duitschland een vtcieuse cirkel.
Wanneer men het programma van Wirth
leest, bespeurt men dat het succes van zijn
fiscale hervorming afhankelijk is van de sta
biliseering van de mark. pn d»t de stabilisee
ring van de mark ot> hare beurt afhankelijk
fs van de,, hervorming Men begint ook in
Frankrijk langzamerhand in te zien dat,
wanneer Duitschland in de tegenwoordige
omstandigheden niet tot een financieele
herleving kan komen, het ook niet in de ge
legenheid is zijn schulden te betalen en zich
rustig te ontwikkelen. En zoo zal de quaestie
der Duitsche financiën een speciaal onder
zoek van de geallieerden vereischen.
Onder deze omstandigheden, nu een
nuchterder inzicht omtrent Duitschland's
economische positie aan de overzijde lang
zamerhand gaat ontstaan, komt een crisis
als thans is uitgebroken zeer te onpas.
De vraag is gerechtvaardigd of 'het niet
logischer en consequenter geweest was, de
oorlogsmisdadigers maar aanstonds te laten
richten door de Gëa'llieerden. Van tweeën
één, of de beschuldigingen zijn min of moer
gelijk te stellen met veroordee'ingen, en
dan ls he^ heele proces te Leipzig in waar
heid een beloohelijke vertooning, of wel er
dient een objectief juridisch onderzoek te
worden ingesteld, maar dan behooren de
Gëallieerden ook bij de uitspraken te be
rusten. Door de Fransche actie verkrijgen
de processen een tweeslachtig karakter, ter
wijl ze formeel als juridische gedingen wor
den 'beschouwd, wil mén ze m werkelijk
heid terugbrengen tot bevredigingen van het
Fransche nationale gevoel Nationale ge
voeligheden zijn de allergevaarlijkste fac
toren voor een zuivere rechtspraak, en naar
ons inzien! geefb noch een Duitsch, noch
een Geallieerd gericht hier resultaten die
het rechtsbewustzijn volledig kunnen bevre
digen. Alleen een rechtbank van neutralen
zou tot een volkomen zuiver oordeel in
staat zijn en alle polifieke moeilijkheden voor
de toekomst- afsnijden. Intusschen geeft het
open'ijk signaleeren van de verschillen van
standpunt in het Gëallieerde kamp door de
Duitsche voormannen er blijk van, dat ook
heb kabinet Wirth nog altijd te lijden heeft
aan het historisch gemis aan tact dat de
Duitsche diplomaten immer heeft geken
merkt Aan Fransche zijde blijft men daar
tegenover lichtgeraalob en innig verknocht
aan de staatkunde der spontane bedreigin
gen hoezeer d!e rede van Briand ons ver
rast heeft door haar gematigden toon. Maar
wij 'leven toch' nog in- een spheer van ake
lige, politieke benauwdheid ten tijde dat
de tweede Amerikaansche vredesapostel,
(President Harding met zijn ontwapenings
voorstellen) zijn bazuingeschal over de
wereld laat weerklinken.
Berichten.
Berlijn, 11 Juli. Te Kassei heeff de
propaganda ten gunste van d'e eenheid on
der de sociaal-democraten reeds tot een
resul'eat geleid. Zoowel de meerderheids-
sociaal-democraten als de onafhankelijke n
en de vakvereeniginigen hebben zich bereid
verklaard, bij de eerstkomende verkiezingen
Scheidemann tegenover de burgerlijke par
tijen te steunen.
Berlijn, 11 Juli Te Leipzig Is gisteren
'het congre® der Saksisohe onafhankelijke
sociaal-democraten 'begonnen. Op de agen
da stond een bespreking over het herstel van
de eenheid. Men nam een motie, welke o.a.
zegb: De strijd van het proletariaat wordt
moeilijk gemaakt door de verdeeldheid in
de verschillende partijen. Alles moet worden
gedaan om een einde aan dezen toestand te
maken en de eenheid' van het proletariërs
front te herstellen.
P a r ijs, Tl Juli. (Havas). Bij de behande
ling in de Kamer van de aanvullingskredieten
heeft Soudier, onafhankelijk ïadikaal, de aan
dacht gevestigd op de gebeurtenissen in Syrië,
waar Duitschland, wetend hoe sterk Frankrijk
aan den Rijn is, moeilijkheden tracht te schep
pen. Volgens dezen afgevaardigde staan de
troepen van Kemal voor het meerendcel onder
leiding von Duitsche officieren. Spreker ver
langt een meer actieve politiek in Syrië en be
treurt dot de steden Oerfa en Haifa, in 1916 aan
Frankrijk afgestaan en wier bevolking voor 't
grootste deel uit christenen bestaat, weer,aan
Turkije zullen komen.
Briand anwoordde Het geldt hier de vraag,
of wij al dan niet oorlog met Turkije zullen
voeren, maar eenerzijds weigert men de regee
ring de huidige credieten om metterdaad tus-
schenbeide te komen en anderzijds verlangt men
van haar een onstuimige energie te tooncn. Deze
twee dingen kunnen niet somengaon cn het on
mogelijke mag niemad vergen. Briand herinnert
voorts, dot de overeenkomsten van 1916 later
door andere zijn vervangen. De vraag is thans
of wij geheel Syrië zullen houden, welke poli
tiek Frankrijk dient te volgen, hoe het verdrag
van Sèvres dient te worden herzien en hoe wij
voorgoed den vrede in de Levant kunnen ves
tigen. H et geheele Vraagstuk van het Naburige
Oosten is daarbij betrokken, het vraagstuk na
melijk welke middelen dienstig zijn om met
Turkije tot vrede te komen. Wij kunnen Cilicië
niet ontruimen zonder er de veiligheid te heb
ben gewaarborgd. Dat is voor Frankrijk een
eerezaak. De strijd in Cilidë is reeds gestaakt.
Wij hebben derhalve Fronsch bloed gespoord.
Briand deelde vervolgens mede, dat hij zijn
best heeft gedaan om den bondgenooten aan
het verstond te brengen, dot zij het verdrag van
Sèvres moeten herzien, dat te zeer tegen dc
overlevering iridruischt. Hierop herinneerde hij
aan dc pogingen te Londen om de Grieken en
Turken tot elkaar te brengen en zette hij uit
een, dat Frankrijk, dat in deze streek een hon
derdduizendtal mannen heeft staan, zich daar
van niet afzijdig mocht houden.
Par ij s, 11 Juli. (Havas). De Kamer
zette vanmiddag de besprekingen voort. In
antwoord op Lefèvres opmerkingen over de
ontwapening van Duitschland, zeide Briand
vertrouwen te stellen in Foch, Weygand en
Noliet. Als deze bewonderenswaardige
krijgslieden ongerust zijn, zei hij, voelt
Briand dezelfde ongerustheid, maar als zij
vol vertrouwen zijn, deelt Briand hun ver
trouwen.
De minister-president verklaarde, dat de
geweren, machinegeweren en kanonnen,
welker vernieling geëischt is, binnen den
vastgestelden tijd vernield zijn. Briand stelt
zich van de kracht van Wirth niet te veel
voor, daar diens zwakte een beletsel is voor
de ontwapening van Frankrijk zelf. Noliet is
er in geslaagd onmiskenbare resultaten te
bereiken. Niettemin is zijn taak nog niet ge
ëindigd, want een volk van 70 millioen in
woners, dat na een nederlaag nog met den
geest van militarisme en pangermanisme
bezield is en nog droomt van revanche, moet
bewaakt en volkomen ontwapend worden. De
verhouding tusschen Frankrijk en Duitsch
land zal weer normaal worden, zoolang
Duitschland onder de leus van revanche op
den weg van rampen gevoerd zal worden
Het is zaak voor elke Fransche regeering
de oogen wijd open te houden. Bezetting»
van de Roer is niet noodzakelijk, daar het
bij de huidige legering van de Fransche
troepen voor de DuitsChers in geval van oor
log onmogelijk zal zijn om van de Roer ge
bruik te maken. Er bestaat dus geen oor
logsgevaar. Toch verklaart Briand, dat hij
geen afstand doet van deze sanctie. Het ligt
aan Duitschland of zij zal togepast worden
Tot dusver hield het woord en is er geen
re''~r» r n f-rveld te gebruiken.
In antwoord op een vraag nopens de pro
cessen te Leipzig, zei Briand, dat de regee
ring de afgevaardigden telegrafisch terug
geroepen heeft, omdat zij meende niet rrveer
aan deze comedie van een rechtspreak mede
te kunnen werken. Briand heeft een verzoek
aan de bondgenooten ontworpen, om in
deze zaak tot de toepassing van het verdrag
terug te keeren.
André Lefèvre keurde Briand's houding
inzake Opper-Silezië goed. Zij, die Opper-
Silezië aan Duitschland zouden willen laten,
zei hij, zouden heel Frankrijk tegenover
zich hebben.
Naar aanleiding van een amendement van
den socialist Blum om de troepen uit Cilicië
onvoorwaardelijk terug te trekken, zei Briand
dat zulks die troepen bloot zou stellen aan
aanvallen van ongeregelde benden en nieu
we moeilijkheden zou scheppen, welke een
volledige vrede met Turkije in den weg
zouden staan. Briand herhaalde de bedoeling
der regeering om rechtvaardige verlangens
van de Turksche nationalisten niet aan te
tasten. Briand hoopte een resultaat te berei
ken, dat voorgoed elk geschil zal buitenslui
ten, maar daarvoor zijn de credieten nood
zakelijk.
Hierop las Briand een telegram van Gou-
raud voor, dat* op het verleenen van het
crediet aandringt.
De motie-BIum is verworpen met 438 te
gen 114 stemmen. De ontwerp-begrooting
is aangenomen.
Parijs, 11 Juli. Briand heeft van
daag in d'e Kamer belangrijke verklarin
gen afgelegd over Syrië en Cilicië en de
Fransch-Duitsche betrekkingen, waarbij hij
de credieten ten beihoeve van Syrië en Ci
licië heeft verdedigd. Frankrijk, zei hij, heeft
op normale en logische wijze het mandaat
verkregen. Krachtens zijn verfeden, zoowel
als volgens de beginselen) uit naam waarvan
het zich te weer heeft gesteld, is het in het
bijzonder aangewezen om met mandaten be
last te worden. Bovendien is het verlangen
van Syrië spontaan naar Frankrijk uitge
gaan. Wat Cilicië aangaat, is men overeen
gekomen, dat Frankrijk zich daar niet blij
vend zal vestigen, maar er troepen zal hou
den zoolang de bescherming van het leven
en de eigendommen der minderheden er niet
blijvend zullen zijn verzekerd.
Na een overzicht van de bemiddelingspo
gingen tusschen Turkije en Griekenland te
Londen besprak de minister-president het
Turksche vraagstuk. Of wel, zei hij, zullen wij
m vrede leven met Turkije en de normale
betrekkingen van eertijds hervatten, of wel
zal ér een soort slopende vijandelijkheid blij
ven bestaan en zullen wij steeds genoopt zijn
troepen te onderhouden aan de grenzen van
Cilicië. Briand is er echter van overtuigd,
dat zulks niet noódig zal zijn. Het Turksche
volk is verre van ontevreden Frankrijk in
Syrië te weten en het is mogelijk een stelsel
te ontwerpen, dat Turkije in staat zal stellen
zijn soevereiniteit te bewaren, terwijl Frank
rijk alle waarborgen behoudt welke het noo-
dig 'heeft. Bovendien heeft het Fransohe be
stuur, zoowel in KleimAzië als elders de
proef doorstaan en zich zijn verleden waar
dig betoond, waaraan het te danken is, dat
soldaten uit al zijn koloniën den dood zijn
ingegaan voor het moederland. Frankrijk's
taak in Syrië is ingewikkeld, doordat er niet
één volk, maar vier stukken van volken
leven. Het is de taak van Frankrijk een band
tusschen hen te vormen in de streken, waar
het zulke diepe indrukken heeft achterge
laten, en waar aller oogen op Frankrijk ge
vestigd zijn en waarvan het zich niet kan
afwenden zonder het nationale leven aldaar
te benadeelen.
Briand wees vervolgens op het gevaar,
dat gelegen zou zijn in het toonen van te
veel ongeduld voor de regeling van dit vraag
stuk. Als Frankrijk den indruk wekt, dat het
het land in den steek wil laten, zal Turkije
de onderhandelingen rekken in de hoop, dat
het geen nieuwe toegeeflijkheid zal behoe
ven te toonen.
Het is noodzakelijkheid, dat overal waar de
Fransohe vlag wappert de regeering toont,
dat zij over de macht beschikt om haar be
langen te laten ontzien.
Hierop ging Briand over tot de betrekkin
gen met Duitschland en stelde om te begin
nen vast, dat Frankrijk aan den Rijn staat.
Het maakt er geen misbruik van, maar hel
zal nimmer toelaten, dat Duitschland eea
zijner belangen in materieel of moreel op
zicht te na komt.
In Opper-Silezië is de toestand een ooger-
blik uiterst moeilijk geweest, maar generaal
Lerond heeft de moeilijkheden weten te»
overwinnen. Zijn plan van ontruiming, dnfc
door de bondgenooten goedgekeurd was, is
uitgevoerd. Ongetwijfeld laat Duitschland
hardnekkig aanspraken op Opper-Silezië gel
den, maar dit stemt niet overeen met het
Fransohe standpunt. Frankrijk zal de letter
van het verdrag tot op het laatst toe nako
men.
Briand herinnerde vervolgens aan de maat
regelen, die hij heeft genomen om t^ protes
teeren tegen de schandelijke vonnissen van
Leipzig. Hij is rwet verder gegaan omdat hij
dat niet noodzakelijk achtte. De toestand van
Frankrijk zou er niet op vooruitgaan als oen
ol-Duitsche staatsgreep het ka bi-net-Wirth
omverwierp en een aan Frankrijk vijandig
kabinet aan het bewind braóht. Frankrijk be
schikt over alle mogelijke middelen om zijn
positie te handhaven en het zou daarvan zoo
noodig gebruik maken, want de Fransche
regeering heeft zich alleen toegevend ge
toond, waar zij dat gewensdvt achtte. Daar
om is de positie van Frankrijk moreel steo
ker geworden. Het heeft van Duitschland de
bekentenis van zijn (Duitsohlond)s) neder»
laag gekregen zonder wegens de propagan
da van de Duitsche imperialisten tot geweld
te moeten overgaan.
Briand verklaarde te blijven hopen, dat
het Duitsche volk, eindelijk zijn belang in
ziende, zijn demokratie zal verstevigen en er
een grondslag voor normale betrekkingen!
met Frankrijk in zal vinden. Om dat doel te
bereiken zal de Fransche regeering al het
mogelijke doen zonder iets van Frankrijk s
veiligheid op te offeren.
Ten aanzien von de sancties erkende
Briand, dat Wirth hot mogelijke heeft gedaan
om zijn beloften na te komen. Twee of drie
gebaren te midden van de algcmcene afkeu
ring der Durt'sche pers en van het verzet der
al-Duitsohers zijn echter niet voldoende voor
intrekking van de sancties.
Duitschland moet voldoende tastbare
bewijzen geven dot het /'jn verplichtingen,
zal nak-omen; dan zal het aan Franschen
kant den goeden wil vinden om de normale
betrekkingen tusschen de twee landen te
herstellen.
De Kamer heeft deze verklaringen van den
eerste minister met gejuich ontvangen.
In de namiddagvergadering heeft Briand in
antwoord on een interpellatie van Lefèvre
de politiek ven Frankrijk ten naniien van
Drritschiand nog nader uiteengezet. In een
v.-eHsprekemle improvisatie heeft hij de edel
moedigheid en de voordeèlen der vastbera
den en toch tegemoetkomende politiek van
Frankrijk uiteengezet, dat gebruik makend
van zijn macht, deze niet misbruikt, zonder
dat zulks als zwakheid kan worden uitgelogd.
Toen hij de tribune verliet werd de eerste
minister langdurig toegejuicht.
Londen, 11 Juli. In Iret I.igerhuis h. ft
Lloyd George vandaag zijn groote instemming
te kennen gegeven met den stap vnn de Vci-
ccnigdu Stoten tot het bijeenroepen von een
conferentie ter bespreking vnn de beperking
von bewopening en de vraogstukken von de
Stille 7-uidzce cn het Verre Oosten. Hit deelue
mee, dat de Chincesche regeering reeds een
bevredigend antwoord hod gezonden. Jopen
heeft nog geen formeel entwoord gegeven, moor
ei is reden om te veronderstellen, dot dit m
denzelfden geest zal zijn.
De eerste minister zette vervolgens den oord
uiteen vun de besprekingen, welke over dit on
derwerp reeds zijn gevoerd op de huidige sa
menkomst te Londen van de Engelsche re ve
ring met de eerste ministers van de kolomen.
Deze bijeenkomst had zich loten leiden door d»
volgende drie hoofdoverv/egingen
Paust zocht wijsheid en vond Gretchen
geknield in den tempel.
Naar het Engelsch van
JEFFERY FARNOL.
öfc
HOOFDSTUK XIX.
Waarin ik Zwarte George terug
zie, en de geduldige lezer „een
weinig bloed" zal vinden.
Het was avond kort voor het opkomen der
maan, wanneer alles op de aarde nog duister
en donker is. En terwijl ik voortstapte naar mijn
huisje, kwamen mij toevallig de woorden van
een oud lied in de gedachte, dat ik, jaren gele
den ergens gelezen hod, een lied uit den roem-
ruchten, wilden, ridderlijken tijd van Eduard
den Eerste, oorlogszuchtiger nagedachtenis
de woorden waren aldus
Mijn liefde voor haar baart mij kommer en
n smart
IJoor mijn liefde versmacht ik en kwijn.
Mijn liefde voor haar bant de vreugde uit
mijn hart.
vp mijn wangen wordt bleeker de schijn.
Ik zou we! eens willen weten welke armzalige,
HÖnzieke, lang-dood-en-vergeten dwaas dat
*ers op -Am geweten heeft I" zei ik hardoD.
In mijn slaap kwijn ik weg van verlangen
En de nachten gaan wakend voorbij.
Zooals ik treur om die liefde voor haar
Heeft nimmer een man nog gedaan.
De een of andere manhaftige schildknaap, of,
misschien een dolende ridder waarschijnlijk
somber en ongunstig van uiterlijk die door
de bosschen reed, zijn gedachten vol van Haar,
en droomend van Haar bekoorlijkheden 1 „Wie
zij echter ook geweest mag zijn, een idioot, en
een groote ook, was hij zeker I" zei ik, „want
uit de woorden, die hij ons heeft nagelaten valt
op te maken, dat zijn liefde hopeloos was. Mis
schien was zij wel trotsch en hoog van hart, en
van edelen stand, ver boven den zijnen, ver
boven zijn bereik een die ni^ts van hem
moest hebben Ongetwijfeld was zij schoon
en daarom trotsch en keek zij minachtend op
alle andere menschen neer, want trotsche ver
achting is nu eenmaal onafscheidelijk met
schoonheid verbonden, en zal dat altijd zijn
vandaar dat onze ongelukkige schildknaap, of
dolende ridder, of wat hij dan ook mag ge
weest zijn, voor al zijn verdriet niets anders
kreeg dan verachting de dwaas die hij was I
Maar bij slot van rekening was het toch zijn
eigen schuld, en kreeg hij niet meer dan zijn
verdiende loon, want wat heeft nu een schild
knaap of een dappere ridder met de groote,
wijde wereld vóór zich, en .eindelooze te be
talen roem en eer te maken met liefde
Liefde is beuzelwerk een speelgoed, een aar
dig tijdverdrijf voor menschen, die niets te
doen hebben en hun gedachten niet daarboven
weten te verheffen weg er mee I Bah I"
Zoo sprak ik halfluid tot mezelf maar toch
kwamen de woorden van net oude lied telkens
en telkens weer in mijn gedachten terug, won-
derlifk koooic. en zetten zich in miin voetstaD-
pen om in een eentonige melodie, zoodat ik
eindelijk, om ze niet langer te hooren, stil
stond.
Op datzelfde oogenblik wrong zich een reu
zengestalte door de heg, sprong den greppel
met één enkelen sprong over, en vóór mij
stond Zwarte George.
Verwilderd en bleek van geloot, met onge
kamde horen en verworden baard, zijn kleeren
vuil en gescheurd, bood hij een woesten en
verschrikkelijken aanbliken onder zijn eenen
arm droeg hij twee knuppels. De marskramer
had waarheid gesproken, en toen ik den doffen
blik* van den reus ontmoette, voelde ik plotse
ling mijn mond droog worden, en de palmen
von mijn handen vochtig en klam.
VOORHANDEN
bij
Eenige oogenbükken bleven we zwijgend te
genover elkaar staan, elkaar strak in de oogen
kijkendik zag hoe het haar van zijn baard
overeind begon te staan, en hoe hij een van
zijn groote handen naar zijn hals bracht, en zijn
hemd open trok alsof het hem verwurgde.
„George 1" zei ik eindelijk, en stak hem mijn
hand toe.
George bewoog zich niet.
„Wil je me geen hand geven, George V*
Hij opende zijn mond, maar er kwam geen
geluid.
Als ik geweten had, waar ik je kon vinden,
dan had ik je al dogen geleden opgezocht,"
ging ik voort„want ik heb je al dien tijd wil
len spreken, om het weer goed tusschen ons te
maken."
Weer opende zich zijn mond, maar ook nu
kwam er geen geluid.
„Weet je, dat Prudence's hort breekt om
jou
Opeens barstte hij in een lochen uit, een
schorre, wilde lach.
„Je bent een leugenaarzei hij, met een stem
die vreemd trilde.
„Ik spreek de waarheid zoo waarlijk moge
God mij helpen I"
„Ik ben niets meer voor Prue sedert den dag,
waarop jij me met hamerwerpen geslagen hebt
en jij weet dat 1"
„Prudence heeft je lief, cn heeft dat altijd
gedaan I" zei ik. „Ga naar haar terug, George,
ga naar haar terug, en naar je werk wees de
man, die ik weet dat je ben, ga naar haar terug
zij heeft je lief. En als je twijfelt aan mijn
woord hier, lees dit En ik hield hem zijn
eigen brief voor, den brief, waarop Prudence
deze enkele woorden had geschreven„George,
ik heb je lief."
Hij nam hem van mij aan toen frommelde
hij hem langzaam in zijn hond en wierp hem
in den greppel.
„Je bent een leugenaar," zei hij nogmaals, „en
een lafaard
„En jij," zei ik, „jij bent een dwaas, een ver
blinde, domme, zelfzuchtige dwaas, die jezelf
verlaagt door als een vagebond in de bos
schen rond te zwerven en die schande en
verdriet brengt over een meisje, zoo lief als
er ooit
„Ik heb jou niet noodig om mij te vertellen,
wat zii is en wat zij niet is." zei Zwarte Georcre
zacht, met een stem, die van onderdrukten,
hartstocht trilde. „Ik kende hoor lang voor jou
oogcfi haar ooit hodden gezien, ik ben met hooi
opgegroeid, en ik ben noch blind noch doof
'Weet je, ik heb haar lief gehad mijn geheel®
leven long en daarom zal een vnn ons hei
den hier den heelcn nacht moeten blijven lig
gen en morgen den heele dag ook cn
nog langer, als tenminste niet iemand hem bij
toeval vindt," zei hij, terwijl hij mij een knup
pel in de hond drong.
„Maar wat betcekent dot, George
„Dat beleekent, dot als jij niet begint, dol 'k
het don doen zal."
„Maqf waarom riep ik„in Gods naam
waarom
„Ik mag dan langzaam zijn, cn dik misschien,
moar ik ben niet gek kom op, man als
ze het winnen waard is, is ze ook waard om
haar te vechten."
„Maar ik zeg je, dot ze Zwarte George lief
heeft ze heelt nooit ook maar een oogenblik'
aan mij gedacht, of ik aan hoor dit is dol
heid en erger nog I", en tegelijk wierp iV
den knuppel weg.
„En ik zeg je," brulde de smid, terwijl zijr^
onderdrukte woede opeens tot een hartstochten
lijke uitbarsting kwam, „ik zeg je, dot je oen
leugenaar bent, en een lafaard ik weet ollesg
ik weet alles ik heb het gehoord, ik heli
het gezien je leugenachtige tong zal jou;
lafcard, die je bent, niet redden bij Godj
jij met je bleeke gezicht en je bevende handeri
je bent een schande voor de vrouw die jd
lief heeft, en voor do vrouw die je gedregerf
heeft I kom, houd je klaar, zeg ik je ofr
bij God, ik sla er op los I" En tegelijk hief hij
zijn wapen op.
(Wordt vervolgd).