immiswis
Handels-Instituut
„VAN HAARLEM'9
FOTO-ARTIKELEN,
„DE EEMLANDER
BUITENLAND"
FEUILLETON.
PRIJS DER ABVESITEHYIEH
jrT7
Onze Hoogara IvgimhMl.
15 September a.s. des middags
I uur officieele OPENING van het
STENO („Groote") TYPEN (met moderne
kantooropleiding) BOEKHOUDEN MODERNE
TALENCORRESPONDENTIE, opleiding voor
alle HANDELS-EXAMENS.
A. VA^ DE WEG. Langestraat 23.
liet zonnetje ven 't linie.
20e Jifargartg No.
per 3.auwla vooc Am»
post f 3.—. per week toet
gen ongelukken) f &Q*,
Ü.QJ.
wiii.1i i nog
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
Dinsdag 13 September 1921
DlRSCTEmMJTTQEVERt J. VAL KH O FF.
BUREAU:
ARNHEMSCHE POORTWAL,
TEL. INT 513.
Hef vijftigjarig- bestaan der Hoogere Bur
gerschool is een feit van te groote alge-
ïneene beteekenis, dan dat de Herdenking
fcrvan, zou beperkt mogen blijven tot den
fotgen kring der school alleen. Het lijkt ons
feithans zonder eenige bedenking, dat een
jjdergelijke onderwijsinrichting van groote
Vaarde is voor een gemeente, niet alleen als
kweekplaats van geestelijke kracht, maar ook
fen vooral als aantrekkmgspunt voor hen, die
(bij de keuze der plaats hunner vestiging in
5de allereerste plaats vragen naar de gele
genheden tot opvoeding hunner kinderen.
En om nu het zwaartepunt maar eens op
Het direct materiele voordeel te leggen, ge-
Jooven we, dat onze Hoogere Burgerschool
dn niet geringe mate er toe heeft bijgedrar
gen Amersfoort als woonplaats meer aan
trekkelijk te maken. Uit dat oogpunt gezien
jnogen we dan ook 'bij dit gouden feest met
broote dankbaarheid herdenken den zeker
jniet geringen invloed^ die van de school is
(Uitgegaan op de vestiging van vele min of
Ineer gegoede burgers, waarvan de gemeen
de direct en indirect de voordeelen heeft
genoten. En wat doortoe vooral veel heeft
bijgedragen is zonder twijfel de goede naam,
'die onze H. B. S. steeds heeft gehad, niet
aleen in Amersfoort en naaste omgeving,
maar we mogen gerust zeggen m geheel
het land en ook in onze overzeesche bezit
tingen, waar de school steeds hoog aange
schreven stond en nog staat. Geen wonder
dan ook, dat uit alle oorden de leerlingen
jhienheen kwamen om van het degelijk on
derwijs te genieten. Groot is het aantal der-
]genen, die hier hun onderricht ontvingen,
hetzij voor hun latere wetenschappelijke
vorming, 'hetzij als „algemeene voorberei
ding tot een groote verscheidenheid van
maatschappelijke betrekking, beroep of
dienst", zooals minister Thorbecke bij de in
diening van de Wet op het Middelbaar On
derwijs aangaf. En de woorden van Dr. Bos,
'dat de hoofdvorm van het middelbaar
Onderwijs, de hoogere burgerschool, zich de
'dankbaarheid en de erkentelijkheid heeft
weten te verwerven van duizenden, arbei
dend op allerlei gebied van maatschappelijke
werkzaamheid, voor hetgeen die inrichting
ivoor hen is geweest", zullen ongetwijfeld
Ook voor vele oud-leerlingen onzer H.'B.S.
gelden.
Geen wonder dan ook, dat een gemeente,
die een dusdanige inrichting binnen haar
imuren heeft, deel zal nemen aan een zoo be
langrijk feest, als dit van het 50 jarig be
staan der school. En gaarne voegen wij onze
'gelukwenschen bij de vele, die der school in
deze dagen zullen worden aangeboden en
spreken wij de oprechte hoop uit, dat de
Amersfoortsdhe H. B. S. ook in de toekomst
zal blijven, wat ze steeds is geweesteen
onzer belangrijkste onderwijsinstellingen.
Genève, 12 Sept. (H. R.) Bourgeois
hec-ft rn de vergadering van den Volkenbond
heden verklaard, dat de raad zich verheugt
i-n de welwillende kritiek, die op zijn werk is
uitgeoefend en daarin een aansporing virudt
om z'rdh te beteren. Bourgeois brengt dank
aan het algemeen secretariaat en geeft ver
volgens een uiteenzetting van den tegen-
Xvoordigen staat van den volkenbond en van
de redenen van hoop en vrees, die zich
van 1-4 regels f l.oj
met inbegrip van eea
bewijsnummer, elke regd meer 0.25, dienstoanbl»
dingen en Llcldadigheids-adTcitentiën voor de helft
der prijs Voor handd en bedrijf bestaan zccc
voordeeljge bepaling co *»oor het advertccren. Hen a
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegccondeo.
Inrichting voor
Op dien dug, ran 1 nnr at bestaat er gelegenheid tot inschrijving
▼an leerlingen. De Directeur, de Heer G. TAN HAARLEM Jr. is
tot 10 nar des avonds persoonlijk te spreken.
Eenmaal per maand worden ROEKROUlk-COLLEGES gegeven
door Dr. T. GEVERS, Doctor ln de Handels- ?n Staatswetenschappen
voor den, bond vooikïoen. Tengevolge van
tendentieuze berichten he ens elite er zekeire
ongerustheid, die voortvloeit ui't de afzijdige
houding van de Ver. St. en het bijeenroe
pen van de ontwapeningsconferentie te
Washington. Wij moeten, aldus Bourgeois,
ten volle de gevoelens, bezwaren en voor-
oordeelen der landen eerbiedigen en ons
niet mengen in de binnenlandsdhe politiek
van zekere staten. Bourgeois is blij, dat de
Vet. S't. het ontwapeningsvraagstuk aan
vatten, daar de bond hetzelfde doel na
streeft. Deze evenwijdig gaande pogingen
zullen de beste resultaten afwerpen. Over
de tendentieuse geruchten zei Bourgeois,
dat er gelukkige teekenen zijn, die den bond
in staat stellen de toekomst met vertrouwen
tegemoet te zien, omdat zich nieuwe staten
bij den bond aansluiten, die daardoor in
omvang toeneemt, terwijl het plan voor het
internationaal gerechtshof overal veel bij
val vindt. Er kunnen echter moeilijkheden
voortvloeien uit de vraagstukken, die den
voortgang van den bond verlangzamen,
welks werkzaamheden uit den aard der zaak
gemakkelijker waren, toen zij alleen op het
gebied der ideeën lagen. De hihderpalen
vloeien voort uit de verwezenlijking van de
praotische regeling van zekere ge'schillen,
waarin niet alle partijen bevredigd kunnen
worden. Alle regelingen veroorzaken onte
vredenheid, wat het gewone lot is van het
werk van alle rechtbanken. Het meest tref
fend bewijs van het moreel gezag, dat men
den bond toekent, fe gegeven door het be
sluit van de groote imogenhederv om den
hond de kwestie-Opper-Silezië toe te ver
trouwen. Deze beslissing zal de plichten van
den raad vermeerderen. He't werk mag niet
mislukken. Men heeft de taak op zich geno
men en moet nu zorgen, dat men slaagt.
In antwoord op de opmerkingen van Robert
Cecil omtrent de noodzakelijkheid van een
steeds nauwer voeling houden met de
openbare meening, wijst Bourgeois op het
drieledig doel, dat den bond thans voor
oogen staat: le de stichting van het inter
nationaal gerechtshof, 2e het 'bewaren van
den vrede tegen alle gevaren, die hem be
dreigen en 3e de internationale organisa
tie van het leven der volken. Sprekende
over ontwapening verklaarde Bourgeois, dat
Frankrijk trouw bleef op den weg van vre
delievendheid en rechtvaardigheid, dien het
op de Vredesconferentie had aanvaard.
Bourgeois verklaarde er zidh vóör, dat de
grootst mogelijke publiciteit zal worden ge
geven aan de besluiten van den Volken
bond, die duidelijk gemotiveerd moeten zijn
en in hun geheel ter kennis moeten komen
van de publieke opinie, niet alleen die van
de pers en van vereenigingen, maar die van
de parlementen zelf, die wij ertoe moeten
trachten te krijgen, dat zij aan onzen artbeid
deelnemen. Bourgeois zeide nog, dat «er-
bied voor het recht de eer der naties moet
uitmaken. De Volkenhond wil aan de poli
tieke souvereiniteit van geen enkele natie
tornen; hij zal wel een souvereiniteit ves
tigen. Want boven de politieke souvereini
teit van den sta>at heeft men een zedelijke
souvereiniteit: die van het recht. Wij moeten
ons enkel buigen voor het recht. (De ver
gadering bracht aan Bourgeois een ovatie).
Ginieno (Spanje) wenschrt den raad en het
secretariaat geluk met de verrichte werk
zaamheden, die ten zeerste tot het welzijn
der volken bijdragen. Murray (Z.-Afrika)
stelt voor een commissie te benoemen,>wie
het onderzoek der klachten nopens de be
scherming der nationale minderheden is op
gedragen en verzoekt het ontwerp voor het
stichten van een nationale woonplaats voor
de Ottomaansche Armeniërs naar de zesde
commissie te verwijzen. Morgen worden de
beraadslagingen voortgezet.
Berlijn, 12 Sept. (W. B.). De voste werk
lieden van de gas- en electriciteitsbedrijven zijn
in stoking gegaan zonder-de verdere beslissing
vnn de arbitragecommissie of te wachten. De
arbeiders zijn bereid werk te verrichten, dot ten
doel heeft onmiddellijk dreigende onheilen te
voorkomen en zijn met dergelijk werk al begon
nen. Het gemeentebestuur zal trachten een be
slissing van het rijksministerie van Arbeid uit te
lokken. Bovendien heeft het zich in verbinding
gesteld met de leiders der staking om het ver
richten van het hoogst noodzakelijke werk te
verzekeren.
Be r 1 ij n, T 2 Sept. (W. B.) Wegens de
staking der arbeiders bij het electriciteits-
'bedrijf kunnen de Berlijnsche bladen niet
verschijnen.
Berlijn, 12 Sept. N. T. A. Draadloos).
Het tramverkeer in de hoofdstad wordt door
de staking aanzienlijk belemmerdde tele
foondienst wordt bedreigd. Men is begon
nen met onderhandelingen.
B e r 1 ij n 12 Sept. (W.-B.). In de com
missie ven toezicht van den Rijksdag heeft
dr. Beyerle (Beiersche volkspartij) er op ge
wezen, dat de jongste Münchensche eischen
gesteld zijn door alle partijen van de Beier
sche coalitie, met inbegrip van de midden
partij (de Duitsch nationale) en dat zelfs de
vertegenwoordigers van de meerderheids-
soqiali9ten er zich' niet tegen verzet hebben.
Deze geschiedenis heeft geleerd, dat het
vasthouden door de regeering aan het uit
voerend bewind, op een manier, die in strijd
is met het algemeen welzijn, heeft geleid tot
politieke 'beroeringen van den meest ern-
stigen aard, welke in het vervolg in het be
lang des vaderlands vermeden moeten wor
den. De rijkskanselier antwoordde daarop,
dat de tekst van art. 4, zooals de "Beiersche
heeren dien meegenomen hebben naar
Münohen, op aandringen der Beiersche ver
tegenwoordigers aldus is ontworpen. Wat
den algemeenen toestand aangaat, verklaar
de dr. Wirth, dat nog geen officieele uitla
tingen van de Beiersche regeering ontvan
gen waren. De rijkskanselier heeft zelf met
den Beierschen gezant gesproken en hij ver
wacht, dat de Beiersche coalitiepartijen, het
zij rechtstreeks, hetzij door bemiddeling van
de regeering, de onderhandelingen te Ber
lijn zullen heropenen. Er is echter tot dus
ver niemand aangewezen om deze onder
handelingen voor Beieren te leiden. Het
komt Wirth niet onmogelijk voor, dat bij
zulke onderhandelingen een aannemelijke
grondslag voor een vergelijk zou worden
gevonden.
M n c h e n, 12 Sept. (W. B.). Het ge-
heele ministerie heeft in haar zitting van
heden den toestand besproken. Het minis
terie is in haar geheel afgetreden. Totdat
een nieuw ministerie gevormd is, blijven
de minstiers aan het bestuur.
B e r 1 ij n, 1 2 S e p t. (N. T. A. Draadloos).
Door het aftreden van den Beierschen minister
president is, gelijk rijkskanselier Wirth heden in
de commissie van toezicht uit den Rijksdag ver
klaarde, een nieuwe politieke toestand ontstaan.
Een officieele uitlating van de Beiersche regee
ring of een opsomming van haar wenschen is le
Berlijn nog niet ontvangen. Wirth verwacht
spoedig het openen van nieuwe onderhandelin
gen door de Beiersche regeering of door de
Beiersche coalitie-partijen. Het schijnt niet on
mogelijk, dat men dan tot een nannemclijken
grondslag zal komen. In de commissie zijn de
Duitsch nationalen opgekomen voor opheffing
van den staat van beleg in Beieren. De hevige
aanvallen van den onafhonkelijkën afgevaardig
de Dittmann waren voor de Diritsch-nationalen
aanleiding de zaal te verlaten.
Een correspondentie van de Tel. d. d.
12 Sept. houdt in: Het aftreden van den
Beierschen minister-president von Kahr
heeft op de rechtsöhe bladen te Berlijn be
grijpelijkerwijs een zeer onaangenamen in
druk gemaakt. Al zijn de onmiddellijke ge
volgen van he't aftreden nog niet geheel te
overzien, laten de artikelen van de bladen
der rechterzijde geen twijfel bestaan omtrent
het feit, dat de reactie in Duiitsohland' in
den persoon van den Beierschen premier
een krachtigen steunpilaar heeft verloren.
De Deutsche Zeifcung noemt het bericht
van het aftreden van von Kahr „een bedroe
vende tijding", en schrijft het aftreden toe
aan de omstandigheid, dat het Berlijnsche
centrum (de Beiersche „Volkspartij") van
koers is veranderd1 en von Kohr in den steek
heeft gelaten.
Het blad spreekt echter de hoop uit, dat
het Beiersche volk voor een „verderfelijke
radicairsatie" bewaard moge blijven. De
naam van den vermoedelijken opvolger, den
ond-minister van Eered'ienst 'dr. von Krul
ling (liberaal) bevestigt dit vertrouwen. Ais
een teeken des tijds, aldus de Deutsche Zei-
tung, zullen echter de jongste gebeurtenis
sen in Beieren het hart van eiken vader-
landslievenden Duitsoher met bange zorgen
vervullen.
De Deutsche Tageszeitung schrijft: „Het
verschil van meening tusschen den premier
en de meerderheid dei regeeringscoalitie
heft slechts daarin bestaan, dat de regee
ring 'het op goede gronden raadzaam a'chtte,!
zich voor te behouden, op welk tijdstip di
uitzonderingstoestand in Beieren zou worden!
opgeheven. Een gezamenlijke beschouwingj
van de aangelegenheid door de geheele re-
geerings-coftlitie zou ook althans wel toé
resultaat hebben gehad, dat er een uitweg)1
ware gevonden. De regeeringspartijen heb*,
ben echter een houding vermeden, waaruit
openlnjk zou kunnen blijken, dat zij de re*^
geering in den steek hadden gelaten. Dal
alleen de Beiersche middenstan'dspartiij eenf
dergelijke houding heeft aangenomen, daf
meerderheid van de Beiersche volkspartij]
echter niet, is hieraan toe te schrijven, dal
de leider dezer partij, afgevaardigde Held*
ditmaal niet, zooals vroeger, weerstond heeW
geboden aan zekere personen, wier ontstem*'
ming en intriges tegen von Kalhr reeds ge-
ruimen tijd aan den dag traden, en welkaj
•in de persoon van dr. von Knillirvg kunnenf
worden belichaamd.
Het meest ontstemd is echter de Beier-'
sche conservatieve pers. Het blad vanl
Escherich, Heimatsland, schrijft: „Thans
moet er worden beslist, onder welk vaandel
wij naar de wapenen zullen grijpen. Aan do!
eene zijde de rood-zwarte dictatuur van hel
'Berlijnsche proletariaat, dat Beierei} tot eeni
(provincie zonder eenige zelfstandigheid
wenscht te maken; can de andere zijde del
nation-ale federalistische Duitsche „Heimafs*
tneuen".
Een middenweg bestaat er niet en het ge*
doe en geschreeuw over cle driewerf heili*
ge republiek en de driewerf heilige grond1*
wet moet u, Beierschen landman, niet vanl
de vrijs brengen, want deze door den mini
of meer twijfelnchtigen strijd van de oude
burgeroorlog-revolutionnaire heeren ver*
worven schatten rijn den rooden Berlijnersi
toch sleohts een middel, om het oude witi
blauwe vaderland te verpruisen, en daarna
te verproletariseeren. Kunt gij, Beiersdha
landman!, thans nog weifelen, onder welk
vaanclel gij u onverwijld moet scharen? Vee!
diever willen wij Beiersch sterven, dan/
Wirth'«ch-M&rxistisch omkomen."
Geheel anders beoordeelt het Berliner
Tageblatt den toestand, die door het aftre
den van den Beierschen miniister-presidenl
•is ontstaan. Het blad schrijft: „Deze stap,
die natuurlijk eer-st nog door hot plenum
van den Beierschen Landdag geratificeerd
moet woiklen, zal zeer zeker tot een ontspan*
nlng van de huidige betrekkingen tusschenl
•Beieren en het rijk en tot een opklaring
van den horizon der binnenlandsdhe politiek'
in Beieren zelf leiden. Hoewel von Kahr
Protestantsoh is, behoort hij tot de Beiersche
Volkspartij. Doch op grond van zijn verle
den als ambtenaar, staat hij veel dichter bij
do Dui/tsch-notionale partij.
Met hem treedt ook d»e Duitsoh-cvationale
minister van Justitie, dr. Roth, af. Hierdoor'
zal vermoedelijk de Duitsch-nationale partij
uit de regeeringscoalitie treden. De invloed
van de Duitsch-nationalen op de Beierschei
politiek zal waarschijnlijk tot het verleden
behooren. De regeeringscoalitie bestond tot
dusver uit 100 leden; dit aantal vermindert
met de ll Duitsch-nationalen; het regee-
ringsbloc blijft dus in den Landdag toch nog
over een meerderheid beschikken".
De Vonvarts schrijft: „Kahr is gevallen,
door zijn eigen hardnekkigheid. Met Kahr
is een vijand van het volk heengegaan, die
ook met het volk van den hem als regeer
der toevertrouwden afzonderlijken staaf
geen eerlijk spel heeft gespeeld. Kahr is
dood; de weg naar een nieuwe Beiersche
politiek staat open."
De Freiheit schrijft: „Het aftreden van
Kahr en Roth is een waarschuwing voor de
•rijksregeering, in dit conflict aan haai stan<V*
Het is groobsch, immer met tweeën te
njn.
door
THÉRÈSE HOVEN.
Tante Coba kwam, op de haar eigen zelfbe
wuste manier, de kamer binnen zeilen, ten volle
overtuigd dat er door haar komst een verande
ring in 't gesprek, in de houding der aanwezi
gen, in de stemming, in alles, zou gebracht wor
den dat het woord op de lippen, de gedachte
in het brein zou verstommen.
Dat het oor zich zou leenen om haar woorden
op te vangen, en ze zoo mogelijk, aan het hart
te bewaren te geven.
Also sprach Zarathustra, in den tijd der Ma
gie— I
Alzoo sprak tante Coba in 't jaar 1884 van
onze Christelijke jaartelling: „Kind," in 't bi
zonder tot haar jongere zuster Johanna
^kinderen," tot de familie in 't algemeen.
„Mijn gelukwenschen en mijn deelneming I"
(Toen wachtte ze even, zooals de dominee doet,
wanneer hij zijn tekst heeft uitgegeven, om zijn
om ze in hun ziel te prenten, alvorens hij ze
nader gaat toelichten.
Voor die reden pauseerde tante Coba en
toen, geheel in kanselstijl, herhaalde zij hoor
tekst-woorden en zei ze nog eens „Mijn geluk
wenschen en mijn deelneming."
Toen begon de verklaring„Mijn gelukwen
schen voor de jongelui, die naar wij hopen, een
voorspoedig, heerlijk, gezegend huwelijk tege
moet gaan, mijn deelneming voor de ouders, die
achterblijven.
„Vader en moeder zult gij verlaten om uw
echtgenoot te volgen dat zien wij hier
„Kinderen," dit heel speciaal lot het bruids
paar, „gij beiden brengt, door uw huwelijk, de
heilige Evangelie-woorden in praktijk moge
het Boek der Boeken ook verder uw richtsnoer
wezen Waar moet ik staan?" vroeg ze,
plotseling, van den zalvenden preektoon in een
zeer gewoon kijf toont je vervallende.
Er klonk iets krijgshaftigs en agressiefs in dat
eene zinnetje, zoo iets van „Als jelui mij, in den
familiekring, een plaats hebt aangewezen, die
mij niet bevalt, dan zal ik toonen, dat ik weet
waar de.timmerman een gat heeft gemaakt."
Haar werd verzocht, als oudste tante der bruid
naast haar zwager, den vader der bruid, te gaan
staan, hetgeen ze deed.
Ze v/as de laatst-aangekomene dei; familie-le
den, maar daarom was ze niet van plan zich
achteruit te laten zetten. .,De laatsten zullen dc
eersten zijn," ook dit dierbaar bijbelwoord maak
te ze tot het hare.
Ze hield er van ergens te verschijnen, als
iedereen er al was ze kwam bij de meest
gewone gelegenheid nooit gewoon binnen, doch
stak altijd een kleine speech af en daarvoor was
het haar lief, het gezelschap voltallig te zien.
toehoorders in de gelegenheid te «tellen zijnfc>,o
-Woonden in de Heilige Schrift na te zoeken en .Wat ze zei mocht gehoord worden, een ieder
kon er nog zijn voordeel mee doen, cn daarom
verspreidde zij haar gulden zaadkorrelen liefst
in zoo groot mogelijken kring.
„Wat ik daar zei, was toch zoo waar," begon
ze, nadat ze, na eenige wendingen- en buigingen
en draaiingen, zich zelf en haar kleedij zóó had
geposeerd, dat beiden op 't voordeeligst uit
kwamen. Ze had, gelijk toen de mode was, een
baan von gitten op haar ouderwetsch zwart zijd-
je laten zetten met 't doel het daardoor te mo-
derniseeren. Ze vond het dus van belang zóó
te staan, dat het nieuwe gedeelte, de baan, goed
in het zicht kwam. Het lijfje, dat ook al eenige
modes ten achteren was, had ze opgeflikt door
een paar breede, konten slippen dus haalde zij
ze telkens zoo'n beetje uit opdat ze hun tijde
lijke missie zouden vervullen.
Doordat ze een paar jaar geleden een stille
beroerte had gehad, was haar gezicht aan den
rechterkant een beetje vertrokken en legde zij
er zich steeds op toe den linkerkant naar 't pu
bliek te keeren.
Daar nu de mooie baan rechts, en dc gave
kant van haar gezicht links bewonderd moest
worden, vereischtc het al tante Coba's scherp
zinnigheid, om dien gecombineerden aönblik tot
stand te brengen. Maar 't was baar nu toch ge
lukt, gelijk ze in den penantspiegel, aan het uit
einde der kleine suite, zag.
Ze vond, dat ze er gerust mocht wezen en dat
ze lang geen kwpad figuur in den kring maakte.
En gelukkig, zij was niet alleen van haar
uiterlijk afhankelijk.
In haar vroege jeugd lang geleden, had ze
een kort, stil engagement met een candidaat in
de theologie doorleefd, en na dien tijd dweepte
ze met dominee's en deed ze altijd aunhalingen
uit de H. Schrift, wel niet altijd correct of ad
rem. maar dit was bijzaak,
De geest der woorden was van meer belang
dan de letter want de levende geest ging
boven de doode letter I
„Wat ik daar zei, was toch zoo waar 1" her
haalde ze, want den eersten keer had zwager er
niet op kunnen ingaan, omdat iemand anders
hem aangesproken had.
Het scheen wel, dat de komst van tante Coba
het sein tot den aanvang der receptie was ge
weest, want na baar begon het défilé der bezoe
kers.
Even in de voorkamer hun compliment afste
ken voor bruid en bruigom, wederzijdsche
ouders en familieleden, dan in 't voorbijgaan
een bonbon von de bruidsmeisjes gesnoept en
naar de achtersuite om de cadeoux te zien.
Doordat er niet veel ruimte was, moest men
zich haasten en was long blijven onmogelijk.
De receptie was dan ook vrij spoedig afgeloo-
pen, cn toen de laatste visite weg was, vond
tonte Coba het noodig zich, ten derden male,
tot haar zwager te wenden met dezelfde opmer
king, in eenigszins gewijzigden vorm.
„Wat ik bij mijn binnenkomen zei, was zoo
waar I"
Eerst nu kon hij er nnnr luisteren, hetgeen de
spreekster de gelegenheid gaf er bij te voegen:
„Ja, 't is tegelijk een reden tot jubelen en tot
treuren vandaag, 't Is heerlijk voor jelui om je
kind daar zoo te zien staan, 't middelpunt van
aller belangstelling, de heldin van den dag, zoo
als bruid in haor onschuldig wit gev/aad
„Ja, zeker, zeker," stemde meneer Steensma
toedie tante ,Coba wel een goed menscb, maar
toch ook een groote zeur vond.
„Maar toch," vervolgde ze, wijs knikkende,
op waarschuwenden toon„Als je denkt aan
I haar vertrek en dat zoo ver weg
Een traan welde op in haar maogdelijk oog,
doch ze deed haar hest haar aandoening in te
houdenuiterlijke teekenen van smart toch wd*
ren haar hoogst onwelkom in groot toiletzo
kon niet bij haar zak cn, om lui or oogen
af te vegen met haar gehondschoende vingeren
zou zonde zijn geweest
Zoodra men kon nagaan, dot er niemand meer
zou komen, omdat vrijwel iedereen geweest was,
werd de familiekring verbroken cn verzette men
de beenen eens. Het bruidje zeeg vermoeid,
even op de conopee neer, doch herstelde zich
spoedig en troonde den bruigom mee om dö
cadeoux nog eens te zien.
Met de praktische kennis der ervaring vertel*
de hij hoor, wat ze wèl en wat ze niet konden
gebruiken in het nestje, dat hen, ver weg, onder
de palmen verbeidde.
„Zie je, kind, aan al die metalen dingen heb*
ben wij niets, die verroesten toch maar."
,En glazen en porcelcinen vozen en prullen,
die breken," merkte tante Coba, die er bij wa9
komen staan, op juist niet zalvenden toon op*
Zij toch was de schenkster van een der ge*
wraakte metalen dingen en dus niet bijster over,
het gezegde van den bruigom gesticht.
„Dat moet u niet zeggen," hernam deze»
„mits ze goed verpakt zijn, en dus heel over*
komen, zijn ze erg prettig. Als 't ren beetje wif^
zullen wij toch wel een lapje erf hebben en duit
geven vcrsche bloemen m vazen toch altijd iet«
vrooliiks.
„De meeste zijn zoo mol gefatsoeneerd, dat er-
niet eens wat in kan," zei tante, nog stecdl
boudeerende.
„Dan nog staan ze vroolijk, en als omnmon*
ten kunnen ze toch dienst doen. Het prettigste
is echter wel iets om aan den muur te hangen*
Dat zal ie wel tegenvallen, vrouwtje, die w\tt«
muren."
ÏWordt vervolgd).