immiswis Handels-Instituut „VAN HAARLEM'9 FOTO-ARTIKELEN, „DE EEMLANDER BUITENLAND" FEUILLETON. PRIJS DER ABVESITEHYIEH jrT7 Onze Hoogara IvgimhMl. 15 September a.s. des middags I uur officieele OPENING van het STENO („Groote") TYPEN (met moderne kantooropleiding) BOEKHOUDEN MODERNE TALENCORRESPONDENTIE, opleiding voor alle HANDELS-EXAMENS. A. VA^ DE WEG. Langestraat 23. liet zonnetje ven 't linie. 20e Jifargartg No. per 3.auwla vooc Am» post f 3.—. per week toet gen ongelukken) f &Q*, Ü.QJ. wiii.1i i nog AMERSFOORTSCH DAGBLAD Dinsdag 13 September 1921 DlRSCTEmMJTTQEVERt J. VAL KH O FF. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, TEL. INT 513. Hef vijftigjarig- bestaan der Hoogere Bur gerschool is een feit van te groote alge- ïneene beteekenis, dan dat de Herdenking fcrvan, zou beperkt mogen blijven tot den fotgen kring der school alleen. Het lijkt ons feithans zonder eenige bedenking, dat een jjdergelijke onderwijsinrichting van groote Vaarde is voor een gemeente, niet alleen als kweekplaats van geestelijke kracht, maar ook fen vooral als aantrekkmgspunt voor hen, die (bij de keuze der plaats hunner vestiging in 5de allereerste plaats vragen naar de gele genheden tot opvoeding hunner kinderen. En om nu het zwaartepunt maar eens op Het direct materiele voordeel te leggen, ge- Jooven we, dat onze Hoogere Burgerschool dn niet geringe mate er toe heeft bijgedrar gen Amersfoort als woonplaats meer aan trekkelijk te maken. Uit dat oogpunt gezien jnogen we dan ook 'bij dit gouden feest met broote dankbaarheid herdenken den zeker jniet geringen invloed^ die van de school is (Uitgegaan op de vestiging van vele min of Ineer gegoede burgers, waarvan de gemeen de direct en indirect de voordeelen heeft genoten. En wat doortoe vooral veel heeft bijgedragen is zonder twijfel de goede naam, 'die onze H. B. S. steeds heeft gehad, niet aleen in Amersfoort en naaste omgeving, maar we mogen gerust zeggen m geheel het land en ook in onze overzeesche bezit tingen, waar de school steeds hoog aange schreven stond en nog staat. Geen wonder dan ook, dat uit alle oorden de leerlingen jhienheen kwamen om van het degelijk on derwijs te genieten. Groot is het aantal der- ]genen, die hier hun onderricht ontvingen, hetzij voor hun latere wetenschappelijke vorming, 'hetzij als „algemeene voorberei ding tot een groote verscheidenheid van maatschappelijke betrekking, beroep of dienst", zooals minister Thorbecke bij de in diening van de Wet op het Middelbaar On derwijs aangaf. En de woorden van Dr. Bos, 'dat de hoofdvorm van het middelbaar Onderwijs, de hoogere burgerschool, zich de 'dankbaarheid en de erkentelijkheid heeft weten te verwerven van duizenden, arbei dend op allerlei gebied van maatschappelijke werkzaamheid, voor hetgeen die inrichting ivoor hen is geweest", zullen ongetwijfeld Ook voor vele oud-leerlingen onzer H.'B.S. gelden. Geen wonder dan ook, dat een gemeente, die een dusdanige inrichting binnen haar imuren heeft, deel zal nemen aan een zoo be langrijk feest, als dit van het 50 jarig be staan der school. En gaarne voegen wij onze 'gelukwenschen bij de vele, die der school in deze dagen zullen worden aangeboden en spreken wij de oprechte hoop uit, dat de Amersfoortsdhe H. B. S. ook in de toekomst zal blijven, wat ze steeds is geweesteen onzer belangrijkste onderwijsinstellingen. Genève, 12 Sept. (H. R.) Bourgeois hec-ft rn de vergadering van den Volkenbond heden verklaard, dat de raad zich verheugt i-n de welwillende kritiek, die op zijn werk is uitgeoefend en daarin een aansporing virudt om z'rdh te beteren. Bourgeois brengt dank aan het algemeen secretariaat en geeft ver volgens een uiteenzetting van den tegen- Xvoordigen staat van den volkenbond en van de redenen van hoop en vrees, die zich van 1-4 regels f l.oj met inbegrip van eea bewijsnummer, elke regd meer 0.25, dienstoanbl» dingen en Llcldadigheids-adTcitentiën voor de helft der prijs Voor handd en bedrijf bestaan zccc voordeeljge bepaling co *»oor het advertccren. Hen a circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegccondeo. Inrichting voor Op dien dug, ran 1 nnr at bestaat er gelegenheid tot inschrijving ▼an leerlingen. De Directeur, de Heer G. TAN HAARLEM Jr. is tot 10 nar des avonds persoonlijk te spreken. Eenmaal per maand worden ROEKROUlk-COLLEGES gegeven door Dr. T. GEVERS, Doctor ln de Handels- ?n Staatswetenschappen voor den, bond vooikïoen. Tengevolge van tendentieuze berichten he ens elite er zekeire ongerustheid, die voortvloeit ui't de afzijdige houding van de Ver. St. en het bijeenroe pen van de ontwapeningsconferentie te Washington. Wij moeten, aldus Bourgeois, ten volle de gevoelens, bezwaren en voor- oordeelen der landen eerbiedigen en ons niet mengen in de binnenlandsdhe politiek van zekere staten. Bourgeois is blij, dat de Vet. S't. het ontwapeningsvraagstuk aan vatten, daar de bond hetzelfde doel na streeft. Deze evenwijdig gaande pogingen zullen de beste resultaten afwerpen. Over de tendentieuse geruchten zei Bourgeois, dat er gelukkige teekenen zijn, die den bond in staat stellen de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien, omdat zich nieuwe staten bij den bond aansluiten, die daardoor in omvang toeneemt, terwijl het plan voor het internationaal gerechtshof overal veel bij val vindt. Er kunnen echter moeilijkheden voortvloeien uit de vraagstukken, die den voortgang van den bond verlangzamen, welks werkzaamheden uit den aard der zaak gemakkelijker waren, toen zij alleen op het gebied der ideeën lagen. De hihderpalen vloeien voort uit de verwezenlijking van de praotische regeling van zekere ge'schillen, waarin niet alle partijen bevredigd kunnen worden. Alle regelingen veroorzaken onte vredenheid, wat het gewone lot is van het werk van alle rechtbanken. Het meest tref fend bewijs van het moreel gezag, dat men den bond toekent, fe gegeven door het be sluit van de groote imogenhederv om den hond de kwestie-Opper-Silezië toe te ver trouwen. Deze beslissing zal de plichten van den raad vermeerderen. He't werk mag niet mislukken. Men heeft de taak op zich geno men en moet nu zorgen, dat men slaagt. In antwoord op de opmerkingen van Robert Cecil omtrent de noodzakelijkheid van een steeds nauwer voeling houden met de openbare meening, wijst Bourgeois op het drieledig doel, dat den bond thans voor oogen staat: le de stichting van het inter nationaal gerechtshof, 2e het 'bewaren van den vrede tegen alle gevaren, die hem be dreigen en 3e de internationale organisa tie van het leven der volken. Sprekende over ontwapening verklaarde Bourgeois, dat Frankrijk trouw bleef op den weg van vre delievendheid en rechtvaardigheid, dien het op de Vredesconferentie had aanvaard. Bourgeois verklaarde er zidh vóör, dat de grootst mogelijke publiciteit zal worden ge geven aan de besluiten van den Volken bond, die duidelijk gemotiveerd moeten zijn en in hun geheel ter kennis moeten komen van de publieke opinie, niet alleen die van de pers en van vereenigingen, maar die van de parlementen zelf, die wij ertoe moeten trachten te krijgen, dat zij aan onzen artbeid deelnemen. Bourgeois zeide nog, dat «er- bied voor het recht de eer der naties moet uitmaken. De Volkenhond wil aan de poli tieke souvereiniteit van geen enkele natie tornen; hij zal wel een souvereiniteit ves tigen. Want boven de politieke souvereini teit van den sta>at heeft men een zedelijke souvereiniteit: die van het recht. Wij moeten ons enkel buigen voor het recht. (De ver gadering bracht aan Bourgeois een ovatie). Ginieno (Spanje) wenschrt den raad en het secretariaat geluk met de verrichte werk zaamheden, die ten zeerste tot het welzijn der volken bijdragen. Murray (Z.-Afrika) stelt voor een commissie te benoemen,>wie het onderzoek der klachten nopens de be scherming der nationale minderheden is op gedragen en verzoekt het ontwerp voor het stichten van een nationale woonplaats voor de Ottomaansche Armeniërs naar de zesde commissie te verwijzen. Morgen worden de beraadslagingen voortgezet. Berlijn, 12 Sept. (W. B.). De voste werk lieden van de gas- en electriciteitsbedrijven zijn in stoking gegaan zonder-de verdere beslissing vnn de arbitragecommissie of te wachten. De arbeiders zijn bereid werk te verrichten, dot ten doel heeft onmiddellijk dreigende onheilen te voorkomen en zijn met dergelijk werk al begon nen. Het gemeentebestuur zal trachten een be slissing van het rijksministerie van Arbeid uit te lokken. Bovendien heeft het zich in verbinding gesteld met de leiders der staking om het ver richten van het hoogst noodzakelijke werk te verzekeren. Be r 1 ij n, T 2 Sept. (W. B.) Wegens de staking der arbeiders bij het electriciteits- 'bedrijf kunnen de Berlijnsche bladen niet verschijnen. Berlijn, 12 Sept. N. T. A. Draadloos). Het tramverkeer in de hoofdstad wordt door de staking aanzienlijk belemmerdde tele foondienst wordt bedreigd. Men is begon nen met onderhandelingen. B e r 1 ij n 12 Sept. (W.-B.). In de com missie ven toezicht van den Rijksdag heeft dr. Beyerle (Beiersche volkspartij) er op ge wezen, dat de jongste Münchensche eischen gesteld zijn door alle partijen van de Beier sche coalitie, met inbegrip van de midden partij (de Duitsch nationale) en dat zelfs de vertegenwoordigers van de meerderheids- soqiali9ten er zich' niet tegen verzet hebben. Deze geschiedenis heeft geleerd, dat het vasthouden door de regeering aan het uit voerend bewind, op een manier, die in strijd is met het algemeen welzijn, heeft geleid tot politieke 'beroeringen van den meest ern- stigen aard, welke in het vervolg in het be lang des vaderlands vermeden moeten wor den. De rijkskanselier antwoordde daarop, dat de tekst van art. 4, zooals de "Beiersche heeren dien meegenomen hebben naar Münohen, op aandringen der Beiersche ver tegenwoordigers aldus is ontworpen. Wat den algemeenen toestand aangaat, verklaar de dr. Wirth, dat nog geen officieele uitla tingen van de Beiersche regeering ontvan gen waren. De rijkskanselier heeft zelf met den Beierschen gezant gesproken en hij ver wacht, dat de Beiersche coalitiepartijen, het zij rechtstreeks, hetzij door bemiddeling van de regeering, de onderhandelingen te Ber lijn zullen heropenen. Er is echter tot dus ver niemand aangewezen om deze onder handelingen voor Beieren te leiden. Het komt Wirth niet onmogelijk voor, dat bij zulke onderhandelingen een aannemelijke grondslag voor een vergelijk zou worden gevonden. M n c h e n, 12 Sept. (W. B.). Het ge- heele ministerie heeft in haar zitting van heden den toestand besproken. Het minis terie is in haar geheel afgetreden. Totdat een nieuw ministerie gevormd is, blijven de minstiers aan het bestuur. B e r 1 ij n, 1 2 S e p t. (N. T. A. Draadloos). Door het aftreden van den Beierschen minister president is, gelijk rijkskanselier Wirth heden in de commissie van toezicht uit den Rijksdag ver klaarde, een nieuwe politieke toestand ontstaan. Een officieele uitlating van de Beiersche regee ring of een opsomming van haar wenschen is le Berlijn nog niet ontvangen. Wirth verwacht spoedig het openen van nieuwe onderhandelin gen door de Beiersche regeering of door de Beiersche coalitie-partijen. Het schijnt niet on mogelijk, dat men dan tot een nannemclijken grondslag zal komen. In de commissie zijn de Duitsch nationalen opgekomen voor opheffing van den staat van beleg in Beieren. De hevige aanvallen van den onafhonkelijkën afgevaardig de Dittmann waren voor de Diritsch-nationalen aanleiding de zaal te verlaten. Een correspondentie van de Tel. d. d. 12 Sept. houdt in: Het aftreden van den Beierschen minister-president von Kahr heeft op de rechtsöhe bladen te Berlijn be grijpelijkerwijs een zeer onaangenamen in druk gemaakt. Al zijn de onmiddellijke ge volgen van he't aftreden nog niet geheel te overzien, laten de artikelen van de bladen der rechterzijde geen twijfel bestaan omtrent het feit, dat de reactie in Duiitsohland' in den persoon van den Beierschen premier een krachtigen steunpilaar heeft verloren. De Deutsche Zeifcung noemt het bericht van het aftreden van von Kahr „een bedroe vende tijding", en schrijft het aftreden toe aan de omstandigheid, dat het Berlijnsche centrum (de Beiersche „Volkspartij") van koers is veranderd1 en von Kohr in den steek heeft gelaten. Het blad spreekt echter de hoop uit, dat het Beiersche volk voor een „verderfelijke radicairsatie" bewaard moge blijven. De naam van den vermoedelijken opvolger, den ond-minister van Eered'ienst 'dr. von Krul ling (liberaal) bevestigt dit vertrouwen. Ais een teeken des tijds, aldus de Deutsche Zei- tung, zullen echter de jongste gebeurtenis sen in Beieren het hart van eiken vader- landslievenden Duitsoher met bange zorgen vervullen. De Deutsche Tageszeitung schrijft: „Het verschil van meening tusschen den premier en de meerderheid dei regeeringscoalitie heft slechts daarin bestaan, dat de regee ring 'het op goede gronden raadzaam a'chtte,! zich voor te behouden, op welk tijdstip di uitzonderingstoestand in Beieren zou worden! opgeheven. Een gezamenlijke beschouwingj van de aangelegenheid door de geheele re- geerings-coftlitie zou ook althans wel toé resultaat hebben gehad, dat er een uitweg)1 ware gevonden. De regeeringspartijen heb*, ben echter een houding vermeden, waaruit openlnjk zou kunnen blijken, dat zij de re*^ geering in den steek hadden gelaten. Dal alleen de Beiersche middenstan'dspartiij eenf dergelijke houding heeft aangenomen, daf meerderheid van de Beiersche volkspartij] echter niet, is hieraan toe te schrijven, dal de leider dezer partij, afgevaardigde Held* ditmaal niet, zooals vroeger, weerstond heeW geboden aan zekere personen, wier ontstem*' ming en intriges tegen von Kalhr reeds ge- ruimen tijd aan den dag traden, en welkaj •in de persoon van dr. von Knillirvg kunnenf worden belichaamd. Het meest ontstemd is echter de Beier-' sche conservatieve pers. Het blad vanl Escherich, Heimatsland, schrijft: „Thans moet er worden beslist, onder welk vaandel wij naar de wapenen zullen grijpen. Aan do! eene zijde de rood-zwarte dictatuur van hel 'Berlijnsche proletariaat, dat Beierei} tot eeni (provincie zonder eenige zelfstandigheid wenscht te maken; can de andere zijde del nation-ale federalistische Duitsche „Heimafs* tneuen". Een middenweg bestaat er niet en het ge* doe en geschreeuw over cle driewerf heili* ge republiek en de driewerf heilige grond1* wet moet u, Beierschen landman, niet vanl de vrijs brengen, want deze door den mini of meer twijfelnchtigen strijd van de oude burgeroorlog-revolutionnaire heeren ver* worven schatten rijn den rooden Berlijnersi toch sleohts een middel, om het oude witi blauwe vaderland te verpruisen, en daarna te verproletariseeren. Kunt gij, Beiersdha landman!, thans nog weifelen, onder welk vaanclel gij u onverwijld moet scharen? Vee! diever willen wij Beiersch sterven, dan/ Wirth'«ch-M&rxistisch omkomen." Geheel anders beoordeelt het Berliner Tageblatt den toestand, die door het aftre den van den Beierschen miniister-presidenl •is ontstaan. Het blad schrijft: „Deze stap, die natuurlijk eer-st nog door hot plenum van den Beierschen Landdag geratificeerd moet woiklen, zal zeer zeker tot een ontspan* nlng van de huidige betrekkingen tusschenl •Beieren en het rijk en tot een opklaring van den horizon der binnenlandsdhe politiek' in Beieren zelf leiden. Hoewel von Kahr Protestantsoh is, behoort hij tot de Beiersche Volkspartij. Doch op grond van zijn verle den als ambtenaar, staat hij veel dichter bij do Dui/tsch-notionale partij. Met hem treedt ook d»e Duitsoh-cvationale minister van Justitie, dr. Roth, af. Hierdoor' zal vermoedelijk de Duitsch-nationale partij uit de regeeringscoalitie treden. De invloed van de Duitsch-nationalen op de Beierschei politiek zal waarschijnlijk tot het verleden behooren. De regeeringscoalitie bestond tot dusver uit 100 leden; dit aantal vermindert met de ll Duitsch-nationalen; het regee- ringsbloc blijft dus in den Landdag toch nog over een meerderheid beschikken". De Vonvarts schrijft: „Kahr is gevallen, door zijn eigen hardnekkigheid. Met Kahr is een vijand van het volk heengegaan, die ook met het volk van den hem als regeer der toevertrouwden afzonderlijken staaf geen eerlijk spel heeft gespeeld. Kahr is dood; de weg naar een nieuwe Beiersche politiek staat open." De Freiheit schrijft: „Het aftreden van Kahr en Roth is een waarschuwing voor de •rijksregeering, in dit conflict aan haai stan<V* Het is groobsch, immer met tweeën te njn. door THÉRÈSE HOVEN. Tante Coba kwam, op de haar eigen zelfbe wuste manier, de kamer binnen zeilen, ten volle overtuigd dat er door haar komst een verande ring in 't gesprek, in de houding der aanwezi gen, in de stemming, in alles, zou gebracht wor den dat het woord op de lippen, de gedachte in het brein zou verstommen. Dat het oor zich zou leenen om haar woorden op te vangen, en ze zoo mogelijk, aan het hart te bewaren te geven. Also sprach Zarathustra, in den tijd der Ma gie— I Alzoo sprak tante Coba in 't jaar 1884 van onze Christelijke jaartelling: „Kind," in 't bi zonder tot haar jongere zuster Johanna ^kinderen," tot de familie in 't algemeen. „Mijn gelukwenschen en mijn deelneming I" (Toen wachtte ze even, zooals de dominee doet, wanneer hij zijn tekst heeft uitgegeven, om zijn om ze in hun ziel te prenten, alvorens hij ze nader gaat toelichten. Voor die reden pauseerde tante Coba en toen, geheel in kanselstijl, herhaalde zij hoor tekst-woorden en zei ze nog eens „Mijn geluk wenschen en mijn deelneming." Toen begon de verklaring„Mijn gelukwen schen voor de jongelui, die naar wij hopen, een voorspoedig, heerlijk, gezegend huwelijk tege moet gaan, mijn deelneming voor de ouders, die achterblijven. „Vader en moeder zult gij verlaten om uw echtgenoot te volgen dat zien wij hier „Kinderen," dit heel speciaal lot het bruids paar, „gij beiden brengt, door uw huwelijk, de heilige Evangelie-woorden in praktijk moge het Boek der Boeken ook verder uw richtsnoer wezen Waar moet ik staan?" vroeg ze, plotseling, van den zalvenden preektoon in een zeer gewoon kijf toont je vervallende. Er klonk iets krijgshaftigs en agressiefs in dat eene zinnetje, zoo iets van „Als jelui mij, in den familiekring, een plaats hebt aangewezen, die mij niet bevalt, dan zal ik toonen, dat ik weet waar de.timmerman een gat heeft gemaakt." Haar werd verzocht, als oudste tante der bruid naast haar zwager, den vader der bruid, te gaan staan, hetgeen ze deed. Ze v/as de laatst-aangekomene dei; familie-le den, maar daarom was ze niet van plan zich achteruit te laten zetten. .,De laatsten zullen dc eersten zijn," ook dit dierbaar bijbelwoord maak te ze tot het hare. Ze hield er van ergens te verschijnen, als iedereen er al was ze kwam bij de meest gewone gelegenheid nooit gewoon binnen, doch stak altijd een kleine speech af en daarvoor was het haar lief, het gezelschap voltallig te zien. toehoorders in de gelegenheid te «tellen zijnfc>,o -Woonden in de Heilige Schrift na te zoeken en .Wat ze zei mocht gehoord worden, een ieder kon er nog zijn voordeel mee doen, cn daarom verspreidde zij haar gulden zaadkorrelen liefst in zoo groot mogelijken kring. „Wat ik daar zei, was toch zoo waar," begon ze, nadat ze, na eenige wendingen- en buigingen en draaiingen, zich zelf en haar kleedij zóó had geposeerd, dat beiden op 't voordeeligst uit kwamen. Ze had, gelijk toen de mode was, een baan von gitten op haar ouderwetsch zwart zijd- je laten zetten met 't doel het daardoor te mo- derniseeren. Ze vond het dus van belang zóó te staan, dat het nieuwe gedeelte, de baan, goed in het zicht kwam. Het lijfje, dat ook al eenige modes ten achteren was, had ze opgeflikt door een paar breede, konten slippen dus haalde zij ze telkens zoo'n beetje uit opdat ze hun tijde lijke missie zouden vervullen. Doordat ze een paar jaar geleden een stille beroerte had gehad, was haar gezicht aan den rechterkant een beetje vertrokken en legde zij er zich steeds op toe den linkerkant naar 't pu bliek te keeren. Daar nu de mooie baan rechts, en dc gave kant van haar gezicht links bewonderd moest worden, vereischtc het al tante Coba's scherp zinnigheid, om dien gecombineerden aönblik tot stand te brengen. Maar 't was baar nu toch ge lukt, gelijk ze in den penantspiegel, aan het uit einde der kleine suite, zag. Ze vond, dat ze er gerust mocht wezen en dat ze lang geen kwpad figuur in den kring maakte. En gelukkig, zij was niet alleen van haar uiterlijk afhankelijk. In haar vroege jeugd lang geleden, had ze een kort, stil engagement met een candidaat in de theologie doorleefd, en na dien tijd dweepte ze met dominee's en deed ze altijd aunhalingen uit de H. Schrift, wel niet altijd correct of ad rem. maar dit was bijzaak, De geest der woorden was van meer belang dan de letter want de levende geest ging boven de doode letter I „Wat ik daar zei, was toch zoo waar 1" her haalde ze, want den eersten keer had zwager er niet op kunnen ingaan, omdat iemand anders hem aangesproken had. Het scheen wel, dat de komst van tante Coba het sein tot den aanvang der receptie was ge weest, want na baar begon het défilé der bezoe kers. Even in de voorkamer hun compliment afste ken voor bruid en bruigom, wederzijdsche ouders en familieleden, dan in 't voorbijgaan een bonbon von de bruidsmeisjes gesnoept en naar de achtersuite om de cadeoux te zien. Doordat er niet veel ruimte was, moest men zich haasten en was long blijven onmogelijk. De receptie was dan ook vrij spoedig afgeloo- pen, cn toen de laatste visite weg was, vond tonte Coba het noodig zich, ten derden male, tot haar zwager te wenden met dezelfde opmer king, in eenigszins gewijzigden vorm. „Wat ik bij mijn binnenkomen zei, was zoo waar I" Eerst nu kon hij er nnnr luisteren, hetgeen de spreekster de gelegenheid gaf er bij te voegen: „Ja, 't is tegelijk een reden tot jubelen en tot treuren vandaag, 't Is heerlijk voor jelui om je kind daar zoo te zien staan, 't middelpunt van aller belangstelling, de heldin van den dag, zoo als bruid in haor onschuldig wit gev/aad „Ja, zeker, zeker," stemde meneer Steensma toedie tante ,Coba wel een goed menscb, maar toch ook een groote zeur vond. „Maar toch," vervolgde ze, wijs knikkende, op waarschuwenden toon„Als je denkt aan I haar vertrek en dat zoo ver weg Een traan welde op in haar maogdelijk oog, doch ze deed haar hest haar aandoening in te houdenuiterlijke teekenen van smart toch wd* ren haar hoogst onwelkom in groot toiletzo kon niet bij haar zak cn, om lui or oogen af te vegen met haar gehondschoende vingeren zou zonde zijn geweest Zoodra men kon nagaan, dot er niemand meer zou komen, omdat vrijwel iedereen geweest was, werd de familiekring verbroken cn verzette men de beenen eens. Het bruidje zeeg vermoeid, even op de conopee neer, doch herstelde zich spoedig en troonde den bruigom mee om dö cadeoux nog eens te zien. Met de praktische kennis der ervaring vertel* de hij hoor, wat ze wèl en wat ze niet konden gebruiken in het nestje, dat hen, ver weg, onder de palmen verbeidde. „Zie je, kind, aan al die metalen dingen heb* ben wij niets, die verroesten toch maar." ,En glazen en porcelcinen vozen en prullen, die breken," merkte tante Coba, die er bij wa9 komen staan, op juist niet zalvenden toon op* Zij toch was de schenkster van een der ge* wraakte metalen dingen en dus niet bijster over, het gezegde van den bruigom gesticht. „Dat moet u niet zeggen," hernam deze» „mits ze goed verpakt zijn, en dus heel over* komen, zijn ze erg prettig. Als 't ren beetje wif^ zullen wij toch wel een lapje erf hebben en duit geven vcrsche bloemen m vazen toch altijd iet« vrooliiks. „De meeste zijn zoo mol gefatsoeneerd, dat er- niet eens wat in kan," zei tante, nog stecdl boudeerende. „Dan nog staan ze vroolijk, en als omnmon* ten kunnen ze toch dienst doen. Het prettigste is echter wel iets om aan den muur te hangen* Dat zal ie wel tegenvallen, vrouwtje, die w\tt« muren." ÏWordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 1