Fontein Schippers. Het zonnetje van 't huis. AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" ST. E1T7ILION bij I. I SCIBTUMM 8 Zn., litr.str. 11. Tel. 145 BINNENLAND. FOTO- Eigengemaakte MeriHif. Prima Geëmailleerd Bad en Geyser f 185.-. Magazijn JE WEN IlST FEUILLETON. Meubileeringen- Kunsthandel- Behangerij en Stoffeerderu Langestraat 24. Tel. Int. 496. AMERSFOORT. TWEEDE BLAD. De gemeente als koopvrouw. A. VAN DE WEG. Langestraat 23. lil ZATERDAG na 122 uur worden GEEN bestellingen meer aan hois bezorgd. Bonden Tronw- en Verlovingringen 20e Jaargang No 73 Zaterdag 24 September 1921 ORIGINEELE zeer aan te bevelen Bordeaux, gewas 1917 Per ISesch f 1.75, per anker f 72-. De Vrijzinnig-Democraten zijn, men zie er hun program maar op na en men herinnere zich hunne daden in de gemeenteraden, geenszins af- keerig van overheidsbemoeiing. Het waren hunne voorloopers, de radicalen, die in Amster dam de bedrijven van monopolistischen aard aan de gemeente brachten en nog steeds zijn zij van oordeel, dat het niet aangaat particulieren de voordeelen te laten opstrijken van de exploi tatie van een bedrijf, dat uit zijn aard voorziet in eene behoefte van de heele burgerij. Niet, omdat zij aan handige en geschikte exploitanten geen succes gunnen, maar omdat zij gelooven, dat bij particuliere exploitatie de burgers al heel licht worden geëxploiteerd. Het is merkwaardig binnen hoe korten tijd deze vrijzinnig-democratische ideeën gemeen goed zijn geworden. Tegenstanders van gemeen telijke exploitatie van waterleidingen, gasfabrie ken, trams en electrische centralen zijn er nau welijks meer te vinden. (Tusschen haakjes: dit is geen verschijnsel op zich zelf. Schier op elk gebied ontwikkelt zich de maatschappij in de door ons uitgestippelde lijn. Indien het publiek zich hiervan meer bewust was, zou het ook de leiding van de zaken in handen geven van hen, naar wier ideeën wordt geregeerd en geleid, d. i. in handen van de Vrijzinnig-Democraten). In den oorlogstijd heeft de régeering van Rijk en gemeenten, naast het reeds lang als normaal beschouwde werk, een arbeid moeten onderne men, die haar vóór dien tijd volkomen vreemd was. De vrije handel in de meeste artikelen werd uitgeschakeld en de gemeenschap trad als koopvrouw op. Zij deed dit noodgedrongen; zij erkende, dat dit optreden een gevolg was van de omstandigheden. Zij werd importrice van giaan en veevoeder, van meststoffen en steen kool. Zij controleerde allen handel in ijzer en Voper. Zij maakte daarbij grove fouten. Het werd haar echter vergeven, omdat men begreep, dat de overheid dié fouten niet kón vermijden, om dat men wist, dat deze bemoeiing een gedwon gen en een lijdelijk karakter droeg. Zoo spoedig het mogelijk was na den wapen stilstand begon de regeering hare bemoeienis met handel en industrie te beperken. En het duurde niet heel lang, of de koopmanschap van het Rijk behoorde tot het verleden. De gemeente had in den oorlogstijd eveneens geleerd als koopvrouw op te treden. Zij was agente van het Rijk in meel en bloem en in wat daarvoor doorging'. Zij kocht en verkocht visch, iextielwaren, schoenen. Zij was eene slechte koopvrouw, want zij ver foor geld en zij bediende hare klanten slecht. De klanten echter bromden niet te luide, want zij begrepen, dat de gemeente fouten moest ma ken, dat de gemeente, die haar koopmanschap door ambtenaren moet laten uitvoeren, den han del niet verstaat. Zoo was bijna iedereen bb'j, dat ook de ge meente haar taak van koopvrouw neer kon leg den. De vrije handel was al spoedig weer mees ier van het terrein en de gemeente kon zinnen }p maatregelen, om de handelstekorten van den Oorlogstijd goed te maken. Bijna iedereen, zeggen we. Want er waren ook. die de koopmanschap van de gemeente, ondanks hare gebreken, bewonderden. In het kamp van de S. D. A. P. klonk luide het ver langen „om het goede, dat in den distributie- tijd was geboren, te behouden". Dit verlangen vond echter weinig weerklank of liever: men was het met dit verlangen in theorie wel eens, maar men zocht tevergeefs naar „dit goede". De socialisten beweerden echter, dat de ge meente als koopvrouw „prijsregelend" optrad. Indien dit inderdaad het geval is, kon onzerzijds tegen gemeenteb'jko winkels op bescheiden schaal geen bezwaar worden gemaakt. Maar men kon het bewijs voor die bewering niet leveren. Integendeel. De gemecntewinkels leden verlie zen uit den zak der belastingbetalers en hls zij dus nog enkele artikelen goedkooper ver kochten dan andere winkeliers, dan was dit eene bevoordeeling van de koopers in de gemeente winkels op kosten van het algemeen. Dit had geen zin en dus werden de gemeente winkels bijna overal opgeruimd, al zal er hier en daar nog wel iets zijn overgebleven van den oorlogshandel der gemeenten, b.v. gemeente lijke vischwinkels, waar men indien er in de gemeente concurrentie is ook nu duurder koopt dan bij den particulieren handel. Men zou nu meenen, dat ook de S. D. A. P.'ers door de praktijk waren bekeerd. Maar néén Het dogma laat zich zelfs niet door de meest evi dente waarheid op zij schuiven. En zoo is nu pas weer te Amsterdam een gemeentelijk meelbedrijf opgericht (of wil men: in standgehouden), met de bedoeling „prijsrege lend" te werken. We hebben verbaasd gestaan over dit besluit van den Amsterdamschen Raad, waaraan naast de roode broederen oo^ de katho lieken en onze eigen mcnschen hebben mede gewerkt. Het is een feit, dat het brood te Amsterdam goedkooper is dan in de andere groote steden van ons land, dank zij de scherpe concurrentie, die er bestaat. Het is ook een feit, dat de bloem en meelprijzen dalen en volgens deskundi gen nog verder zullen dalen. Tóch gaat nu de gemeente bloem koopen en weer koopvrouw spelen, om, als er straks weer verliezen zijn, die verliezen te dekken uit de zakken van de bur gerij. Het bedrijf zal wel is waar weinig om vangrijk zijn. De verliezen behoeven niet te ko men. Er is zelfs winst mogelijk. Moor de ge- heele opzet beteekent ten slotte, dat de burgerij gezamenlijk speculeert in bloem, onder leiding van den wethouder en diens ambtenaren, die wellicht bekwaam zijn als ambtenaar, maar die alle scholing in den handel missen. De socialisten zijn hardleersch, als de praktijk een hunner principes vernielt. Dat i^ gebleken. Als ook weer dit meelbedrijf zal aantoonen, dat de gemeente ongeschikt is om als koopvrouw op te treden, don zullen de niet-sociaol-demo- craten, die ditmaal nog het roode voorstel heb ben gesteund, wel genegen zijn voortaan hun stem aan dergelijke pionnen te onthouden. Maar de socialisten zullen zich ook dèn niet gewon nen geven. Zij zullen telkens weer pogingen in deze richting wagen, niet omdat vorige pogin gen succes hebben gehad, maar omdat de theo rie het zoo wil. Mogen daarom de niet-roode vóórstemmers de oogen open houden en de voortzetting van het meel-bedrijf beletten, zoodra blijkt, dat ook ditmaal de gemeente niet berekend is voor de taak van koopvrouw. Staten-Generaal. Staatsbegroo'ing 1932. Aan de verschillende Hoofdstukken is het volgende ontleend Hoofdsnik I. (Huis der Koningin). Geraamd 900 000. Hoofdstuk II. (Hooge Colleges van Staat on kabinet der Kouing'n). Geraamd 1,986.828.60, Hoofdstuk m. (Buitenlandscho Zaken). Geraamd 5,529.520. Gelden worden aangevraagd voor de instel- b'ng van een beroeps consulaat-generaal tc Guatemala voor dc republieken in Centraal- Amerika. Het voornemen bestaat om den con sul-generaal den titel te veilecnen van buiten gewoon gezant en gevolmachtigd minister. De betrekking van Rijkslandbouw consulent te Londen zal niet langer worden bestendigd, de tegenwoordige titularis, dr. Van Rijn, zal optreden als vertegenwoordiger van Nederland in het Permanent Comité Van het Internatio naal Landbouwinstituut te Rome, tevens '/nl hij optreden als handelsattaché aldaar. Hoofdstuk IV. (Justitie). Geraamd 38,686,640.46» Hoofdstuk V. (Buitenlandsche Zaken)» Geraamd 12,315.572. Hoofdstuk Va. (Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen). Geraamd 148,121,113. Het lectoraat in de psychologie, van dr. Roels, aan de universiteit te Utrecht zal wor den omgezet in een gewoon hooglceraarschap. Voor de Technische Hoogeschool worden gelden nangevraogd voor de oonstelhng van een tweeden hoogleeraar in de organische scheikunde en voor een lector in de microche- ie. Voorgesteld wordt overneming der hoogere Burgerscholen te Sneek en Gorkum. Voor den nieuwen hoofddirecteur is overeen komstig de voorwaarde door hem bedongen 2000 uitgetiokken als personcele toelage boven het maximum der jaarwedde. Ingesteld wordt een museumraad, zijnde een commissie om de regeering bij de reorganisa tie van het museumwezen ter zijde te staan. Tot dekking van de schuldenlast der Konink- lijLe Akademie van Wetenschappen zal de jaar- lijl-scbe subsidie met 14,700 worden ver hoogd onder voorwaarde van geheele aflossing der schulden binnen 10 jaar. Hoofdsuk VI. (Marine). Geiaar, d f 59,153 751. Aangevraagd worden slechts bijdragen voor de voortzetting van den bouw van materieel dat reeds in aanbouw is. Met behulp der ge gevens verstrekt door de interdepartementale commissie is een ontwerp-vlootwet samenge steld, waaromtrent het oordeel der Indische autoriteiten is ingewonnen. Het ligt in het voornemen in 1922 aan te vangen met den bouw van de onderzeebooten O 12, 13 en 14, zoodat daarvoor geen gelden worden aangevraagd. Het pantserschip Koningin Regentes is uit de sterkte der zeemacht afgevoerd en komt in aanmerking voor openbaren verkoop. Hoofdstuk VII A. (Nationale schuld). Geraamd 90,267,251.30. Hoofdstuk VO B. (Financiën). Geraimd 220,650,384.01 tf. Hoofdstu kVDL (Oorlog). Geroomd 75,863,388. Het ligt in het voornemen in de vredesorga nisatie van het leger op te nemen een korps politictroepen. De taak van dit korps zal voor namelijk bestaan in het verrichten van politie diensten bij het leger. Voor uitbreiding van den vliegdienst wordt 800,000 aangevraagd. Voor modern geschut met tocbehooren en munitie en mitrailleurs wordt 3 millioen aan gevraagd. Voorgesteld wordt een herziene jaarwedde- regeling voor de officieren van gezondheid. Hoofdstuk IX. (Waterstaat). Geraamd 60,535,918. Gelden worden aangevraagd voor de derde pont te Vclzen. Voor ontwikkeling van het luchtvanrtverkeer worden gelden aangevraagd, m.n. voor perso neel op het terrein Schiphol en voor de verdere inrichting van dat terrein. Voor de Kon. Lucht vaart Maatschappij wordt een subsidie van 370,000 voorgesteldvoor verhooging vun het moximum der subsidie over 1921 zal een suppletoire begrooting worden ingediend. Hoofdstuk X. (Landbouw, Nijverheid en Handel). Minder dan voor 1921 wordt aangevraogd 25.563.325.31 Twee nieuwe posten worden aangevraagd een van 6000 voor de dekking van het tekort op de exploitatie van een proefboerderij op de Gro- rungschc klei, 7000 voor een station voor de teelt van zicktevrije aardappelen te Oostwold. Voor het Staatsmijnbedrijf wordt ruim 25^ millioen minder aangevraagd dan ton vorigen jare. Een nieuwe post op dit bedrijf is ƒ20.000 tot dekking, van het tekort op de exploitatiere kening van arbeiderskampen en gezel lenhuizen door particulieren geëxploiteerd ten behoeve van het personeel der mijnen. Voorgesteld wordt het aantal leden von den Octrooiraad thans bedragende 5, in 1922 te brengen op 10, later op te voeren tot 15. Hoofdstuk Xa. (Arbeid). Geroomd op 70.734.380. Wegens overlading van werk voor het dis trictshoofd in een der districten van de arbeids inspectie wordt het noodig geacht een 11e dis trict te scheppen. Alsdan zullen de gemeenten 's Gravcnhoge, Leiden, Gouda cn de Rijnstreek, tot heden tot het 4e district behoorende, een nieuw district, het lie vormen. Aan het 4e dis trict ?al worden oegevoegd het rechtsgebied van het kantongerecht Delft, dat thons tot het 3e disrict behoort. Als stondploats van het nieu we districtshoof dzal Leiden worden oangewe- >n. Het overige deel van het 4e district, omvat tende de provincie Utrecht met de gemeenten Vianen en Hagestein, zou dan uitgebreid kun nen worden met het rechtsgebied van het kan tongerecht Harderwijk, waartoe behooren de ge meenten Nijkerk, Putten, Harderwijk, Ermelo, Doornspijk en Elburg. Ten slotte ware nog het rechtsgebied van het kontongerecht Hilversum aan het 4e district toe te voegen. In het nieuwe district zullen, voor zoover het technisch personeel betreft, werkzaam worden gesteld een hoofdinspecteur, een inspecteur, een inspecteur of adjunct-inspecteur, een adjimct-in- specteur of adjunct-inspectrice, drie technische ambtenaren, een opzichteres cn twee contro- luers. Hiervoor is een bedrag van 25.500 noo dig. Als gevolg van de sterke toeneming van werk zaamheden, welke de invoering der Arbeidswet 19T9 met zich brengt, zal het administratief per soneel belangrijk moeten worden uitgebreid en en acht, de minister het noodzakelijk voor 1922 te rekenen op de aanstelling van 1 administratief ambtenaar der le klasse, 12 administratieve nmbtenaren der 2e kl. cn 24 administratieve ambtenaren der 3e kl. en schrijvers. Hiermede zal een bedrag van 58.300 gemoeid zijn, waar- Maison VAN EIMEREN. Colllenr Posticlieiir x C'oifleuso 1VIJERSSTRAAT 11. - Tel. 20B Hoogst Modorno Salons voor DAMES on 1IEEREX - Manicure Magazijn van Parfumurioën on Toilot-Artikolon. BADINRICHTING 1 ■I EVIagaz. Varkensmafkt sre&BEsaysïri De Dom3" - Amersfoort. Speciale nMeeliup; Tl L. A. VAN RIJE Co. LANGE8TRAAT 79 - TEL 291 x x AFDEELING SANITAIR Hotel Café Restaurant „MONOPOLE." De Directie mankt bekend, «lat z(| tegen nader overeen te komen voorwaarden «le ACHTERZAAL met «K9LO- TKX SERRE gedurende liet winterseizoen voor gesloten dansclubs beschikbaar stelt. Nadere Inlichtingen bij Directie (Tel. 11). «Ie J. J. V. HAMERSVELD Hoofdagent „Amstef-bieren. van 12.300 strekken om het aantal districten met 1 te vermeerderen. Hoofdstuk XI. (Koloniën). Geroomd op 7.218.465. Minder geroomd dan voor 1921 19.888. Hoofdstuk xn. (Onvoorziene uitgaven). Geraamd 50.000. Voor 1920 is 32.949.54 noodig geweest Wet op dc Middelen. In zijn memorie van toelichting stelt de mi< nister van Financiën voorop, dot een juiste ra», ming von de kosten, welke in het volgende jnnr uit do verschillende middelen verkregen zullen worden, zeer belangrijk is. De factoren welko het economisch leven beheerschen, zijn onze kerder dun ooit. Noch omtrent den duufr van de huidige crisis, noch omtrent den omvang welken die crisis zal krijgen, kan op gocdo Der Umgang mit Frauen ist das Element guter Sitten. (Goethe.) EANGESTRAAT 43 - AMERSFOORT Het adres voor: De juiste mortellen WILLEM GROENHUIZEN. door j THÉRÈSE HOVEN. 10 „Het zou zeker jammer zijn, als zij nu weg tnoest," stemde mevrouw Meuring toe. „Ze is 'nog te jong om iets te presteeren, en zonder leiding of hulp zou ze ook niet veel tot stand kunnen brengen, maar ze is ongetwijfeld een begaafd kind. Enfin, wij zullen trachten eerst haar tranen te drogen, dat is het voornaamste. Ze moet er zich niet ongelukkig over maken. Er is misschien nog wel een mouw aan te passen." „Wel, mijn Else-kind heb-je zoo'n ver- 'driet en mevrouw sloot haar in de armen met een innigheid, die bewees dat Nora zooeven terelijk had met haar bewering, dat ze bij de Meurings heelemaal als een der kinderen jverd beschouwd. „Het is schande van mij om zoo ondankbaar te zijn en in opstand te komen tegen de wen- schen van mijn ouders, maar 't is dan toch ook ellendig om zoo, op eens, weg te moeten gaan van alles, wat mij interesseert. Juist nu, dat ik er wat aan krijg en leer waardeeren wat het le ven in Holland zooveel prettiger en aantrek kelijker maakt, zou ik er uit los gescheurd wor den." „Niet overdrijven Elizabeth, je ouders zijn geen beulen. Vergeet niet, kind, dat 't niet uit wreedheid is, maar enkel uit innig verlangen naar je. Je moet denken, voor jou zijn die jaren omgevlogenhoe meer je leerde, des te groo- ter je dorst naar kennis werd. En dan had je zooveel te doen met je school, je muziek je teekenen, dat de dagen te kort waren. Maar stel daar nu eens het leven van je moeder te genover. Altijd 't zelfde; je Papa veel op reis, dikwijls niet zonder gevaargeen afleiding, niet veel te doen. Een klein kind, zooals je broertje, is heel aardig, maar toch geen vol doend gezelschap en dan op een stille plaats met slechts heel enkele, meest onsympathieke kennissen. Geen wonder, dat haar gedachten altijd met jou bezig waren en dat zij zich aan dat wederzien over vijf jaar, als aan een red dingsboei, vastklampte." „Dat maakt 't juist zoo heel erg. Heusch, mevrouw, ik heb innig met Mama te doen en ik weet wel, dat 't mijn plicht zou zijn om terug te gaan, maar als ik er aan denk, voel ik mij diep rampzalig. Als Mama mij nu terug laat komen, dan zou het maar beter zijn geweest, dat zij mij in eens had meegenomen. Vijf jaar geleden was ik nog een echt kind en had ik er mij eerder in kunnen schikken dan nu." „Dat is ondankbaar van je, Elizabeth.... „Misschien wel," snikte ze, „maar 't is ook zoo xreeseliik/*. „Luister eens," hernam mevrouw Meuring, op kalmeerenden toon, „jij beschouwt de zaak en kel van jou kant en je Mama geheel van haar kant. Nu zullen wij eens zien, of daar niet wat op te vinden is. Ik heb innig medelijden met je Mama, en toch kan ik mij jou gevoelens heel góed verklaren. Om volkomen oprecht te zijn moet ik bekennen, dat ik er zelfs meer toe over hel." Elizabeth kuste haar lang en innig cn zei toen, onstuimig ,^U bent toch een heerlijk mensch." „Omdat ik je gelijk geef, ondeugd „Nee, omdat u mij zoo goed begrijpt, 't Is heusch niet alleen zelfzucht, maar ook een groot verlangen om meer te weten en meer te zijn." „Dat is even goed een vorm van egoisme, maar niet van de minste soort," merkte mevrouw Meuring op. „Doch daar zullen wij van avond nu maar niet over spreken. Je hebt je toch al zenuwachtig genoeg gemaakt. Ik zal eens met mijn man overleggen, en als hij er over denkt zooals ik, dan zullen wij er wel iets op vin den." De vondst was het voorstel om Elizabeth ten minste tot haar achttiende jaar in Holland te laten. De heer en mevrouw Meuring waren het er geheel over eens, dat het voor het ombitieuse kind een onoverkomelijke teleurstelling zou zijn, indien ze eensklaps haar studies zou moeten afbreken. Haar verschillende leeraars en leeraressen zeiden hetzelfde. De heer Meuring schreef zelf aan Elizabeth's vader en mevrouw voegde er een hartelijk brief je aan mevrouw Weverdinge bij. Elizabeth zelve draalde met schrijven, het leek haar zoo verbazend moeilijk. Van nature y/as ze leidzaam en gedwee, en zir had er werkelijk groot verdriet van, dat ze haar ouders ongehoorzaam moest zijn cn hun bovendien onhartelijk moest toeschijnen. Einde lijk kon ze het niet langer uitstellen, maar hoe zeer ze ook haar best er op deed, zoo voelde ze zelve wel, dat er veel aan ontbrak en dot zulk een flauw, oninteressant epistel long niet uitdrukte, wat er in haar omging. „Als 't mijzelf zoo voorkomt, zal 't Papa cn Mama nog veel meer tegenvallen," zei ze, ter wijl ze haar brief aan mevrouw Meuring ter beoordeeling gaf. „Ouders verstaan wel de kunst om tusschen de regels door te lezen," zei haar pleegmoeder vertroostend. „Bovendien, kind, je bent pas zes tien jaarop jou leeftijd is men nog geen vol leerde styliste." „O I dot hoeft heelemaal niet, als ik maar wat meer hartelijkheid had doen doorscheme ren. Maar telkens, als ik iets liefs wilde verzin nen, dan was 't of ik een stem hoorde, die mij influisterdeje meent 't immers toch niet." „Iets liefs moet men ook nooit verzinnen, kindje, dat moet van zelf komen.." „Dat is 't juistik ben een nare, ongevoelige onnatuurlijke dochter." „Nu, zoo erg is 't niet. Je moet het nu niet overdrijven en je moet niet vergeten, dat het voor jou een zaak van 't grootste belang is. Hoeveel groote menschen zijn er niet, die het er in zoo'n geval slechts afbrengen. Maak je daar niet ongerust over." Langzamerhand troostte Elizabeth zich, en toen haar moeder's antwoord op de aangevraag de verlenging van haar verblijf in Europa kwam, was ze heel blij, dat haar verzoek werd toege staan en verdrong die blijdschap elke gedachte van wroeging, welke in 't eerst bij haar mocht zijn opgekomen. „Twee jaar is wel heel lang," schreef Mama, „en dat na viif iaar wachten, maar voor jou op vatting, en die van de familie Meuring, is na tuurlijk veel te zeggen. In den tegenwoordiger tijd, nu er zoo heel veel van meisjes gevergd wordt, is zestien jaar wel wat vroeg om van school te gaan en dat voor zoo'n boekenwurnJ als mijn dochtertje." Elizabeth fronste dc wenkbrauwen, toen ze dal las. Een boekworm was ze geenszins (hoe kwnm Mama er loc om 't boekenwurm te noemen ze hield wel van lezen, maar veel meer van muziek en teekenen. „Wij laten je dus gaarne nog twee jaar in Holland," las Elizabeth verder, „wie weet, komt ik je tegen dien tijd niet halen. N j o is dan groot genoog om naar school te gaan. Ik zou don, óf een jaar verlof kunnen nemen óf in 1 den Haag op Papa kunnen wachten. Van de i promotie is nog niets te zeggen onze illusie zou zijn, dat Papa, na zijn verlof, Resident werdJ] Als Residents-dochter zou je Indië ook wel, prettig vinden. Studeer nu maar niet tc veel,! daar worden meisjes mager van en krijgen zoij kringen onder de oogen, je moet er frisch ei* jong uitzien, als je voor goed thuis komt. „Ik kan 't mij heusch niet voorstellen, zoo'rij groote dochter. „Toen wij je achterlieten in Holand, was nog zoo'n klein meisje, 11 jaar,* een echt kindÉ nog, en als ik je nu zie, 18, een heele domeJ „Het zal mij zijn, als kreeg ik een heel andcfi persoontje thuis. Ik zeg daar zoo thuis, 't kon/ ook zijn, dat ik je in Holland opzoek en mijd stout uitblijfstertje kom &alcn, gelijk ik je zo<f even schreef. (Wordt vervolgd),1

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 5