Fontein Schippers.
Het zonnetje van 't huis.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
ST. E1T7ILION
bij I. I SCIBTUMM 8 Zn., litr.str. 11. Tel. 145
BINNENLAND.
FOTO-
Eigengemaakte MeriHif.
Prima Geëmailleerd Bad en
Geyser
f 185.-.
Magazijn JE WEN IlST
FEUILLETON.
Meubileeringen- Kunsthandel- Behangerij en Stoffeerderu
Langestraat 24. Tel. Int. 496. AMERSFOORT.
TWEEDE BLAD.
De gemeente als koopvrouw.
A. VAN DE WEG.
Langestraat 23.
lil
ZATERDAG na 122 uur
worden GEEN bestellingen
meer aan hois bezorgd.
Bonden Tronw- en Verlovingringen
20e Jaargang
No 73
Zaterdag
24 September 1921
ORIGINEELE
zeer aan te bevelen
Bordeaux, gewas 1917
Per ISesch f 1.75, per anker f 72-.
De Vrijzinnig-Democraten zijn, men zie er hun
program maar op na en men herinnere zich
hunne daden in de gemeenteraden, geenszins af-
keerig van overheidsbemoeiing. Het waren
hunne voorloopers, de radicalen, die in Amster
dam de bedrijven van monopolistischen aard aan
de gemeente brachten en nog steeds zijn zij van
oordeel, dat het niet aangaat particulieren de
voordeelen te laten opstrijken van de exploi
tatie van een bedrijf, dat uit zijn aard voorziet
in eene behoefte van de heele burgerij. Niet,
omdat zij aan handige en geschikte exploitanten
geen succes gunnen, maar omdat zij gelooven,
dat bij particuliere exploitatie de burgers al heel
licht worden geëxploiteerd.
Het is merkwaardig binnen hoe korten tijd
deze vrijzinnig-democratische ideeën gemeen
goed zijn geworden. Tegenstanders van gemeen
telijke exploitatie van waterleidingen, gasfabrie
ken, trams en electrische centralen zijn er nau
welijks meer te vinden. (Tusschen haakjes: dit
is geen verschijnsel op zich zelf. Schier op elk
gebied ontwikkelt zich de maatschappij in de
door ons uitgestippelde lijn. Indien het publiek
zich hiervan meer bewust was, zou het ook de
leiding van de zaken in handen geven van hen,
naar wier ideeën wordt geregeerd en geleid, d. i.
in handen van de Vrijzinnig-Democraten).
In den oorlogstijd heeft de régeering van Rijk
en gemeenten, naast het reeds lang als normaal
beschouwde werk, een arbeid moeten onderne
men, die haar vóór dien tijd volkomen vreemd
was. De vrije handel in de meeste artikelen
werd uitgeschakeld en de gemeenschap trad als
koopvrouw op. Zij deed dit noodgedrongen; zij
erkende, dat dit optreden een gevolg was van
de omstandigheden. Zij werd importrice van
giaan en veevoeder, van meststoffen en steen
kool. Zij controleerde allen handel in ijzer en
Voper.
Zij maakte daarbij grove fouten. Het werd
haar echter vergeven, omdat men begreep, dat
de overheid dié fouten niet kón vermijden, om
dat men wist, dat deze bemoeiing een gedwon
gen en een lijdelijk karakter droeg.
Zoo spoedig het mogelijk was na den wapen
stilstand begon de regeering hare bemoeienis
met handel en industrie te beperken. En het
duurde niet heel lang, of de koopmanschap van
het Rijk behoorde tot het verleden.
De gemeente had in den oorlogstijd eveneens
geleerd als koopvrouw op te treden. Zij was
agente van het Rijk in meel en bloem en in wat
daarvoor doorging'. Zij kocht en verkocht visch,
iextielwaren, schoenen.
Zij was eene slechte koopvrouw, want zij ver
foor geld en zij bediende hare klanten slecht.
De klanten echter bromden niet te luide, want
zij begrepen, dat de gemeente fouten moest ma
ken, dat de gemeente, die haar koopmanschap
door ambtenaren moet laten uitvoeren, den han
del niet verstaat.
Zoo was bijna iedereen bb'j, dat ook de ge
meente haar taak van koopvrouw neer kon leg
den. De vrije handel was al spoedig weer mees
ier van het terrein en de gemeente kon zinnen
}p maatregelen, om de handelstekorten van den
Oorlogstijd goed te maken.
Bijna iedereen, zeggen we. Want er waren
ook. die de koopmanschap van de gemeente,
ondanks hare gebreken, bewonderden. In het
kamp van de S. D. A. P. klonk luide het ver
langen „om het goede, dat in den distributie-
tijd was geboren, te behouden". Dit verlangen
vond echter weinig weerklank of liever: men
was het met dit verlangen in theorie wel eens,
maar men zocht tevergeefs naar „dit goede".
De socialisten beweerden echter, dat de ge
meente als koopvrouw „prijsregelend" optrad.
Indien dit inderdaad het geval is, kon onzerzijds
tegen gemeenteb'jko winkels op bescheiden
schaal geen bezwaar worden gemaakt. Maar men
kon het bewijs voor die bewering niet leveren.
Integendeel. De gemecntewinkels leden verlie
zen uit den zak der belastingbetalers en hls
zij dus nog enkele artikelen goedkooper ver
kochten dan andere winkeliers, dan was dit eene
bevoordeeling van de koopers in de gemeente
winkels op kosten van het algemeen.
Dit had geen zin en dus werden de gemeente
winkels bijna overal opgeruimd, al zal er hier
en daar nog wel iets zijn overgebleven van den
oorlogshandel der gemeenten, b.v. gemeente
lijke vischwinkels, waar men indien er in de
gemeente concurrentie is ook nu duurder
koopt dan bij den particulieren handel.
Men zou nu meenen, dat ook de S. D. A. P.'ers
door de praktijk waren bekeerd. Maar néén Het
dogma laat zich zelfs niet door de meest evi
dente waarheid op zij schuiven.
En zoo is nu pas weer te Amsterdam een
gemeentelijk meelbedrijf opgericht (of wil men:
in standgehouden), met de bedoeling „prijsrege
lend" te werken. We hebben verbaasd gestaan
over dit besluit van den Amsterdamschen Raad,
waaraan naast de roode broederen oo^ de katho
lieken en onze eigen mcnschen hebben mede
gewerkt.
Het is een feit, dat het brood te Amsterdam
goedkooper is dan in de andere groote steden
van ons land, dank zij de scherpe concurrentie,
die er bestaat. Het is ook een feit, dat de bloem
en meelprijzen dalen en volgens deskundi
gen nog verder zullen dalen. Tóch gaat nu
de gemeente bloem koopen en weer koopvrouw
spelen, om, als er straks weer verliezen zijn, die
verliezen te dekken uit de zakken van de bur
gerij. Het bedrijf zal wel is waar weinig om
vangrijk zijn. De verliezen behoeven niet te ko
men. Er is zelfs winst mogelijk. Moor de ge-
heele opzet beteekent ten slotte, dat de burgerij
gezamenlijk speculeert in bloem, onder leiding
van den wethouder en diens ambtenaren, die
wellicht bekwaam zijn als ambtenaar, maar die
alle scholing in den handel missen.
De socialisten zijn hardleersch, als de praktijk
een hunner principes vernielt. Dat i^ gebleken.
Als ook weer dit meelbedrijf zal aantoonen, dat
de gemeente ongeschikt is om als koopvrouw
op te treden, don zullen de niet-sociaol-demo-
craten, die ditmaal nog het roode voorstel heb
ben gesteund, wel genegen zijn voortaan hun
stem aan dergelijke pionnen te onthouden. Maar
de socialisten zullen zich ook dèn niet gewon
nen geven. Zij zullen telkens weer pogingen in
deze richting wagen, niet omdat vorige pogin
gen succes hebben gehad, maar omdat de theo
rie het zoo wil.
Mogen daarom de niet-roode vóórstemmers
de oogen open houden en de voortzetting van
het meel-bedrijf beletten, zoodra blijkt, dat ook
ditmaal de gemeente niet berekend is voor de
taak van koopvrouw.
Staten-Generaal.
Staatsbegroo'ing 1932.
Aan de verschillende Hoofdstukken is het
volgende ontleend
Hoofdsnik I.
(Huis der Koningin).
Geraamd 900 000.
Hoofdstuk II.
(Hooge Colleges van Staat on kabinet der
Kouing'n).
Geraamd 1,986.828.60,
Hoofdstuk m.
(Buitenlandscho Zaken).
Geraamd 5,529.520.
Gelden worden aangevraagd voor de instel-
b'ng van een beroeps consulaat-generaal tc
Guatemala voor dc republieken in Centraal-
Amerika. Het voornemen bestaat om den con
sul-generaal den titel te veilecnen van buiten
gewoon gezant en gevolmachtigd minister.
De betrekking van Rijkslandbouw consulent
te Londen zal niet langer worden bestendigd,
de tegenwoordige titularis, dr. Van Rijn, zal
optreden als vertegenwoordiger van Nederland
in het Permanent Comité Van het Internatio
naal Landbouwinstituut te Rome, tevens '/nl hij
optreden als handelsattaché aldaar.
Hoofdstuk IV.
(Justitie).
Geraamd 38,686,640.46»
Hoofdstuk V.
(Buitenlandsche Zaken)»
Geraamd 12,315.572.
Hoofdstuk Va.
(Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen).
Geraamd 148,121,113.
Het lectoraat in de psychologie, van dr.
Roels, aan de universiteit te Utrecht zal wor
den omgezet in een gewoon hooglceraarschap.
Voor de Technische Hoogeschool worden
gelden nangevraogd voor de oonstelhng van
een tweeden hoogleeraar in de organische
scheikunde en voor een lector in de microche-
ie.
Voorgesteld wordt overneming der hoogere
Burgerscholen te Sneek en Gorkum.
Voor den nieuwen hoofddirecteur is overeen
komstig de voorwaarde door hem bedongen
2000 uitgetiokken als personcele toelage
boven het maximum der jaarwedde.
Ingesteld wordt een museumraad, zijnde een
commissie om de regeering bij de reorganisa
tie van het museumwezen ter zijde te staan.
Tot dekking van de schuldenlast der Konink-
lijLe Akademie van Wetenschappen zal de jaar-
lijl-scbe subsidie met 14,700 worden ver
hoogd onder voorwaarde van geheele aflossing
der schulden binnen 10 jaar.
Hoofdsuk VI.
(Marine).
Geiaar, d f 59,153 751.
Aangevraagd worden slechts bijdragen voor
de voortzetting van den bouw van materieel
dat reeds in aanbouw is. Met behulp der ge
gevens verstrekt door de interdepartementale
commissie is een ontwerp-vlootwet samenge
steld, waaromtrent het oordeel der Indische
autoriteiten is ingewonnen.
Het ligt in het voornemen in 1922 aan te
vangen met den bouw van de onderzeebooten
O 12, 13 en 14, zoodat daarvoor geen gelden
worden aangevraagd.
Het pantserschip Koningin Regentes
is uit de sterkte der zeemacht afgevoerd en
komt in aanmerking voor openbaren verkoop.
Hoofdstuk VII A.
(Nationale schuld).
Geraamd 90,267,251.30.
Hoofdstuk VO B.
(Financiën).
Geraimd 220,650,384.01 tf.
Hoofdstu kVDL
(Oorlog).
Geroomd 75,863,388.
Het ligt in het voornemen in de vredesorga
nisatie van het leger op te nemen een korps
politictroepen. De taak van dit korps zal voor
namelijk bestaan in het verrichten van politie
diensten bij het leger.
Voor uitbreiding van den vliegdienst wordt
800,000 aangevraagd.
Voor modern geschut met tocbehooren en
munitie en mitrailleurs wordt 3 millioen aan
gevraagd.
Voorgesteld wordt een herziene jaarwedde-
regeling voor de officieren van gezondheid.
Hoofdstuk IX.
(Waterstaat).
Geraamd 60,535,918.
Gelden worden aangevraagd voor de derde
pont te Vclzen.
Voor ontwikkeling van het luchtvanrtverkeer
worden gelden aangevraagd, m.n. voor perso
neel op het terrein Schiphol en voor de verdere
inrichting van dat terrein. Voor de Kon. Lucht
vaart Maatschappij wordt een subsidie van
370,000 voorgesteldvoor verhooging vun
het moximum der subsidie over 1921 zal een
suppletoire begrooting worden ingediend.
Hoofdstuk X.
(Landbouw, Nijverheid en Handel).
Minder dan voor 1921 wordt aangevraogd
25.563.325.31
Twee nieuwe posten worden aangevraagd een
van 6000 voor de dekking van het tekort op
de exploitatie van een proefboerderij op de Gro-
rungschc klei, 7000 voor een station voor de
teelt van zicktevrije aardappelen te Oostwold.
Voor het Staatsmijnbedrijf wordt ruim 25^
millioen minder aangevraagd dan ton vorigen
jare.
Een nieuwe post op dit bedrijf is ƒ20.000
tot dekking, van het tekort op de exploitatiere
kening van arbeiderskampen en gezel lenhuizen
door particulieren geëxploiteerd ten behoeve van
het personeel der mijnen.
Voorgesteld wordt het aantal leden von den
Octrooiraad thans bedragende 5, in 1922 te
brengen op 10, later op te voeren tot 15.
Hoofdstuk Xa.
(Arbeid).
Geroomd op 70.734.380.
Wegens overlading van werk voor het dis
trictshoofd in een der districten van de arbeids
inspectie wordt het noodig geacht een 11e dis
trict te scheppen. Alsdan zullen de gemeenten
's Gravcnhoge, Leiden, Gouda cn de Rijnstreek,
tot heden tot het 4e district behoorende, een
nieuw district, het lie vormen. Aan het 4e dis
trict ?al worden oegevoegd het rechtsgebied
van het kantongerecht Delft, dat thons tot het
3e disrict behoort. Als stondploats van het nieu
we districtshoof dzal Leiden worden oangewe-
>n.
Het overige deel van het 4e district, omvat
tende de provincie Utrecht met de gemeenten
Vianen en Hagestein, zou dan uitgebreid kun
nen worden met het rechtsgebied van het kan
tongerecht Harderwijk, waartoe behooren de ge
meenten Nijkerk, Putten, Harderwijk, Ermelo,
Doornspijk en Elburg.
Ten slotte ware nog het rechtsgebied van het
kontongerecht Hilversum aan het 4e district toe
te voegen.
In het nieuwe district zullen, voor zoover het
technisch personeel betreft, werkzaam worden
gesteld een hoofdinspecteur, een inspecteur, een
inspecteur of adjunct-inspecteur, een adjimct-in-
specteur of adjunct-inspectrice, drie technische
ambtenaren, een opzichteres cn twee contro-
luers. Hiervoor is een bedrag van 25.500 noo
dig.
Als gevolg van de sterke toeneming van werk
zaamheden, welke de invoering der Arbeidswet
19T9 met zich brengt, zal het administratief per
soneel belangrijk moeten worden uitgebreid en
en acht, de minister het noodzakelijk voor 1922
te rekenen op de aanstelling van 1 administratief
ambtenaar der le klasse, 12 administratieve
nmbtenaren der 2e kl. cn 24 administratieve
ambtenaren der 3e kl. en schrijvers. Hiermede
zal een bedrag van 58.300 gemoeid zijn, waar-
Maison VAN EIMEREN.
Colllenr Posticlieiir x C'oifleuso
1VIJERSSTRAAT 11. - Tel. 20B
Hoogst Modorno Salons voor
DAMES on 1IEEREX - Manicure
Magazijn van Parfumurioën on
Toilot-Artikolon.
BADINRICHTING
1
■I
EVIagaz.
Varkensmafkt
sre&BEsaysïri
De Dom3"
- Amersfoort.
Speciale nMeeliup;
Tl
L. A. VAN RIJE Co.
LANGE8TRAAT 79 - TEL 291
x x
AFDEELING SANITAIR
Hotel Café Restaurant
„MONOPOLE."
De Directie mankt bekend,
«lat z(| tegen nader overeen
te komen voorwaarden «le
ACHTERZAAL met «K9LO-
TKX SERRE gedurende liet
winterseizoen voor gesloten
dansclubs beschikbaar stelt.
Nadere Inlichtingen bij
Directie (Tel. 11).
«Ie
J. J. V. HAMERSVELD
Hoofdagent „Amstef-bieren.
van 12.300 strekken om het aantal districten
met 1 te vermeerderen.
Hoofdstuk XI.
(Koloniën).
Geroomd op 7.218.465.
Minder geroomd dan voor 1921 19.888.
Hoofdstuk xn.
(Onvoorziene uitgaven).
Geraamd 50.000.
Voor 1920 is 32.949.54 noodig geweest
Wet op dc Middelen.
In zijn memorie van toelichting stelt de mi<
nister van Financiën voorop, dot een juiste ra»,
ming von de kosten, welke in het volgende jnnr
uit do verschillende middelen verkregen zullen
worden, zeer belangrijk is. De factoren welko
het economisch leven beheerschen, zijn onze
kerder dun ooit. Noch omtrent den duufr van
de huidige crisis, noch omtrent den omvang
welken die crisis zal krijgen, kan op gocdo
Der Umgang mit Frauen ist das Element
guter Sitten.
(Goethe.)
EANGESTRAAT 43 - AMERSFOORT
Het adres voor:
De juiste mortellen
WILLEM GROENHUIZEN.
door j
THÉRÈSE HOVEN.
10
„Het zou zeker jammer zijn, als zij nu weg
tnoest," stemde mevrouw Meuring toe. „Ze is
'nog te jong om iets te presteeren, en zonder
leiding of hulp zou ze ook niet veel tot stand
kunnen brengen, maar ze is ongetwijfeld een
begaafd kind. Enfin, wij zullen trachten eerst
haar tranen te drogen, dat is het voornaamste.
Ze moet er zich niet ongelukkig over maken. Er
is misschien nog wel een mouw aan te passen."
„Wel, mijn Else-kind heb-je zoo'n ver-
'driet en mevrouw sloot haar in de armen met
een innigheid, die bewees dat Nora zooeven
terelijk had met haar bewering, dat ze bij de
Meurings heelemaal als een der kinderen jverd
beschouwd.
„Het is schande van mij om zoo ondankbaar
te zijn en in opstand te komen tegen de wen-
schen van mijn ouders, maar 't is dan toch ook
ellendig om zoo, op eens, weg te moeten gaan
van alles, wat mij interesseert. Juist nu, dat ik
er wat aan krijg en leer waardeeren wat het le
ven in Holland zooveel prettiger en aantrek
kelijker maakt, zou ik er uit los gescheurd wor
den."
„Niet overdrijven Elizabeth, je ouders zijn
geen beulen. Vergeet niet, kind, dat 't niet uit
wreedheid is, maar enkel uit innig verlangen
naar je. Je moet denken, voor jou zijn die jaren
omgevlogenhoe meer je leerde, des te groo-
ter je dorst naar kennis werd. En dan had je
zooveel te doen met je school, je muziek je
teekenen, dat de dagen te kort waren. Maar
stel daar nu eens het leven van je moeder te
genover. Altijd 't zelfde; je Papa veel op reis,
dikwijls niet zonder gevaargeen afleiding,
niet veel te doen. Een klein kind, zooals je
broertje, is heel aardig, maar toch geen vol
doend gezelschap en dan op een stille plaats
met slechts heel enkele, meest onsympathieke
kennissen. Geen wonder, dat haar gedachten
altijd met jou bezig waren en dat zij zich aan
dat wederzien over vijf jaar, als aan een red
dingsboei, vastklampte."
„Dat maakt 't juist zoo heel erg. Heusch,
mevrouw, ik heb innig met Mama te doen en ik
weet wel, dat 't mijn plicht zou zijn om terug
te gaan, maar als ik er aan denk, voel ik mij
diep rampzalig. Als Mama mij nu terug laat
komen, dan zou het maar beter zijn geweest,
dat zij mij in eens had meegenomen. Vijf jaar
geleden was ik nog een echt kind en had ik er
mij eerder in kunnen schikken dan nu."
„Dat is ondankbaar van je, Elizabeth....
„Misschien wel," snikte ze, „maar 't is ook zoo
xreeseliik/*.
„Luister eens," hernam mevrouw Meuring, op
kalmeerenden toon, „jij beschouwt de zaak en
kel van jou kant en je Mama geheel van haar
kant. Nu zullen wij eens zien, of daar niet wat
op te vinden is. Ik heb innig medelijden met je
Mama, en toch kan ik mij jou gevoelens heel
góed verklaren. Om volkomen oprecht te zijn
moet ik bekennen, dat ik er zelfs meer toe over
hel."
Elizabeth kuste haar lang en innig cn zei toen,
onstuimig ,^U bent toch een heerlijk mensch."
„Omdat ik je gelijk geef, ondeugd
„Nee, omdat u mij zoo goed begrijpt, 't Is
heusch niet alleen zelfzucht, maar ook een groot
verlangen om meer te weten en meer te zijn."
„Dat is even goed een vorm van egoisme,
maar niet van de minste soort," merkte mevrouw
Meuring op. „Doch daar zullen wij van avond
nu maar niet over spreken. Je hebt je toch al
zenuwachtig genoeg gemaakt. Ik zal eens met
mijn man overleggen, en als hij er over denkt
zooals ik, dan zullen wij er wel iets op vin
den."
De vondst was het voorstel om Elizabeth ten
minste tot haar achttiende jaar in Holland te
laten.
De heer en mevrouw Meuring waren het er
geheel over eens, dat het voor het ombitieuse
kind een onoverkomelijke teleurstelling zou zijn,
indien ze eensklaps haar studies zou moeten
afbreken.
Haar verschillende leeraars en leeraressen
zeiden hetzelfde.
De heer Meuring schreef zelf aan Elizabeth's
vader en mevrouw voegde er een hartelijk brief
je aan mevrouw Weverdinge bij.
Elizabeth zelve draalde met schrijven, het leek
haar zoo verbazend moeilijk.
Van nature y/as ze leidzaam en gedwee, en
zir had er werkelijk groot verdriet van, dat ze
haar ouders ongehoorzaam moest zijn cn hun
bovendien onhartelijk moest toeschijnen. Einde
lijk kon ze het niet langer uitstellen, maar hoe
zeer ze ook haar best er op deed, zoo voelde
ze zelve wel, dat er veel aan ontbrak en dot
zulk een flauw, oninteressant epistel long niet
uitdrukte, wat er in haar omging.
„Als 't mijzelf zoo voorkomt, zal 't Papa cn
Mama nog veel meer tegenvallen," zei ze, ter
wijl ze haar brief aan mevrouw Meuring ter
beoordeeling gaf.
„Ouders verstaan wel de kunst om tusschen
de regels door te lezen," zei haar pleegmoeder
vertroostend. „Bovendien, kind, je bent pas zes
tien jaarop jou leeftijd is men nog geen vol
leerde styliste."
„O I dot hoeft heelemaal niet, als ik maar
wat meer hartelijkheid had doen doorscheme
ren. Maar telkens, als ik iets liefs wilde verzin
nen, dan was 't of ik een stem hoorde, die mij
influisterdeje meent 't immers toch niet."
„Iets liefs moet men ook nooit verzinnen,
kindje, dat moet van zelf komen.."
„Dat is 't juistik ben een nare, ongevoelige
onnatuurlijke dochter."
„Nu, zoo erg is 't niet. Je moet het nu niet
overdrijven en je moet niet vergeten, dat het
voor jou een zaak van 't grootste belang is.
Hoeveel groote menschen zijn er niet, die het er
in zoo'n geval slechts afbrengen. Maak je daar
niet ongerust over."
Langzamerhand troostte Elizabeth zich, en
toen haar moeder's antwoord op de aangevraag
de verlenging van haar verblijf in Europa kwam,
was ze heel blij, dat haar verzoek werd toege
staan en verdrong die blijdschap elke gedachte
van wroeging, welke in 't eerst bij haar mocht
zijn opgekomen.
„Twee jaar is wel heel lang," schreef Mama,
„en dat na viif iaar wachten, maar voor jou op
vatting, en die van de familie Meuring, is na
tuurlijk veel te zeggen. In den tegenwoordiger
tijd, nu er zoo heel veel van meisjes gevergd
wordt, is zestien jaar wel wat vroeg om van
school te gaan en dat voor zoo'n boekenwurnJ
als mijn dochtertje."
Elizabeth fronste dc wenkbrauwen, toen ze dal
las. Een boekworm was ze geenszins (hoe kwnm
Mama er loc om 't boekenwurm te noemen
ze hield wel van lezen, maar veel meer van
muziek en teekenen.
„Wij laten je dus gaarne nog twee jaar in
Holland," las Elizabeth verder, „wie weet, komt
ik je tegen dien tijd niet halen. N j o is dan
groot genoog om naar school te gaan. Ik zou
don, óf een jaar verlof kunnen nemen óf in 1
den Haag op Papa kunnen wachten. Van de i
promotie is nog niets te zeggen onze illusie
zou zijn, dat Papa, na zijn verlof, Resident werdJ]
Als Residents-dochter zou je Indië ook wel,
prettig vinden. Studeer nu maar niet tc veel,!
daar worden meisjes mager van en krijgen zoij
kringen onder de oogen, je moet er frisch ei*
jong uitzien, als je voor goed thuis komt.
„Ik kan 't mij heusch niet voorstellen, zoo'rij
groote dochter.
„Toen wij je achterlieten in Holand, was
nog zoo'n klein meisje, 11 jaar,* een echt kindÉ
nog, en als ik je nu zie, 18, een heele domeJ
„Het zal mij zijn, als kreeg ik een heel andcfi
persoontje thuis. Ik zeg daar zoo thuis, 't kon/
ook zijn, dat ik je in Holland opzoek en mijd
stout uitblijfstertje kom &alcn, gelijk ik je zo<f
even schreef.
(Wordt vervolgd),1