i m mn Fontein Schippers. ST. EmiLION ij I. A. SCHOTERMANZn., ütr.str. 17. Tel. 145 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Verplegingsartikelen. Eigengemaakte KiiiMleeding. De [oman van een studente. 20e Jaaraung No 85 Zaterdag 5 October IP2I Meublleerlngen- Kunsthandel- Behangerij en Stoffeerder!) Langestraat 24. Tel. Int. 496. - AMERSFOORT. E Per fflesch f 1.75, per anker f 72-. s* TWEEDE BLAD. KOLONIËN. BINNENLAND. A. VAN DE WEG. Langestraat 23. -S Magaz. „De Dom" piJifiWIMIHMl; BIJ DEN MAALTIJD Magazijn „DE iÖlïïr" FEUILLETON. ORIGINEELS zeer aan te bevelen Bordeaux, gewas 1917 Oost-I ndië. £en onderhond met den afgetreden ÖouYernewr-geueraal. De afgetreden Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië mr. J. P. Graaf van Limburg Stiram, heeft een vertegenwoordiger van het persbu reau „Aneta" ontvangen op het buitengoed 'Tsselvliedt, te Wezep. In de eerste plaats kwam begrijpelijkerwijs bij dit onderhoud de inlandsche beweging ter Oprake. Deze beweging heeft kundige leiders, mannen van ervaring noodigde hooger ont wikkelden zullen zich daarvoor beschikbaar moeten stellen opdat de besten de leiding ne men. Dan zal er grooter zuiverheid komen, Volstrekte eerlijkheid in elk opzicht. Ten aanzien van de rol, die de Volksraad kan Vervullen zeide' de oud-landvoogd, dat de (Volksraad, dat deze het zegenrijkste is, wat in |de laatste jaren in Indië is tot stand geko men. Hij is een openbare tribune, waar bezwa ren en wenschen worden besproken, waar de regeering gelegenheid heeft, haar pob'tiek irit- Cen te zetten en critiek te beantwoorden, fei- ,ten in het volle licht te plaatsen; waar zij re kenschap kan geven van haar bedoelingen en handelingen. De instelling heeft gelegenheid gegeven om wantrouwen weg te nemen en ver trouwen te wekken. Op de vraag, hoe de heer Van Limburg Sti- tum dacht over onze verhouding tot Japan, 'iwos het antwoord: Die verhouding is voortref felijk. Er is geen enkele reden om met meer be langstelling te vragen naar onze verhouding itot Japan dan b.v. naar die tot Engeland. Voor heen moge dat anders zijn geweest, maar de betrekkingen tusschen beide landen zijn in den borlog veel enger geworden en daar bleek, dat ide Indische regeering geen onderscheid maakt tusschen Japanners, Amerikanen en Europe anen, vestigen Japansche maatschappijen zich >n Indië en stroomde Japansch kapitaal daar heen. j Het onderhoud kwam nu op de beceekenis van Nederland voor Indië. Daarbij wees de heer Van Limburg Stirum op het feit, dat Ne derland in de we "èfö zeer hoog staat aange schreven. Dat is voor Indië van groot belang, waar het zich opgenomen ziet in een cultuurgemeen schap die in de wereld in de voorste rij staat lop menig gebied. Wat den heer Van Limburg Stirum op zijn freis vooral getroffen heeft is de geringe be kendheid met Ned.-Indië, ook in Amerika, waar men toch groote zaken met Indië heeft gedaan. Hier wordt evenwel den laatsten tijd mooi werk gedaan door den handelsattaché van het ge zantschap, en door de Nederlandsche Kamer van Koophandel in New-York, en het tijdschrift Holland and her Colonies. De heer Van Limburg Stirum uitte zijn leed» wezen over het gebrek aan lust onder de Ne derlanders om naar Indië te gaan, naar dit mooie land, dat velen een mooien werkkring biedt, waar het leven in elk opzicht de laatste Ijaren zooveel aantrekkelijker is geworden, en (waar de Nederlander trolsch kan zijn op wat zijn voorouders en tijdgenooten hebben tot stand gebracht. De toeloop van artsen, inge nieurs, juristen, onderwijzers is beslist onvol doende. Het ware een uiterst bedenkelijk feit, als onze landgenooten niet in staat of bereid bleken, te voldoen aan de 'toenemende behoefte van Indië. Nederland moet bereid zijn, z'n beste zonen daarvoor af te staan. Het openleggen van «Ie berliijfs- rekening aan nrbeldersleiders. De minister van Arbeid heeft aan den Hoogen Raad de vraag voorgelegd of in het mijnbedrijf een wettelijke verplichting tot het openleggen van de bedrijfsrekening aan de leiders der ar beiders mogelijk en wenschelijk moet worden geacht. Aon het ontwerp-advies, dat aan den minister zal worden gezonden, ontleent de Tel., dat vol gens het oordeel van den Raad van Arbeid het verlangen van de mijnwerkers, dat zij kennis krijgen van de bedrijfsurtkomsten, in het bijzon zijn te verwachten, zij ontkennen bovendien, dat de overheid het recht zou hebben de publi- ccering van deze gegevens te verlangen. Eén kleine meerderheid in den Rand ziet in het aanhangige wetsontwerp van een Arbeids- geschillenwet het beste middel om in de geblc- ken behoefte te voorzien. Deze leden gclooven, j dat om practische redenen dit wetsontwerp de voorkeur verdient boven een speciale wet of boven de regeling van deze materie in wetten van ruime strekking, hetzij don een algemeene wet op de bedrijfsorganisatie of een olgemeenc regeling van het vennootschapsrecht. Het aanhangige wetsontwerp geeft den waar- j borg, dat niet uilsluitend de eisch van de ar beiders, maar het algemeen belang den door slag zal geven met betrekking tot de vraag of een enquête zal worden ingesteld. Enkele leden dezer meerderheid zouden cr de voorkeur nnn geven, indien de bepalingen omtrent enquête zouden worden opgenomen in een bijzondere wet. In die wet zou dan de grondslag voor dot enquêterecht breeder kunnen worden uitgewerkt, zoodat de bevoegdheid om daartoe over te gaan niet beperkt zou blijven tot de gevallen, dot een geschil tot staking op uitsluiting dreigt te leiden. De Raad is van oordeel, dat wonneer men eenmaal den stap heeft gedaan om een wette lijke verplichting op te leggen, men niet zal kunnen volstaan met de mcdedccling uitsluitend van de bedrijfsresultaten, maar dat de verplich ting zal moeten omvatten het geven van volle dig inzicht in de resultaten cn den stand van 't bedrijf en de financieelc bedrijfsleiding, ook ten aanzien van de reserveeringen en pfschrijvin- gen. Verscheidene leden voegen daaraan uitdruk kelijk toe, dat zij wel bereid zijn mede te wer ken om in ruime mate aan dej arbeiders inzicht te verschaffen omtrent den stand von het be drijf, maar dat zij niet medezeggenschap wen schen te verlcenen in tfe bedrijfsleiding. De Raad is van oordeel, dat op de verstrekte cijfers controle van finoncieele en technische en geleverd binnen 8 dagen daarna; 26 balen logen te Ovcrschic, 14 te Rotterdam. Bij bezich tiging van de partij te Rotterdam ontdekte de koopcr gaten in de huiden, terwijl het geen hui den waren met winterhaar, zooals was overeen gekomen. Partijen kwamen nu overeen, deze twee scho- defactoren te doen beslissen door arbiters. Een acte van compromis werd niet gemaakt, doch de opdracht aan arbiters geschiedde per brief. Later bleek dat de partij tc Overschie bescha digd was door water en pekel. Ook naar deze portij hebben arbiters toen vóór hun beslissing op aanwijzing van den kooper een onderzoek esteld. De verkooper beweert, dat dit geheel buiten hem om was gegaan; hij hoorde hier eerst von, toen het arbitrale vonnis reeds gewezen Arbiters gaven den kooper het recht de 4A i der, wanneer hun inkomsten belangrijk verlaagd deskundigen moet zijn toegelnten. Deze deskun- worden, billijk is. De Raad wenScht als beginsel op den voorgrond te 9tellen, dat ieder werkge ver, die een belangrijke loonsverlaging aankon digt, aannemelijk heeft te maken, dat de stand van zijn bedrijf zulks noodzakelijk maakt. Verschillende leden van den raad vreezen echter, dat de arbeiders in een bloeiende onder neming zullen verlangen, dat de loonen in overeenstemming met de winsten zullen worden verhoogd, wat voor andere, gelijksoortige, min der welvarende ondernemingen tot groote moei lijkheden zal leiden. Deze lieden verwachten van de inwilliging van dat verzoek, dat de arbeiders bovendien zullen verlangen invloed te doen gelden op de leiding van het bedrijf. Ten slotte verklaren zij in wat op het oogenblik reeds in het staatsmijnbedrijf en een enkele particuliere mijn geschiedt, geen bewijs te zien voor de levensvatbaarheid van het verlangen der arbei ders. Hoewel een algemeene verplichting voor de mijnondernemingen tot het overleggen van de bedrijfsresultaten stellig alleen door de wet zal kunnen worden opgelegd, steld de Raad op den voorgrond, dat hij aan vrijwillige verwezenlijking van den wensch der arbeiders verre de voor keur geeft boven een westelijken dwang. Niet alleen stuit een wettelijke omschrijving van de op te leggen verplichting op groote moeilijk heden, maar bovendien valt van een slechts ten gevolge van dwang nagekomen verplichting weinig goeds te verwachten. De meerderheid van den Raad geeft desniet temin aan een wettelijke regeling van de ver plichting van mijndirecties om de bedrijfsuit- komst open te leggen, de voorkeur boven het overlaten van de vervulling van dezen eisch aan de machtsmiddelen van de vakorganisaties. Volgens enkele leden zal een door straf ge sanctioneerde verplichting om inzicht te geven in den stand van het bedrijf gepaard moeten gaan met een nauwkeurige omschrijving van de gegevens, die de werkgever zal hebben te ver schaffen. Omschrijft men zulks echter nauwkeu rig, dan zal de overheid zich met de bedrijfs leiding moeten bemoeien, omdat zij zelfs eischen zal moeten stellen ten aanzien van den vorm van de boekhouding. Deze leden achten niet alleen dwang uit den uaioqnsoj apaoS uaaS uoAJoep jupuio 'azooq digen zouden door de arbeiders moeten worden aangewezen irt overleg met de directies. De ge gevens zouden aan de vertegenwoordigers van de arbeiders moeten worden overlegd, bv. aan de contactcommissie. GEMENGDE BERICHTEN. De zaak—Brockliuijs. Bij den minister van Justitie is door den heer H. Henning Jr., journalist te Amsterdam, een klacht ingediend op grond van laster en belee- diging tegen mr. Rombach, substituut-griffier van Justitie te Rotterdam. Uit het requisitoir van genoemd ambtenaar van het Openbaar Ministerie viel af te leiden, dat klager lijf-journalist van Broekhuijs was en zijn journalistieken arbeid onder diens pressie verrichtte, terwijl uit kwitanties gebleken zou zijn, dat „de Amstelgids" en „het Stadium" tegen betaling aanbevelende artikelen opnamen van personen die zich journalist noemen. De heer Henning, die al sinds 50 jaar in de journalistiek werkzaam is, verklaarde den mi nister onder eede te kunnen getuigen dat kwi tanties van dien aard nimmer door hem zijn af gegeven, de door hem geteekende artikelen vol gens overtuiging en uit plichtsgevoel door hem zijn geschreven en hij daarom ook hot optreden van mr. Rombach critiseerde, dat van de zijde der Bankdircctie nimmer een poging gedaan is hem om te koopen, dat de heer Broekhuijs hem persoonlijk bijna geheel onbekend is en hij slechts één gelegenheid had waar hij kennis met hem maakte, n.1. te Aken. Klager acht zich door deze insinuatie ten diepste gekrenkt in eer en goeden naam en heeft derhalve, vertrouwende qu'il y a encore des juges h la Haye comme autrefois h Berlin, de hulp des ministers ingeroepen. Bevoegdheid van orbiters. Voor de 2e kamer der Rotterd. Rechtbank is, volgens de „N. R. Ct." gepleit in de volgende zaak Twee firma's hadden een overeenkomst ge sloten betreffende koop en verkoop von 40 ba len huiden; in het schriftelijk contract werd een onbeperkte arbitrage clausule opgenomen. Er zou betaald worden bij de onderteekening 2u balen terug te geven, terwijl het vonnis reeds wns excutoir verklaard. Naar vorkoopers mccning gingen arbiters hun bevoegdhcici te buiten. Hij vorderde daarop ver nietiging van het arbitraal vonnis. Mr. K. A. Rombach, advocaat von den ver kooper, begon met een uiteenzetting der feiten, die naar pl.'s meening aantoonen, dat do arbi ters hun bevoegdheid zijn te buiten gegaan. Is een acte van compromis opgemaakt, don geeft r wet rechtsmiddelen daartegen. Zijn nu in dit -eval de wettelijke bepalingen van toepassing? Art. 649 W. v. B. Avg. spreekt van „het com promis", doch in plaats von het compromis staat hier de schriftelijke opdracht aan arbiters. Vol gens art. 649 Jcan op drie gronden de nietig heid van het arbitraal vonnis worden bepleit, n.l. Io. beslissing buiten dc grenzen der op dracht; 2. uitspraak over zaken die niet zijn ge- cht of wanneer meer is toegekend don gevor derd. 3o. Geen uitspraak op een punt, ter be slissing opgedragen. Er bestaat een contract met orbitrageclausulc een schriftelijke opdracht, dus moeten de wettelijke bepalingen hier toepasselijk zijn. Art. 649 is van openbare orde. Nu de arbi trage-clausule werd opgenomen, moet ten aan zien van de opdracht art. 649 als van openbare orde worden beschouwd. Verkooper ontkent, da. een nadere opdracht aan arbiters werd ge geven; von een expertise te Overschie wist hij niets af. PI. is ten slotte van oordcel, dat ook op alge meene gronden van recht cn billijkheid de wet telijke bepalingen moeten worden toepasselijk verklaard op de in cosu gegeven beslissing van arbiters. Mi. I. Cohen, advocaat van gedaagde kooper, vulde de voorstelling van feiten eenigszins aan. immers alleen betreffende de schade te Rotter dam was tusschen partijen overeengekomen ar biters te benoemen. Pas veel later had kooper arbiters in kennis gesteld met de schade te Overschie. Volgens kooper is ook over deze schade overeengekomen, dat de beslissing daar over aan arbiters zou worden voorgelegd. Ver kooper heeft dus vóór de beslissing geweten, nat deze schade bestond. PI. biedt dienaangaan de getuigenbewijs aan. Bij de expertise te Over schie was bovendien iemand voor verkooper aan wezig. Wel is het waar, dat de arbiters na de exper tise te Overschie partijen niet meer hebben ge hoord vóór de beslissing, do.ch dit hoeft niet en is in den huidenhandel niet gebruikelijk. PI. meent dat juridisch van een vernietiging van het orbitool vonnis geen sprake kan zijn. Verkoooper beweert dot orbiters de koop niet hadden mogen annuleeren. PI. meent dat orbiters geheel vrij zijn in hun beslissing en zelfs op grond van de schade te Rotterdam annuleering hadden kunnen uitspreken! De opdracht noemt pl. niet gedetailleerd. Hij maakt een vergelijking met de arbitrage von het comité van graanhandelaren. Na re- en dupliek bepaalde de rechtbank de uitspraak van het vonnis op 28 October. Maiscn VAN EIMEREN Collioiir l'osticlieiir CoiHeiiso WIJERSSTRAAT 14. - Tel. 205 Hoogst Modorno Salons voor DAMESen HEKRKN - Manicure Magazijn van Parfumurieën on Toilot-Artikolon. BADINRICHTING Wiawwwja -.v«rv wordt door 21.000 artsen erkend als het besto versterkingsmiddel voor Zenuwen en Lichaam. Varkensmarkt Amersfoort Speciale nfrieollnp; BEVORDERT DE SPIJSVERTERING] School- en Kerknieuws. De Egyptische grafkamer te Leiden. We lezen in een artikel van dr. Jan Veth in de Gids: „Men vindt in Leiden een Egyptische grafka mer, waarin rondom reliefs zijn aangebracht, die van ongehoorde schoonheid zijn. Het monu ment is opgesteld in den vorm, waarin het ge vonden werd en de bezoekers van het museum gaan door den zeer nauwen ingang binnen en bewegen zich soms in groepjes in de enge ruim te. Dat daarmede, door het schuren van kleeren tegen de wanden, het behoud van de teere reliefs, waar nog resten van kleuren op zitten, ernstig bedreigd wordt, laat zich licht begrij pen. De oudheidkundigen meenen, dat de mas- taba als zoodanig moet worden gedemonstreerd. Ware het echter, om dc onbegrijpelijk hooga kunst, die deze reliefs bieden, niet veel beter, do mastaba uit elkaar te nemen, de oliefwanden tegen ondergang te beveiligen, cn ze in een kunstmuseum als wonderen van schoonheid t« exposeeren, en dan in het Museum van Oudi heden aan een grafkamer van minder kunstwaar de den bouw van een mostabo te vertoonenï" Het is ol maanden geleden, dat het Vaderland op de ernstige bedreiging van die onvergelijke lijke schoone Egyptische reliefs heeft gewezen. Nog kort geleden was de zaak bij het oude ge bleven; glasplaten beschermden wel de zijvlak ken van den nauwen ingang, maar in dc enge ruimte van dc grafkamer kon de beschadiging van de. reliefs, gelijk wij haar hebben beschre ven het gevaar is nog erger dan dr. J. Veth aangeeft rustig voortgaan. Het zal vandaag nog wel net zoo zijn. Dergelijke kunstwerken, we zeggen het tot onze spijt, zijn in het Lcid- sche museum niet veilig. En zelfs de regccring is blijkbaar onmachtig om cr iets aan to ver anderen. Ze weet, hoe het er mee stout, ol sedert maanden. Moor de zoolt blijft in statu quo. Luohtvaart. Berekening der hoogte bij recordvluchten. Het zal wellicht zijn opgevallen, schrijft het HblcL, dot bij de opgave van de hoogte bij het door sergeant Bokkenes op 28 dezer vastgesteld de Nederlandsche hoogterecord een verschil bed stond tusschen het vastgestelde recordcijfer voor do hoogte en de met inachtneming van den ati mosferischen toestand berekende werkelijk bc« reikte hoogte. De oorzaak van dit verschil ligt hierin dut men, de reglementèn der F. A. I. voli gend, bij het bepalen van de hoogte uitgaat van de luchtdrukafneming von het hoogst bereikte punt cn daarna de bereikte hoogte afleidt met behulp van een aangenomen gemiddelden atmos- ferischen toestand (atmosphere standard) cn niet de hoogte berekende met behulp van tijdens do vlucht gedane waarnemingen omtrent de op dat oogenblik in de atmosfeer heerschende tempee ratuur- en vochtigheidsverdeeling. Daar als regel bij recordvluchten slechts een verzegelde barograaf en geen instrumenten tot het meten van temperatuur en vochtigheid der lucht worden meegenomen, is men gedwongen, ten einde eenigszins vergelijkbare gegevens vooj Wat zeit al een mensch niet die driftig is I (De Schoolmeester). LANGESTRAAT 43 - AMERSFOORT Met adres voor: Gonden Trouw- en Verlovingringen Re Jssiste modellen WILLEM GROENHUIZEN. door RUDOLPH STRATZ uit het Duitsch door Mevrouw A. E. NUIJS—POSTHUMUS. 6 Teedere witte bloemen wolken geurden en tril den in het voorjaarskoeltje. De tuinen rechts en links waren vol sneeuwige pracht, en viool tjes en bonte croqusscn bedekten het lichtgroene grastapijt. De pos ontwakende natuur in hf*T 'hoogste maagdelijke schoonheid sprak uit dien 'doodstillen droom van zacht ademende, rose getinte bloesems en knoppen. Erna zette onderweg haar bespiegelingen Voort. „Zulke bloesems moeten wij naar het schijnt voor de mannen wezen liefelijk en geurig, •meer voor het oog dan voor het verstand, licht pntbladerd. bestemd om te verwelken en y.aol^ nutteloos verwelkend een voortbrengsel der lente, door zijn heer en kweeker verzorgd en verpleegd, uit zuivere liefde besnoeid en kort gehouden, als een fraaie woekerplant, die niet al te weelderig mag opschieten. Maar even zorg vuldig past hij erop, dat hij zijn liefste sierplant niet uitroeit Want in zijn ledige oogenblikken verheugt hij zich in de witte bloemen en ster ren. Doch neemt u in acht voor de wraak der bloemenStrijdlustig wierp Erna het hoofd in den nek en ging met vasten tred den berg op, naar de witte villa. Daar zaten zij met hun drieën in den tuin en rookten hun sigaar, en staarden vol gedach ten en toch gedachteloos naar den zonsonder gang. In de diepte, zich rechts en links in het sche merig verschiet verliezend, aan de overzijde be grensd door de doorzichtig blauwe omtrekken van de Vogezen en de Hardt, lag de gezegende Rijnstreek, Duitschland's tuin, met haar op een schaakbord gelijkend bezaaide velden met de door elkander loopende strepen der straatwe gen met de snel verwaaide rookpluimen der spoortreinen en in de - verte, als scherven van een reusachtigen spiegel hier en daar in de zon flikkerend en verdwijnend, schijnbaar als gToote meren op elkander volgend, de stroomkrom- mingen van vader Rijn en van den Neckor, die met glinsterende bochten hem door de vlakte tegensnelt. In het westen ging de zon ter ruste. Haar bloedroode schijf zweefde in de roodgetinte wolkjes boven de violette hellingen van de Hardt, de veel geprezen bakermat van Duitsch land's edelsten wijn. Meer naar de rivier, op de grenzen tusschen wijnstok en tabaksplant, trok reeds een zachte schemering over den Paltz, een nevel opstijgend uit het water, uit de vreed zame haardvuren der dorpen en den somber bo ven de schoorstcenen der groote fabriekssteden hangenden walm. Alleen het gedenkteeken van de oude keizerlijke heerlijkheid, de dom van Spiers, verrees nog duidelijk herkenbaar, als een toren op een heuvel gebouwd, uit de sche merige vlakte, waar nu langzamerhand honder den en duizenden lichtstippen zich vertoonden, als glimwormpjes. In het dal luidden de klokken van Heidelberg. Er was avondvrede in de lucht, zocht ruischte het in de nauwelijks ontspruitende takken, in de massieve schaduwen der cipressen, het naakte hout der kastanjeshet klonk als verre stemmen uit lang vervlogen tijd, als een laatste herinne ring, een afscheid van jonge dagen, die toch pas gisteren lachend voorbij gevaren schenen te zijn, wonneer men de oogen sloot en zich in het verleden terugdroomde. Vóór vijf-en-twintig jaren. De drie mannen spraken niet veel. Ieder volg de zijn eigen gedachten. Vóór vijf-en-twintig jaren. Waren zij dat zelf, die toen, bij het af scheid van het heerlijke studentenleven, bij de intrede van het leven, op den laatsten avond van hun samenzijn, elkander nog zoo veel te zeggen en te bekennen hadden, wat, half gevoeld, nauwelijks bewust, bang ver moed, de jonge harten bezwaarde? Want de echte jeugd is ernstig. Zij vat het leven diep en zwaar op, omdat zij nog niet geleerd heeft, aan de waarde van dat leven te twijfelen. Hoe hadden zij, de twintigjarigen, het le ven toen ook moeten kennen? Dat lag voor hen, zooals nu aan hun voeten de vroolijke Paltz lag, door een geheimzinnigen sluiet omgeven, zich in schemerige verte verlie zend, een land met fonkelende rivieren en bloeiende wijngaarden, met vreedzame rook wolkjes en ruime velden en vlakten, die op den landbouwer wachten, opdat hij in het zweet zijns aanschijns zijn brood moge eten. Toen scheen dat alles hun zoo eenvoudig, zoo gemakkelijk toe. Men daalde af naar de vlakte, die lokkend voor hen lag, alsof zij slechts op hen wachtte, en werd een zaaier en een landbouwer, en schiep zich zijn rijk, en oogstte de vruchten van zijn inspanning en zijn werk, en veegde des avonds zich met de krachtige, werkzame hand het zweet van het voorhoofd. O zeker zij hadden gewerkt en ge zwoegd, ieder op zijn manier. Als nu maar niet altijd de vraag bij hen was opgekomen: Was dat nu alles? Was dat het leven? Van d i e vraag hadden zij toen nog geen begrip. Zij wilden wel gelooven, dat men in den strijd kon bezvyijken, maar niet dat de over winning een teleurstelling kon zijn. Na vijf-en-twintig jaren. Zij zagen zich zelf zooals zij vóór die kwarteeuw waren, als vreemden met peinzende, vriendelijke zwaarmoedigheid zagen zij zichzelf duide lijk als studenten met bonte mutsen en lit teekens, evenals het troepje vroolijke kna pen, die lachend en schreeuwend, hun hon den fluitend en de stokken zwaaiend, op den weg naar Heidelberg voorbij gingen. En als er nogmaals vijf-en-twintig jaren zouden voorbijgegaan zijn, zouden er hier misschien weer anderen zitten, die aan hun jeugd dachten en met weemoed jonge stu dentjes nakeken, die hier met volle teucen de vrijheid van het leven genoten en weinig zorg*hadden voor de toekomst. En in hun vergrijsde hoofden zou de erkentenis ont waken, die voor een der drie vrienden aan den tuintafel reeds lang niets nieuws meer, was: dat het rusteloos voortglijdende leven in eeuwigheid stilstaat, en in eeuwigheid slechts den vorm zijner vergankelijkheid wisselt. Lang hadden zij gezwegen. „Ja, zooals ik zeide..." begon de majoor eindelijk weer. Ik zal niet klagen. Ik waf zeer, zeer gelukkig met haar. Met mijn Max. Eigenlijk heette zij Maximiliane, maar dal was veel te lang om uit te spreken, en ook veel te plechtig voor zulk een goed kame raadje. Toen ik er toe moest besluiten, een ander beroep te kiezen en officier te wor den, ben ik maar gauw getrouwd. Het was mij te kAal en tc koud in het Casino. Ik was altijd meer een gemoedsmenschnieer dan iemand voor het exercitieterrcin en dc wacht. Dat ik mijn nieuw beroep toch trouw, en goed vervuld heb dat dank ik alleen aan haar! Naar alle garnizoenen van Metz tot Memel, is zij met mij mee getrokken en waar wij ook waren, hadden wij hetzelfde gezellige tehuis. Nu en drie jongens heeft zij mij ook geschonken. De een is reeds luiten nant, de ander vaandrig dc kleinste, een slim ventje, is nog op de kacfcttenschool. Nu ja op die manier heeït men als vader niet veel aan zijn jongens." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 5