INE. WI
AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
Fontein
ST. EmiLIOM
bij J. A. SIIIKRMU Zn., Utr.str. lï. Tel. 145
Eigengemaakte Kindeikleeding.
De roman van aan studente.
Menbileerlngen- Kunsthandel- Behangerü en Stoffeerders
Langestraat 24. Tel. Int. 496. - AMERSFOORT.
Per flesch f 1.75, per anker f 72-.
TWEEDE BLAD.
Socialisatie en tabak.
BINNENLAND.
A. VAN DE WEG.
Langestraal 23.
iVSagaz. „De Dom1'
Magazijn „DE GDU ÈF
Gouden Trouw* en Verlovicgringen
FEUILLETON.
VILTSCHOENEN
jaargang
No. 115
Zaterdag
12 November 1921
ORIGINEELE
zeer aan te bevelen
Bordeaux, gewas 1917
In den Amsterdamschen Raad is het indertijd
door ons ongunstig beoordeelde besluit tot het
behoud van een meel- en bloein-handel, door
de gemeente thans, aangevallen door onzen par
tijgenoot Dr. Abrahams, ingetrokken. De ge
meente had bloem in Amerika gekocht en sinds
zijn de bloemprijzen met 20 a 25 pet gedaald.
Yan de bakkers, die zich hadden verbonden, de
gemeentebloem te betrekken, hebben natuurlijk
(men beschouwe dit „natuurlijk" van uit de men
taliteit van' den kleinen koopman) een aantal
geweigerd verdere leveringen te ontvongen, toen
zij elders goedkooper terecht konden komen.
M. a. w. de gemeente had ongelukkig gespecu
leerdde burgerij betaalt het verlies en opnieuw
leert ons de werkelijkheid, dat de gemeente on
geschikt is om als koopvrouw op te treden.
Indien nu door de 40 h 50.000 gulden, die ons
deze socialisatie-liefhebberij kost, de leering is
verkregen, dat de gemeenschap zich in normale
■omstandigheden van dit soort bemoeiing heeft te
onthouden, dan is de les niet zoo heel duur ge
weest. Moor wij vreezen. Onzen partijgenoot
werd van socialistische zijde verweten, dat hij
vroeger, als wethouder, alle dergelijke plannen
in het college van B. en W. had gesetund. Dit
had hij inderdaad en terecht gedaan. Wé leefden
toen nog in abnormale omstandigheden. De ge
meentelijke overheid nam allerlei zaken ter hand,
waaraan ze vroeger niet zou hebben gedacht
en de liquidatie van die mobilisalie-bc-moeiingen
maakte nog, nu en dan, opnieuw ingrijpen noo-
dig. Men dacht zelfs, dat prijsregelend optreden
noodig was, nu de prijzen onnoodig hoog ble
ven.
w Maar ook hier vergiste men zich. De prijsre
geling, die het gevolg is van de particuliere con
currentie was zóó duidelijk en scherp, dat de ge
meente hare prijsregeling betaalde met een ver
lies, dat een koopman van middelmatige stan
ding failliet zou hebben gemaakt T
Ons heeft het jongste Raadsbesluit van Am
sterdam dus zéér verheugd, te meer nu we, van
onzen vacantie-uilstop terug, reeds een artikel
in de pen hadden om nog eens te getuigen van
onzen groeienden afkeer van overheidshandel.
In Oostenrijk toch handelt de regeering (of
liever het Rijk) zooals men weet in tabaksfabri
katen. Tijdens onze aanwezigheid te Weenen
speelde zich daar in de rechtzaal een geweldig
drama af, waarin bleek van de meerdere ge
schiktheid van den particulier boven den ambte
naar voor het koopmansschap. Wat was er ge
schied De leiders van de tabaks-regie hadden
geen kans gezien hun zaak drijvende te houden
een monopolie nog wel indien zij de loo-
nen der sigarenmakers en sigarettenarbeiders
sterk zouden moeten verhoogen. En dit was noo-
dig bij de stijgende prijzen der levensmiddelen.
Toen hebben een paar gladde kooplieden den
/eiders der Regie aangeboden haar ten behoeve
/&n de 'arbeiders, zeer goedkoope levensmidde
len te leveren, mits zij tegen behoorlijke prijzen
tabak konden krijgen. Dit aanbod werd aan
vaard. De heeren van de Regie konden hun af
faire blijven drijvende beide kooplieden le
pelden een deel van de tabak aan het buiten
eend en verhandelden een ander deel ter sluiks
in het binnenland. Deze particulieren ver
dienden mil Ho enen I
Zij zijn op grond van wettelijke bepalingen
voor den strafrechter gedaagd en vrijgespro
ken. De openbare behandeling van "deze „af
faire" heeft tot de overtuiging geleid, dat de re
gie-ambtenaren al heel weinig voor hun taak
berekend zijn;«bij alle antipathie, die het Oos-
tenrijksche publiek tegen de „Schieber" heeft,
erkent het, dat zij beter uit dit proces te voor
schijn zijn gekomen dan de tabaks ver werkende
en verkoopende ambtenaren.
Zijn nu deze ambtenaren zoo onbekwame lie
den? Het is niet denkbear en hun fiasco moet dan
ook op rekening worden gesteld van hun onmo
gelijke positie de combinatie ambtenaarkoop
man «schijnt in het algemeen niet te kunnen ge
lukken.
Voor den Nederlander, die in Oostenrijk ver
toeft, is dit onmiddellijk duidelijk. Hij, die ge
woon is prachtige sigarenwinkels te zien, met
in de uitstalkasten èn.in de winkels groote voor-
roden sigaren in alle mogelijke modellen en prij
zen, sigarenwinkels in een onbegrijpelijk groot
aantal in iedere straat, waar drukkq, possage is,
hij zoekt in de stad Weenen, die thans me«
don ooit krioelt van vreemdelingen, maar die
Iultijd centrum van internationaal verkeer is ge
weest, tevergeefs naar-iets, wat in zijn oog een
sigarenwinkel moet zijn.
I Is hier don geen tabak in eenigen vorm te krij
gen vraagt hij zich af. Hij wendt zich tot den
agent van politie of tot een voorbijganger. Deze
verwijst hem naar een winkel, met één raam.
De uitstalkast hangt vol.... prentbriefkaarten.
Muar inderdaad, op het venster staat geschil
derd Tabak-Tra fik. Hij goot naor binnen. De
winkel (het zeer kleine winkeltje) is vol. De
dame achter een toonbank ambtenares in
dienst van de regie verkoopt druk briefkaar
ten, postzegels, krantenEindelijk komt ook de
vreemdeling aan de beurt. „Hnben sie Zigorren?"
Ja wohl zij vertoont twee kistjes, aangebroWn,
sigaren, de ééne soort 40 kronen, de andere
a 50 kronen het stuk. „Auch Zigarelten Zij
presenteert een half vol doosje, waarin nog
pl.m. 200 stuks 5 kronen. „Hnben Sie nichts
besseres „Sind nicht mehr do, vielleicht mor
gen I"
Ge koopt voor de curiositeit deze voor ons
goedkoone sigaren en sigaretten; ge krijgt
ze in een stukje krantenpapier gewikkeld. Als ge
er een opsteekt, merkt ge al spoedig, dat de
sigaren en sigaretten van het merk „Rookt ze
in de buitenlucht" zijn.
Ziedaar nu de schoone resultaten van de koop
manschap der overheid!
Wij weten niet, hoeveel gold de regeering uit
1 het tabaks-monopolie trekt, njoar het lijdt geen
twijfel, dat zij veel en veel grootere sommen
zou kunnen verdienen aan den rooker, als ze
eene belasting hief, in eenigen vorm, op siga
ren, sigaretten of tabak, maar de fabricage en
den verkoop vrijliet. Zij zou dan een groot aan
tal ambtenaren minder hebben, maar eenige ma
len zooveel mannen en vrouwen zouden in den*
sigorenhandel een winstgevend bedrijf vinden.
Het publiek zou g'oede sigoreïi, naar quuliteit
1 en prijs, kunnen krijgen in stede van het voor
den kenner onvookbore tuig, waarmee de over
heid het thans zegent.
In vredestijd zoo zei men mij, was het wel
wat beter. Het aantal soorten sigaren en sigaret
ten was toen grooter. Maar vergeleken bij een
flinken Hollandschen sigarenwinkel was toch al
altijd elke Tabak-Trafik een onding.
De resultaten van het optreden van den Staat
als koopvrouw en fobrikante zijn dus al evcfn
treurig als die' von de gemeente. De vermeende
voordeelen von den overheidshandel, zelfs als
de overheid monopolist is, zijn imaginair en de
overheid doet stellig beter het product te belas
ten, dat de particulier verkoopt, dan den verkoop
zelf ter hond te nemen.
Eeri reisje naar Oostenrijk in onze dagen
niet duur zou voor den Nederlandschcn so-
cialisator'heilzaam kunnen werken wie een tijd
je de artikelen van de OostcnrijkscheTogic heeft
gerookt, zal niet licht zijn stem geven aan ecnig
voorstel, dat den ambtenaar tot handelaar pro
moveert.
Uit de Pers.
DE DU1TSCHE MARK.
Het Handelsblad, in een hoofdartikel,
onder bovenstaand teckenend opschrift, erop
wijzende hoe in ongeveer drie maanden tijds de
internationale ruilwaarde van de Mark weer tot
een vierde is gedaald, zegt dat een ruilmiddel,
dat, zelfs zonder eenige buitengewone catastro
phe, aan zulk waar de wisselingen bloot stoot, als
internationaal ruilmiddel volkomen onbruik
baar is.
Misschien moet dit een beetje anders ge
zegd worden. Wij gelooven dat de zeer
snelle doling van de mark gedurende dc laat
ste dagen feitelijk reeds een gevolg is van
het feit, dat de mark qIs internationaal ruil
middel het vertrouwen verloren had en als
zoodanig was .uitgeschakeld. Wij doelen na
tuurlijk niet op het feit dat buitenlandschen
bezitters van marken het recht van.koopen
en uitvoeren van Duitsche waren voor
dat Duitsche geld ontzegd werd, oindat de
binnenlandsche waarde van de mark hooger
was don do buitenlondsche. En al hodden
die builenlandsche bezitters de mark ook
oorspronkelijk voor die oude binnenlandsche
waarde gekregen dc Duitsche regeering
wilde de „goedkoope" buitenlondsche mar
ken niet als gelijkgerechtigd erkennen.
Op den koers van dc buitcnlandsche mar
ken zal die achterstelling wel eenigen maar
geen belangrijken invloed hebben geoefend.
Maar internationale transacties werden reeds
steeds minder in marken verricht. Beleggin
gen, ook van bonken van centrale landen,
werden in steeds grooter niate in buitenlond
sche, meer stabiele waarden en wissels ge
daan. De Duitsche rpgeering schreef zelfs
voor bij internationaal ruilverkeer het natio
naal ruilmiddel niet te gebruiken. Als een
bewijs, hoezeer de buitenlondsche valuta om
haar stabiliteit in het buitenland gezocht is,
moge dienen, dat naar schatting voor 150
millioen gulden Ncderlundsch bankpapier
renteloos in de Centrale Rijken ligt I Men
beseffe wat dat beteekentdie verarmde lan
den hebben renteloos aan onze Neder-
landsche Bank T50 millioen gulden geleend.
Een waarde, waarvoor zij bij de tegenwoor
dige koersen ongeveer tien millioen gulden
een milliard mark I rente zouden kun-
nen ontvangen. Wij huiveren als wij er aan
denken, wat gebeurd zou zijn als onze Ne-
derlandsche Bank den raad van professor
Verrijn Stuart had opgevolgd en geen goud
had gehouden, maar daarvoor buitcnland
sche rentegevende I wissels had ge
kocht. Natuurlijk ook Duitsche wisselswij
meenen dat professor Verrijn Stuart een
groot vertrouwen in de kracht van het Duit
sche rijk had. En als dan die banknotenbe-
zitters van de Centrale landen hun goud
schuld eens bij de bank plotseling waren
komen opeischen, daar de bank het vertrou
wen verloren had
De uitschakeling van de Duitsche mark
als internationaal ruilmiddel heeft een vici-
eusen cirkel doen ontstaan. Het vertrouwen
in de mark verminderde, hoe minder zij ge
zocht werd. En de hoeveelheidstheorie, hier
zoo juist van toepassing, wijst het uithoe
minder de mark gezocht werd, hoe meer de
mark alleen als binnenlandsch ruilmiddel ge-
vraogd werd en buiten dc rijksgrenzen geen
functie meer te vervullen had, hoe meer weer
opnieuw dc mark in waarde daalde cn op
nieuw vertrouwen in de mark verloren ging.
Waar het met dc mark heen zal gaan, wie
kon het zeggen Zeker is het wel, dot de
nieuwe biljettenuitgifte, tusschcn Juli cn No
vember alleen, de duling niet verklaren kan.
Dun zouden er thans vier maal meer mar
ken-biljetten moeten zijn don in Juli. In wer
kelijkheid is dc omloop in dien tijd slechts
van 76 tot 92 milliard Murk gestegen. Vol
gens olie theorieën, lettende op de waarde
van de mark in Duitschlond, lettende op de
wisselingen in de hoeveelheid von Duitsch
bankpapier, behoorde de marken waarde
thans hooger te zijn dun zij is. Moor over
den psychologischen factor von vertrouwen
geven formules en theorieën geen uitkomst.
De mark heeft elk vertrouwen verloren
men koopt van Duitschlond met eigen geld,
omdat de Duitscher slechts buitenlondsch
geld wil ontvangen. En men verkoopt aun
Duitschlond in eigen geld, omdat de buiten
lander eerst recht geen Duitsch geld gebrui
ken kan.
Dit gebrek aan vertrouwen spruit ten deele
voort uit de vrees dut Duitschlond na het ver
lies vnn Opper-Silczië in gebreke zal moeten
komen met de betaling der oorlojfschntting.
Voor een nnder deel is het te wijten non het
vooruitzicht, dot de biljetlenomloop in de eerst
volgende maanden een fantastische vermeerde
ring zal moeten ondergaan, omdat Duitschlnnd
dc goudmillinrden der oorlogschatting slechts
zal kunnen voldoen door voor zestigmaal meer
milliorden aan papiermnrken te drukken.
Het gebrek onn vertrouwen in de toe
komst speelt derhalve een nog veel grooter
rol dan de fouten, die in het verleden zijn
gemaakt.
In Weenen, nog iets verder weg, kon een
Weener al geen broek meer koopen, als hij niet
in dollars betaalt. Do mork is voor ons
buitenlanders dood. Maar wie zal den dooden
koning opvolgen? Voorloopig lijkt het veel op
ren republiek. Elk land, dat met Duitschlond
handelt, handelt met eigen valuta.
Het spreekt wel van zelf dat dit voor een
groot rijk als Duitschlond, een rijk dat econo
misch en industrieel vnn zoo buitengewone bc-
teekenis is cn in de Europeesche economische
gemeenschap zulk een groote rol vervult, een
zeer ongewenschte en op den duur onhoudbare
toestand is. Moor eenige hoop dot Koning Mark
herleven zal, dot Koning Mark weer op een
troon, zij het ook op een heel laag troontje
komt, is er voorloopig althans niet. Zonder een
radicale wijziging van den financieelen toestond
in Duitschlund, zoodat het drukken van Marken-
biljetten ophoudt een inkomen voor den staat te
vormen, is, dot onmogelijk. Of die wijziging mo
gelijk zou zijn, nu in het ontwrichte Europa
Duitschlnnd het eenige land is waar gewerkt
wordt, waar geld wordt verdiend, waar de ex
porten geld binnen brengen, is een vraag van
niet zoo heel groote bcteekenis. Want, daar de
Duitschers voelen dat al de voordeelen, die het
offer en de moeite van het op orde brengen
van hun. huishouden zouden brengen, niet
Duitschlond monr Frankrijk ten goede zouden
komen, is do goede wil er niet. De goede wil
"is er niet om door groote offers van belasting
betalers en de bezittende klasse, door groote
beperkingen van staatsuitgaven, de gewone in
komsten en gewone uitgaven te doen overtref
fen. En die geestesgesteldheid, dat gevoel van
moedeloosheid en wanhoop is zoo begrijpelijk,
het is zoo onwaarschijnlijk, dat een krachtige
persoon, die den juisten weg zou willen wijzen,
het Duitsche volk geneigd zou vinden dien weg
op tc gaan, dnt wij op een herstel van het Duit
sche ruilwezen door hervorming van het Duit
sche finantiewezen niet behoeven te hopen, voor
de Duitsche schadevergoeding-regeling op bil
lijke en redelijke wijze herzien is.
Het Haarl. Dagblad heeft een inter
view gehad met mej. mr. dr. C. van Dorp, die
zich over deze kwestie van een mogelijk
staatsbankroet van Duitschland als volgt
uitliet
„Het is moeilijk een voorspelling te doen,
of het in Duitschlond tot een officieel
Staatsbankroet zal komen. Men spreekt dik
wijls von Staatsbankroet, wanneer het geld
zooals in Duitschland hard in waarde
achteruitgaat, maar dat is onjuist. Met het
verminderen van de geldswaarde toch ver
minderen wel de schulden, die in marken
zijn uitgedrukt, maar dat is een' ongewild
gevolg en geen officieele insolvent-verkla-
Varkensmarkt
Amersfoort.
Speciale ft Meeting
2 Maison VAN EIMEREN.
Eollleur I'o.Hfleliciir i «'oillcu.so 5
2 WIJERSSTKAAT 14. Tel. ao.1 3
P Hoogst Modorno Salons voor
J DAMES en HERKEN-Manicure I
Magazijn van Parfumurieën on
Toilet-A flikoJen. 5
jj BADINRICHTING J
ring van den Staat. Voor Duitschland zul*
len. bovendien do gevolgen daarvan wel
hoofdzakelijk liet binnenland treffen, daar
de oorlogsleeningen in het binnenland ge
plaatst zijn cn dc groote credietcn, die het
buitenlund Holland in de eerste plants
verleend heeft, wel voor het grootste
deel buitenlandsch geld of in goud zullen
zijn uitgedrukt.
Natuurlijk moet men daarvan .uitzonde»
ren de Murkenspcculunten in het buiten
land. Zij hebben in Marken uitgcdrukli
verordeningen op Duitschland cn worden
dus allereerst de dupe.
Nu moet men ook nog onderscheiden, ol
een Staat zich bankroet verklaart, terwijl
het volk feitelijk de schulden nog wel in
belasting zou kunnen opbrengenof dut
een volk inderduud feitelijk bankroet is^
En don is het zeer de vraag, of het Duit*
sche volk niet feitelijk reeds bonkroct is.
Het is volgens mijn mecning en die van
bijna alle economisten ook Kcynes heeft
zich heel duidelijk hieromtrent uitgespro
ken absoluut onmogelijk voor het Duit
sche volk om de schadeloosstelling, dus
zijn schulden te betalen. Om zijn schade
loosstelling tc bctulen, wordt Duitschlond
met goederen leeggehaald cn hierdoor wordt
het ongelooflijk orm. Er is-wel veel werk
in Duitschlond, moor het vele werk ix
geen voordeel, wanneer de uitvoer niet met
invoer gepaard goot. Het goot niet om
werk, moor om dc opbrengst van het werk.
Het is voor een volk immers niet alleen van
belang om te werken, het moet eten I
Wanneer de geallieerden op den duur aan
de schadeloosstelling, zoonis die thans is
vastgesteld, zouden vasthouden, zou dit on
herroepelijk den ondergang van Duitsch
land cn waarschijnlijk van heel Europa be-
teekenen.
„Zelfs wanneer men voor een deel af
ziet van de enorme Duitsche schadeloos*
stelling, gaat Europa een zeer donkere toe
komst tegemoet. Ook ons land gaat, als et
niet spoedig verandering komt, volgens
mijn meening onherroepelijk èn naor het
officieele Staatsbankroet èn naar den eco
nomische^ ondergang. Voor heel Europa
is het dan ook te hopen, dat de geallieer
den in hun eischen tegenover Duitschland
verstandig tullen worden. Wanneer men
aan de schadevergoeding in haar gehccf
vasthoudt, graven de geallieerden hun eigen
graf. Een troost is er nog in dezen treuri-
gen tijd en wel, dat men in Engeland zeer
goed begint in te zien. De Engclschen zijn
tc goede economisten om met open oogen
in den afgrond tc springen".
Begin iederen dag met een plan.
lANGKSTl^AAT 43 - AMERSFOORT
Het aires «oor:
De juiste mortellen
WILLEM GïJO^HFIZEN.
door
RUDOLPH STRATZ
uit het Duitsch door
Mevrouw A. E. NUIJSPOSTHUMUS.
34
De ridders lagen op den loer aan den
1 waterweg", aan den Rijn, cn kropen
met het zwaard in de hand uit het struikge
was dat noemt men tegenwoordig aan de
Leurs telephoneeren T Ik en mijns gelijken, wij
houden de wacht aan de groote wateren, aan
alle zeeën en kanalen, om te zien, of er geen
jdomkoppen komen! En zij komen en lijden scha
lde, en dat is de hoogere moraal in de wereld.
De sterkste moet overwinnen. De ridders waren
echter sterk door hun spieren kerels, zooals
onze kruiers of slagersknechts. Wij, hedendaag-
gche kooplieden daarentegen, zijn sterk door on
ze zenuwen. Dat is iets veel fijneredat is de
vooruitgang en de beschaving I Haar verraad
dat geheim niet I Dat' mag volstrekt niet aan
andere mannen verteld worden en aan jou vertel
ik het ook alleen, omdat ik weet, dat je het toch
niet begrijpt."
„Ik begrijp je heel goed I" zeide Erna met
halfgesmoorde stem. „Waarom houdt je me
toch eigenlijk voor zoo dom Geloof je dan
werkelijk, dat jij de eenige verstandige mensch
op de wereld bent
Weer deed een heimelijk overmoed zijn mond
hoeken trillen en hij koos een ander onderwerp
van gesprek.
JDat is dus Heidelberg I" zeide hij, over de
rivier en de stad naar het slot omhoog kijkend.
„Hee1 mooi 1 Maar weet je, welk een gevoel ik
altijd krijg, als ik zoo in een van jullie kleine
universiteits- of garnizoenstadjes of residenties
kom Ramen open I Deuren open I Hier is te
veel stof achtergebleven uit den zaligen tijd der
postkoetsen I Laat frissche lucht binnen. Zee
lucht I Zoo'n echte, koude, ziltige zuidwesten
wind, ver uit den Atlantischen Oceaan of de
Gele Zee, die een mensch om de ooren fliiit en
hem roode wangen bezorgt Heeren de
keizer heeft gelijk: Onze toekomst ligt op het
water I Wij moeten de kegelbaan vaarwel zeg
gen en erop uit zeilen en veel geld verdienen,
heel veel, lieve Erna I Dc verdien tegenwoordig
geld bij hoopen, en dat wordt nog veel beter I"
Erna schudde het hoofd.
„Dat maakt lang niet zooveel indruk op mij
als je wel denkt. Het zou treurig zijn, als alle
menschen erover dachten zooals jij. Dan ver
dween alle poëzie uit de wereld. Je hebt vol
strekt geen gevoel voor het verledene I"
„In het minst niet I" zeide John Henry. „En
daarvoor ben ik dankbaar I Wat zou ik aan jul
lie sentimentaliteit hebben, die oude, anders
heel verstandige mannen opeens dé oogen voch
tig doet worden als zii hier of daar „Alt-Heidel-
berg, du Feinc I" hooren zingen Laat ze er
gelukkig mee zijn.' Ik benijd hen niet. Ik heb
niet gestudeerd. Ik. .ken geen woord Latijn of
Grieksch, zooals jij, geleerd meisje, en toch ben
ik een man gewerden. Zie nu eens die studenten,
met hun gekleurde petten, die daar voorbijrij
den, altijd twee aan twee, ofschoon er in het
rijtuig voor vier plaats is, en ofschoon het bij
dit mooie weer veel gezonder was te voet te
gaan, zooals wij doen zie je, op den leeftijd,
waarop die jongelui leegloopen en het geld van
hun ouders verkwisten, heb ik in Shanghai tien
uren en als de post weg moest ook wel acht
tien uren per dag op het kontoor gezeten en ge-*
VOORHANDEN
VOOR HINDEREN
VANAF f 2.—
J. GROOTENDO RST
LANGESTRAAT 80
werkt in het zweet mijns oanschijns. Letterlijk
waar T Bij die gloeiende hitte vielen de druppels
zóó maar op de kopiëerpers. Later komen die
jongelui dan bij ons en maken ons, kooplieden,
met een beetje juridische kennis, die zij aan de
hoogeschool tusschen de kroeg en het vecht
terrein hebben opgedaan, als consuls en ambte
naren het leven zuurder dan noodig is- Neem
mij niet kwalijk, dat ik zoo iets tegen een toe
komstige studente zeg, maar
„Maar je bent "°el te eenziidig en te hard, zoo
als in alles 1"
Hii lachte.
„Het is te hopen, dot ik hard ben. Geen van
mijn vijanden heeft mij nog nooit voor een lede
pop aangezien. Maar, zooals ik altijd zeg: „Ik
heb mij zelf niet geschapen, en werp iedere ver
antwoordelijkheid voor mijn gedrag van mij
af I" Wees blij, dat jullie zulke mannen krijgt
als wij zijn. Gcrmoansche pioniers in Yerre lan
den I Van jullie Pruisische bekrompenheid cn
oudbeiersche gemoedelijkheid moeten wij niets
hebben. Wij zijn nieuwe Duitschers, en heel
slimme Duitschers, en je weet niet, hoe nietig
alles in het lieve vaderland schijnt, ols men
het eens von buitenaf, over den oceaan heen
bekijkt."
Zwijgend gingen zij samen de brug over en
langs de overzijde der rivier. Aan hun voelen
glinsterde de blauwe Neckar en daarboven ver
hief zich roodstralend de met klimop omgróei-
de ririne van het slot. Aan hun linkerhand sche
merde en geurde de bloesempracht ver tegen
den berg op.
Eindelijk bleef Emo vastberaden staan. Dat
heen en weer praten, dat schermutselen vóór
den beslissenden strijd, kon zij niet langer ver
drogen.
„Daarmee wil je mij zeker afschrikken van de
studio vroeg zij. „Anders zou je niet zooveel
over de universiteiten te vertellen hebben I"
„Ik denk er niet aan I" zeide John Henry een
voudig en bijna onderworpen. „In je brief heb je
mij elke „verklaring" omtrent jezelf en je per
soonlijke aangelegenheden verboden. Goed. Ik
gehoorzaam immers zoo gaarne. Je weet, ik ben,
een eenvoudig man, de neef van buiten, over het
groote water. Onschuldig als een kind. Wie er
slag van heeft, kon mij om den vinger winden.
En jij hebt er slag van. Je bent mij de baas.
Erna V*
Wantrouwend keek zij hem van terzijde aan.
Als hij ironisch werd, dan begon hij de zaak
ernstig te behnndeleq. Dat was bij hem de vorm,
waarin hij den onrichtbaar in hem kokenden
toorn uitte. Goddank I nu werden tenminste
de maskers afgelegd I
„Zoonis ik dus zeide, ik gehoorzaam I" her*
vatte Van Lerinep. „Ik spreek niet over het we
zenlijke, over je reis hierheen, maar over het
onwezenlijke wereldpolitiek, kabeltelegram
men, over je aanstaanden man in één woord,
over dingen, waarin een verstandig meisje als jij
eigenlijk toch eenig belang moest stellen."
Ernu gaf geen antwoord. Zij wachtte mei
angst, van welken kant de aanval zou komen
Hij voerde iets onverwachts, iets gevoorlijks in
zijn schild, dat was duidelijk. Maar wat dal
was de vraag.
Opeens bemerkte zij, dat de uitdrukking van
zijn gelaat zakelijk en koel was geworden alsof
hij aan zijn schrijftafel zat.
Waarin denk je nu in jc eerste semester hier
te studeeren vroeg hij zonder overgang en
op. geheel veranderden toon.
Hij zou zoo plotseling vrede hebben met hoar
studie I Zij was te verbluft, om hem dadelijk
te antwoorden. Daarom ging hij voort
„Ik zou je aanraden jc allereerst te wijden aan
je algemeene vorming, zooals je in je brief ook
schrijft. Kunstgeschiedenis geschiedenis der
beschaving en die soort van dingen. Maar lnat
voorloopig de chemie rusten, althans tot je der
semester I Later zal ik jc bij gelegenheid wel
eens zeggen, waarom I"
Haar verbazing werd langzamerhand ernst
en toornig p beschaming. Gaf hij haar zoo ge
makkelijk op Zonder een gezicht te vertrek»
ken I Dat was niet mogelijk.
(Wordt "vervolgd..