m
MOHMEMHTSFRIIS T"S"
DE EEMLANDER"
PRI1S DER mrnwu met inbegrip van ee»
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De [oman meen studente.
20e Jaargang No. 164
Ler port f y— per *e«k («et prjtti «reekcnng
legen ongelokkcn) f 0.17*. aizoadulijke nummm
roos.
AMEBSFOORTSGH DAGBLAD
DIRECTEUR»UITGEVERt J. VALKHOFF.
BUREAU:
ARNHEMSCHE POORTWA1
TEI INT 613
Donderdag 29 Decamoer 1921
bewijsnummer, elke tegel meer 1 0.25. dienstaanbie»
dingen en Lictdadigheids-adveitentien voor de helft
der prijs Voor handel cn bedrijf beslaan zeer
vooidcelige bepalingen *oor hel advertceren. Ken»
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
De afwatering van de
Geldersche vallei.
'(Ven oivzen technisohcn medewerker.)
De plannen tot verbetering van den wateraf-
roer van de Geldersche vallei hebben thans vas-
en vorm aangenomen. Door Gedeputeerde Sta
len van Utrecht en van Gelderland zijn aan
ie Provinciale Staten dier provincies voorstel
en gedaan, om den waterafvoer gemeenschap
pelijk te verbeteren, waarbij steun van het Rijk
li het uitzicht is gesteld.
jr- Het heeft geen nut hier de verschillende plan-
lien te bespreken, die in den loop der tijden
jopgemaokt zijn om het waterbezwaar in de val
lei te verminderen, wij willen ons beperken tot
liet thans voor ons liggende plan, dat het meest
Dmvattende en technisch het meest juiste ge
pekt mag worden, zoodat de geheele vallei af-
Idoende kan woiden geholpen.
Tot het gebied van de Geldersche valled moet
Ivorden gerekend, de landen boven den Sla
perdijk, waarin gelegen zijn Veenendaal en
,Wageningen. Deze landen vormeit een afgeslo
ten gebied en loozen door de sluizen aan de
Roode Haan door middel van de Broekersloot
K>p de Luntersche beek.
Voorts behooren tot de Geldersche vallei de
stroomgebieden van de Luntersche en de Bar-
fvcveldsche beek.
De Luntersche beek splitst zich boven Amers
foort bij Monnikendam in -drie takken, waarvan
ide eene Noordwaarts loopt, samenkomt met de
Bameveldsohe beek en zich door de Stoneysluis
In de Eem ontlast. De tweede tak loopt door
Ide stad, en ontlast zich door de schutsluis bij
ide Koppelpoort op de Eem. De derde tak
stroomt ten Zuid-Westen van Amersfoort en
iontlast zich door de Schotbalksluis in de Eem.
!A1 het water, dat uit de Geldersche vallei
stroomt, komt dus bij de Koppelpoort op de
Eem, en zooals reeds boven is medegedeeld,
stroomt dit water niet vrij op de Eem, maar
•door middel van drie sluizen. Deze sluizen doen
geen dienst, om het water vaïi de Eem buiten
de (beken tc houden, in tegendeel, zij zijn be-
ldoeld om het water van de beken op te stu
wen, ten einde het water in de Amersfoorische
grachten en in de beken op peil te houden. Dit
op peil houden der beken geschiedt ten be
ihoeve van den landbouw, het op peil houden
der gTachlen geschiedt onder meer ten behoeve
yan het rioolstelsel van Amersfoort.
Proefondervindelijk is dit dezen zomer geble
ken, toen door de droogte, zoo weinig water
uit de vallei toevloeide, dat ontlasting op de
Eem vrijwel achterwege bleef. De grachten en
(beken, die in Amersfoort dienen als verzamel-
aiool van het bestaande rioolstelsel, vielen
jdroog en de daarin verzamelde rioolstoffcn ga
ven den stank, waarover dezen zomer zoo veel
vuldig geklaagd is.
Door de thans aanhangige plannen zal hierin
geen verbetering gebracht worden alleen nl-
geheele rioleering van Amersfoort kan hier uit
komst brengen.
Het bovenbedoelde peil is sinds eeuwen
Vastgesteld op 0.60 M N.A.P. het z.g. Lui-
iaardpeil.
Wanneer de Eemstand steeds lager was dan
het Luiaardpeil, zou de waterafvoer der vallei
ongestoord kunnen geschieden, indien de beken
zelf in goeden toestand verkeerden. De Eem
istaat echter in open verbinding met de Zuider
zee, zoodut do Eemstand te Amersfoort in
hoofdzaak cloor de Zuiderzeestanden wordt be-
heerscht. Nu is gemiddeld op 45 dogen per
(Jaar de hoogwaterstand op de Eem hooger dan
0.60 M N.A.P., terwijl op 24 dogen zelfs
den stand van 0.60 M N.A.P. overschrijdt.
Het Eem water stroomt dan terug in dc beken,
"waardoor de waterstand hooger op stijgt, en
het water uit de vallei niet behoorlijk tot af-
strooming kan komen.
Amersfoort op zich zelf beschouwd onder
vindt slechts last van liet hcoge water bij zeer
hobge standen, zooals in 1016, welke standen
echter zelden voorkomen.
Het thans aanhangige plan beoogt nu al het
water van de vallei, evenals thans naar Amers
foort te voeren en te Amersfoort op de Eem
een zoodanigen waterstand te handhaven, dat
beken ten allen tijde loozen kunnen.
Dit is slechts mogelijk door de natuurlijke
verbinding van de Eem bij Amersfoort met de
Zuiderzee op te heffen.
In de plaats von deze natuurlijke verbinding
zal don een gemaal komen. De hooge Zuider
zeestanden kunnen don niet meer tot Amers
foort doordringen, terwijl het gemaal het wa
ter, dat de beken aanvoeren bij hooge zee
standen op het open gebleven deel van de Eem
uitslaat.
Afsluiting en gemaal zijn nabij Baarn ont
worpen. Daar de Eem ook als Scheepvaartweg
voor Amersfoort dienst doet, moet deze scheep
vaartweg behouden blijven en is in de afslui
ting een schutsluis ontworpen.
Op zich zelf beschouwd achten wij het ge
heele plan juist.
Er doen zich echter eenige vragen voor, die
slechts beantwoord kunnen worden door inge
wijden, die een blik hebben mogen slaan in de
rapporten en plannen van de hoofdingenieurs
der beioe provincies.
Toch willen we enkele bedenkingen opperen.
Ie. Het schijnt de bedoeling te zijn, dat de
Amersfoortsche grachten worden verbreed en
genormaliseerd.
2e. Het lijkt ons, niet billijk dat ook Amers
foort in de kosten dezer werken medcbetaalt.
3e. Zullen deze werken niet overbodig zijn,
indien het Geldersche Vallei kanaal en de af
sluiting der Zuiderzee tot stand gekomen zijn.
Wij hopen dat onze eerste bedenking onge
grond isleest men echter het weinige, dat in
het niet geheime deel der voorstellen van Gede
puteerde Staten te vinden is, don nioet deze
vrees wel opkomen. Wij vertrouwen echter, dat
ons gemeentebestuur ontsiering der singels zal
kunnen tegenhouden.
Hoewel de kosten iets meer zullen bedragen
is het buiten twijfel mogelijk eene oplossing te
vinden, waarbij onze singels niet worden ont
sierd.
Ten opzichte van onze tweede bedenking geldt
het volgende
Van de kosten der uit te voeren werken, of-
sluiting met gemaal en schutsluis zal het Rijk
45 pet. betalen en de beide provincies Utrecht
cn Gelderland samen 42 y. pet. De overige 12
pet. zullen betaald moeten worden door de bij
de afsluiting direct belanghebbende gronden.
De verbetering der beken, die ook in de be
doeling ligt, schijnen door de belanghebbenden
alleen gedragen te moeten worden.
Volgens het verslag in de N. R. C. van 7 De
cember 1921 schrijven Gedeputeerde Staten van
Gelderland
„Voorts ware een bijzondere bijdrage te vor
deren van of ten behoeve van Amersfoort cn
do beneden Amersfoort gelegenlanden, als
equivalent voor de bijzondere voordeelen, wel
ke uit de plaatsing van het gemaal nabij Eem-
brugge, voor die stad en die landen zullen
voortvloeien ter bevrijding van waterbezwaar
vcor Amersfoort, en voor gedeeltelijke vrijstel
ling van de verplichting tot dijksophooging van
het hoogheemraadschap van de Bunschoter
'Veen en Veldendijk."
Wij meenen, dat de voordeelen voor Amers
foort zeer gering zijn wij gelooven niet dat de
zeer sporadisch voorkomende hooge waterstan
den in de stad, financieele offers van eenig be
lang waard zijn.
Een andere kwestie is, dat de Veen en Velden
dijk ontslagen zal worden van de verplichting
de dijken bezuiden de afsluiting te onderhou
den. Wonneer Gedeputeerde Staten dit Hoog
heemraadschap werkelijk zullen verplichten zijn
in onvoldoenden toestond verkeerende dijken te
verbeteren, zou dc afsluiting voor dit Hoog
heemraadschap van belang zijn. Het is don ook
niet meer dan billijk, dat de Veen en Velden
dijk in de kosten der afsluiting bijdraagt
Zeer eigenaardig is de opvatting van Ged.
Staten van Utrecht ten opzichte van Amers
foort.
Deze schrijven „Zoo zou b.v'. indien de Eem
niet was een schecpvaartkonaal, geen schutsluis
gemaakt behoeven te worden, doch zou met een
minder kostbare afsluiting kunnen worden vol
staan. De billijkheid brengt dus mede de extra-
kosten van deze schutsluis voor een groot deel
ie brengen ten loste van die landen, welke hij
de Eem als scheepvaartkanaal in de eerste
plaats belang hebben."
Zeer waarschijnlijk wordt hier gedoeld op
Amersfoort. Maar vragen wij ons af, heeft die
scheepvaart dan gevraagd om de afsluiting,
HOTEL „eV!OflOPOLE!
Schelviseh, Botersaus.
MAISON WILMS,
voorheen Onderlinge Keuken,
-v Beekenst. laan 48. Tel. 287.
Oudejaarsavond:
Koude en warme schotels. Huzaren of Haring»
salade a 60 ct. per persoon.
(Bestelling von schotels voor Zaterdag).
Nieuwjaarsdag:
Koninginnesoep,
Vlccsch, Croquette,
Duitsche Biefstuk,
Spruitjes,
Vanille-pudding, marusquinsaus.
vaart men thans niet vrij de Eem op cn af, cn
wil men deze vrije vaart niet belemmeren ten
behoeve van de landbouwbelangen van de vallei.
Moet de scheepvaart betalen een hindernis, die
men maken wij in den vrijen vaarweg, die thans
bestaal, ten behoeve van geheel andere belan
gen.
Wij gelooven, dat dit zeer zeker niet billijk
zou zijnintegendeel de scheepvaart zal in ver
gelijking met den tegenwoordigen toestand
worden gehinderd. Het gemeentebestuur zal
zeer zeker op zijn hoede zijn, dat deze schutsluis
niet te klein wordt ontworpen.
Ten slotte willen wij de vraag beantwoorden
of deze werken niet overbodig zullen worden, in
dien het Geldersche vallei kanaal en de afslui
ting der Zuiderzee tot stand gekomen zijn.
De technische rapporten von de hoofdinge
nieurs schijnen te vermelden dat don ook deze
werken niet overbodig zullen zijn. Onze mee
ning is, dat zij don zeer zeker overbodig zullen
zijn, omdat bij de kanaalplannen op geheel an
dere wijze in de afwatering is voorzien.
Een andere vraag is of deze werken technisch
de kans von het tot stond komen van het kanaal
verminderen, een vraag die wij ontkennend be
antwoorden.
Een andere vraag is of de zoo hoog noodige
afwatering van de Geldersche Vallei moet
wachten op de kanaal- en Zuiderzecplonnen.
Ook deze vraag meenen wij ontkennend te moe
ten beantwoorden.
Een geheel andere vraag is echter of de re
geering bereid zou zijn aan dit plan een groote
subsidie tc geven, indien zij ernstig overwoog
een groot scheepvaartkanaal door de vallei aan
te leggen.
Gezien de houding der regeering in analoge
gevallen, meenen wij, dat zij dit zeer zeker niet
zou doen.
Wij gelooven dus, dot de toezegging der re
geering 45 pet. te willen bijdragen in de thans
aanhangige pionnen voor de afwatering der
Geldersche Vallei beteekent, dat, ondanks het
feit, dat de Staatscommissie, die een onder
zoek moet instellen naar de beste verbinding
met Amsterdam en den Rijn (Merwedekanaal of
geldersche Valleikanaal) haar rapport nog niet
heeft uitgebracht en ondanks het feit, dat ook
de Staatscommissie, die rapport uit moet bren
gen omtrent het plan Wortmnn, betreffend een
wijziging van het Zuiderzeeplon nabij Amster
dam, een rapport, dat de uitspraak der eerst
genoemde commissie zeer kon beïnvloeden, ook
p.og niet is uitgebracht, dc regeering op de rap-
poiten dezer commissies vooruitloopt, en het
kanaal door de Geldersche vallei reeds bij voor
baat heeft verworpen.
Wij hopen, dat de toekomst leeren zal, dat
wij in deze misgezien hebben.
Omtrent de stemming in Frankrijk worden
de lezers van de Kölnische Zeitung uitvoerig
ingelicht door den Parijschen correspondent
van genoemd blad, die d.d. 24 Dec. de opmer
king maakt, dat er de laatste dagen in Parijs iets
is veranderd. Dit mag worden vastgesteld, zegt
de correspondent, zonder dat men zich over
geeft aan een overdreven optimisme. De poli
tieke kringen, die voor de stemming in het
Fransche parlement beslissend zijn, hadden nog
niet de hoop opgegeven door de onderhande
lingen, waai van men den duur gaarne kunst
matig zou willen verlengen, bedoelingen to
verijdelen, die men tc Parijs ten onrechte alleen
aan de Engclsche staatslieden toeschreef, omdat
men niet gaarne wilde erkennen, dat ook Ame
rika naar een ontspanning in Europa verlang
de. Wanneer bladen ais dc Temps cn 't Journal
des Débots voor deze feiten dc oogen sche
nen tc sluiten, diende zulks te worden be
schouwd als een tactische manoeuvre: ook zij
wisten, dat, wanneer dc Fransche diplomatie in
Jan. niet besloot tot toenadering tot het En
gclsche standpunt inzake de pacificatie van
Europa, zij hiertoe enkele maanden of een jaar
later toch zou moeten overgaan cn wel onder
omstandigheden, die veel ongunstiger waren
voor Frankrijk.
Zoo nam reeds de reactionaire Goulois, die
tot dusver het krachtigst de politiek van dc
gepantserde vuist aanprees, haar draai. De cor
respondent is van oordeel, dat hetgeen dit blud
thans verkondigt, de mcening is van een zeer
aanzienlijke minderheid van het Fransche parle
ment, al trad dit tot nog toe ook niet openlijk
aan den dag. De Gaulois geeft toe, dat de pu
blieke opinie in Frankrijk wat in de war rookte
door de zeer twijfelacheige waarde der resulta
ten, die dc jongste besprekingen te Londen
hebben opgeleverd. Men was maar al te makke
lijk geneigd den politici, die uit naam van
Frankrijk spreken, zwakte te verwijten. Stellig
waren fouten begaan, manr de diepste oorzaak
der teleurstelling was toch toe te schrijven aan
dc omstandigheid, dot men te long in een
wereld van illusies had geleefd en de werkelijk
heid miskend. Frankrijk had geloofd, dat de
vriendschap met Amerika vanzelfsprekend een
onbeperkten steun tengevolge zou hebben en
men had tevens in den waan geleefd, dot de
politieke overeenstemming met Engeland nood
zakelijkerwijze uit een politieke eenheid der bei
de volkeren moest blijken, alsmede uit de ver
vulling van al hetgeen het herstel en dc veilig
heid van Frankrijk betrof. Uit deze wereld vnn
illusies moest men terugkeeren in de wereld
der werkelijkheid. Bedacht diende te worden,
dat men te Londen en te Washington door de
weinig meegaande houding van Frankrijk met
betrekking tot de Rijn-kwestie en 't vraagstuk
van den wederopbouw den indruk van imperia
lisme wekte en dot Frankrijk daardoor in den
roep kwam te 'staan den nlgemcenen vrede te
verstoren cn zich te kanten tegen het uit den
weg ruimen van de economische crisis.
De correspondent der KöJn. Ztg., die met wol-
gevallen deze opvattingen weergeeft van de
Gaulois, is van gevoelen, dat de situatie van het
oogenblik moeilijk beter had kunnen worden
gekarakteriseerd; de dagen, die nog vooraf
gingen aon de beraadslagingen te Cannes, zou
den in Frankrijk worden gebruikt om achter de
schermen een strijd uit te vechten, die van be
slissende beteekenis voor dc Fransche politiek
moest zijn. Maar men mag aldus do cor
respondent zich door de Parijsche pors niet
van zijn stuk laten brengen: het was duidelijk,
dat Briand niet zonder bedoelingen het Engel-
sche voorstel om liet programma voor Can
nes door een commissie van kooplieden, finan
ciers en industrieelen te laten voorbereiden, wil
lig had aangenomen. Elkeen, die in de gelegen
heid was in contact te komen met de kringen,
die thans hun opvatting over de oplossing der
economische crisis in Europa moeten te ken
nen geven, wisten, dat de leidende persoonlijk
heden van Frankrijk's economisch leven of-
gezien van een handjevol imperialisten al
sinds maanden het herstel van normale betrek
kingen met Duitschland beschouwden als de
sleutel voor de oplossing der crisis, die Frankrijk
doormaakt. Wanneer derhalve door den invloed
van zekere kringen der Fransche Kamer voor
komen werd, dat de economische commissie, die
ingesteld zal worden, niet op eenzijdige wijze
zal bestaan uit de vertegenwoordigers van de
richting, die de Echo de Paris, dc Figaro en de
République Fran^aise tot spreekbuis hadden,
kon worden verwacht, dat de Fransche minis
ters, die naar Cannes gaan om te beraadslagen,
voorzien zouden zijn met het vereisdhte „Rust-
zeug" om den eersten stap te doen, die zou kun-
ren leiden tot een wcrkelijken vrede. Uit deze
karakteristiek van den toestand zou dus vol
gen, dat het lot van de politiek, die Lloyd
George denkt door te voeren, allereerst een
vraagstuk-is van Frankrijk's binnenlandsche po
litiek. Door Gustavo Hcrvé werd dc tocstanJ
in zijn Victoire als volgt geschetst:
Wij Frnnschen kunnen na een bindendcf
verklaring von Engeland, die in Duitschlana
begrepen wordt, den linker Rijnoever ont
ruimen, want dc militaire neutraliteit voi\
dit gebied is ons reeds door 't vredesver
drag van Versailles voldoende gegaran
deerd. De toestand der wereld op liet)
oogenblik cn de staat onzer gcldmiddeleiV
verplichten ons onze bewapening ter zeef
zóó in te krimpen, dot er voor Engclandl
geen nonleiding voor wantrouwen is. Dej
samenwerking met de Duitschers voor het?
herstel van Ruslund, kan door ons wordcnl
nongenomen, want Duitsche industrieelen
zullen hun vermogen in Rusland slechts dan
besteden, wanneer de kapitalistische orde
is verzekerd. Wij moeten, de openbare mee».
ning in Amerika, in Engeland, in Italië, ja:
zelfs der Duitsche democratie het bewijs le
veren, dat wij niet de domheden van een
Lodcwijk XIV cn van een Napoleon I wil
len herhalen: dat wij dus noch imperialisten
zijn, noch uitgaan op verovering cn ovcr-
hcersching. Wij moeten voor een nauw con-,
tact met Engeland velerlei opofferen, wat
misschien niet prettig is voor onzen nntio-
nolen trots. Maar wanneer wij na deze of<
fers op een goeien dag zouden inzien, dut
de Duitschers zich over ons vroolijk maak
ten, don is het nog vroeg genoeg om ons
weer vrijheid von handelen tc verzekeren.
Dan moge dc methode Briand-Louchcur
bankroet worden verklaard cn Poincaré or
deze of gene aanhanger von de „sterke"
politiek het bewind in handen nemen cn ons
lot bestieren.
De correspondent maakt naar aanleiding hier*
van de opmerking, dat hiermee is te kennen
gegeven om welken hoogen inzet de eerstvol*
gende weken wordt gespeeld: óf dc besprekin
gen te Cannes zouden overeenkomen met do
vroegere beraadslagingen van den Oppersten
Rond, d. w. z. zij zouden inderhaast, „met den
hoed in de hond" gevoerd worden (cn dan
weid de nood en ellende der wereld nog groo-
ter), óf zij zou den grondslag leggen voor algc-
mecne uiteenzettingen. De berichtgever der
Köln. Ztg. meent, dat deze olgemeene uiteen
zettingen niet zoo mogen verloopen nis dc on
derhandelingen van den Volkenbond cn den
Volkcnbondsraad. Zij mochten dus niet louter
cn alleen worden beinvlocd door de geallieer
de groote mogendheden cn hun belangen, maar
dienden het karakter tc dragcan van een discus*
sie, waaraan olie Europocsche staten dcclnu-
men, die voor economische belangen hadden
op te komen. Met het tijdperk van het dictaat
diende tc worden afgerekend, zou het snncc-
ringsproces van Europa beginnen. Te dezer zuko
werd al geruimen tijd door de Engelschen het
onaanvechtbare standpunt ingenomen, dot du
Duitsche kwestie maar een deel was von het
Europeeschc vraagstuk; maar de Frnnschen
hadden, behept door allerlei oude veroordeeld*
en beducht voor de meerderheid in het parle
ment, gemeend ook in Londen opnieuw weer de
noodlottige presligc-politiek op den voorgrond
te moeten schuiven.
„Zij gingen", aldus besluit de corresponden
tie in de Köln. Ztg., „van de opvatting uit, dot
een kneveling von de Duitsche soevereiniteits-
rechten voldoende zou zijn om Duitschland be*
tnolkrochtig te maken, tenminste voor een kor*
ten tijd, dien men zou gebruiken om een zeer.
soliede bondgenootschap met Groot-Brittannió
te sluiten. Op grond van dit bondgenootschap
zou men daarna non Europa de wet voorschrij
ven. Deze beide opvattingen kwamen meti
elkaar in botsing. Wordt de tegenstelling uit
den weg geruimd, dan kunnen de kotnendo
maanden verbetering brengen, muor wanneet'
zij blijft bestaan, moet het ergste worden ge
vreesd.
Het Duitsche volk zelf kon bitter weinig doen
om de situatie te zuiveren, maar bij 't wisselen
van 't jaar mag men het de ondervinding,
die men door jarenlang verblijf in 't buitenland,
vooral in Frankrijk, heeft opgedaan, geeft daar
toe het recht wel dringend op 't hart drukken
door een aaneensluiting van alle krochten ooV
het laatste non arbeid te presteeren, opdat da
solidariteit in 't economisch leven werkelijkheid
kan worden."
Het beleid van een vrij man blijkt evenzeer
trit het vermijden als in het overwinnen van ge-
Varen.
door
RUDOLPH STRATZ
uit het Duitsch door
Meviouw A. E. NUIJS-POSTHUMUS.
G5
'Zij voelde, dat er nog slechts een kleine aan
leiding van buiten behoefde te komen, dan keer
de zij terug, naar het doel, dat zij zich gesteld
ihad, naar de bergen, die, in het maanlicht glan-
Bend, zich verhieven boven de oude muzenstad
in plaats van zich te laten voeren in het
ylakke land, in de werkeloosheid.
In de schemering was er niet veel meer van
(de stad te zien. Alleen de kerktorens rezen nog
iop naar den bleeken voorjuarshemel, en nog
ïhooger, in roodachtigen, zacht versmeltenden
|glans, nauwelijks meer herkenbaar, nam de slot-
ruïne voor vandaag afscheid van dal en berg.
Koel daalde de boschwind neder van de bergen,
jdie elkander ver, ver als zwarte, golvende lijnen
(opvolgden, en aan de lucht fonkelden de eerste
Sterren.
En hier beneden was een damp en een rumoerl
De locomotieven bliezen en de conducteurs
schreeuwden. De trein was binnengestoomd.
Het was hoog tijd, dat John Henry terugkeerde,
4och zij wist wel, dat hij nooit te laat kwam. Met
behulp van een altijd precies loopenden chrono
meter verdeelde hij zijn tijd tot op een minuut.
En er zouden zeker nog vijf minuten verloopen,
eer alle reizigers een plaats hadden gevonden.
Bij den waggon vlak voor haar was het het
drukste. Eenige studenten met gekleurde petten
brachten een makker naar den trein, die, zooals
Erna uit het gesprek vernam, vóór het begin van
het nieuwe semester naar het landgoed van zijn
vader in Westpruiscn was teruggeroepen. Wel
leed de plechtigheid van het afscheid eenigszins
onder de drukte aan het station, en de jongelui
schenen ook volstrekt niet aangedaan, maar toch
hieven zij naar oud gebruik, eerst aarzelend en
ongelijk, toen iets vaster, de oude klacht aan
„Bemooster Bursche zieh' ich aus I Ade I"
Hun stemmen waren ongeoefend, een kruier
met zijn kar reed tusschen hen door onder het
luide geroep van „Pas op I" De Engelschen, die
er om heen stonden, zagen elkondeV nieuwsgie
rig en verbaasd aan, en zoo eindigde het gezang
in een verlegen gefluister. Alleen de bezongene
bleef in de stemming. Hij stond in dc hoogte,
voor het nog niet gesloten portier in een flinke
houding, het knappe gelaat gekleurd door den
wijn, die zij gedronken hadden, en begon met
zijn jonge heldere stem het laatste veis, het af
scheidslied van de hoogeschool, en dc anderen
zongen mede.
„Und weiter weiter geht mein Lauf I
Adel
„Thut ëuch, ihr alten Thore, auf I
„Ade I
„Leicht ist mein Sinn und frei mein Pfad I
„Gehab dich wohl, du Musenstadt I
„Ade I Ade I Ade I
»fJa Scheiden und Meiden thut Weh I
Gehab dich wohl, du Musenstadt I"
Erna was ter zijde gegaan. Plotseling stonden
haar tranen in de oogen, van een onverklaar-
baren weemoed en verlangen, de bctoovering
van Oud-Heidelberg, dat zij binnen weinige
oogenblikken voorgoed zou verlaten het be
loofde land. dat zij reeds zoo vaak met haai
wenschcn had bereikt, eer haar voet het betre
den had.' Daar vond zij de nieuwe wereld dei
kennis, waarnaar zij streefde, om zelf ook een
nieuw mensch te worden, een zelfbewust mensch
der twintigste eeuw. Zij wist hetvoor de mees
ten, verreweg de meesten horer zusteien was
de tijd nog niet daar, doch zij voelde de kracht
in zich. Voor haar was kennis geen vergif. Voor
haar was zij een klare stroom, die omhoog, tus
schen de donkere bergen, uit honderd bronnen
ontsproten was.
Kennis wos macht. Kennis was vrijheid I Ginds
was de vrijheid cn de vrijheid was het hoogste.
Wie zichzelf en zijn leven wil adelen, moet
vrij zijn. Wie zichzelf en-zijn leven aan een an
der wil geven, moet vrij zijn. Slechts «lat heef'
waarde en levensvatbaarheid, wat vrij wordt
geschonken en aangenomen.
Al het andere is onwaardig.
Het gemeenschappelijk leven, dat zij met John
Henry zou ingaan, was een dwang en had dus
geen waarde. Het verwonderde haar, dat zij dit
eerst nu weer begreep. Hij dwong haar immers
- ofschoon alleen, omdat zij hem daartoe ge
noodzaakt liad om Item uit dankbaarheid en
aanhankelijkheid te gehoorzamen.
Er v/os echter een hoogere vorm van gehoor
zaamheid. Als John Henry haar ooit de zijne
zou noemen, dan moest het zijn als een vrije
gave, als een koninklijk geschenk uit haar hand.
Ee-st dan was hij haar waai dig f
Onwillekeurig stond zij op en begaf zich naar
den uitgang. Zij verbaasde zich er niet over.
Zoo inoest het immers zijn»
Sneller stapte zij voort zij had slechts één
of twee minuten tijd. Aan het eind van het per
ron zag zij de mutsen der Cheruskiërs. Zij her
kende den kleinen graaf cn den anderen student,
voor wie zij gisteren op de boot hoor redevoe
ring had gehouden en die hier nu wachtten op
oen vroegeren schoolkameraad, dien zij dodelijk
bij zijn aankomst voor hun korps wilden inreke
nen.
Erna wilde niet gezien worden. Zij sloeg een
zijweg rechts in, en kwam buiten hel slation in
do schaduw der boomen.
Daar haalde zij diep adem. Nu kon zij niet
meer terug f Voorwaarts moest zij in den strijd
om het bestaan, de groote vraag tegemoet, of
zij de overwinning zou beholen of bezwijken f
„Misschien verhonger ik I" dacht zij. „Maar
zelfs dan zal hij nog meer achting voor mij heb
ben, dan wanneer ik nu zijn vrouw word, en zóó
zijn vrouw wordt, als hij het verlangt I Hij heeft
achting voor zichzelf en met recht f Daarom
moet hij ook achting voor mij krijgen 1 En als
ik dan sterk hen, evenals hij, dun mag hij op
nieuw aanzoek om mij doen I Don mag hij mij
de zijne noemen, naar mijn vrije keuze mij,
als een koninklijk geschenk, uit mijn hand ent-
vangen
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Verder en verder stapte Erna voort in de
schemering. Een bepaald coel had zij niet. Zij
wilde alleen weg van de plek, waar haar zwak
heid bijna over geheel haar leven beslist had.
Daarom ging zij ook de donkere ramen van
hoor eigen woning voorbij. Zij kon zich nu niet
binnen vier muren opsluiten. Zij moest frissche
lucht inodemen, levenslust, vrijheid de koelte,
die op het ondergaan der zon volgde, verkwikte
haar en gal haar nieuwe kracht.
Bovendien zou John Henry haar in hoor wo
ning opzoeken, als hij hier bleef. Moor hij zou
niet blijven! Al voortloopend schudde zij het
hoofd. Zij leende hem tc goed. Dat hij haar was
nagereisd, was al een zwaar offer voor hemp
maar hij kon het als zijn plicht beschouwer^
haar te waarschuwen. Dat had hij ook zondoi
mededoogen gedaan, en hier was Jtaor antwoordt
Zij sta_pte alleen door de donkere straten, nacht
en onzekerheid te gemoetf Zij verlangde zijn
hulp en zijn ovcrheersching niet!
Dat had hij moeten erkennen, toen hij haaij
niet meer vond bij zijn terugkomst aan heil
station. Ja, het eerste oogenblik had hij mis*
schien nog aon een misverstand gedacht, overal
in de coupés en op het perron gezocht, maar,
eindelijk moest hij toch overtuigd zijn, dat zijj
weg was. Dan zou hij vertrekken zoo niet
met dezen trein, dan met den volgenden. Im
geen geval zou hij opnieuw den eersten stop tot
verzoening doen. Als het haar nu toch eens
mocht gelukken vosten grond onder de voelen'
te krijgen en geen vreemde hulp noodig te heb
ben, dan kon zij hem alles schriftelijk opheldc*
ren.
Zij kon er niets aan doen! Het had zoo moe*
ten wezen en het deed haar evenveel pijn nl$
hem! Toch was zij nu vol moed en hoop; haait
hart was even licht uls haar tred, en haar oogj
stond helder. Zij was met zichzelf in het reine*/
en nu zou het overige zich wel schikken! Andere
menschen sloegen or zich ook wel doorheen! En
ten slottb daarop kwam zij altijd weer terug/
ofschoon zij het zelf niet recht geloofde: Meej(
don verhongeren kon zij toch niet.
(Wordt vervolgd).