m MOHMEMHTSFRIIS T"S" DE EEMLANDER" PRI1S DER mrnwu met inbegrip van ee» BUITENLAND. FEUILLETON. De [oman meen studente. 20e Jaargang No. 164 Ler port f y— per *e«k («et prjtti «reekcnng legen ongelokkcn) f 0.17*. aizoadulijke nummm roos. AMEBSFOORTSGH DAGBLAD DIRECTEUR»UITGEVERt J. VALKHOFF. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWA1 TEI INT 613 Donderdag 29 Decamoer 1921 bewijsnummer, elke tegel meer 1 0.25. dienstaanbie» dingen en Lictdadigheids-adveitentien voor de helft der prijs Voor handel cn bedrijf beslaan zeer vooidcelige bepalingen *oor hel advertceren. Ken» circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. De afwatering van de Geldersche vallei. '(Ven oivzen technisohcn medewerker.) De plannen tot verbetering van den wateraf- roer van de Geldersche vallei hebben thans vas- en vorm aangenomen. Door Gedeputeerde Sta len van Utrecht en van Gelderland zijn aan ie Provinciale Staten dier provincies voorstel en gedaan, om den waterafvoer gemeenschap pelijk te verbeteren, waarbij steun van het Rijk li het uitzicht is gesteld. jr- Het heeft geen nut hier de verschillende plan- lien te bespreken, die in den loop der tijden jopgemaokt zijn om het waterbezwaar in de val lei te verminderen, wij willen ons beperken tot liet thans voor ons liggende plan, dat het meest Dmvattende en technisch het meest juiste ge pekt mag worden, zoodat de geheele vallei af- Idoende kan woiden geholpen. Tot het gebied van de Geldersche valled moet Ivorden gerekend, de landen boven den Sla perdijk, waarin gelegen zijn Veenendaal en ,Wageningen. Deze landen vormeit een afgeslo ten gebied en loozen door de sluizen aan de Roode Haan door middel van de Broekersloot K>p de Luntersche beek. Voorts behooren tot de Geldersche vallei de stroomgebieden van de Luntersche en de Bar- fvcveldsche beek. De Luntersche beek splitst zich boven Amers foort bij Monnikendam in -drie takken, waarvan ide eene Noordwaarts loopt, samenkomt met de Bameveldsohe beek en zich door de Stoneysluis In de Eem ontlast. De tweede tak loopt door Ide stad, en ontlast zich door de schutsluis bij ide Koppelpoort op de Eem. De derde tak stroomt ten Zuid-Westen van Amersfoort en iontlast zich door de Schotbalksluis in de Eem. !A1 het water, dat uit de Geldersche vallei stroomt, komt dus bij de Koppelpoort op de Eem, en zooals reeds boven is medegedeeld, stroomt dit water niet vrij op de Eem, maar •door middel van drie sluizen. Deze sluizen doen geen dienst, om het water vaïi de Eem buiten de (beken tc houden, in tegendeel, zij zijn be- ldoeld om het water van de beken op te stu wen, ten einde het water in de Amersfoorische grachten en in de beken op peil te houden. Dit op peil houden der beken geschiedt ten be ihoeve van den landbouw, het op peil houden der gTachlen geschiedt onder meer ten behoeve yan het rioolstelsel van Amersfoort. Proefondervindelijk is dit dezen zomer geble ken, toen door de droogte, zoo weinig water uit de vallei toevloeide, dat ontlasting op de Eem vrijwel achterwege bleef. De grachten en (beken, die in Amersfoort dienen als verzamel- aiool van het bestaande rioolstelsel, vielen jdroog en de daarin verzamelde rioolstoffcn ga ven den stank, waarover dezen zomer zoo veel vuldig geklaagd is. Door de thans aanhangige plannen zal hierin geen verbetering gebracht worden alleen nl- geheele rioleering van Amersfoort kan hier uit komst brengen. Het bovenbedoelde peil is sinds eeuwen Vastgesteld op 0.60 M N.A.P. het z.g. Lui- iaardpeil. Wanneer de Eemstand steeds lager was dan het Luiaardpeil, zou de waterafvoer der vallei ongestoord kunnen geschieden, indien de beken zelf in goeden toestand verkeerden. De Eem istaat echter in open verbinding met de Zuider zee, zoodut do Eemstand te Amersfoort in hoofdzaak cloor de Zuiderzeestanden wordt be- heerscht. Nu is gemiddeld op 45 dogen per (Jaar de hoogwaterstand op de Eem hooger dan 0.60 M N.A.P., terwijl op 24 dogen zelfs den stand van 0.60 M N.A.P. overschrijdt. Het Eem water stroomt dan terug in dc beken, "waardoor de waterstand hooger op stijgt, en het water uit de vallei niet behoorlijk tot af- strooming kan komen. Amersfoort op zich zelf beschouwd onder vindt slechts last van liet hcoge water bij zeer hobge standen, zooals in 1016, welke standen echter zelden voorkomen. Het thans aanhangige plan beoogt nu al het water van de vallei, evenals thans naar Amers foort te voeren en te Amersfoort op de Eem een zoodanigen waterstand te handhaven, dat beken ten allen tijde loozen kunnen. Dit is slechts mogelijk door de natuurlijke verbinding van de Eem bij Amersfoort met de Zuiderzee op te heffen. In de plaats von deze natuurlijke verbinding zal don een gemaal komen. De hooge Zuider zeestanden kunnen don niet meer tot Amers foort doordringen, terwijl het gemaal het wa ter, dat de beken aanvoeren bij hooge zee standen op het open gebleven deel van de Eem uitslaat. Afsluiting en gemaal zijn nabij Baarn ont worpen. Daar de Eem ook als Scheepvaartweg voor Amersfoort dienst doet, moet deze scheep vaartweg behouden blijven en is in de afslui ting een schutsluis ontworpen. Op zich zelf beschouwd achten wij het ge heele plan juist. Er doen zich echter eenige vragen voor, die slechts beantwoord kunnen worden door inge wijden, die een blik hebben mogen slaan in de rapporten en plannen van de hoofdingenieurs der beioe provincies. Toch willen we enkele bedenkingen opperen. Ie. Het schijnt de bedoeling te zijn, dat de Amersfoortsche grachten worden verbreed en genormaliseerd. 2e. Het lijkt ons, niet billijk dat ook Amers foort in de kosten dezer werken medcbetaalt. 3e. Zullen deze werken niet overbodig zijn, indien het Geldersche Vallei kanaal en de af sluiting der Zuiderzee tot stand gekomen zijn. Wij hopen dat onze eerste bedenking onge grond isleest men echter het weinige, dat in het niet geheime deel der voorstellen van Gede puteerde Staten te vinden is, don nioet deze vrees wel opkomen. Wij vertrouwen echter, dat ons gemeentebestuur ontsiering der singels zal kunnen tegenhouden. Hoewel de kosten iets meer zullen bedragen is het buiten twijfel mogelijk eene oplossing te vinden, waarbij onze singels niet worden ont sierd. Ten opzichte van onze tweede bedenking geldt het volgende Van de kosten der uit te voeren werken, of- sluiting met gemaal en schutsluis zal het Rijk 45 pet. betalen en de beide provincies Utrecht cn Gelderland samen 42 y. pet. De overige 12 pet. zullen betaald moeten worden door de bij de afsluiting direct belanghebbende gronden. De verbetering der beken, die ook in de be doeling ligt, schijnen door de belanghebbenden alleen gedragen te moeten worden. Volgens het verslag in de N. R. C. van 7 De cember 1921 schrijven Gedeputeerde Staten van Gelderland „Voorts ware een bijzondere bijdrage te vor deren van of ten behoeve van Amersfoort cn do beneden Amersfoort gelegenlanden, als equivalent voor de bijzondere voordeelen, wel ke uit de plaatsing van het gemaal nabij Eem- brugge, voor die stad en die landen zullen voortvloeien ter bevrijding van waterbezwaar vcor Amersfoort, en voor gedeeltelijke vrijstel ling van de verplichting tot dijksophooging van het hoogheemraadschap van de Bunschoter 'Veen en Veldendijk." Wij meenen, dat de voordeelen voor Amers foort zeer gering zijn wij gelooven niet dat de zeer sporadisch voorkomende hooge waterstan den in de stad, financieele offers van eenig be lang waard zijn. Een andere kwestie is, dat de Veen en Velden dijk ontslagen zal worden van de verplichting de dijken bezuiden de afsluiting te onderhou den. Wonneer Gedeputeerde Staten dit Hoog heemraadschap werkelijk zullen verplichten zijn in onvoldoenden toestond verkeerende dijken te verbeteren, zou dc afsluiting voor dit Hoog heemraadschap van belang zijn. Het is don ook niet meer dan billijk, dat de Veen en Velden dijk in de kosten der afsluiting bijdraagt Zeer eigenaardig is de opvatting van Ged. Staten van Utrecht ten opzichte van Amers foort. Deze schrijven „Zoo zou b.v'. indien de Eem niet was een schecpvaartkonaal, geen schutsluis gemaakt behoeven te worden, doch zou met een minder kostbare afsluiting kunnen worden vol staan. De billijkheid brengt dus mede de extra- kosten van deze schutsluis voor een groot deel ie brengen ten loste van die landen, welke hij de Eem als scheepvaartkanaal in de eerste plaats belang hebben." Zeer waarschijnlijk wordt hier gedoeld op Amersfoort. Maar vragen wij ons af, heeft die scheepvaart dan gevraagd om de afsluiting, HOTEL „eV!OflOPOLE! Schelviseh, Botersaus. MAISON WILMS, voorheen Onderlinge Keuken, -v Beekenst. laan 48. Tel. 287. Oudejaarsavond: Koude en warme schotels. Huzaren of Haring» salade a 60 ct. per persoon. (Bestelling von schotels voor Zaterdag). Nieuwjaarsdag: Koninginnesoep, Vlccsch, Croquette, Duitsche Biefstuk, Spruitjes, Vanille-pudding, marusquinsaus. vaart men thans niet vrij de Eem op cn af, cn wil men deze vrije vaart niet belemmeren ten behoeve van de landbouwbelangen van de vallei. Moet de scheepvaart betalen een hindernis, die men maken wij in den vrijen vaarweg, die thans bestaal, ten behoeve van geheel andere belan gen. Wij gelooven, dat dit zeer zeker niet billijk zou zijnintegendeel de scheepvaart zal in ver gelijking met den tegenwoordigen toestand worden gehinderd. Het gemeentebestuur zal zeer zeker op zijn hoede zijn, dat deze schutsluis niet te klein wordt ontworpen. Ten slotte willen wij de vraag beantwoorden of deze werken niet overbodig zullen worden, in dien het Geldersche vallei kanaal en de afslui ting der Zuiderzee tot stand gekomen zijn. De technische rapporten von de hoofdinge nieurs schijnen te vermelden dat don ook deze werken niet overbodig zullen zijn. Onze mee ning is, dat zij don zeer zeker overbodig zullen zijn, omdat bij de kanaalplannen op geheel an dere wijze in de afwatering is voorzien. Een andere vraag is of deze werken technisch de kans von het tot stond komen van het kanaal verminderen, een vraag die wij ontkennend be antwoorden. Een andere vraag is of de zoo hoog noodige afwatering van de Geldersche Vallei moet wachten op de kanaal- en Zuiderzecplonnen. Ook deze vraag meenen wij ontkennend te moe ten beantwoorden. Een geheel andere vraag is echter of de re geering bereid zou zijn aan dit plan een groote subsidie tc geven, indien zij ernstig overwoog een groot scheepvaartkanaal door de vallei aan te leggen. Gezien de houding der regeering in analoge gevallen, meenen wij, dat zij dit zeer zeker niet zou doen. Wij gelooven dus, dot de toezegging der re geering 45 pet. te willen bijdragen in de thans aanhangige pionnen voor de afwatering der Geldersche Vallei beteekent, dat, ondanks het feit, dat de Staatscommissie, die een onder zoek moet instellen naar de beste verbinding met Amsterdam en den Rijn (Merwedekanaal of geldersche Valleikanaal) haar rapport nog niet heeft uitgebracht en ondanks het feit, dat ook de Staatscommissie, die rapport uit moet bren gen omtrent het plan Wortmnn, betreffend een wijziging van het Zuiderzeeplon nabij Amster dam, een rapport, dat de uitspraak der eerst genoemde commissie zeer kon beïnvloeden, ook p.og niet is uitgebracht, dc regeering op de rap- poiten dezer commissies vooruitloopt, en het kanaal door de Geldersche vallei reeds bij voor baat heeft verworpen. Wij hopen, dat de toekomst leeren zal, dat wij in deze misgezien hebben. Omtrent de stemming in Frankrijk worden de lezers van de Kölnische Zeitung uitvoerig ingelicht door den Parijschen correspondent van genoemd blad, die d.d. 24 Dec. de opmer king maakt, dat er de laatste dagen in Parijs iets is veranderd. Dit mag worden vastgesteld, zegt de correspondent, zonder dat men zich over geeft aan een overdreven optimisme. De poli tieke kringen, die voor de stemming in het Fransche parlement beslissend zijn, hadden nog niet de hoop opgegeven door de onderhande lingen, waai van men den duur gaarne kunst matig zou willen verlengen, bedoelingen to verijdelen, die men tc Parijs ten onrechte alleen aan de Engclsche staatslieden toeschreef, omdat men niet gaarne wilde erkennen, dat ook Ame rika naar een ontspanning in Europa verlang de. Wanneer bladen ais dc Temps cn 't Journal des Débots voor deze feiten dc oogen sche nen tc sluiten, diende zulks te worden be schouwd als een tactische manoeuvre: ook zij wisten, dat, wanneer dc Fransche diplomatie in Jan. niet besloot tot toenadering tot het En gclsche standpunt inzake de pacificatie van Europa, zij hiertoe enkele maanden of een jaar later toch zou moeten overgaan cn wel onder omstandigheden, die veel ongunstiger waren voor Frankrijk. Zoo nam reeds de reactionaire Goulois, die tot dusver het krachtigst de politiek van dc gepantserde vuist aanprees, haar draai. De cor respondent is van oordeel, dat hetgeen dit blud thans verkondigt, de mcening is van een zeer aanzienlijke minderheid van het Fransche parle ment, al trad dit tot nog toe ook niet openlijk aan den dag. De Gaulois geeft toe, dat de pu blieke opinie in Frankrijk wat in de war rookte door de zeer twijfelacheige waarde der resulta ten, die dc jongste besprekingen te Londen hebben opgeleverd. Men was maar al te makke lijk geneigd den politici, die uit naam van Frankrijk spreken, zwakte te verwijten. Stellig waren fouten begaan, manr de diepste oorzaak der teleurstelling was toch toe te schrijven aan dc omstandigheid, dot men te long in een wereld van illusies had geleefd en de werkelijk heid miskend. Frankrijk had geloofd, dat de vriendschap met Amerika vanzelfsprekend een onbeperkten steun tengevolge zou hebben en men had tevens in den waan geleefd, dot de politieke overeenstemming met Engeland nood zakelijkerwijze uit een politieke eenheid der bei de volkeren moest blijken, alsmede uit de ver vulling van al hetgeen het herstel en dc veilig heid van Frankrijk betrof. Uit deze wereld vnn illusies moest men terugkeeren in de wereld der werkelijkheid. Bedacht diende te worden, dat men te Londen en te Washington door de weinig meegaande houding van Frankrijk met betrekking tot de Rijn-kwestie en 't vraagstuk van den wederopbouw den indruk van imperia lisme wekte en dot Frankrijk daardoor in den roep kwam te 'staan den nlgemcenen vrede te verstoren cn zich te kanten tegen het uit den weg ruimen van de economische crisis. De correspondent der KöJn. Ztg., die met wol- gevallen deze opvattingen weergeeft van de Gaulois, is van gevoelen, dat de situatie van het oogenblik moeilijk beter had kunnen worden gekarakteriseerd; de dagen, die nog vooraf gingen aon de beraadslagingen te Cannes, zou den in Frankrijk worden gebruikt om achter de schermen een strijd uit te vechten, die van be slissende beteekenis voor dc Fransche politiek moest zijn. Maar men mag aldus do cor respondent zich door de Parijsche pors niet van zijn stuk laten brengen: het was duidelijk, dat Briand niet zonder bedoelingen het Engel- sche voorstel om liet programma voor Can nes door een commissie van kooplieden, finan ciers en industrieelen te laten voorbereiden, wil lig had aangenomen. Elkeen, die in de gelegen heid was in contact te komen met de kringen, die thans hun opvatting over de oplossing der economische crisis in Europa moeten te ken nen geven, wisten, dat de leidende persoonlijk heden van Frankrijk's economisch leven of- gezien van een handjevol imperialisten al sinds maanden het herstel van normale betrek kingen met Duitschland beschouwden als de sleutel voor de oplossing der crisis, die Frankrijk doormaakt. Wanneer derhalve door den invloed van zekere kringen der Fransche Kamer voor komen werd, dat de economische commissie, die ingesteld zal worden, niet op eenzijdige wijze zal bestaan uit de vertegenwoordigers van de richting, die de Echo de Paris, dc Figaro en de République Fran^aise tot spreekbuis hadden, kon worden verwacht, dat de Fransche minis ters, die naar Cannes gaan om te beraadslagen, voorzien zouden zijn met het vereisdhte „Rust- zeug" om den eersten stap te doen, die zou kun- ren leiden tot een wcrkelijken vrede. Uit deze karakteristiek van den toestand zou dus vol gen, dat het lot van de politiek, die Lloyd George denkt door te voeren, allereerst een vraagstuk-is van Frankrijk's binnenlandsche po litiek. Door Gustavo Hcrvé werd dc tocstanJ in zijn Victoire als volgt geschetst: Wij Frnnschen kunnen na een bindendcf verklaring von Engeland, die in Duitschlana begrepen wordt, den linker Rijnoever ont ruimen, want dc militaire neutraliteit voi\ dit gebied is ons reeds door 't vredesver drag van Versailles voldoende gegaran deerd. De toestand der wereld op liet) oogenblik cn de staat onzer gcldmiddeleiV verplichten ons onze bewapening ter zeef zóó in te krimpen, dot er voor Engclandl geen nonleiding voor wantrouwen is. Dej samenwerking met de Duitschers voor het? herstel van Ruslund, kan door ons wordcnl nongenomen, want Duitsche industrieelen zullen hun vermogen in Rusland slechts dan besteden, wanneer de kapitalistische orde is verzekerd. Wij moeten, de openbare mee». ning in Amerika, in Engeland, in Italië, ja: zelfs der Duitsche democratie het bewijs le veren, dat wij niet de domheden van een Lodcwijk XIV cn van een Napoleon I wil len herhalen: dat wij dus noch imperialisten zijn, noch uitgaan op verovering cn ovcr- hcersching. Wij moeten voor een nauw con-, tact met Engeland velerlei opofferen, wat misschien niet prettig is voor onzen nntio- nolen trots. Maar wanneer wij na deze of< fers op een goeien dag zouden inzien, dut de Duitschers zich over ons vroolijk maak ten, don is het nog vroeg genoeg om ons weer vrijheid von handelen tc verzekeren. Dan moge dc methode Briand-Louchcur bankroet worden verklaard cn Poincaré or deze of gene aanhanger von de „sterke" politiek het bewind in handen nemen cn ons lot bestieren. De correspondent maakt naar aanleiding hier* van de opmerking, dat hiermee is te kennen gegeven om welken hoogen inzet de eerstvol* gende weken wordt gespeeld: óf dc besprekin gen te Cannes zouden overeenkomen met do vroegere beraadslagingen van den Oppersten Rond, d. w. z. zij zouden inderhaast, „met den hoed in de hond" gevoerd worden (cn dan weid de nood en ellende der wereld nog groo- ter), óf zij zou den grondslag leggen voor algc- mecne uiteenzettingen. De berichtgever der Köln. Ztg. meent, dat deze olgemeene uiteen zettingen niet zoo mogen verloopen nis dc on derhandelingen van den Volkenbond cn den Volkcnbondsraad. Zij mochten dus niet louter cn alleen worden beinvlocd door de geallieer de groote mogendheden cn hun belangen, maar dienden het karakter tc dragcan van een discus* sie, waaraan olie Europocsche staten dcclnu- men, die voor economische belangen hadden op te komen. Met het tijdperk van het dictaat diende tc worden afgerekend, zou het snncc- ringsproces van Europa beginnen. Te dezer zuko werd al geruimen tijd door de Engelschen het onaanvechtbare standpunt ingenomen, dot du Duitsche kwestie maar een deel was von het Europeeschc vraagstuk; maar de Frnnschen hadden, behept door allerlei oude veroordeeld* en beducht voor de meerderheid in het parle ment, gemeend ook in Londen opnieuw weer de noodlottige presligc-politiek op den voorgrond te moeten schuiven. „Zij gingen", aldus besluit de corresponden tie in de Köln. Ztg., „van de opvatting uit, dot een kneveling von de Duitsche soevereiniteits- rechten voldoende zou zijn om Duitschland be* tnolkrochtig te maken, tenminste voor een kor* ten tijd, dien men zou gebruiken om een zeer. soliede bondgenootschap met Groot-Brittannió te sluiten. Op grond van dit bondgenootschap zou men daarna non Europa de wet voorschrij ven. Deze beide opvattingen kwamen meti elkaar in botsing. Wordt de tegenstelling uit den weg geruimd, dan kunnen de kotnendo maanden verbetering brengen, muor wanneet' zij blijft bestaan, moet het ergste worden ge vreesd. Het Duitsche volk zelf kon bitter weinig doen om de situatie te zuiveren, maar bij 't wisselen van 't jaar mag men het de ondervinding, die men door jarenlang verblijf in 't buitenland, vooral in Frankrijk, heeft opgedaan, geeft daar toe het recht wel dringend op 't hart drukken door een aaneensluiting van alle krochten ooV het laatste non arbeid te presteeren, opdat da solidariteit in 't economisch leven werkelijkheid kan worden." Het beleid van een vrij man blijkt evenzeer trit het vermijden als in het overwinnen van ge- Varen. door RUDOLPH STRATZ uit het Duitsch door Meviouw A. E. NUIJS-POSTHUMUS. G5 'Zij voelde, dat er nog slechts een kleine aan leiding van buiten behoefde te komen, dan keer de zij terug, naar het doel, dat zij zich gesteld ihad, naar de bergen, die, in het maanlicht glan- Bend, zich verhieven boven de oude muzenstad in plaats van zich te laten voeren in het ylakke land, in de werkeloosheid. In de schemering was er niet veel meer van (de stad te zien. Alleen de kerktorens rezen nog iop naar den bleeken voorjuarshemel, en nog ïhooger, in roodachtigen, zacht versmeltenden |glans, nauwelijks meer herkenbaar, nam de slot- ruïne voor vandaag afscheid van dal en berg. Koel daalde de boschwind neder van de bergen, jdie elkander ver, ver als zwarte, golvende lijnen (opvolgden, en aan de lucht fonkelden de eerste Sterren. En hier beneden was een damp en een rumoerl De locomotieven bliezen en de conducteurs schreeuwden. De trein was binnengestoomd. Het was hoog tijd, dat John Henry terugkeerde, 4och zij wist wel, dat hij nooit te laat kwam. Met behulp van een altijd precies loopenden chrono meter verdeelde hij zijn tijd tot op een minuut. En er zouden zeker nog vijf minuten verloopen, eer alle reizigers een plaats hadden gevonden. Bij den waggon vlak voor haar was het het drukste. Eenige studenten met gekleurde petten brachten een makker naar den trein, die, zooals Erna uit het gesprek vernam, vóór het begin van het nieuwe semester naar het landgoed van zijn vader in Westpruiscn was teruggeroepen. Wel leed de plechtigheid van het afscheid eenigszins onder de drukte aan het station, en de jongelui schenen ook volstrekt niet aangedaan, maar toch hieven zij naar oud gebruik, eerst aarzelend en ongelijk, toen iets vaster, de oude klacht aan „Bemooster Bursche zieh' ich aus I Ade I" Hun stemmen waren ongeoefend, een kruier met zijn kar reed tusschen hen door onder het luide geroep van „Pas op I" De Engelschen, die er om heen stonden, zagen elkondeV nieuwsgie rig en verbaasd aan, en zoo eindigde het gezang in een verlegen gefluister. Alleen de bezongene bleef in de stemming. Hij stond in dc hoogte, voor het nog niet gesloten portier in een flinke houding, het knappe gelaat gekleurd door den wijn, die zij gedronken hadden, en begon met zijn jonge heldere stem het laatste veis, het af scheidslied van de hoogeschool, en dc anderen zongen mede. „Und weiter weiter geht mein Lauf I Adel „Thut ëuch, ihr alten Thore, auf I „Ade I „Leicht ist mein Sinn und frei mein Pfad I „Gehab dich wohl, du Musenstadt I „Ade I Ade I Ade I »fJa Scheiden und Meiden thut Weh I Gehab dich wohl, du Musenstadt I" Erna was ter zijde gegaan. Plotseling stonden haar tranen in de oogen, van een onverklaar- baren weemoed en verlangen, de bctoovering van Oud-Heidelberg, dat zij binnen weinige oogenblikken voorgoed zou verlaten het be loofde land. dat zij reeds zoo vaak met haai wenschcn had bereikt, eer haar voet het betre den had.' Daar vond zij de nieuwe wereld dei kennis, waarnaar zij streefde, om zelf ook een nieuw mensch te worden, een zelfbewust mensch der twintigste eeuw. Zij wist hetvoor de mees ten, verreweg de meesten horer zusteien was de tijd nog niet daar, doch zij voelde de kracht in zich. Voor haar was kennis geen vergif. Voor haar was zij een klare stroom, die omhoog, tus schen de donkere bergen, uit honderd bronnen ontsproten was. Kennis wos macht. Kennis was vrijheid I Ginds was de vrijheid cn de vrijheid was het hoogste. Wie zichzelf en zijn leven wil adelen, moet vrij zijn. Wie zichzelf en-zijn leven aan een an der wil geven, moet vrij zijn. Slechts «lat heef' waarde en levensvatbaarheid, wat vrij wordt geschonken en aangenomen. Al het andere is onwaardig. Het gemeenschappelijk leven, dat zij met John Henry zou ingaan, was een dwang en had dus geen waarde. Het verwonderde haar, dat zij dit eerst nu weer begreep. Hij dwong haar immers - ofschoon alleen, omdat zij hem daartoe ge noodzaakt liad om Item uit dankbaarheid en aanhankelijkheid te gehoorzamen. Er v/os echter een hoogere vorm van gehoor zaamheid. Als John Henry haar ooit de zijne zou noemen, dan moest het zijn als een vrije gave, als een koninklijk geschenk uit haar hand. Ee-st dan was hij haar waai dig f Onwillekeurig stond zij op en begaf zich naar den uitgang. Zij verbaasde zich er niet over. Zoo inoest het immers zijn» Sneller stapte zij voort zij had slechts één of twee minuten tijd. Aan het eind van het per ron zag zij de mutsen der Cheruskiërs. Zij her kende den kleinen graaf cn den anderen student, voor wie zij gisteren op de boot hoor redevoe ring had gehouden en die hier nu wachtten op oen vroegeren schoolkameraad, dien zij dodelijk bij zijn aankomst voor hun korps wilden inreke nen. Erna wilde niet gezien worden. Zij sloeg een zijweg rechts in, en kwam buiten hel slation in do schaduw der boomen. Daar haalde zij diep adem. Nu kon zij niet meer terug f Voorwaarts moest zij in den strijd om het bestaan, de groote vraag tegemoet, of zij de overwinning zou beholen of bezwijken f „Misschien verhonger ik I" dacht zij. „Maar zelfs dan zal hij nog meer achting voor mij heb ben, dan wanneer ik nu zijn vrouw word, en zóó zijn vrouw wordt, als hij het verlangt I Hij heeft achting voor zichzelf en met recht f Daarom moet hij ook achting voor mij krijgen 1 En als ik dan sterk hen, evenals hij, dun mag hij op nieuw aanzoek om mij doen I Don mag hij mij de zijne noemen, naar mijn vrije keuze mij, als een koninklijk geschenk, uit mijn hand ent- vangen VEERTIENDE HOOFDSTUK. Verder en verder stapte Erna voort in de schemering. Een bepaald coel had zij niet. Zij wilde alleen weg van de plek, waar haar zwak heid bijna over geheel haar leven beslist had. Daarom ging zij ook de donkere ramen van hoor eigen woning voorbij. Zij kon zich nu niet binnen vier muren opsluiten. Zij moest frissche lucht inodemen, levenslust, vrijheid de koelte, die op het ondergaan der zon volgde, verkwikte haar en gal haar nieuwe kracht. Bovendien zou John Henry haar in hoor wo ning opzoeken, als hij hier bleef. Moor hij zou niet blijven! Al voortloopend schudde zij het hoofd. Zij leende hem tc goed. Dat hij haar was nagereisd, was al een zwaar offer voor hemp maar hij kon het als zijn plicht beschouwer^ haar te waarschuwen. Dat had hij ook zondoi mededoogen gedaan, en hier was Jtaor antwoordt Zij sta_pte alleen door de donkere straten, nacht en onzekerheid te gemoetf Zij verlangde zijn hulp en zijn ovcrheersching niet! Dat had hij moeten erkennen, toen hij haaij niet meer vond bij zijn terugkomst aan heil station. Ja, het eerste oogenblik had hij mis* schien nog aon een misverstand gedacht, overal in de coupés en op het perron gezocht, maar, eindelijk moest hij toch overtuigd zijn, dat zijj weg was. Dan zou hij vertrekken zoo niet met dezen trein, dan met den volgenden. Im geen geval zou hij opnieuw den eersten stop tot verzoening doen. Als het haar nu toch eens mocht gelukken vosten grond onder de voelen' te krijgen en geen vreemde hulp noodig te heb ben, dan kon zij hem alles schriftelijk opheldc* ren. Zij kon er niets aan doen! Het had zoo moe* ten wezen en het deed haar evenveel pijn nl$ hem! Toch was zij nu vol moed en hoop; haait hart was even licht uls haar tred, en haar oogj stond helder. Zij was met zichzelf in het reine*/ en nu zou het overige zich wel schikken! Andere menschen sloegen or zich ook wel doorheen! En ten slottb daarop kwam zij altijd weer terug/ ofschoon zij het zelf niet recht geloofde: Meej( don verhongeren kon zij toch niet. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 1