AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander"
OPLEIDING examens.
ST. EfHILION
tij 1.1. SCHUURMAN 4 In., Iltr.str. 17. Tel. 145
Fontein Schippers.
GELEGENHEID
Nstsspaarbank
[igenyemaskte Kindeikleeding.
Het Verloren Telinis.
HANDELS INSTITUUT „VAN haarlem"
langestraat 83 b, amersfoort.
Per fïesch f 1.75, per anker f 72-.
Menbileeringen- Kunsthandel- Behangerü en Stoffeerderij
Langestraat 24. Tel. Int. 496. AMERSrOOFïT.
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
nviLlem groenhuizen
ZIE ETALAGE AISlo KLAS «REU
Amersfoort
Utrechtscheweg 9.
Htëagaz. „D@ Dom"
FEUILLETON.
20ste Jaargang
No. 174
21 Januari 1922
Directeur: G. TAN 1IAARLÏN Jr.
HT GRATIS PROSPECTUS- "W
mmmhmm Bordeaux, gewas 1917
Verkiezingsjaar.
De belangstelling in 's lands politiek is in
Nederland nooit groot geweest Slechts ééns
Sn de vier jaren, als de stembus roept, is het
h— en nog niet eens altijd mogelijk, bet
trage kiezerscorps in beweging te zetten,
voor volle zalen te spreken, voor politieke
lectuur liefhebbers te vinden.
Toch schijnt de weinige belangstelling in
«le laatste jaren nog weer te zijn verminderd.
Openbare politieke vergaderingen, weinig in
aantal, zijn slecht bezocht en in de onder
onsjes, die men huishoudelijke vergaderin
gen noemt, is de animo al even gering.
Men geeft van dit verschijnsel tweeërlei
verklaring. De eene is deze, dat de belang
stelling der menschen zich in deze moeilijke
lijden vooral concentreert op het eigen ik.
Op eigen familie, op eigen zaken. De alge-
meene malaise zou -dan de oorzaak ziin van
de politieke malaise, die er even zeker is
als de handelscrisis. Een andere verklaring
is deze: Het evenredig kiesstelsel is de oor
saak van de lusteloosheid. Men weet, dat
grocte verschuivingen niet mogelijk zijn; de
jpolilieke verhoudingen in de Kamers zullen
jaren lang blijven zooals ze nu zijn. Met een
geweldig stembus-élan, waarmee men vroe
ger de meerderheid in ééns kon verplaatsen,
is niets meer te bereiken. Gebeurtenissen
tuis in 1901, toen de Rechterzijde met 60
snan in de Kamer van -honderd kwam en als
fln 1905 toen die meerderheid van 60 ver
anderde in eene minderheid van 48, zijn
Oiet meer denkbaar. Waarom zou men zich
dan het vuur uit de sloffen 1-oopen?
Zij, die, zonder aan de zoo leelijke poli
tiek erij te doen, de noodzakelijkheid van een
gezond politiek partij-leven inzien, hebben
met een bezorgd hart het groeiend gemis
Ban belangstelling voor 's lands zaken waar
genomen. Zij hebben goed begrepen, dat
ons volk ten aanzien van de beteekenis van
rrde politiek" van vele zijden verkeerd wordt
voorgelicht, dat ons volk door de z.g. neu
trale en de anti-politieke pers gewoonweg
firs misleid. Zij hebben leeren inzien, dat tegen
ihet gif der anti-politiekers tegengif moet
iworden gegeven.
Daarom hebben mannen van hoog karak-
iter en van hoog aanzien zich vereenigd om,
bij alle verschil van politieke overtuiging, tot I
bet Nederlandsche volk te gaan om te zeg
gen, dat politiek eerste eisch is voor een A. VAM DE WEG.
goed bestuur, voor de welvaart van het land.
Zij hopen de menschen, tot nu toe opgehitst
door belanghebbende „neutralen", te over
tuigen van d-e zedelijke noodzakelijkheid om
zich te bemoeien met 's lands zaken-
Zij doen dit op een goed oogenblik. Want
nooit nog is het volk tot een stembus ge
roepen, van zooveel gewicht als de komen
de stembus van 1922. En nooit was er, in
verhouding tot dit gewicht, minder belang
stelling.
Zeker: de evenredige vertegenwoordiging
maakt groote en plotselinge verschuivingen
onmogelijk. Verrassingen, als 1901 en 1905
brachten, zijn ondenkbaar. Maar men zie
niet vooibij, dat er nu slechts eene geringe
verschuiving noodig is, om de Kamer „om"
I te zetten. Er is niet zoo heel veel noodig om
van 5248 te komen tot 4852.
En ómzetting der Kamer moet toch het
doel zijn van allen, die hebben leeren in
zien, dat met het einde van de coalitie-poli
tiek waarvan de heeren van Rechts nu
zelf de onmogelijkheid toegeven ook het
einde moet zijn gekomen van een regeeren
op grond van de theoretisch en practisch
veroordeelde scheidingslijn tusschen de z.g.
religie use groepen en de groepen der Lin
kerzijde.
Men ga zorgvuldig na wat zich in de
laatste jaren in het parlement heeft afge
speeld. Men herinnere zich, dat de
Roomsch-Katholieke partij, die altijd de par
tij geweest is van de bezuiniging op „oor-
log", alleen om een aanblijven van de
Rechtsche Regeering mogelijk te maken,
gestemd heeft voor de wet-van Dijk, die
méér millioenen zal vorderen, dan de hee
ren ons hebben willen voorrekenen. Men
herinnere zich, dat de katholieken schoon
er in de Tweede Kamer eene meerderheid
is, die hun de vrijheid van processie wil ge
ven zich hebben neergelegd bij den
tegenzin van een groepje protestantsche
oithodoxen tegen die processie-vrijheid,
zonder dat nog is gebleken wat de katho
lieken voor deze toegeeflijkheid wel hebben
bedongen.
Men herinnere zich, hoe deze Rechtsche
regeering een finantieel beleid heeL ge
voerd, dat van alle zijden is bestreden; hoe
gemaakt voor een bezuiniger, wiens streven
afstuit op het gemis aan medewerking van
zijne collega's.
Men vergete niet, dat deze Regeering
heeft geweigerd de rationeele „heffing in
eens" door te voeren in een tijd, toen de
omstandigheden daarvoor gunstig waren.
De combinatie van Rechtsche partijen
slikt alles: de onmogelijkste voorstellen wor
den wet, als de Regeering een beroep doet
op de ongemotiveerde! eenheid dier
partijen.
Ook de niet-^partijman, die de zaken ob
jectief beziet, moet toegeven, dat ons land
nooit slechter is geregeerd als thans, nu juist
regeerkracht en regeeringsbekwaamheid
meer dan ooit noodig zijn.
Is het dan niet eenige inspanning waoid,
mede te helpen aan verplaatsing van de
parlementaire meerderheid, eene verplaat
sing die ook onder de vigueur van Even
redige Vertegenwoordiging heel goed
mogelijk is
Nooit is door de heeren van Rechts zoo
openlijk als in den laatsten tijd erkend, dat
de drie partijen der Rechterzijde slechts
daarom samen werken, omdat zij gelooven,
dat gecne regeerings-meerderheid op an
dere wijze is te vormen. Aan alle man van
Links daarom te toonen, dat er andere par
tij-combinaties denkbaar zijn en in 's Lands
belang nóodig zijn.
De stembusstrijd van 1922 zal het moge
lijk maken, de partij-combinatie, die nu ruim
20 jaren onze politiek heeft beheerscht, in
de minderheid te brengen, zal het mogelijk
maken de partij-groepeering te hernieuwen
en daardoor 's lands politiek weer te basee
ren op het program van eene regeerings-
partij met eene oppositie, wier practische
jjolitieke verlangens daartegenover staan.
Om dat te bereiken, zal eene krachtige in
spanning noodig zijn. Niet zoozeer om de
politiek-geschoolden naar een stembus te
krijgen, ook niet om de middenstaf van
Rechts te vervreemden (daarvoor heeFt de
Regeering en heeft de Rechterzijde zelf ge-
zorgdl) maar om bij de velen, die geen
belang stellen in s lands zaken, de overtui
ging te wekken, dat die belangstelling een
van hunne belangrijkste staatsburger-plich
ten is.
Lukt het ons, die belangstelling te wek
ken, dan zal tweeërlei worden bereikt: de
z.g. neutraliteit zal in den hoek worden ge
drongen, waar ze hoort en de Rechter
zijde zal in de minderheid worden gebracht.
BEZOLDIGING BURGEMEESTERS EN GE
MEENTEAMBTENAREN EN -WERKLIEDEN.
Verschenen is thans het tweede en laatste
deel van het vei slag van de staatscommissie, in
gesteld om te onderzoeken, welke bezoldiging
worden genoten door de burgemeesters en de
ambtenaren en werklieden in dienst der gemeen
ten.
Aon het eind van het voorloopig verslag gaf
de staatscommissie aan, welke taak hoor nog
restte. Daartoe behoorden:
a. voorstellen omtrent de salarieering van
verschillende afzonderlijke groepen, welke niet
rechtstreeks door de reeds geleverde groepen-
omschrijvingen werden bestreken;
b. de salarieering van het onderwijzend per
soneel bij middelbaar en gymnasiaal onderwijs;
c. de beiekening van de kosten, voortvloei
end uit een verwezenlijking der voorstellen;
d. ontwerpen van wet en algemeenen maat
regel van bestuur, waardoor de voorstellen de
noodige bindende kracht zouden kunnen erlan
gen.
Alvorens haar arbeid voort te zetlefi, wilde dé
de vorige minister van finantiën heeft plaats j staatscommissie haar voordeel doen met de cri-
De arbeid houdt drie slechte dingen van
©ns verwijderdVerveling, laster en honger.
JUWELIER - AMEP.'.FOORT
Groote keuze
tiek, welke op haar voorloopig verslag werd
geoefend.
Aan de behandeling der vier zoo juist ge
noemde onderdeeicn hnrer taak wijdt de staats
commissie in dit haar eindrapport achtereen
volgens een hoofdstuk. Doch niet dan na in
een afzonderlijk hoofdstuk aandacht te heb
ben geschonken aan de tot haar kennis ge
brachte criliek.. Mede aan de hand dier critiek
wilde de Staatscommissie don inhoud von het
voorloopig verslag op enkele onderdeden r*
zien.
Wat bij deze herziening bleek wijziging te
verdienen, zoomede de aanvullingen, welke noo
dig bleken bij de behandeling van verschillende
afzonderlijke groepen, alsook de voorstellen uit
het voorloopig verslag geïncorporeerd in de
door de Staatscommissie ontworpen wet en al
gemeenen maatregel voor de bezoldiging der
gemeente-ambtenaren. Voor een goede organi
satie van de behartiging der ambtenanrsbelan-
gen achtte de Staatscommissie een regeling van
het overleg ter zake van die belangen in den
vorm van een algemeenen muotregel noodzake
lijk.
Ook in dien algemeenen maatregel legde de
Staatscommissie in ontwerp neer in dit verslag.
Door de omstandigheden word de Staatscom
missie ertoe gebracht, zich ook nog de vraag te
stellen, of handhaving van het algemeene peil
der voorgestelde salarissen gewcnscht was.
De commissie meent, dat inwilliging van den
wensch, dat aan de wettelijke regeling terugwer
kende kracht worde gegeven tot 1 Januari 1920
te ver zou gaan; zij heeft de door haar voorge
stelde salarissen niet vastgesteld naar den toe
stand op 1 Januari 1920, maar hun uitvoering
gedocht op een later tijdstip, evenals de vrij
stelling van betaling van pensioenbijdragen.
Bovendien zijn sedert de. vaststelling van het
eerste rapport in vele gemeenten de salarissen
verhoogd.
Ook acht de staatscommissie het niet ge-
wenscht in hare voorstellen ten opzichte van
de gemeente-ontvangers eenige wijziging te
brengen.
Ten aanzien van de klussenindeeüng der ge
meenten meent de staatscommissie aan het door
haar voorgestane stelsel te moeten vasthouden.
Dat in vele gemeenten toelagen voor diploma's
worden gegeven, is aan de commissie bekend
Zij kon evenwel niet inzien, dat bij de door haar
voorgestelde scholen de noodzakelijkheid daar
toe blijft bestaan, ook niet wat betreft de kleine
gemeenten, waar de kans op bevordering gering
is. Bovendien ligt het verstrekken van toelagen
niet in het stelsel der commissie, omdat zij al
leen de eischcn voor de vervulling van het
ambt als maatstaf voor de bezoldiging laat gel
den.
De Staatscommissie meent, dat een aanvangs
salaris van 1600 voor iemand, die nog geheel
in de theorie, zoowel als in de praktijk der ge
meente-administratie moet worden ingewijd, al
lerminst laag is.
De commissie meent ook, dat men bij de be
oordeeling van het grondloon voor de ambte
naren te veel acht sloot op het minimumloon en
te weinig op de geheele positie. Het maximum
salaris van den ongeschoolden, volwassen arbei
der wordt gesteld op 38 per week, dat is
1976 per jaar, terwijl het maximum salaris
van den laagst bezoldigden ambtenaar is be
paald op f 2500. Ongetwijfeld staat dus de po
sitie van den minst bezoldigden ambtenaar bo
ven die van den minst bezoldigden werkman.
De "meerderheid der staatscommissie meent,
dat de salarisschalen voor burgemeesters en
voor secretarissen moeten worden gehandhaafd
in den vorm van het voorloopig verslag. Ver
meld worde, dat een groote minderheid stemde
vóór het laatste der bovenbedoelde tusschen-
voorstellen.
De staatscommissie kan niet toegeven, dot zij
den arbeid van de technici niet voldoende heeft
gewaardeerd en evenmin, dat de belangen der
technici alleen door hen zelf voldoende te ver
dedigen zijn.
Een indeeling van het technisch personeel in
zeven groepen acht de staatscommissie niet mo
gelijk.
Is de staatscommissie derhalve niet geneigd
Hare voorstellen in het algemeen te verhoogen,
één wijziging in den zin van verhooging meent
zij bij nadere overweging te moeten aanbrengen.
Reeds bij de behandeling van de salarieering
der technici bij de vaststelling von haar eerste
rapport is uit den boezem der Staatscommissie
een voorstel gekomen om in de hoogste rongen
eenige wijziging te brengen. Gemeend werd, dat
een maximum-salaris van 7400 voor een er-
Overzicht 1921.
Ingelegd: 512.314.67
Terugbetaald:
255.886.40
Weer ingelegd:
256.428.27
Nieuwe boekjes: 590.
Effecten in bewaring:
37.310.r-«
Geopend: eiken werk
dag 10—1; 3— 5>/2; 7—8.
Zaterdagavond 6V28V2!
Zaterdagmiddag geslo
ten.
Maison VAN EIMEREN.
Coilleiir Posticlieur Colfteuse
WIJERSSTKAAT l i- - Tel. 205
Hoogst Modorno Salons voor
DAMES cn I!EF.RF,1V Manicure
Mngnzijn van PnrfumuriotEn on
Toilet-Artikolon.
BADINRICHTING
Varkensmarht Amersfoort
Speciale aMeeüng
varen ingenieur, voor iemand dus, die den direc
teur van een groot modern technisch bedrijf zal
hebben te vervangen, te laag is. Voor dergelijke»
ambtenaren zal een salaris moeten worden vast
gesteld, dat gelijk staat met het salaris, voorge
steld voor groep VII van de administratieve
ambtenaren. Ook in verband met de salarissen,
thans voorgesteld voor de leerkrachten bij het
middelbaar onderwijs, is dot noodig.
Na rijp beraad heeft de Staatscommissie dezo
meening tot de hare gemaakt, waurom zij in
haar eerste rapport een aantal wijzigingen aan
brengt.
In haar eerste rapport deelde de staatscom
missie mede, dot er verschillende factoren zijn,
welke het ambt van commissaris van politie be
ïnvloeden, maar dot het inwonertal den belang
rijksten maatstaf biedt. Uitgaande hiervun komt
haar bij nadere overweging een verschil van
40.000 inw. (20,000 tot 60,CO0) te gróót voor
om ééne groep te vormen.
Zij stelt daarom de volgende nieuwe schaal
voor: Gemeenten tot 10.000 inwoners f 3C0Q
f 5000, gemeenten van 10,001 tot 20,000
gemeenten met meer dan 70,0vebebcvebbtgtgi
inwoners f 4500—f 5000, gemeenten vont
20.001 tot 40,000 inwoners 5500—6500,
gemeenten van 40,001 tot 70,000 inwoners
f 55007000, gemeenten met meer dan
70,000 f 60007500.
Het salaris van den hoofdcommissaris van po
litic te Groningen ware in verband hiermede op
f 8000 te stellen.
Eindelijk neemt de staatscommissie de over
gangsregeling, voorkomend in het voorloopig.
verslag, terug.
Hoewel de groepsomschrijvingen van het vol
ledig rapport de r.oodige indeeling van het per
soneel der gemeenten in hoofdliinen vastleggen,
waren nog niet alle functies voldoende bereikt.
Rechtstreeksche indeeling van verschillende,
zich vrij scherp afteekenende soorten van amb
tenaren onder de groepsomschrijvingen van het
vooiloopig verslag, bleek de Staatscommissie!
bij nader/ overleg niet goed doenlijk, zoodat voor,
door
DAVID LYALL.
Uit het Engelsch door
Mevr. J. P. WESSELINK-VAN ROSSUM.
5
Hij was een zeer innemende persoonlijkheid
Optimistisch, gevoelig, oprecht en net. Hij was
«'oor niemand een verschrikking. Zelfs de kwaad
doeners waren niet bevreesd voor zijn verwijten.
Heriot had van vele 'kanten gehoord, dat de
/predikant van St. Bede meer christelijk leefde
in zijn dagelijksch leven dan eenig ander man
In dat groote stadsdeel. Hij gevoelde daarom
eerbied voor hem en hield inderdaad veel van
hem ofschoon hij niet door zijn geestelijke oogen
*ag.
De dokter, groot en mager en een bizonder
triatig mensch, met een scherp, vroolijk gezicht
•n oogen als van een student, leun-Ie diep achter
over in den kalen, ouden stoel en luisterde
klaarblijkelijk met zijn beide ooren en zijn hart.
De derde was Heriot persoonlijk onbekend,
ofschoon hij zich verbeeldde, 'dat hij diens gelaat
reeds meer gezien had; hij maakte daaruit de
gevolgtrekking, dat hij hem wel eens ontmoet
zou hebben in een omnibus of ondergrondschen
trein, van en naar de City gaande. Hij was zeer
jong, niet ouder dan vier- of vijf-en-twintig jaar,
had een slanke, goed gebouwde gestalte, een
aardig frisch gezicht en was keurig gekleed ii
avondtoilet. Heriot's oog zag een grooten dia
mant in het plastron van zijn overhemd schitte
ren.
Toen de jongen kwam, vroeg Heriot, of hij dr.
Ferguson kon spreken. Binnen een minuut ver
scheen deze.
„O, ben jij het, Heriot? Er scheelt thuis toch
niets, naar ik hoop?" en zijn gelaat nam de uit
drukking aan, die verraadde, hoeveel hij voor
zijn beroep voelde en dat hij het nooit te druk
had, om daaraan al zijn aandacht te wijden.
„O, het is niet erg," antwoordde Heriot. „Een
van de kleinen is wat koortsig. Het is Margie.
U weet, hoe haar moeder is. U zult wel weten,
geloof ik, of het noodig is, dat u dit gezelschap
verlaat: maar ik moest hierheen gaan terwille
van den lieven vrede."
„Be zal nu met je meegaan. Mevrouw Heriot
valt iemand niet lastig met noodeloozen angst,"
antwoordde Ferguson en teen kwam de predi
kant, vroolijk glimlachend naar buitert.
„Wilt u niet binenkomen, Mr. Heriot? Wij
waren midden in een druk gesprek. U wilt toch
niet zeggen, dat ge slechts gekomen zijt, om
Ferguson weg te halen?"
rBc zal niet lang wegblijven," 'haastte de dok
ter zich, te zeggen.
rGa naar binei%.Heriot: ik zal van je huis wel
in twintig minuten terug zijn."
Heriot scheen een oogenblik besluiteloos. Het
werk en geen vaderlijke angst wachtte hem
maar de warm verlichte kamer, het vooruitzicht
van een prettig gesprek trokken hem onweer
staanbaar aan.
Ferguson trok zijn lichte overjas aan, zette
zijn pet op, knikte vroolijk en stapte weg in den
avond met een opgewekten, grooten pas, die
toonde, dot zijn hart bij zijn werk was.
„Wij hebben elkaar geruimen tijd niet ont
moet, Heriot," zeide de predikant vroolijk, toen
de nieuw aangekomene over den dremoel stap
te, „niet geloof ik, sedert d'en avond in Janua
ri, toen gij mijn staf van kleine ïongens in Al-
cock Mews hebt toegesproken. Zij hebben het
nooit vergeten. II moet ze nog een een avond
schenken, als ge er een kunt missen."
„Vonden ze het aardig? Ik ben heelcmaal ver
geten, wat ik dien avond verteld heb. Ja, ik zou
liever later eens komen. Op het oogenblik val
len mijn oogen bijna toe. Journalistiek wordt hoe
langer hoe meer een zware taak, dominee. Som
tijds walg ik ervan."
„Kom, kom, ge hebt frissche geestkrocht noo
dig. Misschien kunnen wij u hier wat geven.
Mijn neef, Geoffrey Ferrars is binnen. Ik zou wel
willen, dat 11 eens met hem sprak. Hij heeft hier
drie jaar bij mij gewoond, maar dot was voor ik
het genoegen had, u te kennen."
„Ik wil hem gaarne spreken," zeide Heriot har
telijk, en nu traden zij de groote kale kamer bin
nen, die op geen overvloedige pracht kon bo
gen en meer de verblijfplaats van den studee-
rende en den werker was, dan van den sybariet,
wat zooveel vrijgezellen toch worden.
Onderwijl spoedde de andere man, de genees
heer, zich naar het huis, waar zijn hulp noodig
was. Het moet hier gezegd worden, dat hoewel
Ferguson Heriot wel mocht als kennis, er toch
karaktertrekken van hem waren en dingen in
zijn persoon, die de dokter sterk afkeurde.
Hij kwam nu al zes jaar in zijn huisgezin en
had de gelegenheid gehad, die elke dokter ge
woonlijk heeft, om een juiste gevolgtrekking te
maken.
Hij bewonderde en eerbiedigde Jeanie Heriot
cm juist die hoedanigheden, die haar echtgenoot
hmderde-n. Iiij kwam in dagelijksche aanraking
met vrouwen, die den moed verloren hadden,
maar had nog nooit een van het type van me
vrouw Heriot ontmoet. Het was haar zwijgzaam
heid, die hij waardeerde; hij was haar er op
recht dankbaar voor.
De uren aan zijn beroep gewijd, werden hem
soms tot een afschuw door de klachten van zijn
vrouwelijke patiënten over haar echtgenooten
en hij had reeds lang ondervonden, dat uitge
sproken grieven eigenlijk niet bestonden terwij'
de onuitgesproken klachten het innerlijke wezen
ondermijnden.
Hij had opgemerkt, hoe langzamerhand de
hoop bij Jeartie Heriot verdween, omdat zij
machteloos was, dit te verhinderen. Want het is
duidelijk, dat wanneer een vrouw geen klacht in
een bepaalde richting uit, het zelfs niet echs
zaak is voor iemand, die met vriendelijk mede
gevoel jegens haar bezield is, een veronderstel
ling dienaangaande te uiten.
Nog minder kon hij iets zeggen tegen Heriot
ofschoon hij somtijds wel de verleiding daartoe
voelde. De verbazende blindheid en eigenzinnig
heid van den man brachten hem tot wanhoop
en hij vroeg zich dikwijls verwonderd af hoe
het eindelijk zou afloopen tusschen dat paar,
hetwelk oogenschijnlijk zoo slecht bij elkander
paste. Dat hot tragisch zou zijn, daaraan twij
felde hij geen oogenblik.
Jeanie had haar boezelaar niet afgedaan, toen
zij antwoordde op het bekende, herhaalde^ klop
pen van den dokter en dat bewees, dat zij voor
goed van alle vrouwelijke iidelheid afstand ge
daan had. Ferguson was dikwijls bedroefd ge
weest, die veronachtzaming van haar persoon
op io merken, ofschoon hij er minder boos om
was, dan cm het wachten, dat hij dikwijls moest
doen, omdat sommige vrouwen nog' haastig toi-
'et wilden maken, eer zii hem bij haar toelieten.
Zij glimlachte liefelijk, bij den aanblik van
zijn vriendelijk scherpzinnig gelaat.
„Ik ben zoo blij, dat u gekomen is, dokterl
Margie is bijna den gcheclen dag koortsig ge
weest cn zij heeft gisteren een slechten nacht
gehad; ik wilde niet gaarne zoo een tweeden
ingaan. In een klein huis, zooals dit, worden
de slapers zoo licht gewekt cn Heriot k>\n den
slaap niet missen."
„Kom, wij zullen eens naar haar kijken. Mijn
heer Heriot is niet mee teruggekomen. De pro«
dikant heeft hem binnengenoodigd. Ik was daafl
een half uurtje gaan praten."
„Het spijt mij, dat ik u moest laten roepen,"*
zei zij oprecht. „Ik weet, dat u niet veel viijn
avonden heeft."
„Nu, dat hindert niet. Ik zal waarschijnlijfcl
weer teruggaan," antwoordde hij- gemoedelijk^
terwijl hij haar op de smalle tTap volgde.
Jeanie sliep in de voorhamer met de beich*
kinderen, terwijl Heriot achter sliep, waar zijrt
slaap niet gestoord werd door de ontelbare ge*
hiden van de .straat.
De kleine, negenjarige jongen was vast int
slaap, in zijn bedje in den versten hoek, terwijl
Margie, het vijfjarig vlasblondje, onrustig wooi*
de in haar moeders groot bed. Haar wongert
waren rood en gloeiend, haar joogen stonden
groot en koortsachtig glinsterend, maar zij wa$
niet te ziek om zich met een schreeuw van vcr<
rukking in de armen van den dokter te werper^
Toen zij haar heete, zachte wang tegen de zijK
ne drukte, vloog er een eigenaardig trekje ovei
het gelaat harer moeder. Wat zou zij er nie^
voor over hebben, als zij Margie's hoofd zo<j
tegen de borst van haar eigen vader had kun><
nen zien rusten? Zij herinnerde zich als een blik«
semstroal op dit oogenblik een week, die zi\
nooit vergeten heeft in de oude boerderij op di
helling van den heuvel achter Glen Km de©
(Wordt vervolgdH