AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlanper"
OPLEIDING EXAMES.N
Fontein Schippers.
P
ST. EmiLION
tij J. 4. SCüeifRKItN l h, Utr.str. 17. Tel 145
Nutsspaarb^nk
GELEGENHEIDS GESCHENKEN
BINNENLAND.
Eigengemaakte Kinderkleeding.
Het Verloren TeM
HANDELS INSTITUUT „VAN HAARLEM"
LANGESTRAAT 38 B, AMERSFOORT.
1 Meubileringen- Kunsthandel- Behangerü en Stoffeerderu
Langestraat 24. Tel. Int. 496. - AMERSFOORT.
Per fSesch f 1.75per anker f 72-.
V'
TWEEDE BLAD.
Frans Jozef Etterwater oer fS. 50 cent
Emserwater per kruik 75 cent.
A. VAM DE WEG. Lanaestraa! 23.
Magaz. „De Dom1*
rscsasagoHB. a]
ZIE ETALAGE AIS STEE"S fe KLAS GOEDEREN
FEUILLETON.
20ste Jaargang
No. 180
Zaterdag
28 Januari I9Ü2
PlrectenrG. VAlf HAARLEM Jr.
GRATIS PROSPECTUS. "9a
ORIGINEEIE
zeer aan te bevelen
Bordeaux, gewas 1317
„Matschudding".
Een leelijk maar teekenend woord, naast de
gele andere uitdrukkingen voor dezelfde zaak
pjTUzie", „herrie", „heibel" en zoovele meer.
Helaas slaat deze expressie ditmaal op de ver
houdingen in onze eigene partijde partijge
noot en de buitenstaander moeten uit de berich
ten van den laatsten tijd wel den indruk krijgen,
dat de Vrijzinnig-Democratische Bond lijdt aan
inwendige beroering, aan disharmonie, aan twist
en krakeel.
Sprak de Telegraaf die onpartijdig is in de
politiek, maar de democratie een goed hart toe
draagt niet al van „Ernstige ontstemming"
om daarna een artikel te schrijven onder het op
schrift harakiri" Zeggen niet velen in den lan
de op grond van de berichten, dut de V. D. B.
zijn eigen graf graaft door het nu blijkend ge
kibbel onder zijn voormannen
Beginnen wij met te verk'aren, dat de berich
ten der laatste dagen ons smartelijk hebben ge
troffen. Hebben wij zoo vroegen wij ons af
twintig jaar long voor ons program gestreden,
om onze partij, die de draogster is van onze
beginselen, te laten vernielen door enkelen van
onze voormannen
Maar na den eersten schok, die ons een oogen-
blik deed duizelen, vinden we al spoedig ons
„tramontane" terug wat is er eigenliik gebeurd?
En areigt der partij ernstig gevaar?
Laat ons eens zien: Van Brresteyn is uit de
Kamerfractie getreden en daarna ook uit de par
tij. Volgens Marchant en Oud staat het vast,
(dat hij dit deed omdat hij ontevreden was over
de plaats, die hij op de candidatenlijst heeft ge
kregen, d. w. z. omdat hit zoo goed als geen
kans heeft (had) op een Kamerzetel. Volgens
Van Bere^teyn's eigen verklaring ging hij heen,
omdat hij niet met Merchant kon opschieten.
Omtrent het bedanken voor eene candidatuuT
door Teenstra vernemen wif, dat hij heen gantj
omdat Oud bij het referendum over de candi-
datenlijsten ten eigen gunste invloed zou heb
ben uitgeoefend, waardoor Oud een betere plaats
kreeg dan Teenstra.
Ook Ko^t^r bedankte voor eene candidatuur.
Naar verluidt op denzelfden grond.
En zou nu onze partij werkelijk „in ontbin
ding" verkeeren, zou zij „harakiri" (zelfmoord)
plegen, nu een drietal heeren in het gezicht van
de verkiezingen haar aanzien poogt te ondermij
nen
Wij gelooven er niets van. Slechts blijkt, dat
zelfs in onze partij, dat in den Vrijzinnig-Demo-
cratischen Bond, wien het altijd to doen ge
weest is om het beginsel, waar nooit politiekerij
heerschte, waar men niet aan baantjes-jngerij en
streven naar persoonlijk voordeel deed, waar
men geen vriendjesmakerij door baantjes te ver
geven kende, bij sommige leden helaas zijn
het voormannen dit politiek vergif is bin
nengeslopen.
Laat ons een oogenblik veronderstellen, dat
Van Beresteyn terecht klaagt over Marchant's
despotisme, dot Teenstra en Koster den secre
taris Oud terecht beschuldigen van het uitoefe
nen van invloed te eigen bate.
Wat was dan hun plicht geweest In stede
van onze porflj in den rug aan te vallen eenige
maanden vóór de verkiezingen, haddén zij den
weg moeten volgen, die voor ieder partij-lid
open staat, als hij grieven heeft. Zij hadden zich
kunnen en moeten wenden tot het hoofdbestuur
en desnoods tot de Algemeene Vergadering.
Het zou dit geven wij grif toe v. Bere
steyn weinig hebben gebaat. Reeds bij eene
vroegere gelegenheid is gebleken, dat hij zich
niet kan voegen in het partij-verband en uit de
mededeelingen van Marchant blijkt, dnt van Be
resteyn die „beterschap had beloofd" weer
in zijn oude fout is vervollen.
In het conflict TeenstraKosteT contro Oud
zou het hoofdbestuur of de algemeene vergade
ring gemakkelijk hebben kunnen uitmaken (en
het zal ook nu uitgemaakt moeten worden)
of Oud zich heeft schuldig gemaakt aan prak
tijken, die slechts konden dienen om hom zelf
een gunstige plaats op de candidatenlijst te ver
schaffen. Zoo joN dan zou Oud tot heengaan zijn
genoopt en zouden de heeren Teenstra en Koster
hun doel hebben bereiktzoo neen, dan zou
zijn gebleken, dot er voor een optreden tegen
Oud geen reden was.
In elk geval zou de partij bij zulk een onder
zoek zijn gebaat. Thans is haar aanzien ge
schaad door het optreden van deze beide con-
didaten voor de Tweede Kamer, die eventueel
weer geroepen zouden worden hare beginselen
in de volksvertegenwoordiging te verdedigen.
En ook wanneer mocht worden uitgemaakt,
dat Oud niet vrij uitgaat en we zeiden reeds,
dat dit met ernst zal moeten worden onder
zocht dan nog hebben Teenstro en Koster
zich jegens onze partij en dus jegens onze be
ginselen niet gedragen op de wijze, die wij van
hen hadden mogen verwachten.
Indien blijkt en wij hebben geen reden daar
aan te twijfelen dat zij Oud ten onrechte heb
ben beschuldigd, dan is er ten slotte niets an
ders geschied don dat drie van onze voormannen
zich van een zeer ongunstige zijde hebben doen
kennen zij zullen daarmee het vertrouwen van
den Bond hebben verloren en daarmee hunne
pleatsen als voormannen in onze partij.
Zij zullen worden vervangen door onderen, die
onze beginselen zullen uitdragen in den lande
en onze partij zal dezelfde blijven, die zij altijd
is geweesteene kleine partij van politielc-eens-
willcnden, die zich niet ophouden met de kon-
kelarijcn en intrigues, die de politiek bij velen
een slechten naam heeft bezorgd.
Wij zullen de elementen, die ons altijd hebben
gesteund, ook nu achter ons houden, ja we zul
len cr als organisatie door worden gesterkt, als
in het openbaar zal blijken, dat wij het onkruid
ècA in eigen tuin weten te wieden en uit te
rcrien.
Uit de Pers.
WIE ZICH AAN EEN ANDER SPIEGELT....
In de Tribune behandelt de heer V(on)
R(avensteijn) Mr. Troelstra's liebaugeln naar de
Katholieken.
„Heel Nederland wist het van dat moment
of, kon het althans weten indien het naar
Troelstra's wcnsch gaat, beleven wij binnen
enkele maanden reeds een frontverandering
der politiek hier te landein plaats ven
Rome en Dordt, in min of meer los verbond
met de partij der Groote Kerk, treedt de
coalitie von Rome met de S. D. A. P., waar
zien* misschien, bij de gratie van de beide
echtvrienden, de vrijzinnig-democraat als
derde bij zou mogen aansluiten.
Het is waar, dnt Troeistra's liefdesbetui
gingen op uitermate koele ontvangst van
de aangebedene stuitten.
Het hoofdorgaan van dc Roomsche
Staatspartij, De T ij d schreef, zonder, even
min als monseigneur Nolens zelf, het denk
beeld van een regeeringshuwelijk met de
S. D .A. P. ganschelijk te verwerpen, dot
daartoe in ieder geval één ding noodig zou
ziinde bruidegom zou alsnog zich van
«enige smetten zijner onfatsoenlijke en los
bandige jeugd hebben te reinigen.
Het episcopaat, wel verre van in
ts mans armen te vollen, ontwoortHe, gelijk
men dat van gewiekste en geschoolde poli
tici eener instelling, bijna zooveel eeuwen
oud als de S. D. A. P. jaren, mocht ver
wachtennoch ,met ja, noch met neen.
Doch met de opmerkingwij zullen eens
kiiken, hoe de omstandigheden loopen.
En dat de compagnon van Rome sinds
zooveel jaren, dat Dordt zich nog niet on
gerust maakte, dat het, na den afloop der
verkiez-ngen, maar zoo een, twee, drie aan
<Ien dijk zou worden gezet, bleek o.a. uit
de lichtelijk spottorde wijze, waarop zijn
bladen zich over Troelstra's vrijerij uitlie
ten.
Dordt en Colijn, m. a. w. Opperste der
Petroleumknpitalisten, zien nog zoo snel
niet een eind aan wat mr. Van de Laar
zoo snedig en telecht gepubliceerd heeft
als een „baantjestrust" de coalitie.
Dit neemt niet weg, dat omnium con
sensu (naar aller meening) sinds dezen win
ter het verbond van de S. D. A. P. met
Rome ook in dit land binnen het bereik der
politieke mogelijkheden is gekomen. Met
Rome en niet met de Roomsche arbei
ders. Want Troelstra, die jaren lang
beurtelings op twee kaarten zette de link-
sche „democraten", d. w. z. bourgeois, of de
rechtsche 'arbeiders, is, nu de S. D. A. P.
eindelijk zoover denkt of hoopt te zijn, dat
het regeeringskasteel zijn poorten binnen
ofzienbaren tijd voor haar zal openen, mede
zoover, dat hij ook dien droom van een sa
mengaan met rechtsche arbeiders alleen
heeft loten varen. Hier, gelijk elders, zal bij
het huwelijk moeten sluiten met heel de
Roomschef partij, de kapitalisten, de mid
denstanders, de groote boeren ingesloten,
of hij zal buiten blijven staan.
In die omstandigheden nu is het goed om
zich alvast weer eens te spiegelen aan het
voorbeeld hoe het elders is gegaan, waar
de politieke ontwikkeling analoge (overeen
komstige) banen is ingeslagen.
In Duitschland vond dezer dogen lvt con
gres van de machtige Roomsche Staats
partij, daar, zooals men weet Centrum ge-
heeten, plaats. Een onrtij, nagenoeg geheel
in sociale samenstelling en ook wel in his
torische wording met de Nederlandsche
R.-K. Staatspartij te vergelijken.
Daar, op dien partijdag, maakten de
Roomsche leiders uitteraard de balans op
van de coalitie, die, door de macht der po
litieke omstandigheden, nu reeds jaar en
dag tusschcn Roomschen en S. D. A. P. be
stoat.
De voorzitter der Rijksdagfractie, die den
naam van Marx droogt, behandelde er ii
de eerste plaats de vraag, of de Centrum
partij haar karakter als geestelijke gemeen
schap op positief christelijken grondslag
door de somenwerking met de sociaal-demo'
era'ie in gevaar bracht.
De heer M. beantwoordde, natuurlijk, deze
vraag m^t nadruk ontkennend, op grond van
de ervaringen gedurende de driejarige coa
litie.
En ten bewijze, dnt het Centrum niet al
leen wèl voor bij het huwelijk met de*S. D
A. P., moor ook ten volle de groote prin-
cinieele zaken, waar het voor de Room
schen in de eerste plaats om gaat, kon
handhaven, betoogde spreker de noodza
kelijkheid van de handhaving der confessio-
neele school als het hoofdprincipe van het
Duitsche schoolwezen ter waarborging van
do godsdienstige opvoeding der kinderen.
Wij hebbon hier niet nieuw, moor opnieuw
de bevestiging von het feit, waar het bij
het huwelijk „van dc S. D. A. P. met Rome
het tijdelijke politieke verbond" op zou neer
komen de S. D. A. P. zou bij zulk een
verbond n'efs zijn dan de voetveeg van
Rome en Rome zou al haar beginselen en
alles, waar het voor Rome principieel op
aan komt, behouden en uitbouwen.
Troelstrn, de vrijer, zou in de practijk de
huisknecht worden.
ARBEIDSTIJD IN DE DUITSCHE
INDUSTRIE.
Wij hebben de conclusies meegedeeld, van de
commissie ingesteld ten einde in Duitschland
een onderzoek te doen naar de arbeidstijden
in dc Duitsche industrie. Een commissie, waarin
zitting hadden naast een inspecteur van den ar
beid een paar vertegenwoordigers van werkge
vers en van vnkvereenigingen. Een, wat men
pleegt te noemen, „onpartijdige" commissie
dus.
Deze conclusies hebben bij de redactie van
„Het Volk" groote blijdschap gewekt. Omdat
er in staat te lezen, dat in Duitschland niet maar
een achturendn«r op popier bestaat, maar dat dit
voorschrift er strikt gehandhaafd wordt. „Ja veel
strikter dan bij ons". De oppositie tegen de acht-
urenwet krijgt slechts in één opzicht het rapport
gelijk. „Inderdaad blijkt dot de Duitsche regeling
„leniger" is don de onze. Er is daar minder bu
reaucratische omslag noodig dan hier om een
overwerk-vergunning te krijgen."
En ten slotte noemt „Het Volk" dit ambtelijke
rapport te eencn male vernietigend voor de dc-
magogisch-reaktionairc agitatie tegen de acht-
urenwet."
Naar aanleiding hiervan schrijft het Han
delsblad:
Wie alleen de conclusies leest en aan
de grootere „lenigheid" van de Duitsche
regeling niet die waorde hecht, welke ze
stellig verdient I is geneigd eenige re
den te vinden voor sociaal-democratische
blijdschap. Zij het dan ook niet in die mote
als zich van „Het Volk" heeft meester ge
maakt.
Doch wie het rapport zelfs leest, merkt
dot er zeker ook mededeelingen in staan
gunstig voor het stondp'uP. ingenomen
door de „demagogisch-reaktionaire agita-
tie". t
We lezen onder den titel „Overwerk",
dot de geheele Duitsche verordening sterk
wordt beheerscht door den wensch niet al
leen den arbeidsdag op zich zelf te bekor
ten, maar deze bekorting ook te gebruiken
als middel tot bestrijding der werkeloos
heid. „Het geheele arbeidsrecht, dat na de
revolutie tot stand is gekomen, is van de
zen geest doortrokken."
De achturendag dus niet als principe
alleen, doch ook als middel om werkloos
heid te bestrijden. En juist deze opvatting
omtrent het fundament van het arbeids
recht maakt het plausibel, wat steeds uit
Duitschland wordt gemeld door onbevooT-
oordeelden, die er naar den werkelijkcn
werktijd een onderzoek instelden, dat er
met den achturendag met de bepalingen
omtrent het overwerk de hand wordt ge
licht, zoodra het gevaar voor werkloosheid
klein of denkbeeldig is. Een waarneming,
Varkensmarkt - Amersfoort.
Speciale afvleeling
Maison VAN EIMEREN. 5
Coiffeur Po.Htlclicur Coitteuse 7|
WIJKllSSTRAAT M. - Tel. £08
Hoogst Moderns Salons voor
DAMES en HEEHEM - Manicure
Magazijn van Parfumurioön on
Toilot-Arlikolon.
I BADSN RICHTING
Amersfoort
Utrrchtscheweg 9.
Overzicht 1921.
Ingelegd: 512.314.67
Terugbetaald:
„255.88G.iO
Meer ingelegd:
256.428.27
Nieuwe boekjes: 590.
Effecten in bewaring:
37.310-
Geopcnd: eiken werk
dag 10—1; 3—4V2; 7—8.
Zaterdagavond 8V218V£
Zaterdagmiddag geslo
ten.
bevestigd in.... het rapport der commis*
sip.
Daarin staat b.v. bij de resultaten naar
den arbeid van stokers, machinisten, be*
wakers, enz. „Een zeer groot deel van do
betrokken arbeiders maakt een 9- of 10
urirren arbeidsdag, zonder vergunning."
Daarin staat ook, dnt men een ruimere
toepassing geeft onn het begrip „Not*
stnndsarbeiten" die verricht mogen
worden zonder inmenging van de over*
heid dan de gebruikelijke: haast- of
reporatiewerk, dot het gevold is van brc-
kage of bedrijfsstoringen. Daarin staat,
dnt indien de bedrijfsraad het overwerk!
toestaat, in de overgroote meerderiv-id
der gevallen dat ook door de nrbeidsin*
spoctie wordt gedaan, vonk zelfs zonder
nader onderzoek. En dc reden van een afa
wijking is vnok deze: „dot men aanneemt
dat de arbeiders zich door den drang!
meer tc verdienen, voor het overwerW
hebben laten vinden, maar dat dc posit ia
van dc industrie in hoor geheel, bijvoor*
beeld met bet oog op eene reeds dreigend*
werkloosheid, geen overwerk wenschelijl
maakt."
In het rapport stoot ook, dnt voor bul*
ten'andsche opdrachten men zeer bereid
willig is overwerk te verlopen, 7^ó dat
steeds vergunning voor overwerk wordt!
gegeven, indien een buitenlandsche order,
oan een bepaalden leveringstermijn gebon*
den, verloren zou gaan. En deze vergun
ningen worden verleend voor ten hoogstel
vier weken achtereen, met de mogelijkheid
van verlenging. Legaal overwerk dus. Wat
het niet-legale betreft: „In een Zuid-Du t-
schen Staat werd von de zijde der Arbeids*
inspectie de veronderstelling uilgesprok ent
dot het niet-legale overwerk vermoedelijk!
belangrijker zou zijn dan dat krachtens of*
ficfaele vergunning."
Van „strikt naleven" gesproken. „Ja, veel
strikter dan bij ons 1"....
Wie niet streeft naar vooruitgang, heeft
geen ernstige levensopvatting.
WILLEM GROENHUIZEN
jllWEIJEK AMERSFOORT
Groote keuze
o
fJm
door
DAVID LYALL.
Uit het Engelsch door
Mevr. J. P. WESSELENK-VAN ROSSUM.
10
Zijn tweede vrouw, die in de diepste schuil
plaatsen van haar teruggetrokken natuur hem
hartstochtelijk beminde, had nooit eenigen weer
klonk bij hem gevonden. Het was vriendelijk en
edelmoedig jegens haar, maar zij was niet lang
met hem getrouwd, toen zij bemerkte, dat zijn
hart begraven lag in het graf zijner eerste
vrouw. H t strekt haar tot eer, dat zij hem nooit
haar otndekking mededeelde misschien hoopte
Tij nog tegen beter weten in, dat zij zijn hart
langen tijd later nog zou kunnen vinden.
Zij koesterde die hoop nu niet meer, maar zij
deed haar plicht met die hardnekkige plichts
betrachting, die de Schotsche vrouw kenmerkt
#n die grootgebracht is, den plicht cis een god
te beschouwen. Haar hart, op zichzelf aangewe
zen, had zich om haar dochter gewonden met
hartstochtelijke ranken en voor die het geluk
te veroveren, dat haar ontzegd was, werd de
wcnsch van haar leven.
Het leven van Thomas Speed was bizonder
eenzaam en hij leed jegens deze vreemde aan-
- eenschakeling van omstandigheden onder een
persoonlijke eenzaamheid, wot een minder sterk
man knorrig en zwiigzaam gemaakt zou hebben.
Maar niets van dat alles was het geval met
Speed. Hij sprak vlug en snoevend, en drukte
zich uit met luide eenigszins rauwe stem en
een gemeenzaamheid, aie hij somtijds aannam
om een vreemde verlegenheid of onzekerheid
te verbergen.
De stem en de gemeenzaamheid hadden
Nugent Ferrars altijd hoogst onaangenaam be
roerd, want hij bezat de ingetogen manieren
van een vorst, gevoegd bij de hoffelijkheid van
een geestelijke, kortom, zij hadden niets ge
meen had.
Sp^ed floot, terwijl hij liep op dien morgen,
toevallig een Zaterdagmorgen in de Paaschweek,
en had het aangename voorkomen van voor
spoed en zelfvertrouwen, dat een vreemdeling in
het oog zou moeten vallen. Maar het voorkomen
en de stem werden onwillekeurig gematigder,
toen hij in de schaduw der taxisboomen van de
Pastorie kwam.
Een nieuwe pastorie was eenige jaren geleden
gebouwd op een gemakkelijk bereikbare plek
in het dorp, terwijl de Oude Pastorie als weduw-
goed aan de Ferrars bleef. Zoo werd ze door
Thomas Speed geschonken aan de weduwe van
Nugent Ferrars bij den dood van den laatste.
Het was een aardig, oud huis met overhan
gend afdak en kleine getraliede vensters, van
binnen niet erg geschikt, daar alle moderne ge
makken ontbraken. Maar al de Ferrars hielden
er van; binnen was de woning ook mooi door
de heerliike niet te beschrijven bekoring, die
vrouwen zooals Lucy Ferrars oan de meest een
voudige omgeving kunnen geven.
Speed was niet in staat het verschil te verkla
ren of te beschrijven tusschen zijn schoonzuster
en zijn vrouw, maar hij wist, dat Lucy heel
anders was. Zij gehoorde tot dégenen, tot welke
ook zijn eerste vrouw had behoord. Zij had al
haar zachtheid en veel van het bekoorlijke en
bizondere in haar. En om al die redenen werd
zijn manier bedaarder en verloor zijn stem veel
van haar hardheid, toen hij haar begroette bij
de deur harer zitkamer, waar zij met haar brie
ven bezig was.
„Hoe gaat het met je, Thomas? Ik hoorde, dot
je overgekomen waart. Er is een telegram van
Henry, dat meldt, dat hij onverwachts een plaats
vervanger voor morgen heeft gekregen en dat
hij dus Paaschzondag bij ons zal zijn."
„Goed! Maar denk erom, dat Stubbs het niet
te weten komt, anders haalt die hem over,
morgen t? preeken," merkte Speed grappig op.
„O, neen. dat zal hij niet doen. Je kunt er op
rekenen, dat Henry voelt dat hij behoefte aan
rust heeft, anders zou hij zijn eigen parochie op
Paaschzondag niet verlaten hebben. Ik zal hem
morgenochtend naar den vroegdienst laten gaan
en h m in-zijn bed houden voor de rest van den
dag. ïk wilde dat Geoffrey ook gekomen zou zijn
Hoe maken Mary en Naomi het toch goed,
naar ik hoop".
Zij legde het telegram op de lage eikenhouten
schrijftafel, die over het raam stond en ver
zocht hem met haar oogen plaats te nemen
in een stoel dicht bij den haard, waar
een blokkenvuur zorgde voor voldoende warmte
en een gloed, die aangenaam aandeed op den
scherpen Maartochtend.
„Dc ben altijd wat bedroefd, als wij zoo een
erg vroege Pasohen hebben. Tom, jij niet? En
de dingen in den tuin schijnen later dan ge
woonlijk dit jaar te zijn."
„Dat maakt voor mij zoo'n groot verschil niet
uit, beste", antwoordde Speed. „Dc ben gekomen,
om je wat nieuws te vertellen. Raad eens, Lucy."
Hij vond het heerlijk, dat hij het voorrecht had,
haar bij haar voornaam te noemen. Toen hij
daartoe verlof gevraagd had, had Lucy het hem
niet geweigerd, ofschoon haar echtgenoot haar
gezegd had, het te doen. Zij wist, met die god
delijke ingeving, die haar nooit ontbrak, dat die
vriendschappelijke omgang hem op zijn gemak
zette en hem deed voelen, of hij tot de haren
behoorde.
En hij was zoo goed in stoffelijke dingen voor
haar geweest, dat zij hem dit geringe voorrecht
niet kon of wilde ontnemen.
„Ik heb geen flauw vermoeden, maar het is
klaarblijkelijk iets, dat je niet mishaagt."
„Neen, ik geloof, dat ik het erg prettig vind.
Naomi (hij sprak den naam uit met den vollen
klemtoon op de laatste letter) heeft zich ver
loofd."
Hij genoot ten volle van de verrassing, waar
mede deze tijding ontvangen werd.
„Naomi I Maar wat verrukkelijk f Zeg mij
eens vlug, wie is de man I Ik ben dol op Defdes-
zaken. Ik hoor veel liever iets >van een geluk
kige liefdeszaak dan van een kroning I"
„En dat behoort ook zoo", zei Speed hartelijk.
„Iedere vrouw moest trouwen. Als dat zou kun
nen gebeuren, zouden wij niets meer hooren van
het stenuecht voor vrouwen."
Mevrouw Ferrars liet deze bewering glim
lachend onweerlegd voorbijgaan.
„Het is een jonge, Schotsche dokter onze
eigen dokter", ging Speed verder. „Ofschoon
ik naar het Zuiden ben getrokken, om fortuin te
maken, geloof ik, dat men de eigen nijverheid
moet ondersteunen", antwoordde hij grappig.
„Ik teehen op alle liefdadigheidslijsten voor
Schotland en ik brerg mijn grondbeginselen j
over op mijn naasten. Ik heb in noorderlijk
Londen gewoond, toen ik voor het e rst naar
Londen was gekomen en ik vischte daar een
Schotsche dokter op in Oakley Square, Wal*
lace genaamd Die is nu natuurlijk dood; doz*
is opvolger, ziin naam is Ferguson cn hij is eert
van de bestenl Standvastig, werkzaam en won*
hopig knap! Ik heb dien jongen man gadege
slagen. Hij is er een naar mijn eigen hart. Hi|
heeft niemand gehad die hem hielp. Zijn vadcfl
is schoolmeester geweest in Ayrshire. Gij En*
gelschen," (hij gebruikte die uitdrukking opi
geen beleedigende wijze, maar alleen om eenI
bewering te uiten), „gij Engelschen behandelt
olies wat den schoolmeester betreft cn alles wal
daarmede in betrekking staat uitgezonderd
misschien uw groote volksscholen alsof hel
de kleermakerij betrof, eigenlijk nauwelijks mei
denzelfden eerbied. In Schotland zijn wij anders^
Een schoolmeester is een koning en de oudd
schoolmeester eerier parochie vertegenwoordigd*!
de adem van hun beroep. Dat was, omdat /.i|
geleerden waren echte geleerden, niet tetl|
wille van het geld, maar uit liefde voor hurt
beroep. Ferguson's vader behoorde tot de laat*
steen van die bizonder heldere sterren. De jon*
gen kieeg op veer tien jarigen leeftijd een boi»sl
en heeft sedert dien tijd steeds voor zijn ei; m
onderhoud gezorgd. Hii is altijd belemmerd ge*
worden door zijn gebrek enn geld."
„Maar Naomi kon toch niet met een arm mart
trouwen, TomI Zij heeft nooit geweten, wat hel
is, zich te moeten behelpen.
„Ik zal je dat ook vertellen, mijn beste. Geel
mij wat den tijd. Ik heb hem dus gadegeslagen,,
zooals ik al gezegd heb. Ik heb mij tot taak ge*
steld, een onderzoek naar hem te doen en hij js
de beste vriend der armen van St. Pancras. J«;
broeder, de predikant, weet ook wel iets van herrt
af, ofschoon ik nooit over hem gesproken beU
met den eerwaarden Vickary. Waarom? Omcat
hij de v>oroordeelen van zijn stand heeft, di<
hier in Engeland wanhopig langzaam verdwijn
nen, indien zij ooit verdwijnen."
'Wordt vervolgd).