DE EEMLANDER"
"BUITENLAND.
bHsïnën land~
EERSTE BLAD.
Deposito-Rente:
«O® Jaargang No. 198
'miiHiüiisraisc.'TSrzïi:
jptr post 1 V—por week (roet gratis wickering i
Wgen ongelukken) 0J7», gfrondrrlyke nummm
Cj05.
Zaterdag i« Februari 1922
PRIJS M ADyERTESÏStH
»9
DIRECTEUR-UITGEVER» J. VALKHOFF.
BUREAU:
ARNHEMSCHE POORTWM..
t INT 613-
van 1 —4 regels f LOf
met inbegrip van cea
bewijsnummer, elke regel meer 0.25, dicnst.ionbie>
dingen en Lictdadifibeids-advcitenticn voor de laelfü
der prQa Voor handel en bedrijf bestaan zee*
Tooracelige bepalingen *oor hel advertecren. licna
ciicuuirc. bevattende da voorwaaxden. wordt op
aanvraag toegezonden.
Politiek Overzicht.
Een der belangrijkste gebeurtenissen in de
Chiitsche politiek was het feit, dat de rijksdag
Woensdag een motie van vertrouwen heeft qüit-
genomen in het kabinet-Wirth. De meerderheid
bleek bij de stemming niet bizonder gTOOt te
«ijn: tusschen de 30 en 40 stemmen, maar toch
fiog grooter dan algemeen werd verwacht. Dot
jdit betrekelijk gunstige resultaat is bereikt, moet
ite donken zijn aan de omstandigheid, dat ten
•erste een deel der onafhankelijken tijdens de
9temming de zaal verliet en ten tweede een
pantal leden van de Beiersche volkspartij,, die
tangekondigd hadden zich van stemming te ont
houden, nochtans vóór de motie van vertrouwen
ptemden. Dit laatste geschiedde tevens door de
liociaal-democroten, het centrum en de demo-
'croten. Hierbij kwamen nog een half dozijn
étemmen van de zooevein genoemde Beiersche
Volkspartij, verder de vier stemmen van den
jBoerenbond en twee stemmen van de Honnove-
IFonen (Welfen). Tegen de motie verklaarden
jfcich de Duitsch-nationalen, de Duitsche Volks-
|>artij, de communisten en, voor zoover zij te
genwoordig waren, (van de 61 ontbraken er 27)
Öe onafhankelijken. Dr. Wirth blijft dus zijn
ambt bekleeden, omdat hij een parlementaire
meerderheid achter zich heeft, al vormt deze
geen volstrekte meerderheid. De rijksdag toch
telt 469 leden; de absolute meerderheid be
draagt dus 235 en hieraan ontbraken enkele
stemmen; er zou daar natuurlijk nog meer aan
hebben ontbroken, wanneer de onafhankelijken
tijdens de stemming trouwer waren opgekomen.
Heel flotteerend en schitterend is dus de behaal
de overwinning niet.
Wij hebben wel eens eerder opgemerkt, dat,
^ooral in de tegenwoordige situatie van
Duitschland, een kabinetscrisis zeer fataal zou
EÜn geweest; een heengaan van Wirth had even»
tueel vooral moeten worden betreurd, omdat het
itigenlijk pos de eerste Duitsche regecring was,
waarin het vijandelijke buitenland vertrou
wen stelde. Nu Wirth dus aanblijft, is althans
iroor 't oogenblik voorkomen, dat Duitschland in
een moeilijke positie geraakt tegenover 't bui
tenland. Het succes der stemming is vooral vrr
belang, omdat twee belangrijke kwesties op het
oogenblik zeer actueel zijn: het vraagstuk der
Duitsche schadeloosstelling en dat van de con
ferentie van Genua.
Wanneer loet kobinet-Wirth ten val was ge
bracht aldus een beschouwing, die wij in de
Deutsche Allg. Ztg. lezen dan hadden na
tuurlijk de partijen, die thans de coalitie von»
men, geen nieuw kabinet kunnen vormen. Noch
.echts noch links afgezien ervan, dat noch
een kabinet van rechts noch een van links op
't oogenblik mogelijk schimt beschikt over
een meerderheid in den rijksdag. Men zou dus
hebben moeten zoeken naar een nieuwe coali
tie. Maar hoe cn waar? De sociaal-democraten
wezen in principe een coalitie met de Duitsche
Volkspartij van de hand; centrum en democra
ten weigerden samen te gaan met de onafhan
kelijken. Een zuiver burgerlijke meerderheid
Van Duitsch-nationalen tot democraten was zoo
goed als uitgesloten. Duitschland zou dus voor
een absoluut „vacuum" hebben gestaan en dat
op een oogenblik, dat Genua en de schadeloos-
«telling alle inspanning en kracht vergden. Het
blijven van Wirth was dus voor 't oogenblik
ide eenige uitweg.
De medewerker van het Duitsche blad be>
treurt het, dat er geen weg was om een sterke
en compacte meerderheid van 't parlement om
een kabinet te scharen, dat dan te Genua en op
ander gebied der buitenlondsche politiek veel
oeter en fermer had kunnen optreden. Maar de
vorming van de groote coalitie, die ook thans
weer tfer sprake was gebracht, moest mislukken,
omdat de sociaal-democraten a priori weiger
den de opneming van de Duitsche volkspartij
in de coalitie ook maar te overwegen. Vooral
legt de schrijver er den nadruk op, dat twee
dracht en partijruzies de kracht van Duitschland
naar buiten versnipperen. En dat terwijl groote
vraagstukken aan de orde zijn en de wereldpoli
tiek het noodzakelijk maakte eensgezind te zijn
en door eensgezindheid krachtig.
NI fliddsnstsnds Credietbank
UMCÜT Ho. i TïlïP3M1 h 33
flen jaar vast
zes maanflsa opzegging
esn dag
LIPS' SAFE
ïis
s «O
A I2 O
3 1 '3 0 o
i
Berichte».
DE DUITSCHE SCHADELOOSSTELLING.
P a r ij s, 17 F e b r. (Havas). Officieel.
Duitschland heeft den 13en de vierde decade
storting van 31 millioen volgen? de bepalingen
van Cannes gedaan.
P a r ij s, 17 F e b r. (Havas). Nopens het
vraagstuk der schadeloosstelling hebebn de En-
gelsche regeering en de andere geallieerden
zich vereenigd met het verlangen der Fransche
regeering om het onderzoek van het vraagstuk
van een moratorium voor DuitschlarKl aan de
commissie van herstel over te halen. De verdee
ling van de bedragen der reeds geschiede en
nog te volgen betalingen zal geregeld werden
in besprekingen tussch.cn de ministers van finan
ciën der betrokken landen.
Wapens in Duitschland ontdekt.
P a r ij s, 1 7 F e b r. (B. T. A.) Naar de Matin
uit Berlijn verneemt, heeft men andermaal een
clandestien wapendepót ontdekt m de buurt
van Wamstau in Opper-Silezië. Hierin bevon
den zich o.a. 8 bommenwerpers en een vijftal
veldkanonnen, waarvan 3 Fransche.
DE IERSCHE KWESTIE.
Londen, 17 Febr. (N. T. A. Draadloos).
Aan het slot van zijn rede over de wet inzake
het Iersche verdrag in het Lagerhuis heeft
Churchill gewezen op de wijziging, die geko
men was in het aspect der Iersche/ zonk in de
laatste zes maanden. Het komt mij voor, zeide
hij, alsof de rollen omgekeerd zijn. Ierland en
niet Brittannië staat voor de vierschaar van de
naties der wereld. Zes maanden geleden waren
wij het, die ons hadden te rechtvaardigen tegen
eiken vorm van aanval. Nu heeft het Iersche
volk eindelijk de gelegenheid te toonen, welk
soort regeering het aan zijn land kan geven en
te doen zien, welke positie het kan innemen on
der de naties der wereld.
Londen, 17 Febr. (R.). Nadat in het La
gerhuis hot amendement vnn Ulster op het Ier
sche verdrag, waarin werd verklaard, dat de
instelling van een grenscommissie krachtens
het verdrag het beknotten van de rechten van
Ulster zou beteekenen, met 302 tegen 60
stemmen was verworpen, werd het wetsontwerp
met betrekking tot het verdrag in tweede lezing
aengenomen. De minderheid bestond uit Ul
ster-leden en Unionistische „diehards." Bij de
bespreking der grenskwestie zeide Chamber
lain, dat Lioyd George nooit de woorden „groo
te gebieden" heeft gebezigd in zijn besprekin
gen met Collins over de herziening der gren
zen. Hij herhaalde, dat de interprestatie der
grensclausule in het verdrag een kwestie der
grenscommissie is. Chamberlain deelde mede,
dat 42 van de ontvoerde lieden in vrijheid zijn
gesteld ten gevolge van de voortdurende po
gingen van Collins, die besloten is de vrijlating
van alle ontvoerden te verkrijgen.
Londen, 17 Febr. (R.) Een der Britsche
officieren, die sinds Woensdag vermist was,
is heden te Cork doodgeschoten, toen hij aan
zijn ontvoerders trachtte te ontsnappen.
De vorst in 't buitenland.
Stockholm, 17 Febr. (N. T. A. Draad
loos). Het drijfijs, dat zich voor de westkust van
Zweden bevindt, is ontzaglijk dik. Daar de he
vige wind het ijs naar de kust blijft drijven, wor
den de schepen telkens weer bedreigd. Reeds
zijn twee stoomschepen gezonken en twintig an
dere verkeeren nog steeds in ernstig gevaar.
Zelfs de ijsbrekers zitten in het ijs bekneld.
HET KABINET BONOML
Rome, 17 Febr. (R.) Bij de stemming in
de Kamer heeft het kabniet met 297 tegen
107 stemmen de naderleag geleden.
Italië en Zirid-Slavië.
P a r ij s, 17 Febr. (B. T. A.) Naar de Ma-
tin uit Belgrado meldt, bevat de regeerings-
pers aldaar een bericht, dat tusschen Italië cn
Zuid-Slavië een overeenkomst is gesloten aan
gaande het ontruimen der Dalmatische zóne*
Van het Votïcaa.n
R o m e, 1 7 Febr. (B. T. A.). De paus be
paalde, dat het eucharistisch congres zal plaats
hebben op 24 Mei.
DE CREDIETEN VOOR OOSTENRIJK.
B e r 1 ij n, 17 Febr. (N. T. A. Draadloos). De
Ttaliannscne gezant te Weoncn heeft gisteren een
nota overhandigd, dat ook Italië in principe be
sloten heeft een lecning aan Oostenrijk te ver
strekken. Men venvacht, dat het eenzelfde be
drag zal geven als Frankrijk (55 millioen francs).
Het totale crediet can de vier landen (Enge
land, Frankrijk, Tsjecho-Slowakijc en Italië) zou
don circa 5 millioen pond sterling bedrogen.
Hulpverleening aan Hongarije.
Boedapest, 17 Febr. (W. B.) Gisteren
heeft Gaal, bij het sluiten van de Nat. Verg.,
nog dank gebracht nnn het buitenland voor do
leniging von den nood in Hongarije.
Uit Rusland.
Reval, 16 Febr. (B. T. A.). Uit Moskou
wordt gemeld, dat 7ebolski, de aanvoerder der
partijgangers van Petljoera, alsmede de gene'
rale staf gearresteerd ziin.
Verspreide Berichten.
LANDRU.
Ter dood veroordeeld, geen revisie van het
proces en Landru blijft optimist I Nu Barthou,
minister von justitie, heeft geoordeeld, dat er
geen termen aanwezig zijn om het geding te
herzien, is het dossier aan den president der re>
publiek toegezonden. De volgende week zal mr.
Moro-Ginfferri, Landru's verdediger, door den
president worden ontvangen.
Tot op het laatste oogenblik echter nldus
het Kbld. schijnt- de zaak hoar sensationeel
karakter te zullen behouden. Telkens weer dui
ken geruchten op, dat er sporen zijn gevonden
van een van Landru's verloofden en geheimzin
nige brieven met aanwijzingen bereiken zoo nu
en dan het parket. Zoo mankt het Petit Jour
nal melding vnn een schrijven uit Montreal,
waarin wordt gezegd „Een zekere heer Forget,
uit Fronkrijk afkomstig, die in de Rue du Pare
Lafontoine 280 hier in Montreal woont, heeft uit
goede bron vernomen, dat mevr. Héon, een der
vermeende slachtoffers van Landru, eenige
maanden geleden op het kerkhof van de Cóte-
cles-Neigcs alhier begraven is."
rk zegt, dat Mettemich (den eisch, dat de dienstplichtige, totdat omtren{
„LIIÜNDELLE"
44 LANSESTRSAT AMERSFOORT
IN WOL
2.35 1.50
SN KATOEN
0.05 0.50 0.35
E35Ï CSBSSCTSC23
De brief is natuurlijk aanstonds aan mr. Moro
ter hand gesteld deze verklaarde met betrek
king tot Landru zelf': „Von Landru weet ik niets
meer af dan gij kunt weten. De man is een on
doordringbare muur. Zelfs mij, zijn verdediger,
zegt hij niets. De laatste maal, dot ik hem in
zijn cel zag, heb ik hem in zijn belang gesmeekt
mij niets to verbergen". „Dat is goed", ant
woordde hij, „ik zal u alles, absoluut alles biech
ten. Ga zitten en luisterIk heb elf vrouwen
genomen en ze met een waslucifer verbrand,
hetgeen bewijst dat het staatsregiem voor de lu
cifers goed werkt I"
Intusschen schrijft Landru ijverig aan zijn me
moires.
Kameroverzicht.
Eerste Kamer.
Zitting van Vrijdag 17 Febr.
Het verbod van hertrouwen.
Z. h. st. wordt aangenomen het ontwerp tot
beperking van het verbod van hertrouwen.
Naturalisatie Wolff Mettemich.
'Bij (het ontwerp tot naturalisatie van Wolff
Mettemich opperen de heeren Fokker en
Mendels bezwaren, omdat genoemde persoon
als officier in het Duitsche leger de rol heeft
gespeeld von verrader en spion door zich aan
het hoofd eener spartacistische afdeeling
stellen.
Minister H e e ra
zich op verzoek van de Duitsche regeering uan
het hoofd der Spartacisten heeft gesteld om deze
beweging in goede banen te leiden.
Het ontwerp wordt aangenomen met 31 tegen
6 stemmen.
Plnalselirke keuze.
Bij het voorstel-Rutgers voor plaatselijke keu
ze ontwikkelt de heer Verheijen nog eenige
bezwaren. Een verbod zal z. i. het tegenover
gestelde teweeg brengen van hetgeen gewcnscht
wordt.
Na verdediging door den heer Rutger
wordt zijn voorstel verworpen met 18 tegen 17
stemmen.
Z. h. st. worden eenige kleine ontwerpen aan
genomen.
De vergadering wordt verdaagd tot 7 Maart,
Tweede Kamer
Zitting von Vrijdag 17 Februari.
De interpellatie-aanvragen Duijs (fnillisse-
menis-aanvrage Wormerveer) en Van Stapele
(burgerlijke pensioenwetten) werden toegestaan,
Deze interpellaties zullen op nader te bepa
len dag worden gehouden.
J usl i t i ebegr o oting.
De Minister van Justitie beant
woordt verschillende opmerkingen. (Spreker is
evenwel vrijwel" steeds onverstaanbaar). De her
ziening von het zeerecht hoopt spreker in veilige
hoven te brengen. Partieele wijzigingen inzake
rechterlijke indeeling zijn te wachten.
De Minister zal met den Nederlandschen
Journalistenkring zeer spoedig overleggen over
samenwerking tusschen pers en politie.
De Minister heeft bezwaar tegen de motie
Kleerekoper inzake de benoembaarheid der
vrouw tot rechterlijke functies. Wel acht hij de
vrouw in het algemeen niet ongeschikt voor
publieke functies, maar er zijn vele praktische
bezwaren vooral ten aanzien der gehuwde vrouw
en niet het minst bij het rechtersombt.
Bij de replieken verklaart de heer S n o e c k
Henkemans te zullen stemmen voor de
motie-Kleerekoper, betreffende benoembaarheid
van de vrouw tot rechterlijke omibten.
Over de motie wordt Dinsdag gestemd.
De heer Kleerekoper klaagt over spion-
nage op last der justitie, op geheime vergade
ringen.
De heer Schoper vestigt de aandacht van
den minister op het ruwe optreden der maré-
chaussée tegen betoogende werkloozen in de
veenstreken.
De heer W ij n k o o p sluit zich bij deze klacht
aan.
De heer Van Schaik meent dat de kosten
van toezicht op verkeer niet door de gemeen
ten, doch door het Rijk moeten worden gedra
gen voor zoover zij rijksbelangen betreffen.
6£&!S8EL0e «TUKKER.
HET DIENSTWEIGERINGSONTWORP.
Ingediend is het reeds meermalen aangekon
digde, desbetreffende wetsvoorstel,
In de Memorie van Toelichting wordt gezegd,
dat bij een te ontwerpen wettelijke regeling twee
wegen open stonden:
een aanvulling van do militaire
strafwetten, door bij de artikelen, waarin
de dienstweigeraar strafbaar wordt gesteld,
een nieuwe bepaling in te Iasschen, waarbij
wordt bepaald, dat hij, die zich schuldig heeft
gemaakt nan dienstweigering, zich op gewetens
bezwaren kan beroepen. Het onderzoek naar de
gewetensbezwaren zou als dan door den militai
ren rechter plaats hebben, die den overtreder zou
kunnen vrijspreken, wanneer bij onderzoek bleek,
dat zij onoverkomelijke bezwaren voor dienst
vervulling medebrachten.
Daargelaten, dat door deze regeling geen af
doende oplossing verkregen wordt, immers de
vrijgesprokene blijft daarbij verplicht militairen
dienst te vervullen, geldt daartegen voor onder-
geteekenden het bezwaar, dat aan dit vrijspreken
gerechtelijk onderzoek met arres voorafgaat, het
welk hem, die ernstige gewetensbezwaren heeft,
moet worden bespaard;
b. een regeling bij een speciale
wet.
Hoewel de regeering van oordeel is, dat de
Legerorder van den toenmaligen minister jhr.
De Jonge een belangrijke stap is geweest in de
richting van een bevredigende oplossing van het
dienstweigeringsvraagstuk, en verschillende per
sonen, die onoverkomelijke gewetensbezwaren
hebben, daarmede geholpen kunnen worden,
heeft zij gemeend, dat de daarin opgenomen
te regeling toch in eenige opzichten uitbreiding be-
1 hoeft. Zoo stelt die regeling in de eerste plaats
zijn bezwaren zal zijn beslist, zijn dienst moef
vervullen. En vervolgens houdt zij geen reke^
ning met het bestaan van personen, die tegen
eiken militairen dienst, dus ook voor zoover die/
als b.v. de hospitcaldicnst, niet bepaaldelijk gc*
richt is op strijd met de wapenen, gowetensbe*
zworen gevoelen. Nadere regeling is derhalve gc-t
wervscht.
Als uitgangspunt heeft de regeering genomen,
het hebben vnn „gewetensbezwaren", waarbij ccnf'
breedere schare wordt omvat don door da
Zweeclsche wet van 21 Mei 1920, die allecni
vrijstelling von militairen dienst verleent aart'
hen, die cp godsdienstige overtuiging berusten*,
de bezwaren te berde brengen; zij wil m. n. w,
in aansluiting met de op 9 November 1917 uit*'
gevaardigde L. O. in het ontwerp een andcré.
wijze vnn dienstvervulling* openstellen voor hen,
die tegen de Vervulling von den militairen
dienst gewetensbezwaren hebben, hetzij van
godsdienstigen hetzij van zedclijkcn uard, mitf'
die gewetensbezwaren voortvloeien uit hun over*
tuiging, dat zij den evenmcnsch niet mogen doo*
den, ook wanneer dit ingevolge overheidsbevel
rechtmatig is.
Uitgaande van dit beginsel, zijn dus uiige*
sloten de politieke dienstweigeraars, zij, di^
de dienstweigering aks propngonda-middel ge*
bruiken, om aldus tot geheele ontwapening t<*
geroken, of zij die het Staatsgezag bestrijden^
dot hun plichten oplegt. Alleen hij, die op gron*
den, ontleend aan zijne in de voorgaande alinea
omschreven overtuiging, gewetensbezwaren ti
berde brengt, volt onder de ontworpen wette*
lljko regeling.
Dit standpunt komt de regeering het eenigf
juiste voor en stemt overeen met dat, door den
wetgever in Zweden, Noorwegen en Denemar*
ken ingenomen. De mcnschclijko overwegingen'
mogen in aanmerking komen, de overwegingen!
van politieken aard zijn uitgesloten.
Verder moet rekening worden gehouden met
het feit, dat sommigen geen bezwaren hebbert
tegen de vervulling van den op léderen Neder
lander rustenden plicht om mede te werken lot
handhaving der onafhankelijkheid von het Rijk
tot verdediging van zijn grondgebied, doch'
wel tegen de uiterste consequentie vnn diert
plicht, te welen het dooden van den even*
mensoh, dot anderen daarentegen bezwaren
hebben tegen welken militairen dienst ook, om*
dat door dienst te doen als non-combntfnnt
toch middellijk steun wordt verleend aan het
oorlogvoeren, hetwelk tot gevolg heeft he*
dooden van den evenmensch.
Terecht heeft de heer K. ter Laan in ds
zitting der Tweede Kamer van 14 Juni jl. ge*
zegd, dot wie gemoedsbezwaren heeft, op ondc*
re wijze moet worden gebruikt in het alge*
meen belong en dot men het den dienstwei*
geraar niet ge-makkelijk meet maken, doch dat
hun zware arbeid moet worden opgelegd.
In het algemeen belang kunnen zij worden
gebruikt, wanneer zij werkzaam worden gesteld
bij een Staatsbedrijf. Ann den eisch von zwa*.
ren arbeid kan niet zoo gemakkelijk worden'
voldaan, omdat wat de een zwaar noemt da
ander wellicht nis gemakkelijk znl qunlificee*
ren, zoodot een betere maatstaf kun worden gc*
vonden in het tijdsverloop gedurende hetwelW
dienst moet worden gedaan of arbeid moet wor*
den verricht. I
Aan wien moet de beslissing worden opgedra*
gen omtrent het al of niet aanwezig zijn van ge
wetensbezwaren
T© dien aanzien meent de minister de be
staande regeling te moeten bestendigen, waar*
bij de beslissing in handen van den betrokken
minister is gelegd, na advies te hebben ingewon*
nen van een daarvoor aangewezen commissie*
Deze regeling heeft geen aanleiding tot kloch*
ten gegevenin de veertig gevallen, waarbij
een beroep is gedaan op gewetensbezwaren^
hebben de opvolgende ministers steeds goed ge*
motiveerde adviezen ontvangen, waarvan niet is
behoeven te worden afgeweken.
De sub b bedoelde moet financieel in niet be
tere conditie komen dan de militairde op
brengst van zijn arbeid moet ten voordeele van
den Staat komenvoeding, werkkleeding (uni*
formkleeding is natuurlijk uitgesloten), huisves*
ting, geneeskundige behandeling, enz., moeten
hem worden verstrekt op de wijze als aan mi*
litairen geschiedt, kortom de materieele verzor*
ging moet in het algemeen zijn als die van den
militair.
En niet alleen wat zijn materieele verzorging)
betreft, ook in elk ander opzicht moet hij als
militair worden beschouwd, met dien verstand©
Manasse.
Uitvoering „Toonkunst", 24
Febr; 1922. (Vereenvoudig©
spelling).
Het zal op 24 Februari a.s. de eerste ma'al
ajn dat in Amersfoort een werk van Friedrich
Hegar wordt uitgevoerd. In zekere zin kan de
hitvoering van dit Oratorium tevens nog een
Herdenking zijn van een voor de componist be
langrijke datum. Het was toch juist een dag
dóórdat de grijze musicus te Zurich zijn tach
tigste vei jaard ag vierde, toen de studie van zijn
belangrijkste werk door de afdeeling Amers
foort werd aangevangen.
Een Zwitser is hij en in de kracht van zijn
leven was hij een van de vooraanstaande musici
van zijn vaderland. Te Bazel geboren in 1841,
In de muziek opgeleid aan het Leipzigse Con-
Beravtonum, daarna als orkest-violist werk-
Eaam te Liegnitz, Baden(Baden en Parijs, werd
hij te Zürich als Koorleider en directeur van
het conservatorium tot een der aanzienlijkste
persoonlikheden van Zwitserland op muzikaal
gfebied. Als zodanig werd hij ook erkend door
Üe universiteit van Zürich, die hem het docto
raat in de filosofie,, en door de Kunstakademie
le Berlijn, die hem het lidmaatschap aanbood.
Btellig heeft het oratorium Manasse meege
holpen om hem die eeretitels te verschaffen,
/os c Ito on hij zich ook op t gebied van de man
nenkoor-compositie een plaats heeft verwor
den, strijdende tegen banale sentimentaliteit en
Smnatuur.
Het gedicht, dat hem impireerde tot zijn com-
jPositie, Is een voortbrengsel van de nie zeer
bekende Moraviese dichter Joseph Victor Wid-
mann, een tijdgenoot van de componist (geb.
1842), in wiens vaderland hij gestorven is
(1911). Het is een drama ties gedicht van semi-
bijbelse inhoud, da tzich in de meest lyriese
passages meermalen tot ware schoonheid ver
heft en getuigt van 's dichters fijn gevoel voor
het echte en duurzame.
Moge een kort overzicht van de inhoud hier
volgen.
Na ihun terugkeer uit de Babyloniese balling
schap, herbouwden de Israëlieten de tempel te
Jeruzalem. Ze vonden in hun land velen van
de mannen die daar achetrgebleven waren, ge
trouwd met vrouwen van niet-Joodse stam
men.
Ezra, de profeet, riep alle Joden op naar do
tempel, om hen, wijzende op de oude wetten,
te waarschuwen voor hun afdwalingen. Hij hield
hun de straffen voor, die God bracht over hen,
die zijn geboden overtraden, de zegeningen voor
hen, die ze hielden. De meesten zwoeren in de
tempel de vreemde heidense vrouwen te zullen
verjagen om zich met God te verzoenen. En
kelen weigerden, die vrouwen te verlaten, waar
op ze uit de tempel verjaagd en uit de Joodse
gemeenschap geworpen werden.
I
Het gedicht bestaat uit drie „Scenen."
De eerste scene plaatst ons in de tempel te
Jeruzalem. Ezra zingt een loflied op de God
van Israël, die het Joodsche volk uit de bal
lingschap verloste, tempel en stad deed op
bouwen en hen uit diepe schande ophief. Pries
ters en volk stemmen daarmee in en verheer-
liken de machtige Koning van Sion. Als Ezra
wijst OA dwalinoen. van yeW. voore 1
al hun omgang met vreemde vrouwen, die an
dere goden, als Bel cn Astaroth, aanbidden, dan
roept het volk als uit één mond„Jehova's
vloek treffe hen I"
Dan komt Ezra met een aanklacht tegen een
der oanzienliksten van het volk, Manasse, zoon
van de hogepriester Jojada hij heeft zich nog
pas een heidense vrouw uitverkoren.
Na beraadslaging met de priesters beveelt
Ezra, dat Manasse voor de Hoge Raad worde
gedaagd om rekenschap te geven van zijn ge
drag. God's vloek moge hem treffen, als hij
niet aan het bevel gehoorzaamtwant God al
leen is Koning is Sion. Hij duldt geen afdwa
lingen en stort de goden der heidenen ter aarde.
n
Een heerlik vergezicht over de velden voor
Manasse's woning.
De avond valt.
De landlieden keren van het veld terug, zin
gende van de afgelopen arbeid en de welver
diende rust die hen wacht.
Van de bergen strijkt een verfrissende avond
wind, voorbode van de nacht, over de door
zonnehitte gezengde velden.
Ook Manasse en zijn vrouw Nicaso genie
ten van de heerlike avondstond en verlustigen
zich in de schoonheid der natuur en de prach
tige sterrenhemel.
Nicaso zingt van haar grote liefde voor
Manasse. Hun beider zangen smelten samen tot
één gevoelvolle verheerlikirvg van de innigste
menselike liefde, waarbij olie schoonheid der
aarde verzinkt.
Plotseling, daar klinkt in de verte angst-
geroepl Onheilskieten naderen. Een bode komt
tot Manama, deelt hem Ezra's bevel mee naar
Jeruzalem te gaan en te verschijnen voor de
Hoge Raad, en vertelt hem het besluit van de
priester. Hevige angst overvalt Nicaso, zij wil
zich opofferen „Ik zelf verloot u, om mij moogt
ge zulk een smaad niet lijden Maar Manasse
stelt haar gerust, en ook de anderen, die in
spanning zijn besluit afwachten immers ook zij
hebben dezelfde misdaad begaan. Hij vraagt
allen hem te volgen naar Jeruzalem. Hiertoe
besluiten zij„Heil u Manasse I bij u is hulp,
bij u is raad en daad I"
m
Voor de Hoge Raad.
Ezra spreekt van de toom Gods voor de af
valligen en de zegeningen voor hen, die zich
tot Hem wenden.
Daar nadert Manasse met zijn vrouw en vol
gelingen.
Hevige verontwaardiging rijst bij Ezra en de
priesters over zooveel vermetelheid, en doet
Ezra vragen „Komt gij hier om God te trot
seren
Manasse antwoordt„Ik eer God I" De pries
ters herademen zij menen dat hij zijn vrouw
zal verstoten. Maar hij gaat voort„Ik eer
God, maar ook de vrouw, door Hem gescha
pen, die ik uit duizenden gekozen heb."
Die woorden doen de toom der priesters ont
vlammen. Nicaso smeekt hen, niet zo hard te
zijn. Js uw God dan geen God van liefde
Mijn liefde is heilig en brengt mij nader tot
God."
Manasse stemt in vervoering met haar in
maar Ezra legt hun het zwijgen op en waar
schuwt het volk niet naar hen te luisteren. Nog
eens richt hij de vraag tot Manasse„Wilt gij
van die vrouw afstand doen
Hij weigert.
„Welaan dan, Manasse, dan treffe u Jehova'!
vloek I
„Wees uitgesloten uit het volk van Israël*
„Vervloekt gij zelf uw vrouw en uwe kinde
ren.
„Vervloekt uw land, de arbeid uwer handen*
„Vervloekt uw spijs, uw drank, uw vreugd
„Vervloekt uw legerstede, uw grof.
„Vervloekt zij uw gebeente, uwe ziel."
Manasse wordt uit de temnel verjaagdEzra'
en de priesters gaan heen. Dan wordt Manas
tot ontsteltenis zijner volgelingen een oogen*
blik door de zwaarte van de vloek overmand;
hij wankelt.
Maar een blik op zijn geliefde Nicaso, die
hem trogstend nadert, doet hem zijn kracht
weervinden, en geruststellend spreekt hij tot
haar en zijn aanhangers.
„Vreest niet. God is een God van liefdo, niet
gebonden aan deze tempelmuren.
Voor mijn geest zie ik, hoog op de rots
Garizim, een altaar opgericht Ier ere van Hem,
die ook in 't vrije veld zijn heerlik licht over.
ons doet schijnen. Wie evenals ik dc liefde tot
ziin vrouw hogerstelt dan do vloek van ver
dwaasde priesters, die volgo mü.
„Niet tussen starre tempelmuren wone voort*
aan onze God. Wij zoeken een duurzamer tem*
pel don mensenhanden kunnen bouwen. Latei*
wij onze ogen opslaan naar de berg van God g
daar vinde ons hart, wat het eens verloorDé
openbaring der heiligste Liefde."