ST EmiLION SCHOTERMAH 8 Zn., «tr.str. 17. Tel 145 Prof. Pekelharings Hoofdwasscherij. A. v. d. Weg, Langesir. 23 ÜÉspaaÉÉ EigengmÉe KinMSosÉg. AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" 6ELE0ENHEIRS GESCHENKEN ABDIJSIROOP Est Verloren Tehuis. Per flesch f 1.60, per anker f 65-. TWEEDE BLAD. BINNENLAND. ZIE ETALAGE AIS STEEDS la KLAS «BEI FEUILLETON' Griep» Catarrh Bronchitis Magaz. „De Dom9 teOste Jaargang No. 204 Zaterdag 25 Februari 1922 ORIGINEELE zeer aan te bevelen Bordeaux, gewas 1917 Uit de Pers. Washington en onze vloot kwestie P De speciale correspondent der Nieuwe o tterdamsche Courant zegt in een Schouwing- over bovengenoemd onderwerp Zooals .reeds zoo vaak is betoogd, en van alle kanten wordt toegegeven, betee- kent het aannemen van de verdragen, dat Amerika zich terugtrekt als maritieme mo gendheid uit de westelijke Zuidzee. Daar mede vervalt een oorlogsgevaar, waarme de men in den laatsten tijd ernstig meen de, rekening te moeten houden. Onze neu traliteit is nadien veel minder bedreigd, dun zij scheen in de dagen, toen onze vlootwet werd opgesteld. Niet verminderd is dan echter het gevaar voor een recht- streelcschen veroveringsoorlog tegen ons koloniaal gebied van den kont van een der mogendheden, die geen afstand hebben gedaan van hun machtspositie in het ver re Oosten. Dit gevaar, het zij al dan niet denkbeeldig, zou voor ons vlootprogram in beschouwing moeten worden genomen. Beschouwt men de kwestie zuiver prac- tisch, dan zijn drie standpunten mogelijk. I. Men kan vragen r Is het gevaar voor een aanslag op ons bezit zoo groot, dat wij iedere verzekeringspremie, die ertegen geeischt wordt, gewillig moeten betalen? Of omgekeerd geformuleerdLegt ons vlootprogram ons niet een verzekerings premie op, die te zwaar is voor het gerin- te risico II. Dan kan men vragenIs de verdedi ging tegen den rechtstreekschen aanval van een groote maritieme mogendheid, vooral, wanneer door anderen eerst na ge- ruimen tijd hulp kan worden gebracht, niet een zóó hopelooze en zuiver formeele aan gelegenheid, dat het onverantwoordelijk zou zijn. ons volk daarvoor in dezen tijd zware lasten op te leggen m. Een combinatie van voorgaande twee vragen is mogelijk Is de kwade kans van een veroveringsoorlog tegen onze kolo niën onder de tegenwoordige omstandig heden niet zóó gering, en zou in dit uiterst onwaarschijnlijke geval de mogelijkheid van een eenigermate effectieve verdediging met de beraamde middelen, niet zóó klein zijn, dot een hooge verzekeringspremie geen zin meer heeft Wie niet overtuigd is, dat wij ons op het oogenbiik vrij veilig kunnen voelen voor een veroveringsoorlog, kan over zijn on gerustheid moeilijk spreken. Want het eigenaardige van het gevaar van een be- rooving van dien aard is, dat men het kan aantrekken, door het in felle kleuren te schetsen. Allicht zegt de aanvaller dan la ter „Wat wilt ge, wij doen immers iets, waarop gij steeds hebt gerekend Een dergelijk antwoord hebben de Belgen en Franschen van de Duitschers gekregen ten opzichte van de neutraliteitsschennis in 1974. Als men, zooals schrijver dezes, om tal van redenen en waarnemingen meent, dat onze koloniën in de naaste toekomst geen gevaar van dezen aard dreigt, zou men er gerust over kunnen spreken. Maar de kans bestaat", dat een betoog van deze strekking tegenbetoog uitlokt, on op die manier toch middellijk een bedenkelijke uitwerking j heeft. Wie zenuwachtig is op dit punt j worde het best met rust gelaten, en niet i uit zijn tent gelokt. Men moet hem pri ori toegeven, dat de erkenning van bezits rechten, die wij in deze dagen hebben ge- j kregen, op zich zelf geen veiligheid biedt, grooter dan die wij tevoren bezaten. I De lezer kent onze beschouwing daar- j over. Deze is trouwens bevestigd door on- j een minister van buiten landsche zaken in zijn groote rede in de Tweede Kamer. De heer Van Karnebeek betoogde immers, dat die" verklaring wenschelijk was gewor den, doordat wij, door de verklaringen, die onze buren elkaar wederzijds hadden ge geven, als niet-bezitter eener dergelijke verklaring, in een eenigszins ongunstiger positie waren geraakt. Dit nadeel is ver holpen doQr de mededeeling, welke onze minister van buitenlandsche zaken, en jhr. Béelaerts van Blokland, die na zijn ver trek onze delegatie aanvoerde, door ver dienstelijk diplomatiek spel hebben verkre gen. Iets positiefs, dat ons meer biedt dan onze oude zekerheid, bezitten wij er dus niet aan. Dit moet, duidelijkheidshalve, worden geconstateerd. Wat nu de gevaren voor onze neutrali teit betreft, wij mogen deze niet kortzich tig en alleen van het standpunt van het te genwoordige oogenbiik of, beschouwen. Schrijver dezes heeft zelf indertijd be toogd, hoe radicaal door het terugtrekken van Amerika uit de westelijke Zuidzee het gevaar voor een Amerikaansch-Japan- schen oorlog verdwenen was. Eén ding moeten wij echter niet uit het oog verlie zen Al heeft Amerika afstand gedaan van zijn recht, om van Goenm een groote vlootbasis te maken, Engeland heeft dit geenszins gedaan ten opzichte van Singa pore. Even hebben de Japanners een po- ging gewaagd, om ook dit te opperen, Maar de reactie der Engelschen op deze proefneming was van dien aard dat de Ja panners zich snel terugtrokken. Er is op dit oogenbiik geen gevaar voor een conflict tusschen Japan en de Britten. Zal dit nog tientallen van jaren zoo blij ven Het is mogelijk, maar men kan er bezwaarlijk voor instaan. Ook weten wij niet, waartoe de toenadering tusschen En gelschen en Amerikanen, die door de Brit ten zoo vurig werd gezocht, en die zij des noods met gToote offers wilden betalen, nog leiden kan." VOORTDURENDE SPOORWEGELLENDE. O-'er deze materie schrijft het Nieuws van den Dag: Wanneer in ons land een machtig lichaam: een openbaar bestuurscollege, het be§tuur van de post, van de spoorwegen, enz. een impopulairen maatregel heeft genomen en zijn zin tóch ^il doorzetten, tegen de al- gemeene verontwaardiging m, dan pleegt het een beproefde tactiek te volgen, beslo ten in deze twee woorden laten praten. Wet komt het er op aan of individuen, vreenigingen, representatieve colleges, re dacteurs, ingezonden-stukken-schrijvers, protesteeren en fulmineeren Laat dat uit razen 1 Niets daartegen doen of zoo min mogelijk er tegen doen, en zijn gang gaan I De eind-viclorie blijft aan de onverstoor baarheid. We zijn immers Hollanders, en de Hollanders zijn moeilijk in beweging te brengen. Helaas, dit is zoo. En bij deze verregaande traagheid voegt zich dan nog ons recalcitrante individualis me omdat A. met iets begonnen is, doet B. het „lékker niet". En aldus wordt elk al gemeen verzet, ook tegen de alleregste maatregelen van boven-of, gesmoord wordt elke krachtige uiting der openbare meening verbrokkeld en langzaam verstikt, waaruit dan volgt wat reeds zoo vaak geconstateerd isin Nederland heeft de publieke opinie weinig macht. "ft? De keerzijde van dezen penning is, dat hls de openbare meening in Nederland ein delijk flink wakker wordt, ze niet zoo spoe dig is tegen te houden, zich b 1 ij f t verzet ten. Het traagheids-beginsel werkt dan óók door. Nu zijn er, gelukkig, teekenen dat dit laatste 't geval is ten aanzien van den cllen- digen toestand waarin het Nederlandschc spoorwegwezen op dit oogenbiik verkeert. „Ellendig" is een kras woord maar hot blijve staangeen minder past hier. In oorlogs tijd moest veel vergeven worden, en is veel vergeven, al was het bar, zoonis men zich toen onder motto „oorlog" nagenoeg ulles veroorloofde ten koste van 't publiek. In den crisistijdbleef 't al net zoo. Eens echter moet toch de normale toestand weer bena derd worden. Wij verlangen niet, dat de normale toestand reeds nu geheel zou wor den hersteld (waarlijk, wie zou van de spoor wegdirectie „het onmogelijke" cischen I) wél echter heeft het publiek, vrijwel willoos aan de willekeur der directie overgeleverd, het recht om to verlangen dat van ernstige pogingen tot dit herstel blijk worde gege ven. En daar merken we niets van. De onhygiënische, onveilige hokkenwa- gens, in plaats van wagens met doorgang blijven in gebruik. Gedurende de drie of vier kou-perioden van dezen winter waren althans in den aanvang de rijtuigen veelal ■onverwarmd of geheel onvoldoende ver warmd de directie schijnt te meenen dat een winter zonder vorst in Nederland regel is, en hulpeloos verrast te worden door elk invallen van de kou. De nieuw-ontworpen dienstregeling voor den zomer 1922 toont al niet veel betere verbindingen en weinig sneller rijden dan tot dusverieder herin nert zich van vroeger dogen nog dat mooie sneltreintj© tusschen Amsterdam en Den Haag iets meer dan drie kwartierthans blijkt men 't met de uiterste pogingen tot ^versnelling" nog steeds niet vlugger dan iets minder dan een uur te kunnen doen. De derde-klasse moet wegens de duurte wel veel meer door de z.g. gegoede burgerij ge bruikt worden dan vroeger is ze dienover eenkomstig wat netter en minder ongerief lijk ingericht Geenszins. De Ie klasse is immers vrijwel gereserveerd voor de enkele nog overgebleven oweeërs, houders van vrij kaarten en burgerlijke ambtenaren en offi cieren, die eerste moeten of mogen reizen „voor hun fatsoen". Is dan misschien het spoorwegpersoneel tevreê Komt wat aan het reizend publiek onthouden wordt ten minste him ten goede Ook dat niet. Het heeft er niets van. Het allerergste is echter de toenemende, in plaats van afnemende duurte van het spoorwegverkeer in Nederland. Het Nieuws van den Dag releveert te dezen aanzien de ook door ons vermelde adres sen van Gedeputeerde Staten van Friesland, den A. N. W. B. en de Nederlandsche Reisvereeni- ging. Het k?m .ié«t beier crozegd worden. En ols het maar van verschillende kanten goed gezegd wordt, telkens opnieuw, moet dat uitwerking hebben. Onze hoop gevestigd op den Minister van Waterstaat, op wien de steeds groeiende verontwaardiging over de houding der spoorwegdirectie toch wel in druk moet maken. Wat het „reizend publiek" betreft en daartoe behooren we, ieder op zijn beurt, allemaal laat dat vooral niet bij de pak ken* neer gaan zitten. Steeds blijven protes teeren en op hetzelfde aanbeeld hameren. Daartegen is zelfs de hardnekkigste of on verschilligste directie niet bestand. B«rich(ea. NEDERLAND EN BELGIË. De redacteur te Brussel van de „Maasbode" schrijft Naar aanleiding van de rede, welke de heer Gerretson enkele dagen geleden in de Tweede Onteilbaarmiddel tegen Hoofdroos, prijs f 0.5O Ct. Kamer «beeft uitgesproken en die hier, zooals wij reeds mededeelden, vrij ernstige ontstemming heeft veroorzaakt, bevestigt „Do Standaard", dot bedoelde rede tot een nota-wisseling tus schen de twee regeeringen zou kunnen aanlei ding geven, waarbij, zegt rrDe Standaard", de Nederlandsche regeering zou kunnen worden gewezen op het minder passende van het optre den van het Nederlandsche Kamerlid. En het blad vervolgt „We betreuren dit optreden te meor, omdat het zich voordoet op een oogenbiik, dat de nei gingen tot toenadering, waarop de heer Van Karnebeek in zijn antwoord zinspeelde, steeds sterker werden en het beste lieten verhoren voor eone niet ver-afgo'egen toekomst, omdat hier minstens eon stronkeisteen werd geworpen op een baan. die voor somenkomst geëffend bleek. We zullen er tevens op wijzen, dat de Gerret- sons zich tegenover ons lar.d, bij meer dan één aangelegenheid, op zeer te bespreken wijze 'heb ben aangesteld cn hulp hebben verleend non eon groep personen, die het zeer slecht hebben gediend. Het verdient ten slotte nnnmevking hoe een zeker deel der Nederlandsche pers, al of niet verkeerd ingelicht over de ware toestanden in ons land, ecno opvallende ruchtbaarheid heeft gegeven aan de uitlatingen van den hee«* Ger retson, weze het niet om daar volle goedkeuring nan te hechten, dan toch om het door zoovelen mogelijk te doen lezen. We willen dit incident echter niet buiten ver houding overdrijven, we willen veeleer de voste hoop koesteren, dat deze hindernis op den weg eener goede verstandhouding zoodra mogelijk weggeruimd worde, opdat niets meer belette de zoo lang gewenschte en zoo voor de hand lig gende samenwerking der beide buurlondcr." Bedoelde redacteur van de „Maasbode" meldt nader Op het Belgisch ministerie van buitenlandsche zaken, waar wij ons om inlichtingen hebben ge wend om te vernemen of dc Belgische regeering al dan niet aan Nederland opheldering zal vra gen over de jongste rede van den heer Gerret son, verklaarde men ons dat men de rede van minister Van Karnebeek beschouwt ols een des avoueering van de woorden van den heer Ger retson. Wat betreft de vraag of een nota-wisseling tus schen Brussel en Den Haag over bedoelde rede ■ml ontstaan, daarover wilde men hier geen in lichtingen verstrekken. Nu men in België zooveel aandacht schenkt aan de rede van het Chr.-Historische Kamerlid B. J. Gerretson, 9 dezer gehouden, volgt hier daarvan uit de Handelingen nog eens het verslag. De heer Gerretson zeide ter zake: In de eerete plaats een woord over onze po sitie in Europa, die m. i. grootendeels wordt be paald door België. Slechts weinige weken geleden hebben wij hier uit plichtsbesef, maar met een zwaar hart, een leger ontwerp aangenomen, dat onze berooide financiën een zeer zwaren duurzomen last op legt. Wij behoeven het niet onder stoelen of ban ken te steken, dat deze bewapening te land op deze schaal grootendeels noodzakelijk blijft door de houding van België. Van andere zijde dreigt ons, meende men al gemeen, in de eerstvolgende jaren althans, prec- tisch geen bezwaar. Zoover menschelijkerwijze kan worden gezien, wordt de internationale positie van Nederland op dit oogenbiik het meest bedreigd door de buitenlandsche politiek van België, zooals deze in direct en onlosmakelijk verband staat met de binnen landsche verhoudingen in dat land. Natuurlijk spreek ook ik niet .graag over de buitenlandsche, en nog minder graag over de binnenlandsche politiek vnn een naburigen Staat. Maar is de nood ons niet opgelegd? Wanneer ik zelf een rustig huisbewoner ben en ik bemerk, dot mijn bevriende buurman de belending volpakt met buskruit, dan zou ik struisvogelpolitiek voeren met te doen alsof ik niets zag en er mij, als zijnde zijn zaak, niet mede bemoeien mocht. Welke is nu de buiten landsche politiek van Bekrië, in haar noodzake lijke ontwikkeling, en welk is het verband tus schen die politiek en den binnenlandschen toe stand in België? Over de buitenlandsche politiek kan ik kort zijn. De traditioneel? politiek van België, de poli tiek, waaronder deze bevriende nabuurstaat is groot geworden, is die der verplichte en gega randeerde neutraliteit. Het is mijne diepe overtuiging, dat België op den duur zijn onafhankelijkheid alleen kon behouden, wanneer het, in welken vorm ook, die neutraliteit weet te handhaven. 3 Malcnn VAM rtMrDPN WLLEM GROENHUIZEN JBWE5.ÏEK - AMERSFOÜRT Groots keuzo door DAVID LYALL. Uit het Engelsch door Mevr. J. P. WESSELINK-VAN ROSSUM. 34 „Er is geen hulp te geven, en wat ik eigenlijk ftwam vragen, was je raad, wat ik doen kon," geide Jeanie, worstelend om haar zelfbeheer- tching te bewaren. „Daar zal later nog wel tijd genoeg voor zijn. ïe bent nu in geen geschilcten toestand, om lets te doen. Wat jij en de kinderen eigenlijk pvoodig hebt, is wat verandering. Ik heb een Ingeving. Ik heb die gekregen, terwijl je aan (het spreken waart. Je neemt ze mede naar de pimgalow te Digs we 11, voor een week of twee pn misschien kom ik daar ook. als jij er bent en Eeens, hoe je het maakt. Niemand anders be- Ive jij en ik, zal weten, waar je bent. Ik zal zelfs Peter niet zeggen." Een glimp van hoop en verwac^i>op kwam in flfcanie'a doffe oogen. Eén ding herinnerde Margaret Bain zich, toen [zij alleen was, om te peinzen over dit verhaal van teleurstelling en verkeerd begrijpen van el- I kander en dat was, dat Jeanie Heriot haar mee- j rung niet gevraagd had. Zij had slechts de feiten verteld of, wat feiten voor haar schenen te zijn en haar voornemen te kennen gegeven. Dat alles had Margaret verwonderd, want tot heden was haar geheime meening geweest, dat Jeanie Heriot een onbeduidend persoontje was, die misschien Heriot niet op prijs stelde en wie hij niets te danken had. Maar nu was zij van gedachte veranderd en had een geheel andere meening omtrent Heri- ot's huishouden. Die korte, maar treffende schil dering in woorden van Jeanie, had voor het waarnemende oog- van Margaret Bain iets meer blootgelegd dan het kloppende hart eener vrouw Daardoor was een sterke verbeelding, een zeker soort groote en ruwe macht, een persoonlijk heid, die scherp was en tegelijkertijd gevoelig en ingewikkeld, geopenbaard. Maar o zoo terug getrokken f Zoo in zichzelf gekeerd 1 Zoo Dun can Heriot ooit den sleutel bezeten had, wat Margaret geneigd was te betwijfelen, had hij dien sinds lang verloren. Terwijl Jeanie haar aanzag, zeide deze ernstig „Maar ik heb geen geld, dat te betalen. Ik kan toch je huis niet voor niets nemen I" „Kan dat niet, lieve? Maar ik verhuur geen huizen en de Bungalow is in zekeren zin alge meen eigendom van ons clubje. Er is altijd iemand, die het heeft. Wij konden daar nu juist niet langer blijven, omdat het voor het kleintje te koud was. Je kunt het huisje van nu tot Pinksteren krij gen, met het grootste genoegen. Wij gaan er dan voor de rest van den zomer heen." Daar Jeanie steeds zwiigen bleef, drom? Mar garet grwaidelfék aan* „En zelfs als je niet veel overgespaard hebt om voorraad op te doen, kunnen wij ook deze moeilijkheid te boven komen. Ik heb wat geld van mijzelf, weet je, en Peter zou er niets van weten I We kunnen ze toch niet alles vertellen, wel Dat zou niet goed voor hen zijn." Maar haar oogen vloeiden over, om die van Jeanie gezelschap te houden. „Ik heb een weinig gespaard van mijn huis houdgeld. Sta je dat heusch toe? Ik geloof, dat het mij helpen zal vooral als hij als je het hem niet vertelt of wier ook," zeide Jeanie. „Mijn lieve, hij is de laatste, wien ik het zou vertellen I" „En kan ik weggaan en hem verlaten, zonder iets te zeggen „Ik zou niet veel zeggen. Laat een brief voor hem achter, waarin je hem meldt, dat hij zich niet ongerust behoeft te maken, en ik zal wel, zoo noodig, een oogje op hem houden, lieve," zeide Margaret rustig. „Het is een krachtige maatregel, dat geef ik toe, maar de omstandig heden vereischen dien. Je moet weggaan. God geve, dat dit het noodige zal uitwerken." Reeds was Margaret's geest druk bezig met een duizendtal plannen, waarvan zij geen wil de mededeelen aan de vrouw, in wier belang zij gemaakt werden. Zij was zich bewust, en het toonde, dat zij een goede opmerkingsgave be zat dat, wat Jeanie het eerst noodig had, verandering was en afwisseling in de dagelijk- sche sleurmaar vooral, gedurende een tijd een scheiding van Heriot Want naast hem, had zij haar gevoel voor de toekomst verloren en. was in een zeer gevaarlijken geestestoestand. Margaret was vlyg in het opmerken en hande len beide en toen Jeanie ongeveer twintig mi nuten later opstond, om weg te gaan, was het pion klaar, en den dag en het uur van hun ver trek naar Digswell bepaald. Buiten op de kiezelsteenen, onder de knoppen de uitloopers van de klimroos, die spoedig het leelijke, maar nuttige glazen portiek zou ver- mooien, trachtte Jeanie haar dank uit te spre ken. „Geen woord I" zeide Margaret ernstig en streng. „Geen enkel bloedig woord, zooals mijn Alex tegen zijn zusters zegt, als zij om de heerschappij twisten. Het is niets niets, mijn waarde I Je stookt in het huis en houdt het waim voor ons, en je kinderen zullen d© echte zee zien en ik kom ook eens binnengluren en j je opzoeken, maar niemand anders zal komen. Ik zal er voor zorgen, dat hij niet komt, in ieder geval tot de goede dag aanbreekt." Terwijl ze het hek aan het eind van het por tiek opende, had een andere vrouw buiten ge wacht en had haar hand, keurig gehandschoend in grijs peau de suède, opgeheven om aan de bel te trekken. Een groote bos viooltjes op haar borst verspreidde een heerlijken geur, maar Margaret's blik werd koel en er was nauwelijks een welkomstgroet in haar oogen. „Hoe gaat het met u, juffrouw Marsden zeide zij onvriendelijk en zij zag den verschrik ten en licht gejaagden blik, die in Jeanie Heri- ot's oogen kwam, toen deze zich wegspoedde. Er was geen tijd, om ze aan elkaar voor te stellen en dat was voorzeker ook niet noodig. Elsa's glimlach was verlegen en toch leven dig, toen zij Brittannia's kleed zag. „Wat is dat Een maskerade En mag ik binnenkomen „Misschien wel en misschien niet," antwoord de Margaret droogjes. „En u kunt binnenko men, daar ik zie, dat u van zoo ver gekomen bent. Maar ik heb geen oogenbiik rust, arme vrouw, die ik ben, die tracht een eerlijk stuk brood te verdienen." Juffrouw Marsden,, die gewend was aan de Maison VAN EIMEREN. Collleur l'oHOoliMir i Colllenae WI.IKKSSTIIAAT 14. - 'l'el. 30IÏ Hoogst Moderno Salons voor DAM ES cn HEKKEN - Mnnlonre Magazijn van Parfumurioün on Toilot-Artikolon. BADINRICHTING u d ra rc o 1 I kinkhoest.asthma .influenza, schorheid bestrijdt men hel I best met een krachtig wer kend middel De zonder verdoovende bestand deelen.tast de kwaal toch in j tijn oorzaak aan. H Araersfoort ütrechtschev/sn 9. Overzicht 1921. Ingelegd: 512.311.67 Terugbetaald: 255.88G.10 Meer ingelegd: 250.128.27 Nieuwe boekjes fi 590. Effecten in bewaring: 37.310.— Geopend: ellien werk dag 10—1; ;37—9. Zaterdagavond 6%—8V2 Zaterdagmiddag geslo ten. wmaKBBÊMBBmmÊKBamm i Varkensmarkt Amersfoort:. Speciale aü«lco33i»g Na den oorlog is die verplichting en dia garantie, althans tusschen de oorlogvoerend* mogendheden en België, uiteraard vervallen, omt dat de desbetreffende verdragen helaas door den1 oorlog vernietigd waren. Nu stonden aan België Iwcc wegen open: óE die verplichte en gegarandeerde neutraliteit tö vervangen door een neutraliteit op eigen gezag) en uit eigen kracht, öf eenzijdige bondgenoot* schappen aangaan. Bftlgië heeft, zooals bekend is, den laatstert weg, voor de toekomst van ons land wellicht be denke lijken weg, gevolgd en een eenzijdig ver* drag met Frankrijk gesloten, waarvan de mili taire clausules veeg teekenl geheim zijni gebleven. Dit verbond acht ik voor dc positie van ons land gevaarlijk. Zoolang België neutraal is, is het een buffer voor Nederland; als bondgenoot vaa Frankrijk moeten wij, om strategische redenen —i ik denk aan de Maaslinie noodzakelijk in al!d conflicten van den Belgischen-Franschcn twee* bond meegesleurd worden. gewone botheid van woorden en gedrag van m<5 vrouw Bain, bemerkte niets bijzonder terügstoo* tends in deze begroeting. „Het spijt mij, dot ik zoo stoor. Het is niet bijzonder kunstzinnig, Brittonnia. Maar ik had niet veel keus. Ik ga aanstaanden Vrijdag ondctl zeil naar Amerika en door ik morgen naor De* vonshire ga, om de overblijvenden vnn mijnt familie goedendag te zeggen, had ik alleen nog) maar dezen nemiddig over om een vaarwel aart de Bei ld te gaan brengen." Margaret Buin's gelaatsuitdrukking werd on* getwijfeld vriendelijker bij deze onverwachtst mededeeling. Als Elsa Marsden uit Londen was, met da( geheele breedte van den Atlantischen Oceoart veilig tusschen hen, zou het vraagstuk van He* riot's leven gemakkelijker op te lossen zijn. Zij mocht Elsa wel, ja er wos zelfs in de groolaf vroolijkc levensopvatting van deze iets dot haat) bijzonder aantrok en ook ontwapende. Zij spruld' haar ook geheel vrij van ecnige begeerte om? kwaad te doen of om het hort eener vrouw al*; zij, te verwonden. Zij was slechts een deel vort de verlokking van Londen, die te veel onstond* vostige zielen te gronde had gericht. Dus, nadat Jeannie Heriot veilig was wegge* gaan, kwam haar bedaardheid terug, toen zij juffrouw Marsden binnenliet in het atelier enl; versche thee begon te zetten, terwijl zij al lal' bijzonderheden wilde welen omtrent dat, waf zij de Amerikaanschc onderneming noemde. Het was spoedig uitgelegd en scheen Marga* ret buitengewoon te voldoen, en ook als zee^ natuurlijk toe. Ja, als zij dieper in de zaak door* drong, zou zij misschien erkend hebben, dat hef een bijzondere tusschcnkomst der Voorzienig* heid was, opdat de Heriots nog een kans zou» den krijgen. (Wordt vervolgd)*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1922 | | pagina 5