ST
EmiLION
SCHOTERMAH 8 Zn., «tr.str. 17. Tel 145
Prof. Pekelharings Hoofdwasscherij.
A. v. d. Weg, Langesir. 23
ÜÉspaaÉÉ
EigengmÉe KinMSosÉg.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
6ELE0ENHEIRS GESCHENKEN
ABDIJSIROOP
Est Verloren Tehuis.
Per flesch f 1.60, per anker f 65-.
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
ZIE ETALAGE AIS STEEDS la KLAS «BEI
FEUILLETON'
Griep»
Catarrh
Bronchitis
Magaz. „De Dom9
teOste Jaargang
No. 204
Zaterdag
25 Februari 1922
ORIGINEELE
zeer aan te bevelen
Bordeaux, gewas 1917
Uit de Pers.
Washington en onze vloot kwestie
P De speciale correspondent der Nieuwe
o tterdamsche Courant zegt in een
Schouwing- over bovengenoemd onderwerp
Zooals .reeds zoo vaak is betoogd, en
van alle kanten wordt toegegeven, betee-
kent het aannemen van de verdragen, dat
Amerika zich terugtrekt als maritieme mo
gendheid uit de westelijke Zuidzee. Daar
mede vervalt een oorlogsgevaar, waarme
de men in den laatsten tijd ernstig meen
de, rekening te moeten houden. Onze neu
traliteit is nadien veel minder bedreigd,
dun zij scheen in de dagen, toen onze
vlootwet werd opgesteld. Niet verminderd
is dan echter het gevaar voor een recht-
streelcschen veroveringsoorlog tegen ons
koloniaal gebied van den kont van een der
mogendheden, die geen afstand hebben
gedaan van hun machtspositie in het ver
re Oosten. Dit gevaar, het zij al dan niet
denkbeeldig, zou voor ons vlootprogram
in beschouwing moeten worden genomen.
Beschouwt men de kwestie zuiver prac-
tisch, dan zijn drie standpunten mogelijk.
I. Men kan vragen r Is het gevaar voor
een aanslag op ons bezit zoo groot, dat
wij iedere verzekeringspremie, die ertegen
geeischt wordt, gewillig moeten betalen?
Of omgekeerd geformuleerdLegt ons
vlootprogram ons niet een verzekerings
premie op, die te zwaar is voor het gerin-
te risico
II. Dan kan men vragenIs de verdedi
ging tegen den rechtstreekschen aanval
van een groote maritieme mogendheid,
vooral, wanneer door anderen eerst na ge-
ruimen tijd hulp kan worden gebracht, niet
een zóó hopelooze en zuiver formeele aan
gelegenheid, dat het onverantwoordelijk
zou zijn. ons volk daarvoor in dezen tijd
zware lasten op te leggen
m. Een combinatie van voorgaande twee
vragen is mogelijk Is de kwade kans van
een veroveringsoorlog tegen onze kolo
niën onder de tegenwoordige omstandig
heden niet zóó gering, en zou in dit uiterst
onwaarschijnlijke geval de mogelijkheid
van een eenigermate effectieve verdediging
met de beraamde middelen, niet zóó klein
zijn, dot een hooge verzekeringspremie
geen zin meer heeft
Wie niet overtuigd is, dat wij ons op het
oogenbiik vrij veilig kunnen voelen voor
een veroveringsoorlog, kan over zijn on
gerustheid moeilijk spreken. Want het
eigenaardige van het gevaar van een be-
rooving van dien aard is, dat men het kan
aantrekken, door het in felle kleuren te
schetsen. Allicht zegt de aanvaller dan la
ter „Wat wilt ge, wij doen immers iets,
waarop gij steeds hebt gerekend Een
dergelijk antwoord hebben de Belgen en
Franschen van de Duitschers gekregen ten
opzichte van de neutraliteitsschennis in
1974.
Als men, zooals schrijver dezes, om tal
van redenen en waarnemingen meent, dat
onze koloniën in de naaste toekomst geen
gevaar van dezen aard dreigt, zou men er
gerust over kunnen spreken. Maar de kans
bestaat", dat een betoog van deze strekking
tegenbetoog uitlokt, on op die manier toch
middellijk een bedenkelijke uitwerking j
heeft. Wie zenuwachtig is op dit punt j
worde het best met rust gelaten, en niet i
uit zijn tent gelokt. Men moet hem pri
ori toegeven, dat de erkenning van bezits
rechten, die wij in deze dagen hebben ge- j
kregen, op zich zelf geen veiligheid biedt,
grooter dan die wij tevoren bezaten. I
De lezer kent onze beschouwing daar- j
over. Deze is trouwens bevestigd door on- j
een minister van buiten landsche zaken in
zijn groote rede in de Tweede Kamer. De
heer Van Karnebeek betoogde immers,
dat die" verklaring wenschelijk was gewor
den, doordat wij, door de verklaringen, die
onze buren elkaar wederzijds hadden ge
geven, als niet-bezitter eener dergelijke
verklaring, in een eenigszins ongunstiger
positie waren geraakt. Dit nadeel is ver
holpen doQr de mededeeling, welke onze
minister van buitenlandsche zaken, en jhr.
Béelaerts van Blokland, die na zijn ver
trek onze delegatie aanvoerde, door ver
dienstelijk diplomatiek spel hebben verkre
gen.
Iets positiefs, dat ons meer biedt dan
onze oude zekerheid, bezitten wij er dus
niet aan. Dit moet, duidelijkheidshalve,
worden geconstateerd.
Wat nu de gevaren voor onze neutrali
teit betreft, wij mogen deze niet kortzich
tig en alleen van het standpunt van het te
genwoordige oogenbiik of, beschouwen.
Schrijver dezes heeft zelf indertijd be
toogd, hoe radicaal door het terugtrekken
van Amerika uit de westelijke Zuidzee het
gevaar voor een Amerikaansch-Japan-
schen oorlog verdwenen was. Eén ding
moeten wij echter niet uit het oog verlie
zen Al heeft Amerika afstand gedaan
van zijn recht, om van Goenm een groote
vlootbasis te maken, Engeland heeft dit
geenszins gedaan ten opzichte van Singa
pore. Even hebben de Japanners een po-
ging gewaagd, om ook dit te opperen,
Maar de reactie der Engelschen op deze
proefneming was van dien aard dat de Ja
panners zich snel terugtrokken.
Er is op dit oogenbiik geen gevaar voor
een conflict tusschen Japan en de Britten.
Zal dit nog tientallen van jaren zoo blij
ven Het is mogelijk, maar men kan er
bezwaarlijk voor instaan. Ook weten wij
niet, waartoe de toenadering tusschen En
gelschen en Amerikanen, die door de Brit
ten zoo vurig werd gezocht, en die zij des
noods met gToote offers wilden betalen,
nog leiden kan."
VOORTDURENDE SPOORWEGELLENDE.
O-'er deze materie schrijft het Nieuws van
den Dag:
Wanneer in ons land een machtig lichaam:
een openbaar bestuurscollege, het be§tuur
van de post, van de spoorwegen, enz. een
impopulairen maatregel heeft genomen en
zijn zin tóch ^il doorzetten, tegen de al-
gemeene verontwaardiging m, dan pleegt
het een beproefde tactiek te volgen, beslo
ten in deze twee woorden laten praten.
Wet komt het er op aan of individuen,
vreenigingen, representatieve colleges, re
dacteurs, ingezonden-stukken-schrijvers,
protesteeren en fulmineeren Laat dat uit
razen 1 Niets daartegen doen of zoo min
mogelijk er tegen doen, en zijn gang gaan I
De eind-viclorie blijft aan de onverstoor
baarheid. We zijn immers Hollanders, en
de Hollanders zijn moeilijk in beweging te
brengen.
Helaas, dit is zoo.
En bij deze verregaande traagheid voegt
zich dan nog ons recalcitrante individualis
me omdat A. met iets begonnen is, doet B.
het „lékker niet". En aldus wordt elk al
gemeen verzet, ook tegen de alleregste
maatregelen van boven-of, gesmoord wordt
elke krachtige uiting der openbare meening
verbrokkeld en langzaam verstikt, waaruit
dan volgt wat reeds zoo vaak geconstateerd
isin Nederland heeft de publieke opinie
weinig macht.
"ft?
De keerzijde van dezen penning is, dat
hls de openbare meening in Nederland ein
delijk flink wakker wordt, ze niet zoo spoe
dig is tegen te houden, zich b 1 ij f t verzet
ten. Het traagheids-beginsel werkt dan óók
door.
Nu zijn er, gelukkig, teekenen dat dit
laatste 't geval is ten aanzien van den cllen-
digen toestand waarin het Nederlandschc
spoorwegwezen op dit oogenbiik verkeert.
„Ellendig" is een kras woord maar hot blijve
staangeen minder past hier. In oorlogs
tijd moest veel vergeven worden, en is veel
vergeven, al was het bar, zoonis men zich
toen onder motto „oorlog" nagenoeg ulles
veroorloofde ten koste van 't publiek. In den
crisistijdbleef 't al net zoo. Eens echter
moet toch de normale toestand weer bena
derd worden. Wij verlangen niet, dat de
normale toestand reeds nu geheel zou wor
den hersteld (waarlijk, wie zou van de spoor
wegdirectie „het onmogelijke" cischen I)
wél echter heeft het publiek, vrijwel willoos
aan de willekeur der directie overgeleverd,
het recht om to verlangen dat van ernstige
pogingen tot dit herstel blijk worde gege
ven.
En daar merken we niets van.
De onhygiënische, onveilige hokkenwa-
gens, in plaats van wagens met doorgang
blijven in gebruik. Gedurende de drie of
vier kou-perioden van dezen winter waren
althans in den aanvang de rijtuigen veelal
■onverwarmd of geheel onvoldoende ver
warmd de directie schijnt te meenen dat
een winter zonder vorst in Nederland regel
is, en hulpeloos verrast te worden door elk
invallen van de kou. De nieuw-ontworpen
dienstregeling voor den zomer 1922 toont
al niet veel betere verbindingen en weinig
sneller rijden dan tot dusverieder herin
nert zich van vroeger dogen nog dat mooie
sneltreintj© tusschen Amsterdam en Den
Haag iets meer dan drie kwartierthans
blijkt men 't met de uiterste pogingen tot
^versnelling" nog steeds niet vlugger dan
iets minder dan een uur te kunnen doen.
De derde-klasse moet wegens de duurte wel
veel meer door de z.g. gegoede burgerij ge
bruikt worden dan vroeger is ze dienover
eenkomstig wat netter en minder ongerief
lijk ingericht Geenszins. De Ie klasse is
immers vrijwel gereserveerd voor de enkele
nog overgebleven oweeërs, houders van vrij
kaarten en burgerlijke ambtenaren en offi
cieren, die eerste moeten of mogen reizen
„voor hun fatsoen".
Is dan misschien het spoorwegpersoneel
tevreê Komt wat aan het reizend publiek
onthouden wordt ten minste him ten goede
Ook dat niet. Het heeft er niets van.
Het allerergste is echter de toenemende,
in plaats van afnemende duurte van het
spoorwegverkeer in Nederland.
Het Nieuws van den Dag releveert te
dezen aanzien de ook door ons vermelde adres
sen van Gedeputeerde Staten van Friesland, den
A. N. W. B. en de Nederlandsche Reisvereeni-
ging.
Het k?m .ié«t beier crozegd worden. En
ols het maar van verschillende kanten goed
gezegd wordt, telkens opnieuw, moet dat
uitwerking hebben. Onze hoop gevestigd op
den Minister van Waterstaat, op wien de
steeds groeiende verontwaardiging over de
houding der spoorwegdirectie toch wel in
druk moet maken.
Wat het „reizend publiek" betreft en
daartoe behooren we, ieder op zijn beurt,
allemaal laat dat vooral niet bij de pak
ken* neer gaan zitten. Steeds blijven protes
teeren en op hetzelfde aanbeeld hameren.
Daartegen is zelfs de hardnekkigste of on
verschilligste directie niet bestand.
B«rich(ea.
NEDERLAND EN BELGIË.
De redacteur te Brussel van de „Maasbode"
schrijft
Naar aanleiding van de rede, welke de heer
Gerretson enkele dagen geleden in de Tweede
Onteilbaarmiddel tegen Hoofdroos, prijs f 0.5O Ct.
Kamer «beeft uitgesproken en die hier, zooals wij
reeds mededeelden, vrij ernstige ontstemming
heeft veroorzaakt, bevestigt „Do Standaard",
dot bedoelde rede tot een nota-wisseling tus
schen de twee regeeringen zou kunnen aanlei
ding geven, waarbij, zegt rrDe Standaard", de
Nederlandsche regeering zou kunnen worden
gewezen op het minder passende van het optre
den van het Nederlandsche Kamerlid.
En het blad vervolgt
„We betreuren dit optreden te meor, omdat
het zich voordoet op een oogenbiik, dat de nei
gingen tot toenadering, waarop de heer Van
Karnebeek in zijn antwoord zinspeelde, steeds
sterker werden en het beste lieten verhoren voor
eone niet ver-afgo'egen toekomst, omdat hier
minstens eon stronkeisteen werd geworpen op
een baan. die voor somenkomst geëffend bleek.
We zullen er tevens op wijzen, dat de Gerret-
sons zich tegenover ons lar.d, bij meer dan één
aangelegenheid, op zeer te bespreken wijze 'heb
ben aangesteld cn hulp hebben verleend non
eon groep personen, die het zeer slecht hebben
gediend.
Het verdient ten slotte nnnmevking hoe een
zeker deel der Nederlandsche pers, al of niet
verkeerd ingelicht over de ware toestanden in
ons land, ecno opvallende ruchtbaarheid heeft
gegeven aan de uitlatingen van den hee«* Ger
retson, weze het niet om daar volle goedkeuring
nan te hechten, dan toch om het door zoovelen
mogelijk te doen lezen.
We willen dit incident echter niet buiten ver
houding overdrijven, we willen veeleer de voste
hoop koesteren, dat deze hindernis op den weg
eener goede verstandhouding zoodra mogelijk
weggeruimd worde, opdat niets meer belette de
zoo lang gewenschte en zoo voor de hand lig
gende samenwerking der beide buurlondcr."
Bedoelde redacteur van de „Maasbode" meldt
nader
Op het Belgisch ministerie van buitenlandsche
zaken, waar wij ons om inlichtingen hebben ge
wend om te vernemen of dc Belgische regeering
al dan niet aan Nederland opheldering zal vra
gen over de jongste rede van den heer Gerret
son, verklaarde men ons dat men de rede van
minister Van Karnebeek beschouwt ols een des
avoueering van de woorden van den heer Ger
retson.
Wat betreft de vraag of een nota-wisseling tus
schen Brussel en Den Haag over bedoelde rede
■ml ontstaan, daarover wilde men hier geen in
lichtingen verstrekken.
Nu men in België zooveel aandacht schenkt
aan de rede van het Chr.-Historische Kamerlid
B. J. Gerretson, 9 dezer gehouden, volgt hier
daarvan uit de Handelingen nog eens het verslag.
De heer Gerretson zeide ter zake:
In de eerete plaats een woord over onze po
sitie in Europa, die m. i. grootendeels wordt be
paald door België.
Slechts weinige weken geleden hebben wij hier
uit plichtsbesef, maar met een zwaar hart, een
leger ontwerp aangenomen, dat onze berooide
financiën een zeer zwaren duurzomen last op
legt.
Wij behoeven het niet onder stoelen of ban
ken te steken, dat deze bewapening te land op
deze schaal grootendeels noodzakelijk blijft door
de houding van België.
Van andere zijde dreigt ons, meende men al
gemeen, in de eerstvolgende jaren althans, prec-
tisch geen bezwaar.
Zoover menschelijkerwijze kan worden gezien,
wordt de internationale positie van Nederland
op dit oogenbiik het meest bedreigd door de
buitenlandsche politiek van België, zooals deze
in direct en onlosmakelijk verband staat met de
binnen landsche verhoudingen in dat land.
Natuurlijk spreek ook ik niet .graag over de
buitenlandsche, en nog minder graag over de
binnenlandsche politiek vnn een naburigen Staat.
Maar is de nood ons niet opgelegd?
Wanneer ik zelf een rustig huisbewoner ben
en ik bemerk, dot mijn bevriende buurman de
belending volpakt met buskruit, dan zou ik
struisvogelpolitiek voeren met te doen alsof ik
niets zag en er mij, als zijnde zijn zaak, niet
mede bemoeien mocht. Welke is nu de buiten
landsche politiek van Bekrië, in haar noodzake
lijke ontwikkeling, en welk is het verband tus
schen die politiek en den binnenlandschen toe
stand in België?
Over de buitenlandsche politiek kan ik kort
zijn.
De traditioneel? politiek van België, de poli
tiek, waaronder deze bevriende nabuurstaat is
groot geworden, is die der verplichte en gega
randeerde neutraliteit.
Het is mijne diepe overtuiging, dat België
op den duur zijn onafhankelijkheid alleen kon
behouden, wanneer het, in welken vorm ook,
die neutraliteit weet te handhaven.
3 Malcnn VAM rtMrDPN
WLLEM GROENHUIZEN
JBWE5.ÏEK - AMERSFOÜRT
Groots keuzo
door
DAVID LYALL.
Uit het Engelsch door
Mevr. J. P. WESSELINK-VAN ROSSUM.
34
„Er is geen hulp te geven, en wat ik eigenlijk
ftwam vragen, was je raad, wat ik doen kon,"
geide Jeanie, worstelend om haar zelfbeheer-
tching te bewaren.
„Daar zal later nog wel tijd genoeg voor zijn.
ïe bent nu in geen geschilcten toestand, om
lets te doen. Wat jij en de kinderen eigenlijk
pvoodig hebt, is wat verandering. Ik heb een
Ingeving. Ik heb die gekregen, terwijl je aan
(het spreken waart. Je neemt ze mede naar de
pimgalow te Digs we 11, voor een week of twee
pn misschien kom ik daar ook. als jij er bent en
Eeens, hoe je het maakt. Niemand anders be-
Ive jij en ik, zal weten, waar je bent. Ik zal
zelfs Peter niet zeggen."
Een glimp van hoop en verwac^i>op kwam in
flfcanie'a doffe oogen.
Eén ding herinnerde Margaret Bain zich, toen
[zij alleen was, om te peinzen over dit verhaal
van teleurstelling en verkeerd begrijpen van el-
I kander en dat was, dat Jeanie Heriot haar mee-
j rung niet gevraagd had. Zij had slechts de feiten
verteld of, wat feiten voor haar schenen te zijn
en haar voornemen te kennen gegeven.
Dat alles had Margaret verwonderd, want tot
heden was haar geheime meening geweest, dat
Jeanie Heriot een onbeduidend persoontje was,
die misschien Heriot niet op prijs stelde en wie
hij niets te danken had.
Maar nu was zij van gedachte veranderd en
had een geheel andere meening omtrent Heri-
ot's huishouden. Die korte, maar treffende schil
dering in woorden van Jeanie, had voor het
waarnemende oog- van Margaret Bain iets meer
blootgelegd dan het kloppende hart eener vrouw
Daardoor was een sterke verbeelding, een zeker
soort groote en ruwe macht, een persoonlijk
heid, die scherp was en tegelijkertijd gevoelig
en ingewikkeld, geopenbaard. Maar o zoo terug
getrokken f Zoo in zichzelf gekeerd 1 Zoo Dun
can Heriot ooit den sleutel bezeten had, wat
Margaret geneigd was te betwijfelen, had hij
dien sinds lang verloren.
Terwijl Jeanie haar aanzag, zeide deze ernstig
„Maar ik heb geen geld, dat te betalen. Ik kan
toch je huis niet voor niets nemen I"
„Kan dat niet, lieve? Maar ik verhuur geen
huizen en de Bungalow is in zekeren zin alge
meen eigendom van ons clubje. Er is altijd
iemand, die het heeft. Wij konden daar nu juist
niet langer blijven, omdat het voor het kleintje
te koud was.
Je kunt het huisje van nu tot Pinksteren krij
gen, met het grootste genoegen. Wij gaan er
dan voor de rest van den zomer heen."
Daar Jeanie steeds zwiigen bleef, drom? Mar
garet grwaidelfék aan*
„En zelfs als je niet veel overgespaard hebt
om voorraad op te doen, kunnen wij ook deze
moeilijkheid te boven komen. Ik heb wat geld
van mijzelf, weet je, en Peter zou er niets van
weten I We kunnen ze toch niet alles vertellen,
wel Dat zou niet goed voor hen zijn."
Maar haar oogen vloeiden over, om die van
Jeanie gezelschap te houden.
„Ik heb een weinig gespaard van mijn huis
houdgeld. Sta je dat heusch toe? Ik geloof, dat
het mij helpen zal vooral als hij als je het
hem niet vertelt of wier ook," zeide Jeanie.
„Mijn lieve, hij is de laatste, wien ik het zou
vertellen I"
„En kan ik weggaan en hem verlaten, zonder
iets te zeggen
„Ik zou niet veel zeggen. Laat een brief voor
hem achter, waarin je hem meldt, dat hij zich
niet ongerust behoeft te maken, en ik zal wel,
zoo noodig, een oogje op hem houden, lieve,"
zeide Margaret rustig. „Het is een krachtige
maatregel, dat geef ik toe, maar de omstandig
heden vereischen dien. Je moet weggaan. God
geve, dat dit het noodige zal uitwerken."
Reeds was Margaret's geest druk bezig met
een duizendtal plannen, waarvan zij geen wil
de mededeelen aan de vrouw, in wier belang
zij gemaakt werden. Zij was zich bewust, en het
toonde, dat zij een goede opmerkingsgave be
zat dat, wat Jeanie het eerst noodig had,
verandering was en afwisseling in de dagelijk-
sche sleurmaar vooral, gedurende een tijd een
scheiding van Heriot Want naast hem, had zij
haar gevoel voor de toekomst verloren en. was
in een zeer gevaarlijken geestestoestand.
Margaret was vlyg in het opmerken en hande
len beide en toen Jeanie ongeveer twintig mi
nuten later opstond, om weg te gaan, was het
pion klaar, en den dag en het uur van hun ver
trek naar Digswell bepaald.
Buiten op de kiezelsteenen, onder de knoppen
de uitloopers van de klimroos, die spoedig het
leelijke, maar nuttige glazen portiek zou ver-
mooien, trachtte Jeanie haar dank uit te spre
ken.
„Geen woord I" zeide Margaret ernstig en
streng. „Geen enkel bloedig woord, zooals mijn
Alex tegen zijn zusters zegt, als zij om de
heerschappij twisten. Het is niets niets, mijn
waarde I Je stookt in het huis en houdt het
waim voor ons, en je kinderen zullen d© echte
zee zien en ik kom ook eens binnengluren en
j je opzoeken, maar niemand anders zal komen.
Ik zal er voor zorgen, dat hij niet komt, in ieder
geval tot de goede dag aanbreekt."
Terwijl ze het hek aan het eind van het por
tiek opende, had een andere vrouw buiten ge
wacht en had haar hand, keurig gehandschoend
in grijs peau de suède, opgeheven om aan de
bel te trekken. Een groote bos viooltjes op haar
borst verspreidde een heerlijken geur, maar
Margaret's blik werd koel en er was nauwelijks
een welkomstgroet in haar oogen.
„Hoe gaat het met u, juffrouw Marsden
zeide zij onvriendelijk en zij zag den verschrik
ten en licht gejaagden blik, die in Jeanie Heri-
ot's oogen kwam, toen deze zich wegspoedde.
Er was geen tijd, om ze aan elkaar voor te
stellen en dat was voorzeker ook niet noodig.
Elsa's glimlach was verlegen en toch leven
dig, toen zij Brittannia's kleed zag.
„Wat is dat Een maskerade En mag ik
binnenkomen
„Misschien wel en misschien niet," antwoord
de Margaret droogjes. „En u kunt binnenko
men, daar ik zie, dat u van zoo ver gekomen
bent. Maar ik heb geen oogenbiik rust, arme
vrouw, die ik ben, die tracht een eerlijk stuk
brood te verdienen."
Juffrouw Marsden,, die gewend was aan de
Maison VAN EIMEREN.
Collleur l'oHOoliMir i Colllenae
WI.IKKSSTIIAAT 14. - 'l'el. 30IÏ
Hoogst Moderno Salons voor
DAM ES cn HEKKEN - Mnnlonre
Magazijn van Parfumurioün on
Toilot-Artikolon.
BADINRICHTING
u d ra rc o 1
I
kinkhoest.asthma .influenza,
schorheid bestrijdt men hel I
best met een krachtig wer
kend middel De
zonder verdoovende bestand
deelen.tast de kwaal toch in j
tijn oorzaak aan.
H
Araersfoort
ütrechtschev/sn 9.
Overzicht 1921.
Ingelegd: 512.311.67
Terugbetaald:
255.88G.10
Meer ingelegd:
250.128.27
Nieuwe boekjes fi 590.
Effecten in bewaring:
37.310.—
Geopend: ellien werk
dag 10—1; ;37—9.
Zaterdagavond 6%—8V2
Zaterdagmiddag geslo
ten.
wmaKBBÊMBBmmÊKBamm i
Varkensmarkt Amersfoort:.
Speciale aü«lco33i»g
Na den oorlog is die verplichting en dia
garantie, althans tusschen de oorlogvoerend*
mogendheden en België, uiteraard vervallen, omt
dat de desbetreffende verdragen helaas door den1
oorlog vernietigd waren.
Nu stonden aan België Iwcc wegen open: óE
die verplichte en gegarandeerde neutraliteit tö
vervangen door een neutraliteit op eigen gezag)
en uit eigen kracht, öf eenzijdige bondgenoot*
schappen aangaan.
Bftlgië heeft, zooals bekend is, den laatstert
weg, voor de toekomst van ons land wellicht be
denke lijken weg, gevolgd en een eenzijdig ver*
drag met Frankrijk gesloten, waarvan de mili
taire clausules veeg teekenl geheim zijni
gebleven.
Dit verbond acht ik voor dc positie van ons
land gevaarlijk. Zoolang België neutraal is, is het
een buffer voor Nederland; als bondgenoot vaa
Frankrijk moeten wij, om strategische redenen —i
ik denk aan de Maaslinie noodzakelijk in al!d
conflicten van den Belgischen-Franschcn twee*
bond meegesleurd worden.
gewone botheid van woorden en gedrag van m<5
vrouw Bain, bemerkte niets bijzonder terügstoo*
tends in deze begroeting.
„Het spijt mij, dot ik zoo stoor. Het is niet
bijzonder kunstzinnig, Brittonnia. Maar ik had
niet veel keus. Ik ga aanstaanden Vrijdag ondctl
zeil naar Amerika en door ik morgen naor De*
vonshire ga, om de overblijvenden vnn mijnt
familie goedendag te zeggen, had ik alleen nog)
maar dezen nemiddig over om een vaarwel aart
de Bei ld te gaan brengen."
Margaret Buin's gelaatsuitdrukking werd on*
getwijfeld vriendelijker bij deze onverwachtst
mededeeling.
Als Elsa Marsden uit Londen was, met da(
geheele breedte van den Atlantischen Oceoart
veilig tusschen hen, zou het vraagstuk van He*
riot's leven gemakkelijker op te lossen zijn. Zij
mocht Elsa wel, ja er wos zelfs in de groolaf
vroolijkc levensopvatting van deze iets dot haat)
bijzonder aantrok en ook ontwapende. Zij spruld'
haar ook geheel vrij van ecnige begeerte om?
kwaad te doen of om het hort eener vrouw al*;
zij, te verwonden. Zij was slechts een deel vort
de verlokking van Londen, die te veel onstond*
vostige zielen te gronde had gericht.
Dus, nadat Jeannie Heriot veilig was wegge*
gaan, kwam haar bedaardheid terug, toen zij
juffrouw Marsden binnenliet in het atelier enl;
versche thee begon te zetten, terwijl zij al lal'
bijzonderheden wilde welen omtrent dat, waf
zij de Amerikaanschc onderneming noemde.
Het was spoedig uitgelegd en scheen Marga*
ret buitengewoon te voldoen, en ook als zee^
natuurlijk toe. Ja, als zij dieper in de zaak door*
drong, zou zij misschien erkend hebben, dat hef
een bijzondere tusschcnkomst der Voorzienig*
heid was, opdat de Heriots nog een kans zou»
den krijgen.
(Wordt vervolgd)*