ST. EMILION
A. v. d. Weg, Langestr. 23
GELEOENHEinS GESCHENKEN
amfrSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
ankers?..
bij I. L SCHOTERMAN IiJtwtr.'IT. Til. 14S
'BINNEN LAND.
1
Eigengemaakte Kindcikleedinq.
NutsspaarbRnk
m fmm ais steeds ie klas «ren
Eet Verloren Tehuis.
EERSTE BLAD.
9 M.iicnn VAN FIMFPPM
Magaz.
De Dom"
WILLS5V3 GROENHUIZEN
FEUILLETON.
20ste Jaargang
No. 222
^ateroaq
18 Maart 1622
ORIGINEELE
zeer aan te bevelen
Bordeaux, gewas 1917
Ce ouüe tour.
Het stelsel van Evenredige Vertegenwoor-
%figing berust op de aaneensluiting van poli
tiek gelijkgezinden in politieke partijen. Voor
Eenlingen, die slechts vertrouwensmannen
jjvillen zijn van groepen zonder beginsel, is
fer onder de vigueur van dit stelsel, in de
Volksvertegenwoordiging geen plaats. Daar-
iom 'heeft men omdat bij de zetelverdee-
ting toevallig nog eens eej) zetel zou kunnen
toevallen aan een handjevol kiezers die
Jnogelijkheid 'beperkt door de bepaling, dat
•demand verkiesbaar is indien niet zijn stem
lijst 50 van den kiesdeeler heeft, gehaald
ten bij de jongste herziening van de kieswet
heeft men dit geaccentueerd door die 50
lot 75 op te voeren.
Nu had men mogen verwachten, dat de
kiezers in 1018 reeds hadden geleerd, dat
candidaten-lijsten,_buiten de politieke par-
Ujen om gesteld, slechts een zeer geringe
kans op succes hadden. En wat nog meer
eegt dat de enkele man die toch nog juist
In de Kamer flupst, daar niets vermag uit te
floeren.
Men heeft gezien, dat de kleinere groepen,
Idle er in slaagden een afgevaardigde geko-
len te krijgen, moesten dulden, dat hunne,
iels -eenlingen gekozen, vertegenwoordigers
in één Kamerclub gingen zitten met ande
ren, waarmee zij slechts de misère van de
eenzaamheid gemeen hadden. Men heeft
gezien, hoe de kleinere partijen zich hebben
moeten vereenigen tot één grootere, in de
overtuiging, dat de proef van 1018 niet met
Bucces kon worden herhaald.
Voor de niet bij eene politieke partij aan
gesloten kiezers blijft er willen zij met hun
stem eenigen invloed uitoefenen slechts
'ééne mogelijkheid te stemmen op een lijst
van eene bestaande politieke staatspartij.
Intussojven heeft de mislukking van de
r,nieuwe partijen" en van de „groepen kie
zers" in 1018 blijkbaar niet duidelijk genoeg
gesproken. Men gaat opnieuw in de oude
fout vervallen en wellicht nog in sterker
mate dan bij de vorige verkiezing.
Reeds hebben 7;.j melding zien gemaakt
van een „onafhankelijke middenstandsgroep"
met de heer Manasse als eerste candidaat.
'Nu weet'men dat de middenstanders hoe
zeer zij de economisch gemeenschappelijke
belangen hebben, die zij in hunne organisa
ties trachten te bevorderen in politieken
zin sterk uiteenloopen. Schier in alle par
tijen vindt men middenstanders, zoodat er
voor de groep-Manasse al weinig kiezers
overblijven.
Br is voorts de groep der landbouwers (die
linksche en rechtsdhe lijs'en stelt!), die nog
eens weer wil pogen om den lachwekkend en
heer Br a-at of iemand anders zonder parle
mentaire kennis, mits hij slechts plattelander
is, in de Tweede Kamer te brengen.
En nu verluidt het, dat te Amsterdam is
opgericht de kiesvereeniging „Vrijdenkers
naar het Parlement", die in alle kieskringen
oandidatenlijsten zal indienen. Een merk
waardige „groep". Een vrijdenker is iemand,
«die zich bij zijn denken niet wil laten leiden
door eenig. dogma. In politieken zin is dit
*>ij alle vrijzinnigen het geval en deze nieuwe
groep kan dan ook slechts als nieinve, aparte,
liberale partij worden beschouwd. Bedoelen
■de he eren wellicht eene reactie tegen cleri-
eale aanmatiging? Op zich zelf is er wellicht
reden voor, de vrijzinnige partijen er aan te
berinneren, dat zij, zoo noodig, anti-cleri-
caal moeten zijn. Maar voor een afzonder
lijk optreden van anti-clericalen is er geen
enkele reden.
Behalve deze drie groepen zullen ook bij
de aanstaande verkiezingen enkele eenlin
gen in het politieke strijdperk treden. Niet
dat men ze heeft uitgenoodigd. Neen. Ze zijn
afgevaardigde geweest ze zijn het nog en
ze willen het gTaag blijven. En nu pogen zij,
of officieeier gezegd, hunne vrienden orga-
nisatietjes ad hoc in elkaar te zetten, om
hen opnieuw gekozen te krijgen.
Vroeger, onder de oude kieswet, en onder t
beperkte kiesrecht van vóór 1887 ging het
nog. Toen kon men het met ÏOOO h 1500
stemmen een heel eind sturen. Toen was een
bekende figuur in een provinciestad of zelfs
in de- hoofdstad wel door zijn vrinden in de
Kamer te brengen. Maar thans?
Zoowel de „groepen", die thans weer af
zonderlijk gaan staan, als de eenlingen, die
pogen groepen om zich te vormen, zijn wel
heel naïef, als zij op eenig succes durven
hopen.
Men ga maar eens na. In 1918 zijn er
ruim 1.340.000 stemmen uitgebracht bij de
verkiezing voor de Tweede Kamer. Nu we
dit jaar ook de vrouwen naar de stembus
zullen zien gaan, zal dit getal minstens wor
den verdubbeld, zoodat wel meer dan
2.600.000 kiezers aan de stemming zullen
deel nemen. Dit wil zeggen, dat de kie:. :e-
ler ongeveer 26000 zal bedragen en dat
eene partij slechts zoovéél afgevaardigden
zal krijgen als zij malen 26000 stemmen
uitbrengt.
Voor de „groepen", of ze nieuwe partijen
bedoelen te zijn, dan wel slechts bijloopers
van den eenen of andaren zich zelf over-
schattenden politicus, is er slechts kans een
vertegenwoordiger aan te wijzen, indien ze
ten min9te 3A van 26000, d. i. ongeveer
20.000, stemmen uitbrengen. Het is immers
onmogelijk voor eene nieuwe organisatie of
voor een organisatie ad, hoe om zooveel
menschen achter zich te vereenigen I
Nu zal men er allicht op wijzen, dat het
toch bij de stemming van 1918 mogelijk is
gebleken, met voorkeurstemmen te worden
gekozen. Dat is ook zoo. Maar thans is de
situatie anders. Deze eenlingen staan niet
op de lijst van eene politieke partij en pro-
fiteeren dus niet van het feit, dat aan die
lijst een zeker aantal "zetels worden toege
wezen. Bovendien: indien zij ook al vele per
soonlijke vrienden achter zich houden, die
genen van hunne vrienden, die lid der partij
zijn gebleven, stemmen ditmaal niet op hen,
maar op de partij.
Er komt nog iets bijde propaganda van
deze eenlingen kan slechts eene persoonlijke
zijn. Zij re presente er en geen beginsel, zij
hebben geen program. Zij komen tot de kie
zers als het ware met den bedelnap om stem
men. Hun verkiezingsrede kan, verkort, niet
anders zijn dan: „ik ben zoo'n goed Kamer
lid geweest, ik wil zoo graag Kamerlid blij
ven: Stemt mij dus". Want kritiek op ande
ren die mogelijk blijft heeft nog nooit
indruk op dè kiezers gemaakt,' indien niet de
grondslag voor die kritiek een eigen begin
sel en een eigen program was.
Zoo gelooven wij absoluut niet in de
mogelijkheid van succe9 van de drie (of
meer?) nieuwe groepen en de twee (of
meer?) persoonlijke candidaturen, die bij de
a.s. slembus in het vuur komen.
Toch achten wij zulke nieuwe groepen en
zulke privé-ondernemingen bij de stembus
een gevaar. Alle stemmen die op deze groe
pen en personen worden uitgebracht, zijn
verloren. En nu het stelsel van evenredige
vertegenwoordiging, in zijn jongsten vorm
vooral, eene bevoordeeling bevat van de
groote partijen, daar zou speciaal de vrijziiv
nig-democratische partij, nu de meeste van
die groepen op linksche stemmen speculee-
ren, van dit optreden schade kunhen onder
vinden.
Daarom is het onze plicht tegen dit gedoe
te waarschuwen, tegen deze stembus-spele-
rij, die slechts negatieve beteekenis heeft en
die de positie van de groofste partijen, van
de Roomsch-katholieke en de Sociaal-demo
cratische partijen indirect versterkt, te onzen
koste vooral.
Men begriipe dus, dat elke stem op een
eenling-candidaat of op den candidaat van
een nieuwe groep uitgebracht verloren is;
men begrijpe, dat zelfs indien één dier gToe-
pen er in zou slagen een afgevaardigde naar
Den Haag te zenden, deze deputé volslagen
machteloos zou zijn.
Men ga de parlementaire geschiedenis
van de laatste vier jaren maar na en men
zal tol de overtuiging komen, dat geen van
tie eenlingen of van de nieuwe-partij-gan-
gers in dezen tijd iets heeft kunnen berei
ken.
Men bedenke, dat reeds in 1918 onzer
zijds is gewaarschuwd tegen de politieke
vrijbuiterij, die nu weer hoogtij viert; men
erkenfve, dat onze toen gedane voorspel
lingen precies zijn uitgekomen. En men ver-
valle dus niet meer in de toen begane fout.
Men <ra voor een beginsel, voor een pro
gram ter stembus. Dan alleen is de gang
naar de stembus het bewijs, dat men van
zijne politieke wenschen en verlangens zal
doen blijken. En alleen met dit doel heeft
de wetgever den staatsburger naar de stem
bus geroepen.
Uit de Pers.
GEEN ONTWAPENING.
Wanneer men aan de sociaal-democraten
vóórhoudt, dat hun partijgenooten in België do
oorlogsbegrooting goedkeuren, de verplichte
lichamelijke opvoeding der jeugd voorstellen, als
maximum-eisch aandringen op een diensttijd
van zes maanden, in één woordmedewerken
aan de best mogelijke organisatie der landsver
dediging, dan zegt De Tij d antwoorden
de leiders der S. D. A. P.: in België werkt dc
oorïogsverbiltering nog na, welke ook de socia
listen aldaar blind maakt voor den eisch der
ontwapening. De vergelijking gaat dus niet op.
Het is daarom van belang de aandacht te
vestigen op Zweden. Het Zweedsche volk is bui
ten den oorlog gebleven, het heeft oorlogswinst
gemaakt en het wordt thans geplaagd door een
ongekende werkloosheid. In dat land is, onder
de leiding van Branting, een geheel sociaal
democratisch ministerie aan het bewind. Bij de
opening van den Rijksdog heeft de Koning een
Troonrede uitgesproken.
Dit door Branting opgemaakt regeeringspro-
gram bevat niets, volstrekt niets wat als speci-
fiek-socialistisch kan worden aangemerkt. Wat
doet Branting voor de ontwapening Mr. Mar-
chant vertelt er van in d^, „Vrijzinnig-Demo
craat":
„Wat echter bovenal de aandacht trekt is
dit, dat geen maatregelen tot socialisatie
worden aangekondigd, en dat men niet over
gaat tot ontwapening. Er is alleen een
zekere matiging waar tc nemen in do uit
gaven voor de verdediging. Toch is het
Zweedsche leger betrekkelijk sterker dan
het onze; het nnntol grieplijdcrs in het leger,
laatstelijk 10,000, leert ons, dot er heel wat
meer soldaten onder de wapenen zijn, ook
in verhouding tot de bevolking, dan bij ons.
Het is geen reden om het sociaal-democra
tische ministcrio daarvan een verwijt te ma
ken het moet weten, wat het doet. Maar
wel werpt het feit, dat de groote sociaal
democraat Branting, voorganger in de inter
nationale vredesbeweging, de regeering
voert zonder tot ontwupening over te gaan,
een eigenaardig licht op de ogtwapenings-
leuze, hier in Nederland aangeheven. Er is
toch een principieel verschil tusschen den
eisch der ontwapening in een verkiezings
program en den eisch tot geleidelijke ver
mindering der bewapening, „in de richting
van ontwapening." In een verkiezingspro
gram heeft men slechts eischen op te nemen,
voor welker vervulling men instaat, voor
het geval men na de verkiezingen de ver
antwoordelijkheid mocht dragen. Doet men
dat niet, don verbleeken deze eischen tot
leuzen zonder werkelijke, practische betee
kenis."
DE SPLIJTZWAM IN DE R. K. STAATS
PARTIJ.
De Limburger Koerier zegt, dot het
verkeerd zou zijn, de door den heer Van Cronen-
burgh c. s. ingeluide actie te beschouwen als
I enkel de uiting van ontevredenheid ecner groep
katholieke werkgevers en intellectueelcn, die ten
slotte toch geen volksmassa achter zich zullen
krijgen.
De Amsterdamsche-Hnarlcmsche groep heeft
de kat de bel aangebondenen de muizen
zijn talrijk.
Als het tot een afzonderlijke actie van
den.... loten we zeggen, meer conserva
tieven vleugel komen moest, deze zou meer
aanhang vinden, dan menigeen zich mis
schien wel voorstelt. Zeker, de arbeiders
zouden over het algemeen wel den koers
houden, waarin thans door de katholieke
partijpolitiek gevaren wordt hoewel deze
ook hen niet onder alle opzichten heeft
kunnen bevredigen maar daarnaast be
staan nog andere belangrijke kiezersgroe-
pcn.
Zoo make men zich in Den Haag niet at te
veel illusie over de onvoorwaardelijke volg
zaamheid van den middenstand jegens de
partijleiding. Dat, niettegenstaande den mo-
reelen druk van haar Politiek Advies, waar
aan althans in Limburg zelfs een straf
fe van organieke excommunicatie verbon
den werd, toch in meer dan één Kteskring
'dit advies niet in zijn geheel is gevolgd, is
reeds een veelzeggend verschijnsel.
Laten we den toestond openlijk onder de
oogen zien; dit is beter dan op een slecht
verkend terrein onder hoera-geroep te
stormen en misschien een bittere teleur
stelling te lijden.
Het bfad stelt vost, dat er ontevredenheid is
onder den Middenstand. Zijn groote grief, al
brengt hij die niet altijd onder zoovele woor
den, is, dat de voortgaande Staatsbemoeiing
handel en bedrijf beknot de achturige arbeids
dag, de opgedreven drankaccijns, de tabaksbe
lasting en een heirleger ambtenaren schept,
die op kosten van den steeds minder draag-
krachtigen belastingbetaler verhoogde loonèn,
premievrije pensioenen, vocantiegelden toelagen
genieten.
Veelal wordt wat men noemt „de Aal-
oerse-politiok", waaronder men verstaat een
onpractische belichamen van teorieën en een
te zeer wijken voor werknemersdrang, on
gunstig beoordeeld, en vraagt men zich ook
of, of de gelijkstelling van bijzonder en
openbaar onderwijs die men op zich zelf
zeer toejuicht niet op min drukkende wijze
had kunnen geschieden.
Waarbij don nog komt de ontevredenheid
over het in ons tegenwoordig kiesstelsel al
te zeer achteruitschuiven van de vrijheid
van den Staatsburger, voor de overmacht
der kiesvereenigingen
Nu is het waar, dat de middenstand een
betrekkelijk klein deel van de bevolking uit
maakt. Maar ook onder den boerenstand
heerscht misnoegen.
Het blad drukt ten bewijze daarvan een brief
met grieven der plottelandskiezers af van iemand
die het Limburgsche plattelandsleven van nabij
kent, en besluit: „Homme averti en vaut deux".
Wellicht is het nu nog tijd, om maatregelen te
nemen.
BA
Maison VAN EIMEREN
j Colfleur PosUclieiir i Coltfcuse J
t' WIJFRSSTRAAT 14. - Tol. «05 i
Hoogst Modorno Salons voor
DAMES on TIFFRFN - Manicure f
Mngazjjn van Parfumurioën on (a
Toilot-Artikolon.
BADINRICHTING
Varkensmarkt
Amersfoort,
Speciale nldeclin?
Amersfoort
UtrechtseheffRS 9.
Overzicht 1921.
Ingelogd 512.314.67
Terugbetaald
255.886.40
Meer ingelegd:
256.428.27
Nieuwe boekjes A 590.
Effecten ift bewaring:
37.310
Geopend: eiken werk
dag 10—1; 3—7-8.
Zaterdagavond GVz8V*
Zaterdagmiddag geslo
ten.
DE BRIELSCHE FEESTEN.
Nuur aanleiding van de aanstaande feestelijka
herdenking van de inneming von Den Bricl
wijst Het Centrum er op, dat die feesten
geen confessioneel of antipapistisch karakter
hebben, doch von historisch-stualkundigcn aovd
zijn.
Do verovering van Den Briel ging gepaard
met feiten, welke thans zeker niemand meer in
bescherming zal nemen, of zelfs maar vergoed
lijken, en die destijds reeds niet gewild waren
door den Prins van Oranje.
Dot men dio feiten huldigend zou gaan her*
denken is dus natuurlijk uitgesloten.
En evenzoo dient er op gewezen in dit veri
bond, dat dc strijd tegen de Spaansche ovciv
heersching geenszins het werk von de nanhan«
gers der nieuwe religie alléén is geweest.
„Daarom is bij de herdenking van het
historische wapenfeit op I April het noo-
dige onderscheid te maken en dient daarbij
enkel naar voren gebracht, wot ons als
gpede vaderlanders vereenigen kun en ver«
eenigen moet.
De geschiedenis heeft sinds lang haai
vonnis gestreken over de uitspattingen en
wreedheden van een Lumey en consorten
en het ruwe oorlog-voeren van dien tijd.
Maar zij heeft tevens de waarde vastge
legd van hetgeen op den eersten dag van
Grasmaand 1572 geschiedde voor onzo
worsteling om de onafhankelijkheid.
En in dit licht het éénige juiste en het
éénigo goede beschouwd, kunnen allo
Nederlanders eikonder bij de aanstaande
herdenking ontmoeten, bezield cn ge drevel»
door eenzelfde nationale gedachte."
Berichten.
Personcelvoorziening Indische dienst
Verschenen is het vcrsldfc von de StaatscOm^
missie ter bevordering de personcelvoorziening
voor den Indischen dienst, welke commissie
op 16 April 1921 geinstolleeid werd.
De commissie heeft te dier zake een bestaan-
den ongunstigen toestand geconstateerd, dief
een gevolg is van den oorlog als tijdelijke!
JUWELIER - AMERSFOORT
Groote keuze
door
DAVID L7ALL.
Uit het Engelsch door
XWevr. J. P. WESSELINK-VAN ROSSUM.
52
Henry Hunt was een oogenblik stil en dacht
can Enid Ferror s jongen den verloren zoon,
wiens naam nooit in het huis genoemd werd
.maar een gevoelige snaar in zijn binnenste waar-
Schuwde hem, zooals die Ferguson niet ge
waarschuwd had, dat het nu geen gunstig
pogenb! k was, dit onderwerp aan te roeren.
jrHet behoeft niet noodzakelijk naar die kana
len te gaan, ofschoon ik niet ontken, dat ze
goed zijn, Tom. Ik dacht aan het leven van en
kele schepsels, die steeds hun leven buiten de
ron hebben moeten doorbrengen, door gebrek
aan een weinig geld, dat goed besteed was ge
worden, op het juiste oogenblik of slechts voor
beschoten. Noordelijk Londen zit er vol van
geheel Londen is een rijk veld, Tom I Een zeer
m veld f Op die manier gebruikt ge uw «chat
voor den hemel, bevrijd van mot en roest. Denk
er eens over."
Barclay Speed gaf geen antwoord, maar ven-
anderde van onderwerp en Hunt verbeeldde
zich, dat hij het afgeslagen had. Maar preeken
worden somtijds buiten den preekstoel gepre
dikt. Vickary Hunt's woorden hadden weer eens
doel getroffen I
HOOFDSTUK XVI.
Dan Ferguson bevond zich dien namiddag
laat in den pastorietuin met Joy. Hij wist niet
hoe het gekomen was. Zij hadden over sleutel-,
bloemen gepraat en zij had hem uitgenoodigd,
eens te kijken naar het kleine dal dat zich, als
een vergezicht uit een sprookje verspreidde van
de helling van den pastorietuin tot het verlo
ren ging in de uitzichten van het Park van
Upleys. Er was geen tuin in heel Upleys dien
men daarmede vergelijken kon hij was zoo
oud, zoo rijk, zoo afgezonderd en cenig.
„Dc heb nog nooit iets dergelijks gezien,"
zeide Ferguson met verrukte bewondering.
Hij had een levendig oog voor natuurschoon,
en een bos goedkoope lentebloemen van een
venterskar in High Street, Camden Town had
den hem reeds eerder een gevoel gegeven, of
hij tranen zou storten. Een vreemd mengsel en
mengelmoes von hoedanigheden en grillen was
deze man, maar Joy vond, dat men hem ge
makkelijk leerde kennen.
„De sleutelbloemen zijn prachtig, niet zei-
de zij, zich op een voet staande houdend op
het bruggetje, dat het riviertje onder aan den
tuin overspande, waar het zich in bochten door
het dal wrong. De,, beide kanten van het stroom
pje waren bezaaid met de op sterren gelijkende
bloemen en de zachte heerlijke geur verzoette
de scherpe lucht
„Het was ©en naamgenoote van mir, die hier
de eerste sleutelbloemen geplant heeft. U weet,
dat Sussex beroemd is om zijn sleutelbloemen,
maar er waren er geen in Upleys. Het was een
verwijt voor de plaats en den eersten keer, dat
zij naar haar eigen tehuis terugging aan den
anderen kant van het graafschap rechts te
rug van de zee, weet u bracht zij een plant
met wortel mee. Telkens als zij terugging,
bracht zij er een meeen zie nu eens I
Zoudt u niet gaarne zulk een grafmonument
hebben, liever dan een tombe in een kapel Een
van die aardige kappen met dien grooten hals
kraag in de Maria-Kape! is van haar maar dit
is haar eigenlijke gedenksteen. Op Woensdag
komen alle Upleys-kinderen hier met hun
mandjes en zoeken ze voor de gasthuizen. Dan
herinneren zij zich Vrouwe Joyce, en zegenen
haar naam."
„Het is een lieflijk pjekje. Het schijnt mij
Iets in het geheugen terug te roepen. Ik ben bij
de zee geboren, maar ik heb een grootmoeder
op het land gehad. Zij leefde in een huisje aan
den rand van het bosch en dat had sleutelbloe
men. Ik geloof niet, dat ik ze sedert heb zien
groeien."
„Maar wat verschrikkelijk I" zeide Joyce met
een uitdrukking van ernstig medegevoel. „Nu
zal ik u een ruikertje geven en u moet mij be
loven het te«-bewaren tot u weer hier komt, om
ze te zien opgroeien. Belooft u het Het zal u
niet zooveel moeite kosten, want natuurlijk
zult u heel dikwijls naar Upleys komen, als u
met Naomi getrouwd is."
Dus zelfs in de Oude Pastorie van Upleys
werd het als een feit aangenomen, dat de
Speeds zich geheel van hem meester zouden
maken. Ferguson verhardde zijn ziel.
„Daaromtrent ben ik nog zoo zeker niet Dc
krijg niet veel vacantiedagen."
„Ik heb van oom Henry gehoord, hoe hard u
werkt en hoe vriendelijk are voor iedereen zijt,
maar vooral voor de armen. Misschien ontmoe
ten wij elkaar verder wel eens in de St Bede's
parochie. Ik zal u vertellen,- dat er zeer spoe
dig groote dingen in onze levens zullen gebeu
ren. Moeder heeft mij vandaag verteld, dat zij
nu eindelijk vastbesloten is, om met oom Henry
te gaan samenwonen. Hij heeft dat altijd gaarne
gewild, zooals u wel zult weten."
„En zult ge nl deze schoonheid verlate», die
zulk een gepaste omgeving voor u schrjnt te
zijn
„O, zegt u dat nu ook niet," riep Joy, terwijl
zij opkeek van de helling van den oever, waar
zij neergeknield was, om haar ruiker te pluk
ken. „Nu, wacht een oogenblik tot ik hier klaar
ben en dan zal ik u er meer van vertellen."
Ferguson lag met zijn urmen op de leuning
van de oude brug en sloeg dit schouwspel ga
de, dat later nooit uit zijn herinnering ver
dween. In ieder leven blijven standvastig ze
kere herinneringen, die het met iemand deelt.
Ze te bewaren en liefkoozend te herdenken, is
niet noodzakelijk onoprecht zijn tegen uiterlijke
en zichtbare banden en weinig mannen zijn er
slechter om, dot zij de herinneringen bewaard
hebben. Zeer dikwijls vormen die herinneringen
een gedeelte van een altaar.
Joy's handige vingers verzamelden vlug de
weinige bloemen, die er voor een ruikertje noo
dig waren. Zij rangschikte ze in hun koele,
groene bladeren en overhandigde ze hem met
een glimlach.
„Nu hebt u geen andere keuze dan vriende
lijk te zijn," zeide zij ondeugend. Ik zal een
halve minuut gaan zitten en alles uitleggen. U
moet weten, dat ik gewenscht heb, verpleeg
ster te worden, sinds ik heel klein was en dat
ik een werkelijk poppenhospitaal met spalken
en zwachtels en een operatictafel gehad heb.'
„In de werkelijkheid is het een moeilijk le
ven." zeide Ferguson haastig en zou er bijiv»
bijgevoegd hebben „cn neemt iemands bestal
jaren weg."
„Maar slechts moeilijke dingen zijn waard,,
gedaan te worden. Ieder lui mensch kon een
paar sleutelbloemen plukken of bij het be<7
zitten lezen van een hutbewoner. Ik wil werkos
lijk werk doen."
„Toch zal het niet goed voor je zijn," zeid*
Ferguson onbeholpen.
„Nu, zeg mij dan alsjeblieft eens waarom
niet. Dat zegt iedereen, als ik het eens waagj
over mijn geheime verlangens te spreken. Waaïl
om neemt niemand het ernstig op
„Wel, zie je wel; zie je Maar Hij kwant
niet verderen Joy, die bemerkte, dat hij ho*
peloos aan het hakkelen was, trachtte hem t<
helpen.
„Oom Henry zeide mij den allerlaatsten keef,
dat wij erover gesproken hebben, dat het mijnt
bezigheid is te bloeien."
„Precies," riep Ferguson gretig. „Dat heb ilf
willen zeggen maar ik beheersch mijn woorden*
keus niet zoo als Mr. Hunt."
„Maar sedert hij gezien heeft, dat ik moedefl
met goed gevolg verpleegd heb, is hij gezeglij*
leer geworden," zeide Joy, n\et een kaimen zm
gevierenden klank in haar stem.
„En als wij naar de St. Bede's pastorie goniy
word ik werkelijk een zuster van het volk voof,
oom Henry. Gelooft a niet in zusters van hel
volk
„Zeker. Dc heb er velen ontmoet. Er is een
post in een van de stegen van het Leger de3
Heils in Somers Town cn dat is de plaats opt
aarde, die het dichtst bij de poorten des he*
mels is."
„Het Leger des Heils f" riep Joy adem!oo%
„O, vertel mij wat ervan
(Wordt vervolgd),