FONTEIN SCHIPPERS AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander ST. EMILION bij 1. k SCHUURMAN S In., liir.sSr. 1?. Tel. 145 A. v. d. Weg, Langestr. 23 [jgengemaskte RiiMMing. Haat uwe HEROS repareeren! Speciaal adres vaar OPTIEK binnenland. Electro Technisch ft Sanitair Suresu tt Meobileirinp, Kunsthandel. Bshsngsrij en Stoffesrdarij. F er fflesch f 1.©Oa p©r ankes* f 65-. TWEEDE BLAD. TIJDELIJKE AANBIEDING GOEDKOOPE FRANSCHE TOILETZEEP. 1 DAMES en 10ECRFN - Manicure <1 Badkamer installaties Prima Bad- en Sianaoeijser f 140 NSagaz. „De Dom" Speciale nhlccling WiLLES^I GROENHUIZEN JDWFXI'it Het aangewezen adres voor Zeveren Kransen, Takken en alle soorten medaPtes. FEUILLETON, BE genezer G. V&N DUIN, -20e Jaargang No. 268 Zaterdag 3 Mei 3822 LANGESTRAAT 24. Tel. Int. 498. Amersfoort ORiGINEELE zeer aan te beveien Bordeaux, gewas J917 Uit de Pers. KATHOLIEKEN EN SOCIAAL DEMOCRATEN. Dver het vraagstuk van het samengaan tus- jlchcn katholieken en sociaal-democraten schrijft fcHet Volk": „Naast de oprichting der nieuwe katho lieke partij blijft het voornaamste punt van beroering in de oude partij het vraagstuk van evejitueele kabineissamenwerking met de S. D. A. P. Telken? weer duikt het onder werp in de katholieke pers op en do toon van bespreking wordt steeds meer verhit, naarmate de Utrechtsche bondsdag nadert, waar, door de indiening van een Friesch voorstel, de een of andere beslissing geno- Tnen moet worden. Er worden twee stroomingen open baar. De eene, waartoe o. a. de Bondsvoorzitter baron Van Wijnber gen, de indieners van het Friesche voorstel en de Haagscho briefschrijver van JDe Tijd" behooren, wil een bepaald ver bod der samenwerking van de bondsver gadering uitlokken. De andere strooming, die o.a. het Kamerlid Bomans, den Amster- damschen wethouder'Wierdels en, naar zijn allervoorzichtigste uitlatingen te oordeelen, ook den fraktievoorzitter Nolens omvat, wil een uitspraak der bondsvergadering vermijden cn de zaak voor het geval dat zij praktisch aan de orde komt, naar de partij leiders ter beslissing verwijzen. Een stroo- ming die een positieve, zij het ook slechts principieele uitspraak ten gunste van de mogelijkheid der samenwerking nastreeft, treedt niet openliik aan het licht. Het kat holieke „Huisgezin" schreef dezer dagen „Ni°mend v il et". Dit is echter blijkbaar niet waar. Oo" de Hagenaar van „De Tijd" schrijf*, „dat er onder de onzen (katholie ken) zifn geweest, die hun sympathie voor een samengaan met socialisten niet onder stoelen of banken hebben gestoken en ook thans nog riet steken" en zegt dat men van dezulken „vooraan za"-" op de Utrechtsche Veraart-konferentie. Vost staat trouwens, dat onder de katholieke arbeiders velen de samenwerking begeeven. Zij houden zich echter stil en mengen z.ich onder de tegen standers van eenigerlei uitspraak der bonds vergadering. Hierin heeft men waarschijn lijk te zien eenerz:id<? een rekening houden met de bekende door baron Van Wijnbergen uitgelokte uitspraak der bisschoppen ten gun s'.e van de voortzetting der koalitie, ander zijds een taktisch schuilgaan, ten einde niet nieuw water op de Cranenburghsche molens te drijven. Deze opvatting wordt bevestigd door wat een inzender aan hef „Huisgezin" schreef, n 1. „dat, als de Bondsvergadering van 13 Mei niet in overgrote meerderheid de dui delijke uitspreek aflegt, in geen geval, on der geen omstandigheden, een samengaan met de S. D. A. P. te aanvaarden, elle onte vredenen „met de richting der politiek", ook die nu nog in het verband der katho lieke Staatspartij zijn gebleven, op de kan didaten der Nieuwe Katholieke Partij zul len stemmen, daar deze geen samengaan met de S. D. A. P. wil in geen geval en on der geen omstandigheden". Volgens dit inzicht zou dus, behalve het van eenig katholiek beginsel, dat zich le gen de samenwerking veïzet, geen sprake is, zooals uit de door een onzer ondcrgc- teekende verklaringen van den Duitschcn minister Giesberts en uit de daarbij geheel aansluitende inlichtingen van den Berlijn- schen korrespondent van „De Tijd" wel af doende gebleken is. Trouwens, bij de hui dige diskussie in de katholieke pers wordt van eenig begins el verzet ook niet meer gerept" hoofd van Aalberse, ook na diens vernede ring, de prijs voor het behoud van wat er van de katholieke eenheid is overgebleven, moeten bestaan, niet enkel maar in het vermijden van een uitspraak ten gunste ven de samenwerking, maar in een beslist afwijken van zulk een samengaan, een af wijzing in den trant ols de heer Wijnbergen haar geformuleerd heeftnooit, onder geen beding, in geen geval. Dit is ook het standpunt, dat de Haog- sche briefschrijver van „De Tijd" inneemt. Zijn redeneering is als volgtde S. D. A. P. is een klassepartij, de Vrijheidsbond daar door ook de katholieke partij echter om vat alle klassen, de anti-revolutionairen en christelijk-historischen ook daarom kun nen de katholieken alleen met deze laatstcn samengaan. Dit licht hij nader als volgt too „Een samengaan met hetzij sociaal-de mocraten alléén, hetzij met den Vrijheids bond alléén, is om de aangegeven reden een politieke onmogelijkheid, zoolang de katholieke partij één is en één wil zijn. Een dergelijk samengaan zou alleen uit dien hoofde de ééne partij (bedoeld is de oude katholieke) zóó hopeloos kapot trappen, dat geen krammen of lijmen ooit in staat zou zijn er nog een vertoonbaar geheel van te maken". Aan een zuiver partij-politiek belang moet dus het sociale belang der kleine lui den worden opgeofferd. Dat dit ook zou gebeuren door voortzetting der koalitie, wanneer die het nog weer eens tot regee- ringsmeerderheid bracht, wordt door me nig katholiek arbeider zeer wel ingezien. De onti-revolulionnaire en christelijk-his- torische partijen toch, al verecnigen zij dan ook „alle klassen", zijn, o.a. door hun hevig militairisme, geheel in reaklionoir vaar-1 water verzeild en drijven, naarmate de ekonomische krisis aanhoudt, steeds verder in die richting af. Dat zij in cn kort na November 1918 hun leven schenen te bete ren, hebben zij met alle burgerpartijen ge meen en zegt dan ook niets dat vleugje is grondig voorbij. De besliste afwijzing van een samengaan met een niet-rechtsche partij, voor het ge val er geen rechtsche rfteerderheid tot stand komt, zou natuurlijk ook beteekenen, dat aan naakle-politiek het wezen van het parlemen .visme, de parlementaire regee ring, ten offe" gebracht werd. Dan zou nog slechrs een huiten-parlementaire regeering een cmbtenan.s-regeering mogelijk zij*», wat met een groote vermindering van den invloed dor volksveilegenwoordiging, dus van het algemeen kiesrecht, gepaard zou gaan. Een vooruitzicht, dat de katholieke arbeiders al even weinig moet aantrekken. De ui'-spraak der katholieke bondsverga dering van a.s. Zaterdag is dus wel van be- teekenis. De katholieke staatspartij moet natuurlijk weten wat zij doet. Maar ols zij elke mogelijkheid van samengaan met de socialisten afsnijdt, zal zij niet kunnen ont komen aan de verantwoordelijkheid van de gevolgen, die haar allicht zwaar aangere kend zullen worden. En dit te meer, wijl WAT THANS BOVENAL MOET WORDEN VERLANGD. In no. IV der geschriften van de Vereeniging voor Nationale, Vrij-Economischc Staatkunde, schrijft prof. Verrijn Stuart o. m.: „!n een tijd, die bovenal roept om uit breiding der productie cn inperking van het verbruik wordt een politiek gevolgd, wejkc in beide, opzichten tot het directe tegendeel moet voeren. De werktijd werd aanzienlijk ingekort, op een volstrekt eenvormige wijze, en zonder de vragen ook slechts te over wegen, waar in ieder beroep de grens ligt waar voorbij de werkduur het productief resultaat van den arbeid goot bcnadeelen, en 6f werkelijk deze gTens werd overschre den; met het gevolg, dat de productiekos ten stegen, cn de voortbrenging werd inge krompen. Door een joekelooze werkloozen- verzorging uit de openbare kassen, wordt een in de tegenwoordige tijden onhoudbaar geworden peil der geldlooncn kunstmatig gehandhaafd, en een aanmerkelijk aantal valide arbeiders er van teruggehouden om hun arbeidskracht aan het maatschappelijk herstel te doen ten goede komen. Zij ver teren een stuk van het maatschappelijk in komen, zonder tot de vorming daarvan hun nerzijds bij te dragen. In stede van dat deel van de arbeiders, hetwelk de hooge geld looncn nog kan verdienen, te prikkelen tot zuinigheid en besparing, worden hun de lasten der voorziening in allerlei behoeften van de schouders genomen, en nieuwe behoeften bij hen gewekt. Het toekennen van een aantal vacanticdagen met behoud van loon aan het ont zaggelijk toegenomen personeel in overheidsdienst is niet genoeg; uit de be lastinggelden moet een rcispotje voor hen worden gevormd, om hen toch vooral te be wegen er in werkelijkheid ook op uit te trekken, wat uiteraard bij de arbeiders, die niet in overheidsdienst zijn, tot navolging opwekt. De kosten van dit alles worden' verhaald op de weinige betrekkelijk welgc- stelden, die er goed voor heetcn. Weet men T.ol, dat van de 965954 personen, die in ons land volgens de laatste bekende ko hieren (van 1919/20) in de rijksinkomsten belasting waren aangeslagen, slechts 24221 een inkomen boven f 10.000 genoten, 44425 een tusschen 5000 cn f 10.000, tegen 897308 wier inkomen de f 5000 niet haalde? Ons belastingstelsel nu legt den belastingdruk voor een overwegend deel op de schouders van de zoo kleine in de eerste plaats genoemde groep. Met het gevolg, dat de mogelijkheid der kapitaalvorming, welke zoo als wel vanzelf spreekt, zeker niet uitsluitend, maar toch. in hoofdzaak uit de groote inkomens geschiedt, zeer aanmerke lijk wordt beperkt. Het beeld, hetwelk onze volkshuishou ding biedt in deze laatste jaren, is dat van een aanzienlijke beperking der voortbren ging, een toenemende bemoeilijking van de kapitaalvorming, en een kunstmatige prik keling van het verbruik, alles onder leiding cn steun van de overheid. Er kan niet de minste twijfel bestaan nopens de vraag, waar dit in zeer nabije toekomst op moet uitloopen. De onvermijdelijke crisis teekent zich nu reeds van dag tot dag schei-per af. In den boezem van verschillende politieke partijen ontwaakt dan ook het besef, dat het zóó niet langer kan en mag gaan. En nu de oude scheidingslijnen tusschen rechts cn links, na do beëindiging van den schoolstrijd haar beteekenis verloren hebben, althans tegenover de vragen, v/elke nu en in de naaste toekomst het staatkun dig leven zullen beheerschen, geheel op den achtergrond zijn gedrongen, zouden wij niets liever wenschen, zegt prof. V. S., als onze jonge organisatie het instrument te zien worden tot het samenbrengen ven de gelijkgezinden uit de ver schillende partijen in een groote centrum-groep, welke wordt gedragen door de overtuiging, dat cene nationale, vrij-economische staatkunde in de plaats behoort te treden van de staatkunde laatstelijk ten onzent gevolgd. Het gevaar schijnt Sch. niet denkbeeldig, dot thans breede kringen der arbeidersbevolking hel verzet tegen de sociaal-economische politiek dei laatste jaren cn het is geenszins enkel don tijd na November 1918 aan welken wij thans denken zullen beschouwen als de uiting eencr benepen belongenpolitiek der bezittende klasse. Er is maar één middel om den toestond te redden: onbevreesd voor mogelijk non- vankei ijk verlies van Kamer- cn Randszetels den kiezers, den arbeiders bovenal, voor houden het beginsel der economische vrij heid als biedende, in tegenstelling tot dat der staats voogdij, waarborgen voor socialen vooruitgang en voor herstel van de ge schokte volkswelvaart. Niet voldoende is het de thans zoo ern stig gevoelde nadoelen van de overheids bemoeiing met het bedrijfsleven, hom kostbaarheid, haar grove misgrepen, haar noren nasleep de ambtenarij in het licht te stellen. Met een houding van afweer cn veï zet alleen komt men ct niet meer. Posi tief moet daartegenover het beginsel van do economische autonomie der individuen en der door hen in vrijheid gevormde organi saties worden verdedigd. De verfoeilijke leer van den klassenstrijd, die de volksziel heeft vergiftigd, moet ver vangen worden door het inzicht, dot een toegewijde' medewerking in het maatschap pelijk bedrijf in de eerste plants ook een direct oibeidersbelang is, wijl zij de voor waarde is zoowel voor de verwezenlijking van een bevredigend loonpeil, ols voor een ruime productie. In stede van voor de be hartiging van persoonlijke of groepsbelan gen den arbeiders te leeren uitzien naar den Staot, behoort him de overtuiging te worden bijgebracht, dat do Staat op economisch gebied niets vermag wat de maatschappij, in vrijheid zich ontwikkelend, niet beter, met soepeler aanpassing aan de gevoelde be hoeften en doeltreffender, zuiniger gebruik van de technische mogelijkheden, kan vol brengen. Het moet den arbeiders duidelijk kunnen worden gemaakt, dat een overmatige belastingdruk, welker opbrengst voor do dekking der verbruiksbehoeften der arbei ders wordt bestemd, ten slotte het volks vermogen aantast, en daardoor de productie- mogelijkheid beperkt, wat onvermijdelijk de welvaart niet enkel van de belastingschuldi gen, maar van de geheele bevolking, v^mr- von de arbeiders zelve het grootste deel vormen, schaadt; en dat, daartegenover, kapitaalvorming, wijl kapitaal onmogelijk uit eigen kracht alleen rente kweeken kan, beteekent vraag naar arbeid, vermeerdering van werkgelegenheid, mogelijkheid van loonstijging derhalve. Kortom beginsel moet gesteld worden tegenover beginsel. Berichten. „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS". In de op 9 Mei te Amsterdam gehouden jaarlijksche algemeene vergadering der vereeni ging van directeuren van dagbladen in Neder land „de Nederlondsche Dagbladpers" werd bij de opening dier samenkomst door den waarne mend voorzitter, den heer Chr. A. Vieweg, her innerd aan het verlies dat de vereeniging se dert de vorige jaarvergadering geleden had door het afsterven van den voorzitter, den heer A. G. Boissevain. Hij stelde daarna in één korte eenvoudige rede nog eens in het licht het vele dat de overledene in het belang der vereeniging en in dat der Nederlondsche Dag bladpers had gedaan. Dc rede van den heer Vieweg weid door de vergadering staande aangehoord. Daarna volgde de behandeling der agenda. Tot bestuursleden werden gekozen in de plaats van wijlen den heer A. G. Boissevain, de heer J. Funke, directeur van het „Nieuws v. <L Dag" en in de plaats van de heeren J. H. Dei- bel, „Middelb. Ct." (niet herkiesbaar), de heer mr. J. K. H. van Roosmalen, directeur der „Prov Nooid-Brab. en 's-Heilogenbossche Ct" terwijl de heer N. Nijgh, directeur de „Nieuwe Rott. Ct.' (herkiesbaar) werd herkozen. Besloten werd dat de volgende jaarvergade ring zal worden gehouden te Nijmegen. In behandeling kwam daarna een voorstel van het bestuur om in samenwerking met de Maison VAN EIMEREN. Coiffeur P«.sliohcwr Coifietiae WIJFRSSTRAAT 14. - Tel. 205 j! Hoogst Modern© Salons voor Magazijn van ParfumurioBn on (6 Toilot-Arfikolon. r? BAD9NRICHTING 5 v.fo. L. A. WAM RUE Co. LANGESTRAAT 79 - TEL. 29 Dezg geysers z(jn in onzezaakin werking te zien. Varkensmarkt - Amersfoort „Nedorl. Journalisten-Kring" en de „R.-K. Jour nalisten Vereeniging" een pensioenregeling in het leven te roepen door directies cn journalis ten gezamenlijk. Na uitvoerige discussie nam dc vergadering met groote meerderheid van stemmen aan het beginsel dat iedere directie zich bereid verklaart voor eiken in haar dienst zijnden journalist een pensioen-toeslag te geven ten bedrage van ten minste 5 van het salaris, onder voorwaard© dat deze door den journalist ten minste met een gelijk bedrog wordt aangevuld. De overige punten werden met ecnige reduc tiewijzigingen goedgekeurd en het zoo geamen deerde voorstel van het bestuur in zijn geheel aangenomen. In een gedurende de pauze gehouden be stuursvergadering koos het bestuur tot voorzit ter der vereeniging den waarnemend voorzitter den heer Chr. A. Vieweg, directeur der Prov. Geldersche en Nijmeegsche Courant, die ver klaarde dat hij de benoeming althans voor één jaar zou aannemen. Tot onder-voorzitter werd aangewezen do heer J. Funke. MIJ. TOT NUT VAN T ALGEMEEN. De algemeone vergadering "Van de Mij, tot Nut van 't Algemeen is bepaald op Woens dag 7 Juni. Op dc Agenda staat een voorstel om bij wijze van proef voor een jaar uit den post sprekers vanwege bet hoofdbestuur geen gelden beschikbaar gesteld; dc 8000 die in de laatste jaren voor dit doel werden uitge trokken worden in het jaar 1022-23 bestemd voor het instellen van studieclubs voorna melijk ten platteland©, in den geest van dc Engelsebe Tutorial Glasses. De lieer A. II. Gerhard zal inleiden bet standpunt der Maatschappij inzake bet la ger onderwijs en daarbij de volgende stellin gen ontwikkelen: A. Als het meest gewenschte schooltype" worde door het Nut voorop gesteld do open bare ..neutrale" school, die aan den socialen eisch der ..ecnheidsschool" voldoet en aan de didaktische bezwaren door losser klassd verband tegemoet komt. Het Nut gebruike al ziin invloed in eigen' kring en daarbuiten door voorlichting van het publiek cn aandrang op de autoriteiten om dit schooltype te propageeren, zonder daarbij te vervallen in kleineerende bestrij ding of vijandelijkheden togen andere schooltypen. B. Voor zoover de ingrijpende hervor ming van ons schoolwezen onder A bepleit in het openbaar onderwijs nog niet kan worden verwezenlijkt, steune het Nut po gingen om ook onder dc nieuwe wet het Een leven zonder doel is geen leven. door ROBERT HERRICK. Het meisje had haar oogen moe gesloten en »ng bleek en stil in haar kussens. Zij scheen óacr keuze gedaan te hebben en nu wachtte zij op hem cm zijn deel te volbrengen. „Neem die vrouw mee," zei hij op beslisten tcon tegen Vera Councillor. „Laat de patiënt toch in vredes naam rust hebben en u," Zei hij'tegen den kleinen dokter, „gaat u mei *ne mee. Ik heb uw hulp noodig." Plotseling na dat vastberaden „ja" was het olsof hij een ander man was geworden, niet langer onverschillig aarzelend en verlegen, maar overtuigd van zichzelf deelde hij,zijn be velen uit. Hij keerde zich om naar het meisje, dat haar oogen open deed en hem aankeek me# een poging' tot een flauwen glimlach. nik zal gauw terug zijn," zei hij.,.,We moe ten geen tijd meer verliezen." Een glimlach verlichtte nu haar gezichtje en Be sloot weer haar oogen. f/Ga mee," zei hij haastig tegen den kleinen dokter en hij ging ded eur uil, gevolgd op de Iiielen door den ander. In de groote huiskamer had Vera Councillor heel wat te stellen met de moeder. Men hoordo haar kalme stem tusschen het zenuwachtig druk gepraat van de oudere vrouw. „Hij mag het niet doen ik wil het niet heb" ben we zullen iemand laten komen het duurt maar twee dagen eer we iemand uit de stad kunnen hebben geen zusters heele- maal gefen hulp o, waarom ben ik ooit naar dat vreeselijke oord toe gegaan I" „Nel heeft zelf het besluit genomen," hoordo je weer de kalme stem. „Het is haar eenigo kans." De jonge dokter volgde den vreemdeling zoo onderdanig als een kantoorklerk. Ze gingen de lange houten trap af naar het bootenhuis en haastten zich toen om de zeilboot los te maken en het zeil op te zetten. Vera Councillor zag uit de verte den grooten, mageren man op den achtersteen staan, zijn hand aan het roer. Ze kon zien, dat hij zijn orders gaf aan den kleinen dokter. „Op en t op een man dat is hij I" mompel de ze in zichzelf terwijl de kleine boot naar cén kant overhelde op de fvissche bries. a Wij vervolgen met de woorden van Vera Councillor uit een brief aan haar meest intieme vriendin in dien tijd geschreven. „Wat ons in de laatste vierentwintig uur over komen is, kan geen pen beschrijven. Op dit af gelegen plekje in de wildernis is het geheel on verwachte over ons gekomen als een zondvloed. Vier dagen geleden is Nel een ernstig ongeluk overkomen. Ik zal maar dadelijk vertellen, dat de crisis nu voorbij is en ik er zeker van ben, dat alles goed zal gaan. Zij zal heelemaal beter worden, dank zij neen, ik moet bij het begin beginnen en probeeren je de heele geschiedenis geregeld te schrijven I „Je weet, dat Nel en ik „Tantetje", zooals ik altijd Nel's moeder noem, overhaalden om het aanbod van den kolonel aan te nemen en dezen zomer in zijn kamp aan het Sanguishine meer door te brengen. Zij zijn nog in den rouw over meneer Goodnow, en Tantetje is zoo moeilijk in haar omgang met vreemden. En wij, Nel en ik, beiden, wilden zoo graag iets heel bizonders, en dat hebben wij gevonden. Sanguishine is ver, ver v/eg in het noorden in het hartje van de Ca- nadeesche wildernis. „Niets is er tusschen ons en de poolster," zooals de gids zegt. Je gaat Mag&zijn „VEDEA" XiSiagesfraat 116. DIJK Per snaar f 0.50 on f 0.60 steeds noordelijk, zoo ver als do trein je bren gen kandaar ga je langzaam een dag lang door bosschen over een ongebaanden weg, langs een bruisende rivier tot aan het eind van het meer, dan op een boot tot aan het kamp aan den overkant. Daar ben je heelemaal buiten de beschaafde wereld, in een land vol vreemde houthakkers en halfbloed jagers, een paar jacht en vischliefhebbers uit de steden, zooals onze kolonel en verder niemand, 't Is er prachtig, wonderlijk mooimaar ik kan me niet ophou den met natuuibeschrijvingenje moet je de omgeving maar indenken. Eindelooze meren en rivieren, een lage bergrug aan den noordelijken horizon en verder overal de indrukwekkende wildernis. De nieuwe houtaankaomaatschappij van den kolonel doet, al wat ze kan om die wil dernis zooveel mogelijk te vernielen, door de dalen kaal te hakken en de gevelde boomen de rivier af te voeren. Dit kamp, de Eyrie zoo als men hel noemt, is geriefelijk, je zoudt ook niet anders van den kolonel kunnen venvachten. Er zijn nog een paar kampementen om de oevers van het meer, en in de nederzetting aan den overkant is een soort hotel, het eerste teeken van de indringende beschaving. In het hotel is, onder de gebruikelijke zomergasten, een aardi ge jonge dokter, Percy Farrold geheeten, kers- versch van do universiteit, ik verdenk hem, dot hij er voor niets mag zijn als hij de mogelijke zieken behandelt. Een van do vrienden van den kolonel heeft hem eens mee naar do Eyrie ge-, bracht en hij werd natuurlijk Nel's aanbiddei voor dezen zomer. „Je kunt je zeker alles best voorstellendo flirt van onze vroolijke Nel met den beleefden, blozenden jongen dokter, natuurlijk picnics op het meer, boottochtjes in de maneschijn, Ton- tetie's zwakken tegenstand, steeds gemakkelijk overwonnen door de lochende Nel. Hoe kon zo ook denken, dat een mooi meisje vun twintig jaar niet zou probeeren een man als Dr. Percy 't hoofd op hol te brengen „En dan de dagelijksche zwemlessen. Hij leerde haar duiken en daarmee is ol de ellende begonnen. Zij doken in het water van uit het bootenhuis, dot juist beneden het kamp ligt. Zij sprongen eens van het dak, recht naar bene den. De arme Nel stootte tegen een stuk rots onder water, dat niemand daar vermoedde r-a en het ongeluk was gebeurd I „In het eerst leek het niets hoegenaamd, een kleine kneuzing. Toen zij boven kwam was zij wat duizelig, maar zij wide beslist nog een maal duiken voordat zij zich ging aankleeden. Eyrie nest van een roofvogel. Dr. Percy trachtte haar over te halen om te rusten, hij is eigenlijk nog niet veel meer dan een jongen niettegenstaande zijn dokterstitel, Na den lunch ging zij uit eigen beweging waf liggen en klaagde over hoofdpijn. Dr. Percy kwam en schreef wat voor, zij plaagden elkaar en kibbelden wat flirten als twee jonge hon den. De dokter raadde vooral rust en gaf een slaappoeder. Niemand docht aan iets ernstig»! En den volgenden dog wilde Nel absoluut opn s*taan cn zich klceden voor het bezoek van den dokter. O wat stelde hij zich geleerd aan I „Maar den volgenden dag was het uit met do pret I Nel was ziek, zelfs Dr. Percy kon dat zien* Hij mompelde wat over een zenuwschok, rust en stilte, en gaf weer verdoovende poeders. Dien heelen dag en den volgenden heerschte er een gedrukte stemming in het kamp. Ik weet nu wal het was angst 1 Toen dachten wij, dat wij alleen Nel's vroolijke stem, haar lach en haat heldere oogen misten. Zij log zoo stil, zoo zwaatt in hoar bed en opende nauv/elijks haar oogen/' Tante was zenuwachtig natuurlijk, maar ver-< trouwde Dr. Percy toen hij verzekerde, dat het „niets ernstigs" was. 's Middags kwam de groo< te Canadeesche gids, een half-bloed, die ini dienst van den kolonel ishij stond aan Nel» deur en keek hoe zij daar zoo onbewegelijk in bed lag, en hij schudde het hoofd. Hij aanbid/ haar, zoools wij eigenlijk allemoal doen. Toen kwam hij naar mij toe en zcide „Zij moet den dokter hebben I" (Wordt vervolgd). UTRECHT?CKESTRAAT 23. Moderne Slljpinriohting.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1922 | | pagina 5