REGENWES „L'HIRONSELLS maHBNBEL'rï?^^ „DE EEMLANDER" BUITENLAND. n p n r ii 1 kS li Z1LTE8 en ALPASA) FEUILLETON. Pillis DEI WMtHTIÏH r, LCr™ w BE GENEZER «D«~^hHMrgang Ne. 303 post f 3.-^ po week (met gratis verzekering, ougdukkea) 0.17*. afzonderlijke nummers AMERSFOOBTSCH DAGBLAD TH I' DIRECTEUR-UITGEVER: J. VAUKHOFF. ARNHEMSCHE^POO'RTWAL 2A. POSTREKENING N°. 47910. TEL INT SI3. Maandag 26 Juni 1922 bewijsnummer, elke regel meer 0.25, dienstaanbie-' dingen en Licldadighcids-adv: fenticn voor de helft der prijs. Voor handel cn bedrijf bestaan zeer voordccüge bepalingen voor het advci iccrcn. Ecne circulaire, bcvaltende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Rathenau vermoord. „Nog is do beroering niet geluwd over den oord, enkele dagen geleden gepleegd door er klaarblijkelijk Iersche radicale nationa- isten op veldmaarschalk Henry Wilson, of Jotseling worden wij opgeschrikt door het nstellende nieuws, dat Rathenau, de Duitsche ifniriister van buitenlondsche zaken, is ver- Wanneer wij den toestand op het oogen- Pik in Duitschland nagaan, heeft het stel lig allen zin te gewagen van de groote moge- jjjttkhcid, dat men, evenals bij den moord op (Henry Wilson, ook hier heeft te doen met een jpolitieken moordde Duitsch-nationalen toch, Ifl© buitensporig-felle propagandisten der mo- Üvarchistische idee, hebben sinds de Duitsche ne derlaag een feit werd en hun Kriegsherr balling ten onzent werd, nooit stil gezeten. Deze ver tegenwoordigers der reactie zijn dank zij hun (noodlottige hardleerschheid, door den oorlog niets wijzer geworden en steeds, in stilte of wel openlijk, hebben zij èn geprotesteerd tegen het feit, dat Duitschland een republiek werd èn tegen het feit, dat Duitschland genoegen nam met den vrede van Versailles. Juist den laatsten tijd roerden zij zich weer geducht en al zullen de links-radicale Duitsche bladen als de Freiheit pour le besoin de la cause wel eens hebben overdreven niettemin blijft het ontegenspreke lijk waar, dat de monarchisten doorloopend blijk geven van een verontrustende activiteit zij compromitteeren zoodoende bij voortdurin: de Duitsche regeering en het Duitsche rijk, aan welks democratische renaissance men in 't bui tenland niet steeds grif geloof wenscht te hech ten, al werd Duitschland dan ook sinds de instor ting tijdens den oorlog 'n republiek. De Fran- sche beduchtheid voor Duitschland, al kent deze vrees ook haar dwaze en gevaarlijke uitwassen, is don ook minstens in meerdere gevallen ver klaarbaar. Niets duidelijker illustreert trouwens hetgeen wij boven schreven dan de agressieve rede, die de Duitsch-nationale afgevaardigde Helfferich gisteren in den rijksdag heeft gehouden. In zijn uitvoerige uiteenzettingen bestookte hij aan een stuk door de Duitsche regeering, wier buiten- lendscho politiek hij aan een felle, trouwens C r gezouten tegen-critiek beantwoorde, critiek c 'erwierp. Uit welken politieken hoek bij de "itsch-nationalen de wind waait, komt boven al duidelijk tot uiting in die passage's van Helf- fen'ch's rede, waarin hij den lof zong op het kei zerlijke régime, waaraan de republiek een eind heeft gemaakt. Jahij ging zelfs zoo ver te beweren, dat alleen de restauratie van het kei zerschap het middel aan de hand zou kunnen doen om Duitschland te redden uit zijn staat van misère. Dergelijke uitlatingen, gevaarlijk zoowel voor den binnen- als buitenlandschen toestand van het rijk, wekken bij den nuchteren cn redelijken buitenstaander des te meer be vreemding, omdat de Duitsch-nationalen steeds •mester zijn geweest in 't oefenen van een mee- lenlooze kritiek op 't buitenlandsch beheer hunner politieke tegenstanders, maar zelf op dit terrein ook maar niet den minsten synthetischen arbeid hebben verricht. Terwijl de regeering-Wirth-Rathenau steeds v x>p uit is geweest de Entente zooveel mo gelijk ter wille te zijn door naar de mate van haar kunnen de door haar aanvaarde, uit het vredesverdrag voortvloeiende, verplichtingen te vervullen, is het bezwaar der Duitsch-natio nalen steeds geweest, dat de Duitsche regeering •net te veel ijver streefde naar een poitiek van vervulling en zoo deed ook gisteren Helfferich weer een hypernerveuzen attaque op het regeer- beleid ten aanzien van het door Duitschland met de commissie van herstel gesloten verdrag en de verdere buitenIandsche politiekvooral moest de regeering menige veer laten in ver band met de overeenkomst van Wiesbaden, die vooral het werk is geweest van den minister van buitenlandsche zaken Rathenau en de over- eenkomst-Bemelmnnsin de rijksdagzitting van Vrijdag, die zich kenmerkte-door een buitenge woon tumult cn een woordenduel zonder weer ga (Wolff seinde van deze zitting, waarschijnlijk om Duitschland niet te compromitteeren door het wereldkundig maken van het gesprokene op deze vergadering, geen syllabe I), heerschte dan Ook een atmosfeer van felle verbittering. Heeft deze verbittering, die Vrijdag zoo harts tochtelijk in de rijksdagdiscussies tot uiting kwam, heden geleid tot den betreuronswaardi- gen moord op Rathenau, die een der beste po litici van het tegenwoordige Duitschland ver tegenwoordigde Wij zeiden het boven almet zekerheid kan niet worden vastgesteld, of in derdaad de Duitsch-nationalen in deze droeve zaak opnieuw de hand hebben gehad; maar het vermoeden, vreezen wij, zal wellicht maar al tc spoedig moeten worden bevestigd. Deze moord op den eminenten staatsman, die de represen tant was van een beschaafde democratische richting, en die ook in het buitenland met Wirth werd geacht en gerespecteerd, omdat hij er van harte naar streefde om het met Frank rijk eens te worden do overeenkomst van Wiesbaden diende vooral het herstel van Frank- rijk's verwoest gebied wekt onmiddellijk her inneringen aan den jongsten aanslag op Schei- demann, den socialistischen burgemeester van Cassel, maar vooral aan den verleden jaar ge- pleegden sluipmoord op Erzberger, een der laf ste daden van uiterst links, waaraan wij dezer dagen nog zijn herinnerd door het trouwens vrijsprekend vonnis tegen Killinger, een der van medeplichtigheid aan den moord op Erz berger beschuldigden. Bovendien aan het woe len, wroeten en werken der Duitsche reactionai ren werden wij onlangs tevens herinnerd, toen wij den dood meldden van Kapp, den Urheber van den naar hem genoemden Putsch, die èn kele iaren geleden plaats had. En zijn nog niet dagelijks de Duitsche militairen van hoogen rang, die.her en der in dorp en stad, op provo- ceerende wijze hun joyeuse entree doen, de levende bewijzen ervan, dat de oude Duitsche geest nog lang niet dood is, ondanks ontbering en armoe en vernedering, die gewoonlijk ple gen te louteren en de geestelijke wedergeboor te te bewerkstelligen? En moeten wij verder nog ten betooge herinneren aan het systema tisch rouwbeklag van de Beiersche autoriteiten, toen verleden jaar Ludwig III het tijdelijke met het eeuwige verwisselde En dit terwijl Duitschland een republiek was geworden Zel den heeft een bijzetting, die met oneindig veel ceremonieel plaats had, meer het karakter ge dragen van een brutale, drieste en openlijke monarchistische manifestatie. Wij behoeven geen meerdere voorbeelden aan te halen het Duitsch-nationalistische gevaar is, sinds de Duitsche republiek werd gevestigd, nog geen enkele maal werkelijk bezworen geweest telkens en telkens steeks het zijn punthclm weer op. En wanneer onze vermoedens juist zijn, dat Rathenau door de rechtsche extremis ten is vermoord heeft de reactie Duitsch- land's naam opnieuw op schandelijke wijze te grabbel gegooid en het Duitsche rijk een ver- schrikkelijken ondienst bewezen, wijl mèn de gedragingen der Duitschers in het buitenland thons met waarlijk gemotiveerd wantrouwen zal gadeslaan. Dit houdt de liquidatie van den oor logstoestand weer geruimen tijd tegen en zoo doende wordt in nog meerdere mate dan door Fransche chauvinisten door de Duitsche monar chisten de haat in de wereld bestendigd. In Ra thenau is de man heengegaan, die de personi ficatie was van het serieuse streven van he-t bes te deel der Duitschers naar een Fransch-Duit- sche ontspanning. De Helfferich's zijn voor een goed deel verantwoordelijk voor zijn dood en den ondergang, economisch en moreel, van Duitschland. DUITSCHLAND. DE MOORD OP MINISTER RATHENAU. Hoe Rathenau slierf. Volgens nadere berichten is Rathenau stervend naar zijn woning gebracht, waar hij echter spoedig den geest gaf. De daders zijn drie jongelui van 25—30 jaar. De lijkschouwing. Bij de gerechtelijke lijkschouwing is gebleken, dat verschillende op den minister afgevuurde schoten doodelijk zijn geweest. Het hoofd is door negen kogels doorboord, één schot drong in den schouder en kwam bij de borst naar buiten. De in den auto geslingerde handgranaat heeft den buik geheel opengereten. Het lijk was ont zaglijk verminkt. Het onderzoek. De politie heeft reeds verschillende getuigen gehoord. In het geheel moeten vier personen als daders in aanmerking komen. Onder hen moet ook een vrouw zijn, welke in den nifto zat. Een premie van 300,000 mark uitgeloofd I Op de opsporing der daders vin den moord aanslag is een belooning van 300,000 mark gezet. Rolhenau's laatste uren. Minister Rathenau is Vrijdagavond nog tot één uur 's morgens als gast op een receptie ge weest bij den Amerikaonschcn gezant. Onder de uitgenoodigden bevonden zich ook Hugo Stinnes, dien Rathenau in zijn auto naar zijn (Slinnes) huis in Berlijn bracht. Daarin namen c!e beide mannen tegen 2 uur 's morgens van el kaar afscheid en waarschijnlijk begaf Rathenau zich niet vóór 3 uur tor ruste. Volgens het 8 Uhr Abendhlatt heeft de chauf feur van Rathenau bij het verhoor door de po litie gezegd, dat de aanslag zoo snel plaats greep, dat hij nauwelijks tijd had te denken wat er eigenlijk gebeurde. De auto met de moordenaars reed links, dicht langs Rathenau's wagen voorbij. De chauffeur week iets uit, en op hetzelfde oogenblik knol den reeds de schoten uit den onderen auto. Hij had moeite het stuur in handen te houden daar hi; door den schok van de ontploffing der hand granaat bijna van zijn plaats werd geslingerd. De uitzonderingstoestand ge proclameerd. Thans blijkt, dat Rathenau in de 1 natste da* 7en herhaaldelijk dreigbrieven had ontvangen, doch dat hij alle bijzondere beschbrmingsvoor- zorgen had geweigerd. 44 UKSESTRAIT. Amersfoort. Het kabinet besloot den uitzonderingstoe stand te proclameeren, bijzondere gerechtsho ven in te stellen, alle publieke samenkomsten te verbieden en onmiddellijk een speciale uit zonderingswet in bewerking te nemen om dien ten spoedigste in te dienen. De poliriepresident heeft een. algemeen ver- >od uitgevaardigd zoowel tot viering van het Zomerfeest als van de regïmentsdagen die men eerstdaags hoopte te vieren. Het vakvereenigingscongres in Leipzig be sloot Dinsdagmiddag als protest tegen den noord op Rathenau, overal het werk neer te eggen en betoogingen te houden. Tumult in den Rijksdag. Wolff seint ons uit Berlijn: Toen gisteren in de belastingcommissie van den Rijksdag de moord bekend werd, sprongen de socialisten van hun bonken op en riepen Helfferich toe: Gij zijt de moordenaar. Dit is de uitwerking van de rede, welke gij gisteren hebt gehouden. Toen Helfferich poogde de vergadering te ver laten, zag hij zich omringd door afgevaardig den der linkerzijde, die hun vuisten tegen hem bolden, en moordenaar I riepen. Ten slotte ge lukte het Helfferich om de zaal te verlaten. De rumoerigste tooneelen speelden zich ech ter af in de voltallige Rijksdagsvergac'ering. Wolff seint daarover: Onder den indruk van den aanslag is de ope-* B. WIE WEG, Langestraat 39 - TeS, 4S2i nirvg der voltallige vergadering verdaagd. Tc half een kwam het in de vergaderzaal tot een handgemeen, waarbij het Rijksdnglid Schoch (Duitsche Volkspartij) aangevallen en uit de zaal gejaagd is. Het gevecht schijnt een voortzetting to zijn geweest van een opgewonden discussie, welke te voren in de couloirs van den Rijksdag had plants gehad. Toen generaal Schoch in de nog vrij leege zaal kwam, hoonden hem verschillende afge vaardigden der socialisten. Het kwam tot een heftige woordenwisseling, waarbij verschillende afgevaardigden op den generaal toeliepen, die zich eerst te weer stelde, maar ten slotte door een der uitgangen ver dween. Even later de vergadering was intusschen nog niet officieel geopend kwam een afge vaardigde der onafhnnkclijken met een grooten bouquet' rozen en eikeblaren, waaraan linten in de oude rijkskleuren, de zaal in. Hij riep uit: „Dit is daar pas ols een huldeblijk voor Helffe rich bezorgd I" Van links riep men: ,,'t Is schande, zoo'n mcordenaarstroep!" Een jongmcnsch van achttien jaar had den ruiker naar de wandelgang gebracht. Hier ruk ten verscheidene personen den ruiker uit zijn handen, ronselden hem de trap af en leverden hom over aan de in het gebouw aanwezige cri- minecle politie, die hem in hechtenis nam. Op het lint stond het opschrift: „Voor Helffe rich, den verdediger van Duitschland's eer!!' Men zegt dat leden van den Duitschen Zuid- Afrikaonschen Soldntenbond den ruiker naar den Rijksdug gebracht hadden. De woede tegen Helfferich. De aanleiding van de aanvallen, welke Helffe rich Zaterdag in den Rijksdag te verduren heeft gehad, is diens rede van Vrijdag geweest, woar- bij het ook reeds tot rumoerige tooneelen is ge komen. Helfferich heeft toen o.m. als zijn mcening verkondigd, dat het herstel van het keizerrijk in Duitschland de cenige kon? zou zijn, om het Rijk uit den huldigen ellendigcn toestand te hel pen. Dit verwekte bij de linkerzijde een hevig pro test en dit nam nog toe, toen Helfferich later von Oldenburg Januschnu in bescherming nam, dien de soc.-dem. afgevoardigdc Stampfer den vorigen dag had beschuldigd in den oorlog een groot stuk land onbebouwd te willen laten lig- ffen. De sociaal-democraten hadden dit landverraad genoemd, waarop Helfferich repliceerde, dat men dan evengoed de stakingen door de soci aal-democratie uitgelokt als zoodanig zou kun nen kwalificeercn. Toen vlogen de socialistische leden Müller en Veis onder het uiten van scheldwoorden op Helfferich toe en de zitting werd steeds rumoeriger. De eischen der Duitsch-nationalen formuleer de Helfferich aldus Te. de verwerping der bewering omtrent de schuld van Duitschland aan den oorlog en 2o. de aanpassing der lasten van do schadeloos stelling aan do draagkracht van Duitschland. Bij een bepaalden stond der mark mogen geen devisen-aankoopen ten behoeve der schadeloos stelling meer plaats hebben. Deze rede van Helfferich is het geweest, welke in de Zaterdag gehouden vergadering gemaakt heeft, dat men moordenaar riep tegen deze af gevaardigde toen het bericht van Rathenau's geweidadigen dood den Rijksdag bereikte. Rathenau door Wirth herdacht. Zoowel in den Duitsechen Rijksdag als in den Pruisischen Landdag hebben stormachtige too neelen plaats gehad tusschen links en rechts, die zelfs in een handgemeen zijn ontaard. In den Rijksdag prees de Rijkskanselier Rathenau als politicus, die de elgemeene goede verstand houding der volken wenschte. Niet alleen voor het Duitsche volk, doch ook voor de verzoening der menschheid onderling heeft hij geijverd en juist dit is aanleiding geweest tot den moord. De kanselier uitte zijn afschuw over deze daad, waardoor het verzoeningswerk is vernietigd. De leiding van het Duitsche volk onder den repu- blikeinschcn staatsvorm mag echter niet wor den verhinderd. De Rijkskanselier richtte zich toen tot de rechterzijde en zeide, dot het niet meer zoo kon voortgaan ols tot heden is ge schied. Hij eindigde met niet alleen de arbei ders, moor allen die iets gevoelen voor de Republiek, op te roepen voor do verdediging der ctaatsinstellingen. Zijn woorden weiden niet alleen door de geheole vergadering, doch ook door do tribunes met bijval begroet. Op voor* stel van don mccrdcrheid>-sociolist Muller— Francken cn den onufhankclijkcn socialist Hoff mann, werd besloten de rede van den Kanse lier en van den Rijkspresident, die eveneens do medewerking van het Duitsche volk tot bescher ming der republiek hoeft ingeroepen, op kosten van den staat te doen aanplakken. Dit besluit is met insteming van all partijen genomen be halve van de Duitsch-nationalen en de Duitsche volkspartij. Hun tegenstemmen werd door do andero groepen met foeigeroep cn andere tee kenen van afkeer begroet. Aan de N. R. Ct. wordt over Wirth's redo nog het volgende geseind ,Rijksknnsclicr dr. Wirth herinnert aan do conferentie van Genua, waar enkele weken ge leden vcrtcgenwoordigrs van alle naties waren vergaderd. Wij hoorden er toespraken der ge- dclegeedcn der gewezen vijandelijke staten. Toen verhief zich onze vriend dr. Rathenau en sprak edele woorden, die ingegeven waren door diep mcnscheÜjkc gevoelens, woorden ten gun ste van de goede verstandhouding der volkeren. Hij sprok op zijn edele, voorname wijze. Zijn taal opende do harten dei genen, die tot dusver slechts afkeer voor Duitschland hadden ge voeld. In h t Palazzo Reale verstond men zijn woorden en een ongekend geestdriftig applaus van alle aanwezige mannen en vrouwen danktf den man, die met bewogen hart den weg naai de economische verzoening cn hierdoor naar den vrede had gewezen. Thons ligt deze man dood voor ons cn is zijn plaats met bloemen versierd. Hij viel niet slechts voor zijn volk, hij viel voor de* verzoening der volkeren. Wee echter diegenen, die het greotschc werk van deze volkervcrzoening door dezen njoord hebben verstoord. Dit werk mag niet worden onderbroken. Wij moeten dit werk. dat zoo moeilijk werd begonnen, voortzetten. Het is het werk van de redding van ons volk, van dc red- 'ding van gansch Europa. Wij, die dr. Rathenau van nubij gekend heb ben, noemden hem onzen vriend. Dr. Rathenau had veel vijanden. Ik begrijp niet, hoe een der gelijke vijandschap kan ontstaon. Hij had vroe ger zijn gedochten in keurig literairen vorm neergeschreven. Maar van het oogenblik of dol hij in het openbaar in dienr.t van de Duitscho republiek trad, van dot oogenblik af bad hij niet alleen vijanden, hij had doodsvijanden.' (Luid geroep linksHellferich). Zijn doelde red ding van het Duitsche volk onder den staats vorm van de republiek, mag door dezen moord nïet worden vergeten. Integendeel, alle werkelijke republikeinen van Duitschland en allen, die het goed mecnen met het vaderland en hun volk, zullen in dezen dood de grootste kfacht vinden om nf te rekenen met diegenen, die ons volk willen dooden. (Storm achtig aanhoudend applaus bij de regccrings- partijen cn de linkerzijde. Ook dc tribunes slui ten zich bij het applaus aan). Het proletariaat heeft in de bitterste chaotische tijden niet een enkelen, die den ouden staatsvorm trouw was gebleven, een haar gekrenkt. (Luid applaus bij de socialisten). Kan de rechterzijde een naam noemen van een 'bekend burgerlijk politicus, wlen een hoar gekrenkt werd Tegen de mannen die den nieuwen staatsvorm dienen, wordt met millioenen gelds het volk op gehitst. Van Königsbcrg tot Constanz wordt ons vaderland door moord bedreigd. In een groote vergadering roept zij uit, dot wat wij doen, een misdaad tegen het volk is. Men eischt, dat wij voor het rijksgcrcchtshof zullen worden gedeagd. (Protesten links). Onze doode vriend, dien wij slechts twee jaar long de eer hadden te kennen, heeft nooit een onvriendelijk woord gesproken tegr-n nllen, die hem hebben beleedigd cn die hem hebben aan gevallen, omdat hij de republiek diende en een baanbreker voor de verzoening dor volkeren as. Mijn collega's kunnen dit bevestigen. Nooit is er een onvriendelijk woord over zijn lippen gekomen, noch in het kabinet noch in vrien denkring, noch in een gesprek onder vier oogen. Hij heeft niet alleen met de lippen, moor ook met het hart vergiffenis geschonken door ROBERT HERRICK. 38 't Viel haar gemakkelijk hierin toe te geven, urenlang zot zij voor het vuur te luieren. Maar soms, op kalme dagen, wanneer de storm be daard was, de zon warm scheen op de sneeuw en de wind was gaan liggen, ging zij in den tuin zittenzij tuurde op het bevroren meer, waar over de beladen sleden hun weg baanden, dan g'ing ze weer naar de hut en haar warme vuur Dm er te droomen van hét verleden. Het nieuwe leven, dat onopgemerkt in haar ontwaakt was, scheen langzamerhand een kloof tusschen haar en haar man te doen ontstaan [tusschen haar nieuwe en haar oude bestaan. De heerlijke dagen na den storm toen zij beiden ol- 'leen op den top boven de besneeuwde wereld jfondorn hen leefden in heerlijke vrijheid en een zaamheid, varen ver, ver achter haar, zij waren 'els achter der. gezichtseinder weggezonken, als jn ccn droomleven. Het kind, dat. geboren zou 'worden, bracht haar, vreemd genoeg, weer na der tot haar vroegere bestaan, tot haar leven >óór dat zij den „Wilde" had ontmoet, tot het jjonge meisje uit de stad. Terwijl het kind in haar groeide, werden oude verlangens en instink ten weer bij haar wakker, oude gewoonten en oude «Opvattingenen het vreemde tusschenspel, de {periode- van liefde en hartstocht zonk weg in lianr herinneringen voor altijd I J. En zoo, door de onzichtbare bonden van het leerleden opgewekt, schreef zii aan haar moe der, en vertelde haar van het kind, dat geboren zou worden. Het antwoord hierop kwam on verwacht snel en wekte vreemde gevoelens bij haar op. Tusschen moeder en dochter had nooit veel sympathie bestaan. Van den eencn kant ongeduld oproerigheid van de andere zijde was de heerschende stemming geweest. Maar haar aanstaand moederschap bracht moeder en doch ter nader tot elkander. Mevrouw Goodnow schreef vang en verwij tend 'net was het eerste woord, dat zij zond na den familietwist en tusschen de regels door las Nel een stroo^n van grieven. Maar niet tegenstaande dat alles schreef ze hartelijk en b:'angstellerd en eindigde met een dringende uiinoodiging aan haar dochter om bij haar thuis te komen. „Hoe kan ie in roo'n oord behoorlijk leven en verzorgd worden 1" klaagde de oude dame. „Je moet dodelijk thuis komen, hoe eer hoe beter Nora is geëngageerd met Alfred Farlow, iemand met veel vooruitzichten op je Oom's kantoor. Ze gaan ir. Juni trouwen. Maak voor al. dat je op tijd hier bent voor de bruiloft." Dus Nora, dot jonge kind met haar zwarte harer, was in één jaar van een dartel, jongens achtig mesj" tot een vrouw gerijpt zooals zij I Ofschoon de brief vol klachten was, viel het hoor tooh op, dat de toon van haar moeder kal mer was, meer alsof zij zich in het onvermijde lijke geschikt had. En plotseling rees in haar een groot verlangen om weer eens in het groo te, gezellige huis in de stad te zijn, met zijn gemakken cn netheéd en orde Een brief van Vera. d?e nu ook getrouwd was, bevestigde een ir.druk, dien haar moeder's schrijven gemaakt had. „Je moest werkelijk je moeder eens opzoeken," schreef ze oprecht „zij is veranderd. Zij is erg ingenomen met het engagement van Nora; hij moet een aardige flinke jongen zijn, hoor ik. Ik denk wel, dat hij een uitstekende man voor de kleine Nora zal zijn, als hij tenminste aan haar eerzucht kon voldoen." Dus Nora had eerzuchtige pionnen I Ja, dat was het, wat haar had ontbroken. Vera had ook eerzucht gehad, maar tot nog toe was zij daarin teleurgesteld geworden. De jonge diplo maat had de verwachte promotie naar Londen niet gemaaktook die naar Berlijn en Rome waren hem ontgaan. Waarschijnlijk zou hij te vreden moeten zijn met Portugal of met „een van die Zuid-Amerikaansche Staten, die nog erger zijn dan je wildernis." Vera vervolgde pessimistisch„De politiek in ons land is nog moor heel primitief. Een verstandig, ontwikkeld man als Gerard heeft luer tegenover een stom millionnairtje geen kans. In den laatsten tijd dachten wij, dat er een verandering ten goede zou komen, maar het schijnt van niet. Ik zou maar willen, dat Gerard zijn betrekking neer legde, maar hij is niet geschikt voor den han del, en dat is toch ebfenlijk het eenige voor een man in Amerika I" Vera was dus niet tevreden, haar eerzucht werd niet bevredigd. Helen dacht aan haar eigen leege, kleine steenen woning, aan het hospitaolkamp bene den, waar iedereen altijd bezig was en zij glim lachte over de ongelijke lotsverdeeling. Dien avond sprak zij met haar man over den brief van haar moeder. Toen zij hem als terloops vertelde van de uitnoodiging om naar huis te komen voor de geboorte van het kind, nam Holden de pijp uit zijn mond en keek zijn vrouw strak aan met zijn vermoeide oogen. Zij be woog onrustig onder zijn onderzoekende blik ken. „Dat be teekent dus, dat je je kind in je moe der's huis wilt loten geboren worden vroeg hij eindelijk op effen toon. Zij had het zichzelf nog niet bekend en zij vond het hard en ongevoelig van hem om hoor* zoo voor een besluit te stellen, zonder in te zien, dat een vrouw in haar omstandigheden er op gesteld is om alles zoo gewoon mogelijk te doen. „Neen, niet als als," stamelde zij, „als jij het niet goed vindt I Maar het zou wel veel gemakkelijker zijn," besloot ze aarzelend. „Maar je wilt graag terug gaan," hield hij op den zelfden kalmen toon vol. „Neen I" riep ze, en ze wist, dat ze zichzelf bedroog„neen, ik wil niet van je weg maar waarom zou je niet met me meegaan „Nu hier weggaan I" mompelde hijen hij stond op en keerde zich van haar nf. 't Was alsof men een officier midden in een veldslag zou voorslaan om zijn post te verla ten, om nu van zijn werk weg te gaan ter wille van een vrouwengril. Hij stak zijn lontaren aan, en maakte zich klaar om naar dc bron te gaan voor zijn avondronde. „Je schijnt me niet meer noodig te hebben I" riep ze ongeduldig. „Jij hebt genoeg aan je zieken." Hij keek haar verwonderd aan, duwde de deur open en verdween zonder een woord te spre ken. Zij keek het flikkerende schijnsel van de lan taren na, dat zich langs het steile pad voortbe woog. Waarom had hij haar niet even gelief koosd f haar niet met zijn hand aangeraakt, om haar te verzekeren, dat zij nog de eerste plaats in zijn hart innam, nog degene was, die hij het meeste noodig had ,,'t ïs omdat ik leelijk ge worden ben," zuchtte zij en zij keek naar haar vormelooze gestalte, „zoo zijn de mannen al tijd De opgaande zon scheen 's morgens dooi haar raam, cn zij werd wakker toen de eerste gouden stralen op haar vielen. Zij wendde zich om en zag, dot zij alleen was, cn met ccn plot- selingen schrik sprong zij op en keck in de woonkamer. Op do bank voor het uitgedoofde vuur, lag haar man te slopen. Hij was laat thuis gekomen cn zoonis dikwijls het geval was, was hij bij het vuur gaan liggen om haar niet in haar slaap te storen. Zij belckek hem aandach tig, zooals hij daar onbetvust, nauwelijks adem halend, log, zijn mond vast gesloten onder zijn snor, en zijn gezicht mager en uitgeteerd van zijn inspannend werken gedurende de laatste weken. Er ging iets geheimzinnigs van dezen man uit, die zoo dicht bij haar, zoo na aan hoar verbonden, haar toch zoo vreemd gebleven was. Terwijl zij hem in zijn diepen slaap gadesloeg, werd zij bijna bang voor hem, alsof hij een on bekende macht was, die haar zou kunnen slaan en leed doen, niet alleen haar, maar ook het kind, dat zij bij zich droeg, de kinderen I Hij was nog de onbeschaafde man uit de wildernis cn zij verbaasde zich over den moed, die haar bezield had om hem lief te hebben en haar fa milie te verlaten om hem te volgen Zij wierp een mantel om en sloop naar de deur, die zij onhoorbaar opende, 't Was alles stil buiten in het gouden morgenlicht. Zoo bleef zij aarze lend op den drempel staan, besluiteloos, bijna geneigd om vun den slapende weg tc vluchten door de „donkere bosschen. Plotseling voelde zij een arm om haar heen, die haar 'terug trok verschrikt keek zij op in het gezicht van hne man. 'f XWordt vêfcrólgdji - - •«-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1922 | | pagina 1