Sponsen - Zeemleder - Borstelwerk
AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE hemlander"
ST. E MIL ION
lij 1. It. SCHBTtRMAH In., ütr.str. 17. Tel. 145
L {i||
Firma Fontein Schippers - Langstraat M
"binnenland.
A. v. d. Weg, Langestr.
Keparatain
Eigengemaakte Kiniterkleedrnn
Willem OroenEuiizen, Juwelier
Per flesch f 1.60, per anker f 65-
TWEEDE BLAD.
IVlagaz. „De Dom"
Gero Zilver
Jamlepel
Fruitlepels
Suikerstrooiers
FEUILLETON.
OE GENEZER
Drie dingen om niet te vergeten
aan Tennis-Rackets
Joh. van dijk.
2ie Jaargang
No. 49
£at«raa|
28 Augustus 1922
ORIGINEELE
zeer aan te bevelen
Bordeaux, gewas 1917
Bijzonderheden
Voor de moderne woning.
Onze Eetkamer „Lydia" in mahonie- en
ebbsnkleur.
Buffet, tafel, theetafel, 2 fauteuils.
4 stoelen, compleet f 450.
De internationale toestand.
VOORTDURENDE SPANNING.
Het N. v. d. D. geeft onder dezen titel belang
wekkende beschouwingen over den algemcenen
toestand.
't Zijn toch maar weer frissche, vroolijke
dooen, die we beleven I 4)
De economische toestand van Europa woidt
rr et den dag slechter, en elke poging tol ver
betering stuit af op wat „lo saint égoïsme'
van elke natie afzonderlijk genoemd is; epithe
ton dat wij door satanisch" zouden willen ver
rangen. De kibbelende vrienden kibbelen maar
door en de staatkunde wordt na elke kibbel
partij nog verwarder dan ze reeds was. Onder-
tusschen hitsen de nationalen in Beieren en
elders in Duitschland hun landgenooten op tot
een, zij 't voorloopig machtelooze, revanche-
itemming; de Engelschen bouwen met koorts-
achtigen haast aan een luchtvloot, uit vrees,
in letterlijken zin overvleugeld te worden door
liun Franschevrienden; dat de Russen van
plan zijn, weet niemand, maar daar broeit wat,
ean de overzijde van de hongcr-grens. En de
(werklieden-partijen doen hun best, zich inter
nationaal hecht te maken; intusschen nemen hun
leiders (als Albert Thomas) geen blad voor don
mond tegenover anderen.
De eenige die de naaste toekomst nogal roos
kleurig schijnt in te zien, is de man met den
Duitsch-klinkenden naam die in Italië thans mi
nister van buitenlandsche zaken is: Schanzer.
Hij gelooft, en zegt, dat 't mislukken der Lon-
densche conferentie omdat dit de lucht ge
zuiverd heeft juist gunstig zal werken op
het voortbestaan der Entente, die een politieke
noodzakelijkheid blijfr. Voorts verzekert hij (of
zijn ambtenoot voor financiën, maar dat maakt
in dit geval geen groot verschil): „Wij zijn zeer
optimistisch uit Londen vertrokken, en dit op
timisme wordt gerechtvaardigd door telegram
men over den verderen loop der zaken uit Lon
den ontvangen".
Ou diable l'optimisme va-l-il se nicher
Zeker niet te Berlijn, waar de regecringsper-
sonen zich keeren noch wenden kunnen om
eenig rustig vooruitzicht te vinden. Dreiging
over den grens; razend verval der geldswaarde;
tweedracht, samenspanning, sluipmoord binnen
's lands grenzen. Het is een fraaie rol die de
Beieren, het zij dan deBeiersche volksparlij,
maar de overigen beletten 't niet den ouden
maarschalk, goed en braaf soldaat toch, laten
spelen I Zelfs Ludendorf ontbrak niet op 't nati
onalistische festijn. Maandag te München geor
ganiseerd door allen die het werk van dc Duit-
scho republiek ondermijnen, onder voorwend
sel van een hulde aan Hindenburg, die wat ver-
poozing gaat zoeken in de Bciersche Alpen.
Overal in München was de vlag uitgestoken,
maar men zag niets dan het oude, keizerlijke
zwart-wit-rood, of het separatistsche blauw en
wit, nergens een rijksvlag, zelfs niet op de re-
geeringsgebouwen. Aan militair vertoon geen
gebrek de Rijksweer stond opgesteld en, na
tuurlijk, ook de studentencorpsen, en Hinden
burg inspecteerde allende generale staf was
in groote tenue verschenen, ook prins Rup-
precht, die hartelijk werd toegejuicht. En na
braaf gehuldigd te zijn, verzekerde de oude
opperbeveller nog eens met geestdrift, dat hij tot
zijn laatste levensdagen zou opkomen voor het
vaderland.
In Hindenburg's mond klinkt zulk een verkla
ring als men denkt aan de volslagen onmacht,
militair gesproken, van het Duitsche rijk
weemoedig. Maar wat te zeggen van de men-
schen die geen groote krijgsdaden hebben ver
richt, en toch in deze politieke omstandigheden
een machteloos en vernederd volk tot oorlogs
waanzin ophitsenwant wat anders zit er
achter zulke manifestaties
Terwijl dit in Duitschland gebeurt, onderhou
den in België zulke gevallen als de zaak Daels,
die nog altijd niet uit is, en het proces De
Beuckelnere, de politieke haat cn tweedracht
tusschen de twee groote groepen waarin het
Belgische volk is verdeeld. De Italinansche oud
premier Nitti schrijft een nieuw boek, waarin
hij over Italië's bondgenooten waarschijnlijk
even vriendelijke dingen zal zeggen als in zijn
„L'Europa senza pace", want de titel schijnt iets
te zullen zijn als Grootheid en verval von het
tegenwoordige Europa". In Engeland onder
steunen evenals trouwens in Duitschland
de arbeiders de buitenlandsche politiek hunner
regeering: Thomas' uitval heeft men kunnen
lezen: Lloyd George zwijgt voorloopig tot
zijn eerstvolgende afterdinner- of afterlunch-
speech. Intusschen is de Daily Chronicle,
dit als zijn orgaan bekend staat, niet te spre
ken over de Fransche vrienden; in den vorm
van een repliek aan de Temps behandelt het
Londensche blad niet alleen de schulden «us-
schen de bondgenooten, maar het beschuldigt
Frankrijk zijdelings van krijgstoerustingen, als
het schrijft
Frankrijk's kostbaar duikbootprogram is
slechts een voorbeeld van de politiek, die geba
seerd is op de gestadige noodzakelijkheid van
bewapening. Hieraan mogen vliegtuigen en be
zettingslegers worden toegevoegd.
„Wij in Engeland wenschen geen militair
overwicht. We hebben voor de marine het één-
moger.dheid-stelsel aanvaard en den dienstplicht
voor het leger afgeschaft. Wij vragen om een
politiek van Europeeschen vrede, cn wij zouden
-reid zijn hiervoor te betalen. Doch zoolang
Frankrijk niet bereid is iets te doen in deze
richting, waarom zouden wij dan een gedeelte
van zijn schuld schrappen, welke het zou kun
nen betalen indien zijn politiek minder kostbaar
ware
Terzelfder tijd houdt de heer Poincaré rede
voeringen, waarin hij wel is waar niets nieuws
zegt, maar nog eens uiting geeft aan zijn vas
ten wil die thans gesteund wordt door goed
keurende besluiten der „Algemcene Raden"
om „w at er ook gebeure, niet te wijken
van het Fransche standpunt dat aan Duitsch
land géén uitstel van betaling wordt toegestaan
tenzij het de fiscale mijnen van het Roergebied
en de staals-bosschen in onderpand wil geven."
Dit besluit werd bovendien, in een voorberei
dende toespraak te Thiaucourt, gevestigd op
overwegingen als deze:
Dat was geen oorlog meer; dat was de ge
disciplineerde barbaarschheid, de officieele aan
moediging tot vergrijpen tegen de menschen-
rechten. Alle Duitschers begrepen die aanmoe
diging, gingen er blindelings moe accoord,
staken onze ongelukkige provincies in brand en
hebben daardoor ook allen de verantwoordelijk
heid te drogen voor het door allen gelijkelijk
bedreven kwaad. De schade, die wij daardoor
leden, moeten zij vergoeden. En zij zullen dio
vergoeden".
De lezer zette nu al deze uiting- n en symp
tomen maar eens naast elkaar, en moge don
voor zichzelf uitmaken of het opschrift boven
dit artikel misschien niet zou behooren te luiden:
„Toenemende spanning." Zeker is er in de laat
ste dogen niets aan 't licht gekomen det op ver
betering van den politieken toestand wijstor
hebben zich wel is waar ook geen indices van
ccn naderende uitbarsting voorgedoon, maar uit
barstingen op politiek terrein komon tegenwoor
dig meest zonder voorafgaande aankondi
ging
Het ernstige gevaar van den toestond dien
wij nu beleven is, dat elke uiting von onverzoen-
j lijkhcid van Fransche zijde ccn opleving vnn
chauvinisme, om niet te zeggen monarchi s~
me, in Duitschland uitlokt. Poincaré heeft te
Bar-le-Duc het eerste paaltje geslagen van de
57 monumentale kilometerpalen van de „Voio
Sacréo" den Heiligen Weg (de naam is van
Maurice Barrès afkomstig) die Bar-le-Duc ver
bindt met Verdun. Amsterdammers zullen ge
neigd zijn, over dit symbolisme het hoofd te
schudden, b-denkende dat de Hciligeweg uit
loopt op het K o n i n g s plein.
Uit de Pers.
BERECHTING EN RECLASSEERING.
In het intéressante en nuttige Maandblad voor
Berechting en Reclassecring van Volwassenen
en Kinderen komt ditmaal eert artikel voor vun
don bekenden paedogoocr J. Klootsema over
opvoeding tijdens de puberteit.
Pater Ildafonsus voert een krachtig pleidooi
voor de toepassing van voorwaardelijke vei oor
deeling bij gunstig bekend staande personen,
<iic onder den invloed van drank
bij een arrestatie niei gedwee zijn of met an
dere personen woorden krijgen en twist, waar
op handtastelijkheden volgen cn mishandeling.
Voor dezen verdedig ik de voorwaarde
lijke veroordceling met b ij zond ere
voorwaarden met hand en tand als
d e meest geëigende straf.
Wij nemen reeds non, nietwaar, dat dc
menschen, die ik hier op 't oog heb, wat
hun persoon betreft, 'n voorwaardelijke
veroordeeldng niet onwaardig zijn. Want
ik leg er den nadruk op, dat ik het hier niet
heb over boeven, sjappies en beruchte
personen. Loot ik er nog bijvoegen, dat
de politie niet zelden door hoar ontac
tisch en bruusk optreden tegenover
deze dronken menschen stellig de schuld
is van het verzet.
Ik heb dus slechts aan te toonen, dat
in de door mij bedoelde gevallen een voor
waardelijke veroordeeling het verzet tegen
de politie zal voorkomen cn haar gezag
zal helpen handhe-n en dat we ook door
middel van de voorwaardelijke veroordce
ling riet meer zullen hooren van zooveel
vechtpartijen en bloedige mishandelingen.
Men lette echter wel, dat ik het hier op
neem niet voor een voorwaardelijke ver
oordceling in het algemeen, doch
met bijzondere voorwaarden, name
lijk kroeg- en drankverbod, ge
heelonthouding, dus ook van
bier; aansluiting bij een drankweeror
ganisatie, omgangsbeperking, do
drankvrienden namelijk vermijden; en,
waar het bestaat, geregeld bezoek;
van een alcoholvrij lokaal.
Zeker, als in deze gevallen een voor
waardelijke straf wordt uilgesproken, zal
deze hoor uitwerking niet missen; ja juist
deze menschen, die misschien nog r.ooit
met de Justitie in aanraking kwamen, noch
met de gevangenis kennis maakten, zul
len door celstraf bijzonder worden ge
schokt. Boetende in dc cel, zweren zij den
dronk af, en met de beste voornemens ko
men zij op vrije voeten thuis. Den eersten
tijd gaat alles best; zij blijven uit de kroeg
en houden het glos van hun lipnen. Van
lieverlede begint echter de goede stem
ming af te slijten cn ongemerkt ondergaan
zij weer den voor hen vooral zoo ver
derflijken invloed onzer gealcoholisecrde
samenleving met haar dwaze drink-
ideeën, drinkgewoonten en drinkdwong.
De schrik is er l ij hen of, het zoogenoom-
de matige drinken begint opnieuw; bij ccn
of andere gelegenheid zijn zij weer eens
dronken, cn de geschiedenis herhaalt
zich. Zoo gaat het heel dikwijls.
Maar dan vragen wij toch nuchter weg:
wat bereikt men op zoo'n manier Inder
daad niet veel
Neen, dan is het veel verstandiger en heel
wat maatschappelijke;- om voorwaardelijk
te straffen. Dc straf is don immers uitge
sproken, hangt als het zwaard von Damo
cles boven het hoofd en moet, bij niot-nnle-
ving der voorwaarden, worden ondergaan.
Do menschen zijn goed gestemd, en door
hun lidmaatschap der drankbestrijding, door
hun omgang met drankbestrijders, door hun
geregeld bezoek von ccn olcoholvrij lokaal
worden zij in hunne goede voornemens ge
sterkt. Door al wat zij van drankbestrijding
lezen, hooren cn zien. leeren zij de waarheid
kennen aar.gaande den alcohol. Gedurende
hun proeftijd van 5 jnicn worden zij in cn
voor de drankbestrijding bewerkt, cn is de
tijd om, dan zetten zij uit overtuiging voort
wat ze onder indruk van het voorgevallene,
jn laet het dan misschien zijn uit dwang,
hegonnen zijn. Recidive komt dan niet meer
voor. Zeet vaak worden zelfs op deze wijze
vurige propagandisten voor de drankbe
strijding gekweekt.
Waar zal men dus het mees'e mee berei
ken met een onvoorwaardelijke of een
voorwaardelijke straf Ik geloofmet do
lonlste.
Iemand zal misschien nog oomerkenja
maar, de algemcene preventie I De veiligheid
der samenleving mag niet uit het oog wor-j
den verloren I
Precies I Daarom zou ik nog destemcer
willen aandringen op eene voorwaardelijke
veroordeeling in de door mij bedoelde ge
vallen. De openbare veiligheid zal veel meer
zijn geboot met een driejarigen proeftijd,
waarin de voorwaardelijk veroordeelde onder
leiding en toezicht slaat, in geheelonthou
ding leven moet, de herbergen heeft voorbij
te gaan, wordt opgevoed in de drankbestrij
ding cn tegen den alcohol wordt ingenomen,
dan met een gevangenisstraf van 2, 3 of
meerdere maanden, zonder dat verder mis
schien iels wordt gedaan om de oorzaak
weg te nemen, welke aanleiding was tot het
misdrijf.
Het spreekt wel vanzelf, dat ik in deze
beschouwing van do veronderstelling uitga
en uitdrukkelijk vooropzet, dat aan den
voorwaardelijk veroordeelde inderdaad so-
liede en krachtige hulp en steun moet wor
den verleend bij het naleven zijner voor
waarden m.o.w. dat hij in goede drankbe
strijdershanden komt.
DE TOEKOMST VAN HET LANDSCHAPS-
SCHOON IN GELDERLAND.
Het drama van het Gcoi, dat hei onderwerp
van zooveel geschrijf is, vestigt de aandacht
van de Nieuwe Arnhemsche Courant
méér don ooit het geval was, op de noodzake
lijkheid van becscherming van ons Iandschops-
schoon.
Wanneer er dus ook maar een geringe
kuns bestaat dat een deel van ons natuur
schoon bedreigd zou kunnen worden, dan
is het plicht alles te doen wat mogelijk is
om zulk een nieuwe schending te voorko
men. Plicht in deze streken vooral, waar
Arnhem, Velp en Oosterbeek voor een
zeer groot gedeelte van het natuurschoon
„leven".
Reeds langen tijd geleden bereikte ons
het gerucht dat de heer van Biljoen, die
eigenaar is van Beekhuizen, aan de vereeni-
ging „Algemeen Belang voor Velp en Ro-
zendaol" had aangezegd dal de banken
door die vereeniging op Beekhuizen ge
plaatst, vóór 31 December o.s. uit de bos-
schcn verwijderd moesten worden. Zonder
nu ons te laten verleiden door gewaagde
conclusies, mogen wij toch zeggen dat een
dergelijk bericht later door andere feilen
bevestigd tot ernstig nadenken stemt.
Het zou in elk geval niet verwonderlijk
zijn wanneer de heer Lüps het plan om
liaison VAN EIMEREN.
Coltaejir Posiiclieur Colfteiiso
WIJKRSSTKAAT 14. - Tel. 205
Hoogst Modorno Snlon9 voor
DAMES en HEF.REN - Manicure
Mftgnzjjn van Parfumurioön on
Toilot-Artikolon.
loiJot-Artikolon.
BADINRICHTING S
Varkensmarkt - Amersfoort.
Speciale altlceliiig
zich van Beekhuizen te ontdoen in ernstige
overweging heeft genomen. Een ieder weet
dat de opbrengst uit boschbezit, wanneer,
men niet op groote schaal kopt, nihil is oi\
een ieder weef ook dot de beloslinginspcc-i
tic omtrent zulk bezit zeer eigenaardig®
denkbeelden huldigt. Zoo wordt bijv. vol
komen renteloos liggend land, omdat het
toevallig' aon don rijksweg grenst, belast
als duur bouwterrein!! Beekhuizen is dus,
in den legcnwoordigcn tijd, voor een par*
ticulier een bijna-ruineus bezit.
Dus zelfs al weet men niets positiefs
omtrent de plannen van den eigenaar, men
moet denken aan de toekomst.
Daaraan denkende moet men beginnen
met te zeggen, wat cr ook gebeuren moJ
ge. Beekhuizen mag niet verdwijnen. Hef
is een Vclpsch-Rhedcnsch belang zeker in
de eerste plaats, cn ook een ArnhcmscK
belang maar wij willen de zoak nog
breeder bezien het is een NederlandscK
belang, dat dit verrukkelijk natuurmonu*
ment ongeschonden blijft voortbestaan.
Wanneer wij zien hoe overal aanslagen'
worden gepleegd op ons bosch- cn heide-
bezit, don slnat ons dikwijls de schrik om'
het hort waar moet dut heen I
Wij moeten hier in ons eigen land, voor
onze landgcnoolcn, de gelegenheid om zich
van arbeid en stadsdrukte te vcrfrisschon
in zoo ruime male als mogelijk is open
lalen. Wij mogen niet de Nederlanders',
door hier telkens cn telkens weer hef na
tuurschoon te olfcrcn non bouwspeculoticn,
naar het buitenland drijven.
Dit inzicht leeft ook in Velp reeds jaren
lang. En het is ons bekend dot al geruir
men tijd geleden, eenige Velpsche ingeze
tenen de quncslic-Beekhuizcn onder het
oog hebben gezien.
En zelfs reeds, zeer voorloopige bespre*,
kingen met den burgemeester vnn Rbcncn.
gevoerd hebben, om zijn oordeel in dezt
oangelegcnhcid te leeren kennen.
Want wil men dc toekomst von Beek
huizen verzekeren don zal men wei moe*
door
ROBERT HERRICK.
69
„Dc ben de jongste, weet u", zei ze met haar
heldere kinderlijke stem. „Nel is bijna twee jaar
ouder. Zij is al heelemaal volwassen en gaat al
uit."
„Wonen jullie nog in Lawndale?" vroeg haar
.vader.
„Ja, maar dezen winter zijn we naar de stad
gekomen. Nel en mama wilden meer menschen
zien en ik was klaar bij juffrouw Rabbit, op
school, beg-rijpt ui"
il, „En nu wil je dokter worden?" zei Holden
na eenig stilzwijgen.
„Ja!" riep het meisje opgewonden en de kleur
kwam weer op haar gezichtje. „Dr. Percy zei,
nat ik eerst moest studeeren. Maar inama en
(tante Vera houden niet van meisjes-studenten,
pie zijn toch allebei zóó ouderwetsch. Ik geloof
piet, dat toen zij jong waren, er veel meisjes
ptudeerden Nel is eigenlijk net zoo. Zij
pield van de school van juffrouw Rabbit, ik niet.
ge leordó was dier;jbeefcig„AiitJdifibpeken.: ben
niets belangrijks, alleen maar wat literatuur, wat
kunst en talen, zoo echt een „dames"-opvoe~
ding! PruIIeboel; vindt u ook niet?"
Zij lachten beiden. Het jonge meisje babbelde
vrij en opgewonden voort, nu zij eenmaal op het
eene onderwerp was gekomen, waar zij belang
stelling voor voelde, n.l.over haar zelf. Zij
nam als vanzelfsprekend aan, dat Holden er
evenveel belang in stelde als zij en zij ont
vouwde met groote duidelijkheid en beslistheid
haar heele levensplan.
„Ik had naar een echt gymnasium willen gaan,
niet maar zoo eeTst naar een meisjesschool, dat
is eigenlijk maar een kostschoolI" en om haar
standpunt nog duidelijker te maken zei ze ter
loops „Want u begrijpt, trouwen, dat doe ik
nooit."
Holden glimlachte en haastig legde zij hem
uit
„Ik ben niet mooi genoeg! Nel is heel mooi,
net als mama, 't lijken wel twee zusters, zegt
iedereen. Maar ik ben de leelijke van de familie!"
Zij zweeg hals over kop met een raadselach
tig lachje, alsof ze op 't punt was geweest om
er uit te flappen, dat haar grootmoeder haar
altijd met haar vader vergeleek. Bij hen in de
familie was nu eenmaal het oordeel: „Dora is
zoo leelijk als haar vader, en dat wil wat zeg
gen!" Holden scheen het wel te raden, want zij
lachten tegen elkander in volkomen begrijpen.
't Was dan ook een feit, dat zij, niettegen
staande haar mooi, bruin haar, dat onder haar
hoed to voorschijn kwam, niettegenstaande haar
frissche, gezonde jeugd, leelijk was; zij had: den
dikken neus en de breede, beenige gelaatstrek
ken, die haar vader eigen, waren.
„Maar -leelijke vrouwen trouwen toch ook
wel", waagde de dokter te opperen.
„Natuurlijk, maar ik' geef niets om jon
gens. En ze houden oolc, niet van mij. Mama
zegt, <dat ,i> niet vroolijk' enf gezellig genoeg
„Hm", zei haar vader, „dat is ook niet altijd
noodig voor een gelukkig huwelijk."
„Maar ik wil dokter worden!"
„Dus je wilt in de medicijnen gaan studee
ren?"
„Ja! ik heb altijd dokter willen zijn, van dat
ik een klein kind was af."
Zij aarzelde een oogenblik, toen zei ze schuch
ter „Ik weet natuurlijk alles van u afl U
hebt mama's leven gered, en u hebt een prach
tige inrichting gehad in het noorden voor zieke
menschen, midden in de bosschen. Tante Vera
heeft me al-les verteld en dr. Percy ook. En toen
is alles afgebrand! Wat zonde hé? 't Moet prach
tig geweest zijnl" vervolgde zij. „De bron
dr. Percy heeft me er foto's van laten zien en
dan al die zieke menschen, die van heinde en
1. Good, Zilver en Medailles
2. Brillen en So-Easy's
3. G. van DUIN Utrechtscbestraat-
ver kwamen bij u, om weer gezond te worden....
O, wat zou ik er graag bij geweest zijn!"
„Maar je was er bij!" lachte haar vader, wiens
bleek gezicht kleurde bij de opgewonden schil
dering van zijn eigen levensgeschiedenis.
„O, maar ik was nog zóó klein! Ik heb zoo
mijn best gedaan om me er iets van te herin
neren, maar ik weet er niets meer van niets.
Ik herinner me al-leen maar Lawndale", zuchtte
ze, „en de school van juffrouw Rabbit!"
„Dus dr. Percy heeft je alles verteld van de
genezende bron?"
„Ja, ik laat hem altijd alles vertellen, van
die aardige huisjes en van uw wonderbaarlijke
genezingen.... iWJa»rom bent u toch weggegaan
jaa den Jbxand
,,'t Had zijn tijd uitgediend", zei do dokter ont
wijkend. .,'t Had zijn werk gedaan."
„Natuurlijk", zei ze tevreden, „als u niet weg
gegaan was, dan zou u niet hier zijn, niet direc
teur van dit ziekenhuis en zóó beroemd."
„Beroemd I"
„Ik weet er alles van f Ik las het artikel over
het „nieuwe ziekenhuis" in dat tijdschrift en
vroeg Dr. Percy of hij mij die dingen wilde bren
gen, die u geschreven hebt. Maar ik kan ut les
niet goed begrijpen. Er zijn zooveel vreemde
namen in en bij juffrouw Rabbit leerde je geen
Latijn 1"
,,'t Zal wel taaie kost voor je geweest zijn."
„Ik zal het later wel allemaal begrijpen," zei
ze beslist. „Tante Vera zei eens tegen mama,
dat ze altijd wel geweten had, dat u den een
of anderen dag beroemd zoudt worden. Mama
heeft dat natuurlijk ook wel geweten toen
zij hield plotseling in verwarring op. Holden
leunde achterover in zijn stoel en lachte harte
lijk om den humor van den toestand.
„Dus, toen ze er nu zoo'n drukte over maak
ten, dat ik wou gaan studeeren voor dokter, be
dacht ik, dat het maar het best zou zijn eens
naar u toe te gaan I"
„En dat was goed van iel" zei Holden dode
lijk.
„U bent van alles op de hoogte. Is er nu niet
een manier om in de medicijnen te gaan studee
ren zonder eerst al die voorbereidende studie?"
„Maar je bent nog veel te jong."
„Ik ben zestien jaarl"
„Eerst moet je naar een lyceum cn dan kan
je meteen weten of je bij je pion blijft."
Zij schudde ongeduldig het hoofd, bij zijn
twijfel aan de vastheid van haar besluit.
„Niemand wil me ook eens helpen, Mama niet
Nel niet, tante Vera, grootmama. Dr. Percy,
niemand. Zij vinden allemaal, dat jonge meisjes
uit moeten gaan naar partijtjes, of thuis moeten
Zitten babelen met jongelui en dan trouwen."
„Ik zal je helpen
„Dat dacht ik wel," zei ze. cn vertrouwelijk
legde ze haar urmen op de schrijftafel; „daarom
ben ik ook hier gekomen IEn ik wou u toch
eens opzoeken, dat was ik tcch al van plan, van
het oogenblik af, dot ik v/ist, dat u mijn vader
was."
„Waarom kwam je niet eens eerder?"
Een oogenblik sloeg zij de oogen neer.
„Om mama, begrijpt u, ik wilde haar geen
verdriet doen, natuurlijkMoor nu ben ik vol
wassen en ik had ccn reden om te komen."
„Ja."
Zij zwegen beiden, alsof het gesprek pijnlijk
werd. Plotseling keek het meisje haar vader
flink aan.
„Wilt u cr niet eens met moeder ever komen,
spreken
„Ik zal hoor schrijvenIk zal zorgen, da*
je naar een lyceum gaat cn in de medicijnen
kunt gaan studeeren, als je tenminste er bij blijft
als je klaar bent."
„Dank u," zei ze eenvoudig, maar even daar
na vervolgde zij, ,,'t zou hel beste ziin als u
met mama de zaak besprak."
„Dat is niet noodig, bovendien is je moeder er
misschien niet op gesteld om me te zien," zei
hij oprecht.
(Wordt vervolgd), 'j
SPOEDIG RETOUR.
Langestraai 116 Te!. 70