Sponsen - Zeemleder - Borstelwerk AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE hemlander" ST. E MIL ION lij 1. It. SCHBTtRMAH In., ütr.str. 17. Tel. 145 L {i|| Firma Fontein Schippers - Langstraat M "binnenland. A. v. d. Weg, Langestr. Keparatain Eigengemaakte Kiniterkleedrnn Willem OroenEuiizen, Juwelier Per flesch f 1.60, per anker f 65- TWEEDE BLAD. IVlagaz. „De Dom" Gero Zilver Jamlepel Fruitlepels Suikerstrooiers FEUILLETON. OE GENEZER Drie dingen om niet te vergeten aan Tennis-Rackets Joh. van dijk. 2ie Jaargang No. 49 £at«raa| 28 Augustus 1922 ORIGINEELE zeer aan te bevelen Bordeaux, gewas 1917 Bijzonderheden Voor de moderne woning. Onze Eetkamer „Lydia" in mahonie- en ebbsnkleur. Buffet, tafel, theetafel, 2 fauteuils. 4 stoelen, compleet f 450. De internationale toestand. VOORTDURENDE SPANNING. Het N. v. d. D. geeft onder dezen titel belang wekkende beschouwingen over den algemcenen toestand. 't Zijn toch maar weer frissche, vroolijke dooen, die we beleven I 4) De economische toestand van Europa woidt rr et den dag slechter, en elke poging tol ver betering stuit af op wat „lo saint égoïsme' van elke natie afzonderlijk genoemd is; epithe ton dat wij door satanisch" zouden willen ver rangen. De kibbelende vrienden kibbelen maar door en de staatkunde wordt na elke kibbel partij nog verwarder dan ze reeds was. Onder- tusschen hitsen de nationalen in Beieren en elders in Duitschland hun landgenooten op tot een, zij 't voorloopig machtelooze, revanche- itemming; de Engelschen bouwen met koorts- achtigen haast aan een luchtvloot, uit vrees, in letterlijken zin overvleugeld te worden door liun Franschevrienden; dat de Russen van plan zijn, weet niemand, maar daar broeit wat, ean de overzijde van de hongcr-grens. En de (werklieden-partijen doen hun best, zich inter nationaal hecht te maken; intusschen nemen hun leiders (als Albert Thomas) geen blad voor don mond tegenover anderen. De eenige die de naaste toekomst nogal roos kleurig schijnt in te zien, is de man met den Duitsch-klinkenden naam die in Italië thans mi nister van buitenlandsche zaken is: Schanzer. Hij gelooft, en zegt, dat 't mislukken der Lon- densche conferentie omdat dit de lucht ge zuiverd heeft juist gunstig zal werken op het voortbestaan der Entente, die een politieke noodzakelijkheid blijfr. Voorts verzekert hij (of zijn ambtenoot voor financiën, maar dat maakt in dit geval geen groot verschil): „Wij zijn zeer optimistisch uit Londen vertrokken, en dit op timisme wordt gerechtvaardigd door telegram men over den verderen loop der zaken uit Lon den ontvangen". Ou diable l'optimisme va-l-il se nicher Zeker niet te Berlijn, waar de regecringsper- sonen zich keeren noch wenden kunnen om eenig rustig vooruitzicht te vinden. Dreiging over den grens; razend verval der geldswaarde; tweedracht, samenspanning, sluipmoord binnen 's lands grenzen. Het is een fraaie rol die de Beieren, het zij dan deBeiersche volksparlij, maar de overigen beletten 't niet den ouden maarschalk, goed en braaf soldaat toch, laten spelen I Zelfs Ludendorf ontbrak niet op 't nati onalistische festijn. Maandag te München geor ganiseerd door allen die het werk van dc Duit- scho republiek ondermijnen, onder voorwend sel van een hulde aan Hindenburg, die wat ver- poozing gaat zoeken in de Bciersche Alpen. Overal in München was de vlag uitgestoken, maar men zag niets dan het oude, keizerlijke zwart-wit-rood, of het separatistsche blauw en wit, nergens een rijksvlag, zelfs niet op de re- geeringsgebouwen. Aan militair vertoon geen gebrek de Rijksweer stond opgesteld en, na tuurlijk, ook de studentencorpsen, en Hinden burg inspecteerde allende generale staf was in groote tenue verschenen, ook prins Rup- precht, die hartelijk werd toegejuicht. En na braaf gehuldigd te zijn, verzekerde de oude opperbeveller nog eens met geestdrift, dat hij tot zijn laatste levensdagen zou opkomen voor het vaderland. In Hindenburg's mond klinkt zulk een verkla ring als men denkt aan de volslagen onmacht, militair gesproken, van het Duitsche rijk weemoedig. Maar wat te zeggen van de men- schen die geen groote krijgsdaden hebben ver richt, en toch in deze politieke omstandigheden een machteloos en vernederd volk tot oorlogs waanzin ophitsenwant wat anders zit er achter zulke manifestaties Terwijl dit in Duitschland gebeurt, onderhou den in België zulke gevallen als de zaak Daels, die nog altijd niet uit is, en het proces De Beuckelnere, de politieke haat cn tweedracht tusschen de twee groote groepen waarin het Belgische volk is verdeeld. De Italinansche oud premier Nitti schrijft een nieuw boek, waarin hij over Italië's bondgenooten waarschijnlijk even vriendelijke dingen zal zeggen als in zijn „L'Europa senza pace", want de titel schijnt iets te zullen zijn als Grootheid en verval von het tegenwoordige Europa". In Engeland onder steunen evenals trouwens in Duitschland de arbeiders de buitenlandsche politiek hunner regeering: Thomas' uitval heeft men kunnen lezen: Lloyd George zwijgt voorloopig tot zijn eerstvolgende afterdinner- of afterlunch- speech. Intusschen is de Daily Chronicle, dit als zijn orgaan bekend staat, niet te spre ken over de Fransche vrienden; in den vorm van een repliek aan de Temps behandelt het Londensche blad niet alleen de schulden «us- schen de bondgenooten, maar het beschuldigt Frankrijk zijdelings van krijgstoerustingen, als het schrijft Frankrijk's kostbaar duikbootprogram is slechts een voorbeeld van de politiek, die geba seerd is op de gestadige noodzakelijkheid van bewapening. Hieraan mogen vliegtuigen en be zettingslegers worden toegevoegd. „Wij in Engeland wenschen geen militair overwicht. We hebben voor de marine het één- moger.dheid-stelsel aanvaard en den dienstplicht voor het leger afgeschaft. Wij vragen om een politiek van Europeeschen vrede, cn wij zouden -reid zijn hiervoor te betalen. Doch zoolang Frankrijk niet bereid is iets te doen in deze richting, waarom zouden wij dan een gedeelte van zijn schuld schrappen, welke het zou kun nen betalen indien zijn politiek minder kostbaar ware Terzelfder tijd houdt de heer Poincaré rede voeringen, waarin hij wel is waar niets nieuws zegt, maar nog eens uiting geeft aan zijn vas ten wil die thans gesteund wordt door goed keurende besluiten der „Algemcene Raden" om „w at er ook gebeure, niet te wijken van het Fransche standpunt dat aan Duitsch land géén uitstel van betaling wordt toegestaan tenzij het de fiscale mijnen van het Roergebied en de staals-bosschen in onderpand wil geven." Dit besluit werd bovendien, in een voorberei dende toespraak te Thiaucourt, gevestigd op overwegingen als deze: Dat was geen oorlog meer; dat was de ge disciplineerde barbaarschheid, de officieele aan moediging tot vergrijpen tegen de menschen- rechten. Alle Duitschers begrepen die aanmoe diging, gingen er blindelings moe accoord, staken onze ongelukkige provincies in brand en hebben daardoor ook allen de verantwoordelijk heid te drogen voor het door allen gelijkelijk bedreven kwaad. De schade, die wij daardoor leden, moeten zij vergoeden. En zij zullen dio vergoeden". De lezer zette nu al deze uiting- n en symp tomen maar eens naast elkaar, en moge don voor zichzelf uitmaken of het opschrift boven dit artikel misschien niet zou behooren te luiden: „Toenemende spanning." Zeker is er in de laat ste dogen niets aan 't licht gekomen det op ver betering van den politieken toestand wijstor hebben zich wel is waar ook geen indices van ccn naderende uitbarsting voorgedoon, maar uit barstingen op politiek terrein komon tegenwoor dig meest zonder voorafgaande aankondi ging Het ernstige gevaar van den toestond dien wij nu beleven is, dat elke uiting von onverzoen- j lijkhcid van Fransche zijde ccn opleving vnn chauvinisme, om niet te zeggen monarchi s~ me, in Duitschland uitlokt. Poincaré heeft te Bar-le-Duc het eerste paaltje geslagen van de 57 monumentale kilometerpalen van de „Voio Sacréo" den Heiligen Weg (de naam is van Maurice Barrès afkomstig) die Bar-le-Duc ver bindt met Verdun. Amsterdammers zullen ge neigd zijn, over dit symbolisme het hoofd te schudden, b-denkende dat de Hciligeweg uit loopt op het K o n i n g s plein. Uit de Pers. BERECHTING EN RECLASSEERING. In het intéressante en nuttige Maandblad voor Berechting en Reclassecring van Volwassenen en Kinderen komt ditmaal eert artikel voor vun don bekenden paedogoocr J. Klootsema over opvoeding tijdens de puberteit. Pater Ildafonsus voert een krachtig pleidooi voor de toepassing van voorwaardelijke vei oor deeling bij gunstig bekend staande personen, <iic onder den invloed van drank bij een arrestatie niei gedwee zijn of met an dere personen woorden krijgen en twist, waar op handtastelijkheden volgen cn mishandeling. Voor dezen verdedig ik de voorwaarde lijke veroordceling met b ij zond ere voorwaarden met hand en tand als d e meest geëigende straf. Wij nemen reeds non, nietwaar, dat dc menschen, die ik hier op 't oog heb, wat hun persoon betreft, 'n voorwaardelijke veroordeeldng niet onwaardig zijn. Want ik leg er den nadruk op, dat ik het hier niet heb over boeven, sjappies en beruchte personen. Loot ik er nog bijvoegen, dat de politie niet zelden door hoar ontac tisch en bruusk optreden tegenover deze dronken menschen stellig de schuld is van het verzet. Ik heb dus slechts aan te toonen, dat in de door mij bedoelde gevallen een voor waardelijke veroordeeling het verzet tegen de politie zal voorkomen cn haar gezag zal helpen handhe-n en dat we ook door middel van de voorwaardelijke veroordce ling riet meer zullen hooren van zooveel vechtpartijen en bloedige mishandelingen. Men lette echter wel, dat ik het hier op neem niet voor een voorwaardelijke ver oordceling in het algemeen, doch met bijzondere voorwaarden, name lijk kroeg- en drankverbod, ge heelonthouding, dus ook van bier; aansluiting bij een drankweeror ganisatie, omgangsbeperking, do drankvrienden namelijk vermijden; en, waar het bestaat, geregeld bezoek; van een alcoholvrij lokaal. Zeker, als in deze gevallen een voor waardelijke straf wordt uilgesproken, zal deze hoor uitwerking niet missen; ja juist deze menschen, die misschien nog r.ooit met de Justitie in aanraking kwamen, noch met de gevangenis kennis maakten, zul len door celstraf bijzonder worden ge schokt. Boetende in dc cel, zweren zij den dronk af, en met de beste voornemens ko men zij op vrije voeten thuis. Den eersten tijd gaat alles best; zij blijven uit de kroeg en houden het glos van hun lipnen. Van lieverlede begint echter de goede stem ming af te slijten cn ongemerkt ondergaan zij weer den voor hen vooral zoo ver derflijken invloed onzer gealcoholisecrde samenleving met haar dwaze drink- ideeën, drinkgewoonten en drinkdwong. De schrik is er l ij hen of, het zoogenoom- de matige drinken begint opnieuw; bij ccn of andere gelegenheid zijn zij weer eens dronken, cn de geschiedenis herhaalt zich. Zoo gaat het heel dikwijls. Maar dan vragen wij toch nuchter weg: wat bereikt men op zoo'n manier Inder daad niet veel Neen, dan is het veel verstandiger en heel wat maatschappelijke;- om voorwaardelijk te straffen. Dc straf is don immers uitge sproken, hangt als het zwaard von Damo cles boven het hoofd en moet, bij niot-nnle- ving der voorwaarden, worden ondergaan. Do menschen zijn goed gestemd, en door hun lidmaatschap der drankbestrijding, door hun omgang met drankbestrijders, door hun geregeld bezoek von ccn olcoholvrij lokaal worden zij in hunne goede voornemens ge sterkt. Door al wat zij van drankbestrijding lezen, hooren cn zien. leeren zij de waarheid kennen aar.gaande den alcohol. Gedurende hun proeftijd van 5 jnicn worden zij in cn voor de drankbestrijding bewerkt, cn is de tijd om, dan zetten zij uit overtuiging voort wat ze onder indruk van het voorgevallene, jn laet het dan misschien zijn uit dwang, hegonnen zijn. Recidive komt dan niet meer voor. Zeet vaak worden zelfs op deze wijze vurige propagandisten voor de drankbe strijding gekweekt. Waar zal men dus het mees'e mee berei ken met een onvoorwaardelijke of een voorwaardelijke straf Ik geloofmet do lonlste. Iemand zal misschien nog oomerkenja maar, de algemcene preventie I De veiligheid der samenleving mag niet uit het oog wor-j den verloren I Precies I Daarom zou ik nog destemcer willen aandringen op eene voorwaardelijke veroordeeling in de door mij bedoelde ge vallen. De openbare veiligheid zal veel meer zijn geboot met een driejarigen proeftijd, waarin de voorwaardelijk veroordeelde onder leiding en toezicht slaat, in geheelonthou ding leven moet, de herbergen heeft voorbij te gaan, wordt opgevoed in de drankbestrij ding cn tegen den alcohol wordt ingenomen, dan met een gevangenisstraf van 2, 3 of meerdere maanden, zonder dat verder mis schien iels wordt gedaan om de oorzaak weg te nemen, welke aanleiding was tot het misdrijf. Het spreekt wel vanzelf, dat ik in deze beschouwing van do veronderstelling uitga en uitdrukkelijk vooropzet, dat aan den voorwaardelijk veroordeelde inderdaad so- liede en krachtige hulp en steun moet wor den verleend bij het naleven zijner voor waarden m.o.w. dat hij in goede drankbe strijdershanden komt. DE TOEKOMST VAN HET LANDSCHAPS- SCHOON IN GELDERLAND. Het drama van het Gcoi, dat hei onderwerp van zooveel geschrijf is, vestigt de aandacht van de Nieuwe Arnhemsche Courant méér don ooit het geval was, op de noodzake lijkheid van becscherming van ons Iandschops- schoon. Wanneer er dus ook maar een geringe kuns bestaat dat een deel van ons natuur schoon bedreigd zou kunnen worden, dan is het plicht alles te doen wat mogelijk is om zulk een nieuwe schending te voorko men. Plicht in deze streken vooral, waar Arnhem, Velp en Oosterbeek voor een zeer groot gedeelte van het natuurschoon „leven". Reeds langen tijd geleden bereikte ons het gerucht dat de heer van Biljoen, die eigenaar is van Beekhuizen, aan de vereeni- ging „Algemeen Belang voor Velp en Ro- zendaol" had aangezegd dal de banken door die vereeniging op Beekhuizen ge plaatst, vóór 31 December o.s. uit de bos- schcn verwijderd moesten worden. Zonder nu ons te laten verleiden door gewaagde conclusies, mogen wij toch zeggen dat een dergelijk bericht later door andere feilen bevestigd tot ernstig nadenken stemt. Het zou in elk geval niet verwonderlijk zijn wanneer de heer Lüps het plan om liaison VAN EIMEREN. Coltaejir Posiiclieur Colfteiiso WIJKRSSTKAAT 14. - Tel. 205 Hoogst Modorno Snlon9 voor DAMES en HEF.REN - Manicure Mftgnzjjn van Parfumurioön on Toilot-Artikolon. loiJot-Artikolon. BADINRICHTING S Varkensmarkt - Amersfoort. Speciale altlceliiig zich van Beekhuizen te ontdoen in ernstige overweging heeft genomen. Een ieder weet dat de opbrengst uit boschbezit, wanneer, men niet op groote schaal kopt, nihil is oi\ een ieder weef ook dot de beloslinginspcc-i tic omtrent zulk bezit zeer eigenaardig® denkbeelden huldigt. Zoo wordt bijv. vol komen renteloos liggend land, omdat het toevallig' aon don rijksweg grenst, belast als duur bouwterrein!! Beekhuizen is dus, in den legcnwoordigcn tijd, voor een par* ticulier een bijna-ruineus bezit. Dus zelfs al weet men niets positiefs omtrent de plannen van den eigenaar, men moet denken aan de toekomst. Daaraan denkende moet men beginnen met te zeggen, wat cr ook gebeuren moJ ge. Beekhuizen mag niet verdwijnen. Hef is een Vclpsch-Rhedcnsch belang zeker in de eerste plaats, cn ook een ArnhcmscK belang maar wij willen de zoak nog breeder bezien het is een NederlandscK belang, dat dit verrukkelijk natuurmonu* ment ongeschonden blijft voortbestaan. Wanneer wij zien hoe overal aanslagen' worden gepleegd op ons bosch- cn heide- bezit, don slnat ons dikwijls de schrik om' het hort waar moet dut heen I Wij moeten hier in ons eigen land, voor onze landgcnoolcn, de gelegenheid om zich van arbeid en stadsdrukte te vcrfrisschon in zoo ruime male als mogelijk is open lalen. Wij mogen niet de Nederlanders', door hier telkens cn telkens weer hef na tuurschoon te olfcrcn non bouwspeculoticn, naar het buitenland drijven. Dit inzicht leeft ook in Velp reeds jaren lang. En het is ons bekend dot al geruir men tijd geleden, eenige Velpsche ingeze tenen de quncslic-Beekhuizcn onder het oog hebben gezien. En zelfs reeds, zeer voorloopige bespre*, kingen met den burgemeester vnn Rbcncn. gevoerd hebben, om zijn oordeel in dezt oangelegcnhcid te leeren kennen. Want wil men dc toekomst von Beek huizen verzekeren don zal men wei moe* door ROBERT HERRICK. 69 „Dc ben de jongste, weet u", zei ze met haar heldere kinderlijke stem. „Nel is bijna twee jaar ouder. Zij is al heelemaal volwassen en gaat al uit." „Wonen jullie nog in Lawndale?" vroeg haar .vader. „Ja, maar dezen winter zijn we naar de stad gekomen. Nel en mama wilden meer menschen zien en ik was klaar bij juffrouw Rabbit, op school, beg-rijpt ui" il, „En nu wil je dokter worden?" zei Holden na eenig stilzwijgen. „Ja!" riep het meisje opgewonden en de kleur kwam weer op haar gezichtje. „Dr. Percy zei, nat ik eerst moest studeeren. Maar inama en (tante Vera houden niet van meisjes-studenten, pie zijn toch allebei zóó ouderwetsch. Ik geloof piet, dat toen zij jong waren, er veel meisjes ptudeerden Nel is eigenlijk net zoo. Zij pield van de school van juffrouw Rabbit, ik niet. ge leordó was dier;jbeefcig„AiitJdifibpeken.: ben niets belangrijks, alleen maar wat literatuur, wat kunst en talen, zoo echt een „dames"-opvoe~ ding! PruIIeboel; vindt u ook niet?" Zij lachten beiden. Het jonge meisje babbelde vrij en opgewonden voort, nu zij eenmaal op het eene onderwerp was gekomen, waar zij belang stelling voor voelde, n.l.over haar zelf. Zij nam als vanzelfsprekend aan, dat Holden er evenveel belang in stelde als zij en zij ont vouwde met groote duidelijkheid en beslistheid haar heele levensplan. „Ik had naar een echt gymnasium willen gaan, niet maar zoo eeTst naar een meisjesschool, dat is eigenlijk maar een kostschoolI" en om haar standpunt nog duidelijker te maken zei ze ter loops „Want u begrijpt, trouwen, dat doe ik nooit." Holden glimlachte en haastig legde zij hem uit „Ik ben niet mooi genoeg! Nel is heel mooi, net als mama, 't lijken wel twee zusters, zegt iedereen. Maar ik ben de leelijke van de familie!" Zij zweeg hals over kop met een raadselach tig lachje, alsof ze op 't punt was geweest om er uit te flappen, dat haar grootmoeder haar altijd met haar vader vergeleek. Bij hen in de familie was nu eenmaal het oordeel: „Dora is zoo leelijk als haar vader, en dat wil wat zeg gen!" Holden scheen het wel te raden, want zij lachten tegen elkander in volkomen begrijpen. 't Was dan ook een feit, dat zij, niettegen staande haar mooi, bruin haar, dat onder haar hoed to voorschijn kwam, niettegenstaande haar frissche, gezonde jeugd, leelijk was; zij had: den dikken neus en de breede, beenige gelaatstrek ken, die haar vader eigen, waren. „Maar -leelijke vrouwen trouwen toch ook wel", waagde de dokter te opperen. „Natuurlijk, maar ik' geef niets om jon gens. En ze houden oolc, niet van mij. Mama zegt, <dat ,i> niet vroolijk' enf gezellig genoeg „Hm", zei haar vader, „dat is ook niet altijd noodig voor een gelukkig huwelijk." „Maar ik wil dokter worden!" „Dus je wilt in de medicijnen gaan studee ren?" „Ja! ik heb altijd dokter willen zijn, van dat ik een klein kind was af." Zij aarzelde een oogenblik, toen zei ze schuch ter „Ik weet natuurlijk alles van u afl U hebt mama's leven gered, en u hebt een prach tige inrichting gehad in het noorden voor zieke menschen, midden in de bosschen. Tante Vera heeft me al-les verteld en dr. Percy ook. En toen is alles afgebrand! Wat zonde hé? 't Moet prach tig geweest zijnl" vervolgde zij. „De bron dr. Percy heeft me er foto's van laten zien en dan al die zieke menschen, die van heinde en 1. Good, Zilver en Medailles 2. Brillen en So-Easy's 3. G. van DUIN Utrechtscbestraat- ver kwamen bij u, om weer gezond te worden.... O, wat zou ik er graag bij geweest zijn!" „Maar je was er bij!" lachte haar vader, wiens bleek gezicht kleurde bij de opgewonden schil dering van zijn eigen levensgeschiedenis. „O, maar ik was nog zóó klein! Ik heb zoo mijn best gedaan om me er iets van te herin neren, maar ik weet er niets meer van niets. Ik herinner me al-leen maar Lawndale", zuchtte ze, „en de school van juffrouw Rabbit!" „Dus dr. Percy heeft je alles verteld van de genezende bron?" „Ja, ik laat hem altijd alles vertellen, van die aardige huisjes en van uw wonderbaarlijke genezingen.... iWJa»rom bent u toch weggegaan jaa den Jbxand ,,'t Had zijn tijd uitgediend", zei do dokter ont wijkend. .,'t Had zijn werk gedaan." „Natuurlijk", zei ze tevreden, „als u niet weg gegaan was, dan zou u niet hier zijn, niet direc teur van dit ziekenhuis en zóó beroemd." „Beroemd I" „Ik weet er alles van f Ik las het artikel over het „nieuwe ziekenhuis" in dat tijdschrift en vroeg Dr. Percy of hij mij die dingen wilde bren gen, die u geschreven hebt. Maar ik kan ut les niet goed begrijpen. Er zijn zooveel vreemde namen in en bij juffrouw Rabbit leerde je geen Latijn 1" ,,'t Zal wel taaie kost voor je geweest zijn." „Ik zal het later wel allemaal begrijpen," zei ze beslist. „Tante Vera zei eens tegen mama, dat ze altijd wel geweten had, dat u den een of anderen dag beroemd zoudt worden. Mama heeft dat natuurlijk ook wel geweten toen zij hield plotseling in verwarring op. Holden leunde achterover in zijn stoel en lachte harte lijk om den humor van den toestand. „Dus, toen ze er nu zoo'n drukte over maak ten, dat ik wou gaan studeeren voor dokter, be dacht ik, dat het maar het best zou zijn eens naar u toe te gaan I" „En dat was goed van iel" zei Holden dode lijk. „U bent van alles op de hoogte. Is er nu niet een manier om in de medicijnen te gaan studee ren zonder eerst al die voorbereidende studie?" „Maar je bent nog veel te jong." „Ik ben zestien jaarl" „Eerst moet je naar een lyceum cn dan kan je meteen weten of je bij je pion blijft." Zij schudde ongeduldig het hoofd, bij zijn twijfel aan de vastheid van haar besluit. „Niemand wil me ook eens helpen, Mama niet Nel niet, tante Vera, grootmama. Dr. Percy, niemand. Zij vinden allemaal, dat jonge meisjes uit moeten gaan naar partijtjes, of thuis moeten Zitten babelen met jongelui en dan trouwen." „Ik zal je helpen „Dat dacht ik wel," zei ze. cn vertrouwelijk legde ze haar urmen op de schrijftafel; „daarom ben ik ook hier gekomen IEn ik wou u toch eens opzoeken, dat was ik tcch al van plan, van het oogenblik af, dot ik v/ist, dat u mijn vader was." „Waarom kwam je niet eens eerder?" Een oogenblik sloeg zij de oogen neer. „Om mama, begrijpt u, ik wilde haar geen verdriet doen, natuurlijkMoor nu ben ik vol wassen en ik had ccn reden om te komen." „Ja." Zij zwegen beiden, alsof het gesprek pijnlijk werd. Plotseling keek het meisje haar vader flink aan. „Wilt u cr niet eens met moeder ever komen, spreken „Ik zal hoor schrijvenIk zal zorgen, da* je naar een lyceum gaat cn in de medicijnen kunt gaan studeeren, als je tenminste er bij blijft als je klaar bent." „Dank u," zei ze eenvoudig, maar even daar na vervolgde zij, ,,'t zou hel beste ziin als u met mama de zaak besprak." „Dat is niet noodig, bovendien is je moeder er misschien niet op gesteld om me te zien," zei hij oprecht. (Wordt vervolgd), 'j SPOEDIG RETOUR. Langestraai 116 Te!. 70

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1922 | | pagina 5