DE EEMLANDER"
pimPBiis-3^z^
imöiüaiiiS
BUITENLAND.
„L'HIRBNBELLS"
0. HIEWEG - LJBMÏ 31
Engelsche theepotten en Filfeis
<r
FEUILLETON.
Jfi den Maalstroom
jaargang Wo. 01
post f y—, p«r w«k (met griü» verzekering
ongelukken) f 0.17s, eliondcxlgke nummer*
Box».
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
»9
DIRECTEUR-UITGEVER) J. VALKHOPF. aRNHEMSCHE POORTWAL 2A. POSTRHKENINQ N". 47910. TEUINT.813.
Maanaag n sepiemoer 1922
met inbegrip van cc»
bewijsnummer, elke regel meer f 0.25, diensfaanbici
dingen en Llctdadlgheidj-advcitenticn voor de helft
der prijs. Voor handel cn bedrijf bestaan zectJ
voordcciige bepalingen voor het adverfccrcn. hen®
circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
De OnderwUs-mlsère-
zekere zijde will men de legende in-
jeng doen vinden, dat de handelingen van
>n9 Gemeentebestuur op onderwijsgebied
geboden zijn door de wet op bet Lager On
derwijs.
'ij In A mersf. Dagblad van 22 Mei wezen wij
|r reeds op, aan de hand van het plan van
en W. van Amsterdam inzake reorgani
satie L. O., dat dit absoluut onjuist is. En in
ïe Raadsvergadering van 23 Mei constru
eerde de heeT Boas dan ook een tegenstel
ling tusschen den heer Hofland en zijn par-
Hjgenoot Vliegen te Amsterdam. De heer
Hofland meende deze tegenstelling te moe-
fen verwerpen, want het was niet bekend in
J\oeverre het Amsterdam scha reorganisatie
plan de meening van Vliegen weer gaf.
fe'efovu thans wwdt het plan in openbare
Kitting te Amsterdam behandeld en wethou
der Vliegen heeft daarbij woorden gespro
ken, die aan duidelijkheid niets te wenschen
^verlaten.
jS7ij citeeren het verslag van de N. R. Ct.
„Het stelsel van de wet is aldus de heer
j/liegen, dat een zesjarige leergang den
grondslag moet vormen als onderbouw van
het heele onderwijs; een zesjarige leergang
^roor allen gelijk. Natuurlijk moet men die
gelijkheid niet al te mechanisch nemen,
petere onderwijzers, of onderwijzers die
minder remmende elementen in hun klas
Ihebben, kunnen hun klas natuurlijk altijd
Iets verder krijgen, en moeten daarin niet
pelemmerd worden.
t Geheel onjuist zou het zijn het onderwijs
gelijk te houden voor kinderen voor wie het
pindonderwijs is en voor kinderen die later
j\og verder onderwijs zullen ontvangen. Ge-
fieel bewust heeft spr. het 7de leerjaar apart
gezet, om niet de kinderen voor wie het la
ger onderwijs eindonderwijs is, op te offe
ren aan de kinderen voor wie dit niet het ge-
gal is.
Daar nu het lager onderwijs voor een ze
kere categorie van kinderen eindonderwijs
)fcS, voor andere niet, daarom is ongetwij
feld een zekere differentiatie noodig."
■V Wij hpbben dat standpunt steeds verde
ed maar, wij hadden van onderwijszaken
peen flauw begrip, de deskundigen (f) ten
5tadhuize zouden een gezond stelsel geven,
Ivaamvee Amersfoort weer eens aan de spits
r W&cht maar eens tot over een jaar of zes
lan zul je eerus zien hoe hoog het peil van
iet Amersfoortsche onderwijs is. Och, zeu
len de heeren dat zelf gelooven? Dan zijn
5e toch wel heel naief.
J Ook over de eenheidsschool heeft wet-
riuder Vliegen het zijne gezegd.
„Van de eenheidsschool, zooals spr. (de
Kèer Vliegen) haar opvat, is de voornaam
ste karaktertrek, dat het algemeen leer
plan overal hetzelfde is, evenals het aantal
(dnderen per klasse. Het is heelemaal niet
hoodig, dat alles maar door elkaar op de
zelfde school wordt neergezet. Er zijn buur
ten van zeer gegoeden en van de allerarm
sten; maar de middelmatig gegoeden en de
Sdddelmatig-armen worden over het alge-
fneen wel in dezelfde buurten. Zou het nu
geen dwaasheid zijn, de kinderen der aller
armsten bij voorkeur te zetten naast die der
ijken Daarvoor zouden die arme kinderen
allerminst dankbaar zijn. Maar B. en W. be-
loelen ook geen separatie volgens het
Schoolgeld, slechts volgens het milieu waar-
Wt de kinderen komen in verband met hun
minderen of betere lichamelijke verzorging.
De grootste kwelling voor den wethouder
Van onderwijs is het groote aantal ouders,
/lie op het spreekuur voor hun kinderen
Overplaatsing komen vTagen omdat zij hen
piet tusschen die slech (verzorgde en slecht
opgevoede kinderen willen hebben. En die
klachten komen vooral uit de klasse der be
ter gesitueerde arbeiders. Een separatie
naar gelang van betere of minder goede ver
zorging der kinderen is zeker gewenscht en
doet aan het begrip eenheidsschool geen
afbreuk."
Wij hebben enkele zinnen onderstreept.
Guldén woorden mogen we ze wel noe
men, die als wandteksten in het Amersfoort
sche Raadshuis niet misplaatst zouden zijn.
Misschien dat een dagelijksche lezing er
van nog iets ten goede zou uitwerken.
De heer Vliegen zal men niet verdenken
het oor te leenen aan standvooToordeel.
Bij hem spreekt slechts het nuchter ver
stand, iets waarmee we in Amersfoort nu
juist niet direct geplaagd worden.
Uit zijn woorden blijkt wel zeer duidelijk
dat de Amersfoortsche maatregelen niet
voortvloeien uit de Lager-Onderwijswet.
Het kan ook anders I Het verschil *met
Amsterdam is, dal daar de nadeelen der
wet zoo gering mogelijk worden gemaakt,
terwijl Amersfoort ze zoo groot mogelijk
maakt.
Politiek Overzicht.
Wij loten over het belangrijke gebeuren
het nabije Oosten het volgende hoofdartikel
van de Frankfurter Zeitung volgen:
„De Grieksche nederlaag in Klein-A nc
volledig. De bizonderheden over de militaire ge
beurtenissen hebben nog slechts een bei eekenis
van den tweeden rang. Alleen komt in aanmer
king, of het Grieksche leger in Klein-Azië zal
worden vernietigd of door een wapenstilstand
de gelegenheid gegeven om in orde ingescheept
en vervoerd te worden. Moestafa Kcmal pasja,
wiens overwinnings-gedachlen te begrijpen zijn,
verklaart in zijn oproep aan de Turksche troe
pen, dot de opmorsch der Ottomanen paj aan
de Egeische Zee holt zal houden Het twee
strijdtooneelen verslagen Griekscnc leger, dat
klaarblijkelijk in een wilde vlucht zich naar de
kust beweegt, vettoont met Xcnophon's tien
duizend man en nog minder met het leger van
Alexander den Groote de minste overeenkomst.
Het zal den Turkschen legerleider met betrek
king tot zijn stoute plannen geenerlei hinder
palen in den weg leggen. Alleen een wapenstil
stand zou dit kunnen. Griekcmand heeft daar
om verzocht en heeft zich bereid ve klonrd
Klein-Azië onverwijld en algeheel te ontrui
men. Dat het dit doet, is een bewijs, dat het
zich als volkomen verslagen beschouwt en hot
offer van de ontruiming van Azië, die her 1c:
dusver met de grootste beslistheid heeft afge
wezen, wil brengen om een volslagen ineen-
torting te voorkomen. Wel-is-waar heeft het
ook in dit oogenblik nog naar tenminste de
Temps beweert de ietwat vreemd aandoende
verwachting uitgesproken, dot het daarvoor in
Thracië schadeloos Tou worden gesteld. Enge
land springt voor 't Grieksche verlangen met
begrijpelijke belangstelling in de bres; want
Griekenland's nederlaag is eigenlijk zijn eigen
nederlaag. Maar om dezelfde reden tracht
Frankrijk, dot natuurlijk de berichten van het
Aziatische oorlogstooneel met boosaardig ge
noegen heeft gelezen, de onderhandelingen in
zake een wapenstilstand te vertragen, opdat
Kemal pasja de Grieken in Azië kon vernieti
gen. Het verklaart daarom, dat de wapenstil
stand een aangelegenheid der beide oorlogvoe
renden alleen is en dat men op Angora geer
druk mag uitoefenen, dat het een spoediger wa
penstilstand sluit. Wat dot beteekent, is zonder
- eindelijk
De tegenstelling tusschen de groote mogend
heden, die toch in de Oostersche kwestie niet
minder scherp is dan ten aanzien van het Duit-
sche, het Oostcnrijksche, het Russische, het
ontwopeningsvraagstuk en nog tal van kwes
ties meer, treedt nu op het oude terrein weer
duidelijk aan den dag, waarop eens zelfs de
Olympische goden zich in twee kampen splitsten.
De Turken zijn wel-is-waar geen Trojanen en
zij denken niet aan ondergang; maar boven de
gevechten der kleinen staan hun groote be
schermers. Engeland heeft in Griekenland zijn
werktuig gezocht cn het heeft zich uit dezen
hoofde zelfs de terugkeer van koning Constan-
tijn laten welgevallen, dien dc Franschen slechts
den „zwager van Wilhelm II" noemen. Een deel
der Engclsche pers verwijt Lloyd George, dot
hij, gelijk al eerder, op het verkeerde paard
heeft gewed. Dat is juist, zooals de uitkomst
bewijst. Maar hoe zou Engeland, wanneer het
toch zijn maritieme positie aan de zeeëngten,
die hem Frankrijk, Rusland cn natuurlijk ook het
Turkije der nationalisten misgunnen, wilde be
houden, op een ander paard hebben kunnen
wedden? 't Is waar: de Engelsche politiek van
vroegere tijden behaagde het dc rol van een
beschermer van Turkije te spelen; maar men
wist toch te goed, dat dit slechts Rusland gold,
wiens vijand Engeland evenzeer als Turkije was
en er was in Engeland steeds een ondergrond-
sche strooming, die tegen de vriendschap me
de „ongeloovige" Turken, de vijanden der
Christelijke Armeniërs en anderedoor Engel
sche missionarissen beminde kleine volkeren,
indruischte. De leuze van de bag and bag-
g a g e-politiek, de eisch, dat Turkije geheel uit
Europa moest verdwijnen, vormt een goed-En-
gclsche traditie. Daarbij is nu in elk geval dc
Britsche politiek in de paradoxale positie ge
raakt, dat zij in het Oosten voor een zoo ver
mogelijk gaande handhavincr van den voor haar
gunstigen vrede van Sèvres moest opkomen, die
aan den oorlog met Turkije een einde moest
maken, dien ook het officieele Turkije in het
door Ententetroepen bewaakte Constantinopel
bereid zou zijn geweest oan te nemen, maar die
nooit is geratificeerd, aangezien het nationale
verzet van 't KemoHstische Turkije zich met alle
krocht daartegen verzette. De Angora-Turken
16-18 I.ftii^estrant - Amet ntoor f
MOD. KLEUREN EU
ZWART
4.— 3.75
Wil VVELLA.
9.- 1075
waren aanvankelijk als „oproerlingen" in den
ban gedaan.... op bevel der Entente. Tegen
woordig zijn ze degenen, die alleen in tel zijn,
wanneer van Turkije sproke is. Daar Grieken
land uit den vrede van Sèvres het voornaamste
voordeel trok, was het begrijpelijk, dat het
destijds regeerde Venizelos bereid was offers
te brengen om hem van krocht te doen worden.
Het einde dezer militaire dwangmaatregelen te
gen. 't Kcmolistjsche Turkije zijn de ernstige
nederlagen der Grieken, woarmec de reeds ter
Londensche conferentie in het voorjaar von
1922 gewijzigde vrede van Sèvres volkomen
vervalt. De fout der Engclsche politiek en de
oorzaak van haar gevoeligen tegenstand liggen
dus nog iets dieper dan in de keuze van het
„paard". Zij liggen hierin, dot de Engelsche
politiek opkwam voor een onhoudbare zaak.
Want de vrede van Sèvres is toch slechts een
toren van het versterkte slot, dat de overwin
nende mogendheden na den ondergang der
overwonnenen over de wereld hebben opgericht
en waarvan de starre onhoudbaarheid men an
ders juist in Engeland heeft ingezien, al geeft
men dit don ook hiet openlijk toe. Het is oen
volkomen frontswijziging, wanneer juist Frank-
riik zich in het Oosten ten zeerste beijvert om
Groote hoeveelheid ontvansjen.
PRIJZEN ZEER BILLIJK
ZIE ETALAGF
op iickkende wijze over te gaan tot het af
breken van een stuk van dit versterkte slot,
hetzelfde Frankrijk, dat aan den Rijn cn in
Oostenrijk strak en stijf eraan vasthoudt, dot
geen steen von dit gebouw mog worden losge-
maakt. De motieven van deze houding zijn ten
eerste de scherpe tegenstelling tusschen zijn
belangen cn die van zijn geallieerde Engelond,
welks positie in Voor-Azic en bovenal oan di
zeeëngten den Franschen buitengewoon ondra
gelijk voorkomt en ten tweede een meer uit do
Frnnsche psychologie te begrijpen angst voor
den Griekschen koning Conslontijn, dien men
nog altijd als een hoimelijken vriend vin
Duitschland of als iets dergelijks beschouwt. Er
schuilen.in deze politiek behalve zeer reëele
overwegingen een stuk persoonlijk ressentiment.
Wordt echter Constantijn ten vol gebracht, komt
Venizelos weer onn 't bewind, don znl dit pro-
Fransche Griekenland den Franschen ook aan
de Dordonellen cn de zee van Mnrmnra niet
meer zoo onverdrogelijk voorkomen als het
Grièkcnlnnd van Conslontijn, dat zij, naar uit dc
Fransche pers blijkt, niet alle n Adrianopcl,
maar ook het Schiereiland Gollipoli weer willen
afnemen. De Turken, die tegenwoordig door de
Franschen worden bewapend, zooals eens de
Homerische helden door de hen beschermende
goden, kunnen dan misschien enkele bittere er
varingen over de veranderlijkheid van het lot
en de politiek opdoen. Op dit oogenblik profi
teert echter Moestafa Kemal van het scherper
worden der tegenstellingen cn de in wezen on
zinnige ommekeer der natuurlijke verhoudingen.
De positie van Engelond is inderdaad niet
makkelijk. Toen Griekenland met de bedr<yging
van Constantinopel, die misschien alleen als
een politieke schankzet was gedacht, de in 't
moeras geraakte Oostersche kwestie weer tot
een onderwerp von bespreking wilde maken,
zag men direct de gevaarlijkheid van een der
gelijk militair initiatief. Engeland heeft wel in
Alhcnc gewaarschuwd, maar het heeft zijn be
schermeling de honden toch te vrij gelaten. Het
resultaat is een nederlaag, die lot een cata
strophe kan worden, wonneer niet binnen zeer
kort een wapenstilstand wordt gesloten, waarin
echter noch Kemal pasja noch Frankrijk lust
hebben. De-in de Temps geuite vrees, dot de or
delijk aan de kust van Klein-Azië ingescheepte
Grieken aan dc kust van Thracië weer zouden
kunnen opduiken, om daarna om zoo te zeg-
ren als houten paard tot de verovering von
Constantinopel over te gaan, is toch nauwelijks
ernstig op te vatten. De Grieksche troepen heb
ben zoo geducht klop gebod en verlongen zoo
zeer er naar huiswaarts te kceren, dot met hen
niet meer volt te oorlogen. De reden voor den
verderen oorlog is veeleer voor de Turken zoo
wel als voor de Franschen de bedoeling om
hun positie bij de o.s. onderhandelingen te Ve
netië zooveel mogelijk te versterken. Wordt
Griekenland voor ofzienbaren tijd ols ernstige
factor in het Oosten uitgeschakeld, dan kan
Frankrijk een geheel andere regeling in het
Oosten bereiken don de tegenwoordige, die het
niet bevalt en het heeft ten overvloede Engc-
lond's positie ook in Europa geschokt cn zijn
eigen, op het oogenblik bestaand overwicht op
het continent nog meer versterkt. Men zou in
dit verband van Poincaré's geluk kunnen spre
ken, waarbij wel-is-waar steeds de fatale „Er-
pünzung" van dit woord zich vanzelf opdringt.
Dc Grieken moeten hun nederloaog toe schrij
ven aan hun aanmatiging. Zij hebben dingen
ondernomen, die boven hun kracht gingen. Het
is steeds hetzelfde lot, dat vandaag het eene,
morgen een onder volk treft, wanneer het geen
maat v/eet te houden. Trof het gisteren ons,
vandaag de Grieken en zijdelings ook Engeland,
wellicht treft het morgen een andere mogend
heid, die door haar aanmatiging de argwaan der
andere volkeren wekt. (Klaarblijkelijk is deze
„Seitenhieb" voor Frankrijk bestemd. Red.) Te
Venetië zal het om het Oosten, om Thracië, om
Adrianopel, om de zeeëngten gaan. Bezwaarlijk
zal men ten aanzien van deze ingewikkelde
kwesties een oplossing van eeuwigen duur vin
den. Maar het gaat thans om meer. Men heeft
Turkije willen vernietigen; dat is niet gelukt
cn Frankrijk benaarsligt zich om het weder op
te richten. De vrede van Sèvres ligt in scherven.
Hoe long zal het duren, dat men te Parijs ver
standig genoeg wordt om in te zien, dat ook de
andere vredcs-instrumcnlen geen eeuwigheids
waarde hebben
VOLKENBOND.
De zitting verdoagtf.
Het B T .A. meldt, dot de vergadering van
den Volkenbond met olgomeene stemmen hot'
verslag van den Raad en het secretariaat heeft
goedgekeurd en de zitting tot nader order heeft!
verdaagd. S
DUITSCHLAND.
DO SCHADELOOSSTELLING.
De Duitsch-Bclgische nesprc*
kingen.
Brussel, 9 S e p t. (B. T. A.) Dc onderhan-
delingen tusschen de Duitschc cn de Belgisch®
regocring inzake de woorborgen voor de schat*
kistbiljetten zijn heden geëindigd, zonderdot een
resultaat was bereikt, moor een hervatting der
besprekingen is mogelijk. Ten aanzien van ze
kere belangrijke punten is men het eens gewor
den. De kwestie van de verlenging van den loop
tijd der schotkistpromcssen boven den vnstgc-
steldcn termijn van zes maanden leverde moei
lijkheden op, daar deze verlenging volgons het
oordeel der Belgische regeering buiten het ko-
der goot van de beslissing der commissie van
herstel.
Duitsch-Bclgische onderhandelingen.
B c r l ij n, 1 O Se p t. (V. D.). Officieus wordt
bericht, dot Bemclmans eene overeenkomst heeft
gesloten onder voorbehoud van goedkeuring
der regeering Er zullen 3 groepen schatkistbil
jetten verstrekt worden met termijnen vnn 6,
12 en 8 maanden, die door Holland, Engeland cn
dc Rijksbank ter waarborg zullen worden on
derteekend.
B e r 1 ij n, 10 Sept. (V. D.). Het antwoord
van Brussel is ingekomen. Er worden alleen
wissels van 6 maanden toegeston, terwijl do
commissie van herstel moet beslissen over wis
sel met langer termijnen. De Belgen vertrekken
dus Zondag, zonderdot een definitief resultaat
is bereikt.
Het Stinncs-vcidrng inzak®
't herstel van Noorcl-Frunk-
rijk.
Berlijn, 9 Sept. (N. T. A. Draadloos).
In de commissie voor buitenlandschc oangele-o
genheden uit den rijksdog verklaarde Stinnes
gisteren over dc oveicenkomst met De Luber-
sac, dot men van Fransche zijde hem herhaald»
molen hod aangeklampt met een voorstel om
een dergelijke overeenkomst te sluiten. In ver
band met de tegen dit particuliere verdrag ge
opperde bezworen wees Slinncs op het verrtrou-
wen, dat dc Fransche industrie ongetwijfeld heeft
do Duitschc. Verder verklaarde Stinnes, dat
hij en De Lubersoc zich contractueel verbonden
hadden uit deze geheele overeenkomst geen cent
voordeel voor zich zelf te trekken.
Berlijn, 9 Sept. (N. T. A. Draadloos).
Volgens oen bericht uit Parijs hebben dc Duit-
sche vokvereenigingen oongeboden tot zeer be
langrijke leveringen van materialen voor het her
stel van het verwoeste gebied mede te werken.
Maandag vergadert de commissie von actie in
het verwoeste gebied om over dit aanbod te
beraadslagen.
B e r 1 ij n9 Sept. (N. T. A. Draadloos).
Volgens do Westminster Gazette meent men in
financieelc kringen te Londen, dat de overeen
komst tusschen Stinnes en De Lubcrsac ook in
psychologisch opzicht invloed kon hebben cn
leiden kon tot een wijziging in de houding der
geallieerden ten aanzien van de kwestie van het
herstel, daar het bedrog van de te vergoeden
schade te hoog wordt geacht.
De Duitschc financiën.
Berlijn, 9 Sept. (N. T. A. Draadloos)
Blijkens officieele medcdecling bedroegen de ge
zamenlijke ontvangsten van Duitschland gedu
rende het tijdvak van T April tot 31 Aug. van
dit jaar meer dan 151)4 milliard, waarvan meer
dan 90 milliard oan belastingen, douanerechten,
enz. De uitgaven waren meer dan 158 en bo
vendien werd bijna 38 milliard besteed voor
wissels ten behoeve van dc nakoming von het
vredesverdrag.
De Leipzigcr Messc,
Leipzig, 9 Sept. (W. B.) Thans wordt
definitief gemeld, dot het aantal bezoekers van
de Leipziger Herbstmesse 155.000 heeft bedra
gen, van wie 26 500 buitenlanders.
De meeste menschen hebben, evenals de
jf3oiiten, verborgen eigenschappen; het toeval
poet die ontdekken.
LA ROCKEFOUCAULD.
Roman van
OLGA WOHLBRüCK.
Geautoriseerde vertaling van Mevrouw
Wesselink—van Rossum.
4
odht Otto Graebner haar te korren be
doeken en zag bij zijn eerste woorden reeds, dat
fdet ulleen ,>practische" overwegingen hem ge
leid hadden, om Susanne dit aanbod te doen.
Ke zag in hem een mensoh met de eerlijkste
{bedoelingen.
„Als u mijn kind liefhebt, neemt u haar dan
|0t vrouw, het zal mij het sterven verlichten."
Ze leed aan de longen en haar dagen waren
feeteld.
£r Susanne gaf Otto Graebner met dezelfde be-
Jtoaineiij-ke toegevendheid het jawoord, als waar-
ze zich tot nu toe steeds naar de wenschen
haar verafgode moeder geschikt ha<L
'et schrikte haar ook niet af, dat haar moe
de toebereidselen tot de bruiloft koorst-
verhaastte; ze vond het grappig, dat ze
spoedig mevrouw zou zijn. Zooals ze els
1 vol phantasie en speelsch was geweest, was
het ook eils verloofde. Zij, die in de engte van
klein, zuinig huishouden was opgegroeid,
nde nu van onmetelijke sommen, die spoe-
Liouden binnenvioetefv Het maakttiLeeftjaeCi!
bazenden indruk op haar, toen haar verloofde
eens een chequeboek uit zijn zak haalde en een
kleine chèque voor haar schreef. Menschen, die
een conto op de bank hadden, waren voor haar
wezens van een hoogere orde. Haar moeder leef
de van een klein weduwenpensioen en van wat
veTre bloedverwanten haar soms eens toestop
ten
Een man trouwen, met een chèqueboek dat
kwam haar bijna Amerikaansch voor.
Zoo was ze dan een tevredene, hoopvolle ver
loofde.
Het zeer bescheiden uitzet en de bijna ar
moedige inrichting der woning beschouwde ze
als iets voorloopigs. Daar ze immers den mees
ten tijd in de muziekschool dacht door te bren
gen, was ze erg onverschillig voor haar drie
kleine kamers en vond alles goed, wat haar
moeder of Otto Graebner bepaalden; lachte er
zelfs om, dat men zooveel drukte van een sofa
of een paar stoelen.
Na korter of langer tijd kwam het immers
toch allemaal bij den ouden rommel I En ze zag
zich reeds in gedachten in een deftige villa of in
de rijk gemeubelde woning van een der nieuwe
wijken, zooals de woningtentoonstellingen der
warenhuizen verleidelijk aan de kijklustige me
nigte voorstelden.
Haar schoonzuster Elise Graebner, de vrouw
van den dokter, had toen ter tijd een zeer wel
willend oordeel over het nieuwe familielid: „Een
bescheiden klein ding aardig en flink."
Overigens hadden de dokter en zijn vrouw niet
veel tijd zich met het jonge paar te bemoeien,
ze waren zelf pa® sinds twee jaar in Berlijn en
hadden ondanks groote protectie een rwaren
strijd om het bestaan. Mevrouw von Paulsin, die
als meisje op een. autorit, <iie aan haar eersten
vorloofde, een zekerén graaf Zisking, het leven
kostte, eveneens ernstig gekwetst werd, toen ter
wen ten huize van dokter Graebner de meest
liefdevolle opname en verpleging gevonden.
Die avond, toen na de ramp in een geliik-
vloersche kamer van haar kleine Glöwensche
woning het lijk van den jongen Zisking lag, ter
wijl om de tafel van haar eetkamer de beroem
de schrijver Frank Nehls, mevrouw von Paul-
sin's vader zijn hooge beschermvrouwe, prinses
Arnulf, en de ook toen reeds bijna almachtige
bankdirecteur Paulsin zaten, was haar onver
getelijk. En sinds dien avond had ze maar één
gedachte gehad I Berlijn f Haar man moest een
sanatorium in Berlijn hebben, in de een of an
dere rustige vil'astraot, en Paulsin moest hem
dit doel helpen bereiken. Teon de tijding kwam,
dat Paulsin met jeffrouw Nehls getrouwd was,
scheen het haar beter bereikbaar don ooit en
met haar groote energie drong ze op aan,
naar Berlijn te verhuizen. Maar het duurde lan
ger dan ze ooit gedacht had, voor Paulsin be
sloten was den jongen dokter zoo te steunen,
als mevrouw Elise gedroomd had.
De „kliniek"- zes bedden op de tweede ver
dieping van een huis in de Neuc- Winterfeldt-
strasse bevredigde mevrouw Elise's eerzucht
niet lang. "Met een onvergetelijk uithoudings*
vermogen werkte ze oan de uitbreiding van hun
maatschappelijke betrekkingen en met bewon
derenswaardige handigheid verstond ze het,
de schitterende bekwaamheden van haar man
goed te doen uitkomen.
Een paar operaties, die hij als assistent van
professor Weinholz in de Charité gedaan had,
vestigden de aandacht der collega's op hem.
Zijn vrouw had geen begrip van de weten
schappelijke belangen van zijn werk. Toen hij
er eens over sprak, de kliniek op te geven, om
in Parijs en in Zwitserland nog pracrisch te
werken bij een paar beroemde chirurgen, zag
ze hem aan, of ze aan zijn verstand twijfelde.
tüd in d® I\abüheid van het kleine station nu eindelijk de droom vervuld zou worden
en met Paulsin's hulp een groot huis met grond
aangekocht zou worden voor een „Grnebner-
Sanatorium", sprak haar man van „wetenschap
pelijke studies 1"
Julius was niet bestand tegen de echtelijke
scènes en de handig overdreven neerslachtig
heid, En hij gaf heelemaal toe, ten ze een be
roep op zijn eergevoel deed, hem herinnerend
aan het vertrouwen van zijn geldschieter, het
hem als zijn zedelijken plicht voorstelde, zich
met alle kracht nan de nieuwe onderneming te
wijden.
Het scheen hnnr, de debtor van een welge-
steldcn hotelhouder het hoogtepunt van een
dokters loopbaan, in de hoofdstad van Duitsch
land een sanatorium te bezitten, dat door pa
tiënten uit de eerste maatschappelijke kringen
bezocht werd. En stil en verborgen in het diepst
van haar ziel sluimerde de eerzucht naar per
soonlijke macht en huisvrouwelijke autoriteit,
die ze had meegebracht uit de gevulde provisie-
en linnenkamer van het ouderlijk hotel. Deze
eerzucht liet haar niet veel tijd om familiebe
trekkingen te onderhouden.
Ann de doktersfamilie had Susanne Graebnei
dus geen steun. Ook niet toen haar moeder
stierf en zij, met het oog op haar zwangerschap,
het piano-onderwijs in de muziekschool moest
opgeven.
Daarom had ze veel tijd om in de kleine v/o-
ring over haar leven na te denken, en de paar
meubels te bekijken, die haar eerst zoo onver
schillig geweest waren. En ze vond olies leelijk
en troosteloos; ook het geld vloeide karig bin
nen in de muziekschool en het kleine pension
ven hoor moeder, dat nu vervollen was, misten
ze erg. Om de kosten van de aanstaande beval
ling te kunn dekken, schreeft Otto Graebner 's
pvonds partituren over. Dan zat ze lusteloos
iv.et in den schoot gevouwen handen vroeg zich
of of het toch niet beter geweest was. als ze sa
men concerten hadden gegeven. Dan hadden dö
dagen toch reeds door de toebereidselen tot den
avond, door de opwinding, een zekere bekoring
gekregen.
Op een avond begon ze te scheien en toen hij
verschrikt vroeg, waarom ze schreide, zei ze het
hem.
Hij streek haar over het fijne, bruine haar
als vroeg hij haar om vergeving. „Dat zo»
dwaasheid zijn, ik ken die torstanden. Wil jc d«
vrouw van een avonturier zijn?"
Ze mokte ols een kind dnt knorren gekregen
heeft, maar hij schreef haar zwaarmoedige stem
ming slechts toe ann haar toestand.
Op een keer moest hij midden in den nacht
zijn broer opbellen. Elise kwam mee. Susanrws,
was het bij alle pijn toch als een kleine sensa
tie, dat allen met hoor bezig waren, dot zelfa
de koele schoonzuster haar met tedere woorden
en zorgzame gebaren moed trachtte in te spre-i
ken. En ze vond zich oneindig gewichtig, toeni
plotseling de kleine Kurt er was cn in zijn paW
van den ecnen arm in den anderen ging cn zelfa
Elise verklaarde: „Iets snoezigers dan zoo,n'
kleine dot is er toch niet."
En toen er later in de kamer er naast op haar,
welzijn een glas rooden wijn gedronken werdj
was ze verbaasd, waar haar man om zes uur'
's morgens de flesch rooden wijn vandaan ha<J
gehaald. In den loop van den dag kwamen bloei
men van de onderwijzers non de muziekschool
en van hoar vroegere leerlingen, en Elise kwnitij
nog een naar maal, kuste haar telkens op het
voorhoofd en zei, dat ze zich flink had gehoudeni
dnt de jongen allerliefst was en dat ze vooraB
moest doen, wot Julius gezegd had, namelijk
het kind zelf voeden, en toenja toen
v/as het uit.
(Wordt vervolgd^