Firma Fontein S Schippers - Langsstraat24
AM ERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander5" 23 September 1922
ST. EÜSÏLSOM
1. SCHOTERÜN X Zn, ütr.sïr. II. Tel. M
TOILET-ARTIKEI EM.
A. v. d. Weg, Langestr, 23
Willem Oroenhiiizen, juwelier
jüepairatiSn
BINNENLAND,
H. BUI 8
Eigengemaakte Kinderkleedinn.
Per flesch f 1.60, per anker f 85.-
TWEEDE BLAD.
„A M I C I T A"
SKMDMMUIII ,,'t SPSRTKIliS."
IVSagaz. „De Dom"
Gero ZÊiver
Jamnlepe!
Fmitlepels
Suikerstrooiers
FEUILLETON.
In den taalstroom
Drie dingen om aist te vergeten
aan Tennis-Raciteis
JOH. VAM DiJK.
"Tl" 21© <tea qang
No. 72
Bijzonderheden
Toor de moderne woning. X
Onze Eetkamer „Lydia" In mahonie-
ebbenkleur.
Buffet, tafel, theetafel, 2 fauteuils.
4 stoelen, compleet f 450. -
en
ORIGINEELS
zeer aan te bevelen
Bordeaux, gewas 1917
's LANDS FINANCIEN.
In de nota betreffende den toestand van
Jands financiën merkt de minister betreffende de
fcewonen dienst het volgende op
„Bij de voorbereiding der begrooling heeft
vooropgestaan, dat een sluitend budget der ge-
iivone uitgaven en ontvangsten onafwijsbare eisch
is en ten koste ook van zeer groote offers moet
bereikt worden.
Daar de aanvankelijk door de departementen
ingediende begrootingen, hoewel ook deze steeds
blijk gaven van ernstige pogingen tot besnoeiing,
feen totaalcijfer van gewone uitgaven aanwe
zen, dat vermeerderd met het tekort op het
postbedrijf en het spoorwegbedrijf zeer verre
te boven ging het totaal van de voor 1923 ge
raamde ontvangsten, werd ^besloten den weg van
rentsoeneering in te slaan. En wel in dien zin,
dat als basis werd genomen eenerzijds het be
drag der voor 1923 geraamde ontvangsten,
anderzijds het bedrag der voor 1922 toegestane
uitgaven, terwijl dan het surplus van het tweede
bedrag boven het eerste percentsgewijze over
de verschillende hoofdstukken ter besnoeiing
verdeeld werd.
Op zichzelf was deze maatregel voor critiek
.vatbaar, omdat het mogelijk en zelfs waar
schijnlijk was, dat een doeltrcflendo bezuini
ging op het ééne hoofdstuk verder kon gaan
^n op het andere. Doch daar reeds spoedig
Sleek, dat het vrij hooge percentage van be
snoeiing, dat gesteld moest worden, bij geen en
kel departement anders dan met de grootste
anoeite kon gereikt worden, werd de gestelde
Zegel gehandhaafd.
Dat het percentage van besnoeiing hoog moest
Uitvallen is alleszins begrijpelijk. Do middelen
raming voor 1923 was uiteraard aanmerkelijk
lager dan die voor 1922. Bovendien was op 1922
reeds een aanzienlijk tekort geraamd. En ten
Overvloede werkte nog als nadeelige fac
tor, dat enkele hoofdstukken, met name
i, a
en VIIA niet alleen niet gerantsoeneerd konden
worden, doch hooger. VIIA zelfs aanzienlijk het overgroote deel der bevolking te voorkomen.
elementen zijn, die een einde maken aan het
nadeelig saldo. Over de rest van het Rijksper
soneel zal deze maatregel een bate geven van
ongeveer 15 millioen.
3. Ook voor 1923 zullen de uitkomsten van het
leeningsfonds 1914 voor zoover dezo overtref
fen het bedrag, verschuldigd aan rente en ver
plichte aflossingen, worden tegoed geschreven
aan de gewone middelen, zoodat de vroeger
voorgenomen extra-aflossingen zullen achter
wege blijven. Do bate hiervan wordt geraamd op
10 millioen.
Na verwerking van al de deels gunstig, deels
ongunstig beïnvloedende factoren, moet het bc-
snoeiïngspercentage vastgesteld worden op 17
pet. van de op elk hoofdstuk voor 1922 toe
gestane gewone uitgaven.
Het op de begrooting voor 1923 geraamde
tekort is tengevolge van een en ander 42 H mil-
liogen, waarvan 37millioen bij doorzetting
van de beoogde en ten deeïc reeds in werking
gebrachte bezuinigingsmaatregelen zal verdwij
nen.
De Minister verwacht, dat de noodige mede
werking van de Staten-Generaal tot de voorge
nomen maatregelen zal worden verkregen
dat ook de bij deze begrooting reeds aange
brachte bezuinigingen zullen worden bezien in
het licht van de volstrekte noodzakelijkheid om
te komen tot een sluitend budget. Te ontken
nen valt *niet, dat belangen van allerlei aard,
cultureele, hygiënische, sociale, defensieve, daar
door minder afdoende zullen worden behartigd
dan in normale omstandigheden het geval had
kunnen zijn. Doch bedacht behoort te worden,
dat het grootste cultureele, hygiënische, sociale
en defensieve belang op dit oogenblik is de vei
ligste van den gulden. Wonneer deze zijn gaaf
heid verliest, cn don om de bekende redenen in
steeds sneller tempo, zullen al die bejangen, en
vele andere bovendien, binnen ofziénbaren tijd
op de meest benauwde wijze in het gedrang ko
men. De „moral restraint", waartoe thans de
Regeering, parlement en volk oproept bij de
bepaling der collectieve behoeften, is de onmis
bare grondslag om in de toekomst hoogere wen-
schen te kunnen vervullen; de volstrekte voor
waarde ook om in het heden, althans in een zeer
nobijzijnden tijd, een geweldige automatische
verslechtering van bestaansvoorwaarden voor
zijds zal de hevigheid en de lange duur van
de huidige depressie in komende jaren hoogst
waarschijnlijk tot een nog verderen teruggang
van de middelen, met name van de opbrepgst
der inkomstenbelasting, leiden dan reeds thans
geraamd moest worden. Anderzijds zal onder
verlaging van sommige al to drukkende belas
tingen een blijvend herstel van het economisch
leven bezwaarlijk zijn te bereiken. Op voort
gaande versobering van den publicken dienst
zal dan ook in de eerstvolgende jaren de volle
aandacht der Regeering zijn gevestigd.
Ten slotte doet de Minister nog eenige mede-
deelingen omtrent den stand der - kas en
omtrent de crisisuitgaven en haar dekking.
Daaruit blijkt dat per saldo voor rekenin van
's Rijks schatkist uitstond een bedrog van
212.480.733.94 Bij de beoordeeling van
dit cijfer dient nog in het oog te worden gehou
den, dat de Staat aanspraak heeft op het niet
onbelangrijke winstsaldo van de Nederl. Uit
voer Mij. Hoewel dit saldo nog niet vaststaat,
meent do Minister uit dezen hoofde een bate
van omsreeks 45.000.000 te mogen ver
wachten.
Met betrekking tot de crisisnitgoven wordt
medegedeeld dat de tekorten op de crisisdien
sten van de jaren 1914 tot en mot T92T een
totaal bedroegen van f 1.044.398.476.44. Tot
dekking van tekorten op den crisisdienst is tot
dusver uit leening verkregen 1.350.250.000.
Na aftrek van bovengenoemde bedrog van
1.044.398.476.44 blijft dus nog beschikbaar
305.851.523.56.
Voorts zal een tekort op den crisisdienst 1922
zijn te ramen van 234.570.908.
In do ontwerp-begrooting voor 1923 is tot
bestrijding van crisisuitgaven begrepen
3.828.700.
Op grond van de vooraanstaande gegevens
komt men tot de conclusie, dat, met ingang van
den dienst 1923 tot dekking van crisislasten be
schikbaar is een bedrog van 305.851.523.56
234.570.908 71.280.615.56, waarbij in
aanmerking moet worden genomen, dat ten
loste van den crisisdienst 1923 zal moeten wor
den gebracht de bijbetaling over 1922 oen de
Nedcrlandsche Spoorwegmaatschappijen.
hooger moesten worden uitgetrokken dan voor
1922; de beide eersten omdat zij grootendeels
£rondwettelijke uitgaven betreffen, het laatste
fcmdat het bevat de obligo's van den staat.
Alvorens het percentage van besnoeiing te be
palen, werd tot de volgende maatregelen beslo
ten, die dit percentage althans binnen zekere
grenzen konden houden.
1. Aan het tekort op het spoorweg- en het
(postbedrijf moft een volstrekt einde gemaakt
ivorderi, opdat althans hiervoor geen bedrag op
Öe gewone begrooting behoeft te worden uitge
trokken.
2. Gebruik zal gemaakt worden van de in de
(pensioenwet gegeven bevoegdheid tot korting
,Van 5% pet. der wedden, tot een maximum van
f 3000 voor 't weduwen- en weezenpensioen en
'ivan 3 pet. der volle wedden voor het eigen pen
sioen, wat dit laatste aangaat met inachtne
ming van do reeds vroeger toegepaste afloo-
ipende kortingen. Deze maatregel, die ook voor
het postbedrijf zal werken, zal daar één der
Het schijnt nauwelijks noodig, aan het boven
staande toe te voegen, dat tegen het scheppen
van nieuwe uitgaven met de meeste angstvallig
heid zal dienen te worden gewaakt. Ook wan
neer deze worden vermeden, zal de bezuini-
gingsnoodzaok met het voorafgaande allerminst
zijn uitgeput. Afgezien van het tekort van
5 millioen, dat ook bij den bovengeschetsten
loop van zaken zal overblijven en dat trouwens'
op zichzelf onrustbarend is, omdat in die
schets nog niet is rekening gehouden met som
mige nieuwe bezuinigingsapparaten, als de cen
tralisatie van den gebouwendienst, waarvan de
zeer gunstige werking zich reeds begint af te
teekenen, dient met tweërlei gerekend. Eener-
STAATSBEGROOTING.
Hoofdstuk I. Huis der Koningin.
Dit hoofdstuk wordt vastgesteld tot een be
drag van 1.700.000, waaronder een bedrag
van 100.000 voor veidere werkzaamheden
rakende de restauratie van het Koninklijk Paleis
op den Dam te Amsterdam, speciaal voor het
herstel van dak en koepel.
Hoofdstuk II. Hooge Colleges van
Staat en Kabinet der Koningin.
Voor 1923 wordt geraamd 2,119,905.95,
zoodat 122,870.35 meer wordt aangevraagd
dan voor 1922 is toegestaan.
Dit voorstel ontstaat door de volgende ver
meerderingen de Staten-Generaal 135,628.50
pensioenen, wachtgelden enz.* 10,378.33,
tegenover eene lagere raming voor: den JRaad
van State 1211; de Algemeene Rekenkamer
19,7^0.50; de Kanselarij der Nederlandsche
Orden 1015 en het Kabinet der Koningin
1209.98.
Wat de vermeerdering aangaat, wordt in de
Memorie v»n Toelichting opgemerkt, dat ii
aanmerking is te nemen dat bij de roming reke
ning is gehouden met de in overweging geno
men verandering van artikel 89 der Grondwet.
Hoofdstuk II!. Buitcnlandsche Zaken.
Voor dit hoofdstuk wordt voor 1923 een
bedrog geroomd van 4.757.506, terwijl voor
1922 is toegestaan 5.706.520, alzoo een ver
mindering van 949.014.
Deze vermindering is verkregen door een tot
in het uiterste doorgevoerde bezuiniging en is
o. a. gevonden door een verlaging van de pos
ten voor Bureel- en lokaolbehoeften met
114.400, voor jaarwedden, verblijfsvergoe
ding en toelagen van consulaire ambtenaren met
150.200, voor uitgoven ten bate van den dienst
van voorlichting omtrent het buitenland en der
verbreiding in den vreemde van kennis omtrent
Nederland in het algemeene met 169.000,
door opheffing der betrekkingen van militaire
attaché en marine-attaché 40.500, voor kosten
van Jauitengewone zendingen met f 175.000
voor dienst-uiftrnven vnn diplomatieke ambte
naren met 50.000 voor dienstiritgaven van
consulaire ambtenaren met 50.000, voor kos
ten van onderhoud van gezantschapsgebouwen
enz. met 50.000, voor aandeel van Neder
land in de kosten van den Volkenbond met
25.000 en door opheffing der pospoorten-
bureaux in het buitenland 40.000.
Hoofdstuk IV. (Justitie).
De raming der kosten voor hoofdstuk IV der
Staatsbegrooting voor 1923 bedraagt
30,541,573.23, zijnde 7,775,640.13 min
der dan voor 1922 is toegestaan.
Kosten van Rijkspolitic. Hoewel art. 40
948,080 minder aanwijst, dan voor 1922 is
toegestaan, had dc minister gaarne een groo-
tcre bezuiniging voorgesteld, ware het niet, dat
met het oog op de bewaking van de grenzen,
de dienst der politictToepen nog steeds onont
beerlijk is.
Writ betreft de regeling van de subsidiën aan
vereenigingen, stichtingen of instellingen van
weldadigheid als bedoeld bij do artikelen 12 cn
15 der wet van 12 Februari 1901, is bet op dit
artikel uitgetrokken bedrag met 400.000
verminderd, van welke vermindering 350.000
komt ten laste der gewone vcrplegingsstibsidie
■n 50.000 ten laste van de z. g. algemeene
ubsidie, voor welke laatste dus op deze bc-
grooting 550.000 is uitgetrokken. Voor een
deel zal deze vermindering der subsidiën vol
gens den minister ongetwijfeld worden opge
wogen door eenigen teruggang van de ten loste
van bedoelde vereenigingen enz. vollende ver-
plogingskosten nis gevolg van de algemeene
prijsdaling.
De subsidie van den Alg Ned. Politiebond is
eveneens aanmerkelijk verminderd. Voot de op
richting van nieuwe politie-vakcursussen is geen
bedrag uitgetrokken.
Hoofdstuk V. Binncnlondschc
fflaison VAN EIMEREN.
Coiffeur PostJclienr Cottfeuse
VIT.ÏFRSSTRAAT 14. - Tel. 205
Hoogst Modorno Salons voor
DAMES en HEEKEN - Manicure
Magazijn van Parfumurioën on
Toilot-Artikolon
BADINRICHTING
Rookt ons seriemerk
Samatra Zandbladslpar.
Voor 1923 wordt ,d 9,687,312. Hier
van is een bedrag van 007.500 als crisis
uitgaaf te beschouwen, n. 1. f 2.000.00Q we
gens subsidiën aan gemeenten in de kosten van
armenzorg in verband met de opheffing van het
Koninklijk Nationaal Steuncomité 1914 en
7500 .wegens kosten van onderhoud van ten
gevolge voa 'cp oorlogstoestand uit het bui
tenland nn Nederland uitgewekenen;
2,007,500. Blijf zoo 7,679,812.
Voor 1922 werd preventief toegestaan
11,763,758, waarvan voor het bovenom
schreven doel alsmede wegens kosten der
staatscommissie in zake de Crisis-cnquête-wet
eveneens als crisis-uitgaaf moet worden aange
merkt 2,522,000, blijft 9,241.758.
Derhalve minder: voor gewone uitgaven
1,561,946, voor crisis-uitgaven*/ 514,500,
totaal minder 2,076,446.
Hoofdstuk X o (Arbeid).
Van het bedrag ad 1,600,000, uitgetrokken
voor de vergoeding der administratiekosten,
voortvloeiende uit de Ouderdomswet 1919,
wordt geraamd, dat f 400,000 zal noodig zijn
voor de Rijksverzekeringsbank en 1,200,000
voor de Raden van Arbeid. Bij de vaststelling
van die bedrogen is er op gerekend, dat het
aanhangige wetsontwerp tot wijziging van de
Ouderdomswet 1919 wet zol worden, waardoor
de beslissing omtrent de toelating tot de vrij
willige ouderdomsverzekering van de Rijksver
zekeringsbank naar de Raden van Arbeid zal
overgaan. Dit zal in" het algemeen vermindering
van werkzaamheden medebrengen.
Verwacht mag worden, dat in 1922 en 1923
vele werkloozenkassen hare bijdragen zullen
verhoogen, om de uitkeeringen te kunnen ver
strekken.
Daarmede wordt het subsidie evenredig ver
hoogd. Het in 1922 vermoedelijk uit te keeren
subsidiebedrag (voor rijk en gemeenten samen)
is plm. 4,000,000.
Op grond van de vermoedelijke verhooging
der bijdragen wordt dit bedrog voor 1923 hoo
ger geraamd.
De mogelijkheid moet voorts worden open
gelaten, om in hoogst enkele gevallen het sub
sidiepercentage in 1923 hooger te stellen don
100, zoodot ook daarom het subsidiebedrag voor
1923 nog hooger wordt geraamd.
De post bijdragen enz. in de kosten voor ver
ruiming van werkgelegenheid, is overgebracht
naar de begrooting van het departement van
binnenlondsche zaken. Hieruit werden naast uit
gaven ten behoeve van werkverschaffingen ge
teisterde vakken en voor bevordering van pogin
gen om de werkgelegenheid in sommige bedrij
ven meer regelmatig te verdeelen. Ten einde
Varkensmarkt - Amersfoort
Speciale aWeclInu
laatstbedoelde uitgaven ook in de toekomst mo*
gelijk to doen zijn, is hiervoor ten loste van do
begrooting van het departement vun arbeid
10.000 uitgetrokken.
Xldc Hoofdstuk. (Koloniën.)
Het Xlde Hoofdstuk der Staatsbegrooting vooi
het dienstjaar 1922 is bij de wet van 6 Me(
1922 (St. bid. no. 264) vastgesteld oq
7,826,872. Voor 1923 wordt geraamd
6,530,450, alzoo minder voor '23 1,296.414.
Deze vermindering is in hoofdzaak het gevolg
van de omstandigheid, dat niet meer behoeft t4
worden gerekend op ccno bijdrage in de bouw<
kosten van het gebouw van het Koloniaal In»!
stituut te Amsterdam ad 500,000.
Hoofdstuk XIL (Onvoorziene uitgaven^
Het eenig artikel van dit hoofdstuk is uitgc<
trokken tot een bedrag van 50,000.
DE ONDERWUSBEGROOTING. j
Verschenen is hoofdstuk V A (onderwijs^
kunsten en wetenschappen) van de Stoatsbe*
grooting voor 1923.
De onderwijsbegrooting is ruim 3M millioen
hooger geraamd don /oor 1922 was toegestaun.
De beperking van de onderwijzersopleidingen
zal nader worden geregeld; met i krimping van
het toelagen- cn berrzenstelsel kon aanstonds
begonnen worden.
Do minister wil bezuinigen op de uitgaven
voor lichamelijke opvoeding; voorts wil hij be«
zuinigen op de uitgoven voor het instundhou*
den cn herstellen van monumenten en de sub
sidies voor openbare leeszalen.
WATERSTAATSBEGROOTING.
Voor waterstaat wordt ƒ9,980,394 minder
aangevraagd dan voor 1922 is toegestaan.
Op de begrooting is o.m. uitgetrokken voor
verbreeding van de Noord 2% ton (v. j. 4 ton);
de bochtomlegging boven en beneden Mans-
Niemand wordt zonder gebreken geboren
hij is de beste, die met de minste behept is.
Roman van
OLGA WOHLBRüCK. -
Geautoriseerde vertaling van Mevrouw
W esse linkvan Rossum.
15
Iedereen wedde tochf Was ze nooit in Karls
horst geweest of in het Granewald? Hij zwierf
■eiken zomer in Karlshorst en zoo, kende de
[jockeys, kwam binnen zonder entree te beta
len, kreeg ook wel eens een goeden tip. En den
Rrorigen zomer had hij bijna vijfhonderd mark
Baar mee verdiend. Nou ja, hij niet natuurlijk,
izij waren er met een heele troep jongens, de
lden hun zakgeld bij elkaar, de grootste koos
het paard uit, als het gewonnen had, dan werd
Ier gedeeld. Wie gemeen deed, kreeg slaag.
Maar dat was maar één keer gebeurd. Toen had
<een van de troep een tip voor zich gehouden
_«n voor zich alleen gebruikt. Als men niet uit
>on, nou, don wedde men maar in de stad op
de Fransche paarden. Waar in een sigarenwin
kel de startenlijst hing, kon men gerust binnen
gaan en bracht er eenvoudig een briefje mee
dot en dat paard in dat en dat concours, zoo
of zooveel plaats of overwinning, -de het geld
op de toonbank, kocht in elk geval nog een
doosje sigaretten, als er iemand in den winkel
kwam. Den volgenden morgen haalde men zijn
geld en klaar was Kees!
Susanne zat met koortsheete wangen en schit
terende oogen. Dat was wérkelijk een sprookje,
het sprookje, waarop zij altijd gewacht had.
En het moest tot haar komen door een jongen,
die met korte broek en boeken onder den arm
naar school gingl
Zij trok aan haar handschoenen, aan haar
kraag.
Als dat alles zoo was, dan was er immer geen
nood meer, dan konden de armsten zich geld
verschaffen, dan
„Hans," je liegt mij wat voor, dat kan niet
waar zijn, dat zouHans Graebner haalde
de schouders op. Als zij hem niet geioofde, ook
goed. Hij had haar uit de rats willen helpen.
Zij kon immers ook onder de hand bij andere
menschen informeerenl Hij wou er ook heele-
maal niets meer mee te doen hebben!
Hij stond op, haalde zijn jas van den kapstok.
Susanne bewoog zich niet. Wat waren die jon
gens toch licht geraaktl
„Je moet toch met je laten praten, Honsl Als
ik je nu die tien mark geef
Hij werd driftig.
„U geeft ze mij immers heelemaal niet. Ik
wil ze immers heelemaal niet hebben. Denkt
u, tante Susel, dat ik iets geef om uw tien mark?
Gaat u voor mijn part zelf naar den sigarenvent.
Be zal u den winkel wijzen meer ken ik niet
deen."
Hij knoopte zijn jas dicht, raapte energiek
met zijn lange jongensachtig roode vingers de j
boeken öp. Susanne stond op 'het punt te gaan
huilen. Een kwade duivel leek haar de jongen.
En kleintjes vroeg zij
„Is het dan ook heel zeker, dat ik zestig mark
win?"
Hij keek mismoedig en strak.
„Ik wed twintig mar1-. Meer kan ik u niet zeg
gen. Als het beest volt, dan is het geld naar
de maan. Maar waarom moet het dan vallen?
Evengoed ken ik onder de auto komen, als ik nu
over den rijweg ga. Of er kon ook een verschui
ving zijn dot komt ook voor!"
Hij keek zonder belangstelling door het bree-
de glazen raam naar buiten. Hij had zich de
tong wel willen afbijten, omdat hij zijn tante
iets had gezegd. Als de andere jongens het
wisten! Uitlachen zouden zij hem cn afrossen
1. Goud, Zilver en Medailles
2. Brillen en So-Easy's
3. G. van DDIS ötreGötscheslraat.
nog toe. En als zij het niet deden, dan was het
alleen maar omdat hij bij den jockey Percy
Well, die zoo licht als een veertje was, daar
ginds in Karlshorst in en uitliep en don van
alles te hooren kreeg. Vader had Percy Well
eens een sleutelbeen gezet en later was hij er
eens heen gereden naar de mooie villa. Het
piepjonge vrouwtje van den Jockey was vree-
selijk aardig geweest, had hem laten rijden op
haar hengst en vader had er niets tegen gehad
dat hij nu cn dan Well eens opzocht. Hoe
dikwijls hij er daarna kwam, wist vader niet!
Maar alles hoefde men zijn ouden heer ook
niet te vertellen.
Susanne deed een aarzelende greep in haap
beurs.
„Ik _al je tien mark meegeven, Hans.11.
Hij was nog altijd geërgerd, nam het geld
aan, zonder haar, aan te kijken, bijna met tegen
zin en alleen omdat het hem onbekoorlijlr
scheen zich nu terug te trekken.
„Dus onthoud het paard: Le Miracle heet
het, Auteuil, de derde wedloop."
Zij hief met afwernd gebaar haar hand op.
„Neen, Hans, daar begrijp ik niets van. Je
moet het mij zeggen, bel mij even op."
Voorzichtig vroeg hij: „Is u dan ook zelf
aan het toestel? Wat moet ik dan zeggen, als
oom komt? Hij zal tooh verwonderd zijn, ik bel
toch anders nooit op!"
Zij was gewend aan kleine noodleugens en
zei: „Ik zal zeggen, dat ik mijn nieuwe hand
schoenen bij julie vergeten heb. Als alles goed
is, zeg je, dat je ze gevonden hebt enan
ders
„Heb ik ze niet gevonden, goed!"
Het was toch heel gemakkelijk elkaar te be
grijpen. Dankbaar glimlachte zij tegen hem.
„Én hoe krijg ik dan mijn hondschoenen,
als je ze vindt!"
„Tot morgen zult u moeten wachten. U kunt
immers bij ons komen. Of, als u wilt, tante
Susel, kunnen wij elkaar om half een aan de
bocht van de ondergrondsche ontmoeten. Ik
moet morgen vroeger naar huis. Eiken dag
kan ik mij door mijn vrienden ook niet laten
uitnoodigenï"
Hij lachte haar weer toe, met kwajongens
achtige oogen, en zijn schitterend witte, een
beetje over elkaar geg jeide tanden gaven
zijn jong gezicht een zeldzame, bijna manne
lijke aantrekkelijkheid Zij liepen naast elkaar
naar buiten.
„Ziet u, tante Susel, daar ginds, links, ga ik
met uw tien markjes binnen." Maar zij keek
schuw langs den winkel heen, terwijl zij snel
naar de naastbij gelegen halte liep.
Mevrouw Alma Frank maakte s morgens
na de partij de voor hnnr man bestemde ka
mer in het sanatorium zelf in orde.
Zij had een dozijn lakens meegebracht cn
eigen kussens. Zij betastte dc matras, keek
achter de donkerblauwe jutegoidijnen, of er
ook stof in de hoeken log, veegde met do
vlakke hand over de loden der waschlafel cn
knikte voldaan, dat «Hes zoo pijnlijk netjes en
goed in orde was. Zij ergerde zich alleen, toen
de zuster haar verzocht het beddegoed weer
mee te nemen. De kussens mochten echter wel
blijven, als mijnheer er aan gewend was.
„Zeker is mijn man er aan gewend, zuster,
wat u hier kussens noemt, is treurigZij laten
zich in één hond samendrukken. Voelt u eens^
zuster, hoe mijn kussens gevuld zijn
De zustor voelde. Togen de Glogouer kus^
sens was werkelijk niets in te brengen
Mevrouw Frank sponde omslachtig de pnnta<
lons van haar man in de spanners, hing ze irf
de kast en de jassen over de beugels.
„Mijn man is erg precies op zijn kleeren. Da
pantalons strijk ik hem om de paar dogen op,
een betere strijkplooi krijgt ook dé kleermaker
er niet in. Ook de dassen strijk Ik elke week.
Mijn God, hoe zal dit allemaal hier gaan!"
Ze telde de zakdoeken en toen de boorden*
(Wordt vervolgd),
SPOEDIO JllETOHM.
Lengestraai 116 Tel. 70