AMERSrOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
ST,
Firma Fonlgin^ Sobipprs - lanpestraatM
is ij IJ. SCIITEIU1 Un, toil. II Tel. 145
Eippaakte RindsrkleBding.
WILLEM GROENHUIZEN.
Per fieseh f 1.@0, pes' ankes* 65.-
Maison de Coiffure
BVIagai. „De Dom".
- LSHSESTR4ST 43 -
met VOL Westminster slagwerk f50 -
FEUILLETON.
Bn den Maalstroom
Zie Jaargang
No. 138
Zaterdag
S December 1922
STQFFEERDERW
VERHUIZINGEN
TELEPH. 483.
BEH AN GERIJ
M EU BELEERING
LANGESTRAAT 24
BlSO.VDERH£UË>'
Prima Eiken verstelbare Fauleiiil, met Cretonne Kussens, Cempleet.
<>narne Troegtijdi?, uw orders, inwachtend in verband <Ie verzekerde
f 29.50
levering met SïSiT-SiCOLAAS.
E M i L I O il
SSSESIdZa Bordeaux, gewas 1917
TWEEDE BLAD.
Uit de Pers.
WEELDE OF VERSOBERING.
Wanneer het om de staatsfinanciën gaat, dan
is de leuze van versobering algemeent Er moge
veischil zijn omtrent de mate, waarin die noo-
dig is, naast de Teusacht-'ge verschillen omtrent
de wijze, waarop de zaak moet worden aange
pakt, dat de begroeting near beneden imoet bij
vorige jaren verg el eiken, vindt nergens algeheele
tegenspraak.
Anders staat het aldus mr. Van Gijn in
een artikel onder boverfstaan'd geschrift in
D c V r ij h e i d met de versobering in het
particuliere leven, hieromtrent bestaat nog veel
verschil van frcvoslen.
De strijd móge niet meer worden gefor
muleerd in het d-'lemna „verkwister of gie
rigaard?", omdat bijna .iedereen de levens
wijsheid inziet van het „nooit té", maar hft
vraagstuk is hetzelfde gebleven. Wie sticht
er van twee menschen, wier inkomen groo-
ter is dan ncodig is om hunne noodzake
lijke behoeften te bevredigen (noodzake
lijk dan genomen in verband met het
imilieu, dat zij behoeven om hun taak naar
behooren te vervullen) meer nutdegeen,
die het overbodige inkomen belegt, of de-
peen, die het verteert? En op die vraag
hooit men nog vaak het antwoord, dat mits
bepaalde verkwisting achterwege blijft, de
laatste de nuttigste. En dat niet slechts
van een zijde, van welke zulks begrijpc.ijk
is, omdat haar eigen dadelijk welzijn sterk
beïnvloed wordt door het meer of minder
verbruiken, van wat zij voortbrengen of
verhandelen, maar ook van de zijde van bij
het antwoord, niet of niet meer dan ge
middeld belanghebbenden.
Laat ons terstond op den voorgrond stel
len, dat onder hen, die van de volkshuis
houdkunde een noemenswaardige studie
hebben gemaakt, het vraagstuk bijna niet
meer bestaat. In de Duitsche litteratuur
moge,men somtijds nog het hebben en be
vredigen van veel behoeften ais eert nuliig
middel om veel productie noodig- te maken
aantreffen, ten onzent schijnt mij de vraag
onder d„- beoefenaren der volkshuishoud
kunde beslecht ten voordeele van „den be
legger". En zulks in het bizonder in onzen
tijd, nu wij jaren lang gefuige zijn geweest
van zco ontzettend extra-verbruik Voor ge
heel nieuwe tijdelijke behoeften (door alien
bij zich zelf de behoefte aan zelfverdedi
ging en bij anderen „de behoefte om te
ove.rheerschen" genoemd).
Dat wij onder hen, die meer tot de leeken
op dit terrein behooren, nog zoo vaak de
«tndere zijde gekozen zien, komt, gelijk met
bijna alle misvattingen op volkshuishoud-
kunaig terrein het geval is, door den dich
ten sluier, dien het geld over alle maat
schappelijk gebeuren werpt, door de mis
vatting omtrent de betcekenis van het geld
zelve. Meni beschouwt het gold als de rijk
dom bij uitnemendheid en komt dan tot do
receneering, dat als het geld maar aan
wezig blijft ook de rijkdom der menschheid
niet afneemt.
Laat een zeker aantal rijke mcr.schen te
zamen 50 mi'Üoen verteren aan allerlei on-
noodige zaken. Zij betalen dan dat bedrag
aan geld aan v le duizenden leveranciers
uit, die dat zelfde cp hun beurt doen aan
hun arbeiders, hun leveranciers van grond
stoffen en van dat wat zij «Hen wederom
zelf verbruiken, en op den duur komen de
50 mij li eert, die de rijke lieden bij hun
bankiers wegtrokken om te verteren aan
weeldezaken, weer bij die bankiers terug.
En deze milliocrccn hebben inmiddels bij aJ
die lieden-gestrekt om van te levpn en cr
belasting uit ie betalen, misschien ook om
van te besparen. Aldus oen betoog dat mi;
voor eenigen tijd bereikte.
Het is precies dezelfde redeneering,
waarmede in het rajaar Ï9T4 Hc-lfferich de
Duilschers tot hun grootc nadeel overtuig
de, dot de oorlog aan het land geen mate-
rieele offers kostte, want dat „het geld in
het land bleef", hoeveel kruit en lood men
ook in de lucht schoot, hoeveel ook de
ïiulUoencn soldaten verbruikten zonder een-
ander product te leveren dan „de beveili
ging vun het land".
Inderdaad het geld zou door de bedoel
de vertering van 50 millioen aan weelde
artikelen en weeldediensten niet verminderd
zijnals alle betalingen tot in de kleinste
onderdeden met cheques hebben plaats ge
had, zoude er in het bovenstaand voorbeeld
zelfs in het geheel geen geld zijn geweest.
Maar wat er door die f 50 millioen aan
verteringen verdwenen is, dat zijn al de
goederen die verbruikt zijn, beter gezegd:
al de resultaten van den arbeid van vele
duizenden arbeiders zijn verdwenen. Zij, die
dien arbeid geleverd hebben zijn daarvoor
betaald en hebben uit die betalingen zich
zelf onderhouden en ook nog belasting be
taald, maar van hun arbeidsproduct is
niets meer over.
Als echter de 50 millioen nu eens niet
aan weelde-artikelcn cn genotgevende dien
sten waren besteed, niet aan mode-maga
zijnen, goudsmeden cn diamantwerkers,
fijne vruchtcnkwcekers, banketbakkers, luxe-
autofabrikanten en honderden dergelijke
menschen meer, waren uitbetaald, kortom
als zij belegd waren, wat was cr dan mede
geschied De verdediger van weeldegc-
biuik, dien. ik zoo even het woord gaf, ant
woordt, dat ze dan niet zouden hebben ge
circuleerd, zcodat cr geen welvaart door
ware ontstaan, geen gelegenheid voor den
Staat om belastingen :e helïen, integendeel
groote werkloosheid, welke geld zoude kos
ten aan de Overheid.
Wie zoo oordeelt moet zich van' „beleg
gen" wel een wonderlijk,.denkbeeld hebben
gemaaktook daarbij heeft hij zich niet van
het geldbegrip los kunnen maken. Wat det
iemand die belegt Hij verstrekt zijn geld
inde-daad niet aan banketbakker of kleer
makers, maar hij verstrekt bet aan hypo
theekbanken, notarissen, gewone banken,
soms aan Staat cn gemeenten cn vnok ook
rechtstreeks aan particulieren. En wat doen
die alien er mede In de sloot werpen
Evenmin als de banketbakkers enz. Zij beta-
lm het uit aan scheepsbouwers cn Viizen-
luuwers, aan machfnelabrikanlen cn spooi-
weg-explcitanten, die 'er, al naar hun vak,
schepen, locomotieven, machines voor nou-
wen en laten bouwen, en woonhuizen en
pub.icke gebouwen nis scholen en postkan
toren, electrische centrales en gasfabrieken,
broodfabrieken en weverijen. Het geld
maar dat doet cr heel weinig toe komt
ten slotte ook weer terug bij de bankiers,
bij wje de rijke lieden het opnamen, om het
elders te beleggen. Dc beleggers geven aan
een cvcnveclsoortig aantal menschen hun
geld uit, maar aan andere menschen dan de
verteerders doen, aan menschen ndie za~
ken maken van blijvend althans van langdu
rig nut, menschen die evengoed als de bon
ketbakkers en eigenaren van modemagazij
nen, daardoor zelf welvaart genieten en be
lasting betalen kunnen. Wat dat betreft
staan de verteerder en de belegger volko
men gelijk. Ja ik durf zelfs zeggen, dot de
ni t-vcrtccrdcr nietanders handelen kan;
hij is belegger ook, al wil hij het niet zijn.
Zr-lfs. als hij bankbiljetten in een kous stopt,
zooals vroeger de echte gierigaard met gou
den munten deed. Want ware de Nedeii.
B ink er zeker van dat elk jaar een aantal
rijke menschen, die niet verteren en niet be
leggen wilden, een bedrag van 50 millioen
aan bankbiljetten voor goed in kousen stop-
ton, dan zoude de Bonk zich niet geneeren
om die biljetten als van de baan te beschou
wen cn dc biljettencirculatie met een even
groot bedrag aan tc vullen door meer ere-
t diet tc verleenen aan allerlei producenten.
De niet verteerders zouden toch hun on
danks beleggen en alleen de rente, die zij
zelf zouden kunnen genieten, doen genieten
door de Ncderl. Bank.
JtuAjs'na■A.-nugAfla;
SANATOGEN EP1 FORMAMIPIT
VOOR AMERSFOORT TOT FABRIEKSPRIJS BIJ:
A. V. D. WEG. LANGESTRAAT 23.
Wat is nu echter bij alle gelijkheid van
hun gedrag het uiteindelijk verschil tus-
schen de daad vnn den verteerder cn die van
den belegger. Dc verteerder doet goederen
maken, die hij met zijn familie en vrienden
verbruikt, zoodat er aan het einde des jaars
niets van over is de belegger doet zaken
produceercn, die in het vervolg de nlgemee-
ne voortbrenging rijkelijker maken, omdat
de menschheid nu eenmaal meer resultaat
van haar arbeid ziet naar gelang zij daarbij
beter geoutilleerd is, d.w.z. beter von machi
nes en gereedschappen zoo in aantal ols in
qualitcit voorzien is. Tot die gereedschap
pen der werkende menschheid behooren ook
gebouwen, fabrieken, postkantoren en scho
len, zonder welker aanwezigheid minder nut
tige diensten aan dc menschheid zouden
kunnen worden bewezen don thans, ook .de
woonhuizen, waarvan nog altijd een tekort is.
Of wil men een andere voorstelling. De
verteerders van de 50 milliccn kunnen een
volgend jaar weer 50 millioen verteren,
weer voor dot bedrag aan werk doen ver
richten door allerlei luxebedrijven, maar de
beleggers hebben het volgend jaur 55 mil
lioen te verteren en kunnen dus voor 3
milloen meer werk laten verrichten dan dc
verteerders. Na 12 jaar zullen de verteer
ders nog altijd voor 50 millioen per jaar
aun werk kunnen verschaffen, de beleggers
al voor 100 millioen, zoodat zij nu
voortaan als zij willen evenveel kleermakers, j
goudsmeden en banketbakkers voor hun
weelde en genot kunnen loten werken ols do 1
verteerders en nog daarenboven voor 50
millioen werk zullen kunnen verschaffen aan
die tallooze lieden, die zaken maken van j
blijvend nut voor de productie. Er moet in
die twaalf jaar waarin dc beleggers hun,
van 50 tot 100 millioen accresseerend, in
komen steeds belegden, voor een bedrag van
830 millioen aan woonhuizen, fabrieken,
machines, schepen, publiexe werken enz. zijn
verrezen, die het mogelijk maken, of dat vele
honderd duizenden menschen méér in ons
land voo» hun arbeid ren behoorlijke gele
genheid en een behoorlijke betaling krijgen,
óf, ais de bevolking stationnair mocht zijn
gebleven dat degenen, die er al waren, zoo
veel beter en loonender gelegenheid hebben
gevonden om ruim te produceercn en daar
door ook zelf weer meer kunnen verteren (of
opleggen).
Zco staat de zaak tusschen verteerders cn
beleggers.
J) Aannemend dat hun uit het meerdere
product 6 rente wordt uitgekeerd.
BeHeh*<»a.
HERZIENING DER SOCIAL11
VERZEKERING,
j Een schrijven vnn den minister
non Óen Hcogcn Ruad van
1 Arbeid.
De minister van arbeid heeft den volgenden
brief gericht tot den Hoogon Raad van Arbeid:
„Gelijk ik als u bekend mag onderstellen,
ligt het in mijn voornemen de bestaande sociale
verzekcrin g aan een algehccle herziening tc
onderwerpen ten einde daardoor te komen tot
vereenvoudiging dier verzekering, cn tot nauwer
verband tusschen haar onderscheidene takken)
Terwijl i'k eer.erzijds met die herziening beoog
te komen tot een overzichtelijk, afgerond ge
heel van wettelijke regelen nopens cc verzeke-
r.ng van in het bijzonder de loonarbeiders tegen
[eldelijke gevolgen van ongeval, ziekte, invali
diteit en ouderdom, staat mij anderzijds als doel
voor oogen het tot stand brengen van een rege
ling, welke de administratieve beslommeringen,
in het bijzonder voor de werkgevers, voort
vloeiende uit de sociale verzekering, lot een
minimum zal beperken en in het algemeen
de administratiekosten, verbonden aan de uit
voering van de ^rzekering, tot een zoo laag
mogelijk bedrag "al brengen.
Van de afdeeling Arbeidersverzekering van
mijn departement gewerd mij een voorstel, be
vattende een schema der noodige wetswijzigin
gen, waardoor bcvenaangegevcn doeleinden
naar het oordcel dier afdeeling zouden kun
nen wor 'en bereikt.
Omtrent dat voorstel, waarvan de noodige
afdrukken hiernevens gaan, zoude ik gaarne
uw advies vernemen. In het bijzónder zou ik er
prijs op stellen uit dat advies te mogen verne
men de zienswijze von uwen Raad over de na
volgende punten
I
I
I
I
I
i
f)
1hT'/ny*-' WJN LT hhh j'.
Vt'IJEItSSTRA AT 14. Tel. .205
Special© liehnndelloe tegen uit
vallen en afbreken van liet liaar.
filnarznlt - Hnnrzecp voorkomt
dc roos en liet vet worde n
van liet baar.
.j
VarkensmarUt - Amersfoort.
Speciale afdeeling:
2S.CC W T
TABAK
T. Is het gcwenscht de verplichte Ongevallen
verzekering, de verplichte ziekteverzekering cn
de Verplichte invnl.diteits- cn ouderdomsverze-
kering uit tc strekken tot olie personen, die in
dienstbetrekking tegen loon werkzaam zijn
2. Is' het gcwenscht dc ongevallen; althans
voor zooveel de gevolgen daarvan zich net
uitstrekken tot langer dun een bepaalden tijds
duur, als ziektegevallen te doen vollen onder
de Ziektewet
Zoo ja, zal dit don moeten gelden uitsluitend
voor zooveel betreft de toekenning van gelde
lijke schadeloosstelling of ook voor zooveel
betreft d* geneeskundige verzorging
3. Is het gewcrvscht^ in dc Invaliditeitswet t©
breken met het stelsel der individueelc rent©
bepaling cn daarvoor in dc plaats tc stellen cerv
"leisel vnn eenheidsrenten
4. Is het gcwenscht de collcctievo ziektever
zekering van de nrbci *ers in dienst van derv
werkgever in de plaats te stellen vnn de indi
vidueelc verzekering van den arbeider
5. Is het gewenscht dc uitvoering van de
sociale verzekering op tc dragen:
o. uitsluitend aan een of meer overheidsor
ganen (Rijksverzekeringsbank, Raden von Ar
beid)
b. uitsluitend aan organen, daartoe in het le
ven geroepen, hetzij in samenwerking door
werkgevers- en werknemersorganisaties, hetzij
door individuecle werkgevers (de Bcdrijfsver-
cer.iging in den zin der Lnnd- cn Tuinbouw-
Ongevallcnwet 1922), hetzij door individueel©
nrb'.-iders (de erkende ziekenkas in den zin der
Ziektewet)
c. aan u!s gelijkberechtigdon naast elkander
staande organen, bedoeld onder letters o cn b;
d. aan organen, ols bedoeld onder letter a,
met als aanvulling organen, als bedoeld onder
letter F
e. aan "»rganen, ols bedoeld onder letter b,
met als t anvulling organen, ols bedoeld onder
letter .a
Aan de in den brief bedoelde nota van da
afdeeling Arbeidersverzekering is het volgende
ontleend
Onder de vraagstukken, waarvoor dc tegen-
woordige tijd eene oplossing eischt, neeirft on
getwijfeld het vraagstuk van dc vereenvoudi
ging onzer sociale verzekeringswetgeving eene
voorname plaats in. Gedurende den, loop der
luutste 20 jaren zijn tot invoering gekomen do
verplichte ongevallenverzekering van de orbei-
dors in de industriecle cn handelsondernemin
gen, olsnede de verplichte involiditeits- cn
ouderdomsverzekcring van arbeiders. Binnen
eenige maanden zal de verplichte ongevallen
verzekering van dc arbeiders in de land- cn
tuinbouwbedrijven worden ingevoerd, terwijl ton
slotte de Ziektewet-Tolma, zij het dan wellicht
met eenige wijzigingen, op invoering wacht.
Eiken ÜIHLOIIIK
Roman van
OLGA WOHLBRüCK.
Geautoriseerde vertaling van Mevrouw
\X' esselink—van Rossum.
81'
„Wee hem, wanneer u iets overkomt
wee hemNeemt u zich dus in acht."
Ze schudde haar hoofd, glimlachte zacht-
kens.
„Mij overkomt niets. Nooit ook in de
hefstigsté opwinding heelt hij zich nooit aan
mij vergrepenzelfs toen in Nizza niet..../'
„En dat
Hij streek met zijn vingers over de breede,
zilverachtige vlecht. Zij antwoordde niet dade
lijk, hij echter boog zich over haar en drukte
zijn lippen op lieur haar.
„Niet doenalstublieft niet
Ze sprong op,'vluchtte naar de leuning, om
klemde een door den wilden winger c mwonden
zuil.
„Niet doen.... alstublieft niet
Als een kind bedelde zij en ha?u oote don
kere oogen keken hem veroniwe d aan.
Hij lachte bitter. Die oude, harde trek ver
scheen om zijn mond. Waarom liep zij weg van
hem, die een wil had voor tien
„U behoeft niet bang voor mij te zijn. Waar
achtig niet. Tusschen ons staat meer dan
alleen uw man I"
Juist, omdat zij .dat wist I
En ze verborg haar gezicht, waar een don
kere gloed op lag, in de door den regen be
vochtigde bladeren.
De knecht kwam binnen, brecht een telegram.
„Voor mij
Verwonderd greep hij er naar.
„Kan ik afnemen vroeg de knecht
Karola gaf hem een wenk, weg te gaan.
„Straks, wanneer ik bel"
Z? hing met haar oogen aan Gruebners ge
zicht.
„Drommels mompelde hij onthutst, en
Joen nog een keer„Drommels",,Bau-
mann wegens huwelijk plotseling ontslag ge
vraagd. Zuster Friederieke vannacht aan hart
verlamming gestorven. Verzoek dadelijk terug
keer, Elise I
„Zoo'n dom, arm schepseltje I"
Zoo waren ze nu, die sterke vrouwen, die too
trotsch haar lasten droegen. Als door den zeis
afgemaaid, stortten ze neer, wanneer het haar
te zwaar viel f Hartvet lamming I Jawel I
Die hartverlamming kon hij zich voorstellen.
Alleen was ze eenvoudig gebleven moeder
zalig alleen, nadat die nette chef verdwenen
was f En toen had ze trotsch en sterk, zonder
klagen, zooals altijd, zich zelf den mond ge
sloten,1 opdat haar niets over de lippen zou ko
men, van hetgeen zij geleden had I
Hetzelfde kon hier ook gebeuren anders,
om andere redenenvan uitputting, wanhoop
schrik door materieele r^rliezen, of omdat
die man haar er toe zou brengen in zijn waan
zin ook dat kwam voor En dan wilde
hij niet dat zij hem riep Wilde het rdet, ai-
leen omdat hij laffen angst voor zich zelf had
Don zat er, drommels, nog waf anders in
homWil I Dezelfde wil, die hem aan het
bed van den zieke tot ondergang of overwin
ning leidde I Het daarop aan laten komen
dat moest hij I Zich zelf kreeg hij er wel onderl
Zco lang tenminste, tot die man daar uitge
leefd was en die vrouw een rustigen weg be
wandelde Dan zou hij haar willen zeggen
„Reep mij niet I" ci^ dan mocht hij ©ok niet
komen, zelfs wanneer zij hem riep. Maar tot
het zoover was.....
Hij vouwde het telegram dicht, slak het in
zijn jaszak.
„Ik moet wegmet den volgenden trein
<a van dum
Utrechtschestrnat 23
IVWELIGB EK OPTICIEN
VAK HUN BIG E BEDIENING ZEGT
ALLES.
EÏGEN SLIJFIKKICHTIKG.
moet ik weg. Onze hoofdverpleegster is plot
seling gestorven, in treurige omstandigheden
gestorven. De trein gaat over een half uur
wanneer u meteen in laat spannen, kan ik hem
nog halen."
Zij greep naar de zilveren bel, geheel van
haar stuk gebracht door dit plotselingen be
sluit, half verlamd door alles, wat het laatste
uur op haar neer was komen vallen. Nog een
maal legde hij zijn Land op haar arm „Hoort
u eens"Ze boog haar hoofd, zooals altijd,
wanneer zij niet wist, wat het noodlot of de
mhnschen haar nog wilden aandoen. Hij sprak
echter kort, afgebroken zooals hij 'dat in de
operatiekamer altijd deed, wanneer hij de be
slissende schredan ging doen en den jongen
assistenten korte ophelderingen daarbij gaf.
„Hoort u eensdat, met dat niet roepen
is ónzin. Ik ben er alijd, wanneer u mij noo-
dig hebt. Een telegram is voldoende. Een brief,,
indien u wilt.... Wanneer ik u zooeven ge
kwetst hebhet zal niet meer gebeuren.
Mijn woord daarop. Geef mij uw handzoo-
Uit Berlijn zend ik een verpleger. Dóf is mijn
voorwaarde. Laat hem livrei dragen zeg hem
dat er nog een knecht noodig was. Wanneer^
u slaapt ook overdag, don in uw kamer en
opgesloten, begrepen De hersens zijn aange
daan dus oppassen. Geen overbodige tegen
spraak en geen verderfelijke toegevendheid.
Voor 't óverige, alles, zooals u het opge
schreven hebt. Zoo, mevrouwtjes, het ga u
goed enlaat u inspannen, u behoeft mij
niet te vergezellen." Hij drukte haar beide hon
den, stevig en kort, keerde zich om cn ging
naar zijn kamer. Karola von Glidiën belde den
knecht„Inspannen voor dokter Graebner"
ze zat aan het va^ haar man, teen het
leege rijtuig, van het station teruggekeerd, over
de binnenplaats reed. „Wie komt daar aan?,
vroeg mijnheer von Güdiën.
„Niemand. Dokter Graebner is naar het sta
tion gebracht."
Haar stem klonk dof, als dood.
„Graebner4 zootoe, de kussens
hooger zoo, ja Dus Graebner is weg
Zijn donkere, onvaste blikken probeerden in
die van zijn vrouw door tc dringen.
„Dat zal wel een enorme hooge rekening
worden hé Wanneer zal hij deel arceren
Ze streek zijn kussens glad, trok de mouw
naar beneden, die zijn vermagerden arm om
vatte.
„Dat heeft nog tijd genoeg
„Zoo.... zoo.... Dus dun is het voorloopig
nog niet met mij uit. Opstaan. We zullen Juck
instructies geven. Eventueel nog een paard
aanschaffen.... nietwaar, hoe dunkt j°.u
De knecht kwam hem in zijn kleedkamer hel
pen. Door de open deur richtte hij allerlei vra
gen lot haar. Hij moest weten, dat ze er was.
Ten slotte werd hij altijd zoo moe, dat zc hem
nauwelijks kon verstaan.
„Slechte nacht, Karola, infame nacht
de dokter heeft mij gezelschop gehouden. Ik
heb me ten slotte maar slopende gehouden,
omdaf het mij te pijnlijk was.... Ben je daar,
Karola? Geef toch antwoordNou.... en
toen vroeg ik hém wat hij van Wiesbaden
dacht. Dot zou te probeeren zijnEzel I
Wanneer ik mezelf moet behandelen, waarvoor
betaal ik hem dan Eigenlijk moest men het
doen zooals de Chineezen den dokter beta
len, zoo long men gezond blijft, eh ransel voor
elke ziektewat denk jij er van Ik vraag
je, wat je er van denkt nou
„Ja"
Hij lachte.
(Wordt vervolgd.)
1 LA!
LAKBALSCHOENEN
!J SMFEUWSCHOEFJEN
JACHTSCHGEMEN
PVOETBALSCHOENEN
H£T BESTE BIJ
JCH. VAN DIJK
rij Schoenwerk est Sportartikelen
Langestrsat IIS Tel. 70