AMERSrOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" ST, Firma Fonlgin^ Sobipprs - lanpestraatM is ij IJ. SCIITEIU1 Un, toil. II Tel. 145 Eippaakte RindsrkleBding. WILLEM GROENHUIZEN. Per fieseh f 1.@0, pes' ankes* 65.- Maison de Coiffure BVIagai. „De Dom". - LSHSESTR4ST 43 - met VOL Westminster slagwerk f50 - FEUILLETON. Bn den Maalstroom Zie Jaargang No. 138 Zaterdag S December 1922 STQFFEERDERW VERHUIZINGEN TELEPH. 483. BEH AN GERIJ M EU BELEERING LANGESTRAAT 24 BlSO.VDERH£UË>' Prima Eiken verstelbare Fauleiiil, met Cretonne Kussens, Cempleet. <>narne Troegtijdi?, uw orders, inwachtend in verband <Ie verzekerde f 29.50 levering met SïSiT-SiCOLAAS. E M i L I O il SSSESIdZa Bordeaux, gewas 1917 TWEEDE BLAD. Uit de Pers. WEELDE OF VERSOBERING. Wanneer het om de staatsfinanciën gaat, dan is de leuze van versobering algemeent Er moge veischil zijn omtrent de mate, waarin die noo- dig is, naast de Teusacht-'ge verschillen omtrent de wijze, waarop de zaak moet worden aange pakt, dat de begroeting near beneden imoet bij vorige jaren verg el eiken, vindt nergens algeheele tegenspraak. Anders staat het aldus mr. Van Gijn in een artikel onder boverfstaan'd geschrift in D c V r ij h e i d met de versobering in het particuliere leven, hieromtrent bestaat nog veel verschil van frcvoslen. De strijd móge niet meer worden gefor muleerd in het d-'lemna „verkwister of gie rigaard?", omdat bijna .iedereen de levens wijsheid inziet van het „nooit té", maar hft vraagstuk is hetzelfde gebleven. Wie sticht er van twee menschen, wier inkomen groo- ter is dan ncodig is om hunne noodzake lijke behoeften te bevredigen (noodzake lijk dan genomen in verband met het imilieu, dat zij behoeven om hun taak naar behooren te vervullen) meer nutdegeen, die het overbodige inkomen belegt, of de- peen, die het verteert? En op die vraag hooit men nog vaak het antwoord, dat mits bepaalde verkwisting achterwege blijft, de laatste de nuttigste. En dat niet slechts van een zijde, van welke zulks begrijpc.ijk is, omdat haar eigen dadelijk welzijn sterk beïnvloed wordt door het meer of minder verbruiken, van wat zij voortbrengen of verhandelen, maar ook van de zijde van bij het antwoord, niet of niet meer dan ge middeld belanghebbenden. Laat ons terstond op den voorgrond stel len, dat onder hen, die van de volkshuis houdkunde een noemenswaardige studie hebben gemaakt, het vraagstuk bijna niet meer bestaat. In de Duitsche litteratuur moge,men somtijds nog het hebben en be vredigen van veel behoeften ais eert nuliig middel om veel productie noodig- te maken aantreffen, ten onzent schijnt mij de vraag onder d„- beoefenaren der volkshuishoud kunde beslecht ten voordeele van „den be legger". En zulks in het bizonder in onzen tijd, nu wij jaren lang gefuige zijn geweest van zco ontzettend extra-verbruik Voor ge heel nieuwe tijdelijke behoeften (door alien bij zich zelf de behoefte aan zelfverdedi ging en bij anderen „de behoefte om te ove.rheerschen" genoemd). Dat wij onder hen, die meer tot de leeken op dit terrein behooren, nog zoo vaak de «tndere zijde gekozen zien, komt, gelijk met bijna alle misvattingen op volkshuishoud- kunaig terrein het geval is, door den dich ten sluier, dien het geld over alle maat schappelijk gebeuren werpt, door de mis vatting omtrent de betcekenis van het geld zelve. Meni beschouwt het gold als de rijk dom bij uitnemendheid en komt dan tot do receneering, dat als het geld maar aan wezig blijft ook de rijkdom der menschheid niet afneemt. Laat een zeker aantal rijke mcr.schen te zamen 50 mi'Üoen verteren aan allerlei on- noodige zaken. Zij betalen dan dat bedrag aan geld aan v le duizenden leveranciers uit, die dat zelfde cp hun beurt doen aan hun arbeiders, hun leveranciers van grond stoffen en van dat wat zij «Hen wederom zelf verbruiken, en op den duur komen de 50 mij li eert, die de rijke lieden bij hun bankiers wegtrokken om te verteren aan weeldezaken, weer bij die bankiers terug. En deze milliocrccn hebben inmiddels bij aJ die lieden-gestrekt om van te levpn en cr belasting uit ie betalen, misschien ook om van te besparen. Aldus oen betoog dat mi; voor eenigen tijd bereikte. Het is precies dezelfde redeneering, waarmede in het rajaar Ï9T4 Hc-lfferich de Duilschers tot hun grootc nadeel overtuig de, dot de oorlog aan het land geen mate- rieele offers kostte, want dat „het geld in het land bleef", hoeveel kruit en lood men ook in de lucht schoot, hoeveel ook de ïiulUoencn soldaten verbruikten zonder een- ander product te leveren dan „de beveili ging vun het land". Inderdaad het geld zou door de bedoel de vertering van 50 millioen aan weelde artikelen en weeldediensten niet verminderd zijnals alle betalingen tot in de kleinste onderdeden met cheques hebben plaats ge had, zoude er in het bovenstaand voorbeeld zelfs in het geheel geen geld zijn geweest. Maar wat er door die f 50 millioen aan verteringen verdwenen is, dat zijn al de goederen die verbruikt zijn, beter gezegd: al de resultaten van den arbeid van vele duizenden arbeiders zijn verdwenen. Zij, die dien arbeid geleverd hebben zijn daarvoor betaald en hebben uit die betalingen zich zelf onderhouden en ook nog belasting be taald, maar van hun arbeidsproduct is niets meer over. Als echter de 50 millioen nu eens niet aan weelde-artikelcn cn genotgevende dien sten waren besteed, niet aan mode-maga zijnen, goudsmeden cn diamantwerkers, fijne vruchtcnkwcekers, banketbakkers, luxe- autofabrikanten en honderden dergelijke menschen meer, waren uitbetaald, kortom als zij belegd waren, wat was cr dan mede geschied De verdediger van weeldegc- biuik, dien. ik zoo even het woord gaf, ant woordt, dat ze dan niet zouden hebben ge circuleerd, zcodat cr geen welvaart door ware ontstaan, geen gelegenheid voor den Staat om belastingen :e helïen, integendeel groote werkloosheid, welke geld zoude kos ten aan de Overheid. Wie zoo oordeelt moet zich van' „beleg gen" wel een wonderlijk,.denkbeeld hebben gemaaktook daarbij heeft hij zich niet van het geldbegrip los kunnen maken. Wat det iemand die belegt Hij verstrekt zijn geld inde-daad niet aan banketbakker of kleer makers, maar hij verstrekt bet aan hypo theekbanken, notarissen, gewone banken, soms aan Staat cn gemeenten cn vnok ook rechtstreeks aan particulieren. En wat doen die alien er mede In de sloot werpen Evenmin als de banketbakkers enz. Zij beta- lm het uit aan scheepsbouwers cn Viizen- luuwers, aan machfnelabrikanlen cn spooi- weg-explcitanten, die 'er, al naar hun vak, schepen, locomotieven, machines voor nou- wen en laten bouwen, en woonhuizen en pub.icke gebouwen nis scholen en postkan toren, electrische centrales en gasfabrieken, broodfabrieken en weverijen. Het geld maar dat doet cr heel weinig toe komt ten slotte ook weer terug bij de bankiers, bij wje de rijke lieden het opnamen, om het elders te beleggen. Dc beleggers geven aan een cvcnveclsoortig aantal menschen hun geld uit, maar aan andere menschen dan de verteerders doen, aan menschen ndie za~ ken maken van blijvend althans van langdu rig nut, menschen die evengoed als de bon ketbakkers en eigenaren van modemagazij nen, daardoor zelf welvaart genieten en be lasting betalen kunnen. Wat dat betreft staan de verteerder en de belegger volko men gelijk. Ja ik durf zelfs zeggen, dot de ni t-vcrtccrdcr nietanders handelen kan; hij is belegger ook, al wil hij het niet zijn. Zr-lfs. als hij bankbiljetten in een kous stopt, zooals vroeger de echte gierigaard met gou den munten deed. Want ware de Nedeii. B ink er zeker van dat elk jaar een aantal rijke menschen, die niet verteren en niet be leggen wilden, een bedrag van 50 millioen aan bankbiljetten voor goed in kousen stop- ton, dan zoude de Bonk zich niet geneeren om die biljetten als van de baan te beschou wen cn dc biljettencirculatie met een even groot bedrag aan tc vullen door meer ere- t diet tc verleenen aan allerlei producenten. De niet verteerders zouden toch hun on danks beleggen en alleen de rente, die zij zelf zouden kunnen genieten, doen genieten door de Ncderl. Bank. JtuAjs'na■A.-nugAfla; SANATOGEN EP1 FORMAMIPIT VOOR AMERSFOORT TOT FABRIEKSPRIJS BIJ: A. V. D. WEG. LANGESTRAAT 23. Wat is nu echter bij alle gelijkheid van hun gedrag het uiteindelijk verschil tus- schen de daad vnn den verteerder cn die van den belegger. Dc verteerder doet goederen maken, die hij met zijn familie en vrienden verbruikt, zoodat er aan het einde des jaars niets van over is de belegger doet zaken produceercn, die in het vervolg de nlgemee- ne voortbrenging rijkelijker maken, omdat de menschheid nu eenmaal meer resultaat van haar arbeid ziet naar gelang zij daarbij beter geoutilleerd is, d.w.z. beter von machi nes en gereedschappen zoo in aantal ols in qualitcit voorzien is. Tot die gereedschap pen der werkende menschheid behooren ook gebouwen, fabrieken, postkantoren en scho len, zonder welker aanwezigheid minder nut tige diensten aan dc menschheid zouden kunnen worden bewezen don thans, ook .de woonhuizen, waarvan nog altijd een tekort is. Of wil men een andere voorstelling. De verteerders van de 50 milliccn kunnen een volgend jaar weer 50 millioen verteren, weer voor dot bedrag aan werk doen ver richten door allerlei luxebedrijven, maar de beleggers hebben het volgend jaur 55 mil lioen te verteren en kunnen dus voor 3 milloen meer werk laten verrichten dan dc verteerders. Na 12 jaar zullen de verteer ders nog altijd voor 50 millioen per jaar aun werk kunnen verschaffen, de beleggers al voor 100 millioen, zoodat zij nu voortaan als zij willen evenveel kleermakers, j goudsmeden en banketbakkers voor hun weelde en genot kunnen loten werken ols do 1 verteerders en nog daarenboven voor 50 millioen werk zullen kunnen verschaffen aan die tallooze lieden, die zaken maken van j blijvend nut voor de productie. Er moet in die twaalf jaar waarin dc beleggers hun, van 50 tot 100 millioen accresseerend, in komen steeds belegden, voor een bedrag van 830 millioen aan woonhuizen, fabrieken, machines, schepen, publiexe werken enz. zijn verrezen, die het mogelijk maken, of dat vele honderd duizenden menschen méér in ons land voo» hun arbeid ren behoorlijke gele genheid en een behoorlijke betaling krijgen, óf, ais de bevolking stationnair mocht zijn gebleven dat degenen, die er al waren, zoo veel beter en loonender gelegenheid hebben gevonden om ruim te produceercn en daar door ook zelf weer meer kunnen verteren (of opleggen). Zco staat de zaak tusschen verteerders cn beleggers. J) Aannemend dat hun uit het meerdere product 6 rente wordt uitgekeerd. BeHeh*<»a. HERZIENING DER SOCIAL11 VERZEKERING, j Een schrijven vnn den minister non Óen Hcogcn Ruad van 1 Arbeid. De minister van arbeid heeft den volgenden brief gericht tot den Hoogon Raad van Arbeid: „Gelijk ik als u bekend mag onderstellen, ligt het in mijn voornemen de bestaande sociale verzekcrin g aan een algehccle herziening tc onderwerpen ten einde daardoor te komen tot vereenvoudiging dier verzekering, cn tot nauwer verband tusschen haar onderscheidene takken) Terwijl i'k eer.erzijds met die herziening beoog te komen tot een overzichtelijk, afgerond ge heel van wettelijke regelen nopens cc verzeke- r.ng van in het bijzonder de loonarbeiders tegen [eldelijke gevolgen van ongeval, ziekte, invali diteit en ouderdom, staat mij anderzijds als doel voor oogen het tot stand brengen van een rege ling, welke de administratieve beslommeringen, in het bijzonder voor de werkgevers, voort vloeiende uit de sociale verzekering, lot een minimum zal beperken en in het algemeen de administratiekosten, verbonden aan de uit voering van de ^rzekering, tot een zoo laag mogelijk bedrag "al brengen. Van de afdeeling Arbeidersverzekering van mijn departement gewerd mij een voorstel, be vattende een schema der noodige wetswijzigin gen, waardoor bcvenaangegevcn doeleinden naar het oordcel dier afdeeling zouden kun nen wor 'en bereikt. Omtrent dat voorstel, waarvan de noodige afdrukken hiernevens gaan, zoude ik gaarne uw advies vernemen. In het bijzónder zou ik er prijs op stellen uit dat advies te mogen verne men de zienswijze von uwen Raad over de na volgende punten I I I I I i f) 1hT'/ny*-' WJN LT hhh j'. Vt'IJEItSSTRA AT 14. Tel. .205 Special© liehnndelloe tegen uit vallen en afbreken van liet liaar. filnarznlt - Hnnrzecp voorkomt dc roos en liet vet worde n van liet baar. .j VarkensmarUt - Amersfoort. Speciale afdeeling: 2S.CC W T TABAK T. Is het gcwenscht de verplichte Ongevallen verzekering, de verplichte ziekteverzekering cn de Verplichte invnl.diteits- cn ouderdomsverze- kering uit tc strekken tot olie personen, die in dienstbetrekking tegen loon werkzaam zijn 2. Is' het gcwenscht dc ongevallen; althans voor zooveel de gevolgen daarvan zich net uitstrekken tot langer dun een bepaalden tijds duur, als ziektegevallen te doen vollen onder de Ziektewet Zoo ja, zal dit don moeten gelden uitsluitend voor zooveel betreft de toekenning van gelde lijke schadeloosstelling of ook voor zooveel betreft d* geneeskundige verzorging 3. Is het gewcrvscht^ in dc Invaliditeitswet t© breken met het stelsel der individueelc rent© bepaling cn daarvoor in dc plaats tc stellen cerv "leisel vnn eenheidsrenten 4. Is het gcwenscht de collcctievo ziektever zekering van de nrbci *ers in dienst van derv werkgever in de plaats te stellen vnn de indi vidueelc verzekering van den arbeider 5. Is het gewenscht dc uitvoering van de sociale verzekering op tc dragen: o. uitsluitend aan een of meer overheidsor ganen (Rijksverzekeringsbank, Raden von Ar beid) b. uitsluitend aan organen, daartoe in het le ven geroepen, hetzij in samenwerking door werkgevers- en werknemersorganisaties, hetzij door individuecle werkgevers (de Bcdrijfsver- cer.iging in den zin der Lnnd- cn Tuinbouw- Ongevallcnwet 1922), hetzij door individueel© nrb'.-iders (de erkende ziekenkas in den zin der Ziektewet) c. aan u!s gelijkberechtigdon naast elkander staande organen, bedoeld onder letters o cn b; d. aan organen, ols bedoeld onder letter a, met als aanvulling organen, als bedoeld onder letter F e. aan "»rganen, ols bedoeld onder letter b, met als t anvulling organen, ols bedoeld onder letter .a Aan de in den brief bedoelde nota van da afdeeling Arbeidersverzekering is het volgende ontleend Onder de vraagstukken, waarvoor dc tegen- woordige tijd eene oplossing eischt, neeirft on getwijfeld het vraagstuk van dc vereenvoudi ging onzer sociale verzekeringswetgeving eene voorname plaats in. Gedurende den, loop der luutste 20 jaren zijn tot invoering gekomen do verplichte ongevallenverzekering van de orbei- dors in de industriecle cn handelsondernemin gen, olsnede de verplichte involiditeits- cn ouderdomsverzekcring van arbeiders. Binnen eenige maanden zal de verplichte ongevallen verzekering van dc arbeiders in de land- cn tuinbouwbedrijven worden ingevoerd, terwijl ton slotte de Ziektewet-Tolma, zij het dan wellicht met eenige wijzigingen, op invoering wacht. Eiken ÜIHLOIIIK Roman van OLGA WOHLBRüCK. Geautoriseerde vertaling van Mevrouw \X' esselink—van Rossum. 81' „Wee hem, wanneer u iets overkomt wee hemNeemt u zich dus in acht." Ze schudde haar hoofd, glimlachte zacht- kens. „Mij overkomt niets. Nooit ook in de hefstigsté opwinding heelt hij zich nooit aan mij vergrepenzelfs toen in Nizza niet..../' „En dat Hij streek met zijn vingers over de breede, zilverachtige vlecht. Zij antwoordde niet dade lijk, hij echter boog zich over haar en drukte zijn lippen op lieur haar. „Niet doenalstublieft niet Ze sprong op,'vluchtte naar de leuning, om klemde een door den wilden winger c mwonden zuil. „Niet doen.... alstublieft niet Als een kind bedelde zij en ha?u oote don kere oogen keken hem veroniwe d aan. Hij lachte bitter. Die oude, harde trek ver scheen om zijn mond. Waarom liep zij weg van hem, die een wil had voor tien „U behoeft niet bang voor mij te zijn. Waar achtig niet. Tusschen ons staat meer dan alleen uw man I" Juist, omdat zij .dat wist I En ze verborg haar gezicht, waar een don kere gloed op lag, in de door den regen be vochtigde bladeren. De knecht kwam binnen, brecht een telegram. „Voor mij Verwonderd greep hij er naar. „Kan ik afnemen vroeg de knecht Karola gaf hem een wenk, weg te gaan. „Straks, wanneer ik bel" Z? hing met haar oogen aan Gruebners ge zicht. „Drommels mompelde hij onthutst, en Joen nog een keer„Drommels",,Bau- mann wegens huwelijk plotseling ontslag ge vraagd. Zuster Friederieke vannacht aan hart verlamming gestorven. Verzoek dadelijk terug keer, Elise I „Zoo'n dom, arm schepseltje I" Zoo waren ze nu, die sterke vrouwen, die too trotsch haar lasten droegen. Als door den zeis afgemaaid, stortten ze neer, wanneer het haar te zwaar viel f Hartvet lamming I Jawel I Die hartverlamming kon hij zich voorstellen. Alleen was ze eenvoudig gebleven moeder zalig alleen, nadat die nette chef verdwenen was f En toen had ze trotsch en sterk, zonder klagen, zooals altijd, zich zelf den mond ge sloten,1 opdat haar niets over de lippen zou ko men, van hetgeen zij geleden had I Hetzelfde kon hier ook gebeuren anders, om andere redenenvan uitputting, wanhoop schrik door materieele r^rliezen, of omdat die man haar er toe zou brengen in zijn waan zin ook dat kwam voor En dan wilde hij niet dat zij hem riep Wilde het rdet, ai- leen omdat hij laffen angst voor zich zelf had Don zat er, drommels, nog waf anders in homWil I Dezelfde wil, die hem aan het bed van den zieke tot ondergang of overwin ning leidde I Het daarop aan laten komen dat moest hij I Zich zelf kreeg hij er wel onderl Zco lang tenminste, tot die man daar uitge leefd was en die vrouw een rustigen weg be wandelde Dan zou hij haar willen zeggen „Reep mij niet I" ci^ dan mocht hij ©ok niet komen, zelfs wanneer zij hem riep. Maar tot het zoover was..... Hij vouwde het telegram dicht, slak het in zijn jaszak. „Ik moet wegmet den volgenden trein <a van dum Utrechtschestrnat 23 IVWELIGB EK OPTICIEN VAK HUN BIG E BEDIENING ZEGT ALLES. EÏGEN SLIJFIKKICHTIKG. moet ik weg. Onze hoofdverpleegster is plot seling gestorven, in treurige omstandigheden gestorven. De trein gaat over een half uur wanneer u meteen in laat spannen, kan ik hem nog halen." Zij greep naar de zilveren bel, geheel van haar stuk gebracht door dit plotselingen be sluit, half verlamd door alles, wat het laatste uur op haar neer was komen vallen. Nog een maal legde hij zijn Land op haar arm „Hoort u eens"Ze boog haar hoofd, zooals altijd, wanneer zij niet wist, wat het noodlot of de mhnschen haar nog wilden aandoen. Hij sprak echter kort, afgebroken zooals hij 'dat in de operatiekamer altijd deed, wanneer hij de be slissende schredan ging doen en den jongen assistenten korte ophelderingen daarbij gaf. „Hoort u eensdat, met dat niet roepen is ónzin. Ik ben er alijd, wanneer u mij noo- dig hebt. Een telegram is voldoende. Een brief,, indien u wilt.... Wanneer ik u zooeven ge kwetst hebhet zal niet meer gebeuren. Mijn woord daarop. Geef mij uw handzoo- Uit Berlijn zend ik een verpleger. Dóf is mijn voorwaarde. Laat hem livrei dragen zeg hem dat er nog een knecht noodig was. Wanneer^ u slaapt ook overdag, don in uw kamer en opgesloten, begrepen De hersens zijn aange daan dus oppassen. Geen overbodige tegen spraak en geen verderfelijke toegevendheid. Voor 't óverige, alles, zooals u het opge schreven hebt. Zoo, mevrouwtjes, het ga u goed enlaat u inspannen, u behoeft mij niet te vergezellen." Hij drukte haar beide hon den, stevig en kort, keerde zich om cn ging naar zijn kamer. Karola von Glidiën belde den knecht„Inspannen voor dokter Graebner" ze zat aan het va^ haar man, teen het leege rijtuig, van het station teruggekeerd, over de binnenplaats reed. „Wie komt daar aan?, vroeg mijnheer von Güdiën. „Niemand. Dokter Graebner is naar het sta tion gebracht." Haar stem klonk dof, als dood. „Graebner4 zootoe, de kussens hooger zoo, ja Dus Graebner is weg Zijn donkere, onvaste blikken probeerden in die van zijn vrouw door tc dringen. „Dat zal wel een enorme hooge rekening worden hé Wanneer zal hij deel arceren Ze streek zijn kussens glad, trok de mouw naar beneden, die zijn vermagerden arm om vatte. „Dat heeft nog tijd genoeg „Zoo.... zoo.... Dus dun is het voorloopig nog niet met mij uit. Opstaan. We zullen Juck instructies geven. Eventueel nog een paard aanschaffen.... nietwaar, hoe dunkt j°.u De knecht kwam hem in zijn kleedkamer hel pen. Door de open deur richtte hij allerlei vra gen lot haar. Hij moest weten, dat ze er was. Ten slotte werd hij altijd zoo moe, dat zc hem nauwelijks kon verstaan. „Slechte nacht, Karola, infame nacht de dokter heeft mij gezelschop gehouden. Ik heb me ten slotte maar slopende gehouden, omdaf het mij te pijnlijk was.... Ben je daar, Karola? Geef toch antwoordNou.... en toen vroeg ik hém wat hij van Wiesbaden dacht. Dot zou te probeeren zijnEzel I Wanneer ik mezelf moet behandelen, waarvoor betaal ik hem dan Eigenlijk moest men het doen zooals de Chineezen den dokter beta len, zoo long men gezond blijft, eh ransel voor elke ziektewat denk jij er van Ik vraag je, wat je er van denkt nou „Ja" Hij lachte. (Wordt vervolgd.) 1 LA! LAKBALSCHOENEN !J SMFEUWSCHOEFJEN JACHTSCHGEMEN PVOETBALSCHOENEN H£T BESTE BIJ JCH. VAN DIJK rij Schoenwerk est Sportartikelen Langestrsat IIS Tel. 70

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1922 | | pagina 5