£IW° AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
DERDE CLAD.
BINNENLAND,
Zaterdag
9 December 1922
Brieven uit Berlijn.
Berlijn, begin December.
Toonecloorlog. Dc
staking der Tooneelspe-
lers. Een drama uit
den Boerenoorlog.
Wij Ondervinden een sensatie, zoools we er
nog geen beleefd hebben: er is een tooneeloorlog
uitgebroken, die met hartstochtelijke heftigheid
woedt. Wat men nooit voor mogelijk had ge
houden, is geschied de tooneelspelcrs s aken I
Hunne eischen betreffende het honorarium over
November en December want alle honoraria
moeten bij de ongelooflijke Duitsche financieele
verhoudingen iedere maand opnieuw geregeld
worden zijn door de directeuren niet geheel
ingewilligd en dus hebben ze den arbeid neer
gelegd.
Het is de eerste maal, dat kunstenaars, dat
„intellectueele arbeiders" in 't algemeen, zoools
men tegenwoordig in Duitschland zegt, tot een
dergclijkcn stap besloten hebben. Daarin ligt
de buitengewone betcekenis van deze gebeurte
nis. Slakingen van arbeiders en beambten zijn
in Berlijn sedert de revolutie aan de orde van
den dug. Er is geen vak, dat niet herhaaldelijk
deze bijzondere vreugde beschoren is. In de in
dustrie en zakenwereld is' duardoor voortdurend
voor afwisseling gezorgd.
Zoo juist hebben de beambten van de Berlijn
sche ondergrondsche gestaakt, zoodat dit be
langrijke verkeersmiddel stil gelegd werd. Zoo
iets windt de bevolking niet meer op.
Maar dat nu ook de tooneelspelers zoo goed
als de vuilnismannen, transportarbeiders, boek
drukkers en winkelbedienden tot deze strijd-
methode overgaan, die bijna uitsluitend door
vakvereenig ingen wordt toegepast, had men toch
niet verwacht. Het was vroeger ook niet moge
lijk geweest. Slechts de onbeschrijfelijke nood
van den tegenwoordigen tijd kon een zoo merk
waardig verschijnsel veroorzaken. Wie in den
heeten strijd gelijk heeft, is moeilijk uit te ma
ken. De schouwburgdirecteuren beweren dat ze
geen hoogere gage's kunnen betalen. Ze zouden
dan, als hun instellingen nog zullen rendeeren,
de nu reeds voor gewone stervelingen onbe
taalbare entreeprijzen weer moeten verhoogen,
en dat zou weer tengevolge hebben, dat het
publiek, dat deze enorme kosten niet dragen
kan, de schouwburgen, zou vermijden. Dat
klinkt werkelijk alleszins geloofwaardig.
De tooneelspelers daarentegen beweren, dat
ze niet leven kunnen, als niet het minste hono
rarium vastgesteld wordt op 02000 Moik, en
dat moet men helaas ook van hen geloovcn.
Hierbij komt nog iets. De tooneclkunstenaars
konden zich tot nu toe voor het grootste deel
redden, doordat ze een aanzienlijke nevenver-
dienstc in het spelen voor de film vonden.
Maar het is een publiek geheim, dat de Duit
sche film-industrie, zidh op het ©ogenblik in een
moeilijke crisis bevindt. De reusachtige kapita
len, die 'hier vereischt worden, zijn bijna niet
meer bij elkaar te krijgen. Zoo komt het, dat
de tooneelspelers in dubbelen nood geraakt zijn.
Wat echter de grootste verwondering veroor
zaakt heef:, is het feit, dat bij deze eigenzinnige,
onber enbare, van luimen en stemmingen af
hankelijke menschen thans over dc heelc linie
dc grootste eenheid heerscht. Ieder weet, hoe
veel eerzucht, concurrentie, ijverzucht en af
gunst anders in de tooneelwereld heerscht.
Met één slag ^rhijnt dat alles plotseling ver
geten te zijn. Zij allen zijn door de zorgen van
den tijd aaneengesmeed, mannen en vrouwen
ja, zooals het dikwijls het geval is, de vrouwen
zijn nog radicaler dan de mannen. Nog voor een
iaar was aan* een dergelijke eenheid niet te
denken. De groote organisatie van tooneelspe
lers, de „Allgemeine Deutsche Bühnengenossen-
schaft", was toentertijd reeds machtig, maar
juist de beroemdste leden van het gilde toonden
veel lust, de vaste gelederen der leden te ver
breken.
Het genootschap heeft zich echter steeds ster
ker tot een „vakveréeniging" ontwikkeld, dat be-
teekent, haar streven was er vooral op gericht,
de zwakkeren onder hen te beschermen, hun
dragelijke levensvoorwaarden te verzekeren.
Daardoor werden de uitgaven van de directeuren
voor de groote massa lager personeel aan hun
schouwburg zoo groot, dat de eer§te rangs too
neelspelers moesten vreezen, dat er niet genoeg
middelen zouden overblijven, om him rechtmati
ge hoogere aanspraken te bevredigen. Er ont
stond een Beweging van de „Prominenten", zoo-
als men hen toentertijd noemde, die him belan
gen zelf wilden behartigen. Dc directeuren zagen
deze huiselijke twist in het genootschap mees
muilend aan. Maar hun vei wachtingen werden
beschaamd. De „Prordinenten" zagen spoedig in,
dat ook zij zelf slechts dan hun invloed op den
duur behouden konden, als ze zich vast aanslo
ten bij hun collega's. Zoo vond de nu uitgebro
ken tooneelstrijd de tooneelspelers eensgezind en
m de vergaderingen der stakers, die nu iederen
avond tot in den nacht gehouden worden, kon
men alle bekende koppen vinden, die het publiek
anders in de schouwburgen toejuicht.
Deze vergadei ingen boden onvergetelijke too-
rteelcn. Men bemerkte, dat. de kunstenaars ook
van de arbeiders geleerd hebben. Als uit den
grond getooverd was plo'scling een „stakings
leiding" aunwezig, die verbazingwekkend punc
tueel funcnonncerde.' Er werden werkelijk uitste
kende redevoeringen gehouden, met een tempe
rament en een stemomvong, zooals den fabrieks
arbeider niet ten dienste staat. Een van de vroo-
lijkste en luimigste Berlijnsche tooneelspelers is
Oskar Sabo, een fidele kerel, niet alleen een
meester in de beminnelijke vertolking van komi
sche figuren, maar ook in het zingen van cou
pletten, die hij liefst zelf met de viool of de gui
taar begeleidt. En juist deze Oskar Sabo is de
©nstuimigste agiator van de staking, aan wiens
lippen de duizenden, die de vergadering bijwo
nen, onder ademlooze stilte hangen. Hij en zijn
kameraden in het comité zijn onvermoeid om dc
uit zoo verschillende elementen bestaande me
nigte in bedwang te houden. Ze vinden dagelijks
nieuwe propagandamiddelen uit. In de cinema's
de cabarets, de variététheaters worden toespra
ken gehouden. Op straat worden vlugschriften
verspreid. Voor de groote schouwburgen worden
werkelijke „stakingposters" opgesteld, want het
heeft natuurlijk, zooals niet anders te verwach
ten was, ook aan enkele „onderkruipers", or-
beidswilligen, niet ontbroken, die eerst door
woorden of door zacht geweld tot solidariteit
met him collega's gedwongen moesten worden.
Daarbij heeft het ook aan grappige intermezzo's
niet on.broken. Waar tooneelmenschen aan het
werk zijn. kan daï niet uitblijven. Een van de di
recteuren had een aanwijzing gegeven, dat hij de
aangekondigde „stakingsposters" door de mas
sieve krachten onder zijn theaterknechts in toom
zou houden. Daarop verscheen voor zijn schouw
burg een groep van breedgeschouderde, gespier
de, sportieve tooneelspelers, werkelijke Hercu-
lesgcstolien, tegen wie de heeren theaterkncchls
het niet durfden opnemen.
In een drukke straat in West-Berlijn bevond
zich onder de vlugschrifversprciders ook de hoo-
ge gestalte van den tooneelspeler Westermeyer,
die, zooals hij gewoon was, ook bij deze gele
genheid een monocle in het oog droeg. Een ar
beider kwam voorbij en zei ironisch„De nood
der Monocle-dragers I" Daarop stok Wester
meyer kalm glimlachend zijn monocle in ziin
zak, haalde zijn bril te voorschijn, cn zette die op
den neus. Het publiek, dat dicht om een groep
heenstond, lachte. „Ich mache Moske" zei de
heer Westermeyer en had het spel gewonnen.
Wat de staking wezenlijk ondersteunde was
het reusachtige vermogen, dat „Bühnenge-
nosscnschuft" in lange jaren opgespaard heeft.
Deze middelen alleen stelden haar reeds in staat
ieder, die den arbeid neergelegd had, en be
hoeftig was, vóór alles dagelijks 1000 Mark uit
te betalen. Maar afgezien daarvan, stroomden
letterlijk dagelijks nieuwe geldsommen toe. De
„Prominenten" stelden, dc een na den onder,
groote sommen ter beschikking. Buitenlanders,
die in Berlijn vertoeven, vooral buitenlandsche
kunstenaars, droegen aanzienlijke bedragen bij.
In de gebouwen van het genootschap zelf, in de
KeithstTaat, werd een noodkeuken voor hen op
gericht, die anders in de kantine van hun theater
gewoon zijn te eten. En de geliefdste, mooiste
Berlijnsche tooneelspeelslers beschouwden het
als een genoegen, hare huishoudelijke talenten te
toonen, door in te koopen, te koken cn te be
dienen. Van alle kanten kwamen sympathie
betuigingen in. Zelfs de groote vereenigingen
van tooneelspelers in Duitschland, Oostenrijk, in
Tsjccho-Slowakije en in Zwitserland verklaar
den dat ze niet zouden dulden, dat iemand, die
in Berlijn als „onderkruiper" optrad, ooit weer
in een schouwburg in hun land zou spelen.
Nu, de groote strijd zal wel weer bedaren. Als
deze regels in druk verschijnen, heerscht er
waarschijnlijk reeds weer vrede en eendracht.
Op het oogenblik spelen in Berlijn feitelijk al
leen de Staatsschouwburgen, het Oppcrhaus en
het Schauspielhous, waarvan de medewerkers als
staatsamb'enaren naar andere normen geho
noreerd worden en daardoor er beter voor staan
dan de kunstenaars, die aan particuliere theaters
verbonden zijn.
Behalve deze hebben er nog bijzondere voor
stellingen plaats, die door de stakingsleiders
naar hun beste krachten geënsceneerd worden.
Het publiek wordt echter ongeduldigè En
de directeuren Ze berekenen met gemengde
gevoelens de kolossale vermindering van him
inkomsten, juist in den tijd voor Kerstmis, als
Berlijn door vreemdelingen overstroomd wordt.
Ook hunne halsstarrigheid zal wel verslappen.
Juist de laatste weken hadden een belang
rijken bloei van het Berlijnsche then ter wezen ge
bracht. Bijzonder opzien heeft daarbij een zeld
zame gebeurtenis gebaardde eerste opvoering
van eenFransch tooneelstuk dat in Frank
rijk zelf nog nooit gespeeld is. Dc auteur is Ro-
main Rolland, de groote Fransche strijder voor
het pacifisisme, en zijn stuk was een drama uit
den Boerenoorlog. Het draagt den titel „De tijd
zal komen" en is reeds twintig jaar geleden ge
schreven, niet alleen ontstaan uit verontwaar
diging over den Engelschen inval in de Zuid-
Afrikoansche republiek, die toentertijd zoo hef
tig in Frankrijk losibarstte, maar ook uit een op
standige, universeele stemming, die den oorlog
in 't algemeen verafschuwt. Ovcrbloemd wor
den de voorvallen uit den strijd van de Boeren
ten tooneele gevoerd. De Engelsche veldmaar
schalk, die in werkelijkheid Lord Roberts heette,
heet 'hier Loid Clifford. We kennen den aan
voerder der Boeren de Wet hier treedt de
weduwe van den gevallen commandant „de Wit
op. Haar jonge zoo-n neemt half onbewust, wraak
op de veroveraars en schiet den Britschen gene
raal neer. Clifford is echter van Rolland's stam.
Hij is een soldaat, die zijn plicht doet. Moar in
zijn binnenste knaagt de twijfel, of dit hcele
oorlogswerk geen onrecht aan de menschheid is.
De bebatten, die hij met de andere Engelsche
officieren voert klinken nu, alsof ze niet afkom
stig zijn uit dien lang geleden, Afrikaanschen
veldtocht, maar in den Europeeschen oorlog, die
onmiddelijk achter ons ligt, met. de gramofoon
zijn opgenomen. Als de soldaten op 'n regen-
achtigen avond om een kampvuur zitten en over
den hel van hun krijgsbestaan morren, pelooven
de Berlijnsche toeschouwers onze Duitsche
Feldgrauen" van 1918 te hooren.
De tweede acte eindigt met een machtig,
dichterlijk visioen. Uit een van de beruchte con
centratiekampen van de gevangen Boeren
ook dit detail ontbreekt niet is een jonge,
Italiaanscbe vrijheidsheid, die met hen vocht,
uitgebroken. Een Engelsche soldaat roept bom
aan. Schoten vallen. Beiden worden doodelijk
jewond op het toonecl gebracht, en stervend
omarmen de vijanden elkaar als broeders. Zoo
vergeeft ook de stervende veldmaarschalk den
knaap, die hem doodde. „Ik kan niet meer ha
ten", zegt zijn moeder die tot nu toe slechts aan
bloedige vergelding dacht. De tijd zal komen,
denkt Romain Rolland, dat alle menschen zoo
denken, ellen den oorlog verwcnschen, allen zich
broeders gevoelen.
Werkelijk Zal ze komen ->■■■&&&
dig maatschappelijk stelsel in het hort treft. Alle
z.g. pacifistische bewegingen, die niet bewust
met den oorlog het kapitalisme bestrijden, moe
ten worden afgewezen. Eveneens alle somenwer
king met de tegenwoordige regeerders en dien
„trust van overwinnaars", ten onrechte genaamd
„Volkenbond"
Overeenkomstig de resolutie der eerste
Internationale (1868), de voorstellen van Dome
in Nieuwcnhuis (1891 cn 1893) cn van Keir Har
die (1910) hebben de arbeiders oorlog onmoge
lijk te maken door dc solidariteit met dc hecr-
schcndo klasse te breken. Bij evcntueele mobi
lisatie leggc het betrokken deel der arbeiders
klasse onmiddellijk den arbeid neer cn ga men
over tot massale dienstweigering, met of zonder
toestemming van de. leiders der arbeidersorga
nisaties cn zonder te vragen of men den strijd
zal winnen of verliezen. Breekt eventueel dan
toch oorlog uit, zoo trachte men dien te loten
omslaan in sociale revolutie.
De tweede resolutie geeft in een tiental pun
ten de taak deT arbeidersorganisaties aan. Het
wekt de arbeiders van alle landen op het woord
van Ruskin, Nettlau, Libertod e. a. tot daad te
worden gewerkt door dc onmiddellijke aan
grenzing van ons land aan hot concurrcc-
rende Duitschland, de Nederlandsche indus
trie in het bijzonder met do valuta-concur-
rentïe te kampen heeft.
Dat de Duitsche concurrentie evenwel niet
de cenig oorzaak van het aanhouden der do-
prcssic in het Nederlandsche bedrijfsleven
kan zijn, is echter duidelijk. Ook de export
industrieën in andere landen toch hebben
mot deze mededinging der lage valuta reko-
ning te houden, en toch valt in verschillende
industriëelc centra in het buitenland, die
uitsluitend of grootendccls voor den export
werken, ecnige opleving waar te nemen. In
een dezer dagen in een der Engelsche bladen
(het nieuwe „Reconstructionnumber" van
dc „Manchester Guardian Commercial), ver
schenen artikel van dc hand van prof. Bruins
heeft deze gewezen op een omstandighoid,
waaraan het z. i. voornamelijk is too to
schrijven, dat do malaise hier te lande oen
sleepender karakter dreigt aan te nemen dan
in andere landen het geval is.
Prof. Bruins wijt dit ongunstige verschijn
maken, de reeds gegoven voorbeelden van arbei- scl vnor ccn groot drnI nnn dn ui(zeUin(?
ders in verschillende landen te volgen cn te wei
geren moordtuig te vervaardigen. Voorts lette
men op dc besluiten von de Duitsche syndicalis
tische metaalarbeiders, die geen munitiemakers
meer tof hun organisatie toelaten.
De derde resolutie wijst er op, dat de regee
ringen cn de politieke lichamen, wijl in kapi
talistische Stoten functioneercnd, in djenst stonn
van oorlog verwekkende machten. Regeeringen
of politieke lichamen kunnen daarom wel een ot
anderen oorlog voorkomen, moar daar zij de eco
nomische conflicten niet opheffen kunnen, berei
den zij, of zij willen of niet, des te gruwelijker
uitbarstingen voor.
De arbeiders hebben hun eigen lot in eigen
hond te nemen en een mcnschelijke maatschap
pij te verwerkelijken.
De vierde resolutie constateert, dat opvoc-
dings- en onderwijsinrichtingen onder controle
staan van de heerschende klassen cn personen
hebben te vormen, die in een tegenwoordig maat
schappelijk stelsel possen. Daardoor zijn onder
wijs en opvoeding vervolscht. Ouders, leerlin
gen en onderwijzers hebben zich in verband met
de revolutionaire arbeidersbeweging hiertegen te
verzetten en op kritieke oogenblikkcn door mid
del van massale directe actie op te komen, voor
vermenscholijking van opvoeding en onderwijs.
Voorts ondermijne iedere onderwijzer den natio-
nalistischcn, kopitalistischcn geest von leer- en
leesboeken, sommen en liederen cn brenge den
rassenhoogmoed van de bewoners van kapitalis
tische staten aan het licht.
In de vijfde resolutie wordt de taak van par
ticuliere vereenigingen gekenschetst cn een be
roep gedaan op allen, die zich Katholiek of
Christelijk noemen, om te onderzoeken of de te
genwoordige proctijken van staatkunde, oor
logsvoering, uitbuiting van het proletariaat en
vnn de z.g. gekleurde volken aon de beginselen
hunner kerk beantwoorden.
Zoo ja, dan wekt het congres ieder, die tot
deze conclusie komt, op, dergelijke verderfelijke
beginselen te verwerpen. Zoo niet, don passé
men de beleden beginselen toe cn keere zich te
gen de leiding der officieele kerken, v/elke te
genwoordig grootendels één is met de leiding de*
chauvinisten en imperialisten.
INTERNEERÏNGSKOSTEN.
Bclgic troog van betalen.
De Minister van Buitenlandsche Zaken deelt
mede, dat de terugbetaling door de Belgische
Regeering aan de wegens inlerncering van Bel
gische militairen gemaakte kosten, nog niet heeft
plaats gehad. Met het oog op den toestand van
de Nederlandsche schatkist heeft de Neder
landsche regeering het verzoek der Belgische
legeering om uitstel van betaling, gemeend niet
te moeten inwilligen. De aangelegenheid is bij
de Belgische regeering wederom in herinnering
gebracht.
Verder heeft Nederlond nog op sommige
mogendheden vorderingen, in hoofdsom
rente, wegens kosten van doorvoer van krijgs
gevangenen en civiele personen. De aangelegen
heid der terugbetaling -heeft bij voortduring de
aandacht van den Minister.
Ffnantl4«l Overzicht.
HET VREDESCONGRES VAN HET I. V. V.
De voorstellen von het I.A.M.B.
Het Uitvoerend Comité van het Anti-Militaris
tisch Bureau, gesticht op het derde congres der
revolutionaire anti-militaristen te den Haag in
1921, heeft de voorstellen dezèr groep in vijf
resoluties samengevat en ingezonden bij het sc-
cietarioot van het I. V. V.
De eerste resolutie over de noodzakelijkheid
von één éénig doel gaat uit van de opvatting dut
de oorlogen van de kapitalistische staten dienen
als middelenlo. ter concurrentie, 2o. ter uit
buiting der z.g. gekleurde volken en 3o. ter
voorkoming en onderdrukking van revolutie. Zij
wijst op de eenheid van het militarisme en im
perialisme, stelt vast dat iedere oorlog, zelfs die
van de z.g. overwinnende volken, in strijd is met
het belang van het proletariaat, dat daarentegen
vrede en vrijheid in het belarig van de geheele
menschheid zijn, doch slechts veroverd kunnen
Bij vorige gelegenheden hebben .wij reeds
meermalen gewezen op de omstandigheid
dat, terwijl in verschillende buitenlandsche
staten onmiskenbare teckenen van een terug-
keerend herstel in het bedrijfsleven zijn waar
te nemen,' hier te lande de toestand in het
algemeen nog weinig bemoedigend is. Met
uitzondering van enkele bedrijfstakken,
waarin zoo nu en dan een kortstondige op
leving valt waar te nemen, blijft de depres
sie haar stempel op het zakenleven drukken.
Een der \oornaamstc oorzaken van dezen on-
gunstigen gang van zaken in handel en nij
verheid, en tevens een belemmering voor
het herstel, is ongetwijfeld de scherpe Duit
sche concurrentie, die door dc voortdurende
daling van den Markenkoers telkens op
nieuw inzet en die zoowel voor den afzet
van de Nederlandsche producten in het bin
nenland .als voor onzen exporthandel one-
reuze gevolgen heeft gehad.
Wel heeft deze concurrentie reeds veel van
haar kracht verloren, tengevolge van de aan
zienlijke stijging in de -prijzen van grond
stoffen, arbcidsloonen etc. in Duitschland nu
de koopkracht van de Mark in het binnen
land zich langzamerhand bij die in het bui
tenland gaat aanpassen.. Op het oogenblik
heeft de Duitsche industrie echter nog steeds
een belangrijken voorsprong en ondervinden
tal van bedrijven hier te lande nog steeds
in sterke mate den invloed dezer concur
rentie..
Zoo zwaar als hier te lande drukt de Duit
sche concurrentie elders niet. Door verschil
lende beschermende maatregelen heeft men
aldaar de binnenlandsche industrie tegen de
mededinging der lage valuta trachten te be
schermen. In Nederland daarentegen is, o. i.
terecht, het vrijhandelssysteem gehandhaafd
gebleven. Waar onze industrie voor zulk een
groot .deel op den export aangewezen is, in
verband met het betrekkelijk kleine afzet
gebied in het eigen land, kunnen wij ons
het invoeren van beschermende rechten, die
een alg. prijsstijging teweeg zouden brengen
waardoor het concurrentievermogen van den
exporthandel zou worden belemmerd, niet
permitteeren. Dit neemt echter niet weg, dat
worden in een strijd, die niet alleen het gevolg
oorlog, maar vooral de oorzaakhet tegenwoor- door deze verhoudingen, welke in de hand
van de uitgaven der verschillonde openbnrc
lichamen, voor welker dekking oen sterke
verhooging der belastingen noodzakelijk is
geweest. Ilicrdpor wordt thans voor consum-
tieve doeleinden op een grootcr deel van het
surplus van het inkomen der bevolking be
slag gelegd, dan met dc behoefte aan nieuw
kapitaal voor de groeiende bevolking is over
een te brengen. Vast staat, dat in een groot
aantal steden van Nederland do totaio be
lastingdruk op het inkomen zelfs die vnn
Engeland te boven gaat. Op het oogenblik
houdt Nederland voor een deel zijner bevol
king dan ook vermoedelijk het wereld
record, wat den wcrkelijken druk der in
komstenbelasting betreft.
Door de hierdoor ontstane onmogelijkheid
van kapitfialvorming kunnen de zware ver
liezen, die door de economische crisis zijn
geleden, niet door nieuwe hesparingen wor
den aangevuld. Als hierin niet spoedig wijzi
ging intreedt, door een sterke bezuiniging
op de overheidsuitgaven, en een daarmede
gepaard gaande verlaging der belastingen,
dan zou de verarming van ons land wel eens
chronisch kunnen worsen, ondanks een her
stel elders, waarvan reeds dc eerste sympto
men zijn waar te nemen.
Nu is de kans hierop voor de naaste toe
komst nog niet groot. Zelfs met behulp van
de bezuinigingen „in perspectief", welke vol
gons de begrooting voor 1923 zullen worden
doorgevoerd, komt men nog niet verder dan
tot het sluitend maken van het budget, zoo
dat aan een verminderiing der belastingen,
waardoor een nieuw tekort zou ontstaan, nog
in het geheel niet gedacht wordt.
Zijn dus dc vooruitzichten voor den eeo-
nomischen toestand in ons land alles behalve
fraai, toch zijn er ecnige lichtpunten waar
te nemen, waardoor wel eens spoediger dan
verwacht werd een wending ten goede zou
kunnen intreden. Voor verschillende Indi
sche cultures zijn de vooruitzichten den
laatsten tijd aanmerkelijk verbeterd. Bij de
nauwe economische betrekkingen tusschcn
het Moederland cn de Koloniën moet de te
rugslag hiervan zich te eeniger tijd ook wel
in Nederland doen gevoelen. Niet alleen zul
len. wanneer de verbetering inderdaad stand
houdt. de aanzienlijke directe verliezen, die
door de koersdaling der aandeelen ter beurze
geleden zijn, geheel of ten deele kunnen wor-
dn ingehaald. Maar bovendien zal een alge
meone verbetering in den economischcn toe
stand in onzen Oost tot een grootere vraag
naar tal van artikelen, die Indië uit het
Moederland betrekt, moeten leiden.
Het sterkst is het herstel tot nu toe tot
uiting gekomen op de rubbermarkt. Ruwe
rubber, die enkele maanden geleden tot be
neden 40 cent per K. G. was gedaald, is thans
opgeloopen tot ongeveer 75 cent. Enkele af
doeningen zijn zelfs reeds tot nog iets hooge-
ren prijs gemeld. Verleden jaar kon de pro
ductieprijs op dc beste ondernemingen wor
den aangenomen op ongeveer 50 cent per
h. K. G. Sindsdien is het echter algemeen
gelukt, tot een aanmerkelijke bezuiniging te
komen, zoodat thans tal van rubbermaat
schappijen het product tegen 40 cent per h.
K. G. kunnen voortbrengen. Op deze basis
levert een prijs van meer dan 75 cent schit-
tterendc winsten op, zulks in een cultuur,
die nog pas voor enkele maanden aan den
rand van den afgrond scheen te staan. Dit
bewijst wel, welke groote nsica's eener-, doch
ook welke bijzondere winstmogelijkheden an
derzijds dergelijke cwltuurbedrijven opleve
ren.
Nu moet men echter wel rekening er mede
houden, dat van uitkcering van dividenden,
die eenigszins aan deze winstmarge geëven-
redigd zijn, in de naaste toekomst nog geen
sprake zal kunnen wezen. De meeste maat
schappijen hadden reeds een zeer belangrijk
deel van hun oogst over 1922, en voor een
groot deel ook over 1923, tot uiteenloopendc
prijzen vóórverkocht, vóór het intreden van
de jongste scherpe kostprijsverlaging. In de
depressie-periode hebben verdere groote ver-
koopen plaats gehad, voor een belangrijk
deel op een niveau van omstreeks 40 cent.
Men prees zich toen gelukkig, omdat men
nog zonder ernstig verlies van zijn product
afkwam, en de markt derhalve nog gerui-
men tijd verder zou kunnen aanzien.
Eens verkocht, blijft echter verkocht. Thans
kan men spijt hebben over de verloren winst
kansen. .Het eindresultaat over het loopend
boekjaar moet echter uit den aard der zaak
sterk den invloed van deze verkoopen op
laag niveau ondervinden, en hetzelfde zal
ook nog het geval zijn ten opzichte van de
resultaten van 1923 van vele rubberonder
nemingen.
Voorts dient men in het oog te houden, dat
rubbermaatschappijen, die niet veel hebben
vóór\ erkocht, veelal op andere wijze nog den
nadeeligen invloed van de jongste depressie
periode zullen ondervinden. Er zijn n. 1. hier
bij heel wat ondernemingen, wier financi
eele omstandigheden geleidelijk vrij beden
kclijk waren geworden en zelfs sommige, die
het niet veel langer hadden kunnen uitzin
gen, indien niet spoedig een verbetering ware
ingetreden. Voor zoover thans belangrijke
winsten worden gemaakt, zullen die dus wel
in hoofdzaak moeten worden aangewend tot
dekking van vroegero verliezen, of ter ver-1
sterking van de financiöele positie. Tenslotto4
blijven er dan waarschijnlijk slechts zeer en
kele maatschappijen over, die reeds in dc
naaste toekomst zullen kunnon profitccron
van het sterk verhoogde prijsniveau. Wan
neer men dit in het oog houdt, dan dient der
halve wol eenigc terughoudendheid to wor
den betracht, tegenover de schiolijke rijzing
van rubborwaarden, daar dezo mccrcndeels
eerst in een ietwat ver afliggend periode tot
uiting zal kunnen komen ten opzichto der
dividenden, terwijl intusschcn het jongste
verleden heeft geleerd, nan wclko verrassiu-
gen, in guustigen of ongunstigen zin, men in
tusschcn, ten aanzien van do rubberprijzon,
weder kan zijn blootgesteld.
Dc gehccle positie op de rubbermarkt blijft
trouwens vrij onoverzichtelijk. Do sterko
prijsverbetering is deels te danken geweest
aan dc uitbreiding der Amcrikaansche vraag
doch voor een ander deel aan dc inkrimping,
waartoe men in dc Engclscho koloniën is
overgegaan. In hoeverre deze laatste op den
duur een blijvend succes belooft, is onzeker,
daar natuurlijk do producenten in Ned. Indië
en elders, die aan geen beperkingen zijn ge
bonden van dc omstandigheden gebruik kun
nen maken, om hun eigen voortbrengiing to
verhoogen. Uit den aard der zaak is hier
mede echter ccnigo tijd gemoeid cn voorn-
hands doet do beperking der productie zich
dnn ook wel terdege sterk gevoelen.
Nu is echter in de desbetreffende overcen-
komsl bepaald, dat een steeds grooter deel
Ier productie-capaciteit, volgens een glijden
de schaal, zal worden vrijgelaten, naarmate
dc rubberprijs boven een bepaald niveau
stijgt Aan een "zoo schielijke prijsverheffing,
als die, welke thans plaats vindt, was daar
bij echter niet gedacht. Dit blijkt wel hier
uit, dat allo beperkingen zouden vervallen,
als rubber een stand van 1 sl\. 3 d. noteerde.
Thans is dit echter reeds bijna het geval.
De mogelijkheid bestaat dus, dat de produc
tiebeperking spoedig weder zal worden af
geschaft, maar dat alsdan dc prijs weder
scherp zal inzinken, hetgeen dan zou leiden
tot het automatisch weder in werking treden
der beperking, een nieuwe rijzing op de rub
bermarkt, wellicht een nieuwe afschaffing
van de gedwongen inkrimping, en zoo ad
infinitum. Scherpe prijsfluctuaties schijnen
onder die omstandigheden in dc naaste toe
komst geenszins uitgesloten, hetgeen zich al
licht ook in dc koersen der rubbcraandcclen
zou weerspiegelen.
Misschien zal dit dc goede zijde hebben dat
althans op dit gebied wat loven in dc brou
werij zal blijven heerschen, in tegenstelling
met dc groote stilte, die nog steccfs dc meesta
andere afdeelingcn onzer fondsenbeurs ken
merkt. Zelfs in suikeraandeclen blijft do
handel van matigen omvang, ondanks do
veel betere berichten, welke thans omtrent
den toestand van dezen belangrijken Ind.
bedrijfstak het licht zien. Dc mcdcdcclingen
ten aanzien van den vermocdelijken omvang
van den nieuwen oogst luiden tot dusverro
bijzonder bevredigend. Dit is in dubbol op
zicht van belang. In dc eerste plaats betce-
kent een grootere opbrengst natuurlijk een
overeenkomstige verlaging van den kostprijs
aangezien de werkzaamheden, die aan den
aanplant zijn verbonden, volstrekt niet groo
ter of kleiner worden door een beteren of
minder goeden groei van het gewas Maar
tevens vloeit uit een stijging van de produc
tie voort, dat de producenten een grootor
verkoopbedrag ontvangen, zoodat dc winst
in dubbel opzicht toeneemt.
Dit betcckent volstrekt niet, dat nu alle
producenten een goed jaar zullen maken. De
V. I. S. P. heeft vooral de eerste partijen uit
den nieuwen oogst tot vrij lage prijzen ver
kocht. Eerst in den laatsten tijd heeft zij
haar limites aanmerkelijk kunnen verhoo
gen. Zelfs thans lutdh deze echter nog slechts
een matige winst, behalve voor enkele goed
geoutilleerd maatschappijen. Bovendien heb
ben de nieuwe verkoopen eerst betrekking
op oogst 1923, die in belangrijke mate zal
profiteeren van de inmiddels aangebrachte
bezuinigingen op dc exploitatie-kosten. Wat
oogst 1922 betreft, heeft men meerndecls nog
zeer duur gewerkt, zoodat ten aanzien van
de in net voorjaar aan te kondigen dividen
den geen groote verwachtingen kunnen wor
den gekoesterd.
Onder de uitzonderingen, welke natuurlijk'
ook op dit gebeid bestaan, moet in de eer
ste plaats ook de Handelsvereniging „Am
sterdam" worden genoemd, die niet geheel
afhankelijk is van suiker, doch ook verschil
lende bijcultures bedrijft, die tezamen een
aanzienlijk bedrag vertegenwoordigen, en
waarmede wederom bevredigende resultaten
zijn bereikt. Deze maatschappij heeft dan
ook reeds een interim-dividend van 15 pet
aangekondigd en dc directie deelt mede, dat
het totale dividend waarschijnlijk 25 pet
zal bedragen, evenals verleden jaar. De aan
deelen waren in verband hiermede vrij vast,
maar een bijzonder willig verloop heeft de
markt toch niet gehad.
Wat meer belangstelling valt in den laat
sten tijd voor thcc-aandcelcn op te merken,
in verband met de belangrijk verbeterde
statistische positie voor dit artikel en het be
langrijke prijsherstel, dat daarmede gepaard
is gegaan. Ook tabakken hebben een vaster
aanzien gehad, dank zij de berichten om
trent Amerikaansche biedingen voor den!
nieuwen oogst, die hun grond vinden in het
feit, dat het „Amcrikaansch" in den vorigen
oogst slechts van beperkten omvang is ge
weest, zoodat men thans in Amerika zonder
belangrijke voorraden Deli tabak zit Hoe
wel het natuurlijk verleidelijk zou zijn ge
weest, op deze aanbiedingen in te gaan, heb
ben de Sumatra-tabak-maatschappijen toch'
besloten, dit niet te doen en vast te houden
aan lit beproefd systeem der inschrijvingen.
Voor de Amsterdamsche tabaksmarkt is dit
natuurlijk een belangrijk bericht, daar het
veld winnen van onderhandschc afdoenin
gen de markt in haar bestaan zou bedrei
gen.
Olie-waarden blijven flauw gestemd, ïrï
aansluiting aan de buitenlandsche beurzen.
Scheepvaartwaarden eveneens lusteloos. Dó
koersen zijn weinig veranderd. Ook in in-
dustriëele waarden zijn slechts uiterst ge
ringe koersfluctuaties voorgekomen. Naar
uit onderstaand koerslijstje blijkt, waren do
koersfluctuaties trouwens in het algemeen
ook in de afgcloopen weck beperkt,