£IW° AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" DERDE CLAD. BINNENLAND, Zaterdag 9 December 1922 Brieven uit Berlijn. Berlijn, begin December. Toonecloorlog. Dc staking der Tooneelspe- lers. Een drama uit den Boerenoorlog. Wij Ondervinden een sensatie, zoools we er nog geen beleefd hebben: er is een tooneeloorlog uitgebroken, die met hartstochtelijke heftigheid woedt. Wat men nooit voor mogelijk had ge houden, is geschied de tooneelspelcrs s aken I Hunne eischen betreffende het honorarium over November en December want alle honoraria moeten bij de ongelooflijke Duitsche financieele verhoudingen iedere maand opnieuw geregeld worden zijn door de directeuren niet geheel ingewilligd en dus hebben ze den arbeid neer gelegd. Het is de eerste maal, dat kunstenaars, dat „intellectueele arbeiders" in 't algemeen, zoools men tegenwoordig in Duitschland zegt, tot een dergclijkcn stap besloten hebben. Daarin ligt de buitengewone betcekenis van deze gebeurte nis. Slakingen van arbeiders en beambten zijn in Berlijn sedert de revolutie aan de orde van den dug. Er is geen vak, dat niet herhaaldelijk deze bijzondere vreugde beschoren is. In de in dustrie en zakenwereld is' duardoor voortdurend voor afwisseling gezorgd. Zoo juist hebben de beambten van de Berlijn sche ondergrondsche gestaakt, zoodat dit be langrijke verkeersmiddel stil gelegd werd. Zoo iets windt de bevolking niet meer op. Maar dat nu ook de tooneelspelers zoo goed als de vuilnismannen, transportarbeiders, boek drukkers en winkelbedienden tot deze strijd- methode overgaan, die bijna uitsluitend door vakvereenig ingen wordt toegepast, had men toch niet verwacht. Het was vroeger ook niet moge lijk geweest. Slechts de onbeschrijfelijke nood van den tegenwoordigen tijd kon een zoo merk waardig verschijnsel veroorzaken. Wie in den heeten strijd gelijk heeft, is moeilijk uit te ma ken. De schouwburgdirecteuren beweren dat ze geen hoogere gage's kunnen betalen. Ze zouden dan, als hun instellingen nog zullen rendeeren, de nu reeds voor gewone stervelingen onbe taalbare entreeprijzen weer moeten verhoogen, en dat zou weer tengevolge hebben, dat het publiek, dat deze enorme kosten niet dragen kan, de schouwburgen, zou vermijden. Dat klinkt werkelijk alleszins geloofwaardig. De tooneelspelers daarentegen beweren, dat ze niet leven kunnen, als niet het minste hono rarium vastgesteld wordt op 02000 Moik, en dat moet men helaas ook van hen geloovcn. Hierbij komt nog iets. De tooneclkunstenaars konden zich tot nu toe voor het grootste deel redden, doordat ze een aanzienlijke nevenver- dienstc in het spelen voor de film vonden. Maar het is een publiek geheim, dat de Duit sche film-industrie, zidh op het ©ogenblik in een moeilijke crisis bevindt. De reusachtige kapita len, die 'hier vereischt worden, zijn bijna niet meer bij elkaar te krijgen. Zoo komt het, dat de tooneelspelers in dubbelen nood geraakt zijn. Wat echter de grootste verwondering veroor zaakt heef:, is het feit, dat bij deze eigenzinnige, onber enbare, van luimen en stemmingen af hankelijke menschen thans over dc heelc linie dc grootste eenheid heerscht. Ieder weet, hoe veel eerzucht, concurrentie, ijverzucht en af gunst anders in de tooneelwereld heerscht. Met één slag ^rhijnt dat alles plotseling ver geten te zijn. Zij allen zijn door de zorgen van den tijd aaneengesmeed, mannen en vrouwen ja, zooals het dikwijls het geval is, de vrouwen zijn nog radicaler dan de mannen. Nog voor een iaar was aan* een dergelijke eenheid niet te denken. De groote organisatie van tooneelspe lers, de „Allgemeine Deutsche Bühnengenossen- schaft", was toentertijd reeds machtig, maar juist de beroemdste leden van het gilde toonden veel lust, de vaste gelederen der leden te ver breken. Het genootschap heeft zich echter steeds ster ker tot een „vakveréeniging" ontwikkeld, dat be- teekent, haar streven was er vooral op gericht, de zwakkeren onder hen te beschermen, hun dragelijke levensvoorwaarden te verzekeren. Daardoor werden de uitgaven van de directeuren voor de groote massa lager personeel aan hun schouwburg zoo groot, dat de eer§te rangs too neelspelers moesten vreezen, dat er niet genoeg middelen zouden overblijven, om him rechtmati ge hoogere aanspraken te bevredigen. Er ont stond een Beweging van de „Prominenten", zoo- als men hen toentertijd noemde, die him belan gen zelf wilden behartigen. Dc directeuren zagen deze huiselijke twist in het genootschap mees muilend aan. Maar hun vei wachtingen werden beschaamd. De „Prordinenten" zagen spoedig in, dat ook zij zelf slechts dan hun invloed op den duur behouden konden, als ze zich vast aanslo ten bij hun collega's. Zoo vond de nu uitgebro ken tooneelstrijd de tooneelspelers eensgezind en m de vergaderingen der stakers, die nu iederen avond tot in den nacht gehouden worden, kon men alle bekende koppen vinden, die het publiek anders in de schouwburgen toejuicht. Deze vergadei ingen boden onvergetelijke too- rteelcn. Men bemerkte, dat. de kunstenaars ook van de arbeiders geleerd hebben. Als uit den grond getooverd was plo'scling een „stakings leiding" aunwezig, die verbazingwekkend punc tueel funcnonncerde.' Er werden werkelijk uitste kende redevoeringen gehouden, met een tempe rament en een stemomvong, zooals den fabrieks arbeider niet ten dienste staat. Een van de vroo- lijkste en luimigste Berlijnsche tooneelspelers is Oskar Sabo, een fidele kerel, niet alleen een meester in de beminnelijke vertolking van komi sche figuren, maar ook in het zingen van cou pletten, die hij liefst zelf met de viool of de gui taar begeleidt. En juist deze Oskar Sabo is de ©nstuimigste agiator van de staking, aan wiens lippen de duizenden, die de vergadering bijwo nen, onder ademlooze stilte hangen. Hij en zijn kameraden in het comité zijn onvermoeid om dc uit zoo verschillende elementen bestaande me nigte in bedwang te houden. Ze vinden dagelijks nieuwe propagandamiddelen uit. In de cinema's de cabarets, de variététheaters worden toespra ken gehouden. Op straat worden vlugschriften verspreid. Voor de groote schouwburgen worden werkelijke „stakingposters" opgesteld, want het heeft natuurlijk, zooals niet anders te verwach ten was, ook aan enkele „onderkruipers", or- beidswilligen, niet ontbroken, die eerst door woorden of door zacht geweld tot solidariteit met him collega's gedwongen moesten worden. Daarbij heeft het ook aan grappige intermezzo's niet on.broken. Waar tooneelmenschen aan het werk zijn. kan daï niet uitblijven. Een van de di recteuren had een aanwijzing gegeven, dat hij de aangekondigde „stakingsposters" door de mas sieve krachten onder zijn theaterknechts in toom zou houden. Daarop verscheen voor zijn schouw burg een groep van breedgeschouderde, gespier de, sportieve tooneelspelers, werkelijke Hercu- lesgcstolien, tegen wie de heeren theaterkncchls het niet durfden opnemen. In een drukke straat in West-Berlijn bevond zich onder de vlugschrifversprciders ook de hoo- ge gestalte van den tooneelspeler Westermeyer, die, zooals hij gewoon was, ook bij deze gele genheid een monocle in het oog droeg. Een ar beider kwam voorbij en zei ironisch„De nood der Monocle-dragers I" Daarop stok Wester meyer kalm glimlachend zijn monocle in ziin zak, haalde zijn bril te voorschijn, cn zette die op den neus. Het publiek, dat dicht om een groep heenstond, lachte. „Ich mache Moske" zei de heer Westermeyer en had het spel gewonnen. Wat de staking wezenlijk ondersteunde was het reusachtige vermogen, dat „Bühnenge- nosscnschuft" in lange jaren opgespaard heeft. Deze middelen alleen stelden haar reeds in staat ieder, die den arbeid neergelegd had, en be hoeftig was, vóór alles dagelijks 1000 Mark uit te betalen. Maar afgezien daarvan, stroomden letterlijk dagelijks nieuwe geldsommen toe. De „Prominenten" stelden, dc een na den onder, groote sommen ter beschikking. Buitenlanders, die in Berlijn vertoeven, vooral buitenlandsche kunstenaars, droegen aanzienlijke bedragen bij. In de gebouwen van het genootschap zelf, in de KeithstTaat, werd een noodkeuken voor hen op gericht, die anders in de kantine van hun theater gewoon zijn te eten. En de geliefdste, mooiste Berlijnsche tooneelspeelslers beschouwden het als een genoegen, hare huishoudelijke talenten te toonen, door in te koopen, te koken cn te be dienen. Van alle kanten kwamen sympathie betuigingen in. Zelfs de groote vereenigingen van tooneelspelers in Duitschland, Oostenrijk, in Tsjccho-Slowakije en in Zwitserland verklaar den dat ze niet zouden dulden, dat iemand, die in Berlijn als „onderkruiper" optrad, ooit weer in een schouwburg in hun land zou spelen. Nu, de groote strijd zal wel weer bedaren. Als deze regels in druk verschijnen, heerscht er waarschijnlijk reeds weer vrede en eendracht. Op het oogenblik spelen in Berlijn feitelijk al leen de Staatsschouwburgen, het Oppcrhaus en het Schauspielhous, waarvan de medewerkers als staatsamb'enaren naar andere normen geho noreerd worden en daardoor er beter voor staan dan de kunstenaars, die aan particuliere theaters verbonden zijn. Behalve deze hebben er nog bijzondere voor stellingen plaats, die door de stakingsleiders naar hun beste krachten geënsceneerd worden. Het publiek wordt echter ongeduldigè En de directeuren Ze berekenen met gemengde gevoelens de kolossale vermindering van him inkomsten, juist in den tijd voor Kerstmis, als Berlijn door vreemdelingen overstroomd wordt. Ook hunne halsstarrigheid zal wel verslappen. Juist de laatste weken hadden een belang rijken bloei van het Berlijnsche then ter wezen ge bracht. Bijzonder opzien heeft daarbij een zeld zame gebeurtenis gebaardde eerste opvoering van eenFransch tooneelstuk dat in Frank rijk zelf nog nooit gespeeld is. Dc auteur is Ro- main Rolland, de groote Fransche strijder voor het pacifisisme, en zijn stuk was een drama uit den Boerenoorlog. Het draagt den titel „De tijd zal komen" en is reeds twintig jaar geleden ge schreven, niet alleen ontstaan uit verontwaar diging over den Engelschen inval in de Zuid- Afrikoansche republiek, die toentertijd zoo hef tig in Frankrijk losibarstte, maar ook uit een op standige, universeele stemming, die den oorlog in 't algemeen verafschuwt. Ovcrbloemd wor den de voorvallen uit den strijd van de Boeren ten tooneele gevoerd. De Engelsche veldmaar schalk, die in werkelijkheid Lord Roberts heette, heet 'hier Loid Clifford. We kennen den aan voerder der Boeren de Wet hier treedt de weduwe van den gevallen commandant „de Wit op. Haar jonge zoo-n neemt half onbewust, wraak op de veroveraars en schiet den Britschen gene raal neer. Clifford is echter van Rolland's stam. Hij is een soldaat, die zijn plicht doet. Moar in zijn binnenste knaagt de twijfel, of dit hcele oorlogswerk geen onrecht aan de menschheid is. De bebatten, die hij met de andere Engelsche officieren voert klinken nu, alsof ze niet afkom stig zijn uit dien lang geleden, Afrikaanschen veldtocht, maar in den Europeeschen oorlog, die onmiddelijk achter ons ligt, met. de gramofoon zijn opgenomen. Als de soldaten op 'n regen- achtigen avond om een kampvuur zitten en over den hel van hun krijgsbestaan morren, pelooven de Berlijnsche toeschouwers onze Duitsche Feldgrauen" van 1918 te hooren. De tweede acte eindigt met een machtig, dichterlijk visioen. Uit een van de beruchte con centratiekampen van de gevangen Boeren ook dit detail ontbreekt niet is een jonge, Italiaanscbe vrijheidsheid, die met hen vocht, uitgebroken. Een Engelsche soldaat roept bom aan. Schoten vallen. Beiden worden doodelijk jewond op het toonecl gebracht, en stervend omarmen de vijanden elkaar als broeders. Zoo vergeeft ook de stervende veldmaarschalk den knaap, die hem doodde. „Ik kan niet meer ha ten", zegt zijn moeder die tot nu toe slechts aan bloedige vergelding dacht. De tijd zal komen, denkt Romain Rolland, dat alle menschen zoo denken, ellen den oorlog verwcnschen, allen zich broeders gevoelen. Werkelijk Zal ze komen ->■■■&&& dig maatschappelijk stelsel in het hort treft. Alle z.g. pacifistische bewegingen, die niet bewust met den oorlog het kapitalisme bestrijden, moe ten worden afgewezen. Eveneens alle somenwer king met de tegenwoordige regeerders en dien „trust van overwinnaars", ten onrechte genaamd „Volkenbond" Overeenkomstig de resolutie der eerste Internationale (1868), de voorstellen van Dome in Nieuwcnhuis (1891 cn 1893) cn van Keir Har die (1910) hebben de arbeiders oorlog onmoge lijk te maken door dc solidariteit met dc hecr- schcndo klasse te breken. Bij evcntueele mobi lisatie leggc het betrokken deel der arbeiders klasse onmiddellijk den arbeid neer cn ga men over tot massale dienstweigering, met of zonder toestemming van de. leiders der arbeidersorga nisaties cn zonder te vragen of men den strijd zal winnen of verliezen. Breekt eventueel dan toch oorlog uit, zoo trachte men dien te loten omslaan in sociale revolutie. De tweede resolutie geeft in een tiental pun ten de taak deT arbeidersorganisaties aan. Het wekt de arbeiders van alle landen op het woord van Ruskin, Nettlau, Libertod e. a. tot daad te worden gewerkt door dc onmiddellijke aan grenzing van ons land aan hot concurrcc- rende Duitschland, de Nederlandsche indus trie in het bijzonder met do valuta-concur- rentïe te kampen heeft. Dat de Duitsche concurrentie evenwel niet de cenig oorzaak van het aanhouden der do- prcssic in het Nederlandsche bedrijfsleven kan zijn, is echter duidelijk. Ook de export industrieën in andere landen toch hebben mot deze mededinging der lage valuta reko- ning te houden, en toch valt in verschillende industriëelc centra in het buitenland, die uitsluitend of grootendccls voor den export werken, ecnige opleving waar te nemen. In een dezer dagen in een der Engelsche bladen (het nieuwe „Reconstructionnumber" van dc „Manchester Guardian Commercial), ver schenen artikel van dc hand van prof. Bruins heeft deze gewezen op een omstandighoid, waaraan het z. i. voornamelijk is too to schrijven, dat do malaise hier te lande oen sleepender karakter dreigt aan te nemen dan in andere landen het geval is. Prof. Bruins wijt dit ongunstige verschijn maken, de reeds gegoven voorbeelden van arbei- scl vnor ccn groot drnI nnn dn ui(zeUin(? ders in verschillende landen te volgen cn te wei geren moordtuig te vervaardigen. Voorts lette men op dc besluiten von de Duitsche syndicalis tische metaalarbeiders, die geen munitiemakers meer tof hun organisatie toelaten. De derde resolutie wijst er op, dat de regee ringen cn de politieke lichamen, wijl in kapi talistische Stoten functioneercnd, in djenst stonn van oorlog verwekkende machten. Regeeringen of politieke lichamen kunnen daarom wel een ot anderen oorlog voorkomen, moar daar zij de eco nomische conflicten niet opheffen kunnen, berei den zij, of zij willen of niet, des te gruwelijker uitbarstingen voor. De arbeiders hebben hun eigen lot in eigen hond te nemen en een mcnschelijke maatschap pij te verwerkelijken. De vierde resolutie constateert, dat opvoc- dings- en onderwijsinrichtingen onder controle staan van de heerschende klassen cn personen hebben te vormen, die in een tegenwoordig maat schappelijk stelsel possen. Daardoor zijn onder wijs en opvoeding vervolscht. Ouders, leerlin gen en onderwijzers hebben zich in verband met de revolutionaire arbeidersbeweging hiertegen te verzetten en op kritieke oogenblikkcn door mid del van massale directe actie op te komen, voor vermenscholijking van opvoeding en onderwijs. Voorts ondermijne iedere onderwijzer den natio- nalistischcn, kopitalistischcn geest von leer- en leesboeken, sommen en liederen cn brenge den rassenhoogmoed van de bewoners van kapitalis tische staten aan het licht. In de vijfde resolutie wordt de taak van par ticuliere vereenigingen gekenschetst cn een be roep gedaan op allen, die zich Katholiek of Christelijk noemen, om te onderzoeken of de te genwoordige proctijken van staatkunde, oor logsvoering, uitbuiting van het proletariaat en vnn de z.g. gekleurde volken aon de beginselen hunner kerk beantwoorden. Zoo ja, dan wekt het congres ieder, die tot deze conclusie komt, op, dergelijke verderfelijke beginselen te verwerpen. Zoo niet, don passé men de beleden beginselen toe cn keere zich te gen de leiding der officieele kerken, v/elke te genwoordig grootendels één is met de leiding de* chauvinisten en imperialisten. INTERNEERÏNGSKOSTEN. Bclgic troog van betalen. De Minister van Buitenlandsche Zaken deelt mede, dat de terugbetaling door de Belgische Regeering aan de wegens inlerncering van Bel gische militairen gemaakte kosten, nog niet heeft plaats gehad. Met het oog op den toestand van de Nederlandsche schatkist heeft de Neder landsche regeering het verzoek der Belgische legeering om uitstel van betaling, gemeend niet te moeten inwilligen. De aangelegenheid is bij de Belgische regeering wederom in herinnering gebracht. Verder heeft Nederlond nog op sommige mogendheden vorderingen, in hoofdsom rente, wegens kosten van doorvoer van krijgs gevangenen en civiele personen. De aangelegen heid der terugbetaling -heeft bij voortduring de aandacht van den Minister. Ffnantl4«l Overzicht. HET VREDESCONGRES VAN HET I. V. V. De voorstellen von het I.A.M.B. Het Uitvoerend Comité van het Anti-Militaris tisch Bureau, gesticht op het derde congres der revolutionaire anti-militaristen te den Haag in 1921, heeft de voorstellen dezèr groep in vijf resoluties samengevat en ingezonden bij het sc- cietarioot van het I. V. V. De eerste resolutie over de noodzakelijkheid von één éénig doel gaat uit van de opvatting dut de oorlogen van de kapitalistische staten dienen als middelenlo. ter concurrentie, 2o. ter uit buiting der z.g. gekleurde volken en 3o. ter voorkoming en onderdrukking van revolutie. Zij wijst op de eenheid van het militarisme en im perialisme, stelt vast dat iedere oorlog, zelfs die van de z.g. overwinnende volken, in strijd is met het belang van het proletariaat, dat daarentegen vrede en vrijheid in het belarig van de geheele menschheid zijn, doch slechts veroverd kunnen Bij vorige gelegenheden hebben .wij reeds meermalen gewezen op de omstandigheid dat, terwijl in verschillende buitenlandsche staten onmiskenbare teckenen van een terug- keerend herstel in het bedrijfsleven zijn waar te nemen,' hier te lande de toestand in het algemeen nog weinig bemoedigend is. Met uitzondering van enkele bedrijfstakken, waarin zoo nu en dan een kortstondige op leving valt waar te nemen, blijft de depres sie haar stempel op het zakenleven drukken. Een der \oornaamstc oorzaken van dezen on- gunstigen gang van zaken in handel en nij verheid, en tevens een belemmering voor het herstel, is ongetwijfeld de scherpe Duit sche concurrentie, die door dc voortdurende daling van den Markenkoers telkens op nieuw inzet en die zoowel voor den afzet van de Nederlandsche producten in het bin nenland .als voor onzen exporthandel one- reuze gevolgen heeft gehad. Wel heeft deze concurrentie reeds veel van haar kracht verloren, tengevolge van de aan zienlijke stijging in de -prijzen van grond stoffen, arbcidsloonen etc. in Duitschland nu de koopkracht van de Mark in het binnen land zich langzamerhand bij die in het bui tenland gaat aanpassen.. Op het oogenblik heeft de Duitsche industrie echter nog steeds een belangrijken voorsprong en ondervinden tal van bedrijven hier te lande nog steeds in sterke mate den invloed dezer concur rentie.. Zoo zwaar als hier te lande drukt de Duit sche concurrentie elders niet. Door verschil lende beschermende maatregelen heeft men aldaar de binnenlandsche industrie tegen de mededinging der lage valuta trachten te be schermen. In Nederland daarentegen is, o. i. terecht, het vrijhandelssysteem gehandhaafd gebleven. Waar onze industrie voor zulk een groot .deel op den export aangewezen is, in verband met het betrekkelijk kleine afzet gebied in het eigen land, kunnen wij ons het invoeren van beschermende rechten, die een alg. prijsstijging teweeg zouden brengen waardoor het concurrentievermogen van den exporthandel zou worden belemmerd, niet permitteeren. Dit neemt echter niet weg, dat worden in een strijd, die niet alleen het gevolg oorlog, maar vooral de oorzaakhet tegenwoor- door deze verhoudingen, welke in de hand van de uitgaven der verschillonde openbnrc lichamen, voor welker dekking oen sterke verhooging der belastingen noodzakelijk is geweest. Ilicrdpor wordt thans voor consum- tieve doeleinden op een grootcr deel van het surplus van het inkomen der bevolking be slag gelegd, dan met dc behoefte aan nieuw kapitaal voor de groeiende bevolking is over een te brengen. Vast staat, dat in een groot aantal steden van Nederland do totaio be lastingdruk op het inkomen zelfs die vnn Engeland te boven gaat. Op het oogenblik houdt Nederland voor een deel zijner bevol king dan ook vermoedelijk het wereld record, wat den wcrkelijken druk der in komstenbelasting betreft. Door de hierdoor ontstane onmogelijkheid van kapitfialvorming kunnen de zware ver liezen, die door de economische crisis zijn geleden, niet door nieuwe hesparingen wor den aangevuld. Als hierin niet spoedig wijzi ging intreedt, door een sterke bezuiniging op de overheidsuitgaven, en een daarmede gepaard gaande verlaging der belastingen, dan zou de verarming van ons land wel eens chronisch kunnen worsen, ondanks een her stel elders, waarvan reeds dc eerste sympto men zijn waar te nemen. Nu is de kans hierop voor de naaste toe komst nog niet groot. Zelfs met behulp van de bezuinigingen „in perspectief", welke vol gons de begrooting voor 1923 zullen worden doorgevoerd, komt men nog niet verder dan tot het sluitend maken van het budget, zoo dat aan een verminderiing der belastingen, waardoor een nieuw tekort zou ontstaan, nog in het geheel niet gedacht wordt. Zijn dus dc vooruitzichten voor den eeo- nomischen toestand in ons land alles behalve fraai, toch zijn er ecnige lichtpunten waar te nemen, waardoor wel eens spoediger dan verwacht werd een wending ten goede zou kunnen intreden. Voor verschillende Indi sche cultures zijn de vooruitzichten den laatsten tijd aanmerkelijk verbeterd. Bij de nauwe economische betrekkingen tusschcn het Moederland cn de Koloniën moet de te rugslag hiervan zich te eeniger tijd ook wel in Nederland doen gevoelen. Niet alleen zul len. wanneer de verbetering inderdaad stand houdt. de aanzienlijke directe verliezen, die door de koersdaling der aandeelen ter beurze geleden zijn, geheel of ten deele kunnen wor- dn ingehaald. Maar bovendien zal een alge meone verbetering in den economischcn toe stand in onzen Oost tot een grootere vraag naar tal van artikelen, die Indië uit het Moederland betrekt, moeten leiden. Het sterkst is het herstel tot nu toe tot uiting gekomen op de rubbermarkt. Ruwe rubber, die enkele maanden geleden tot be neden 40 cent per K. G. was gedaald, is thans opgeloopen tot ongeveer 75 cent. Enkele af doeningen zijn zelfs reeds tot nog iets hooge- ren prijs gemeld. Verleden jaar kon de pro ductieprijs op dc beste ondernemingen wor den aangenomen op ongeveer 50 cent per h. K. G. Sindsdien is het echter algemeen gelukt, tot een aanmerkelijke bezuiniging te komen, zoodat thans tal van rubbermaat schappijen het product tegen 40 cent per h. K. G. kunnen voortbrengen. Op deze basis levert een prijs van meer dan 75 cent schit- tterendc winsten op, zulks in een cultuur, die nog pas voor enkele maanden aan den rand van den afgrond scheen te staan. Dit bewijst wel, welke groote nsica's eener-, doch ook welke bijzondere winstmogelijkheden an derzijds dergelijke cwltuurbedrijven opleve ren. Nu moet men echter wel rekening er mede houden, dat van uitkcering van dividenden, die eenigszins aan deze winstmarge geëven- redigd zijn, in de naaste toekomst nog geen sprake zal kunnen wezen. De meeste maat schappijen hadden reeds een zeer belangrijk deel van hun oogst over 1922, en voor een groot deel ook over 1923, tot uiteenloopendc prijzen vóórverkocht, vóór het intreden van de jongste scherpe kostprijsverlaging. In de depressie-periode hebben verdere groote ver- koopen plaats gehad, voor een belangrijk deel op een niveau van omstreeks 40 cent. Men prees zich toen gelukkig, omdat men nog zonder ernstig verlies van zijn product afkwam, en de markt derhalve nog gerui- men tijd verder zou kunnen aanzien. Eens verkocht, blijft echter verkocht. Thans kan men spijt hebben over de verloren winst kansen. .Het eindresultaat over het loopend boekjaar moet echter uit den aard der zaak sterk den invloed van deze verkoopen op laag niveau ondervinden, en hetzelfde zal ook nog het geval zijn ten opzichte van de resultaten van 1923 van vele rubberonder nemingen. Voorts dient men in het oog te houden, dat rubbermaatschappijen, die niet veel hebben vóór\ erkocht, veelal op andere wijze nog den nadeeligen invloed van de jongste depressie periode zullen ondervinden. Er zijn n. 1. hier bij heel wat ondernemingen, wier financi eele omstandigheden geleidelijk vrij beden kclijk waren geworden en zelfs sommige, die het niet veel langer hadden kunnen uitzin gen, indien niet spoedig een verbetering ware ingetreden. Voor zoover thans belangrijke winsten worden gemaakt, zullen die dus wel in hoofdzaak moeten worden aangewend tot dekking van vroegero verliezen, of ter ver-1 sterking van de financiöele positie. Tenslotto4 blijven er dan waarschijnlijk slechts zeer en kele maatschappijen over, die reeds in dc naaste toekomst zullen kunnon profitccron van het sterk verhoogde prijsniveau. Wan neer men dit in het oog houdt, dan dient der halve wol eenigc terughoudendheid to wor den betracht, tegenover de schiolijke rijzing van rubborwaarden, daar dezo mccrcndeels eerst in een ietwat ver afliggend periode tot uiting zal kunnen komen ten opzichto der dividenden, terwijl intusschcn het jongste verleden heeft geleerd, nan wclko verrassiu- gen, in guustigen of ongunstigen zin, men in tusschcn, ten aanzien van do rubberprijzon, weder kan zijn blootgesteld. Dc gehccle positie op de rubbermarkt blijft trouwens vrij onoverzichtelijk. Do sterko prijsverbetering is deels te danken geweest aan dc uitbreiding der Amcrikaansche vraag doch voor een ander deel aan dc inkrimping, waartoe men in dc Engclscho koloniën is overgegaan. In hoeverre deze laatste op den duur een blijvend succes belooft, is onzeker, daar natuurlijk do producenten in Ned. Indië en elders, die aan geen beperkingen zijn ge bonden van dc omstandigheden gebruik kun nen maken, om hun eigen voortbrengiing to verhoogen. Uit den aard der zaak is hier mede echter ccnigo tijd gemoeid cn voorn- hands doet do beperking der productie zich dnn ook wel terdege sterk gevoelen. Nu is echter in de desbetreffende overcen- komsl bepaald, dat een steeds grooter deel Ier productie-capaciteit, volgens een glijden de schaal, zal worden vrijgelaten, naarmate dc rubberprijs boven een bepaald niveau stijgt Aan een "zoo schielijke prijsverheffing, als die, welke thans plaats vindt, was daar bij echter niet gedacht. Dit blijkt wel hier uit, dat allo beperkingen zouden vervallen, als rubber een stand van 1 sl\. 3 d. noteerde. Thans is dit echter reeds bijna het geval. De mogelijkheid bestaat dus, dat de produc tiebeperking spoedig weder zal worden af geschaft, maar dat alsdan dc prijs weder scherp zal inzinken, hetgeen dan zou leiden tot het automatisch weder in werking treden der beperking, een nieuwe rijzing op de rub bermarkt, wellicht een nieuwe afschaffing van de gedwongen inkrimping, en zoo ad infinitum. Scherpe prijsfluctuaties schijnen onder die omstandigheden in dc naaste toe komst geenszins uitgesloten, hetgeen zich al licht ook in dc koersen der rubbcraandcclen zou weerspiegelen. Misschien zal dit dc goede zijde hebben dat althans op dit gebied wat loven in dc brou werij zal blijven heerschen, in tegenstelling met dc groote stilte, die nog steccfs dc meesta andere afdeelingcn onzer fondsenbeurs ken merkt. Zelfs in suikeraandeclen blijft do handel van matigen omvang, ondanks do veel betere berichten, welke thans omtrent den toestand van dezen belangrijken Ind. bedrijfstak het licht zien. Dc mcdcdcclingen ten aanzien van den vermocdelijken omvang van den nieuwen oogst luiden tot dusverro bijzonder bevredigend. Dit is in dubbol op zicht van belang. In dc eerste plaats betce- kent een grootere opbrengst natuurlijk een overeenkomstige verlaging van den kostprijs aangezien de werkzaamheden, die aan den aanplant zijn verbonden, volstrekt niet groo ter of kleiner worden door een beteren of minder goeden groei van het gewas Maar tevens vloeit uit een stijging van de produc tie voort, dat de producenten een grootor verkoopbedrag ontvangen, zoodat dc winst in dubbel opzicht toeneemt. Dit betcckent volstrekt niet, dat nu alle producenten een goed jaar zullen maken. De V. I. S. P. heeft vooral de eerste partijen uit den nieuwen oogst tot vrij lage prijzen ver kocht. Eerst in den laatsten tijd heeft zij haar limites aanmerkelijk kunnen verhoo gen. Zelfs thans lutdh deze echter nog slechts een matige winst, behalve voor enkele goed geoutilleerd maatschappijen. Bovendien heb ben de nieuwe verkoopen eerst betrekking op oogst 1923, die in belangrijke mate zal profiteeren van de inmiddels aangebrachte bezuinigingen op dc exploitatie-kosten. Wat oogst 1922 betreft, heeft men meerndecls nog zeer duur gewerkt, zoodat ten aanzien van de in net voorjaar aan te kondigen dividen den geen groote verwachtingen kunnen wor den gekoesterd. Onder de uitzonderingen, welke natuurlijk' ook op dit gebeid bestaan, moet in de eer ste plaats ook de Handelsvereniging „Am sterdam" worden genoemd, die niet geheel afhankelijk is van suiker, doch ook verschil lende bijcultures bedrijft, die tezamen een aanzienlijk bedrag vertegenwoordigen, en waarmede wederom bevredigende resultaten zijn bereikt. Deze maatschappij heeft dan ook reeds een interim-dividend van 15 pet aangekondigd en dc directie deelt mede, dat het totale dividend waarschijnlijk 25 pet zal bedragen, evenals verleden jaar. De aan deelen waren in verband hiermede vrij vast, maar een bijzonder willig verloop heeft de markt toch niet gehad. Wat meer belangstelling valt in den laat sten tijd voor thcc-aandcelcn op te merken, in verband met de belangrijk verbeterde statistische positie voor dit artikel en het be langrijke prijsherstel, dat daarmede gepaard is gegaan. Ook tabakken hebben een vaster aanzien gehad, dank zij de berichten om trent Amerikaansche biedingen voor den! nieuwen oogst, die hun grond vinden in het feit, dat het „Amcrikaansch" in den vorigen oogst slechts van beperkten omvang is ge weest, zoodat men thans in Amerika zonder belangrijke voorraden Deli tabak zit Hoe wel het natuurlijk verleidelijk zou zijn ge weest, op deze aanbiedingen in te gaan, heb ben de Sumatra-tabak-maatschappijen toch' besloten, dit niet te doen en vast te houden aan lit beproefd systeem der inschrijvingen. Voor de Amsterdamsche tabaksmarkt is dit natuurlijk een belangrijk bericht, daar het veld winnen van onderhandschc afdoenin gen de markt in haar bestaan zou bedrei gen. Olie-waarden blijven flauw gestemd, ïrï aansluiting aan de buitenlandsche beurzen. Scheepvaartwaarden eveneens lusteloos. Dó koersen zijn weinig veranderd. Ook in in- dustriëele waarden zijn slechts uiterst ge ringe koersfluctuaties voorgekomen. Naar uit onderstaand koerslijstje blijkt, waren do koersfluctuaties trouwens in het algemeen ook in de afgcloopen weck beperkt,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1922 | | pagina 9