EMILION
Eiken HANGKLOKKEN
BUITENLAND.
BINNENLAND.
WILLEM GROENHUIZEN.
Eet floodend zwijgen.
2te Jsaraaüg
AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
Zaterdag
3 Februari >922
ORIGINEELS
zeer aan te bevelen
■^■■KBRRnBRDHHinn Bordeaux, gewas 1917
Pes* flesch f 1,6©, p©g* ag-aker ff 65,-
1.1SCHTENMI4 hBtutr. 1/ Tel. 145
Ziekamrplagingsartikehn - Verbandsfoffan.
A. v. d. WEG - - AMERSFOORT.
TWEEDE BLAD.
Om list XamperbiaaenpoDrt-
vraagstak.
DUITSCHLAND.
BVSagaz.
Varkansmarkt -
De Dom".
EippaÉe Kinderhleedino.
j Maison de Coiffure
- LANSESTRAAT 43 -
met VOL Westminster slasvrcrfc f 50 -
FEUILLETON,
m. DUIN
Uirechtsehestraat 23
LAKBALSCHOENEN
SNEEUWSCHOENEN
JACHTSCHOENEN
VOETBALSCHOENEN
No. !S3
c.'Maaurat.ïnHOTïuaï:
„Wij staan hier voor een vraagstuk
van stedebouw, voor een architecto
nisch vraagstuk, det ook slechts ar
chitectonisch is op te lossen."
Uit het adres der Amersfoortsche
Kunstenaars aan den Raad.
„....een dergelijke verbetering zou
(voor het oogenblik) oneconomisch
zijn, in zooverre de baten van langs
de Kamperbinnenpoort te bouwen
panden de exploitatiekosten niet zou
den dekken."
Uit eej\ artikel van schrijver dezes
over de Kamperbinnenpoort in het
Januarinummer van het Tijdschrift
voor Volkshuisvesting.
In ahvijki-ng van hen, die tot eiken prijs
de Kam perbinnenpoort zouden willen be
houden, is er een grootere groep belangstel
lenden, welke eveneens de diepere waarde
en schoonheid van het oude bouwwerk ten
volle erkent en het daarom, zoo eenigszins
mogelijk, gaarne zou willen behouden. Do oh
zij, die daartoe be'hooren, ontkennen niet, dat
er ten slotte omstandigheden kunnen zijn,
welke de slooping van de oude Poort zouden
kunnen rechtvaardigen. „Das A-lte stürzt, es
andert sich die Zeit". Maar juist omdat zij de
oude waarden op zoo hoogen prijs stellen
vragen zij vergoeding, opdat wij niet verar
men aan geestelijk goed. Indien de nood
zakelijkheid volledig wordt aange
toond, kunnen zij daarom met slooping ac-
coord' gaan, mits er een ui t st ede bouwkun
dig, uit architectonisch oogpunt wel over
wegen bebouwing (geen papieren
plan!) voor in de plaats kome. Ook o. i.
ten laatste bet eenig juiste standpunt f
Van 'het plan voor eene dergelijke bebou
wing heeft een der onderteekenasrs van het
bovengenoemde adres, onze stadgenoot, de
heer G. Adriaans, architect, studie gemaakt.
De resultaten zijn vastgesteld in een 8-
tal knap vervaardigde krijttee keningen,
welke geëtaleerd zijn in de vitrine van de
kunst- en meubelhandel van de firma Fon
tein en Schippers in de Langestraat alhier.
Twee massale winkel- en kantoorgebou
wen, symmetrisch in opbouw en symme
trisch geplaatst ten' opzichte van de ver
keersas, markeeren den overgang van de
Langesfraat naar de Kamp.
Ter weerszijden, naar de Muurhuizen en
de Singels, sluiten, lager gehouden, voor wo
ningen bestemde ruimten aan. Op die wijze
is, met name naar de Singelgrachten, een
evenwichtige overgang verkregen naar een
meer beweeglijke architectuur, welke de
aanwezigheid van gracht en -water 'hier vra
gen.
Langgerekte rechtstandmuren typeeren
nader »het langs verkeer en sluiten de gracht-
üverkluizing af; de grachten zijn omgelegd
de architectuur, tot uiting komend in de
forsche overstekken van de platte daken,
•balcons en luifels, in de in lange rijen ge
plaatste ramen, wordt als het ware opgehe
ven en gedragen door den verticalen bouw
der in- en uitspringende hoeken en de als
contreforten uitgebouwde, tot boven de
platte daken omhoog strevende lisenen.
Sterk drie-dimensionaal als de architec
tuur daardoor aandoet, verraadt zij daarin en
m de onder de platte daken aangebrachte
rijen ramen, den invloed ven den ook in ons
land meer en meer bekend wordenden emi
nente n Amerikaanschen bouwmeester Frank
Lloyd Wright. Overigens blijkt de ontwerper
'in het eerlijk toonen der in- en uitwendige
constructie, in de eenvoudige vertolking der
bouwkunstige waarden en den ration eel en
opbouw der onderdeel en, een vereerder van
onzen grooten Berlage te zijn.
Goed modern als het plan is, heeft het
niettemin een eenigszins romantisch karak
ter, waartoe wel in hoofdzaak de omstandig
heid bijdroeg, dat rekening moest worden
gehouden met het samenkomen der grach
ten in dit punt. Dankbaar is het prachtrrvotief
van het spiegelende donkere water in het
project verwerkt.
Ook uit een oogpunt van stedenbouw zou
de gedaohte oplossing bij een uitgeschreven
prijsvraag een goede plaats innemen. Monu-
menteel van opzet, duidelijk type van een
complex voor handelsdoeleinden bestemd,
neemt het, symmetrisch gebouwd t. o. v. de
verkeersas, dat verkeer als het ware in zioh
op en vormt zoo een karaktervol orgaan in
het groote stadslichaam,
voorgestelde slooping kan-, zoo meenen wij,
een dergelijken toestand niet willen.
Omdat de studie van den heer Adriaans
zoo klaar de onuitvoerbaarheid van derge
lijke plannen demonstreert, stellen wij te
hoogeren prijs op de publicatie ervan.
Eerst als Amersfoort innerlijk economisch
sterker zal worden, als b.v. te verwachten
ware met het tot werkelijkheid worden van
het sprookjesachtige kanaal door de GeldeT-
sche Vallei, waardoor de trek ook naar de
Noord- en Oostzijde der gemeente groot er
zou worden, eerst dan kan het zin hebben
plannen als de onderwerpelijke in overwe
ging te nemen. Tot zoolang blijft alles pa
pier en is het daarom het meest aangewe
zen en het goedkoopst de Oude Poort en de
omliggende gebouwen goed in stand te hou
den.
Daarnaast ware dan naar middelen te zoe
ken om zoo mogelijk te komen tot eenige
regeling en verbetering van het verkeer zelf.
J. SCHULTE NORDHOLT.
Amersfoort, 30 Jan. '23.
DE BEZETTING VAN 'T ROERGEBIED.
Een onderhoud met Cuno.
Dc witte-ster-correspondent van de N. R. C.
meldt aan zijn blad:
Dr. Cuno, do Duitsche rijkskanselier, was
dezer dogen zoo vriendelijk, mij gelegenheid te
geven tot een onderhoud over den toestand,
door de bezetting van het Roergebied ontstaan.
Op mijn verzoek heeft de rijkskanselier zich be
reid getoond, zijn opvatting van den toestond
in de volgende verklaring neer te leggen:
Van het oogenblik af, waarop ik de regeering
aanvaardde, is mij het moeilijke van onzen toe
stand volkomen duidelijk geweest. De Fransche
plannen zijn niet plotseling opgedoken, maar
waren reeds lang te voorzien. Ik heb er even
zeer a's de voorgaande kabinetten naar ge
streefd, het gevaar af te wenden. Gij weet, dat
ons kabinet met alle middelen en langs alle
wegen heeft getracht, een overeenkomst met
Frankrijk mogelijk te maken. Ik heb de regee-
ring aanvaard met het zeer bepaalde doel, een
oplossing van hef vraagstuk der schadeloosstel
ling tot stand te brengen, die practisch te dra
gen was. Gij zul u herinneren, dat ik in mijn
rede in den rijksdag alle pogingen heb uiteen
gezet, die wij, ter bereiking van dit doel hebben
Evenwel, en dat mogen we bij het publi-j gedaan. Ik heb de so'idoire medewerking van
ceeren van studies als deze niet onbespro-i STOOte industrie bij de uitvoering van dc
ken Laten, er is geen sprake van, dat
dergelijke plannen ook maar eenige kans
van verwezenlijking hebben.
De koel-nuchtere cijfers zijn daar om dit
aan te toonen* De kosten van de aange
kochte met de nog aan te koopen panden
op rond 100,000 stellend, voor het ge-
plannen die wij wilden voorleggen, tot zeker
heid gemaakt. Een land, dat financieel zoo ge-
ruineer d is als Duitschland moest deze plannen
voor een belangrijk gedeelte verbinden met de
hoop op herstel in de toekomst, <L w. z. met
crediet. Het crediet der groote industvieelen
stond ons ter beschikking.
Gij weet ook, dat ik Poincaré mijn bereidheid-
boinvencomplcx op 150,000 en voor den tot onderhandelen en een overeenkomst op de
aanleg en verbreeding van de bestrating rneest verschil'ende manieren heb laten weten,
met rio leering, omlegging en overkluizm,
der grachten enz. op 50,000,
i Ik vond het best met den Franschen premier
zou het I Qon een P'00^ te nemen, maar ik had er
,r,„ 1 °ok niets tegen, door den een of anderen be-
totas'lce-Qiag van deze en overeenkomstige
middelaar met hem te spreken. Ik wilde de
plannen minstens 300,000 bedragen.
Ook al zou de gemeente de grond cadeau
willen geven, dan nog zouden rente, aflos
sing enz. van het overblijvend kapitaal bij
lange na niet te dékken zijn door de huur
waarde der gebouwen.
Daarom zijn alle plannen, oneconomisch
als zij zijn met het oog op d'e financieel©
draagkracht van Amersfoort en de ligging
van de Poort buiten het winkel- en handels-
Franschen tegemoetkomen, zoover het maar met
ons prestatievermogen overeen te brengen was.
Deze plannen omvatten ook de door hen ge-
wcnschte samenwerking van de Duitsche en
Fransche nijverheid. Wij waren verder bereid,
Frankrijk iedere bezorgdheid en ook ieder
voorwendsel, alsof wij een gevaar waren vcor
zijn toekomstige veiligheid, te ontnemen. Gij
weet, daf Poincaré het Rijnlandvcrdrag even
zeer van de hand heeft gewezen als al onze
te dragen, wat het aan lasten en lijden zal wor
den opgelegd? Ten eerste, omdat het de over
tuiging heeft, dat de regeering niets heeft na
gelaten, om het deze beproeving te besparen.
Verder omdat het weet, dat Frankrijk ons geen
keus heeft gelaten. Het optreden der Franschen
legt ons onze eigen houding op met een on-
ontkoombaren dwang. In geen geval zullen wij
ons ertoe laten verleiden, door actieven tegen
stand, waartoe ons de wapenen ontbreken, den
tegenstander van onzen kont aanleiding te ge
ven tot ontplooiing van zijn uiterste militaire
machtsmiddelen. Evenmin echter zullen wij het
lijdelijk verzet laten verslappen, dat ons als
wapen in dezen, op oeconomisch gebied gevoer-
den oorlog ter beschikking is gebleven. Wij zul
len daarbij geen stap verder gaan, dan volstrekt
noodzakelijk is tot afweer van de onrechtmatig
heden der Franschen. Het volkomen afbreken
der diplomatieke betrekkingen reken ik niet tot
de volstrekte noodzakelijkheden. Dc weet echter,
dat uitgebreide kringen in ons volk er anders
over denken. Het lag ook geenszins in onze
bedoeling, op het binnenrukken van de Fran
schen onmiddellijk te antwoorden met een al
gemeen staking. Het triomfeeren van de Fran
sche pers, omdat do algemeen staking is uit
gebleven daar de arbeiders een bevel uit Ber
lijn niet zouden hebben gevolgd. Is daarom
ongegrond. Een dergelijk bevel is niet gegeven
en was in het tegenwoordig stadium van den
strijd ook niet noodig.
Als men mij vraagt, hoe ik mij de voortzet
ting van den lijdelijken strijd voorstel, don kan
ik slechts antwoorden, dot het geheel van do
plannen en het optreden van den tegenstander
afhangt, wolke maatregelen noodzakelijk zullen
worden. Dat ligt nu eenmaal in den aard von
den passievcn strijd, dien wij moeten voeren.
Dit echter weet ik, dat deze afweer in geen
geval tekort zal schieten. Wij zijn nog op heel
wat voorbereid. Hoe feller echter de Franschen
optreden, des te verder zullen zij -weg komen
van hun eigen doeleinden, als dit doel zich
werkelijk bepaalt tot het verkrijgen van schade
loosstelling.
Hoe eenvoudig onze politiek is, blijkt uit het
simpele feit, dot de ergste gevolgen van de
bezetting niet erger kunnen zijn, dan de ge
volgen van een toegeven. Daarom wordt het in
ons volk zoo duidelijk beseft, dat wij tot het
©inde toe in dezen strijd moeien volharden, d.
w. z. tot het oogenblik, waarop "het ons lijdelijk
verzet is gelukt, het geweld ad absurdum te
voeren. Het moge waar zijn, dot er in de par
tijen ten opzichte van bepaalde bijzoken scha
keeringen bestaan. Dat is onvermijdelijk. Maar,
ten opzichte van den hoofzakelijkcn gedachte
gang en de conclusies, die daaruit voortvloeien
zijn allen eensgezind. Stellig hebt gij opgemerkt,
dat onder den druk van de Fransche actie alle
binnen 1 andsche kwesties, die ons zoovele moei
lijkheden bereid hebben, ver op den achtergrond
zijn gedrongen. Daardoor is het mogelijk, dat
onze politiek van overwegingen van partij- of
binnenlandsch beleid veel vrijer is, don zij op
eenig vroeger tijdstip heeft kunnen zijn. Onze
verantwoordelijkheid schrijft ons de hoogste
mate van bezonnenheid voor. Wij zullen tegen
over niemand uitdogpnd optreden. Wij rullen
den heer Poincaré echter ook niet de gouden
brug van een schijnoverwinning bouwen, omdat
ders den heelen strijd van arbeiders en onder
nemers in het Roergebied en het lijden van on
ze plichtgetrouwe ambtenaren vergeefsch ge
weest zou zijn, door het noodzakelijk is, de on
bruikbaarheid van den weg, die Poincaré be
treden heeft, eens en voor altijd aan te toonen.
Het is nog niet het tijdstip, om over de moge
lijkheid van onderhandelingen te spreken. De
voorwaarden, waarop wij tot onderhandelen be
reid ziin, hebben wij vaak genoeg te kennen ge
geven. De laatste uitlatingen van Poincaré be
wijzen, dat aan zijn kant nog niet in het minst
de werisch bestaat, den weg van geweld te ver
laten. Alle verdere gebeurtenissen zullen ervan
afhangen, inhoever Frankrijk dezen weg verder
Amersfoort.
Speciale nldoollaigt
gj WIJERSSTKAAT 14. Tel. «OS d
Speciale behandeling tegen all-
vallen en afbreken van hel haar.
Daarxalf - lloarxeep voorkomt
de roos en het vet worden
van het haar.
andere pogingen, om den grondslag te vinden
gebied G-er gemeente, o. i. vooralsnog oivuit-voor een overeenkomst. Hij heeft aan geweld denkt tc volgen,
voerbaar. j de voorkeur gegeven boven het middel von Het zou voorbarig zijn, daarover op dit oogen-
Het practische resultaat van het sloopen onderhandelen. Van het oogenblik af, waarop dc blik meer te zeggen, dan dat wij, tegenover
tier torentjes, al of niet met inbegrip der om- 1 Fransche troepen het Roergebied binnenvielen,
liggende penden, zou daarom niet andersz:en ''F1 va^ onze politiek zoo scherp
zijn dan' het scheppen van een desolate gelijk voor ons afeeteekend. Het is de po-
nine, zonder dat er ook maar eenige kans llh<* van he' V^ehjk verzet, die opgebouwd
r - I 'op de eensgezindheid van kabinet en rijksdag,
en loopen langs de Singels recht door. Een, zou bestaan op uitvoering van eene behoor-en cen crnsti en van zijn doeieinden be-
voor het breede einde van de Zuidsingel-
gracht geplaatst, kiosk- of winkelgebouwtje
vormt een gelukkig overgangsmotief en
fcccent in de stoere bebouwing.
Wet straf doorgevoerde horizontalisme van
1 U I vVI l VU vuil Allll VI V/V I V
hike bebouwing, om van eene bebouwing, vo,temcening. Het ;s een politiclti waar,
welke zoowel stedebouwkundig als srvhitec-dg vastheid door hetgeen wij in de laatste
tonisch de toets zou kunnen doorstaan, maar weken hebben beleefd, alleen maar versterkt
te zwijgen. j is.
Zelfs de grootste 'voorstander van die Waarom is ons volk zoo vast in zijn besluit,
welke maatregelen der Franschen ook, beslist
zullen volharden.
,,Onze Vloot"
en het Regeeringsjubileum der
Koningin.
Het Hoofdbestuur van Onze Vloot heeft het
denkbeeld opgevat om ter gelegenheid van het
regeceringsjubileum van de Koningin een huldo
to organisceren, die, zegt het, wel niet recht*
stieeks tot Hare Majesteit zal spreken, maar
toch zonder twijfel hoar instemming zal hebben.
Het roept namelijk de afdeelingen en leden
op cen groot bedrag bijeen te brengen en dit als
jubilcumsgove te storten in de kas van het
Marinesteunfonds om het speciaal to benutten
ten bate von die oud-gepensionneerden wier lot
het Hoofdbestuur groote zorgen baart.
Reeds hebben cen aantal leden en afdeelingen
aan deze roepstem gevolg gegeven en is er
totaal 2123.25 voor dit doel gestort.
Directie van den landbouw.
De directie van den landbouw is thans ver
plaatst von den Bczuidenhout naar het gebouw
van het departement van binncnlondsche zaken
en landbouw op het Binnenhof.
Do directeur-generaal van den landbouw, de
heer Van Hoek, heeft daar de beschikking ge
kregen voor zijn werkvertrek over de kamer
von mr. Kon, sccretoris-genereal von Algcmec-
nen dienst, tevens secretaris-generaal van hot
nieuw gevormde departement van binncnlond
sche zaken en landbouw.
Mr. Kan beschikt thans over 't vertTck, waar
in tot dusver de minister van onderwijs, kunsten
en wetenschappen, dr. De Visser, werkte.
Muntwezen.
Aan het verslag opgemaakt door de commls-
sie voor het Muntwezen betreffende hare werk*
zaamheden over 1922 wordt het volgend© ont
leend.
Do commissie onderzocht 164 gouden duka
ten, 200 1/IO-guldens van Nederland, 960 K-
guldens en 3400 I/ÏO-guldens van Ncd.-Indië,
benevens 2000 1 centstukken en 480 cent
stukken van Nederland, 4000 5 centstukken,
6000 2'A centstukken, 10000 1 centstukken en
500 centstukken voor Ncd.-Indië bestemd.
Eveneens werden onderzocht 500 1 centstuk
ken uit do Nederlandsche circulatie en 100
halve guldens uit de Indische circulatie af
komstig.
Uit de resultaten van de gewichts- en gchal-
tcbepalingen dezer munten is gebleken, dat do
afwijkingen zoowel wat gewicht als het gehalte
betreft, geheel blijven binnen de grenzen, in
art. 6 der Muntwet 1901 en in art. 6 der IndN
sche Muntwet 1912 vastgesteld.
Het Gouvernement in Nederl.-Indië passeert
de NedcrI. industrie.
De heer Michielsen, lid van de Twoede Kamer,
heeft aan den minister van Koloniën gevraagd:
1. Is het den minister bekend, dat in de krin
gen van de Nederlandsche ijzerconstructie-indus
trie bij voortduring de klacht wordt vernomen,
dat deze industrie bij inkoopen vanwege het gou
vernement in Nederlandsch-Indië herhaaldelijk
wordt gepasseerd, terwijl de werkloosheid in
dezen tak van industrie hier te lande een groo
ten omvang heeft genomen
2. Acht de ministei deze klacht geheel of gei
deeltelijk gegrond
3. Zoo ja, is de minister van oordeel, dot de
instelling door de Indische regeenng eener rijks-
Oorspronkelijke Detectiveroman
door
R. J. BRANDENBURG.
4
In het gezellige kamertje, dat zoon auto-cou-
pótje is, hing een geur van lavendel en witte
rozen. Af en toe naar builen ziende, bespeurde
ik den blinkenden helm van een bobby, waar
op het licht viel van boven neer uit een gToote
booglamp, of we gleden langs een bleek ge
zicht, dat maar even opvlekte en waarin twee
donkere oogen brandden en een blik van haat
wierpen naar ons, in de auto, of wel, we gleden
langs een file van voertuigen, auto's en cabs
en rijtuigen en autobussen.
Tante zat Arthur complimentjes te maken
over zijn wagen, die hij met een buiging beant
woordde, ik speelde stommetje, nog boos om
dat tante zoolang op zich had laten wachten,
maar het genot van zoo prettig te liggen dei
nen, deed m'n boosheid vervliegen en ik sloeg
mijn avondmantel met witvceren kraag om mijn
«chouders en leunde achterover.
Een schokwe waren er. Een lakei
schoot toe, opende het portiereen tweede
stond gereed met een parapluie, ofschoon het
niet regende. Arthur sprong lenig naar buiten
en bood tante en mij de hand. Verbeeldde ik
mij, dat hij mijn hand even drukte?
\Ve kwamen in de ruime vestibule, waar be
dienden, buigend, ons van mantels cn hoed ont
lastten. Met het oog op de gebeurtenissen van
dien avond is het noodig, dat ik u cen beschrij
ving geef van de inrichting van lord Carson's
huis. Natuurlijk zog ik toen alles niet zoo pre
cies, maar later teekende Arthur het mij voor
en daarom weet ik het. Wanneer men de hall
binnentrad, was rechts de vestiaire, afgesloten
door een hanggordijn. Recht vooruit voerde een
breede trap naar de bovenverdieping. Wij
sloegen links af en kwamen in een breede gang,
waarin aan onze rechterhand twee ramen, die
op de binnenplaats uitzagen, daarna een stee-
nen trap, naar beneden, naar de toiletten. Aan
den linkerkant was dc ingang naar de groote
zaal, afgesloten door portieres, dan kwam aan
hef rinde van de gang de toegang, eveneens
met portièies, tot een intiem salonnetje, dat net
op den hoek lag. De gang boog naar rechts af
aldus een rechten hoek makend. Op deze twee
de gang kwamen de deuren uit van de souper
zaal en de deuren der keukens en kamers van
het personeel.
Toen wij de groote zaal binnenkwamen wa
ren de meeste gasten reeds aanwezig. Een der
tigtal dames en heeren zat in gemakkelijke
stoeltjes om kleine tafeltjes thee te drinken. De
achterste helft der zaal was vrij gelaten, daar
waren de tapijten van den parketvloer geno
men en in een der hoeken was een klein po
dium opgeslagen, waarop te midden van pal
men een vleugel en eenige stoeltjes en lesse
naars voor het strijkje, dat 'ater komen zou.
In een anderen hoek was een dientafel met gla
zen en karaffen.
Na eerst de gastvrouw en den gastheer te
hebben begTOet, die -op de canapé zaten, te
midden van een kring van oudere dames en
heeren, en nadat tar.le een plaatsje op die ca
napé, een heele onderscheiding, had gekregen,
begaven Arthur en ik ons naar een groepje
I jongelui, dat gezellig zal te babbelen.
„Wordt het van avond publiek fluisterde
I ik May in, zij werd rood tot in haar hals en ik
j kneep haar in den arm om haar te genezen er
j is voor een jong meisje geen naarder kwaal
dan het blozen.
I Het werd een gezellig vuurwerk van plage-
rijtjes aan het adres van de bijna officieel
j verloofden en toen dit onderwerp behandeld
was, kreeg het tooneel een beurt en voerde Al
fred Merrybone, een jong rechtsgeleerde, die
eenige maanden verbonden was geweest aan
JUWJÜXIEB EN OPTICIEN
VAKKUNDIGE BEDIENING ZEGT
A LEES.
EIGEN S GIJ P XR I C HTIN G.
het gezantschap te Berlijn, het hoogste woord
hij prees het Duitsche tooneel om mise-en-
scène, samenspel enom de waarde der stukken
en betoogde, dat op een enkele uitzondering na,
Engelschen alleen maar bioscopestukken kun
nen schrijven. Tot die uitzonderingen, die den
regel bevestigen, was hij zoo welwillend Ches
terton en Shaw wel te willen rekenen.
„Wat ben jij in Berlijn pedant geworden,"
flapte May er uit en een schaterend gelach be
wees, dat allen met haar instemden.
Merrybone keek beteuterd, nam zijn gouden
pincenez van den neus en begon met een rood
zijden doekje de glazen af te wisschen om zijn
verlegenheid te verbergen, toen hij daarna zijn
blonde kuif met het zakdoekje bewerkte, steeg
de vroolijkheid ten top.
„Vertel me nu maar eens, wanneer je weer
in dat damned old England bent teruggekeerd,
ik heb je in geen tijden gezien," zei ik medelij
dend.
En Alfred begon een eindeloos verhaal dat
hierop neerkwam, dat hij eerst dienzelfden mor
gen, na een verblijf von drie maanden in de
Duitsche hoofdstad, in Londen was gearriveerd
en op zijn kamer de uitnoodigingskoart voor
het feest van dezen avond had gevonden, daar
zijn tante Corson wist dat hij deze week zou
terug komen.
„Een leuke verrassing", kon ik niet nalaten
op te merken, wat me een drukje van Arthur's
voet bezorgde.
Toen Merrybone daarop een verhaal op-
dischte hoe zeeziek hij was geweest met al do
gevolgen daaraan verbonden en ik zei de dat hij
als advocaat misschien nog nooit zulk een flux
de bouche had gehad, ging hij over tot een be
schrijving van de heerlijkheden van Berlijn en
ik luisterde naar Arthur, die met Harold Bird
aan het disputeeren was over Shakespeare.
Harold Bird is in Britsch Indië eboren en de
Indische zon heeft hem een inte -ssante geel
bruine gelaatskleur gegeven, bovendien is hij
zoo goed als verloofd met mijn liefste vriendin
Tilly Loveland en hij is heel sterk, kan roeien
als twee en heeft een geweldige backhand,
waardoor hij geregeld het kampioenschap van
onze tennisclub behaalt. Geen wonder dus dat
ik hem hoogelijk vereer, natuurlijk niet zéó als
Arthur, maar ik vind Harold toch wel een van
de begenadigden van het mannendom. Hij heeft
ten overvloede de mooiste donkere oogen die
ik ooit heb gezien mijn vergelijkingsmate
riaal is niet zoo heel groot en daarbij licht
blond haar, een combinatie die niet vaak voor
komt en het is best te begrijpen, dat Tilly, die
vroeger altijd al een zwak voor zeldzame post
zegels had, op dit menschelijk curiosum is ver
liefd geworden- Beiden zijn nog in het eerste
stadium van hun liefde, zoogenaamd weet nie
mand iets van hun geheim, maar hun oogen
spreken met vlammende blikken een duidelijker
taal dan de licht-reclames in de City.
Met Tilly ben ik van klein kind af vriendin
geweest cn die vriendschap is slechts twee jaar
onderbroken geweest, toen zij in Berlijn op het
conservatorium was. Tilly zingt bepaald prach
tig en ik begrijp niet dat ze niet voor zang is
doorgegaan. Ze heeft een prachtige alt en zo
zingt melankoliek als een oude Stradivarius. Ja,
haar stem doet me denken aan de klagende,
weemoedige toonen van een viool, waarvan de
klanken trillen door een vochtigen herfstavond.
Ik hoorde eens een zigeuner spelen in den
tuin van een hotel, het had dien middag gere
gend, tafeltjes en stoeltjes waren glimmend nat,
van de kale herfstboomen drupte de regen
naar beneden vergeelde blaaren stooven door
den tuin bij vlagen. Ik zat in de waranda en
luisterde en de tronen stroomden me over de
wangen. Zoo is het me ook vaak te moede als
Tilly zingt. Ik voel dan hoeveel fk van haar
houd.
(W ordt vervolgd).
HET BESTE BIJ
JOH. VAN DIJK
Schoenwerk en Sportartikelen
Langestraat 116 - Tel. 70