EMILION Eiken HANGKLOKKEN BUITENLAND. BINNENLAND. WILLEM GROENHUIZEN. Eet floodend zwijgen. 2te Jsaraaüg AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Zaterdag 3 Februari >922 ORIGINEELS zeer aan te bevelen ■^■■KBRRnBRDHHinn Bordeaux, gewas 1917 Pes* flesch f 1,6©, p©g* ag-aker ff 65,- 1.1SCHTENMI4 hBtutr. 1/ Tel. 145 Ziekamrplagingsartikehn - Verbandsfoffan. A. v. d. WEG - - AMERSFOORT. TWEEDE BLAD. Om list XamperbiaaenpoDrt- vraagstak. DUITSCHLAND. BVSagaz. Varkansmarkt - De Dom". EippaÉe Kinderhleedino. j Maison de Coiffure - LANSESTRAAT 43 - met VOL Westminster slasvrcrfc f 50 - FEUILLETON, m. DUIN Uirechtsehestraat 23 LAKBALSCHOENEN SNEEUWSCHOENEN JACHTSCHOENEN VOETBALSCHOENEN No. !S3 c.'Maaurat.ïnHOTïuaï: „Wij staan hier voor een vraagstuk van stedebouw, voor een architecto nisch vraagstuk, det ook slechts ar chitectonisch is op te lossen." Uit het adres der Amersfoortsche Kunstenaars aan den Raad. „....een dergelijke verbetering zou (voor het oogenblik) oneconomisch zijn, in zooverre de baten van langs de Kamperbinnenpoort te bouwen panden de exploitatiekosten niet zou den dekken." Uit eej\ artikel van schrijver dezes over de Kamperbinnenpoort in het Januarinummer van het Tijdschrift voor Volkshuisvesting. In ahvijki-ng van hen, die tot eiken prijs de Kam perbinnenpoort zouden willen be houden, is er een grootere groep belangstel lenden, welke eveneens de diepere waarde en schoonheid van het oude bouwwerk ten volle erkent en het daarom, zoo eenigszins mogelijk, gaarne zou willen behouden. Do oh zij, die daartoe be'hooren, ontkennen niet, dat er ten slotte omstandigheden kunnen zijn, welke de slooping van de oude Poort zouden kunnen rechtvaardigen. „Das A-lte stürzt, es andert sich die Zeit". Maar juist omdat zij de oude waarden op zoo hoogen prijs stellen vragen zij vergoeding, opdat wij niet verar men aan geestelijk goed. Indien de nood zakelijkheid volledig wordt aange toond, kunnen zij daarom met slooping ac- coord' gaan, mits er een ui t st ede bouwkun dig, uit architectonisch oogpunt wel over wegen bebouwing (geen papieren plan!) voor in de plaats kome. Ook o. i. ten laatste bet eenig juiste standpunt f Van 'het plan voor eene dergelijke bebou wing heeft een der onderteekenasrs van het bovengenoemde adres, onze stadgenoot, de heer G. Adriaans, architect, studie gemaakt. De resultaten zijn vastgesteld in een 8- tal knap vervaardigde krijttee keningen, welke geëtaleerd zijn in de vitrine van de kunst- en meubelhandel van de firma Fon tein en Schippers in de Langestraat alhier. Twee massale winkel- en kantoorgebou wen, symmetrisch in opbouw en symme trisch geplaatst ten' opzichte van de ver keersas, markeeren den overgang van de Langesfraat naar de Kamp. Ter weerszijden, naar de Muurhuizen en de Singels, sluiten, lager gehouden, voor wo ningen bestemde ruimten aan. Op die wijze is, met name naar de Singelgrachten, een evenwichtige overgang verkregen naar een meer beweeglijke architectuur, welke de aanwezigheid van gracht en -water 'hier vra gen. Langgerekte rechtstandmuren typeeren nader »het langs verkeer en sluiten de gracht- üverkluizing af; de grachten zijn omgelegd de architectuur, tot uiting komend in de forsche overstekken van de platte daken, •balcons en luifels, in de in lange rijen ge plaatste ramen, wordt als het ware opgehe ven en gedragen door den verticalen bouw der in- en uitspringende hoeken en de als contreforten uitgebouwde, tot boven de platte daken omhoog strevende lisenen. Sterk drie-dimensionaal als de architec tuur daardoor aandoet, verraadt zij daarin en m de onder de platte daken aangebrachte rijen ramen, den invloed ven den ook in ons land meer en meer bekend wordenden emi nente n Amerikaanschen bouwmeester Frank Lloyd Wright. Overigens blijkt de ontwerper 'in het eerlijk toonen der in- en uitwendige constructie, in de eenvoudige vertolking der bouwkunstige waarden en den ration eel en opbouw der onderdeel en, een vereerder van onzen grooten Berlage te zijn. Goed modern als het plan is, heeft het niettemin een eenigszins romantisch karak ter, waartoe wel in hoofdzaak de omstandig heid bijdroeg, dat rekening moest worden gehouden met het samenkomen der grach ten in dit punt. Dankbaar is het prachtrrvotief van het spiegelende donkere water in het project verwerkt. Ook uit een oogpunt van stedenbouw zou de gedaohte oplossing bij een uitgeschreven prijsvraag een goede plaats innemen. Monu- menteel van opzet, duidelijk type van een complex voor handelsdoeleinden bestemd, neemt het, symmetrisch gebouwd t. o. v. de verkeersas, dat verkeer als het ware in zioh op en vormt zoo een karaktervol orgaan in het groote stadslichaam, voorgestelde slooping kan-, zoo meenen wij, een dergelijken toestand niet willen. Omdat de studie van den heer Adriaans zoo klaar de onuitvoerbaarheid van derge lijke plannen demonstreert, stellen wij te hoogeren prijs op de publicatie ervan. Eerst als Amersfoort innerlijk economisch sterker zal worden, als b.v. te verwachten ware met het tot werkelijkheid worden van het sprookjesachtige kanaal door de GeldeT- sche Vallei, waardoor de trek ook naar de Noord- en Oostzijde der gemeente groot er zou worden, eerst dan kan het zin hebben plannen als de onderwerpelijke in overwe ging te nemen. Tot zoolang blijft alles pa pier en is het daarom het meest aangewe zen en het goedkoopst de Oude Poort en de omliggende gebouwen goed in stand te hou den. Daarnaast ware dan naar middelen te zoe ken om zoo mogelijk te komen tot eenige regeling en verbetering van het verkeer zelf. J. SCHULTE NORDHOLT. Amersfoort, 30 Jan. '23. DE BEZETTING VAN 'T ROERGEBIED. Een onderhoud met Cuno. Dc witte-ster-correspondent van de N. R. C. meldt aan zijn blad: Dr. Cuno, do Duitsche rijkskanselier, was dezer dogen zoo vriendelijk, mij gelegenheid te geven tot een onderhoud over den toestand, door de bezetting van het Roergebied ontstaan. Op mijn verzoek heeft de rijkskanselier zich be reid getoond, zijn opvatting van den toestond in de volgende verklaring neer te leggen: Van het oogenblik af, waarop ik de regeering aanvaardde, is mij het moeilijke van onzen toe stand volkomen duidelijk geweest. De Fransche plannen zijn niet plotseling opgedoken, maar waren reeds lang te voorzien. Ik heb er even zeer a's de voorgaande kabinetten naar ge streefd, het gevaar af te wenden. Gij weet, dat ons kabinet met alle middelen en langs alle wegen heeft getracht, een overeenkomst met Frankrijk mogelijk te maken. Ik heb de regee- ring aanvaard met het zeer bepaalde doel, een oplossing van hef vraagstuk der schadeloosstel ling tot stand te brengen, die practisch te dra gen was. Gij zul u herinneren, dat ik in mijn rede in den rijksdag alle pogingen heb uiteen gezet, die wij, ter bereiking van dit doel hebben Evenwel, en dat mogen we bij het publi-j gedaan. Ik heb de so'idoire medewerking van ceeren van studies als deze niet onbespro-i STOOte industrie bij de uitvoering van dc ken Laten, er is geen sprake van, dat dergelijke plannen ook maar eenige kans van verwezenlijking hebben. De koel-nuchtere cijfers zijn daar om dit aan te toonen* De kosten van de aange kochte met de nog aan te koopen panden op rond 100,000 stellend, voor het ge- plannen die wij wilden voorleggen, tot zeker heid gemaakt. Een land, dat financieel zoo ge- ruineer d is als Duitschland moest deze plannen voor een belangrijk gedeelte verbinden met de hoop op herstel in de toekomst, <L w. z. met crediet. Het crediet der groote industvieelen stond ons ter beschikking. Gij weet ook, dat ik Poincaré mijn bereidheid- boinvencomplcx op 150,000 en voor den tot onderhandelen en een overeenkomst op de aanleg en verbreeding van de bestrating rneest verschil'ende manieren heb laten weten, met rio leering, omlegging en overkluizm, der grachten enz. op 50,000, i Ik vond het best met den Franschen premier zou het I Qon een P'00^ te nemen, maar ik had er ,r,„ 1 °ok niets tegen, door den een of anderen be- totas'lce-Qiag van deze en overeenkomstige middelaar met hem te spreken. Ik wilde de plannen minstens 300,000 bedragen. Ook al zou de gemeente de grond cadeau willen geven, dan nog zouden rente, aflos sing enz. van het overblijvend kapitaal bij lange na niet te dékken zijn door de huur waarde der gebouwen. Daarom zijn alle plannen, oneconomisch als zij zijn met het oog op d'e financieel© draagkracht van Amersfoort en de ligging van de Poort buiten het winkel- en handels- Franschen tegemoetkomen, zoover het maar met ons prestatievermogen overeen te brengen was. Deze plannen omvatten ook de door hen ge- wcnschte samenwerking van de Duitsche en Fransche nijverheid. Wij waren verder bereid, Frankrijk iedere bezorgdheid en ook ieder voorwendsel, alsof wij een gevaar waren vcor zijn toekomstige veiligheid, te ontnemen. Gij weet, daf Poincaré het Rijnlandvcrdrag even zeer van de hand heeft gewezen als al onze te dragen, wat het aan lasten en lijden zal wor den opgelegd? Ten eerste, omdat het de over tuiging heeft, dat de regeering niets heeft na gelaten, om het deze beproeving te besparen. Verder omdat het weet, dat Frankrijk ons geen keus heeft gelaten. Het optreden der Franschen legt ons onze eigen houding op met een on- ontkoombaren dwang. In geen geval zullen wij ons ertoe laten verleiden, door actieven tegen stand, waartoe ons de wapenen ontbreken, den tegenstander van onzen kont aanleiding te ge ven tot ontplooiing van zijn uiterste militaire machtsmiddelen. Evenmin echter zullen wij het lijdelijk verzet laten verslappen, dat ons als wapen in dezen, op oeconomisch gebied gevoer- den oorlog ter beschikking is gebleven. Wij zul len daarbij geen stap verder gaan, dan volstrekt noodzakelijk is tot afweer van de onrechtmatig heden der Franschen. Het volkomen afbreken der diplomatieke betrekkingen reken ik niet tot de volstrekte noodzakelijkheden. Dc weet echter, dat uitgebreide kringen in ons volk er anders over denken. Het lag ook geenszins in onze bedoeling, op het binnenrukken van de Fran schen onmiddellijk te antwoorden met een al gemeen staking. Het triomfeeren van de Fran sche pers, omdat do algemeen staking is uit gebleven daar de arbeiders een bevel uit Ber lijn niet zouden hebben gevolgd. Is daarom ongegrond. Een dergelijk bevel is niet gegeven en was in het tegenwoordig stadium van den strijd ook niet noodig. Als men mij vraagt, hoe ik mij de voortzet ting van den lijdelijken strijd voorstel, don kan ik slechts antwoorden, dot het geheel van do plannen en het optreden van den tegenstander afhangt, wolke maatregelen noodzakelijk zullen worden. Dat ligt nu eenmaal in den aard von den passievcn strijd, dien wij moeten voeren. Dit echter weet ik, dat deze afweer in geen geval tekort zal schieten. Wij zijn nog op heel wat voorbereid. Hoe feller echter de Franschen optreden, des te verder zullen zij -weg komen van hun eigen doeleinden, als dit doel zich werkelijk bepaalt tot het verkrijgen van schade loosstelling. Hoe eenvoudig onze politiek is, blijkt uit het simpele feit, dot de ergste gevolgen van de bezetting niet erger kunnen zijn, dan de ge volgen van een toegeven. Daarom wordt het in ons volk zoo duidelijk beseft, dat wij tot het ©inde toe in dezen strijd moeien volharden, d. w. z. tot het oogenblik, waarop "het ons lijdelijk verzet is gelukt, het geweld ad absurdum te voeren. Het moge waar zijn, dot er in de par tijen ten opzichte van bepaalde bijzoken scha keeringen bestaan. Dat is onvermijdelijk. Maar, ten opzichte van den hoofzakelijkcn gedachte gang en de conclusies, die daaruit voortvloeien zijn allen eensgezind. Stellig hebt gij opgemerkt, dat onder den druk van de Fransche actie alle binnen 1 andsche kwesties, die ons zoovele moei lijkheden bereid hebben, ver op den achtergrond zijn gedrongen. Daardoor is het mogelijk, dat onze politiek van overwegingen van partij- of binnenlandsch beleid veel vrijer is, don zij op eenig vroeger tijdstip heeft kunnen zijn. Onze verantwoordelijkheid schrijft ons de hoogste mate van bezonnenheid voor. Wij zullen tegen over niemand uitdogpnd optreden. Wij rullen den heer Poincaré echter ook niet de gouden brug van een schijnoverwinning bouwen, omdat ders den heelen strijd van arbeiders en onder nemers in het Roergebied en het lijden van on ze plichtgetrouwe ambtenaren vergeefsch ge weest zou zijn, door het noodzakelijk is, de on bruikbaarheid van den weg, die Poincaré be treden heeft, eens en voor altijd aan te toonen. Het is nog niet het tijdstip, om over de moge lijkheid van onderhandelingen te spreken. De voorwaarden, waarop wij tot onderhandelen be reid ziin, hebben wij vaak genoeg te kennen ge geven. De laatste uitlatingen van Poincaré be wijzen, dat aan zijn kant nog niet in het minst de werisch bestaat, den weg van geweld te ver laten. Alle verdere gebeurtenissen zullen ervan afhangen, inhoever Frankrijk dezen weg verder Amersfoort. Speciale nldoollaigt gj WIJERSSTKAAT 14. Tel. «OS d Speciale behandeling tegen all- vallen en afbreken van hel haar. Daarxalf - lloarxeep voorkomt de roos en het vet worden van het haar. andere pogingen, om den grondslag te vinden gebied G-er gemeente, o. i. vooralsnog oivuit-voor een overeenkomst. Hij heeft aan geweld denkt tc volgen, voerbaar. j de voorkeur gegeven boven het middel von Het zou voorbarig zijn, daarover op dit oogen- Het practische resultaat van het sloopen onderhandelen. Van het oogenblik af, waarop dc blik meer te zeggen, dan dat wij, tegenover tier torentjes, al of niet met inbegrip der om- 1 Fransche troepen het Roergebied binnenvielen, liggende penden, zou daarom niet andersz:en ''F1 va^ onze politiek zoo scherp zijn dan' het scheppen van een desolate gelijk voor ons afeeteekend. Het is de po- nine, zonder dat er ook maar eenige kans llh<* van he' V^ehjk verzet, die opgebouwd r - I 'op de eensgezindheid van kabinet en rijksdag, en loopen langs de Singels recht door. Een, zou bestaan op uitvoering van eene behoor-en cen crnsti en van zijn doeieinden be- voor het breede einde van de Zuidsingel- gracht geplaatst, kiosk- of winkelgebouwtje vormt een gelukkig overgangsmotief en fcccent in de stoere bebouwing. Wet straf doorgevoerde horizontalisme van 1 U I vVI l VU vuil Allll VI V/V I V hike bebouwing, om van eene bebouwing, vo,temcening. Het ;s een politiclti waar, welke zoowel stedebouwkundig als srvhitec-dg vastheid door hetgeen wij in de laatste tonisch de toets zou kunnen doorstaan, maar weken hebben beleefd, alleen maar versterkt te zwijgen. j is. Zelfs de grootste 'voorstander van die Waarom is ons volk zoo vast in zijn besluit, welke maatregelen der Franschen ook, beslist zullen volharden. ,,Onze Vloot" en het Regeeringsjubileum der Koningin. Het Hoofdbestuur van Onze Vloot heeft het denkbeeld opgevat om ter gelegenheid van het regeceringsjubileum van de Koningin een huldo to organisceren, die, zegt het, wel niet recht* stieeks tot Hare Majesteit zal spreken, maar toch zonder twijfel hoar instemming zal hebben. Het roept namelijk de afdeelingen en leden op cen groot bedrag bijeen te brengen en dit als jubilcumsgove te storten in de kas van het Marinesteunfonds om het speciaal to benutten ten bate von die oud-gepensionneerden wier lot het Hoofdbestuur groote zorgen baart. Reeds hebben cen aantal leden en afdeelingen aan deze roepstem gevolg gegeven en is er totaal 2123.25 voor dit doel gestort. Directie van den landbouw. De directie van den landbouw is thans ver plaatst von den Bczuidenhout naar het gebouw van het departement van binncnlondsche zaken en landbouw op het Binnenhof. Do directeur-generaal van den landbouw, de heer Van Hoek, heeft daar de beschikking ge kregen voor zijn werkvertrek over de kamer von mr. Kon, sccretoris-genereal von Algcmec- nen dienst, tevens secretaris-generaal van hot nieuw gevormde departement van binncnlond sche zaken en landbouw. Mr. Kan beschikt thans over 't vertTck, waar in tot dusver de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen, dr. De Visser, werkte. Muntwezen. Aan het verslag opgemaakt door de commls- sie voor het Muntwezen betreffende hare werk* zaamheden over 1922 wordt het volgend© ont leend. Do commissie onderzocht 164 gouden duka ten, 200 1/IO-guldens van Nederland, 960 K- guldens en 3400 I/ÏO-guldens van Ncd.-Indië, benevens 2000 1 centstukken en 480 cent stukken van Nederland, 4000 5 centstukken, 6000 2'A centstukken, 10000 1 centstukken en 500 centstukken voor Ncd.-Indië bestemd. Eveneens werden onderzocht 500 1 centstuk ken uit do Nederlandsche circulatie en 100 halve guldens uit de Indische circulatie af komstig. Uit de resultaten van de gewichts- en gchal- tcbepalingen dezer munten is gebleken, dat do afwijkingen zoowel wat gewicht als het gehalte betreft, geheel blijven binnen de grenzen, in art. 6 der Muntwet 1901 en in art. 6 der IndN sche Muntwet 1912 vastgesteld. Het Gouvernement in Nederl.-Indië passeert de NedcrI. industrie. De heer Michielsen, lid van de Twoede Kamer, heeft aan den minister van Koloniën gevraagd: 1. Is het den minister bekend, dat in de krin gen van de Nederlandsche ijzerconstructie-indus trie bij voortduring de klacht wordt vernomen, dat deze industrie bij inkoopen vanwege het gou vernement in Nederlandsch-Indië herhaaldelijk wordt gepasseerd, terwijl de werkloosheid in dezen tak van industrie hier te lande een groo ten omvang heeft genomen 2. Acht de ministei deze klacht geheel of gei deeltelijk gegrond 3. Zoo ja, is de minister van oordeel, dot de instelling door de Indische regeenng eener rijks- Oorspronkelijke Detectiveroman door R. J. BRANDENBURG. 4 In het gezellige kamertje, dat zoon auto-cou- pótje is, hing een geur van lavendel en witte rozen. Af en toe naar builen ziende, bespeurde ik den blinkenden helm van een bobby, waar op het licht viel van boven neer uit een gToote booglamp, of we gleden langs een bleek ge zicht, dat maar even opvlekte en waarin twee donkere oogen brandden en een blik van haat wierpen naar ons, in de auto, of wel, we gleden langs een file van voertuigen, auto's en cabs en rijtuigen en autobussen. Tante zat Arthur complimentjes te maken over zijn wagen, die hij met een buiging beant woordde, ik speelde stommetje, nog boos om dat tante zoolang op zich had laten wachten, maar het genot van zoo prettig te liggen dei nen, deed m'n boosheid vervliegen en ik sloeg mijn avondmantel met witvceren kraag om mijn «chouders en leunde achterover. Een schokwe waren er. Een lakei schoot toe, opende het portiereen tweede stond gereed met een parapluie, ofschoon het niet regende. Arthur sprong lenig naar buiten en bood tante en mij de hand. Verbeeldde ik mij, dat hij mijn hand even drukte? \Ve kwamen in de ruime vestibule, waar be dienden, buigend, ons van mantels cn hoed ont lastten. Met het oog op de gebeurtenissen van dien avond is het noodig, dat ik u cen beschrij ving geef van de inrichting van lord Carson's huis. Natuurlijk zog ik toen alles niet zoo pre cies, maar later teekende Arthur het mij voor en daarom weet ik het. Wanneer men de hall binnentrad, was rechts de vestiaire, afgesloten door een hanggordijn. Recht vooruit voerde een breede trap naar de bovenverdieping. Wij sloegen links af en kwamen in een breede gang, waarin aan onze rechterhand twee ramen, die op de binnenplaats uitzagen, daarna een stee- nen trap, naar beneden, naar de toiletten. Aan den linkerkant was dc ingang naar de groote zaal, afgesloten door portieres, dan kwam aan hef rinde van de gang de toegang, eveneens met portièies, tot een intiem salonnetje, dat net op den hoek lag. De gang boog naar rechts af aldus een rechten hoek makend. Op deze twee de gang kwamen de deuren uit van de souper zaal en de deuren der keukens en kamers van het personeel. Toen wij de groote zaal binnenkwamen wa ren de meeste gasten reeds aanwezig. Een der tigtal dames en heeren zat in gemakkelijke stoeltjes om kleine tafeltjes thee te drinken. De achterste helft der zaal was vrij gelaten, daar waren de tapijten van den parketvloer geno men en in een der hoeken was een klein po dium opgeslagen, waarop te midden van pal men een vleugel en eenige stoeltjes en lesse naars voor het strijkje, dat 'ater komen zou. In een anderen hoek was een dientafel met gla zen en karaffen. Na eerst de gastvrouw en den gastheer te hebben begTOet, die -op de canapé zaten, te midden van een kring van oudere dames en heeren, en nadat tar.le een plaatsje op die ca napé, een heele onderscheiding, had gekregen, begaven Arthur en ik ons naar een groepje I jongelui, dat gezellig zal te babbelen. „Wordt het van avond publiek fluisterde I ik May in, zij werd rood tot in haar hals en ik j kneep haar in den arm om haar te genezen er j is voor een jong meisje geen naarder kwaal dan het blozen. I Het werd een gezellig vuurwerk van plage- rijtjes aan het adres van de bijna officieel j verloofden en toen dit onderwerp behandeld was, kreeg het tooneel een beurt en voerde Al fred Merrybone, een jong rechtsgeleerde, die eenige maanden verbonden was geweest aan JUWJÜXIEB EN OPTICIEN VAKKUNDIGE BEDIENING ZEGT A LEES. EIGEN S GIJ P XR I C HTIN G. het gezantschap te Berlijn, het hoogste woord hij prees het Duitsche tooneel om mise-en- scène, samenspel enom de waarde der stukken en betoogde, dat op een enkele uitzondering na, Engelschen alleen maar bioscopestukken kun nen schrijven. Tot die uitzonderingen, die den regel bevestigen, was hij zoo welwillend Ches terton en Shaw wel te willen rekenen. „Wat ben jij in Berlijn pedant geworden," flapte May er uit en een schaterend gelach be wees, dat allen met haar instemden. Merrybone keek beteuterd, nam zijn gouden pincenez van den neus en begon met een rood zijden doekje de glazen af te wisschen om zijn verlegenheid te verbergen, toen hij daarna zijn blonde kuif met het zakdoekje bewerkte, steeg de vroolijkheid ten top. „Vertel me nu maar eens, wanneer je weer in dat damned old England bent teruggekeerd, ik heb je in geen tijden gezien," zei ik medelij dend. En Alfred begon een eindeloos verhaal dat hierop neerkwam, dat hij eerst dienzelfden mor gen, na een verblijf von drie maanden in de Duitsche hoofdstad, in Londen was gearriveerd en op zijn kamer de uitnoodigingskoart voor het feest van dezen avond had gevonden, daar zijn tante Corson wist dat hij deze week zou terug komen. „Een leuke verrassing", kon ik niet nalaten op te merken, wat me een drukje van Arthur's voet bezorgde. Toen Merrybone daarop een verhaal op- dischte hoe zeeziek hij was geweest met al do gevolgen daaraan verbonden en ik zei de dat hij als advocaat misschien nog nooit zulk een flux de bouche had gehad, ging hij over tot een be schrijving van de heerlijkheden van Berlijn en ik luisterde naar Arthur, die met Harold Bird aan het disputeeren was over Shakespeare. Harold Bird is in Britsch Indië eboren en de Indische zon heeft hem een inte -ssante geel bruine gelaatskleur gegeven, bovendien is hij zoo goed als verloofd met mijn liefste vriendin Tilly Loveland en hij is heel sterk, kan roeien als twee en heeft een geweldige backhand, waardoor hij geregeld het kampioenschap van onze tennisclub behaalt. Geen wonder dus dat ik hem hoogelijk vereer, natuurlijk niet zéó als Arthur, maar ik vind Harold toch wel een van de begenadigden van het mannendom. Hij heeft ten overvloede de mooiste donkere oogen die ik ooit heb gezien mijn vergelijkingsmate riaal is niet zoo heel groot en daarbij licht blond haar, een combinatie die niet vaak voor komt en het is best te begrijpen, dat Tilly, die vroeger altijd al een zwak voor zeldzame post zegels had, op dit menschelijk curiosum is ver liefd geworden- Beiden zijn nog in het eerste stadium van hun liefde, zoogenaamd weet nie mand iets van hun geheim, maar hun oogen spreken met vlammende blikken een duidelijker taal dan de licht-reclames in de City. Met Tilly ben ik van klein kind af vriendin geweest cn die vriendschap is slechts twee jaar onderbroken geweest, toen zij in Berlijn op het conservatorium was. Tilly zingt bepaald prach tig en ik begrijp niet dat ze niet voor zang is doorgegaan. Ze heeft een prachtige alt en zo zingt melankoliek als een oude Stradivarius. Ja, haar stem doet me denken aan de klagende, weemoedige toonen van een viool, waarvan de klanken trillen door een vochtigen herfstavond. Ik hoorde eens een zigeuner spelen in den tuin van een hotel, het had dien middag gere gend, tafeltjes en stoeltjes waren glimmend nat, van de kale herfstboomen drupte de regen naar beneden vergeelde blaaren stooven door den tuin bij vlagen. Ik zat in de waranda en luisterde en de tronen stroomden me over de wangen. Zoo is het me ook vaak te moede als Tilly zingt. Ik voel dan hoeveel fk van haar houd. (W ordt vervolgd). HET BESTE BIJ JOH. VAN DIJK Schoenwerk en Sportartikelen Langestraat 116 - Tel. 70

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 5