y. m. o. lij I. A. XUTEHM lInïtr.stf. 11 Te!. 145 Eikan HANGKLOKKEN WiLLpM GROENHUIZEN. AMERSFQORTSCH DAGBLAD „de eemlander- Z 3 1,'Jj I 10 iVIaart 192J ST. EfVfSLlOM Per SBesch f 1.60, per ar.ker f 65.- DE FIRMA FONTEIN SCHIPPERS, L?NGESTRAAT 24 BEHAAGE^IJ STOFFEERDER! J SföflïüMPriJ VEkHUIZIHOEH MEiJBiLEERIHG. Tel- 49^. biionderheden: Kukirol Likdoornpleister heit>t snel en zeker. A. v. d. WEG Per doos 40 ets bij LANGESTRAAT TWEEDE BLAD. BUITENLAND. "BINNENLAND IWaqaz. „Ce Dom". Eigengemaakte Kinfatafcg. Maison de Coiffure FEUILLETON. ^et doodend zw jgen. tfefluiV *ru;zen. Kransen Trltkan en B-kers. LAKBALSCHOENEN SN EEUWSCHOENEN JACHT5CHOENEN 70ET3ALSCH0EMEN H£T BESTE BIJ JOH. VAN DIJK .,o, d\3 OK1GINEELE zeer aan te bevelen Bordeaux, gewas 1917 A x ml sister Uaipetlcu. Kwaliteiten al» vóór des» oorlog; 1 58.—1*76-50 i 81.50. Tap. Relse Karpetten t 20, - I 29.10, t 32.— t 34.50, t 39.20 Tafeiklecdcu. Pracht Mohair kwaliteiten. Grootste maat t 20.30. .Sireepstoftan. 120 c'I. breed per meier t 2.25 en t 1.50. Politiek Overzichv Nu geen nieuwe ontwikkeling van het Roer conflict aanleiding geeft tot het schrijven van een actueel overzicht, nemen wij de gelegen heid te baat om even uitvoeriger stil te staan bij de wijze, waarop de Duitsche pers heeft ge reageerd op Cimo's rijksdagrede.. Wij kiezen daartoe het hoofdartikel van de Frankfurter Zei- tung, die van oordeel is, dat het Duitsch-Fran- sene conflict een nieuwe phase is ingetreden en niet alleen Duitschland en Frankrijk betreft, maar evenzeer alle andere mogendheden aan gaat, wien veel aan het herstel der orde en t economisch leven moet zijn gelegen. Evenals in de tweede helft van den oorlogstijd is thans de strijd der openlijke polemiek en der rede voeringen van staats den begonnen, die niet politieke middelen 1 beslissing in de hand trachten te werken. E i Dinsdag in het Lager huis ter sprake gebrc i, maar door de Engel- sche regeering en ha. meerderheid afgewezen voorstel der Brilsche Arbeiderspartij om een di recte bespreking der parlementen, allereerst van de Fransche en Belgische parlementen eener-, het Engclsche parlement anderzijds naderbij te brengen en daarna onderhandelingen in te leiden tusschen de geallieerde volksvertegenwoordigers met den Duitschen rijksdag, trachtte dit proces tc verhaasten. Maar de parlementsleden zullen nu in verband met de verwerping van 't Labcur- voorstcl elkaar niet te eeniger plaatse kunnen ontmoeten om door middel van verzoeningsge zinde onderhandelingen een weg uit de ellende te vinden. De Fr. Ztg. hoopt echter, dat de ele menten onder hen, die 't wèl willen, er zich niet door zullen laten weerhouden verder moedig op de noodzakelijkheid aan te dringen van over eenstemming tusschen de partijen. Daarom acht het blad het goed, dot nu ook van Duitsche zijde de kv/estie op parlementairen grondslag tc berde is gebracht en wel in den vorm van 's rijkskanse liers rijksdagrede; Cuno noemt het blad den be schuldiger, uit naam van geheel Duitschland, van de Fransche regeering en haar redelooze politiek van ruw geweld. De rijkskanselier al dus de Fr. Ztg.. richtte zich tevens tot de Fransche notie, die zich zelf de ergste schade bezorgt, tot do overige wereld, die rustig toeziet, ofschoon ook zij ernstig nadeel ondervindt en tot het Duitsche volk, dat er wel niet toe be hoeft te worden aangespoord om bij zijn verzet te volharden, maar welks verontwaardiging een veiligheidsklep moest hebben. De papieren pro testen, die de regeering na elke rechts- en vrede schending had loten hooren, hadden niets uit gericht. De vijand laat er zich niet door weer houden en de wereld wordt er niet door wakker geschud: „Thans staat het Duitsche volk in zijn parlement op tegen de vijandelijke willekeur. Het is het laatste en grootste middel om te ma- nifesteeren, dat wij toopassen om heel de we reld te zeggen, welk ernstig onrecht ons wordt aangedaan. De strijd wordt er wel niet door be ëindigd, maar het kan de politieke massa's, die juist bij dit conflict in de eerste rij moeten staan, op den voorgrond plaatsen." Het blad brengt in herinnering, dat de kanse lier in zijn ïcde de nutteloosheid, het wreede en de onmogelijkheid van kans op succes der Bel- gisch-Frnnschc daden van geweld hoeft aange toond. Volkomen nutteloos wordt genoemd, wat Poincaré begonnen is: wat Frankrijk vroeger kreeg, krijgt het nu niet meer en zal het op den thans ingeslagen weg niet krijgen. Kolen haal je met bajonetten niet uit den grond. Hoe meer het Fransche militarisme in blinde woede op treedt, des te meer vernietigt het de mogelijk heid om later, wanneer weer overeenstemming is bereikt, voor Frankrijk/ te verkrijgen, wat zijn economisch leven verlangt En omdat, aldus de Fr. Ztg., het Fransche militarisme zelft voelt, hoe machteloos hel is tegenover een eensgc- zinden volkswil cn de wetten der economie, Iaat het zich tot telkens ontstellender giuwelen ver leiden. Naar Duitsche bezwaren over het on recht, dat Duitschland zich moet laten welge- i vallen, wordt door de wereld niet geluisterd. 1 Maar wie niet wil gelooven, moet zelf eens naar den Roer en Rijn gaan of wet: hij raadplegéTiët- geen geschreven wordt door objectieve en neu trale coi respondenten, die zich ter plnatse be vinden. De ergste gruwelen, aldus het blad, zijn daar, midden in vredestijd, het deel van een weerloos volk. En des te erger is dit alles, om dat het volkomen redeloos is. Op deze wijze zullen, aldus wordt vastgesteld, de Franschen nooit hun doel bereiken; integendeel: ze zullen er zich telkens meer van verwijderen; met sabels en bajonetten kan men het economisch leven slechts vernietigen.' Op sommige uitlatingen van dr. Cuno vestigt de Fr. Ztg. bizender de aandacht: „Wij wilden oprecht de schadeloosstelling betalen, wij wilden eerlijk den weg van den arbeid tot de defini tieve volledige vrijheid gaan, vrij wilden de ver zoening der volkeren in plaats van hun haat." „Wij willen dit nog", veegde de rijkskanselier er uitdrukkelijk aan toe. Op dezen grondslag der Duitsche buitenlandschc politiek, constateert het j Duitsche blad, is het tegenwoordige kabinet de j opvolger van het kabinet-Wirth geworden en zal het verder zijn opvolger moeten blijven, om- dot er op het oogenblik, gezien do tegenwoor dige situatie, geen andere buitenlandsche poli tiek mogelijk is. Zoo zal de eenige weg uit het tegenwoordige conflict de weg der overeenstem ming zijn. Het buitenlnr.dsch-politieke streven van de regeering-Cuno diende daarom voorna melijk erop gericht te zijn om dezen weg te zoeken. Een woord uit Cuno's rede gof in dit verband aanleiding tot verkeerden uitleg: „Daar- om weg met het gebazel over onderhandelin- gen", riep de rijkskanselier in een rijksdag. Naar j aanleiding hiervan merkt de Fr. Ztg. ten be- sluite van haar artikel op: „Van onderhandelin- j gen op het tegenwoordige oogenblik spreekt echter niemand, maar wat de meerderheid van 't Duitsche volk verlangt en in 't belang van 't rijk verlangen moet, is, dat de regeering voorbereidselen treffe voor de toekomstige be sprekingen, dat zij blijk geve van de bereidwil- ligheid om te bepoalder tijde in onderhandelin gen te treden en geen mogelijkheid tot bespre kingen te laten voorbijgaan. In de zitting, Dinsdag, in het Lagerhuis heeft 2e leider der Engelsche oppositie den wensch geuit, dot de Duitsche regeering er zich over uitspreke, welke prestaties zij bereid is op zich :e nemen. Dit denkbeeld is ons ol meermolen van Engclsche zijde aón de hand gedoan. Wat dit denkbeeld betreft, zal de rede van dr. Cuno de wereld ongetwijfeld teleurstellen. Men be grijpt daar niet, hoe groot onze moeilijkheden zijn in verbond met de ongebreidelde Fransche begeerten en hoezeer iets, wat de Franschen on voldoende toelijkt, geschikt is het vuur van den hartstocht nog meer aan te wakkeren. Maar eon den anderen kant (een opmerking van gelijke strekking werd ook onzerzijds gemaakt in ons overzicht von eergisterovond, Red.), mogen wij de oogen niet sluiten voor de waarheid, dat, betrachten wij te dezer zake een absoluut stil zwijgen, wij bij de politieke behandeling van het conflict, niet vooruitkomen." Tot zoover de Duitsche beschouwing met be trekking tot de Rocronderneming naar aanlei ding van de rijksdagrede van dr. Cuno. Wij hopen spoedig in de gelegenheid te zijn uitvoe rig de Fransche opvattingen daartegenover te r'1 Motsen. EGYPTE. DE GRAFVONDSTEN. Ook de Utrechtsche professor H. Th. Obbink heeft een bezoek gebracht aan het grif van Toet-ankh-omen, dot dag en nacht door Egyp tische soldaten wordt bewaakt. De Utrechtsche hoogleeraar schrijft thans een iritvoerigen brief aan de Tel., waarvan het volgende een gedeel te is: Dicht bij den ingang van het 60,1 wacht huisje gebouwd, dat nooit verloten wordlt, en zonder speciale permissie komt hier niemand voorbij. 'Des namiddags na 4 uur is olie toe gong verboden. Wij hodden die speciale permis sie van Mr. Carter, dien we bij den ingang van hef f>ra^ aantroffen, zoodat we aanstonds de steencn trap mochten afdalen om te zien wat tegenwoordig zoovele pennen en tongen in be- j weging brengt. Nu een twaalftal treden in den j rotsbodem te zijn afgedaald, kwamen we in de eerste grafkamer, waar een helper van mr. Car ter, Mr. Collendor, toezicht hield bij de pas ge- vonden sarcofaag van den koning, cn alle ge- wenschte inlichtingen gaf. In den achtermuur dézer kamer was een opening gehakt, die toegang gof tot de tweede giofkomer waarin de prachtige sarcofaag is ge vonden, die bij ons bezoek voor de opening j stond. Aan weerszijden van de opening staat J een levensgroot Kouter, beeld van den koning, j Ik vrees dat het mij niet zal gelukken een duide- lijk beeld te schetsen van deze drie buitenge- woon merkwaardige voo^ve» pen, maai ik wil j hef t°ch probecren. De beide koningsstatuen zijn bijna gehee! aan j elkaar gelijk, uitgezonderd de haartooi. De koning staat rechtop, mei den linkervoet voor- uit, in de linkerhand een vergulde stof, van j pl.m, 1 Yi M. lengte, welks ondereinde op den grond rust. Op 't hoofd een met bladgoud in gelegde kap, met breede schanderblndcn van bladgoud, aar. het voorhoofd cn op de schort gouden (of vergulde?) ureus-slongen de- be- schermers'des konings. Rug, borst, armen en aan gezicht zijn gitzwart geverfd, de zwarte kleui- stof werd et zoo dik opgesmeerd, dat ze, (door I de warmte?) smeltend, in dikke druppels of- 1 vloeide op den met bladgoud overtrokken voor- schoot. Om de beide bovenarmen cn de beide pol sen eveneens breede bonden van bladgoud, aan de voeten sandalen, die, zooals Mr. Cailendar mij mededeelde waarschijnlijk van massief goud zijn. Nog nimmer werden in een graf stnlucn van die grootten aangetroffen. Vermeld zij nog dat het aangezicht der statuen, die aan de rech terzijde der genoemde opening staat, ovei de geheele lengte is gespleten; de scheur begint bij het voorhoofd, loopt door het linkeroog tot naast den linker mondhoek. Bijna nog interessanter is het derde stuk: de sarcofaag. Hij was, toen wij hem zagen, cn nu nog, ongeopend, zoodat het nog niet geheel zeker is, of de mummie van den koning nog aan wezig is. Wel schijnt hef nu reeds vost te staan, dat het verschillende in elkoargezete sarcofagen zijn. De buitenste, voor ons alleen zichtbaar, is van hout, geheel met bladgoud on faience in gelegd. De sarcofaag is, (naar schatting) 214 meter hoog cn 3 meter lang. Door de eigenoar- dige lijnen-tcekcningen overlangs is waarschijn lijk het gerucht ontstaan als zouden drie sarco fagen zijn gevonden. Inderdaad kon het gevaar te op het eerste gezicht doen denken aan dno op elkaar gezette sarcofagen. De zijwond is in zes over de geheele lengte loopenóc vakken ver deeld, ieder met eigen versieringen. Op een der bovenste vakken is heel duidelijk de nnnm Toet- Ankh-Amen (in goud) te lezen en donrondei (over de geheele lengte) de zgn. „protokol", d. i. de gezamenlijke koningstitels (eveneens in goud). Daaronder een vak (ook over de geheele 'eng te) waarin telkens twee gouden d e d-teekens en twee s a-teckens, terwijl de tusschcnruimten zijn opgevuld met blouw-groen foïcnce, welke kleu- ren-combinatie een schitterend effect maakt. In het naQr beneden volgende vak weer de r) o d- cn de s a-teekens, benevens het dubbele uza- oog. (Het d e d-teeken is het teeken van duur, kracht, stabiliteit; het s a-teeken werkt als be schermend amulet, het u z a-oog is het magisch symbool van leven). Het geheel maakt een ge weldigen indruk van pracht en schoonheid. In de eerste kamer waren bovendien een paar kleinere voorwerpen neergezet: ccn albasten cup-bcorer, als fijn snijwerk, versierd met de magische teekens voor leven en eeuwig heid. Een prachtstuk. En eindelijk ccn sierlijk gesneden houten gons. De overige voorwerpen van de gevonden schatten waren reeds overge bracht naar een dichtbijgelegen leegstaand grof, cn konden niet bezichtigd worden. Toen ik Mr. Carter vroeg naar hof bekende verhaal als zouden papyri zijn gevonden waar uit bleek dat vroeger dieven in hot graf waren geweest, die hun gerechte straf ontvingen, kreeg ik ten antwoord: „praatjes! U moet niet verge ten dot de correspondenten der bladen voo: c:k woord dat ze over Toet-Ankh-Amen melden, worden betaald; daarom worden zoo veel leu gens door de bloden verteld. Ecnig bewijs van diefstal is in het geheel niet aanwezig! Het onderzoek wordt woarschijnlijk nog kor ten tijd voortgezet, daarna wordt bet geheele grof afgesloten tot een volgend seizoen. (Dij is intusschcn, zooals men weet, geschied. Red.) Dat de vondsten nog niet ten einde zijn, is reeds duidelijk: een zijkamer dezer eerste kamer is ontdekt door een gat in den muur te hokken. Toen Mr. Carter zich had overtuigd dat ook daar allerlei kostbaarheden lagen opgestapeld, werd deze opening weer dichtgcpleisterd tot later. Nog zij vermeld, dat het aan de hardnekkige en stelselmatige onderzoekingen van Mr. Cm ter te danken is, dat dit grof is gevonden. Mr. Car narvon, die, zoonis bekend is, in deze zaak do rol van Maecenas vervult, beweerde, dat men op die plek wel kon ophouden mot zookon, ->mdat daér toch niets gevonden zou worden. Moor Mr. Carter hield vol en op den Ten November !Q22 vond hij de boveaste trede van de diep onder het puin bedolven stcenen trap die naar dc graf kamer voert. Varkensmarkt - Amerslocrf. Speciale nhh cllns;: WIJERSSTItAAT 14. Tel. 2«5 {Speciale behandeling tegen uit vallen en afbreken van liet baar. IIA ar zalf - Paarxcei» voorkomt de roes cn liet vot worden van liet Itaar. K-rneroverzicht. Tweede Kamer Vergadering van 9 Maart 192 li. Geopend: 1.05 uur. Voorzitter: Mr. D. A. P. N. Kooien. Regeling van werkzaamheden. De Voorzitter stelt voor Dinsdag o.s. bij den aanvang een'ge wetsontwerpen aan de orde te stellen en om na de Jachtwet te behandelen do P. T. T.-bcgroolirg over 1923, het wetsvoor- stel-Duijs c. s. en het Regeringsvoorstel tot wij ziging der Rcgistrat'ewct en der Ouderdomswet. Jochtwct. Voortgezet wordt daarna de behandeling van de Jachtwet. Bij art. 1 licht de heer B r a a t (P. B.) het nnicndrmcnt-Braat-De Boer toe, strekkende om de Kroon niet het recht te geven, af le wijken voor bepaalde gedeelten van het Rijk von de verdeeling in wild cn schadelijk gedierte. Dc heer DuymoervonT wist (A. R.) licht zijn amendement toe, strekkende om uit te slui ten de mogelijkheid, dot schadelijk gedierte als wild zou worden beschouwd. De heer von Rappord (V. B.) licht namens den heer Kolkman diens omendement toe, om fazanten te rangschikken onder klein wild en niet onder schadelijk gedierte.'Als de fazant in som mige streken veelvuldig voorkomt, kon deze toch door den minister als schadelijk gedierte wor den aangewezen. De heer Hicmstra (S. D.) bestrijdt het amendement-Kolkman, omdat het ingrijpen der Regcering niet voldoende waarborg is tegen vcr- ooizeking von schade door dc fazanten. De heer Sosse van Ysselt (R.-K.) be veelt het amendemcnt-Duymocr van Twist aan, waardoor het omcndement-Braat kon vervollen, omdat het minder juist is. Spr. zal voor het eerstgenoemde amendement stemmen, als voor de fazant ccn uitzondering wordt gemankt. Spr. geeft den voorsteller In overweging oen wijzi ging in dien geest oen te brengen. De heer Duymaer van Twist had eerst een amendement willen indienen, om dc wildo gons al schadelijk gedierte te beschouwen. Thons vraagt spreker van den minister dc toezegging, om voor bepaalde streken de wilde gonzen on der schodelijk gedierte tc rangschikken. De heer Weitkomp (C. H.) betoogt, dot de fazant volgens deskundigen als het Ncd. Land- bouwcomité cn de Nederlondschc Jachtcommis- sie de fazant voor sommige gedeelten schade lijk is en voor ondwere niet. Door de fazant in- heemsch is, in boschrijke streken, is hij zeer ze ker schadelijk. Spr. zol stemmen voor het nmen- d^ment-Duymoer van Twist. De heer Deckers (R.-K.) vraagt een inlich ting over de mogelijke afwijking door dc Kroon van de indeeling in wild en schadelijk gedierte. Als een der wi'dsoorten wordt geschrapt, moet «"lie soort onder een andere rubriek worden on dergebracht, wat thar.s in dit artikel niet is gc- rcge!d. Spr. bestriidt het omcndcmcnt-Kölkmon, maar zol stemmen voor dat van den heer Duy maer van Twist, mits de wijziging van den heer Sossc van Ysselt wordt overgenomen. Spr. dient een sub-amendement op dit omendement in, met deze strekking. De V o o z i 11 e r acht dit een nieuw amen dement. De heer Wintermons (R.-K.) bestrijdt het amendement ven den heer Kolkman. De Minister van Binnenlandse he Zaken en Landbouw, de heer Ruijs de Beprenbrouck, belooft den heer Duymaer van Twist zijn aandacht te zullen tvijden aan den wil den gans. Den heer Deckers antwoordt spreker, dat bij schrapping van een diersoort u.t een der groepen, ze wordt ondergebracht bij een der an dere groepen. Tot dc amendementen komende, verzoekt spr. de Kamerleden bij de veelheid der emmdemen- '.en vooral nieuwe amendementen cenige uren van tevoren in te dienen, opdat de kwesties te overzien zullen zijn. Wat 't amendemen-Braot betreft, dc gemaakte bepaling geeft meer soepelheid aan de wet. Het mooie bosch. de grpote hei, Het meert ie zelfs in de vallei. Alles wordt ten loon gesteld. U. M. O. geeft U al dat schcone. Wilt nu U. M. O. ook beloonen. Door 't lidmaatschap 1.50. Secretariaat: Blankenheimstraat 16. - L&N6ESTR A AT 43 - met VOL Westminster slagwerk f50- Oorspronkelijke detectiveroman dooi R. J. BRANDENBURG. 32 Ik was het volkomen met Arthur eens. Had het geval niet Tilly betroffen, dan hadden we ons kimnen verheugen in een succes of liever Arthur's succes, hadden triomfantelijk kunnen spreken over de wijze waarop Arthur de vele moeilijkheden te boven was gekomen en den weg had gevonden in den doolholf van motieven, die aan zoo talrijke misdaden ten gronds'ag hadden gelegen. Maar wij moesten Tiily zeggen dat Harold Bird was vermoord en konden haar niet eens vertellen hoe wij ons hadden beijverd er voor te zorgen dat haar geheim zooveel mogelijk be waard was. „Het bezwaar van het aten is gauw opgelost," meende ik en ik schelde John en zeide hem voor een koud souper te zorgen. Even later zaten wij aan tafel en bewezen aan den maaltijd alle eer. We hadden door onzen tocht een flinken honger gekregen en het tafel gesprek vlotte eerst nadat aan de voornaamste eischcn die onze maag stelde, was voldaan. Bij de koffie, die wc in mijn boudoirtje ge bruikten, babbelden we gezellig over... onszel- vcn en vergaten voor een oogenblik de gebeur tenissen der laatste weken. Dit halfuurtje was gewijd aan onze liefde. Wij werden opgeschrikt door het ki nken van vTcolijke stemmen in den gang, het be$ie be wijs dat tante geslaagd was het ongelukkige nieuws voor Tilly verborgen te houden. Wij gingen naar beneden om tante, lady Wasleword cn Tilly te begroeten. „Zijn jullie ol thuis?" vroog tante. „Ja net. wij hebben hier gegeten, wij hadden nog geen tijd daarvoor." „Waar zijn jullie toch den heelen dog ge weest klonk Tilly's jonge stem- ,.Da! zal ik je zoo meteen vertellen," antwoord de Arthur. „Zoo een verliefd stel I" plaagde ze, „dat gaai er samen den heclcn dog op uit en leeft van de liefde Teen moesfen we de felicitaties in ontvangst nemen van lecy Wastcword en Tilly, die natuur lijk door tante waren ingelicht en daarop gingen we naar het salon en belde tante om thee. „Ik zal even den chauffeur zeggen dat hij nu wel weg kan gaan, hij kan dan den open wagen bij mijn garage brengen." I Toen Arthur terug was gekomen was tante Janc juist bezig 1e verholen hoe ze lady Waste- word had oveivol'en. Deze had eerst nret mee willen gaan, maar dank zij het aandringen van Tilly hod ze ten slotte toegegeven. „Ik vond het zoo leuk." zei «Tiily, „zoo'n hee len dag er eens uit." „En ten slotte offerde je tante zich ook wei -cn beetje op om mij pleizier e doen, want ik zag er vreeselijk tegen or> den geheelen dag al leen te moeten zitten." Tante Janc gaf ons een knipoogje en ik begreep.wel hoe ze al haar di- plomaricke talenten te hulp had moeten roepen om lady Wnsteword te bewegen mee te gaan. Deze scheen zeer vermoeid van de buiten lucht tc 7Ün en deed toch wanhopige om recht op te blijven zitten op haar stoel, zooals het be taamt. JUWELIER 0PTICI3N. t tt cclïlsclieatrnai 23 1 eierln voor elke tak vao NFOUT on rKNTOO^S' HI-M'G van: Tilly vertelde nu welk een aard»gen' dag ze gehad hadden cn hoe uitstekend i-nte haor gas ten had geamuseerd, terwijl Arthur trachtte lady Wasleword over te halen om even op de cana pé le gaan liggen, waartoe ze zich eindelijk liet overreden. Een weinig bekomen van haar ver moeidheid hief de oude dame na eenigen tijd hef bovenlichaam op en zeide plotseling „Maar nu moeten jullie me toch eens vertellen,* waar om of deze geheele beweging op touw is gezet. Ik kan me maar niet anders voorstellen of daar zit wat achter." Hel groote moment was gekomen. Arthur stond op en zeide kalm „Daar steekt ook wat achter. En als Tiily cn Ann met me mee naar de huiskamer willen gaan, dan zul len we hoor inl'chlen en tante Jane wil zeker wel zoo goed zijn om oon lady Wnsteword het gebeurde mee te dee'en." 1 Ik bewonderde Arthur, hii stond kaarsrecht in het licht der lomp en beheerschtc de situalie geheel, om zijn mond lag de mii zoo bekende wilskrochlige trek, vierkant lag de kin op het boord, als gehouwen, de grijze oogen schitter den. „Is het zoo iets bijzonders?" informeerde Til ly, maar toch meende ik te zien dat zij beefde Ik voelde een groot medelijden met haar in mij oprijzen en ik sloeg miyh arm om haar heen in een ziist^lijke opwelling van genegenheid. I Lady Wnsteword was doodsbleek geworden. Wjf rrV-en de kamer uit, Arthur deed het eiec- trische licht in de huiskomer aonf'appen. zette drie sï~e'cn aan de tafel en deed Tilly in den middelsten plaatsnemen. Hel was doodstil, ook Tilly was nu wit ge worden, scheen het naderend onhe:l tc voorvoe len, ik zag hoe haar handen tri'den en haar ocgen schenen nog grooter en donkerder te worden. Mijn hort klopte hevig Waar had ik vandaag dot klopoen van mijn hart nog eens zoo sterk gevoeld? O, ja, op de trap in de Oriënlol-bor. Arthur had Tilly's handen vastgegrepen en hield ze stevig omklemd, als wilde hij zijn kalm te op haar overbrengen, hij zog haar srrak in 't gelaat. „We hebben inderdaad een kleine romedic op touw gezet, Tilly", zoo begon hij. „maar we heb ben dat gedaan voor jou, omdat wij zoo heel veel van je houden. Wij moestofi vandaag den gehee'en dog werken, alweer in jou belang. Je zult dit alles wel heel raadselachtig vinden, Til ly, maar we kunnen je niets verder zeggen en je moet ons ook nooit naar een ra explicatie vragen." Zij keek hem oon met den blik als van ccn ge wond dier, zij trachtte hoor handen tc bevrijden uit Arthurs greep maar hij liet zo niet los. „Zeg het nu maar zeg het nu maar. klaagde ze als een kind- „Dc moet je nu iets heel droevigs vertellen,'* sprak Arthur. „Is het Hnrtrid HaroldZelfmoord gilde ze opeens, in haar oogen blonk een krankzinnige glans. Ze vloog overeind. Ook Ar thur rees op. Ze stonden borst tegen borst on oogi-in oog, terwijl hij steeds haar honden om kneld hield. „Neen," antwoordde Arthur cn nooit hoorde ik een woord met zulk een kracht van overtui ging uitspreken. „Neen het was geen zelfmoord, ik geef je de plechtige verzekering dot het geen zelfmoord was. Harold is vanmorgen vermoord gevonden in het Victoriopark. Het was moord, want do revolver is niet gevonden." Tilly leunde achterover in haar stoel, do oogen gesloten. Ik knielde naast haar neer, sloeg mijn armen om haar heen en drukte mijn hoofd in haar schoot. Schoenwerk en Spoitartikelen Langestraat IIS - Tel. 70

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 5