y. m. o.
lij I. A. XUTEHM lInïtr.stf. 11 Te!. 145
Eikan HANGKLOKKEN
WiLLpM GROENHUIZEN.
AMERSFQORTSCH DAGBLAD „de eemlander-
Z 3 1,'Jj I
10 iVIaart 192J
ST. EfVfSLlOM
Per SBesch f 1.60, per ar.ker f 65.-
DE
FIRMA FONTEIN SCHIPPERS,
L?NGESTRAAT 24
BEHAAGE^IJ STOFFEERDER! J
SföflïüMPriJ VEkHUIZIHOEH MEiJBiLEERIHG. Tel- 49^.
biionderheden:
Kukirol Likdoornpleister
heit>t snel en zeker.
A. v. d. WEG
Per doos 40 ets bij
LANGESTRAAT
TWEEDE BLAD.
BUITENLAND.
"BINNENLAND
IWaqaz. „Ce Dom".
Eigengemaakte Kinfatafcg.
Maison de Coiffure
FEUILLETON.
^et doodend zw jgen.
tfefluiV *ru;zen. Kransen Trltkan en B-kers.
LAKBALSCHOENEN
SN EEUWSCHOENEN
JACHT5CHOENEN
70ET3ALSCH0EMEN
H£T BESTE BIJ
JOH. VAN DIJK
.,o,
d\3
OK1GINEELE
zeer aan te bevelen
Bordeaux, gewas 1917
A x ml sister Uaipetlcu. Kwaliteiten al» vóór des» oorlog; 1 58.—1*76-50
i 81.50. Tap. Relse Karpetten t 20, - I 29.10, t 32.— t 34.50, t 39.20
Tafeiklecdcu. Pracht Mohair kwaliteiten. Grootste maat t 20.30.
.Sireepstoftan. 120 c'I. breed per meier t 2.25 en t 1.50.
Politiek Overzichv
Nu geen nieuwe ontwikkeling van het Roer
conflict aanleiding geeft tot het schrijven van
een actueel overzicht, nemen wij de gelegen
heid te baat om even uitvoeriger stil te staan
bij de wijze, waarop de Duitsche pers heeft ge
reageerd op Cimo's rijksdagrede.. Wij kiezen
daartoe het hoofdartikel van de Frankfurter Zei-
tung, die van oordeel is, dat het Duitsch-Fran-
sene conflict een nieuwe phase is ingetreden en
niet alleen Duitschland en Frankrijk betreft,
maar evenzeer alle andere mogendheden aan
gaat, wien veel aan het herstel der orde en
t economisch leven moet zijn gelegen. Evenals
in de tweede helft van den oorlogstijd is thans
de strijd der openlijke polemiek en der rede
voeringen van staats den begonnen, die niet
politieke middelen 1 beslissing in de hand
trachten te werken. E i Dinsdag in het Lager
huis ter sprake gebrc i, maar door de Engel-
sche regeering en ha. meerderheid afgewezen
voorstel der Brilsche Arbeiderspartij om een di
recte bespreking der parlementen, allereerst van
de Fransche en Belgische parlementen eener-,
het Engclsche parlement anderzijds naderbij te
brengen en daarna onderhandelingen in te leiden
tusschen de geallieerde volksvertegenwoordigers
met den Duitschen rijksdag, trachtte dit proces
tc verhaasten. Maar de parlementsleden zullen nu
in verband met de verwerping van 't Labcur-
voorstcl elkaar niet te eeniger plaatse kunnen
ontmoeten om door middel van verzoeningsge
zinde onderhandelingen een weg uit de ellende
te vinden. De Fr. Ztg. hoopt echter, dat de ele
menten onder hen, die 't wèl willen, er zich niet
door zullen laten weerhouden verder moedig op
de noodzakelijkheid aan te dringen van over
eenstemming tusschen de partijen. Daarom acht
het blad het goed, dot nu ook van Duitsche zijde
de kv/estie op parlementairen grondslag tc berde
is gebracht en wel in den vorm van 's rijkskanse
liers rijksdagrede; Cuno noemt het blad den be
schuldiger, uit naam van geheel Duitschland,
van de Fransche regeering en haar redelooze
politiek van ruw geweld. De rijkskanselier al
dus de Fr. Ztg.. richtte zich tevens tot de
Fransche notie, die zich zelf de ergste schade
bezorgt, tot do overige wereld, die rustig toeziet,
ofschoon ook zij ernstig nadeel ondervindt en
tot het Duitsche volk, dat er wel niet toe be
hoeft te worden aangespoord om bij zijn verzet
te volharden, maar welks verontwaardiging een
veiligheidsklep moest hebben. De papieren pro
testen, die de regeering na elke rechts- en vrede
schending had loten hooren, hadden niets uit
gericht. De vijand laat er zich niet door weer
houden en de wereld wordt er niet door wakker
geschud: „Thans staat het Duitsche volk in zijn
parlement op tegen de vijandelijke willekeur.
Het is het laatste en grootste middel om te ma-
nifesteeren, dat wij toopassen om heel de we
reld te zeggen, welk ernstig onrecht ons wordt
aangedaan. De strijd wordt er wel niet door be
ëindigd, maar het kan de politieke massa's, die
juist bij dit conflict in de eerste rij moeten staan,
op den voorgrond plaatsen."
Het blad brengt in herinnering, dat de kanse
lier in zijn ïcde de nutteloosheid, het wreede en
de onmogelijkheid van kans op succes der Bel-
gisch-Frnnschc daden van geweld hoeft aange
toond. Volkomen nutteloos wordt genoemd, wat
Poincaré begonnen is: wat Frankrijk vroeger
kreeg, krijgt het nu niet meer en zal het op den
thans ingeslagen weg niet krijgen. Kolen haal
je met bajonetten niet uit den grond. Hoe meer
het Fransche militarisme in blinde woede op
treedt, des te meer vernietigt het de mogelijk
heid om later, wanneer weer overeenstemming
is bereikt, voor Frankrijk/ te verkrijgen, wat zijn
economisch leven verlangt En omdat, aldus de
Fr. Ztg., het Fransche militarisme zelft voelt,
hoe machteloos hel is tegenover een eensgc-
zinden volkswil cn de wetten der economie, Iaat
het zich tot telkens ontstellender giuwelen ver
leiden. Naar Duitsche bezwaren over het on
recht, dat Duitschland zich moet laten welge- i
vallen, wordt door de wereld niet geluisterd. 1
Maar wie niet wil gelooven, moet zelf eens naar
den Roer en Rijn gaan of wet: hij raadplegéTiët-
geen geschreven wordt door objectieve en neu
trale coi respondenten, die zich ter plnatse be
vinden. De ergste gruwelen, aldus het blad, zijn
daar, midden in vredestijd, het deel van een
weerloos volk. En des te erger is dit alles, om
dat het volkomen redeloos is. Op deze wijze
zullen, aldus wordt vastgesteld, de Franschen
nooit hun doel bereiken; integendeel: ze zullen
er zich telkens meer van verwijderen; met sabels
en bajonetten kan men het economisch leven
slechts vernietigen.'
Op sommige uitlatingen van dr. Cuno vestigt
de Fr. Ztg. bizender de aandacht: „Wij wilden
oprecht de schadeloosstelling betalen, wij wilden
eerlijk den weg van den arbeid tot de defini
tieve volledige vrijheid gaan, vrij wilden de ver
zoening der volkeren in plaats van hun haat."
„Wij willen dit nog", veegde de rijkskanselier er
uitdrukkelijk aan toe. Op dezen grondslag der
Duitsche buitenlandschc politiek, constateert het j
Duitsche blad, is het tegenwoordige kabinet de j
opvolger van het kabinet-Wirth geworden en
zal het verder zijn opvolger moeten blijven, om-
dot er op het oogenblik, gezien do tegenwoor
dige situatie, geen andere buitenlandsche poli
tiek mogelijk is. Zoo zal de eenige weg uit het
tegenwoordige conflict de weg der overeenstem
ming zijn. Het buitenlnr.dsch-politieke streven
van de regeering-Cuno diende daarom voorna
melijk erop gericht te zijn om dezen weg te
zoeken. Een woord uit Cuno's rede gof in dit
verband aanleiding tot verkeerden uitleg: „Daar-
om weg met het gebazel over onderhandelin-
gen", riep de rijkskanselier in een rijksdag. Naar j
aanleiding hiervan merkt de Fr. Ztg. ten be-
sluite van haar artikel op: „Van onderhandelin- j
gen op het tegenwoordige oogenblik spreekt
echter niemand, maar wat de meerderheid van
't Duitsche volk verlangt en in 't belang van
't rijk verlangen moet, is, dat de regeering
voorbereidselen treffe voor de toekomstige be
sprekingen, dat zij blijk geve van de bereidwil-
ligheid om te bepoalder tijde in onderhandelin
gen te treden en geen mogelijkheid tot bespre
kingen te laten voorbijgaan.
In de zitting, Dinsdag, in het Lagerhuis heeft
2e leider der Engelsche oppositie den wensch
geuit, dot de Duitsche regeering er zich over
uitspreke, welke prestaties zij bereid is op zich
:e nemen. Dit denkbeeld is ons ol meermolen
van Engclsche zijde aón de hand gedoan. Wat
dit denkbeeld betreft, zal de rede van dr. Cuno
de wereld ongetwijfeld teleurstellen. Men be
grijpt daar niet, hoe groot onze moeilijkheden
zijn in verbond met de ongebreidelde Fransche
begeerten en hoezeer iets, wat de Franschen on
voldoende toelijkt, geschikt is het vuur van den
hartstocht nog meer aan te wakkeren. Maar eon
den anderen kant (een opmerking van gelijke
strekking werd ook onzerzijds gemaakt in ons
overzicht von eergisterovond, Red.), mogen wij
de oogen niet sluiten voor de waarheid, dat,
betrachten wij te dezer zake een absoluut stil
zwijgen, wij bij de politieke behandeling van het
conflict, niet vooruitkomen."
Tot zoover de Duitsche beschouwing met be
trekking tot de Rocronderneming naar aanlei
ding van de rijksdagrede van dr. Cuno. Wij
hopen spoedig in de gelegenheid te zijn uitvoe
rig de Fransche opvattingen daartegenover te
r'1 Motsen.
EGYPTE.
DE GRAFVONDSTEN.
Ook de Utrechtsche professor H. Th. Obbink
heeft een bezoek gebracht aan het grif van
Toet-ankh-omen, dot dag en nacht door Egyp
tische soldaten wordt bewaakt. De Utrechtsche
hoogleeraar schrijft thans een iritvoerigen brief
aan de Tel., waarvan het volgende een gedeel
te is:
Dicht bij den ingang van het 60,1 wacht
huisje gebouwd, dat nooit verloten wordlt, en
zonder speciale permissie komt hier niemand
voorbij. 'Des namiddags na 4 uur is olie toe
gong verboden. Wij hodden die speciale permis
sie van Mr. Carter, dien we bij den ingang van
hef f>ra^ aantroffen, zoodat we aanstonds de
steencn trap mochten afdalen om te zien wat
tegenwoordig zoovele pennen en tongen in be- j
weging brengt. Nu een twaalftal treden in den j
rotsbodem te zijn afgedaald, kwamen we in de
eerste grafkamer, waar een helper van mr. Car
ter, Mr. Collendor, toezicht hield bij de pas ge-
vonden sarcofaag van den koning, cn alle ge-
wenschte inlichtingen gaf.
In den achtermuur dézer kamer was een
opening gehakt, die toegang gof tot de tweede
giofkomer waarin de prachtige sarcofaag is ge
vonden, die bij ons bezoek voor de opening j
stond. Aan weerszijden van de opening staat J
een levensgroot Kouter, beeld van den koning, j
Ik vrees dat het mij niet zal gelukken een duide-
lijk beeld te schetsen van deze drie buitenge-
woon merkwaardige voo^ve» pen, maai ik wil j
hef t°ch probecren.
De beide koningsstatuen zijn bijna gehee! aan j
elkaar gelijk, uitgezonderd de haartooi. De
koning staat rechtop, mei den linkervoet voor-
uit, in de linkerhand een vergulde stof, van j
pl.m, 1 Yi M. lengte, welks ondereinde op den
grond rust. Op 't hoofd een met bladgoud in
gelegde kap, met breede schanderblndcn van
bladgoud, aar. het voorhoofd cn op de schort
gouden (of vergulde?) ureus-slongen de- be-
schermers'des konings. Rug, borst, armen en aan
gezicht zijn gitzwart geverfd, de zwarte kleui-
stof werd et zoo dik opgesmeerd, dat ze, (door I
de warmte?) smeltend, in dikke druppels of- 1
vloeide op den met bladgoud overtrokken voor-
schoot. Om de beide bovenarmen cn de beide pol
sen eveneens breede bonden van bladgoud, aan
de voeten sandalen, die, zooals Mr. Cailendar
mij mededeelde waarschijnlijk van massief goud
zijn. Nog nimmer werden in een graf stnlucn
van die grootten aangetroffen. Vermeld zij nog
dat het aangezicht der statuen, die aan de rech
terzijde der genoemde opening staat, ovei de
geheele lengte is gespleten; de scheur begint
bij het voorhoofd, loopt door het linkeroog tot
naast den linker mondhoek.
Bijna nog interessanter is het derde stuk: de
sarcofaag. Hij was, toen wij hem zagen, cn nu
nog, ongeopend, zoodat het nog niet geheel
zeker is, of de mummie van den koning nog aan
wezig is. Wel schijnt hef nu reeds vost te staan,
dat het verschillende in elkoargezete sarcofagen
zijn. De buitenste, voor ons alleen zichtbaar, is
van hout, geheel met bladgoud on faience in
gelegd. De sarcofaag is, (naar schatting) 214
meter hoog cn 3 meter lang. Door de eigenoar-
dige lijnen-tcekcningen overlangs is waarschijn
lijk het gerucht ontstaan als zouden drie sarco
fagen zijn gevonden. Inderdaad kon het gevaar
te op het eerste gezicht doen denken aan dno
op elkaar gezette sarcofagen. De zijwond is in
zes over de geheele lengte loopenóc vakken ver
deeld, ieder met eigen versieringen. Op een der
bovenste vakken is heel duidelijk de nnnm Toet-
Ankh-Amen (in goud) te lezen en donrondei
(over de geheele lengte) de zgn. „protokol", d. i.
de gezamenlijke koningstitels (eveneens in goud).
Daaronder een vak (ook over de geheele 'eng
te) waarin telkens twee gouden d e d-teekens en
twee s a-teckens, terwijl de tusschcnruimten zijn
opgevuld met blouw-groen foïcnce, welke kleu-
ren-combinatie een schitterend effect maakt. In
het naQr beneden volgende vak weer de r) o d-
cn de s a-teekens, benevens het dubbele uza-
oog. (Het d e d-teeken is het teeken van duur,
kracht, stabiliteit; het s a-teeken werkt als be
schermend amulet, het u z a-oog is het magisch
symbool van leven). Het geheel maakt een ge
weldigen indruk van pracht en schoonheid.
In de eerste kamer waren bovendien een paar
kleinere voorwerpen neergezet: ccn albasten
cup-bcorer, als fijn snijwerk, versierd met de
magische teekens voor leven en eeuwig
heid. Een prachtstuk. En eindelijk ccn sierlijk
gesneden houten gons. De overige voorwerpen
van de gevonden schatten waren reeds overge
bracht naar een dichtbijgelegen leegstaand
grof, cn konden niet bezichtigd worden.
Toen ik Mr. Carter vroeg naar hof bekende
verhaal als zouden papyri zijn gevonden waar
uit bleek dat vroeger dieven in hot graf waren
geweest, die hun gerechte straf ontvingen, kreeg
ik ten antwoord: „praatjes! U moet niet verge
ten dot de correspondenten der bladen voo: c:k
woord dat ze over Toet-Ankh-Amen melden,
worden betaald; daarom worden zoo veel leu
gens door de bloden verteld. Ecnig bewijs van
diefstal is in het geheel niet aanwezig!
Het onderzoek wordt woarschijnlijk nog kor
ten tijd voortgezet, daarna wordt bet geheele
grof afgesloten tot een volgend seizoen. (Dij is
intusschcn, zooals men weet, geschied. Red.)
Dat de vondsten nog niet ten einde zijn, is reeds
duidelijk: een zijkamer dezer eerste kamer is
ontdekt door een gat in den muur te hokken.
Toen Mr. Carter zich had overtuigd dat ook
daar allerlei kostbaarheden lagen opgestapeld,
werd deze opening weer dichtgcpleisterd tot
later.
Nog zij vermeld, dat het aan de hardnekkige
en stelselmatige onderzoekingen van Mr. Cm ter
te danken is, dat dit grof is gevonden. Mr. Car
narvon, die, zoonis bekend is, in deze zaak do rol
van Maecenas vervult, beweerde, dat men op
die plek wel kon ophouden mot zookon, ->mdat
daér toch niets gevonden zou worden. Moor Mr.
Carter hield vol en op den Ten November !Q22
vond hij de boveaste trede van de diep onder
het puin bedolven stcenen trap die naar dc graf
kamer voert.
Varkensmarkt - Amerslocrf.
Speciale nhh cllns;:
WIJERSSTItAAT 14. Tel. 2«5
{Speciale behandeling tegen uit
vallen en afbreken van liet baar.
IIA ar zalf - Paarxcei» voorkomt
de roes cn liet vot worden
van liet Itaar.
K-rneroverzicht.
Tweede Kamer
Vergadering van 9 Maart 192 li.
Geopend: 1.05 uur.
Voorzitter: Mr. D. A. P. N. Kooien.
Regeling van werkzaamheden.
De Voorzitter stelt voor Dinsdag o.s. bij
den aanvang een'ge wetsontwerpen aan de orde
te stellen en om na de Jachtwet te behandelen
do P. T. T.-bcgroolirg over 1923, het wetsvoor-
stel-Duijs c. s. en het Regeringsvoorstel tot wij
ziging der Rcgistrat'ewct en der Ouderdomswet.
Jochtwct.
Voortgezet wordt daarna de behandeling van
de Jachtwet.
Bij art. 1 licht de heer B r a a t (P. B.) het
nnicndrmcnt-Braat-De Boer toe, strekkende om
de Kroon niet het recht te geven, af le wijken
voor bepaalde gedeelten van het Rijk von de
verdeeling in wild cn schadelijk gedierte.
Dc heer DuymoervonT wist (A. R.) licht
zijn amendement toe, strekkende om uit te slui
ten de mogelijkheid, dot schadelijk gedierte als
wild zou worden beschouwd.
De heer von Rappord (V. B.) licht namens
den heer Kolkman diens omendement toe, om
fazanten te rangschikken onder klein wild en niet
onder schadelijk gedierte.'Als de fazant in som
mige streken veelvuldig voorkomt, kon deze toch
door den minister als schadelijk gedierte wor
den aangewezen.
De heer Hicmstra (S. D.) bestrijdt het
amendement-Kolkman, omdat het ingrijpen der
Regcering niet voldoende waarborg is tegen vcr-
ooizeking von schade door dc fazanten.
De heer Sosse van Ysselt (R.-K.) be
veelt het amendemcnt-Duymocr van Twist aan,
waardoor het omcndement-Braat kon vervollen,
omdat het minder juist is. Spr. zal voor het
eerstgenoemde amendement stemmen, als voor
de fazant ccn uitzondering wordt gemankt. Spr.
geeft den voorsteller In overweging oen wijzi
ging in dien geest oen te brengen.
De heer Duymaer van Twist had eerst
een amendement willen indienen, om dc wildo
gons al schadelijk gedierte te beschouwen. Thons
vraagt spreker van den minister dc toezegging,
om voor bepaalde streken de wilde gonzen on
der schodelijk gedierte tc rangschikken.
De heer Weitkomp (C. H.) betoogt, dot de
fazant volgens deskundigen als het Ncd. Land-
bouwcomité cn de Nederlondschc Jachtcommis-
sie de fazant voor sommige gedeelten schade
lijk is en voor ondwere niet. Door de fazant in-
heemsch is, in boschrijke streken, is hij zeer ze
ker schadelijk. Spr. zol stemmen voor het nmen-
d^ment-Duymoer van Twist.
De heer Deckers (R.-K.) vraagt een inlich
ting over de mogelijke afwijking door dc Kroon
van de indeeling in wild en schadelijk gedierte.
Als een der wi'dsoorten wordt geschrapt, moet
«"lie soort onder een andere rubriek worden on
dergebracht, wat thar.s in dit artikel niet is gc-
rcge!d. Spr. bestriidt het omcndcmcnt-Kölkmon,
maar zol stemmen voor dat van den heer Duy
maer van Twist, mits de wijziging van den heer
Sossc van Ysselt wordt overgenomen. Spr. dient
een sub-amendement op dit omendement in, met
deze strekking.
De V o o z i 11 e r acht dit een nieuw amen
dement.
De heer Wintermons (R.-K.) bestrijdt het
amendement ven den heer Kolkman.
De Minister van Binnenlandse he
Zaken en Landbouw, de heer Ruijs de
Beprenbrouck, belooft den heer Duymaer van
Twist zijn aandacht te zullen tvijden aan den wil
den gans. Den heer Deckers antwoordt spreker,
dat bij schrapping van een diersoort u.t een der
groepen, ze wordt ondergebracht bij een der an
dere groepen.
Tot dc amendementen komende, verzoekt spr.
de Kamerleden bij de veelheid der emmdemen-
'.en vooral nieuwe amendementen cenige uren
van tevoren in te dienen, opdat de kwesties te
overzien zullen zijn.
Wat 't amendemen-Braot betreft, dc gemaakte
bepaling geeft meer soepelheid aan de wet.
Het mooie bosch. de grpote hei,
Het meert ie zelfs in de vallei.
Alles wordt ten loon gesteld.
U. M. O. geeft U al dat schcone.
Wilt nu U. M. O. ook beloonen.
Door 't lidmaatschap 1.50.
Secretariaat: Blankenheimstraat 16.
- L&N6ESTR A AT 43 -
met VOL Westminster slagwerk f50-
Oorspronkelijke detectiveroman
dooi
R. J. BRANDENBURG.
32
Ik was het volkomen met Arthur eens. Had
het geval niet Tilly betroffen, dan hadden we
ons kimnen verheugen in een succes of liever
Arthur's succes, hadden triomfantelijk kunnen
spreken over de wijze waarop Arthur de vele
moeilijkheden te boven was gekomen en den weg
had gevonden in den doolholf van motieven,
die aan zoo talrijke misdaden ten gronds'ag
hadden gelegen.
Maar wij moesten Tiily zeggen dat Harold
Bird was vermoord en konden haar niet eens
vertellen hoe wij ons hadden beijverd er voor
te zorgen dat haar geheim zooveel mogelijk be
waard was.
„Het bezwaar van het aten is gauw opgelost,"
meende ik en ik schelde John en zeide hem
voor een koud souper te zorgen.
Even later zaten wij aan tafel en bewezen aan
den maaltijd alle eer. We hadden door onzen
tocht een flinken honger gekregen en het tafel
gesprek vlotte eerst nadat aan de voornaamste
eischcn die onze maag stelde, was voldaan.
Bij de koffie, die wc in mijn boudoirtje ge
bruikten, babbelden we gezellig over... onszel-
vcn en vergaten voor een oogenblik de gebeur
tenissen der laatste weken. Dit halfuurtje was
gewijd aan onze liefde.
Wij werden opgeschrikt door het ki nken van
vTcolijke stemmen in den gang, het be$ie be
wijs dat tante geslaagd was het ongelukkige
nieuws voor Tilly verborgen te houden.
Wij gingen naar beneden om tante, lady
Wasleword cn Tilly te begroeten.
„Zijn jullie ol thuis?" vroog tante.
„Ja net. wij hebben hier gegeten, wij hadden
nog geen tijd daarvoor."
„Waar zijn jullie toch den heelen dog ge
weest klonk Tilly's jonge stem-
,.Da! zal ik je zoo meteen vertellen," antwoord
de Arthur.
„Zoo een verliefd stel I" plaagde ze, „dat gaai
er samen den heclcn dog op uit en leeft van
de liefde
Teen moesfen we de felicitaties in ontvangst
nemen van lecy Wastcword en Tilly, die natuur
lijk door tante waren ingelicht en daarop gingen
we naar het salon en belde tante om thee.
„Ik zal even den chauffeur zeggen dat hij nu
wel weg kan gaan, hij kan dan den open wagen
bij mijn garage brengen."
I Toen Arthur terug was gekomen was tante
Janc juist bezig 1e verholen hoe ze lady Waste-
word had oveivol'en. Deze had eerst nret mee
willen gaan, maar dank zij het aandringen van
Tilly hod ze ten slotte toegegeven.
„Ik vond het zoo leuk." zei «Tiily, „zoo'n hee
len dag er eens uit."
„En ten slotte offerde je tante zich ook wei
-cn beetje op om mij pleizier e doen, want ik
zag er vreeselijk tegen or> den geheelen dag al
leen te moeten zitten." Tante Janc gaf ons een
knipoogje en ik begreep.wel hoe ze al haar di-
plomaricke talenten te hulp had moeten roepen
om lady Wnsteword te bewegen mee te gaan.
Deze scheen zeer vermoeid van de buiten
lucht tc 7Ün en deed toch wanhopige om recht
op te blijven zitten op haar stoel, zooals het be
taamt.
JUWELIER 0PTICI3N.
t tt cclïlsclieatrnai 23
1 eierln voor elke tak vao NFOUT
on rKNTOO^S' HI-M'G van:
Tilly vertelde nu welk een aard»gen' dag ze
gehad hadden cn hoe uitstekend i-nte haor gas
ten had geamuseerd, terwijl Arthur trachtte lady
Wasleword over te halen om even op de cana
pé le gaan liggen, waartoe ze zich eindelijk liet
overreden. Een weinig bekomen van haar ver
moeidheid hief de oude dame na eenigen tijd
hef bovenlichaam op en zeide plotseling „Maar
nu moeten jullie me toch eens vertellen,* waar
om of deze geheele beweging op touw is gezet.
Ik kan me maar niet anders voorstellen of daar
zit wat achter."
Hel groote moment was gekomen.
Arthur stond op en zeide kalm „Daar steekt
ook wat achter. En als Tiily cn Ann met me
mee naar de huiskamer willen gaan, dan zul
len we hoor inl'chlen en tante Jane wil zeker
wel zoo goed zijn om oon lady Wnsteword het
gebeurde mee te dee'en."
1 Ik bewonderde Arthur, hii stond kaarsrecht in
het licht der lomp en beheerschtc de situalie
geheel, om zijn mond lag de mii zoo bekende
wilskrochlige trek, vierkant lag de kin op het
boord, als gehouwen, de grijze oogen schitter
den.
„Is het zoo iets bijzonders?" informeerde Til
ly, maar toch meende ik te zien dat zij beefde
Ik voelde een groot medelijden met haar in mij
oprijzen en ik sloeg miyh arm om haar heen in
een ziist^lijke opwelling van genegenheid.
I Lady Wnsteword was doodsbleek geworden.
Wjf rrV-en de kamer uit, Arthur deed het eiec-
trische licht in de huiskomer aonf'appen. zette
drie sï~e'cn aan de tafel en deed Tilly in den
middelsten plaatsnemen.
Hel was doodstil, ook Tilly was nu wit ge
worden, scheen het naderend onhe:l tc voorvoe
len, ik zag hoe haar handen tri'den en haar
ocgen schenen nog grooter en donkerder te
worden. Mijn hort klopte hevig Waar had ik
vandaag dot klopoen van mijn hart nog eens
zoo sterk gevoeld? O, ja, op de trap in de
Oriënlol-bor.
Arthur had Tilly's handen vastgegrepen en
hield ze stevig omklemd, als wilde hij zijn kalm
te op haar overbrengen, hij zog haar srrak in 't
gelaat.
„We hebben inderdaad een kleine romedic op
touw gezet, Tilly", zoo begon hij. „maar we heb
ben dat gedaan voor jou, omdat wij zoo heel
veel van je houden. Wij moestofi vandaag den
gehee'en dog werken, alweer in jou belang. Je
zult dit alles wel heel raadselachtig vinden, Til
ly, maar we kunnen je niets verder zeggen en je
moet ons ook nooit naar een ra explicatie
vragen."
Zij keek hem oon met den blik als van ccn ge
wond dier, zij trachtte hoor handen tc bevrijden
uit Arthurs greep maar hij liet zo niet los.
„Zeg het nu maar zeg het nu maar.
klaagde ze als een kind-
„Dc moet je nu iets heel droevigs vertellen,'*
sprak Arthur.
„Is het Hnrtrid HaroldZelfmoord
gilde ze opeens, in haar oogen blonk een
krankzinnige glans. Ze vloog overeind. Ook Ar
thur rees op. Ze stonden borst tegen borst on
oogi-in oog, terwijl hij steeds haar honden om
kneld hield.
„Neen," antwoordde Arthur cn nooit hoorde
ik een woord met zulk een kracht van overtui
ging uitspreken.
„Neen het was geen zelfmoord, ik geef je de
plechtige verzekering dot het geen zelfmoord
was. Harold is vanmorgen vermoord gevonden
in het Victoriopark. Het was moord, want do
revolver is niet gevonden."
Tilly leunde achterover in haar stoel, do
oogen gesloten. Ik knielde naast haar neer, sloeg
mijn armen om haar heen en drukte mijn hoofd
in haar schoot.
Schoenwerk en Spoitartikelen
Langestraat IIS - Tel. 70