AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" tweede blad. De Kamp^rbtnnenport. BINNENLAND i 21e Jaaroang No. 241 Zaterdag 14 April £22 In verband met het ingezonden stuk van den heer Fr. Vermeulen in ons blad van Zaterdag j.l. achten wij het niet ondien stig thans ook onderstaand artikel op te ne men van den heer J. B. van de Haar Jr., verschenen in het „Bouwkundig Week blad Het artikel van den heer Schulte Nord- holt in het Januari-numer van het Tijd schrift voor Volkshuisvesting, over de Kamperbinnenpoort te Amersfoort gaf mij aanleiding mijn inzichten over de oplos sing van dit vraagstuk neer te schrijven en daarbij als toelichting enkele schetsen te voegen. Laat ik beginnen met te verklaren vóór opruiming van de torentjes met hunne om bouwing te zijn. Er t zijn overwegingen ge noeg waarom men geneigd zou zijn te zeggen: laat ze nog wat staan, ze doen het daar nog zoo goed. Lap ze wat bij, maar met overleg, ze kunnen dan nog jaren mee. Is u wel eens vroeg in den morgen daar ge weest of bij herfstweer als de lucht zoo naar regen staat, maar met toch nog wat zon Alleraardigst geheel dan die torentjes met de huisjes er tegenaan geleund, de atmos-j feer van het oude zweeft er om, 't geval doet me denken aan zeker op die manier is er een lans te breken voor het behoud van dit fragment van onze mooie Nederlandsche middeleeuwse he bouwkunst. Maar ook niet anders dan op die wijze is het behoud te be pleiten van deze groep gebouwtjes waar veel bekoorlijks aan is, maar ook veel minder mooie en leelijke gedeelten. Altijd wanneer men voor het behoud van de Kamperbinnenpoort gepraat of geschre ven heeft, was de ondertoon iets of wat sen timenteel; 't idyllische plekje, de geschiede nis, de piëteit tegenover ja piëteit en dat in een tijd waarin het bestaanbaar is dat op dit oogenblik de oude Koppelpoort wordt beleedigd door in haar onmiddelijke omge ving een huis te bouwen, dat de houding aanneemt in de zestiende eeuw gebouwd te zijn. Hoe anderen over afbraak van oude ge bouwen denken kan blijken uit de stukken betreffende den Haagschen Raadhuisbouw. Architect de Bazel zegt daarin: „Dat het per ceel Lage-Voorhout no. 48 op de mo numentenlijst is geplaatst zegt m.i. nog niet dat dit perceel ten eeuwigen dage tegen alle andere belangen in moet worden ge spaard". De Directeur van het Rijksbureau voor monumentenzorg zeide: „De lijst is geen wet van Meden en Persen". Burgemeester en Wethouders van den Haag zeggen over het zelfde monument„Plaatsing op die lijst heeft toch nooit de beteekenis dat eenig bouwwerk, dat in verband met verkeers- eischen niet kan blijven bestaan, nimmer zou mogen verdwijnen". Als er dan geen dwingende redenen zijn om de resten van de Kamperbinnenpoort te behouden, wat zijn er dan wel voor rede nen om wat er nog staat te willen sloopen en op te ruimen. - Bouwvalligheid, slechte en zeer verou derde woningtoestanden in meerdere per- ceelen, verkeersbelemmering, gevaar voor alle, passeerenden, zoowel voor voet gangers *ls het rijverkeer. Ziehier de meest in .iet oog springende argumenten voor slooping. De bouwvalligheid behoeft geen nader betoog; het feit, dat Ged. Staten op de noodzakelijkheid van het herstel moeten wij zen, de begrooting van de Gem. Amers foort groot 9000.voor de noodzakelijke herstellingen, deze gegevens zijn voldoende om het eerste argument niet meer in twijfel te trekken. De slechte woningtoestanden, die men in meerdere perceelen aantreft, behoeft niet te verwonderen, daarvan kan elke leek zich overtuigen, en dat de woningen niet aan zeer matiggestelde moderne eischen vol doen ligt voor de hand bij een hier gehul digd bouwsysteem van bij-, aan- op- en ver bouw in de 19de eeuw en daarvoor. Dat de Kamperbinnenpoort een verkeers belemmering is neemt ieder aan die weet, dat deze doorgang gemiddeld niet breeder is dan 4.75 M. over een lengte van 35 M. met als nauwst en doorgang 3.60 M. Wanneer hier een wagen of auto passeert, blijft er aan weeszijden voor het overige ver keer 80 c. M. over. Dat de Kamperbinnenpoort gevaar ople vert is zeker en wordt m.i. volstrekt niet weersproken door het feit dat er zelden of nooit ernstige ongelukken plaats hebben. Elke wegkruising levert gevaar op in meer dere of mindere mate en dat gevaar wordt hier vergroot door de te smalle straat waar door alle uitzicht voor de bestuurders van een voertuig wordt benomen door het feit. dat de hoofdverkeersweg hier tevens het doorgaand verkeer UtrechtZwolle, Am sterdamApeldoorn enz. moet verwerken. Zal, wanneer fig. I twee verkeerswegen voorstel het verkeer op het kruispunt zonder gevaar zijn, dan dient döar een ver keersagent regelend op te treden. Deze agent heeft uitzicht in alle vier de straten en ziet dus voor de bestuurders van naderende voertuigen. Zoon verkeersagent is echter duur, goeakooper en net zoo goed is den bestuurders zelf uitzicht in alle straten te geven. Dit is bereikt in fig. 2 door afschui ning van de hoeken. Fig. 1. Fig. 2. Wanneer de afschuining (voor stadsver keer) zoo genomen wordt, dat de bestuur der ongeveer 10 M. vóór de kruising uitzicht heeft dan is dat in het algemeen meer dan voldoende om door vaartvermindering of stoppen aanrijding te voorkomen. Wanneer nu een drukken verkeersweg tweemaal op korten afstand gekruist wordt door een dwarsweg zooals fig. 3 aangeeft, dan is, wanneer men het zonder verkeers- Fig. 3. agenlen wil doen, in fig. 4 de vanzelf volgen de oplossing gevonden om aan eiken be stuurder zelf uitzicht te geven. Hier is een plein ontstaan waarop we de gestippelde driehoeken onbebouwd laten, waardoor een mooiere ruimtewerking wordt verkregen, ter wijl* tevens de driehoekige vorm zich min der leent voor bebouwing. Fig. 4. De lezer houde mij dit paragraafje theorie ten goede, we komen nu van zelf weer op het Kamperbinnenpoort-vraagstuk terug. Wanneer we de onmiddellijke omgeving van de pooit in plattegrond bezien, fig. 5, dan merken we dat we hier te doen hebben met het geval van fig. 3 en dus de oplossing moe ten zoeken in de richting van fig. 4. We gaan dus den ouden opstal, hoewel een ge voel van spijt om de noodzakelijkheid daar van, aan 't sloopen en krijgen ruimte voor ons plein, of anders gezegd we geven den passeerenden bestuurders het voor hen on ontbeerlijke uitzicht. Fig. 6 geeft den toe stand weer zooals deze dan zou worden, de voor het verkeer theoretisch juiste vorm. Er zijn echter meer factoren in 't spel dan alleen het verkeer. Waar we zooals hier een mooi groepje moeten offeren willen we daarvoor trachten iets goeds terug te geven Dit kan alleen wanneer het plan vooraf van alle kanten be keken wordt. Na overwegingen van allerlei aard, maar in de eerste plaats aan het stadsschoon en het zich aanpassen van het geheel in de oude pittoreske omgeving komen we dan tot de oplossing vaarvan fig. 7 en 8 den platte grond en een vogelvlucht te zien geven. Het zal noodig zijn een korte toelichting bij deze schetsen te geven ter motiveering van het verschil tusschen de plattegronden van fig. 6 en 7. Fig. 6. De Langestraat en Kampstraat vormen te zamen een drukken verkeersweg, vooral op marktdagen en in de zomervacantie wanneer het groottoerisme Amersfoort door trekt Daar moet dus met de maximum" toegelaten snelheid gereden kunnen worden zonder gevaar. De Singel als eerste kruising neemt hoofdzaak het minder snelle stadsverkeer op, terwijl de Muurhuizen, de tweede krui sing weinig passage heeft. Het gebruik van de kruisingen is dus op het oogenblik nog niet zeer druk te noemen. De afschuiningen op de hoeken welke ge stippeld zijn kunnen te zijner tijd, wanneer het verkeer toeneemt, worden uitgevoerd. Hierdoor heeft het plein in dit plan een recht- hoekigen vorm gekregen met hoofdafmetin gen van 22.— M. breedte en 48.— M. leng te. Deze pleinaanleg in den schilderachtigen stadsaanleg met zijn kromme, vrij smalle straatjes en singels komt mij wel wat ruim voor. Het streng geometrische eenigszins monu mentale van den rechthoekigen pleinvorm moet worden verzacht, de grootc lengte wat worden gebroken en dat wel zonder aan de verkeerseischen te kort te doen. Daarbij komt nog dat de omsluiting van de stads kern door de Muurhuizen, die de oude bin nenstad zoo karakteristiek omspant/ op deze plaats een gevoelige wond zou zijn toege bracht. Deze overweging leidde er toe mid den over het plein een poortgebouw te zet ten. Fig. 5. Fig. 7. Het voordeel daarvan is dat het plein nu wordt verdeeld in twee intiemere ruimten, beter passend bij de aansluitende lage hoek- bebouwingen. Voor het verkeer is deze poort geen belemmering, zij tTeedt zelfs regelend op door haar vorm. De middenkolommen scheiden het komend- en gaand-rijverkeer en voor de voetagangers is met aparte zij- doorgangen voor veiligheid gezorgd. De oude stadsomsluiting behoudt zoo haar scha kel. Het poortgebouw is tevens een rustpunt voor het oog wat hier wel noodig is. De aan- eengetrokken Lange- en Kampstraat zouden zonder haar een lang recht eind vormen en daardoor vervelend worden, terwijl de bouw wijze van oud Amersfoort, lange rechte stra ten niet toelaat. Waar hier gesproken werd van aansluiting van het nieuwe bij het oude, is zooals wel van zelf spreekt niet gedacht aan het ont wierpen van de nieuwe bebouwing in een be paalden ouden stijl, dit werkt de samenhoo- righeid niet in de hand, het maakt het ver schil tusschen het oude en nieuwe slechts stuitender. De gevels van de pleinombou- wing zullen logisch uit den plntte-grond moeten worden opgebouwd. Fig. 8. De vormgeving zal zijn afgeleid of moet voortvloeien uit de tegenwoordige eischen, die wij stellen aan constuctie, materiaal en comfort, waarbij dan van zelf de fantasie van den ontwerper een niet onbelangrijk woord meespreekt. Het zij mij veroorloofd hier tot besluit aan te halen de woorden van den heer Schulte Nordholt die schreef: „En daarom blijft, in dien het, wat wij ontkennen, werkelijk waar „is, dat de verkeerstoestónd ter plaatse on- „houdbaar is, slechts over de torentjes te „sloopen, dé straatwanden terug te plaatsen „en een nieuwe bebouwing van de Kamper- binnenpoort uit te voeren, maar een vooraf ,„in alle onderdeelen, zoowel uit verkeers- „als uit architectonisch- en stedenbouwkun dig oogpunt, wel overwogen plan". Wij hopen voor Amersfoort, dat zij, die tot slooping zullen besluiten, dit niet zullen doen zonder tevens te besluiten tot het doen maken en uitvoeren van een plan als door den heer S. N. aangeduid, alleen dan is sloo- ping te verantwoorden. Laat de geschiedenis van het midden-Dam-terrein in onze hoofd stad een waarschuwing voor ons zijn geen oude schoenen weg te gooien voor we nieuwe hebben. J. B. VAN DE HAAR Jr. EEN WITBOEK OVER DE DERDE VOLKEN BONDSVERGADERING. Verschenen is een Witboek, inhoudende het verslag van ce derde Volkenbondsvergadering. Behalve een inleiding en het verslag, dat 34 pagina's beslaat, bevat het Witboek nog ccnige op het verslag betrekking hebbende bijlagen. In dc inleiding wordt gezegd, dot men niet te spoedig een beslist pessimistisch antwoord moet geven op de vraag, of de Volkenbond aan de gestelde verwachtingen heeft voldaan. Wanneer men billijk wi) zijn tegenover de nieu we volkengemeenschap, dan moet niet voor bijgezien worden, hoezeer de omstandigheden, waaronder zij tot dusver heeft moeten werken, verschillenden van die, welken riicn zich bij haar oprichting hod voorgesteld, en hoe ver thans, bijna vier jaren na het sluiten van het vredesverdrag, de wereld nog verwijderd is van dien toestand van vrede en rust, die voor een voorspoedige ontwikkeling- van de nog zoo zwakke internationale organisatie een noodza kelijke voorwaarde is. Wonneer men hiermede rekening houdt, dan zal niet in dc eerste plaats aan den Volkenbond de groote teleurstelling geweten worden, die de internationale verhoudingen sinds zijn op richting hebben gewekt in den geest van alien, die op een duurzame verbetering daarvan had den gehoopt. Integendeel zal men aan het einde der derde vergadering niet zonder voldoening op de werk zaamheid van den Bond terugzien en moeien erkennen, dat hij de gevaarlijke kiippen, die in den aanvang zich in zijn weg vertoonden, heeft weten te omzeilen. Bestond aanvankelijk de vrees, dat zich in den Bond een zeker exclusivisme tegenover de vroe gere vijanden der geallieerde mogendheden zou openbaren, deze vrees is tot nu toe niet ge grond gebleken. De Duitsche regeering gaf nog niet den wensch te kennen, tot den Bond toe te tre Jen. De afwezigheid van Amerika ligt nog steeds als een schaduw over de werkzaamheid van den Bond. Verheugend is echter, dat zich ook bij de regeering aldaar eei> toenemende neiging openbaart met de technische organi saties van den Bond zoowel als rnet het Per manente Hof van Inlemotionnle Justitie samen werking te zoeken. De merkwaardige verhouding, die het Vol kenbondsverdrag heeft inges'eld tüsschen Ver gadering en Raad, die als twee vrijwel gelijk gerechtigde organen naast elkander zijn ge steld, heeft ook dit jaar niet tot moeilijkheden aanleiding gegeven. Het rechtsprekend orgaan van den Volken bond, het hier te lande zetelende Permanente Hof var. Internationale Justitie, is zijn werk- ruomhedpn begonnen; het aantal gevallen, dat tot dusver ter beoordeeling aan het Hof is voor gelegd, geeft aanleiding met vertrouwen de ver dere ontwikkeling van dc we-Itruomheid van deze wereldrechtbank tegemoet te zien Bijzondere aandacht hoelt de Derde Verga dering gewijd aan het* vroogsljk van de ver mindering der bewapening. Op den v«,o*grond stond dit jaar hel denkbeeld van Rn samen koppeling van de vermindering *ran bewape ning aa* garantieverdragen Ongetwijfeld mo.-t dit denkbeeld met groote zo.gvuldlgheid worden bestudeerd. Vermedpp moet v/o der dar geg.o- pen wordt naar middelen, die, hoe aanlokkelijk zij ook moge schijnen, op den duur den goeden internationalen geest meer zouden verzwakken dan versterken. Waar ditmaal in tegenstelling met de bei de vorige jaren geen verantwoordelijk regee- ringspersoon van de delegatie kon der.! uitma ken, scheen het niet ongewenscht, aan de hand van dc agenda der vergadering ton opzichte van verschillende onderdeden vpn de te behande len materie het standpunt der regeering neer te leggen. Dit geschiedde in een schrifte ijk© instructie, die ter griffie der Tweede Kamer is godeponeerd. Na een overzicht van de samenstelling der verschillende commissies en de deelname daar aan door de Nederlandsche gedelegeerden, deelt het Witboek o.m. mede In de Ie commissie wees de heer Struyckcn er op, dat meer cn meer op den voorgrond treedt het onderscheid tusschen het stelsel der algemeenc' garantie ecnerzijds cn dat der bij zondere verdrogen, waarbij alleen dc stoten van eenzelfde continent of gedeelte daarvan elkan der zekere woarborgen zouden geven, ander zijds. De Nederlandsche gedelegeerde meende, dat deze nieuwe gezichtspunten voldoende oen leiding waren, om de vraag van art. 10 van het Volkenbondsverdrog oan een verdere studie te onderwerpen. Het bleek, dot dit inzicht von den heer Struyc- ken in de Tc commissie instemming vond; de Belgische delegatie stelde voor, dit nieuwe on derzoek op te drogen aan de gemengde tijde lijke commissie, ton einde het verbond met het ontwapeningsvroogstuk volkomen tot zijn recht te doen komen. Op voorstel von de Britsche delegatie werd dc znok echter verwezen naar de Vierde Vergadering, waarbij aan den Rond de beslissing zou worden gclotcn op welke wij ze intusschen bestudeering van het vraag stuk ter hand zou worden genomen. Aan den heer Struyckcn werd opgedragen, over dit onderwerp in de vergadering rapport uit te brengen. In zijn op 23 September ge houden rede schetste spr. de sterk uiteenloo- pende appreciaties van het tegenwoordige art. 10 en zette de overwegingen uiteen, die de com missie er toe hadden gebracht, om het nemen van een beslissing opnieuw uit te stellen. De Canndceschc delegatie, die verduidelijking van art. 10 svenschte, zette nader haar stond- punt uiteen, evenals de Fransche, die de eischen der Canadeesche overdreven achtte. jicht, spit, stramheid in de ledematen be hoeven U niet meer te kwellen- Grijpt naar bet heerlijke wrijfmiddel, dat tot diep in de huid zijn weldadig verzach tende werking voort zet, nw spieren weer lenig maakt cn uw pijnen verdrijft; den ook beroemd bij wonden, brand blaren, zweren, huiduitslag, aam- en. winterhanden cn -voeten. 'rti verkriifbijr per pof f 0.80, f I 60, f 3.—. Etulvt ooïc h.indtteJcrnjng- L. I. AKKER, Rotterdam ffHUM IIH—Mg BOND VOOR INTERNATIONALE HUMANI TEIT EN GERECHTIGHEID. Aan de Eerste en Tweodc Knmei der Staten- Generaal is het volgende adres verzonden Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Bond vpor International' Humaniteit en Ge rechtigheid, opgericht den 4cn September 1921, Waarvan de statuten zijn goedgekeurd bij Ko ninklijk Besluit van den T5en December 1921 dat tengevolge van de beslissingen genomen in de vergaderingen der beide Kamers van de Staten-Gencraal, achtereenvolgens van den I9en Februari cn den 6cn Mnort 1020, Nederland is toegetreden als lid tot den Volkenbond, welks statuut berust op de nocvolgende overwegin gen „Les Hautes Porties Contraclnntes" considéront qifb, pour développer la coope ration entre les Nations et pour leur garantir In poix et Ia sürctc, il importe": „d'occepter certaincs obligations dc ne pas recourir o la guerre", „d'cntretqnir au grand jour des relations In ternationales fondées sur la justice et l'hon- neur", „d'obscrver rigourcusement les prescriptions du Dioit International, reconnues dósormais commc règle dc conduite effective des Goaver- nements", „de faire règner la Justice et dc respecter scrupuleusement toutes les obligations des Ttaités dans les rapports mütüels drs peuplcs organises", etc. etc.; dat de eerste drie hier genoemde grondbe ginselen voor d'' onderlinge verhouding der volkeren geenerlei beperking bevatten ten aan zien van de gevallen, waarin zij toepassing zul- ln vinden dat de daar gestelde regelen derhalve even zeer geldig zijn tegenover niot-Ieden als ten aanzien van leden der volkeren-orgonisatie dot het Koninkrijk der Nederlanden door zijn toetreding tot den Volkenbond deze grondstel lingen tot dc zijne heeft gemaakt en zedeiijk verplicht is voor hare naleving in alle voorko mende gevallen te waken dat in Artikel 11 van genoemd statuut van den Volkenbond bovendien uitdrukkelijk is vastgelegd „II est, en outre, décloré que tout Membre dc la Société n le droit a tit re arnica! d'appe- ler l'attention de l'Assemblée ou du Conseil sur toute circonstance dc nature a affecter les rela tions internationoles et qui menace por suite de troublcr la poix ou la bonne entente entre nations, dont la pnix depend." dat ook in dit artikel geen onderscheid wordt gemaakt in de wijze van handelen tegenover de volkeren, die niet als leden tot den Volkenbond zijn toegelaten, en de overige naties dat in Hoofdstuk IV van deel III „clauses poütiques européennes", de internationale sta tus omschreven is van het Saorbekken, waarbij in artikel 49, eerste lid, Duiischland ten gunst«

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 5