bij 1.1. SCHOTERMAN Zn.. Btr.str. 17 Tel. 145
ERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
ST. E M I LION
Eigengemaakte Kinderkleeding.
00Ü3-, ZILVER-, en UURWERKEN.
WILLEM GROENHUIZEN.
origineele
zeer aan te bevelen
Bordeaux, gewas 1917
Per flesch f 1.60, per anker f 65.-
DE FIRMA FONTEIN t SCHIPPERS,
LANGESTRAAT 24
behangerij stoffeerderij
BEDOENMARERIJ VERHUIZINGEN - DLEERIH6. Tel. 49G
bizonderheden:
BAD SALlRATtN RUDEL
A. v. d. WEG
LANGESTRAAT 23.
DERDE BLAD.
BUITENLAND.
BINNFM! AND.
Magaz. „De Dom".
Maison de Coiffure
FEUILLETON.
Carmen's Nederlaag.
G. VAN DUIN
Medailles, Kruizen, Kransen. Takken en Bekers.
LAKBALSCHOENEN
SNEEUWSCHOENEN
JACHTSCHOENEN
VOETBALSCHOENEN
joh- van dijk
Jpprrprig
•."4
Zaterda-
14 April 22
Ai minster Karpetion. Kwaliteiten als .óAr den oorlog 138.—, I «7.SO
1 81.50. Tap. Beige Karpetten I 30,- I 39.10, t 33.— f 31-50, f 39.30
Talelkleeden, Praeht Mohair k««Hulton. Grootste mnat I 30.30
SireepMlollon. 130 cM. breed per meier 1 3.35 en I 1.50.
IEI. K\ PIJNLIJKE EN
VERMOEIDE VOETEN.
Politiek Overzicht
De Berlijnsche correspondent van het Journal
beweert wij repten er al met een enkel woord
van dat hij van „zeer hoogstaande Berlijnsche
autoriteiten" bepaalde inlichtingen heeft gekre
gen, voor welker „volkomen authenticiteit" hij
instaat, maar voorzichtigheidshalve voegt hij er
tevens aan toe, dat sommige van zijn mededee-
lingen wel van Duitsche zijde zouden worden te.
gengesproken.
Deze inlichtingen hebben betrekking op een
nieuw schadeloosstellingsplan. De correspondent
zegt te hebben vernomen, dat dr. Hermes, de
rijksminister van financiën, naar, het schijnt in
samenwerking met staatssecretaris Bergmann,
een nieuw schadevergoedingsplan heeft uitge
werkt. Dit moet einde der vorige week in een
onderhoud met president Ebert aan dezen zijn
voorgelegd ter goedkeuring.
Volgens den correspondent bevat het plan
voorstellen voor een regeling, die van buitenge
woon „preciesen" aard is, zoowel met betrekking
tot de betalingen in baar als in natura en het
herstel der verwoeste streken. In het plan zou
Frankrijk een definitief schadeloosstellingsbe
drag van 26 milliard goudmark worden aange
boden, terwijl ook de bedragen, die aan België en
Italië zijn verschuldigd, derwijze zouden zijn
vastgesteld, dat de rechtvaardige aanspraken
van deze landen worden bevredigd. De mobili-
seering van deze schuld, waarvan de eerste an
nuïteit in zeer korten tijd zou kunnen worden
betaald, zou overeenkomstig het oorspronkelijke
plan van Bergmann door binnen- en buiten-
landsche leeningen worden opgebracht. De cor
respondent beweert verder, hoewel hij op dit
stuk van zok°n geen werkelijk nauwkeurige in
lichtingen heeft kunnen krijgen, dat Duitsch-
land, ter compensatie, de ontruiming van het
Roergebied bij de betaling van de eerste annuï
teit zou eischen. Echter schijnt Duitschland ook
verder volkomen afwijzend te staan tegenover de
volkomen demilitarisatie van het Rijnland, zoo
als men zich deze te Parijs denkt.
„Ik kan niet precies zeggen", aldus wordt ver
der in het bewuste telegram van het Journal
gezegd, „of Hermes' plan reeds geheel door het
kabinet is goedgekeurd, maar het is^ zeker, dat
in tol van Duitsche kringen door de economi
sche en financieele moeilijkheden een ernstige
keer is ingetreden. Minister Hermes heeft krach
tig bij den minister van economische aangele
genheden, Becker, geïntervenieerd om hem dui
delijk te maken, dat de groote sommen, die elke
week aan de industrieelen en arbeiders van het
Roergebied worden uitbetaald, een gat slaan in
het budget van het rijk, dat onmogelijk meer kan
worden dicht gemaakt. Hermes moet zelfs heb
ben geweigerd met deze betalingen door te gaan,
althans in de mate, waarop ze tot dusver plaats
hebben. Tegelijkertijd hebben tal van industriee
len een/ dringenden stap bij Becker gedaan en
hem de noodlottige gevolgen geschetst, die do
bestendiging van den tegenwoordigen toestand
tenslotte voor de industrie zouden kunnen heb
ben. Onder deze omstandigheden heeft de minis
ter van economische aangelegenheden van zijn
tot dusver onbuigzame houding afgezien."
Deze toenadering tusschen de beide ministers
beteekent volgens het bewust Journol-telegram
nog niet, dat in den boezem van het kabinet een
volkomen overeenstemming heerscht Zoo zou
Rosenberg, de minister van buitenlandsche za
ken, afwijzend staan tegenover het plan van Her
mes. Ook hij zou ervoor zijn de onderhandelin
gen te openen, maar hij. zou het niel opportuun
achten Duitsche voorstellen mee te deelen, vooi-
dat een internationale commissie van deskundi
gen zich had bezig gehouden met het betaal-
vermogen van Duitschland. Tenslotte gewaagt
de correspondent van geruchten omtrent de
mogelijkheid van een aftreden van het kabinet-
Cuno en deelt mede, dat dc particuliere secre
taris von Mussolini, groof d'Armi, de geheele
vorige week te Parijs heeft vertoefd, waar hij
talrijke conferenties met politieke en industrieele
persoonlijkheden heeft gehad.
Ziedaar weer een van de Franschc berichten
over een Duitsch reparaticplan. Dc juistheid er
van kan natuurlijk niet dadelijk" worden aanvaard
en de Duitsche bladen de Voss. Ztg. b.v. vin
den, dat in de mededeelingen van den Joumal-cor
respondent zeer veel verdichtsel en zeer weinig
waarheid schuilt. Inderdaad is dr. Hermes ver
leden Zaterdag bij den rijkspresident geweest
en heeft met hem over 'de Roerkwestie en het
vraagstuk der schadeloosstelling gesproken. Ook
de rijkskanselier en andere kabinetsleden heb
ben met den rijkspresident gesproken, maar wat
de Berlijnsche correspondent van het Journal
over den inhoud van een reparatie-plan van 't
riiksministerie van financiën, over de goedkeu
ring door den rijkspresident en de mogelijkheid
van een kanseliers-crisis vertelt, wordt door de
Berlijnsche bladen als fantasie beschouwd, die
niet eens een démenti vannoode heeft. Dat dé
menti is echter reeds gegeven; blijkens een tele
gram in ons middagblad worden de feiten, ver
meld door 4en Journal-correspondent, onjuist
en tendentieus genoemd. Het valt moeilijk zich
in dezen strijd te mengen. Als het straks wat
toch weer eens zal moeten gebeuren weer tot
onderhandelingen komt, zullen wij kunnen na
gaan, of de man van het Journal de plank al dan
niet heeft misgeslagen.
Ondertusschen blijven de geruchten en be
schouwingen over eventueele onderhandelhur-m
aanhouden. Donderdag zijn de aangekondigde
besprekingen tusschen den rijkskanselier en de
fractieleiders begonnen. De berichten ovéi de
resultaten daarvan luiden gunstig; er zou tus
schen de regecring en de fractieleiders olge-
heele overeenstemming bestaan. Of deze berich
ten voorbarig zijn De rijkskanselier toch zou
gisteren spreken met de vertegenwoordigers van
de partijen der z.g. arbeidsgemeenschap, de vol
gende dagen met die der sociaal-democraten en
Duitsch-hationalcn. Juist, wat deze laatste par
tijen, omdat zij de „lastigste" zijn, betreft, is het
van belang af te wachten, hoe zij staan tegen
over de plannen van de regeering. Cuno heeft
meermalen gezegd, dot van onderhandelen
geen sprake kan zijn, zoolang de Franschen het
nieuw-bezette gebied niet hebben ontruimd. In
soc.-dem. kringen wordt hierover anders gedacht
en dit blijkt vooral uit een artikel in de Vorwarts,
die het de plicht der rijksregeering acht met be
trekking tot de Roer- en schadeloosstellings
kwestie het diplomatieke initiatief te nemen. Het
soc.-dem. partijorgaan stelt vast, dat het pas.
sieve verzet het hoogtepunt van zijn kracht heeft
bereikt. Frankrijk heeft zich uit het isolement,
waarin het is geraakt met zijn vazallen, nog niet
bevrijd. Zoowel met het oog op de binnenland-
sche toestanden als de diplomatieke constellatie
bestaat voor Duitschland de mogelijkheid om te
onderhandelen, zonder te capituleeren. Deze be
trekkelijk gunstige toestand kan misschien niet
lang meer duren en hij kan misschien zdlfs nog
beter worden, wanneer Frankrijk weigert een
rechtvaardige regeüng der kwestie van het her
stel en der bezetting toe te laten en wanneer het
daardoor, ten aanschouwe van de geheele we
reld, in het ongelijk wordt gestald. Maar wanneer
de Duitsche regeering nalaat Poincaré op deze
wijze op de proef te stellen, wanneer zij zich in
den Roerstrijd op het volk en het toeval verlaat,
zonder zelf iets beslissends te doen, dan kan de
noodzakelijkheid om tot onderhandelingen over
te gaan op een tijdstip, dat veel ongunstiger is
dan het tegenwoordige, zich voordoen. Gedul
dig, meent de Vorwarts, moet worden afge
wacht, wat Poincaré in Duinkerken zal zeggen.
Daar het nationalisme in Frankrijk zeer veel
invloed heeft, doet Poincaré het groote rheto-
rische concessies. Maar, gaat de Vorwarts door,
welke woorden Poincaré te Duinkerken ook mo
ge spreken, die hij met het oog op de binncn-
landsche politieke toestanden in Frankrijk meent
te moeten spreken, zij kunnen niets veran
deren aan den plicht der Duitsche regeering,
het diplomatieke initiatief voor een oplossing
te nemen, dat bij den goeden wil der tegenpartij
der wereld den vurig verlangder vrede kan
brengen. De vraag van het oogenbÜk is, of de
Duitsche regeering den moed zal vinden onder
de gegeven relatief gunstige omstandigheden
aan te dringen op het openen van onderhande
lingen en of het haar zal lukken de onderhan
delingen zoo te voeren, dat de vitale belangen
van het Duitsche volk beschermd blijven en zijn
bevrijding van den militairen druk wordt verze
kerd. Zonder meer geeft het soc.-dem. partij
orgaan toe, dot het, van menschelijk standpunt
beschouwd, begrijpelijk is, wonneer deze of ge
ne ervooi terugschrikt. Maar wie het oogen-
hük benut is de juiste man, ook de juiste staats
man. Een Duitsche regeering, die over dc op
lossing deT tegenwoordige conflicten onderhan
delt, moet, zoowel wat concessies als weigerin
gen betreft, de overweldigende meerderheid van
het volk non haar zijde kunnen brengen. Maar
daartoe behoort een groote oprechtheid, vindt
de Vorwarts, die opmerkt, dat men het aan de
nationale demagogen moet overlaten zoo te
doen, alsof .Duitschland zou kunnen overwin
nen, zoools het zou willen en alsof zware offers
t* vermijden zouden zijn, wanneer maar met de
noodige kordaatheid werd opgetreden. Deze
demogogen zouden evenzeer geïsoleerd kunnen
worden als b.v. de elementen, die zouden kun
nen aandringen op een capitulatie
Uit de Per».
BLOKKADE VAN DEN ZOMERTIJD?
De N. R. Ct. schrijft:
Het begint nu met den Zomertijd een
eenigszins zonderlingen* weg te gaan. Tus
schen 31 Maart en 1 October' bepeolt
art 1 der wet op den Zomertijd wordt
de in artikel I der wet van 23 Juli 1908
(St. bl. no. 236) bedoelde wettelijke tijd
met een uur vervroegd. En in het ♦weede
lid van datzelfde artikel wordt voorge
schreven, dat „telken jore tijdig" de dag
bepaald wordt, waarop die vervroeging
aanvangt, en die, waarop zij eindigt
Het bij de Eerste Kamer aanhangig ont-
werp-Braot tot intrekking van de wet op
den zomertijd heeft nu een spaak in het wiel
gestoken.
De minister van binnenlan-lsche zaken,
aan wien door den heer de Vos van Steen-
wijk gevraagd was, of hij van zins was, de
wet uit te voeren zonder *'e b^iissmg over
het ontwerp-Braat af te wachten, antwoord
de o. m., dat het, „nu een initiatiefvoor
stel tot afschaffing van den zomertijd ter
tafel log van do Eerste Kamer, voor de
regeering wel moeilijk wos, eenc beslissing
tc nemen".
Sedert is het voorloopig verslag der
Eerste Komcr over het ontwerp-Broot ver
schenen, dat voor dit ontwerp rttot veel
goeds belooft. Naar het schijnt, zal de
Eerste Kamer voor aanneming van het ont
werp niet te vinden zijn.
Indien nu de regeering volhardt bij haar
opvatting, dat het voor haar onder de om
standigheden moeilijk is, eene^bestnande
wet uit te voeren, kan eene zonderlingo po
sitie geboren worden. Dc heer Brnat immers
heeft don niet de minste reden, zich met de
beantwoording van het Voorloopig Verslag
te haasten. Hij heeft, door zijn antwoord
wot uit te stellen, het als het ware in de
hand, de uitvoering van de wet op den
Zomertijd to beletten.
Inmiddels voeren Engeland en België, oIr
wij ons den datum wel herinneren, op 22
April den Zomertijd- in-
Er moet, dunkt ons, voor de rogcering
alle aanleiding zijn, op haar antwoord non
den heer De Vos van Steenwijk ïerug tc ko
men. Zij zelve heeft tegen handhaving van
den Zomertijd geen bezwoer. In het voor
loopig verslag van de Eerste Kamer wordt
betreurd, „dat de regeering zich geheel
buiten dc aangelegenheid had gehouden en
zelve geen voorstel, in welken zin dan ook,
had gedaan" doch deze opmerking liikt
ons geheel onjuist. De regeering, die zich
van een voorstel „in welken zirt dan ook,"
onthouden heeft, gof daarmede le kennen,
tegen de bestaande wet geen bezwaar hoe
genaamd te hebben, althans geen bezwaar
van zooveel gewicht, dot het gewenscht ge
acht moest worden, de wetgevende machine
op gang te brengen. Waarom zou zij dart
met een voorstel „in welken zin dan ook"
voor den dog moeten gekomen zijn?
Waar de zaak zoo staat, te het voor dc
regeering, dunkt ons, onmogelijk, de in
voering van den zomertijd dit jaar maar
op hoor beloop te loten tot tijd en wijle
het den heer Broot zal gelieven, vnn ant
woord te dienen. De wet op den zomertijd
is er; zij geldt nog; cn zij eischt t ij d i g e
vaststelling van den dag waarop de Zo
mertijd intreedt.
Die dag kan van het jaar wel hoost geen
andere zijn don die, waarop zoowel Enge
land als België tot den Zomertijd overgaan,
en dus de verandering ook hier te lande met
de minste stoornis voor het verkeer kan
plaats grijpen. Wordt die nu vastgesteld,
don resten den heer Braot en de Eerste Ka
mer dagen genoeg, om over het ontwerp
van den heer Braut tot eene beslissing tc
komen. Hoe die beslissing zal uitvallen,
kan uit het voorloopig verslag der Kamer
wel ten naastenbij worden afgeleid.
Mocht zij anders zijn, don kon worden
vermoed, mocht het ontwerp onverhoopl
toch worden aangenomen, en dan ook de
regeering nog overstag gaan, en het be
krachtigen hetgeen ook al weinig waar
schijnlijk moet worden geacht dan zou
er nog niets verloren zijn, omdat dun het
besluit tot invoering van den Zomertijd
daarmee vanzelf kwam te vervallen.
Wat in ieder geval niet duldbaar moet
worden geacht, is dat de wet op de wijze,
als nu plaats grijpt, nog langer geblok
keerd blijft.
Berichte*.
GEORGANISEERD OVERLEG
LANDMACHT.
In een gemeenschappelijke vergadering der
beide commission vooi georganiseerd overleg
bij de Landmacht (officieren en onderofficie- j
ren) gehouden in tegenwoordigheid van den
minister van Oorlog op Woensdag 28 Maart
1923 heeft Zijne Excellentie de positie der re-
geeringsvertcgenwoordigers in deze commis
sion nadei toegelicht en medegedeeld, dot zij
daarin niet kunnen worden gemist. Zij zijn be
voegd op het Departement de noodige inlich
tingen te vragen en kunnen desgewenscht met
den minister in bespreking treden, evenals,
daartoe door de commissie iritgcnoodigd, de
voorzitter. Voorts verklaarde de minister zich
bereid, telkens, op aanvraag der commission,
voor mondelinge toelichting van ten ndvieze
Varkensmarkt - Amersfoort.
Speciale afdecllnc
WIJERSSTRAAT 14Tel. 205
Speciale l»elinn<tellnc tegen alt
vallen cn albreken van liet haar»
llaarzalt - Haarzeep voorkomt
de roos en liet vet worden
van bet haar.
gj van bet haar. j|
voorgelegde onderwerpen, een der departe
mentsambtenaren beschikbaor te willen stellen.
De minister heeft tevens toegelicht, dat ge
heimhouding van al het in do commissiën ba-
handeldo noodzakelijk is, uitgezonderd de aan
de pers verstrekte mededeelingen. Wol heeft
Zijne Excellentie goedgekeurd, dot de vertegen
woordigers der verccnigingcn ook buiten hun
ne hoofdbesturen in beperkten kring, oudero
leden der vcreenigingen, op wier oordcel zij
prijs stellen, ovei de in behandeling zijnde on
derwerpen, raadplegen) mits onder geheimhou
ding.
Het toelaten tot de vergadering* van deskun
digen lot het verstrekken van inlichtingen op
verzoek van vercenigingsleden behoeft vol
gens-de vastgestelde ïegeling de goedkeu
ring der commissie.
In deze vergadering werd nog besloten het
reglement van orde, dat voor de vergaderin
gen dei afzonderlijke commissies geldt, voor
loopig ook van kracht te verklaren voor ge
meenschappelijke bijeenkomsten.
Vooi lezing is gedaan van ingekomen brie
ven van den ministei nopens geheimhouding en
toekenning van vacanticgcld aan den voorzits
ter, de regeeringslcdcn en hunne plaatsvervan
gers.
e e
A. Officieren.
De Xlde vergadering der commissie voor ge-
orgoniseerd overleg Landmacht (A. Officieren)
in aansluiting aan do gemeenschappelijke ver
gadering met de commissie B (onderofficieren)
gehouden op 28 Maart j.l. heeft slechts ten
doel gehad de notulen van een tweetal voor
gaande vergaderingen goed te keuren en ken
nis te geven van enkele ingekomen stukken.
0 0
B. Onderofficieren.
In de Xldc vergadering der commissie voor
georganiseerd overleg Landmacht (B. onderof
ficieren) op 28 Maart j.l. gehouden, zijn de
notulen van de IXde en Xdc vergadering na
kleine wijziging goedgekeurd
Doarna werd een voorstel inzake nadere wij
ziging van de Rangschik kings ïegeling tot ann-
wijziging van voo» dienstverlating bestemd
personeel der landmacht in beschouwing geno
men, welk voorstel evenwel bij stemming geen
meerderheid kon verkrijgen.
Op 4 cn 3 April zijn mede gemeenschappe
lijke vergaderingen gehouden van beide com
missiën voor georganiseerd overleg bij de
landmacht.
In de eerste werden behandeld voor-ontwer
pen van wet tot wijziging van de militaire pen
sioenwet 1922 en van de militaire weduwen- en
weezenwet
In de vergadering van 5 April d.e.v. werd het
desbetreffende advies goedgekeurd en werd te
vens beraadslaagd over het uit te brengen ad
vies nopens een voor-ontwerp van een pen
sioenwet voor reservopersoneel.
A. Officieren.
De Xllde vergadering der commissie voor
georganiseerd overleg Landmacht (A. officie-
icn) op 5 April 1923 gehouden, diende tot het
Spot niet met het ongeluk, wont uw geluk is
ook niet bestendig.
Lafontaine.
- LANGESTRAAT 43 -
Grootst gesorteerde magazijn
door
C. N. en A. M. WILLIAMSON.
Uit het Engelsch door
W. J. A. ROLDANUS Jr.
23
Zij antwoordde als een echte vrouw. „Dat is
heel wat anders." En vaag besefte Nick, dat het
meer dan nutteloos zijn zou le vragen waarom.
„U hebt die tasch gekocht," zeide zij.
„Waarom zou ik erom liegen?" kreunde
Nick. „Vroeger dacht ik, dat hel maar een
aardigheid was over den kleinen George Was
hington, maar nu zie ik in, dat het moeilijker
zijn kon tegenover sommige menschen te lie
gen dan de waarheid te spreken. Ik kan tpgen
u niet liegen," bekende de gevangene in het be-
schuldigdenbnnkje. „Ik heb de tasch gekocht,
maar wanneer de uwe gevonden wordt, zullen ze
me die nazenden. Dan kunnen we ruilen."
„Zij zal nooit gevonden worden. O, hoe hebt
u het kunnen deen en de vijfhonderd dol
lar uw geld 1 Hoe idioot van mij en wat
zult u gelachen hebben, toen ik u de vierhon
derd dollar, die ik u schuldig was, terugbetaal
de uit uw eigen portemonnaie."
„Ik heb nooit minder lust in lachen gehad
dan teen. Tenzij dan nu misschien."
„U kunt u niet zoo ellendig voelen, als u het
mij gemaakt hebt. Ik ben u nog de vierhonderd
dollar schuldig en boven-Men nog honderd. Dot
maakt vijfhonderd. En het ergste is, dat ik niet
kon terugbetalen vóór. Los Angeles. Maar hier
is de tasch."
„Haat u mij zóó, dat u u verplicht acht mij
die terug te geven
„Ik ben boozer dan ik zeggen kon. Dat gaat
alle pciken te buiten Neem als het u belieft da
delijk uw tasch."
„Ik behoef u toch zeker niet te zeggen, dat ik
die niet kon houden
Zij stok hem de tasch toe en toen hij haar niet
wilde aannemen, stopte zij het zachte goud in
zijn hand. Hij liet het ding vallen juist toen
het viel, kwam Kate, die aarzelend bleef staan,
terug. Zij vermoedde, dot Mr. Hilliard nu wel
weg zou zijn, en kwam een boek, dat Angela
haar beloofd had, halen.
„Kale er heeft hier een vergissing plaats ge
had," zeide Angela. „Die tasch is per slot van
rekening toch niet van mij, al lijken ze veel op
elkaar. Raap haar even op en geef haar aan Mr.
Hilliard."
Deze taktiek ging Nick te ver. Hij wilde niet,
dat een vrouw, ook al was het een kamenier, in
zijn tegenwoordigheid iets opraapte. Hij bukte
en gaf, bleek en verlegen, de tasch aan Kate.
„Het schijnt, dal ik het ding moet hebben," sta
melde hij. „Mr.r.r i!c wil het niet hebben. Wil jij
hef hebben Zoo niet, dan gooi ik het ding het
raampje uit."
„O, madame, wat moet ik doen riep Kate
uit. „Het is een heel vermogen. Dc moei ik
hem de tasch uit Het raampje laten gooien
Wat zouden al die steenen cn dat goud een
verschil voor mij cn Tim maken I Als ik de
lasch niel neem, vindt misschien de een of an
dere gemeene landloopor haar cn vei koopt haar,
om het geld te verdrinken."
„Doe maar wat je wilt. Ik heb er niets meer
mee te maken." zeide Angela. «-
„Is het zeker, dat u de lasch weggooit, sir,
als ik neen zeg vroeg het lersche meisje.
„Zoo zeker als tweemaal twee vier is."
„Dan "moet ik haar nemen I Ik kan haar niet
aan een lendlooper overlaten. Tim en ik kunnen
ef een huis voor koopen. U moet een million-
I0W2LIER 0PTICÏ8N.
litreclil-schestraat 2»
Levering voor elke lak van SPORT
en I E.\ I OO\S 1 ELLIXG van
noir zijn, sir, dat u het geld zoo moor uit het
raam kan gooien."
„Ik heb meer dan ik weet wat ik ermee doen
moet," zeide Nick somber. „Ik dank u, dot u
het <ürig genomen hebt. Het is heel vriendelijk
van u. En het is een troost voor mij te weten,
dat iemand nut van het'ding heeft."
Hij keek near Angela, maai zij wilde hem niet
zien. En zonder verder een woord te zeggen,
ging hij weg.
„Ik heb, geloof ijc, leclijk de bons gekregen,"
dacht hij spijtig, terwijl hij naar zijn eigen wa
gon terugging. Bijna wos hij van plan den trein
in Texas te verlaten om met een onderen
verder te reizen of om terug te gaan naar New-
york en te trachten daar «tiles te doen om de
hardvochtige engel te vergeten. Maar hij ver
liet den trein niet. „Ik laat me liever hangen
don dat ik hel opgeef," was zijn laatste gedochte.
„Het zol niet makkelijk gaan, maai ik zal zor
gen, dat zij me voor het einde der reis vergif
fenis schenkt."
„U benl toch niet boos op mij, dat ik hem
die mooie lasch niet uit het raampje heb laten
weggooien vroeg Kote vleiend. „Ik zag, dot
hij hot doen zou. Er was vuur in zijn oogen."
„Ja, hij zou het zeker gedaan hebben," zeide
Angela. „Ik ben met boos op je, hoewel ik
hoopte, dat je neen zoudt zeggen, had het
rechl niet je dat te bevelen, waar het jou zoo
veel geld zou schelen een honderd pond
minstens, die weg geweest zouden zijn, als je
geweigerd hadt."
„Honderd pond," stamelde het meisje. „Ik
wist niet, dot de tasch zooveel waard was. Zal
ik haar aan den heer teruggeven
„Het is nu te Iaat. Dot zou maar een scène
geven. Hij zou haar toch niet terugnemen."
Kate keek verlicht „Dan zal ik haai in de
eerste de beste groote stad, waar wij stil hou
den, probeeren te verkoopen, madame," zeide
zij met een gelukkigen zucht. „U mocht wel
zeggen, dat- een zwarte kat geluk aanbrengt."
Angela sliep dien nacht niet en evenmin lag
zij rustig wakker. Telkens els zij haar oogen
sloot, meende zij Nick Milliard's smeekenden
blik te zien. Den volgenden dag zette zij hem
en alles wot met hem verband hield, boos uit
haar gedachten, cn verdiepte zich gehee! in hel
landschap, waardoor zij reisden. Hij moest dien
dag zijn maaltijden heel vroeg of heel laat of
in het geheel niet gebruikt hebben, want zij zag
hem geen enkele maal in den restourntiewagon.
Den volgenden dag echter ging hij juist weg,
toen zij binnenkwam om te lunchen. Zij maakte
een koele buiging voor hem, maar haar hort
klopte, alsof er iots opwindends gebeurd was.
Dien avond vergat zij haar horloge teivg to
zetten en ging dus vroegci dineeren don ge
woonlijk- Vlalc voor haar uit liep Mr. Hilliard,
die ook wilde gaan dineeren. Zij had het land
aan de groote tafels voor vier personenen
wanneer hij dot kon doen, bewaarde de kellner
een plaatsje voor Mrs. May aan een klein ta
feltje voor twee personen. Dikwijls had zij een
tafeltje vooi zich alleen, maar dien avond wilde
Mr. Millard, toen zij ging zitten, plaats nemen
op den anderen stoel. Als hij niet zoo gezet ge
weest was, zou hij zijn kunnen gaan zitten voor
zij tijd had gehad om te proicsleercnmaar
daar hij nogol corpulent was, had zij tijd om
na te denken.
„Die stoel is besproken," zeide zij met ver
heffing van stem, zoodat Mr. Nickson Hilliard
het kon hooren. Hij keerde zich om en zog in
haar oogen. „Ik heb dien stoel voor u vrijgehou
den," zeide zij kalm daar het verstandig is
van twee kwaden het minst erge te kiezen.
„Dank u," zeide Nick zoo kalm alsof het al
lang afgesproken was.
(Wordt vervolgd).
HET BESTE bij
Sglioenwerk eo Sporlartikeleo
Langestraat 116 - Tel. 70