ST. EMILION bij I. A. SCHQTERMAH A Zn., ütr.str. 17 Tel. 14b V Per fflesch ff 1.60, per anker ff 65.- Fa J. W.van achterbergh WESTSINGEL 12-13 TEL. 238. bezoekt onze MEUBELMAGAZUNEN BEHANGERIJ STOFFEERDER! J wetten uit te stellen tot no het recès bij een motie van K. Ter Laan om de behandeling niet voor Dinsdag te beginnen. De gisteren door Duys voorgestelde motie, betreffende losmaking van de invoering der ziekteverzekering van de olgeheele herziening der sociale verzekering werd verwoipen met 60 tegen 20 stemmen. Voor stemden de sociaal-democraten, de Vrij zinnig Democraten en Ter Hall. De wijziging der artt. 34 en 38 der Woning wet is goedgekeurd z.h.s. Wijzigingen von de begrooting voor Ned. Indië 1925 eveneens. Bij de toekenning van een renteloos voorschot aan de Kon. Luchtvaart Mij oppert de heer van Gijn bezworen. Lucht vaart speelt geen belangrijke rol in het econo mische leven. De subsidie wordt alleen voorge steld uit verkeerden nntionalen trots. De heeren vanRappard en van der Woerden verdedigen het ontwerp. Het voor schot is bovendien zeer matig. Minister van Swoay betoogt het enor me belang van de luchtvaart vooi de hundels- cenlra en voor Nederland als middelpunt der Groote luchtlijnen. Het Luchtverkeer gaat sterk vooruit; spreker kon de verantwoordelijkheid van afstemming niet dragen. Het ontwerp wordt aangenomen met 619 Stemmen. Bij wetsontwerp betreffende het samengaan van het kamerlidmaatschap en andere ambten betoogt de heer T roelstra dat een ambte naar-kamerlid meer afhankelijk wordt van de Regeering daar het politiek gezag eenige en hoogste beslissing neemt. Hij dient een motie in tot schorsing der behandeling opdot dit bezwaar worde overwogen. De Minister ontraadt de motie. Hel be zwaar van den heer Troclstra kan ondervangen worden door amendement, waardoor de ambten, onvereenigbaar met het kamerlidmaatschap, in Bestuursmaatregelen worden opgesomd. De Mi nister had echter zijn Staatscommissie inzake de Rechtstoestand gevolgd en oordeelt de be zwaren alleen theoretisch juist. De heer Troelstrn acht zijn bezwaar niet ondervangen, en handhaaft zijn motie. De heeren van Sc h a i k, R u t g e r s, S s c h o k- k i n g zijn tegen uitstel der behandeling, de heer Dresselhuys voor. De heer Nolens wenscht nadere aanduiding in de motie van wat door den Minister moet worden overwogen. De Minister acht exameratie ambten in Be stuursmaatregelen de beste oplossing. De heer Troelstra dient een nieuwe mo tie in, schorsing vragende, omdat de kamer Zich niet vereenigt met stelsel art. 1. De heeren Rutgers, van Sc ha ik vra gen dan discussie over artikel 1. De vergadering wordt verdaagd. Berichten. Aan de Staatscourant van gisteravond ont- iecnen wij de volgende Kon. besluiten op verzoek ontslagen L. E. M. Klaar, als bur gemeester van Maasdam; r opgeheven de betrekking van inspecteur van ilen morine-torpedodienst en van inspecteur van den onderzeedienst, en zijn de kapiteins ter zee F. H. boron van. Dedem en jhr. G. L. Scho- rer uit die respectievelijke functies eervol ont heven; bevorderd tot gezantschops-secretoris der le klasse jhr. J. W. C. Queries van Ufford, L. G. van Hoorn, dr. J. B. Hubrccht en mr. W. J. R. Thorbecke, allen thans gezantschapssecretaris der 2de klasse, resp. te Rome, Boekarest, [Washington en Tokio. op verzoek eervol ontslagen met dank in ver band met zijn benoeming tot minister van wa terstaat G. J. von Swnny als hoogleeraar aan de Technische Hoogeschoo! te Delft; op verzoek eervol ontslagen J. R. de Geest els leeraar aan de R. H. B. S. te Oud-Beyerlond; benoemd bij de genie bij den staf tot kapitein ide Ie luitenonts J. Kok, E. C. N. A. Geuze, H. O. Schuhmocher, allen van den staf, laatstge noemde werkzaam bij de K. M. A.; bij het regiment genietroepen tot kapitein de 1c luit. J. F. Bischoff van den staf; tot le luit. de 2e luit. F. W. Boer van het korps; tot reserve kapiteins bij de genietroepen dc reserve Ie luits. 'J. Goedhart, W. A. Graveloar, T. B. Vuurman, J. C. van Staveren, B. Schreur, A. H. Schelling, P. H. J. A. Lordlohne, P. A. H. van Halewyn. ellen van het orps. CENTRAAL INSTITUUT VOOR HERSEN ONDERZOEK. Bij K. B. is ingesteld, met ingang van jun Ket Centraal Instituut voor Hersenonderzoek te Amsterdam en zijn daarbij tijdelijk benoemd lot directeur dr. C U. Arriens Kappers, tot onder-directeur dr. B. Brouwer, tot preparateur T. Brouwer en tot preporatrices de dames E. Heuvelink en G. H. Huetink. Tienguldenbiljetten. De Keer Bulten heeft den minister van fi nanciën het volgende gevraagd 1. Is het den minister bekend, dat door de Nederlandsche Bank biljetten van tien gulden in omloop gebracht worden, die uit twee op elkaar geplakte papieien bestaan, althans waar van het papier zeer gemakkelijk in twee bla den te splitsen is? 2. Zoo ja, acht de minister dit niet in strijd met het algemeen belang en is hij bereid, daar tegen maatregelen te doen nemen? MILITAIRE PENSIOENEN. Bij ministerieele beschikking is ter kennis ge bracht, dat volgens eene door den Militairen Pensioenraad genómen beslissing de officieren, aan wie krachtens artikel 21 der Statuten van de v.m. Weduwen- en Weezenkos voor de officieren van de landmacht, bij het in werking treden der Militaire Weduwenwet 1922 een verplicht deel genootschap was opgelegd, ten behoeve van een gescheiden vrouw, óók voor de vrouw met wie zij later eventueel zijn gehuwd of huwen, onder de bepalingen van genoemde statuten ressor teeren. In verband hiermede wordt het gestelde in de laatste alinea van de ministerieele beschikking van 9 Januari 1923, VWe afd., no. 83 (L. O. 1923 no. 11) ingetrokken en behooren bedoelde officieren, te rekenen van 1 Juli 1922, ook te worden berekend voor contribution (cn c.cj. pre- miën) volgens de statuten der kas voor het eventueel later gesloten huwelijk. Het achterstallige bedrag sinds T Juli 1922 moet op de volgende wijze worden verhaald, waarbij het totaal der sedert Januari 1923 ingehouden bedragen, ingevolge de Weduwenwet 1922 moet worden aangewend voor dit verhaal. In den verzomelstaat over het 2e kwartaal 1925 behoort het geheele op 30 Juni 1923 ver schuldigde bedrag voor den officier als hier be doeld, te worden uitgetrokken, terwijl het te wei nig overgeschreven bedrog op de achterzijde van den staat behoort te worden toegelicht. Dit laatste bedrog behoort uiterlijk 31 De cember 1923 te zijn verrekend. Het hoofdbestuur van den Algemeenen Mili tairen Pensioenbond, gevestigd te Amersfoort, heeft aan de Tweede Kamer een adres gezonden inzake de Memorie van Antwoord op het Voor- loopig Verslag betreffende de ontwcrp-Pen- sioenwetten voor het reserve-personeel der land macht en het personeel der Koninklijke Morine reserve. Pit adres gaat vergezeld van een uit voerige Memorie van Toelichting, waarin ge noemd hoofdbestuur, verwijzende naar vroeger ingediende verzoekschriften, enkele wijzigingen bepleit, waartoe de regeering zich bij vorige gelegenheid bereid verklaarde t. a. v. den pen sioengrondslag voor reservisten, die gedurende dc mobilisatie als beroepspersoneel hebben ge diend, en de herpensionneering van andere re servisten don dc rescrve-adjudont-onderofficie- ren. Voorts verzoekt adressant aan de aanhan gige pensioenwet voor het reserve-personeel te rugwerkende krucht tot 1 Augustus 1914 te ver leenen, teneinde de vóór 1 Januari 1918 gepen- sionneerde reservisten niet de nadeden te deen ondervinden van een vertraging van de tot standkoming der voor hen geldende pensioen regelingen. Dc rangschikking. Op het vragen van het lid van de Tweede Ka mer, den heer Dumaer van Twist betreffened het in tweeden aanleg rangschikken van ofticiercn in een andere categorie en de wijze van btroep tegen die rangschikking, luidt het antwoord van den Minister van oorlog Uit het bepaalde onder 6°, sub III, op blad. 8 vna Legerorder 1922, no. 430 luatstelijk aan de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal, bijge werkt volgens de opvolgende wijzigingen en aan vullingen, overgelegd bij de beantwoording van de vragen van den heer Dumaer van Twist, zooals die is opgenomen in het Aanhangsel tot Ket Verslag der Handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaol 19221923, vel 98, bladz. 199 blijkt, dat de commissiën in twee den aanleg de bevoegdheid hebben om militai ren bij de rangschikking ten behoeve van de dienst verlating, ook te himnen ongunste, in een andere categorie in te declen dan door de com missiën in eersten aanleg was geschied. Mede op gTond van het bepaalde onder het bovenaangehaalde punt van vermelde legeror der, is aan de commissiën in tweed enaanleg op gedragen, aan de belanghebbenden schriftelijk hun indeeling mede te dcelen. Onder hetgeen deze mededeeling, eveneens 'ingevolge het zooeven genoemde punt der rang schikkingsregeling, moet inhouden, is niet op genomen de reden, welke eventueel heeft ge noopt, de indceling van de belanghebbenden door de commissiën in eersten aanleg te hunnen ong.unste te wijzigen, zoodat de hier door de be doelde commissie in tweeden aanleg gevolge handelwijze gegrond is op de ter zake door den minister van oorlog gegeven voorschriften. Niet temin is hierin den commissiën in tweeden aan leg vrijheid gelaten. Een ter zake door een der commissiën gedane vraag" werd door mij be antwoord, zooals uit de hierbij in uittreksel en afschrift overgelegde aanschrijvingen van 13 Ja nuari 1923. lie afd., no. 90 resp. 29 Maart d.a.v. lie afd.,no. 921) moge blijken, welk antwoord ter kennis van alle commissiën in tweeden aan leg gebracht is. 'Dc rangschikikngsregeling kent geen andere colleges van beroeip dan de commissiën in twee den aanleg ten behoeve van militairen, die zich over de indeeling door de commissiën in eersten aanleg' bezwaard gevoelen. Daarom is bepaald, dat zij, wier indeeling door de commissiën in tweeden aanleg te hunnen ongunste afwijkt van die door de commissiën in eersten aanleg bin- n enl4 dagen nadat zij dc mededeeling ter zake hebben ontvangen, hun bezwaren, gericht tot den minister van oorlog', schriftelijk kunnen in dienen door tusschenkomst van de commissiën in tweeden aanleg, die, voor zoover noodig, van hun gevoelen doen blijken. De te dezer zake bij den ondergeteekende in gekomen of eventueel nog in te komen be zwaarschriften worden door hem onderzocht belanghebbenden ontvangen bij de zijnerzijds op grond van het bepaalde in punt 7 op bladz. 9 der. Rangschikkingsregeling te nemen eindbe slissing nopens de dienstverlating de beschik- ikng op de door hen ingebrachte bezwaren. DE ROTTERDAMSCHE BURGEMEESTERS VACATURE. Naar de Tel. verneemt is dc regeering thans in directe onderhandeling getreden met het ge meentebestuur over de benoeming van een nieuwen burgemeester. Daaruit blijkt dat de regeering, die haar eigen candidaat heeft laten aren, zelve niet in staat is iemand te vinden geschikt en genegen om de erfenis van mr. Zimmerman te aanvaarden en dus overleg pleegt met hen, die met den nieuwen burge meester moeten samenwerken. ORIGINEELS zeer aan te bevelen iBordeaux, gewas 1917 daar het de verdeeldheid onder de bevolking bevorderdeeen ander deel had tegen dit sepa ratisme geen bezwaar mits dan ook de gevol gen daarvan door de deelnemers zelf werd ge dragen. Eenige leden 1 hadden bovendien tegen het stelsel van middenstandsbank op zich zelf be zwaar. Erkende dat de voorgestelde steun niet rechtstreeks aan de banken zelf wordt verleend, maar aan de debiteuren, merkten zij op dat die steun toch ook indirect aan de banken ten goede koint, omdat daardoor van haar debet- posten meer terecht komt dan anders het geval was. Enkele leden hadden principieele bedenkingen tegen iederen steun aan banken door de regee ring. Andere leden waren van oordeel dat het wetsontwerp aanbeveling verdient. Zij merkten op dat de Algemecne Centrale Bankverecniging voor den Middenstand zelf tweemaal door de regeering is geholpen. Ook de tuinders zijn met crediet gesteund. Wel is waar bestond ook bij deze leden niet veel geneigdheid om aan de onderhavige banken steun te verleenen, maar de ramp, die de finan- cieele moeilijkheden dier banken zullen teweeg brengen, zal zoo groot zijn en zich zoover uit strekken, dot het algemeen belang daardoor ernstig zal worden geschaad. Dit motiveert vol doende het optreden der regeering. Sommige leden meenden, dat deze aangele genheid opnieuw aantoont, hoe noodzakelijk het is, dat het geheele bankbedrijf onder re- geeringstoezicht komt. Van verschillende zijden werd bezwaar ge maakt tegen de overhaaste wijze, waarop deze aangelegenheid op verzoek der regeering moet worden behandeld. Dit bezwaar werd des te sterker gevoeld, omdat de regeering een blanco crediet vraagt. Kan niet een bepaald bedrag in het wetsontwerp worden genoemd, althans een maximum, later, zoo noodig, bij de wet te ver- hoogen Ook dienden de verstrekte inlichtingen te worden aangevuld. In dit verband werden een aantal vragen gesteld. Eenige leden vroegen of de regeering eenigen tijd wist dat de toestand van deze bonken niet in orde was. Zoo ja, had dan het publiek niet eerder moeten i gelicht? Enkele leden czen er in dit verband op dat het zeer de aandacht had getrokken, dat op een vergadering van middenstunds-credietinstel- lingen einde Maart van dit jaar gehouden, aan drang werd uitgeoefend, of de regeering om het saldo von den post-chèque- cn girodienst te harer beschikking te stellen. Waren de Hanze- banken reeds toen op de hoogte van haren toe stand dan achtte men dezen aandrang zeer af keurenswaardig. Dc activa en passiva. Het request van de Hanzebonk verzoekende om surseance van betaling is gisteren bij de arrondissements-rechtbank tc 's Hertogenbosch ingediend. Het luidt als volgt: Geeft eerbiedig te kennen: de Credictverceniging „de H«r»ze~ bank", uitoefenende het bankiers- en kassiers- bedrijf, gevestigd en knntoorhoudende te 's Her togenbosch, te dezer zake aldaar domicilie kie zende ten kantore van ondergeteekende, procu reur, dat requestrantc niet in staat is haar op- eischbare schulden te voldoen; dat requestrante echter gegronde vooruitzichten heeft, daartoe in verloop van eenigen tijd bij machte te zullen zijn; dat immers de verschillende activa van requestrante een waarde vertegenwoordigen van veertig millioen een honderd drie duizend twee honderd en tien gulden zestig en een halve cent; waartegenover schuldvorderingen staan tot een bedrag van vier en dertig miHioep zes honderd en twintig duizend vijf honderd zeven en zeven tig gulden en vijf cent; dut een en ander blijkt uil de hierbij overgelegde staten van actief en passief en lijsten van crediteuren. Redenen waarom requestrantc zich wendt tot Uwe recht bank met eerbiedig verzoek, haar te verleenen surséance van betaling. De specificatie der activa luidt als volgt: kas 631,926.09, vreemd geld 19,926 26, coupons 49,648.80, effecten 2,137,078.66; wisselportefeuille 86,341.49, bankiers 894,965.16, vorderingen 35,024,916.29, ge bouwen 1,015,930.74; inricht, 242,477.11 totaal 40,103,210.60^. Het passief is als volgt gespecificeerd: bankiers 10,021,892.80, crediteuren r 6,385,452.88, spaarbank 6,972,929.06>4, deposito 10,855,884.23 'A te betalen coupons 39,467,37 A, te betalen divi dend 30,691.66, pensioenfonds 154,259.03 >2 herdisconto f 160,000, totaal 34,620.5/7.05. DE AMSTERDAMSCHE GEMEENTE- ONTVANGSTEN. Blijkens de door het Gem. Bureau van Sta tistiek gepubliceerde cijfers maken de ontvang sten uit de diverse middelen in April j.l., met een totaal van 6,121,055 geen slecht figuur. Dit bedrag is niet alleen hoogcr dan de beide voorafgaande maanden, maar ook, en wel 1,349,509 hooger dan in de overeenkomstige maand van het vorige jaar. Over de eerste vier maanden van dit jaar is nochtans nog 3,070,265 minder ontvangen dan in dezelfde periode van 1922. De posten, waarop in April 1923 belangrijk meer werd ontvangen, zijn de volgende: Huren en pachtën van landen met rond 50,000. DE MOEILIJKHEDEN DER HANZEBANKEN. Eindverslag. Blijkens het Eindverslag over het wetsontwerp tot wijziging van hoofdstuk VIIB der Staats- begrooting voor het dienstjaar 1923 hadden vele leden der Tweede Kamer tegen dit wets ontwerp ernstig bezwaar. Zij zagen daarin een zeer gevaarlijk presedent. Des te meer bezwaar hadden zij tegen deze steunverleening omdat zij geschiedt aan banken waarvan de leiding, naar men meende te weten allesbehalve onbe rispelijk is geweest. Dat deze bonken echte mid- denstandsbanken zouden zijn is bovendien niet juist. De bank te 's-Hertogenbosch b.v. voerde een soort bankpolitiekzij heeft emissies ge daan, leeningen geplaatst aan kerken, kloosters en krankzinnigengestichten en zich in Marken- speculaties begeven. Voor dadelijk opvorderbare deposito's werd 5 pet. rente gegeven. Op verschillende plaatsen werden bijkontoren gesticht op veel te grootcn voet met directeu ren, niet uit deskundige kringen. Zelfs de di rectie der centrale banken was niet in vakkun dige handen. Voorts merkten deze leden op dat deze banken uitsluitend ten behoeve van een deel der middenstand werkten. Slechts aan Roomsch-Katholieken werd crediet gegeven. Aon den anderen kant werden de R.K. midden standers naar deze banken gedreven. Een deel dezer leden achten dit optreden niet sympathiek Verscheidene leden zouden gaarne vernemen of thans weer door de regeering de methode zal worden toegepast van 1919 toen de Staat zich onder bepnalde voorwaarden tegenover de Nederlandsche Bonk borg heeft gesteld voor de helft van hoor eventueel te lijden verliezen op hare vorderingen ten laste van de Algemecne Centrale Bankvereeniging voor den Midden stand. Uit het verder in de M. v. T. medegedeelde meende zij echter te moeten opmaken, dot dat thans niet het geval zal zijn. Voorts werd gevraagd hoe de regeering do ciedietwaardigheid der verschillende debiteu ren zal beoordeelen. Men achtte dit zeer moei lijk. Zou het niet gewenscht zijn een commissie van bij uitstek deskundige personen te benoe men die met het onderzoek zouden kunnen wor den belast? Voorts werd opgemerkt dat indien een centraal instituut voor het Hanzecrediet tot stand komt, alleen één garantie aan de Neder landsche Bank noodig is. Verleent de Alge- mcene Centrale Bankvereeniging haar bemidde ling, don is er een staatsgarantie voor die bank en een voor de Nederlandsche Bonk noodig. Ten aanzien van eerstgenoemde bank wordt gespro ken van een premier risque verzekering, is dit ook ten aanzien van de Nederlandsche Bank de bedoeling? Hoe zal de garantie van een nader te bepalen percentage van premier risque wór den geregeld? Zal een percentage voor eiken debiteur op zich zelf worden bepaald of een percentage van het geheele overgenomen bedrog? In het laatste geval bestaat weinig waarborg dat ieder debi teur op zichzelf zal worden beoordeeld. Men gaf de regeering in overweging evenals bij het tuinders- en kweekerscrcdiet is geschied, den eisch te stellen, dat voor een klein percen tage anderen, b.v. familie of bekenden van den debiteur, borg moeten stellen, omdat daardoor zekere waarborgen worden verkregen ten aan zien van de credietwoardigheid. De Commissie van Rapporteurs, vertrouwende dat de regeering bereid zal zijn bovenstaande opmerking alsnog schriftelijk te beantwoorden, is van oordeel dat de openbare behandeling van dit wetsontwerD daarmede voldoende zal zijn voorboreid. Cijnzen en erfpachten met rond 67,000. De ontvangsten op deze beide posten worden dikwijls door bijzondere omstandigheden beïn vloed. Zoo wordt b.v. de hoogere ontvangst wegens huren en pachten voor een groot deel verklaard door een interne verrekening met den gemeentelijken woningbouw, terwijl ondanks de belangrijke hoogere ontvangst wegens cijnzen en erfpachten in April, dc cijfers over de eerste vier maanden ongeveer gelijk zijn aan die van het vorig jaar. Opcenten op de personeele belasting met rond 237,000. Hierdoor wordt op de ultimo Maart nog be staande achterstand, vergeleken met het vorig jaar, veranderd in een voorsprong, die in Mei nog eenigszins zal toenemen. Gemeentelijke inkomstenbelasting met rond 755,000. Hoewel volgens de vastgestelde regelen na ultimo Maart geen uitkeeringen van het Rijk krachtens art. 243h der Gemeentewet meer moesten plaats hebben vóór ultimo Juli, is aan dergelijke uitkeeringen over het belastingjaar 1922/23 in de eerste dagen van April 1923 ontvangen een som van rond 3,275,000, die ultimo Maart ontvangen had moeten zijn. Het vorig jaar April deed zich hetzelfde geval voor tot een bedrag von rond 2,494,000. Uit dezen hoofde werd dus in 1923 rond 781,000 meer genoten. Over vroegere belastingjaren werd dit maal rond 527,000 ontvangen tegenover rond 553,000 in April 1922. Straatgeld mët rond 262,000. Het ontvangen bedrag betreft het dienstjaoi 1922, waarop tengevolge van late uitreiking der aanslagbiljetten een groote achterstand was, die nog niet is ingehaald. Poster» waarop in April 1923 aanzienlijk minder werd ontvangen dan in April 1922 zijn er niet. De nadeelige verschillen blijven binnen enge grenzen beperkt. De opcenten op de grondbelasting bleven met rond 25.000 beneden het cijfer van April 1922. Deze lagere ontvangst betreft het nieuwe belastingjaar, waarop ook in Maart reeds rond 58.000 minder werd ontvangen dan het vorige jaar. Vermoedelijk zijn de aan slagbiljetten dit jaar later uitgereikt. De hier door ontstane achterstand zal hoogere ont vangsten in volgende maanden moeten ten ge volge hebben. Ook de opbrengst der opcenten op de divi dend- en tantièmebelasting was in April 1923 iets lager dan in April 1922, n.l. rond 154.000 tegen rond 161.000. De belasting op vermakelijkheden gaf in April 1923 een iets lagere pbrengst dan in de overeenkomstige maand van 1922 de ont vangst in de eerste vier maanden van 1923 is echter nog rond 12-000 hooger dan in die zelfde periode van 1922. Het havengeld vertoont hetzelfde beeld, n.l. (rond 14.000) lagere ontvangst in April, maar (rond 66.000) hoogere opbrengst in de eerste vier maanden van het Jaar. Dit laatste is het gevolg von vluggere invordering van het havengeld voor binnenvaartuigen, geheven bij wijze van jaargeld, en van toeneming van 't scheepvaartverkeer, speciaal wat betreft de aangevoerde stukgoederen, uit welken hoofde pl.m. 55.000 meer werd ontvangen. We gens langer verblijf in de haven werd pl.m. 4000 meer betaald dan in 1922. Over de maand April werd pl.m. 10.000 meer ont vangen wegens aanvoer van stukgoederen, uit anderen hoofde was de opbrengst öf nagenoeg gelijk öf minder (kolenschepen minder pl.m. 4600, binnenvaart minder pl.m. 19.000). EEN RADIOVERBINDING VAN DENE MARKEN MET NEDERLAND. V. D. seint ons uit Kopenhagen Naar wij vernemen, zijn tusschen het Deensche Ministe rie voor posterijen en telegrafie en de directie van de Nederlandsche posterijen en telegrafie onderhandelingen gaande over de toi standbren- ging von een radio-telegrafische verbinding voor particuliere telegrammen tusschen beide landen. Dc voorlichting aan Koloniën. Bij de Publiciteits-commissie van den Neden* landschen Journalistenkring is het antwoord in gekomen van den Minister van Koloniën op haar verzoek omtrent inlichtingen inzake een artikel in het Algemeen Handelsblad, waarin werd me degedeeld, dat een hoofdambtenaar van s mi nisters Departement opzettelijk onjuiste inlich tingen aan een vertegenwoordiger van het blad zou hebben verstrekt. Die inlichtingen betroffen de Indische leening en bedoelde hoofdambtenaar verklaarde op Dinsdag 12 Juni„U kimt ten stelligste tegen spreken, dat op het oogenblik een Indische lee ning te Londen wordt geplaatst. Wat er binnen kort gebeuren kan, kan ik natuurlijk nog niet zeggen." De minister deelt aan de Publiciteitscommis- sie mede, dat deze woorden „in alle opzichten juist" waren en vervolgt„Eerst den volgenden dag. Woensdag, is van de betrokken Engelsche bankiers de door mij aanvaarde bieding voor de hooger bedoelde leening ontvangen." Leren en de groote weg Amsterdam-Amersfooit* Een der Hbld.-medewerkers in het Gooi schrijft: De aanleg van den grooten en aan de eischen van het moderne verkeer voldoenden straatweg Amsterdam—Amersfoort brengt in het Gooi heel wat gemoederen in beroering. Vooral ook in Laren is men zich van het belang van dien weg bewust en te begrijpen is het, dat het heel wat consternatie verwekte, toen men vernam, dat er plannen bestonden, den weg niet door de kom der gemeente aan te leggen en den bc- staanden straat- en hoofdweg dus te degradee- ren tot een zijweg of verbindingsweg. Toen men hoorde, dat ernstige voornemens bestonden, den grooten weg aan te leggen van Crailoo door het legerkamp, den straatweg Laren—Hilversum onmiddellijk bij het St. Janskerkhof kruisende, longs den Vredeweg in de richting Baarn, zijn natuurlijk pogingen in het werk gesteld deze „ramp" te voorkomen. De burgemeester en wethouder Campman droegen den Minister van Waterstaat hun bezwaren tegen dezen aanleg voor, waarbij de vrees werd geuit, dat Laren op zoo'n manier geïsoleerd zou worden en dus tot „doode gemeente" zou worden gedoemd. Het belang van Laren, vooruitgaande ge meente, eischte dus den aanleg door de kom, den bestaanden straatweg volgend, langs het raadhuis, door het Zeveneind en vervolgens „op Baarn an". Deze aanleg zou niet op veel bezwaren kunnen stuiten. Dat men er in Laren dus warm voor werd, valt te begrijpen. Korten tijd geleden werd daarom door 31 vereenigingen al aan den Minister verzocht, den grooten weg door de kom der gemeente aan te leggen en thans wordt aan deze actie nog meer kracht bijgezet door een groote beweging, die zich hetzelfde doel voor oogen heeft ge steld. Deze beweging blijkt algemeen te worden* want op de lijsten, die ter zake circuleeren, werdt druk getpekend. Iedereen blijkt van het groote belang van den aanleg dóór Laren zelf overtuigd. Thans is er bovendien een factor ten goede voor dezen gewenschten aanleg bijgekomen. Een van de bezwaren tegen den aanleg door de kom bleek n.l. steeds de entree van het dorp dicht bij de Herv. Kerk. Deze toegang is smal en door het drukke verkeer thans gevaarlijk. Nu echter blijkt er kans te bestaan voor een goede en door Laren gewenschte oplossing. De oude Ned. Herv. Kerk n.l. voldoet niet meer aan de eischen; zij wordt door de uitbreiding der gemeente ook te klein en het kerkbestuur loopt thans met groote pionnen rond. Men wil n.l. een nieuw kerkgebouw stichten, hetgeen te gemakkelijker kon, wijl achter het bestaande gebouw nog een groot terrein ligt, toebehoo- rende aan de Ned. Herv. gemeente. Van ver schillende zijden is echter aangegeven dat men prijs zou stellen op behoud van 'het oude kerkje met den schilderachtigen bemosten toren. Wonneer nu het plan van den nieuwen bouw meer naar achteren verwezenlijkt zou worden, dan bestaat tevens de mogelijkheid, den straat weg over een belangrijke lengte aanzienlijk te verbreeden, waardoor een royale dorpsingang voor den grooten weg alweer een flinken stap dichter tot de zoo gewenschte werkelijkheid zou komen. Aan de medewerking der Ned. Herv. kerke lijke autoriteiten zou ten deze toch niet getwij feld mogen worden. Maar er is nög meer. Men zou door dit alles den hartewensch van tal van Laarders in ver vulling kunnen brengen. Zooals men weet, is Laren reeds jaren en jaren lang een schilders centrum geweest. Op dit gebied hebben het Gooi, en Laren in 't bijzonder, een wereldnaam verkregen. Een museum een schilderijen museum is een wensch, die reeds lang in de harten van vele Larensche ingezetenen slui mert. En nu bestaat de mogelijkheid dien

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 2