ST. EMILION
bij I. A. SCHQTERMAH A Zn., ütr.str. 17 Tel. 14b
V
Per fflesch ff 1.60, per anker ff 65.-
Fa J. W.van achterbergh
WESTSINGEL 12-13 TEL. 238.
bezoekt onze
MEUBELMAGAZUNEN
BEHANGERIJ STOFFEERDER! J
wetten uit te stellen tot no het recès bij een
motie van K. Ter Laan om de behandeling niet
voor Dinsdag te beginnen.
De gisteren door Duys voorgestelde motie,
betreffende losmaking van de invoering der
ziekteverzekering van de olgeheele herziening
der sociale verzekering werd verwoipen met 60
tegen 20 stemmen.
Voor stemden de sociaal-democraten, de Vrij
zinnig Democraten en Ter Hall.
De wijziging der artt. 34 en 38 der Woning
wet is goedgekeurd z.h.s.
Wijzigingen von de begrooting voor Ned.
Indië 1925 eveneens. Bij de toekenning van een
renteloos voorschot aan de Kon. Luchtvaart Mij
oppert de heer van Gijn bezworen. Lucht
vaart speelt geen belangrijke rol in het econo
mische leven. De subsidie wordt alleen voorge
steld uit verkeerden nntionalen trots.
De heeren vanRappard en van der
Woerden verdedigen het ontwerp. Het voor
schot is bovendien zeer matig.
Minister van Swoay betoogt het enor
me belang van de luchtvaart vooi de hundels-
cenlra en voor Nederland als middelpunt der
Groote luchtlijnen. Het Luchtverkeer gaat sterk
vooruit; spreker kon de verantwoordelijkheid
van afstemming niet dragen.
Het ontwerp wordt aangenomen met 619
Stemmen.
Bij wetsontwerp betreffende het samengaan
van het kamerlidmaatschap en andere ambten
betoogt de heer T roelstra dat een ambte
naar-kamerlid meer afhankelijk wordt van de
Regeering daar het politiek gezag eenige en
hoogste beslissing neemt. Hij dient een motie in
tot schorsing der behandeling opdot dit bezwaar
worde overwogen.
De Minister ontraadt de motie. Hel be
zwaar van den heer Troclstra kan ondervangen
worden door amendement, waardoor de ambten,
onvereenigbaar met het kamerlidmaatschap, in
Bestuursmaatregelen worden opgesomd. De Mi
nister had echter zijn Staatscommissie inzake
de Rechtstoestand gevolgd en oordeelt de be
zwaren alleen theoretisch juist.
De heer Troelstrn acht zijn bezwaar niet
ondervangen, en handhaaft zijn motie.
De heeren van Sc h a i k, R u t g e r s, S s c h o k-
k i n g zijn tegen uitstel der behandeling, de heer
Dresselhuys voor. De heer Nolens
wenscht nadere aanduiding in de motie van wat
door den Minister moet worden overwogen. De
Minister acht exameratie ambten in Be
stuursmaatregelen de beste oplossing.
De heer Troelstra dient een nieuwe mo
tie in, schorsing vragende, omdat de kamer
Zich niet vereenigt met stelsel art. 1.
De heeren Rutgers, van Sc ha ik vra
gen dan discussie over artikel 1.
De vergadering wordt verdaagd.
Berichten.
Aan de Staatscourant van gisteravond ont-
iecnen wij de volgende Kon. besluiten
op verzoek ontslagen L. E. M. Klaar, als bur
gemeester van Maasdam; r
opgeheven de betrekking van inspecteur van
ilen morine-torpedodienst en van inspecteur
van den onderzeedienst, en zijn de kapiteins ter
zee F. H. boron van. Dedem en jhr. G. L. Scho-
rer uit die respectievelijke functies eervol ont
heven;
bevorderd tot gezantschops-secretoris der le
klasse jhr. J. W. C. Queries van Ufford, L. G.
van Hoorn, dr. J. B. Hubrccht en mr. W. J. R.
Thorbecke, allen thans gezantschapssecretaris
der 2de klasse, resp. te Rome, Boekarest,
[Washington en Tokio.
op verzoek eervol ontslagen met dank in ver
band met zijn benoeming tot minister van wa
terstaat G. J. von Swnny als hoogleeraar aan
de Technische Hoogeschoo! te Delft;
op verzoek eervol ontslagen J. R. de Geest
els leeraar aan de R. H. B. S. te Oud-Beyerlond;
benoemd bij de genie bij den staf tot kapitein
ide Ie luitenonts J. Kok, E. C. N. A. Geuze, H.
O. Schuhmocher, allen van den staf, laatstge
noemde werkzaam bij de K. M. A.; bij het
regiment genietroepen tot kapitein de 1c luit.
J. F. Bischoff van den staf; tot le luit. de 2e
luit. F. W. Boer van het korps; tot reserve
kapiteins bij de genietroepen dc reserve Ie luits.
'J. Goedhart, W. A. Graveloar, T. B. Vuurman,
J. C. van Staveren, B. Schreur, A. H. Schelling,
P. H. J. A. Lordlohne, P. A. H. van Halewyn.
ellen van het orps.
CENTRAAL INSTITUUT VOOR HERSEN
ONDERZOEK.
Bij K. B. is ingesteld, met ingang van jun
Ket Centraal Instituut voor Hersenonderzoek te
Amsterdam en zijn daarbij tijdelijk benoemd
lot directeur dr. C U. Arriens Kappers, tot
onder-directeur dr. B. Brouwer, tot preparateur
T. Brouwer en tot preporatrices de dames E.
Heuvelink en G. H. Huetink.
Tienguldenbiljetten.
De Keer Bulten heeft den minister van fi
nanciën het volgende gevraagd
1. Is het den minister bekend, dat door de
Nederlandsche Bank biljetten van tien gulden
in omloop gebracht worden, die uit twee op
elkaar geplakte papieien bestaan, althans waar
van het papier zeer gemakkelijk in twee bla
den te splitsen is?
2. Zoo ja, acht de minister dit niet in strijd
met het algemeen belang en is hij bereid, daar
tegen maatregelen te doen nemen?
MILITAIRE PENSIOENEN.
Bij ministerieele beschikking is ter kennis ge
bracht, dat volgens eene door den Militairen
Pensioenraad genómen beslissing de officieren,
aan wie krachtens artikel 21 der Statuten van de
v.m. Weduwen- en Weezenkos voor de officieren
van de landmacht, bij het in werking treden der
Militaire Weduwenwet 1922 een verplicht deel
genootschap was opgelegd, ten behoeve van een
gescheiden vrouw, óók voor de vrouw met wie
zij later eventueel zijn gehuwd of huwen, onder
de bepalingen van genoemde statuten ressor
teeren.
In verband hiermede wordt het gestelde in de
laatste alinea van de ministerieele beschikking
van 9 Januari 1923, VWe afd., no. 83 (L. O.
1923 no. 11) ingetrokken en behooren bedoelde
officieren, te rekenen van 1 Juli 1922, ook te
worden berekend voor contribution (cn c.cj. pre-
miën) volgens de statuten der kas voor het
eventueel later gesloten huwelijk.
Het achterstallige bedrag sinds T Juli 1922 moet
op de volgende wijze worden verhaald, waarbij
het totaal der sedert Januari 1923 ingehouden
bedragen, ingevolge de Weduwenwet 1922 moet
worden aangewend voor dit verhaal.
In den verzomelstaat over het 2e kwartaal
1925 behoort het geheele op 30 Juni 1923 ver
schuldigde bedrag voor den officier als hier be
doeld, te worden uitgetrokken, terwijl het te wei
nig overgeschreven bedrog op de achterzijde
van den staat behoort te worden toegelicht.
Dit laatste bedrog behoort uiterlijk 31 De
cember 1923 te zijn verrekend.
Het hoofdbestuur van den Algemeenen Mili
tairen Pensioenbond, gevestigd te Amersfoort,
heeft aan de Tweede Kamer een adres gezonden
inzake de Memorie van Antwoord op het Voor-
loopig Verslag betreffende de ontwcrp-Pen-
sioenwetten voor het reserve-personeel der land
macht en het personeel der Koninklijke Morine
reserve. Pit adres gaat vergezeld van een uit
voerige Memorie van Toelichting, waarin ge
noemd hoofdbestuur, verwijzende naar vroeger
ingediende verzoekschriften, enkele wijzigingen
bepleit, waartoe de regeering zich bij vorige
gelegenheid bereid verklaarde t. a. v. den pen
sioengrondslag voor reservisten, die gedurende
dc mobilisatie als beroepspersoneel hebben ge
diend, en de herpensionneering van andere re
servisten don dc rescrve-adjudont-onderofficie-
ren. Voorts verzoekt adressant aan de aanhan
gige pensioenwet voor het reserve-personeel te
rugwerkende krucht tot 1 Augustus 1914 te ver
leenen, teneinde de vóór 1 Januari 1918 gepen-
sionneerde reservisten niet de nadeden te deen
ondervinden van een vertraging van de tot
standkoming der voor hen geldende pensioen
regelingen.
Dc rangschikking.
Op het vragen van het lid van de Tweede Ka
mer, den heer Dumaer van Twist betreffened het
in tweeden aanleg rangschikken van ofticiercn
in een andere categorie en de wijze van btroep
tegen die rangschikking, luidt het antwoord van
den Minister van oorlog
Uit het bepaalde onder 6°, sub III, op blad. 8
vna Legerorder 1922, no. 430 luatstelijk aan
de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal, bijge
werkt volgens de opvolgende wijzigingen en aan
vullingen, overgelegd bij de beantwoording van
de vragen van den heer Dumaer van Twist,
zooals die is opgenomen in het Aanhangsel tot
Ket Verslag der Handelingen van de Tweede
Kamer der Staten-Generaol 19221923, vel 98,
bladz. 199 blijkt, dat de commissiën in twee
den aanleg de bevoegdheid hebben om militai
ren bij de rangschikking ten behoeve van de
dienst verlating, ook te himnen ongunste, in een
andere categorie in te declen dan door de com
missiën in eersten aanleg was geschied.
Mede op gTond van het bepaalde onder het
bovenaangehaalde punt van vermelde legeror
der, is aan de commissiën in tweed enaanleg op
gedragen, aan de belanghebbenden schriftelijk
hun indeeling mede te dcelen.
Onder hetgeen deze mededeeling, eveneens
'ingevolge het zooeven genoemde punt der rang
schikkingsregeling, moet inhouden, is niet op
genomen de reden, welke eventueel heeft ge
noopt, de indceling van de belanghebbenden
door de commissiën in eersten aanleg te hunnen
ong.unste te wijzigen, zoodat de hier door de be
doelde commissie in tweeden aanleg gevolge
handelwijze gegrond is op de ter zake door den
minister van oorlog gegeven voorschriften. Niet
temin is hierin den commissiën in tweeden aan
leg vrijheid gelaten. Een ter zake door een der
commissiën gedane vraag" werd door mij be
antwoord, zooals uit de hierbij in uittreksel en
afschrift overgelegde aanschrijvingen van 13 Ja
nuari 1923. lie afd., no. 90 resp. 29 Maart d.a.v.
lie afd.,no. 921) moge blijken, welk antwoord
ter kennis van alle commissiën in tweeden aan
leg gebracht is.
'Dc rangschikikngsregeling kent geen andere
colleges van beroeip dan de commissiën in twee
den aanleg ten behoeve van militairen, die zich
over de indeeling door de commissiën in eersten
aanleg' bezwaard gevoelen. Daarom is bepaald,
dat zij, wier indeeling door de commissiën in
tweeden aanleg te hunnen ongunste afwijkt van
die door de commissiën in eersten aanleg bin-
n enl4 dagen nadat zij dc mededeeling ter zake
hebben ontvangen, hun bezwaren, gericht tot
den minister van oorlog', schriftelijk kunnen in
dienen door tusschenkomst van de commissiën
in tweeden aanleg, die, voor zoover noodig,
van hun gevoelen doen blijken.
De te dezer zake bij den ondergeteekende in
gekomen of eventueel nog in te komen be
zwaarschriften worden door hem onderzocht
belanghebbenden ontvangen bij de zijnerzijds
op grond van het bepaalde in punt 7 op bladz. 9
der. Rangschikkingsregeling te nemen eindbe
slissing nopens de dienstverlating de beschik-
ikng op de door hen ingebrachte bezwaren.
DE ROTTERDAMSCHE BURGEMEESTERS
VACATURE.
Naar de Tel. verneemt is dc regeering thans
in directe onderhandeling getreden met het ge
meentebestuur over de benoeming van een
nieuwen burgemeester. Daaruit blijkt dat de
regeering, die haar eigen candidaat heeft laten
aren, zelve niet in staat is iemand te vinden
geschikt en genegen om de erfenis van mr.
Zimmerman te aanvaarden en dus overleg
pleegt met hen, die met den nieuwen burge
meester moeten samenwerken.
ORIGINEELS
zeer aan te bevelen
iBordeaux, gewas 1917
daar het de verdeeldheid onder de bevolking
bevorderdeeen ander deel had tegen dit sepa
ratisme geen bezwaar mits dan ook de gevol
gen daarvan door de deelnemers zelf werd ge
dragen.
Eenige leden 1 hadden bovendien tegen het
stelsel van middenstandsbank op zich zelf be
zwaar. Erkende dat de voorgestelde steun niet
rechtstreeks aan de banken zelf wordt verleend,
maar aan de debiteuren, merkten zij op dat die
steun toch ook indirect aan de banken ten
goede koint, omdat daardoor van haar debet-
posten meer terecht komt dan anders het geval
was.
Enkele leden hadden principieele bedenkingen
tegen iederen steun aan banken door de regee
ring. Andere leden waren van oordeel dat het
wetsontwerp aanbeveling verdient. Zij merkten
op dat de Algemecne Centrale Bankverecniging
voor den Middenstand zelf tweemaal door de
regeering is geholpen.
Ook de tuinders zijn met crediet gesteund.
Wel is waar bestond ook bij deze leden niet
veel geneigdheid om aan de onderhavige banken
steun te verleenen, maar de ramp, die de finan-
cieele moeilijkheden dier banken zullen teweeg
brengen, zal zoo groot zijn en zich zoover uit
strekken, dot het algemeen belang daardoor
ernstig zal worden geschaad. Dit motiveert vol
doende het optreden der regeering.
Sommige leden meenden, dat deze aangele
genheid opnieuw aantoont, hoe noodzakelijk
het is, dat het geheele bankbedrijf onder re-
geeringstoezicht komt.
Van verschillende zijden werd bezwaar ge
maakt tegen de overhaaste wijze, waarop deze
aangelegenheid op verzoek der regeering moet
worden behandeld. Dit bezwaar werd des te
sterker gevoeld, omdat de regeering een blanco
crediet vraagt. Kan niet een bepaald bedrag in
het wetsontwerp worden genoemd, althans een
maximum, later, zoo noodig, bij de wet te ver-
hoogen Ook dienden de verstrekte inlichtingen
te worden aangevuld. In dit verband werden een
aantal vragen gesteld.
Eenige leden vroegen of de regeering eenigen
tijd wist dat de toestand van deze bonken niet
in orde was. Zoo ja, had dan het publiek niet
eerder moeten i gelicht?
Enkele leden czen er in dit verband op dat
het zeer de aandacht had getrokken, dat op
een vergadering van middenstunds-credietinstel-
lingen einde Maart van dit jaar gehouden, aan
drang werd uitgeoefend, of de regeering om het
saldo von den post-chèque- cn girodienst te
harer beschikking te stellen. Waren de Hanze-
banken reeds toen op de hoogte van haren toe
stand dan achtte men dezen aandrang zeer af
keurenswaardig.
Dc activa en passiva.
Het request van de Hanzebonk verzoekende
om surseance van betaling is gisteren bij de
arrondissements-rechtbank tc 's Hertogenbosch
ingediend. Het luidt als volgt: Geeft eerbiedig
te kennen: de Credictverceniging „de H«r»ze~
bank", uitoefenende het bankiers- en kassiers-
bedrijf, gevestigd en knntoorhoudende te 's Her
togenbosch, te dezer zake aldaar domicilie kie
zende ten kantore van ondergeteekende, procu
reur, dat requestrantc niet in staat is haar op-
eischbare schulden te voldoen; dat requestrante
echter gegronde vooruitzichten heeft, daartoe in
verloop van eenigen tijd bij machte te zullen
zijn; dat immers de verschillende activa van
requestrante een waarde vertegenwoordigen van
veertig millioen een honderd drie duizend twee
honderd en tien gulden zestig en een halve cent;
waartegenover schuldvorderingen staan tot een
bedrag van vier en dertig miHioep zes honderd
en twintig duizend vijf honderd zeven en zeven
tig gulden en vijf cent; dut een en ander blijkt
uil de hierbij overgelegde staten van actief en
passief en lijsten van crediteuren. Redenen
waarom requestrantc zich wendt tot Uwe recht
bank met eerbiedig verzoek, haar te verleenen
surséance van betaling.
De specificatie der activa luidt als volgt:
kas 631,926.09, vreemd geld 19,926 26,
coupons 49,648.80, effecten 2,137,078.66;
wisselportefeuille 86,341.49, bankiers
894,965.16, vorderingen 35,024,916.29, ge
bouwen 1,015,930.74; inricht, 242,477.11
totaal 40,103,210.60^. Het passief is als
volgt gespecificeerd: bankiers 10,021,892.80,
crediteuren r 6,385,452.88, spaarbank
6,972,929.06>4, deposito 10,855,884.23 'A te
betalen coupons 39,467,37 A, te betalen divi
dend 30,691.66, pensioenfonds 154,259.03 >2
herdisconto f 160,000, totaal 34,620.5/7.05.
DE AMSTERDAMSCHE GEMEENTE-
ONTVANGSTEN.
Blijkens de door het Gem. Bureau van Sta
tistiek gepubliceerde cijfers maken de ontvang
sten uit de diverse middelen in April j.l., met
een totaal van 6,121,055 geen slecht figuur.
Dit bedrag is niet alleen hoogcr dan de beide
voorafgaande maanden, maar ook, en wel
1,349,509 hooger dan in de overeenkomstige
maand van het vorige jaar. Over de eerste
vier maanden van dit jaar is nochtans nog
3,070,265 minder ontvangen dan in dezelfde
periode van 1922.
De posten, waarop in April 1923 belangrijk
meer werd ontvangen, zijn de volgende:
Huren en pachtën van landen met rond
50,000.
DE MOEILIJKHEDEN DER HANZEBANKEN.
Eindverslag.
Blijkens het Eindverslag over het wetsontwerp
tot wijziging van hoofdstuk VIIB der Staats-
begrooting voor het dienstjaar 1923 hadden
vele leden der Tweede Kamer tegen dit wets
ontwerp ernstig bezwaar. Zij zagen daarin een
zeer gevaarlijk presedent. Des te meer bezwaar
hadden zij tegen deze steunverleening omdat
zij geschiedt aan banken waarvan de leiding,
naar men meende te weten allesbehalve onbe
rispelijk is geweest. Dat deze bonken echte mid-
denstandsbanken zouden zijn is bovendien niet
juist. De bank te 's-Hertogenbosch b.v. voerde
een soort bankpolitiekzij heeft emissies ge
daan, leeningen geplaatst aan kerken, kloosters
en krankzinnigengestichten en zich in Marken-
speculaties begeven. Voor dadelijk opvorderbare
deposito's werd 5 pet. rente gegeven.
Op verschillende plaatsen werden bijkontoren
gesticht op veel te grootcn voet met directeu
ren, niet uit deskundige kringen. Zelfs de di
rectie der centrale banken was niet in vakkun
dige handen. Voorts merkten deze leden op dat
deze banken uitsluitend ten behoeve van een
deel der middenstand werkten. Slechts aan
Roomsch-Katholieken werd crediet gegeven.
Aon den anderen kant werden de R.K. midden
standers naar deze banken gedreven. Een deel
dezer leden achten dit optreden niet sympathiek
Verscheidene leden zouden gaarne vernemen
of thans weer door de regeering de methode
zal worden toegepast van 1919 toen de Staat
zich onder bepnalde voorwaarden tegenover de
Nederlandsche Bonk borg heeft gesteld voor de
helft van hoor eventueel te lijden verliezen op
hare vorderingen ten laste van de Algemecne
Centrale Bankvereeniging voor den Midden
stand.
Uit het verder in de M. v. T. medegedeelde
meende zij echter te moeten opmaken, dot dat
thans niet het geval zal zijn.
Voorts werd gevraagd hoe de regeering do
ciedietwaardigheid der verschillende debiteu
ren zal beoordeelen. Men achtte dit zeer moei
lijk. Zou het niet gewenscht zijn een commissie
van bij uitstek deskundige personen te benoe
men die met het onderzoek zouden kunnen wor
den belast? Voorts werd opgemerkt dat indien
een centraal instituut voor het Hanzecrediet tot
stand komt, alleen één garantie aan de Neder
landsche Bank noodig is. Verleent de Alge-
mcene Centrale Bankvereeniging haar bemidde
ling, don is er een staatsgarantie voor die bank
en een voor de Nederlandsche Bonk noodig. Ten
aanzien van eerstgenoemde bank wordt gespro
ken van een premier risque verzekering, is dit
ook ten aanzien van de Nederlandsche Bank de
bedoeling? Hoe zal de garantie van een nader
te bepalen percentage van premier risque wór
den geregeld?
Zal een percentage voor eiken debiteur op
zich zelf worden bepaald of een percentage van
het geheele overgenomen bedrog? In het laatste
geval bestaat weinig waarborg dat ieder debi
teur op zichzelf zal worden beoordeeld.
Men gaf de regeering in overweging evenals
bij het tuinders- en kweekerscrcdiet is geschied,
den eisch te stellen, dat voor een klein percen
tage anderen, b.v. familie of bekenden van den
debiteur, borg moeten stellen, omdat daardoor
zekere waarborgen worden verkregen ten aan
zien van de credietwoardigheid.
De Commissie van Rapporteurs, vertrouwende
dat de regeering bereid zal zijn bovenstaande
opmerking alsnog schriftelijk te beantwoorden, is
van oordeel dat de openbare behandeling van
dit wetsontwerD daarmede voldoende zal zijn
voorboreid.
Cijnzen en erfpachten met rond 67,000.
De ontvangsten op deze beide posten worden
dikwijls door bijzondere omstandigheden beïn
vloed. Zoo wordt b.v. de hoogere ontvangst
wegens huren en pachten voor een groot deel
verklaard door een interne verrekening met den
gemeentelijken woningbouw, terwijl ondanks de
belangrijke hoogere ontvangst wegens cijnzen
en erfpachten in April, dc cijfers over de eerste
vier maanden ongeveer gelijk zijn aan die van
het vorig jaar.
Opcenten op de personeele belasting met rond
237,000.
Hierdoor wordt op de ultimo Maart nog be
staande achterstand, vergeleken met het vorig
jaar, veranderd in een voorsprong, die in Mei
nog eenigszins zal toenemen.
Gemeentelijke inkomstenbelasting met rond
755,000.
Hoewel volgens de vastgestelde regelen na
ultimo Maart geen uitkeeringen van het Rijk
krachtens art. 243h der Gemeentewet meer
moesten plaats hebben vóór ultimo Juli, is aan
dergelijke uitkeeringen over het belastingjaar
1922/23 in de eerste dagen van April 1923
ontvangen een som van rond 3,275,000, die
ultimo Maart ontvangen had moeten zijn. Het
vorig jaar April deed zich hetzelfde geval voor
tot een bedrag von rond 2,494,000. Uit dezen
hoofde werd dus in 1923 rond 781,000 meer
genoten. Over vroegere belastingjaren werd dit
maal rond 527,000 ontvangen tegenover rond
553,000 in April 1922.
Straatgeld mët rond 262,000.
Het ontvangen bedrag betreft het dienstjaoi
1922, waarop tengevolge van late uitreiking der
aanslagbiljetten een groote achterstand was, die
nog niet is ingehaald.
Poster» waarop in April 1923 aanzienlijk
minder werd ontvangen dan in April 1922 zijn
er niet. De nadeelige verschillen blijven binnen
enge grenzen beperkt.
De opcenten op de grondbelasting bleven
met rond 25.000 beneden het cijfer van
April 1922. Deze lagere ontvangst betreft het
nieuwe belastingjaar, waarop ook in Maart
reeds rond 58.000 minder werd ontvangen
dan het vorige jaar. Vermoedelijk zijn de aan
slagbiljetten dit jaar later uitgereikt. De hier
door ontstane achterstand zal hoogere ont
vangsten in volgende maanden moeten ten ge
volge hebben.
Ook de opbrengst der opcenten op de divi
dend- en tantièmebelasting was in April 1923
iets lager dan in April 1922, n.l. rond
154.000 tegen rond 161.000.
De belasting op vermakelijkheden gaf in
April 1923 een iets lagere pbrengst dan in
de overeenkomstige maand van 1922 de ont
vangst in de eerste vier maanden van 1923 is
echter nog rond 12-000 hooger dan in die
zelfde periode van 1922.
Het havengeld vertoont hetzelfde beeld, n.l.
(rond 14.000) lagere ontvangst in April,
maar (rond 66.000) hoogere opbrengst in de
eerste vier maanden van het Jaar. Dit laatste
is het gevolg von vluggere invordering van het
havengeld voor binnenvaartuigen, geheven bij
wijze van jaargeld, en van toeneming van
't scheepvaartverkeer, speciaal wat betreft de
aangevoerde stukgoederen, uit welken hoofde
pl.m. 55.000 meer werd ontvangen. We
gens langer verblijf in de haven werd pl.m.
4000 meer betaald dan in 1922. Over de
maand April werd pl.m. 10.000 meer ont
vangen wegens aanvoer van stukgoederen, uit
anderen hoofde was de opbrengst öf nagenoeg
gelijk öf minder (kolenschepen minder pl.m.
4600, binnenvaart minder pl.m. 19.000).
EEN RADIOVERBINDING VAN DENE
MARKEN MET NEDERLAND.
V. D. seint ons uit Kopenhagen Naar wij
vernemen, zijn tusschen het Deensche Ministe
rie voor posterijen en telegrafie en de directie
van de Nederlandsche posterijen en telegrafie
onderhandelingen gaande over de toi standbren-
ging von een radio-telegrafische verbinding
voor particuliere telegrammen tusschen beide
landen.
Dc voorlichting aan Koloniën.
Bij de Publiciteits-commissie van den Neden*
landschen Journalistenkring is het antwoord in
gekomen van den Minister van Koloniën op haar
verzoek omtrent inlichtingen inzake een artikel
in het Algemeen Handelsblad, waarin werd me
degedeeld, dat een hoofdambtenaar van s mi
nisters Departement opzettelijk onjuiste inlich
tingen aan een vertegenwoordiger van het blad
zou hebben verstrekt.
Die inlichtingen betroffen de Indische leening
en bedoelde hoofdambtenaar verklaarde op
Dinsdag 12 Juni„U kimt ten stelligste tegen
spreken, dat op het oogenblik een Indische lee
ning te Londen wordt geplaatst. Wat er binnen
kort gebeuren kan, kan ik natuurlijk nog niet
zeggen."
De minister deelt aan de Publiciteitscommis-
sie mede, dat deze woorden „in alle opzichten
juist" waren en vervolgt„Eerst den volgenden
dag. Woensdag, is van de betrokken Engelsche
bankiers de door mij aanvaarde bieding voor
de hooger bedoelde leening ontvangen."
Leren en de groote weg Amsterdam-Amersfooit*
Een der Hbld.-medewerkers in het Gooi
schrijft:
De aanleg van den grooten en aan de eischen
van het moderne verkeer voldoenden straatweg
Amsterdam—Amersfoort brengt in het Gooi
heel wat gemoederen in beroering. Vooral ook
in Laren is men zich van het belang van dien
weg bewust en te begrijpen is het, dat het heel
wat consternatie verwekte, toen men vernam,
dat er plannen bestonden, den weg niet door
de kom der gemeente aan te leggen en den bc-
staanden straat- en hoofdweg dus te degradee-
ren tot een zijweg of verbindingsweg. Toen men
hoorde, dat ernstige voornemens bestonden, den
grooten weg aan te leggen van Crailoo door het
legerkamp, den straatweg Laren—Hilversum
onmiddellijk bij het St. Janskerkhof kruisende,
longs den Vredeweg in de richting Baarn, zijn
natuurlijk pogingen in het werk gesteld deze
„ramp" te voorkomen. De burgemeester en
wethouder Campman droegen den Minister van
Waterstaat hun bezwaren tegen dezen aanleg
voor, waarbij de vrees werd geuit, dat Laren
op zoo'n manier geïsoleerd zou worden en dus
tot „doode gemeente" zou worden gedoemd.
Het belang van Laren, vooruitgaande ge
meente, eischte dus den aanleg door de kom,
den bestaanden straatweg volgend, langs het
raadhuis, door het Zeveneind en vervolgens
„op Baarn an". Deze aanleg zou niet op veel
bezwaren kunnen stuiten.
Dat men er in Laren dus warm voor werd,
valt te begrijpen.
Korten tijd geleden werd daarom door 31
vereenigingen al aan den Minister verzocht,
den grooten weg door de kom der gemeente aan
te leggen en thans wordt aan deze actie nog
meer kracht bijgezet door een groote beweging,
die zich hetzelfde doel voor oogen heeft ge
steld.
Deze beweging blijkt algemeen te worden*
want op de lijsten, die ter zake circuleeren,
werdt druk getpekend. Iedereen blijkt van het
groote belang van den aanleg dóór Laren zelf
overtuigd.
Thans is er bovendien een factor ten goede
voor dezen gewenschten aanleg bijgekomen.
Een van de bezwaren tegen den aanleg door
de kom bleek n.l. steeds de entree van het dorp
dicht bij de Herv. Kerk. Deze toegang is smal
en door het drukke verkeer thans gevaarlijk.
Nu echter blijkt er kans te bestaan voor een
goede en door Laren gewenschte oplossing. De
oude Ned. Herv. Kerk n.l. voldoet niet meer
aan de eischen; zij wordt door de uitbreiding
der gemeente ook te klein en het kerkbestuur
loopt thans met groote pionnen rond. Men wil
n.l. een nieuw kerkgebouw stichten, hetgeen te
gemakkelijker kon, wijl achter het bestaande
gebouw nog een groot terrein ligt, toebehoo-
rende aan de Ned. Herv. gemeente. Van ver
schillende zijden is echter aangegeven dat men
prijs zou stellen op behoud van 'het oude kerkje
met den schilderachtigen bemosten toren.
Wonneer nu het plan van den nieuwen bouw
meer naar achteren verwezenlijkt zou worden,
dan bestaat tevens de mogelijkheid, den straat
weg over een belangrijke lengte aanzienlijk te
verbreeden, waardoor een royale dorpsingang
voor den grooten weg alweer een flinken stap
dichter tot de zoo gewenschte werkelijkheid zou
komen.
Aan de medewerking der Ned. Herv. kerke
lijke autoriteiten zou ten deze toch niet getwij
feld mogen worden.
Maar er is nög meer. Men zou door dit alles
den hartewensch van tal van Laarders in ver
vulling kunnen brengen. Zooals men weet, is
Laren reeds jaren en jaren lang een schilders
centrum geweest. Op dit gebied hebben het
Gooi, en Laren in 't bijzonder, een wereldnaam
verkregen. Een museum een schilderijen
museum is een wensch, die reeds lang in de
harten van vele Larensche ingezetenen slui
mert. En nu bestaat de mogelijkheid dien