AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"
BINNENLAND.
DERDE BLAD.
2!e Jaargang
No. 299
Zaterdag 23 Juni 1923
Brieven uit Rotterdam,
De waarnemende burgemeester
stelt de homer-kwestic. Een crediet
voor de viering van de jubileums-
feesten. Wie solliciteert naar het
burgemeesterschap Een benoe
ming bij het M. O. Een stad zon
der hoofd. De vermakelijkheidsbe
lasting verlaagd.
man, die In de eerste plaats van de ambtenaren
eischt dat er gewerkt wordt zoolang het bu
reautijd is.
En tenslotte heeft de Raad inderdaad de amu-
sementsbelasting verlaagd van 20 op 10 pro
cent. Als dat nu maar helpt I Over het alge
meen hebben de schouwburgen en de biosco
pen geen klagen. Daar zorgt de gure zomer
wel voor. Maria Orskn had hier goed gevulde
zalen, en voor Paul Wegenes, die Zoterdag en
Zondag met zijn gezelschap Totentanz, Die
.Raschhoffs en Der Gedonke komt spelen is
zelfs heel veel belangstelling.
Het heeft niet veel gescheeld of wp waren
mr. S. J. L. Van Aahen als waarnemend burge
meester kwijt geweesten geheel onverwacht.
Het is een feit, dat de vrijz. democratische wet
houder van financiën na zijn ernstige ziekte de
lasten van het burgemeesterschap dubel zwaar
voelt, en dat hij ct wat voor zou geven als hij
het werk aan den opvolger van mr. Zimmerman
kon overdoen. Maar de benoeming van den
nieuwen functionaris loot merkwaardig lang op
zich wachten en don kon een conflict tus-
schen den raad en zijn voorzitter, zoonis zich
dot in de laatste vergadering ontwikkelde, ge
makkelijk gebeuren.
De communist, dr. van Ravesteijn, had het
vuurtje aangestookt. Op de agenda stond een
voorstel van B. en W., om aan het comité ter
Behartiging van Nationale belangen, dat hier
de viering van het regceringsjubileum van dc
Koningin voorbereidt voor de feesten een cre
diet van 47.000 te verleencn. Het was voor
uit te zien dot hierover een en ander zou wor
den gezegd. Dc communist was er het eerst bij.
Hij zette het standpunt van zijn partij tegenover
de meening van dit jubileum uiteen op een
wijze, die weinig parlementair was inderdaad,
maar die de persoon van de Koningin niet aan
tastte, al hekelde hij het dat zij volgens dr
v. R. niets onn kunst doet en dat de Kroon
niet was vertegenwoordigd bij de uitvaart van
Breitner, aan wiens nagedachtenis de spreker en
passant de rand lachte hoonend nog hulde
bracht Zijn tegenstanders moesten hem dan
maar eens aantoonen dot hij ongelijk had.
De voorzitter liet kalm den spreker zijn gang
gaan, ook toen de verontwaardiging zich al lui
der en luideT manifesteerde en enkele christel.
historische en r. k. leden rumoerig werden. Mr
Walter Baars riep mag dot moor zoo, voor
zitter Maar mr. Van Aaltcn liet den commu
nist uitpakken.
Jan Ter Laan, de fractieleider van de soc.
democraten, los een verklaring voor waarin
eenvoudig werd gezegd dat de negentien s. d.
leden zouden tegenstemmen. Toen was de beurt
aan enkele chr. hist, leden en aan den r. k. oud
wethouder Stulemeijer, om hun toorn te luch
ten en om hun teleurstelling te betuigen dat
de voorzitter niet ingegrepen had om de h. i.
onwaardige woorden van den communist te
wraken.
Mr. Van Aalten antwoordde dot hij als waar
nemend voorzitter die zijn stem vóór het voor
stel motiveeren moest, zijn tegenstanders in
deze in geen enkel opzicht wilde tekort doen,
HET HANDELSVERDRAG MET DUITSCH-
LAND.
Onze Beriijnsche correspondent heeft ecnige
weken geleden reeds gemeld, dat er tusschen
vertegenwoordigers der Nederlandsche en
Duitsche regecringen besprekingen zijn gehou
den over wijzigingen in het handelsverdrag met
Duitschland, zoo lezen wij in het Hbld. Wij
zijn thans in staat, door inlichtingen van be-1
•oegde zijde, mede te deelen, dat do (in j
Duitschland gevoerde) onderhandelingen liepen
over wijzigingen in het „Verdrag van Handel
en Scheepvaart met Pruisen en de verdere Sta
ten van het Duitsche Tolverbond", van welk
Verdrag de voornaamste artikelen goedge
keurd zijn bij de wet van 26 April 1852
(Staatsblad no. 95).
Artikel 32 van het Verdrag hield onder
meer in dat de Nederlandsche regeering zich
verbondo. in haar West-Indische koloniën
de producten van bodem en industrie van het
Tolverbond getijk te stellen met de producten
van bidem en industrie van Nederland,
„waneer zij zullen worden ingevoerd
in de koloniën door Nederlandsche schepen of
die van het Tolverbond"b. in haar Oost-
Indische koloniën van de pnet name (in urtikel
32) genoemde producten van bodem en indus
trie van het Tolverbond (mits geladen in een
Nederlandsche haven of een Nederlondsch
vaartuig of een van het Tolverbond) het tarief
te zullen heffen, op dat oogenblik van kracht
voor den dirccten invoer dier producten uit
Nederland. En het artikel bepaalde dan ver
der, welk het tarief was voor de verschillende
producten, daaraan toevoegende, dat elke ver
laging in het tarief ten opzichte dier produc
ten van Nederlandsche Kerkomste ook zou gel
den voor de producten van bodem en industrie
van het Tolverbond.
Sedert 1852 is dit artikel van kracht geweest
voor den invoer van Duitsche producten in
ïndië. Zoowel in het tarief als in de prijzen
der producten is nadi enechter een zoo belang
rijke verandering (in stijgende richting) geko
men, dat de bepalingen van het artikel in geen
enkel opzicht meer kloppen op den tegenwoor-
digen toestond. Van de zijde van Nederland
werd daarom schrapping van het ortikel be
pleit. Wel zou het daarin vastgestelde, specia
le tarief voor Duitsche producten, over onze
havens naar Indië vervoerd, in overeenstem
anderen arbeid In staatsdienst, maaT de Hier
boven bedoelde leden antwoordden hierop, dat
dit slechts een halve maatregel is, want
iemands gewetensbezwaar om in een staats
bedrijf teweric gesteld te worden, dient niet
minderd erkend te worden dnn een gewetens
bezwaar tegen militairen dienst, van welken
aard ook.
Dere leden meenden voorts, dat deze tijd,
waarin velerlei symptomen van verslapping
van tucht en moreel vervol zijn woar te nemen,
al heel slecht gekozen is om met zulk een
maatregel te komen, die het gebrek aan tucht
bevorderen zal
Om ol deze redenen zouden deze leden in
geen geval hun stem aan het ontwerp kunnen
geven. Zij achtten het beter de regeering te
verzoeken, het ontwerp terug te nemen, ten
einde zichzelve een verwerping te besparen.
Onderscheidene leden waren van oordeel,
dnt de oveiheid niet alle bezwaren kan ophef
fen. Alleen voor de zeer ernstige werkelijke
gewetensbezwaren, doch niet voor verstande
lijk inzicht kan de Overheid wijkenanders
zoude zij haar plicht niet kunnen volvoeren.
Een juisten regel te stellen ten opzichte van
gewetensbezwaren za' al rijd moeilijk zijn bij
de groote versrhicdcnheid van inzicht.
Vele leden waren dan ook van meenir.g, dat
do regeering den juisten weg gekozen had,
niet verder kon gaan en deze materie met
voorzichtigheid behandeld had.
Eenige leden waren van gevoelen, dat het
hier behandelde onderwerp tot groote omzich
tigheid maande. Het is nu eenmaal een men-
schelijke eigenschap om zich onn lastige plich
ten te willen onttrekken.
Landarbeidersstaking op Oost-Flokkee.
In Achthuizen hebben de landbouwers het
verzoek der arbeiders om arbitrage toegestaan,
waardoor de stoking is opgeheven. Te Oude
Tonge en Ooltgensplaat duurt de staking voort
en is van overleg^geen sprake. Wegens de
steeds scherpere verhoudingen en de steeds
toenemende ongeregeldheden is Woensdagmid
dag te Ooltgensplaat door voorlezing van het
gemeentehuis en door aanplakking bekend ge
maakt, dat het verbodene is in die gemeente
des avonds na tien uur buiten te zijn, terwijl
samenscholingen van meer dan drie personen
verboden zijn. De politie is thans nogmaals ver
sterkt
om den schijn van partijdigheid niet op zich te ming kunnen worden gebracht met het alge-
Iaden. Eer. door de Kroon benoemde voorzitter j moene tarief, rnour de practijk heeft geleerd,
zou,, zei hij, de aanmerkingen op zijn leiding I dat het geen aanbeveling verdient een tarief in
eenvoudig naast zich kunnen neérleggen. Ik I Verdragen met andere Staten vast te leggen.
daarentegen noodig de leden, die zich met mijn
beleid niet kunnen vereenigen, uit een motie in
te dienen, opdat de raad in de gelegenheid zal
worden gesteld uitspraak te doen. Laten zij dit
na, dan zal ook ik de aanmerkingen naast mij
deponeeren.
De soc. democraten riepen naar den over
kant „Waar blijf jullie nou. Niemand diende
een dergelijke motie in, maar het was zeer goed
merkbaar dot men bij de rechtsche partijen
met dit antwoord niet tevreden was. Mr. Wolter
Baars accentueerde deze ontevredenheid in een
klein speechje waarna de voorzitter plotseling
verklaarde dot hij den raad in de gelegenheid
zou stellen den volgenden dog uitspraak te
doen en dat hij den leden een mededeeling zou
doen toekomen.
De verbazing was algemeen. De soc. demo
craten staken hun verontwaardiging niet onder
hun zetels. Mevrouw Groeneweg kwam op den
heer Baars toe en riepwie solliciteert er naar
het burgemeesterschap Een vraag die een min
of meer pijnlijken kont voor den geadresseerde
had, omdat inr. Baars als candidaat is genoemd
en men zelfs beweert dat hij in verbond met
de vacature eenige malen in Den Haag is ge
weest. Bij de chr. historischen was men met
dezen gang van zaken allerminst ingenomen,
omdat daardoor aan de woorden van den com
munist een ongewenscht relief zou kunnen wor
den gegeven.
De heer Stulemeijer verklaorde dat hij zich
in geen geval opnieuw een wethoudersporte-
feuille onder den arm zou loten stoppen dnt
veroorzaakte algemrcne hilariteit. Men riep den
spreker toe Van Aalten wü weg als voorzitter,
niet als wethouder I De vergadering bleef ru
moerig, maar het voorstel werd tenslotte aan
genomen nadat de voorzitter op aandrang vnn
enkele leden van den Vrijheidsbond beloofd
had de zuinigheid te zullen betrachten.
De heer Van Aalten is tenslotte, zooals men
reeds weet, op zijn voornemen teruggekomen.
Het eenige resultaat vnn het incident was, dat
de leden den volgenden dog niet zooals het
voornemen was, behoefden te vergaderen.
Voordat de discussie over het bovenaan
gehaalde voorstel plaats vond, had de Raad in
comité-generaal beraadslaagd over de benoe
mingen de aan-dacht van de leden was er op
gevestigd dat bij de benoeming van leeraren bij
het M. O. in enkele gevallen oud-officieren
voorkeur schijnen te genieten, en de raad had
daarom een vorige maal die benoemingen aan
gehouden, zeer tegen den zin van den wethou
der van onderwijs. Dat de voordracht niet in
den haak weTd bevonden bleek bij de voortzet
ting van de openbare vergaderingno. 1 van
de voordracht kreeg slechts drie stemmen, en
nummer twee werd benoemd.
Vermelding verdient voorts nog dat de heer
Ter Laan er zijn afkeuring over heeft uitgespro
ken dat men in den Haag zoo lang wacht met
de benoeming van een hoofd van de gemeente.
Dc geloof dot, wanneer deze afkeuring eens in
een motie werd belichaamd, er veel kans zou
zijn dat een dergelijke motie zou worden aan
genomen. Ook zij die het regime von mr. Zim
merman niet bewonderden erkennen nu wel, dat
er veel te zeggen is voor het bestuur van een
Aan Duitsche zijde heeft men ook gevoeld, dat
de bepalingen van het artikel veroudeid waren
en tegen schrapping geen bezwaar gehad. Al
leen zal aan het Verdrag een nieuwe bepaling
worden toegevoegd, waarin beide landen de
toezegging doen elkaar over en weer zoo wel
willend mogelijk zullen behandelen, voorzoo
ver invoerbeperkingen mochten bestaan of
vastgesteld worden. Tevens zul het wederzijdsch
recht van opzegging binnen een termijn van
een jaar gedurende drie» jaren oj>geschort wor
den. Nn drie jaren zal de bepaling van het
Verdrag weer van kracht zijn, volgens welke
opzegging met een jaar mogelijk is.
Aangezien het hier een wijziging betreft van
artikelen, die bij de wet zijn goedgekeurd, zal
te zijner tijd een wetsontwerp bij de Kamer
worden ingediend.
DE WIJZIGING VAN DE LEERPLICHTWET.
Naai het Hbld. verneemt, vindt het uitstel der
behandeling van het wetsvoorstel tot wijzi
ging van de Leerplichtwet (tijdelijke op
schorting der verplichting van het zevende
leerjaar) niet enkel zijn grond in den wensch
om de vacantie der Kamer niet uit te stellen,
maar tevens in een verschil van meening in de
Kamer, vooral zich openbarend in de Roomsch»
Katholieke Staatspartij. Terwijl de heer Van
Wijnbergen e. a. zich met het door den Minister
voorgestelde uitstel wel konden vereenigingen,
rees bij den heer Nolens bezwaar op grond der
overeenkomsten van Washington, die arbeid van
beneden veertienjarigen uitsluiten. Hij vreesde
dat een verkorting van den schooltijd tot een
verlaging van den leeftijd van toelating tot
fabrieken en werkplaatsen zou kunnen leiden,
en had daarom ernstig bezwaar tegen een ver
korting van den schoolplichtigen leeftijd. Aan
gezien in dezen geen overeenstemming kon
worden verkregen, heeft men in uitstel voor het
oogenblik een uitweg gezocht. In parlementaire
kringen acht men het voor zeker, dnt het ont
werp niet in de Kamer zol terugkeeren.
Dienstweigering.
Aan het Voorloopig Verslag der Eerste Ka
mer over het ontwerp van wet betreffende
dienstweigering is het volgende ontleend
Verschillende leden konden den rechtsgrond
von tien hier voorgestelden maatregel niet er
kennen.
Dit ontwerp getuigt van de moeilijkheden,
waarin men komt, als men in groote beginsel-
vraagstukken de onfeilbaarheid niet van een
leergezag, maar van elk individu gaat erken
nen. Dat de Staat het geweten van zijn bur
gers eerbiedigt, kan niet worden gelaakt, maar
ook te dezen opzichte eljn grenzen. Deze gren
zen worden fn elk geval overschreden, waar
z^lfs gewetensbezwaren tegen de vervulling
van militairen dienst „van welken aard ook'
worden erkend.
Eenige leden stelden de vraag, wat de Over
heid moet doen, indien eventueel een zóó groot
aantal personen gewetensbezwaren tegen mili
tairen dienst koestert, dot de voor de verde-
diging van het vaderland noodzakelijke weer
krachten gaan ontbreken.
Hiertegen werd aangevoerd, dot degenen, die
gewetensbezwaren koesterden, dan toch aan
gewezen zullen worden voor hei verrichten van
De Rijksmiddelen.
Waarvoor reeds maanden te voren gevreesd
werd, begint langzamerhand werkelijkheid te
worden. De toenemende stijging der rijks-
schatkistontvangsten gaat tot het verleden be-
hooren, aangezien door den voortdurenden
snelle achteruitgang op financieele en econo
misch gebied, aan verschillende bronnen de
krochten ontnomen worden. De Middelenstaat
wijst over de afgeloopen maand aan gewone
ontvangsten een vermindering aon van T.73
millioon, vergeleken bij de maand Mei van het
vorig jaar. Evenals de vorige maanden moet
daarbij rekening gehouden worden, dat in het
totaal-bedrag van 40.753.423 de opbrengst
der tabaksbelasting is opgenomen, namelijk
1.138.777, welke belasting verleden jaar
Mei nog niet in werking trad, zoodot uit de
andere bronnen 2.90 millioen minder ont
vangen werd.
Wanneer men de lijst der verschillende op
brengsten nagaat, dan toonen deze bijna alle
vermindering. Dit was in vroegere perioden ook
niet zelden het geval zegt De Tijd maar
dan werd vaak het evenwicht hersteld door de
belangrijke toename der ontvangsten uit de di
recte belastingen en uit die waarvan het hef
fingspercentage aanzienlijk verhoogd was. Zoo
wel het eene als het andere is thans een mis
lukking. De sterke achteruitgang op den cco-
nomischen toestand weerspiegelt zich ook in de
ontvangsten der directe belastingen, welke
steeds moeilijker inbaar worden. De inkomsten'
belasting bracht de afgeloopen maand 1.71
millioen minder op dan in Mei 1922, n.l.
11.63 millioen tegen 13.34 millioen. De
personeele belasting bracht echter bijna 6 ton
meer op, 1.79 millioen tegen 1.2 millioen,
terwijl de grondbelasting een minderen achter
uitgang toonde, n.l. 2.22 millioen tegen 2.25
millioen. De vermogensbelasting bleef met haar
opbrengst ruim 7 millioen bij verleden jaar
Mei ten achter en bracht 1.00 millioen op
tegen 2.09 millioen. Ook van de dividend- en
tantièmebelasting weren geen hooge cijfers te
verwachten.
Uit dit middel kwam slechts 734.412 bin
nen tegen 821.100 verleden jaar Mei.
Op de verschillende accijnzen wees de op
brengst van het accijns op suiker een klein
nadeelig verschil aan; dat middel bracht op
3.41 millioen tegen J 5A7 millioen; het ac
cijns op wijn liep terug van 117,427 tot
53:802, op het binnenlandsch gedistilleerd
van 4.88 millioen tot 4.75 millioen, op
zout van 119.233 tot 106.708. Daartegen
vorderde het bier van 315.182 tot 409.264
en het geslacht van 824.266 tot 984.913.
bronnen die met het zakenleven en de
omzetten ter beurze en overgangen van vaste
goederen verband houden bleven eveneens bij
de opbrengst bij verleden jaar Mei ten ach
ter. Uit de registratierechten kwam n.l. bijna
2 ton minder binnen, 1.69 millioen tegen
schijnt te bestaan. Het beoogde uitstel in zake
de indiening van het tweede wetsontwerp be
treffende maatregelen en werken, noodig tot
voorziening in dc belangen van de landsverde
diging in verband met de afsluiting en droog
making van de Zuiderzee, wordt geenszins ver
oorzaakt door gemis aan voortvarendheid bij
de samenstelling van de plannen voor de ver
dediging of door vertraging in den arbeid in
verband met de sedert den wereldoorlog gewij
zigde inzichten inzake de hulpmiddelen, welke
bij dc landsverdediging moeien worden aange
wend. Het uitstel is noodig gebleken omdat de
waterstaatkundige plannen voor de droogmaking
van de Zuiderzee om verschillende redenen
nog geen vasten vorm hebben aangenomen, ge
lijk trouwens in de considerans en in de Me
morie van Toelichting van het wetsontwerp
reeds vermeld respectievelijk nader uiteengezet.
[Uit den aard der zaak is het niet mogelijk
pionnen te mnken voor de militaire verdediging,
zoolang niet bekend is, welke de vorm der vul
lingen en de juiste ligging van de droogmake
rijen zullen zijn, m. o. w. hoe het tc verdedi
gen gebied er uit zol zien.
Dot nu een uitstel wordt voorgesteld van 5
jaren, hangt op geenerlei wijze samen met
factoren van militairen aard. Deze termijn wordt
door den Minister van Waterstnnt gewcnscht
geacht conform het adres ter zake van den
Zuiderzeeraad omdat vermeend wordt, dnt
de waterstaatkundige plannen binnen cfcn zoo-
donigen termijn voldoende zullen zijn gevor
derd, en daarmede de grondslagen waarop het
hooger genoemde wetsontwerp van militaire
strekking moet worden opgebouwd, tijdig ge
noeg bekend zullen zijn om de mogelijkheid te
openen, dot ontwerp vóór 5 Juli 1928 bij de
Staten-Generaol in te dienen.
Er is geen sprake van dat de totstandkoming
van de in het# onderwerpclijk-ontwerp van met I
voorgestelde wijzigingen aanleiding zou kun
nen geven tot vertraging in dc uitvoering der
werken tot afsluiting en droogmaking der Zui
derzee integendeel zijn die wijzigingen nood
zakelijk wegens dc vertraging, welke bij het
maken der waterstaatkundige pionnen voor die
droogmaking geheel buiten het Departe
ment van Oorlog om is ontstaan.
Wat de wijziging van den termijn von 1 Mei
1923 in 1 Moi 1929 betreft wordt aangetee-
kend, dat de wijziging noodwendig voortvloeit
uit die welke in art. 2 werd aangebracht. Dc
bedoeling van het bepaalde in de tweede ali
nea van art 6 is immers deze, dat, mochten
om welke reden dan ook binnen den termijn
vijf, thans tien jaar de wetten houdende
- Ar.
men met een bankje van tien gulden betaalt.
Wanneer het nog mogelijk was om gouden
tientjes tc krijgen en in omloop te brengen en
te houden, zou de uitbctalingsmachino gebruikt
kunnen worden om met de geringst mogelijke
kosten een groot aantal werklieden snel uit te
betole.n. Bij de tegenwoordige situatie is dit min
der eenvoudig. Do uitbctalingsmachino maakt
het mogelijk om olie bedrogen, beneden tien gul
den, gemakkelijk tc verkrijgen, terwijl dan do
uit te betalen complete tientallen guldens met
papier betaald moeten worden. Hierdoor wordt
de zonk dus iets gecompliceerder, daar scherpe
controle noodig is om niet een bonkje tc veel
te geven. Toch kon desondanks de machine met
voordeel bruikbaar zijn en kosten voor de uit
betaling uitsparen, wanneer gezorgd is voor een
voldoend aantal gevulde reservoirs.
De machine heeft een nadeel, dat ze niet tege
lijk het uitbetaalde geld registreert, daar ver
gissingen niet uit kunnen blijven en alleen dio
hersteld kunnen worden, welke ton nodcelo zijn
van den arbeider, die zijn geld direct contro
leert. Vergissingen ten nadeele van den kassier
zullen vermoedelijk wel even talrijk zijn, maar
worden helaas pos opgemerkt, als verder ver
haal of controle onmogelijk is geworden.
Voor een ideaal werkende machine mag men
den cisch stellen, dut niet alleen het verlangde
bedrog snel uitgeworpen wordt, moor dot te
gelijkertijd ook de toetsen werken op teloppara-
ten als bij een kasregister, zoodot het bedrog
duidelijk zichtbaar aangegeven en op een 1
1.87 millioen, de zegelrechten brachten ruim
T ton minder op, f T.52 millioen tegen rir~
1.62 millioen.
De opbrengsten der invoerrechten bleven
ruim 8 ton ten achter 2.69 millioen tegen
3.50 millioen. Het statis'Jekrecht liep terug
van 341.335 tot 270.082de loosgelden
van 235.267 tot 174.618 en het recht op
mijnen van 60.083 tot 58.402.
Een gunstige uitzondering op dit alles maakte
ditmaal de opbrengst der successierechten,
waaruit zes ton meer binnenkwam 5.58 mil
lioen tegen 4.98 millioen in Mei 1922.
De O. W.-belasting (belasting in verband
met de buitengewone omstandigheden) bracht
567.294.82 op; de inkomsten ten baste van
het leeningsfonds 1914 10^53 millioen, waarin
de verdedigingsbelasting en de inkomstenbe
lasting het hoofddeel hadden.
DROOGMAKING VAN DE ZUIDERZEE.
Memorie van Antwoord.
In haar Memorie van Antwoord nopens het
wetsontwerp tot wijziging van de wet van den
!4den Juni 1918, tot afsluiting en droogmaking
van de Zuiderzee laat de Regecring, als alge-
meene opmerking voorafgaan, dat ten aanzien
van de strekking van het ontwerp der wet blij
kens het voorloopig verslag een misverstand
de militaire voorziening in verband met de
poldering niet zijn tot stond gekomen, op
1 Mei 1924 (1929) in ieder geval met de wer
ken, ook al mochten die zoodanige voorzienin
gen eischen, mag worden begonnen. Noodzake
lijker wijze moet dus de in art 6, 2de alinea,
genoemde datum vollen buiten den termijn
van vijf (tien) jaar, welke aan de militaire
autoriteit voor de tot standkoming der wette
lijke voorschriften wordt gelaten. Naar het de
Regeerjng voorkomt is er geen reden tot onge
rustheid. Allereerst immers zijn de termijnen en
data maxima het is geenszins uitgesloten dat,
wanneer de plannen eenmaal voldoende vast
staan, binnen de gestelde grenzen de noodige
voorstellen kunnen worden ingediend.
Het overleg omtrent de versnelde-uitvoe
ringsmogelijkheid is nog in een beginstadium.
Met name zal ook nog het denkbeeld van de
zandpolders moeten worden onderzocht en ook
de vraag in hoeverre het tot stand komen van
deze jjolders in het belang zou kunnen zijn van
de inwoners van Volendam en Marken.
De Minister van Waterstaat oordeelt, dat,
wanneer het denkbeeld der vermelde uitvoering
practisch toepassing zal blijken te kunnen vin
den, nadere wijziging van de wet van 14 Juni
1918 niet achterwege zal kunnen blijven, zoodat
als opnieuw, doch op vaster grondslag zal
worden overwogen op welke wijze de definftiev
landen zullen moeten worden gediend in over
eenstemming met de nadere pionnen, ook wat
de termijnen betreft.
Ter tegemoetkoming aon de geuite bezwaren
bestaat er bij dc Regeering echter geen beden
king tegen om in afwachting van die nadere
regeling den in dc 2de alinea, van artikel
van de wet van 14 Juni 1918 gestelden termijn
in plaats von met vijf jaar met vier jaar te ver
lengen, waardoor dus ook de termijn van de
2de alinea van OTt. 12 dier wet op negen jaar
zal moeten worden gebracht.
Eone Nota van wijziging in dezen geest is
hierbij gevoegd.
Uitbetalingsmachines.
In het maandblad voor rationeele werkmetho
den Administratieve Arbeid (uitgave
N. V. Mabo, Amsterdam) geeft de heer Van Oss
een beschrijving van de in den laatsten tijd in
den handel gebrachte toestellen, die het mogelijk
maken door neerdrukken van toetsen in eens
een bepaalde som in gemunt geld uit een voor
raad terecht te doen komen in een ontvangbe-
kertje en zefs in eens in een zakje. Deze machi
nes zijn van Amerikoanschcn oorsprong. De mun
ten zijn in rollen geplaatst in een reservoir, be
staande uit cylinders, die naast elkaar zijn aange
bracht, en dat zoo aan de uitbetalingsmachine
bevestigd wordt, dat "horizontaal beweegbare
hefboompjes de onderste munten uit een spleet
naar voren kunnen werpen.
De horizontaal bewegende hefboompjes wor
den weer bewogen door middel van toetsen, ge
lijkend op de toetsen van een kasregister. Elke
toets correspondeert met den hefboom, die de
munt (soms twee) doet bewegen, die overeen
komt met het op de toest aangegeven bedrag,
zoodat men zeker is, zoodra het reservoir vol
doende vulling heeft, dat het aangeslagen be
drag ook inderdaad uitgeworpen wordt. De ma
chine werkt zonder fouten, maar het verkeerd
aanslaan der toetsen heeft natuurlijk tot gevolg
het uitwerpen van een verkeerd bedrag.
Diezelfde machine, maar met een toetsenbord,
dat als het ware 180 graden omgedraaid is,
wordt gebruikt voor „teruggeef'-machine. Op
de toetsen staan dan de bedragen, die de te be
talen som kunnen uitdrukken, terwijl ze corre-
spondeeren met hefboompjes, die munten be
werken, die 't te betalen bedrag aanvullen, b.v.
tot 10 gulden. Het toestel wordt dus op de gewo
ne wijze bediend, zoodAt de toesten het te be
talen bedrag (dat we voorloopig beneden tien
gulden denken) aangeven, maar in plaats van dit
bedrag oen ander uitwerpen, dat ermee tien gul
den zou vormen, zoodat met dit toestel zeer ge
makkelijk geld teruggegeven kan worden, als
9rol
opgeteekend wordt, liefst in duplo, zoodnt cén
rol bewaard wordt en de uitbetaald© een bon
met het bedrag ontvangt
Ook dit is nog niet geheel voldoende om ver
gissingen te voorkomen. Nog beter tou het
zijn, wanneer tegelijkertijd het toestel zoo inge
richt was als dc meer samengcsteldo kasregis
ters, die mogelijk maken een rangnummer von
den uitbetaalde of te drukken. Slechts in dit ge
val is het mogelijk met zekerheid fouten na to
gaan, wanneer dc kas na afloop der uilbetaling
niet klopt, terwijl een dergelijk samengesteld
toestel ook mogelijk zou maken de uitbetaling
slechts door één man te doen verrichten cn dus
voor een groote gemeente of zaak de uitbetaling
met minder kosten cn toch met groote accura
tesse te doen plaats vinden.
Dat ook de iritbetolingsmachin© In rffn tegen-
woordïgcn vorm van voordeel kan zijn, is niet te
ontkennen. B.v. bij het vullen der uitbetalings-
cnveloppen op een centrale plaats veroorlooft
deze machine veel vlugger werken, terwijl de
controle niet duurder is dan bij de gewone wijze
van doen.
Toch gelooft de schrijver ten slotte, dat fabri
kanten van dergelijk© machines verstandig doen
om te probeoron het hierboven geschetst© meer
gecompliceerde toestel te maken. Zonder tv/ijfel
zal de prijs dan veel hooger moeten zijn, maar
vermoedelijk zal dit bij een machine, die bijna
zonder eenige slijtage vele jaren achtereen
bruikbaar kon zijn, op dc jaorlijksche kosten
slechts weinig invloed hebben, terwijl ze door
uitsparing von werk tot voortdurentj© bezuini
ging aanleiding geeft.
No het afdrukken van zijn artikel bleek den
heer Van Oss, dut registreerende uitbetnlings-
machines reeds vóór den oorlog door een Duit
sche fabriek werden gemeukt. De directie echter
deelde hem mede, dot de productie ervan sinds
dien is gestaakt en nog niet hervat.
DEENSCH BEZOEK AAN NEDERLAND.
In Juli a.s.
Begin Juli a.s. zal een deputatie uit de* ge
meenteraad van Kopenhagen vandoor vertrek
ken om een bezoek tc brengen onn Nederland
voor een inspectietocht Zij zullen een bezoek
brengen aan Amsterdam, Rotterdam en Den
Haag. De delegatie zal een studie maken van de
oorlogs- en na-oorlogsmaatregelen, waaronder
het woningvraagstuk, van de ziekenhuizen, scho
len en havens.
Financiëel Overzicht.
De berichten omtrent nieuwe moeilijkheden
op bankgebied in Noorwegen en In andere lan
den, hadden ons er in den laatsten tijd al op
voorbereid, dat de invloed van de economische
malaise op het bankwezen nog geenszins overal
tot het verleden behoort. Gelukkig hebben de
verslagen van onze eigen groote banken, welke
thans vrijwel zonder uitzondering zijn gepubli
ceerd, de overtuiging geschonken, dat in Ne
derland voor dergelijke moeilijkheden niet be
hoeft te worden gevreesd, voor zoover het onze
algemeene credietbanken betreft. Dank zij de
groote openlijke en stille reserves, welke deze
banken hebben opgebouwd cn het feit, dat hun
bedrijf op zich zelf in de crisisjaren loonend is
gebleven, zijn zij in staat geweest, de belang
rijke verliezen, welke ook zij hebben geleden, af
af te schrijven, zoodat de toekomst in dit op
zicht hier te lande zonder eenige bezorgdheid
tegemoet kan worden gezien.
In ingewijde kringen was het echter reeds
lang bekend, dat ditzelfde vertrouwen niet zoo
onvoorwaardelyk kon worden verleend aan en
kele der nieuwere instellingen, welke juist sinds
het uitbreken van den oorlag een geweldigen
omvang hadden aangenomen, en die zich meer
speciaal op het gebied van het Middenstands-
crediet bewogen. Wel zijn ook hier, na de eerste
„Sturm und Drangperiode", reeds belangrijke
verbeteringen ingetreden. Met name de positie
der groote Algemeene Centrale Bankvereeniging
voor den Middenstand wordt thans als zoodanig
geconsolideerd beschouwd, dat de regeering
niet heeft geaarzeld, nu bij een andere groep
middenstandsbanken moeilijkheden aan het dag
licht zijn gekomen, een beroep op de Alge
meene Centrale te doen voor het organiseeren
van een regeling, in het belang van een voort
gang der bedrijven.
Het zijn, zooals in dit blad reeds tc anderen
plaatse is vermeld, de R.-K. Hanzebankcn te
's Hertogenbosch en te Utrecht, welke in moei
lijkheden zijn geraakt. Slechts een deel der
Hanze-organisatie wordt hierdoor getroffen. De
belangrijke Hanze-bank in het Bisdom Haar
lem, welke met uitzondering van het Gooi ge
heel Noord- en Zuid-Holland en de Zceuwsche
eilanden omvat, staat er buiten en kan haar
bedrijf ongestoord voortzetten. Dit is van des te
meer beteekenis, omdat deze Hollandsch-
Zeeuwsche Hanzebank juist een van dc groot
ste Hanze-organisatics Is, en omdat zii een zoo
bijzonder nijver gebied omvat.