N.V. Hendclsverg. H. M. van Haaren, N.V. Bal
kan Tabakshandel alsmede uit winstbewijzen
Tabakshandel v.h. Gebr. Philips en Internatio
nale Tabakshandel Maatschappij.
Daargelaten dc waarde van deze. bezittingen,
bleken deze in onderpand te berusten bij den
bankier der T. A. B. U., de firma Arn. Gilissen
on Co., onder toezicht van wier bewindvoerders
een grcot gedeelte dier aandeelen reeds den
I7en Juli 1922 ter beurze geexcuteerd en door
de firma Gilissen zelf weer ingekocht was zoo
doende had de T. A. B. U. geen mocht meer
over hare dochterondernemingen.
Practisch was dit een van de eerste verwikke
lingen, waarvan een regeling vóór alles noodig
was. Wat deze regeling uiterst moeilijk maak
te, was, dat men hier te doen had met de firma
Arn. Gilissen en Co. die els emittent der obli-
getielcening en als bankier der T. A. B. U. een
der eersten was op wien het odium van het de
bacle der T. A. B. U. en het vermoeden van
onregelmatigheden moest vollen.
De bewindvoerders der firma Gilissen en Co.
stelden zich op het standpunt, dot alles wat er
tusschen deze firma en de T. A. B. U. was
voorgevallen volkomen onaantastbaar was, met
inbegrip alzoo van de evenbedoelde executie
der onderpanden.
De stand van rekening was bij den aanvang
van het faillissement een debet van de T. A.
B. U. bij genoemd© firma van ruim 650.000
een bedrag waaraan verschillende transacties
dan op bona vide transacties geleken en welke
wij onder geen voorwaarde wenschcn te er
kennen.
Door de bewindvoerders der firma was aan
vankelijk aan den curator een dading voorge
steld, ingevolge waarvan ieder der partijen
voor de helft in de waarde der verpande bezit
tingen zou deelen. Een dergelijke regeling
werd zoowel door den curator als door ons als
absoluut onaannemelijk verworpen.
Na langdurige onderhandelingen werd ons
door den curator medegedeeld, dat door hem
met de bewindvoerders overeenstemming wes
bereikt over een dading, welke in hoofdzaak
daarop neerkwom, dat de firma aan den cura
tor restitueert alle aandeelen der z.g.n.
winkelcombinatie benevens de door haar in
pand gehouden 1215 gewone aandeelen Gehr.
Phiiipsdat zij afstand doet van hare vorde
ring op de T. A. B. U. en daartegenover uit
de opbrengst der onderpanden een bedrag tot
een maximum van 100.000 ontvangt.
Noodzakelijke voorwaarden van deze dading
was natuurlijk, dat aan de firma finale dé
charge werd verleend.
Het ontwerp van deze dading werd ons door
den curator ter kennisneming gezondenmet
den curator was onze adviseur van oordeel,
dat een dergelijke regeling moest worden be
schouwd en het onverantw oordel ij k
moet geacht worden het tot stand komen van
deze dading op eenigerlei wijze tegen te wer
ken.
Toch aarzelde Uw bestuur om haar instem
ming met een aan de firma Gilissen te ver-
leenen décharge te geven en trad het ook zij
nerzijds met de firma Gilissen in onderhande
ling. Dit heeft geleid tot een door Uwen voor
zitter met den heer Gilissen behandelde volle
dige reconstructie van de rekening der T. A.
B. U. met de firma Gilissen. Deze reconstructie,
waarbij alle betwiste posten door de firma te
ruggenomen worden, leverde een saldo van
ruim 100.000 ten gunste van de firma Gi
lissen vandaar dat op ons voorstel in de da
ding een maximum van 100.000 werd opge
nomen.
De belangrijke opklaring van den toestand,
welke door deze dading verkregen werd, ten
gevolge waarvan onder meer ook de obliga
tiehouders de e e n i g e crediteuren der T. A.
B. U. zijn geworden, deed ons besluiten daar
mede onze instemming te betuigen.
Hierbij is de bedenking, dat dc décharge door
den curator aan de firma Arn. Gilissen en Co.
verleend in geenerlei opzicht afbreuk doet aan
een dergelijke verantwoordelijkstelling van de
bestuurderen der T. A. B. U. als zoodanig.
De garantie van dc obligatie-
houders.
Dc tweede en belangrijkste verwikkeling was
de kwestie van de garantie der obligatie-lee-
ning, waarin ook weer de leiding geheel bij
den curator berustte. Zoowel deze als onze
rechtskundige adviseur waren van oordeel, dat
aan deze garantie alleen door de T. A. B. U. en
niet door individueel© obligatiehouders rechten
konden worden ontleend. Onder reserve van
deze rechten werd derhalve onzerzijds met den
curator medegewerkt, ten einde gezamenlijk
deze zsek met de garanten der leening tot
een oplossing te brengen.
Practisch had men daarbij alleen met de Ta
baksindustrie v.h. Gebr. Philips te doen, daar
de Internationale Tabakshandel weldra volsla
gen insolvent bleek te zijn.
Het tot stand brengen van een regeling met
de Tabaksindustrie bleek ol spoedig meer een
zaak van practisch beleid te zijn dan van juri
dische verwikkelingen, want hoewel zich
formeel alle rechten reserveerende stelde de
Tabaksindustrie zich op het standpunt, dat zij
ter regeling van haren garantieplicht alles wilde
doen wat mogelijk was maar dat zij in
dien het onmogelijke van haar verlangd werd
niet zou kunnen blijven voortwerken.
Uw Bc«uur gevoelde dan ook sterk* dat men
om voldoening van schuld te krijgen, zijn schul
denaar een bestaansmogelijkheid moet laten, en
waar het bleek, dat ook de Tabaksindustrie zwa
re verliezen had geleden, was het geraden een
oplossing te vinden, waarbij deze schuldenaar
die door haren bankier op de been werd ge
houden, ook inderdaad op de been zou kunnen
blijven.
Het zou te ver voeren U van het cijfermateri
aal een overzicht te geven, uit de circulaire van
den curator is het U bekend, dat de voorgestel
de regeling alleen uitvoerbaar is, indien de Ta
baksindustrie een zeer ingrijpende wijziging on
dergaat.
Bij de door den curator goedgekeurde rege
ling komt voor icderen obligatichouder een
winstbewijs beschikbaar met een maximum
winst-uitkeering van 50.— per jaar en aflos
baar met 500.Indien de Tabaksindustrie
zich op den duur levensvatbaar betoont en een
resultaat oplevert, als bijv. in 1922 het geval
is geweest, dan is een dergelijke winstuitkeering
en aflossing verzekerd en komt er op den duur
telken jare een grooter bedrag voor aflossing
beschikbaar.
Ernstig is overwogen of niet voer de obliga-
tiehouders een obligatie Tabaksindustrie be
schikbaar gesteld kon worden.
De Tabaksindustrie was daar evenwel onder
geen voorwaarde toe te vinden en terwijl ons
overtuigend bleek, dat een obligotieleening van
stelle 2.000.000.dc balans van de Tabaks
industrie onmogelijk kloppend gemaakt zou
kunnen worden.
Zoowel obligatiehouders T. A. B. U. als_ de
aandeelhouders Philips zullen zich voor alles
moeten realiseeren, dat aan de Tabaksindustrie
het voortbestaan moet worden mogelijk ge
maakt. Het op andere wijze dan thans door den
curator geboden wordt, behouden van wat er
niet meer is, acht het Bestuur zuivere Don
Quichotterie.
Door het Bestuur wordt thans aan certificaat
houders machtiging gevraagd om tot de door
den curator voorgestelde regeling toe te tre
den, waartoe het Bestuur onvoorwaardelijk ad
viseert. Deze toetreding brengt mede, dat de
rechten, die obligatiehouders individueel tegen
de Tabaksindustrie mochten hebben, worden
prijsgegevende Tabaksindustrie kan natuur
lijk niet in deze regeling treden en don nog het
risico loopen door de houders van 4000 obli-
gatiën individueel te worden aangesproken.
Naar het oordeel van den curator en ven
onzen adviseur beteekent het afstand doen van
deze individueele Techten hoegenaamd niets.
Het bestuursvoorstel aangenomen.
Spreker bracht ten slotte in stemming het
voorstel inzake het reorganisatieplan van den
curator, welk voorstel aldus luidde:
Het bestuur vraagt overeenkomstig art. 7
der voorwaarden van inlevering aan certi
ficaathouders machtiging tot het inleveren
der obligatiën bij den curator der T. A. B.
U., op de voorwaarden als omschreven in
het door den curator verkrijgbaar gestelde
formulier van indiening, waaronder bepaal
delijk begrepen is het afstand doen van
rechten, welke obligatiehouders uit hoofde
der in het prospectus der leening vermelde
garantie individueel tegen de Tabaksindus
trie v.h. Gebr. Phillips mochten kunnen
doen gelden.
Na eenige discussie werd het reorganisatie
plan aangenomen met drie stemmen tegen en
tien stemmen blanco.
LICHAMELIJKE OPVOEDING.
Het verslag van het algemeen
adviescollege.
Als bijvoegsel tot de Ned. St.Ct. van 6 dezer
is verschenen het verslag van de werkzaamhe
den van het algemeen college van advies voor
lichamelijke opvoeding over het jaar 1922.
Hieraan ontleenen wij
Het college kwam in 1922 slechts eenmaal
in algemeene vergadering bijeen, n.l. op 11
Maart. De commissie daarentegen en met name
de commissies voor de herziening van het be
sluit betreffende de lichamelijke oefening ver
gaderden ettelijke malen.
In den loop van het jaar werden 13 aanvra
gen om subsidie voor terreinen behandeld tot
een gezamenlijk bedrag van 286.348. Gun
stig werd geadviseerd ten aanzien van 6 aan
vragen, te zamen tot een bedrag van
f 133.700, terwijl 5 aanvragen nog in be
handeling bicven.
De aanvragen zijn in het jaar 1922 beiang-
rijk geringer in aantal geweest dan in het voor
afgaand jaar en hebben zich ook over een
belangrijk geringer bedrag uitgestrekt. Dit
moet ongetwijfeld voor een deel toegeschreven
worden aan de drukkende economische om
standigheden, waardoor het plaatselijk Iritia-
tief aan activiteit inboette. Immers ter plaatse
moet immer rog ten minste 60 pet van de te
maken kosten worden bijeengebracht. Aan d^r
anderen kant werkte echter ook de toestand
ven 's lands financiën remmend.
Onder de meer algemeene onderwerpen,
waarover het college in den loop van het jaar
advies uitbracht, verdienen de volgende met
name vermeldng,
I Gedeeltelijk overdekte speekerreiner. De
aanwas van de bevolking der hooge.e burge--
scholcn brengt herhaaldelijk de nooiakcÜjkheic!
mede van uitbreiding van het aantal localitei-
ten voor gymnastiek (lichaamsoefening). Het
college overwoog opnieuw de vraag, of in zul
ke gevallen niet op veel minder kostbare en te
gelijk doeltrefiender wijze door het overdek
ken van ecu gedeelte van het speelterrein in
do behoefte arn permanente oefengclegenheid
zou kunnen worden voorzien dan door hel bij
bouwen van een nieuw gymnastieklokaal. Prin
cipieel sprak het college zich n3 uitgebreid
onderzoek voor de gedeeltelijke overdekking
der speelterreinen in zulke gevallen uit. In de
practijk bleken echter vele bezwaren te over
winnen.
2. De lichaamsoefening der rijpere, niet-
schoolgaande jeugd.
Op 24 Juni 1922 zond het college zijn uit
gebreide voorstellen bij den minister in. Het
mocht met voldoening ervaren, dat deze voor
stellen door den minister worden overgenomen.
Bij Koninklijk besluit van 6 October 1922 no.
15 werd de nieuwe regeling met de daarbij be-
hoorende beschikking en bijlagen uitgevaar
digd, waarbij thans de verschillende verspreide
regelingen tot één sluitend geheel zijn ver-
cenigd.
3. Centraal Instituut voor de b'chamelijke
opvoeding.
Op invoering van een cursus voor de oplei-
dirg van leeraren in de lichamelijke opvoe
ding te Utrecht, bedoeld als voorbereiding van
de inrichting van een Centraal Instituut, werd
opnieuw en herhaaldelijk bij den minister oan-
gedrongen. Scheen hiermede aanvankelijk
eenig result na bereikt te zullen worden, bij de
openbaarmaking vaj\ de bergooting bleek he
laas, dat ten slotte toch elke poging om in
dezen tot een oplossing te komen, achteiwege
was gebleven. Het college blijft op deze be
langrijke en urgente zaak zijn aandacht ge
vestigd houden.
5. De bcgrooting. Over de posten op de
ontwerp-begrootir.g welke op de lichamelijke
opvoeding betrekking hebben, werd op ver
zoek van den minister advies uitgebracht. Het
college kon in verband met herziening van
het besluit betreffende de lichamelijke oefe
ning een aanzienlijke vermindering van den
betrcffenden post aanbevelen, zonder dat daar
door de lichamelijke oefening zelf zou worden
geschaad. Bovendien werd door het college
aangedrongen op vermindering van den post
voor subsidies aan vereenigingen, waarvan
sommige naar het oordeel van het college zon
der schade konden worden verkleind, en beste
ding van het daardoor vrijkomend bedrog voor
de inrichting van den hierboven onder 3 ver
melden cursus tot voorbereiding van de in
richting van een Centraal Instituut. Ten slotte
kon het college als gevolg van de reorganisatie
ook een vermindering van den post voor bu
reel- en reis- en verblijfkosten aanbevelen.
6. Uitvoering van het besluit betreffende de
lichaamsoefening.
Advies werd uitgebracht omtrent 257 ver
zoeken om toelating tot de inrichting van
oefeningscursussen (jaarcursusscn)- De behan
deling der verzoeken om toelating tot de in
richting van zomercursussen en opleidingscur
sussen weid tot 1923 aangehouden in vcibond
met de begindata van zulke cursussen»
Onder de belangrijke onderwerpen, die het
college op eigen initiatief behandelde, verdie
nen ten slotte nog de volgende vermelding.
Met het Ncderlandsch Olympisch Comité
werd gecorrespondeerd over de lesuren aan de
middelbare scholen. Het college verklaarde
zich na eenige voorbereidende correspondentie
tot mondeling overleg bereid, welk overleg in-
tusschen nog niet heeft plaats gehad.
Over de algemeene eischen voor subsidies
ten behoevs van speelterreinen werden her
haaldelijk besprekingen gevoerd. Ook de
eischen, aan de terreinen zelf te stellen, wer
den daarbij aan een nauwgezet onderzoek on
derworpen. Als grondslag hiervoor werden de
normen aangenomen, die door den minister
voor de speelterreinen bij hoogere burger
scholen als minimum eischen werden gesteld
Aangedrongen werd op de beschikbaarstel
ling van localitciten en terreinen, die als ge
volg van de legerreorganisotie niet langer voor
militaire doeleinden in gebruik zouden blijven,
ten behoeve van de lichamelijke oefening der
rijpere jeugd. Principieel werd hieromtrent,
ook met den minister van oorlog, overeenstem
ming verkregen, welke echter in de practijk
nog weinig effect heeft gehad.
DE EIGEN BOEZEM.
Toestonden aan de Hollandsch-
Duitsche grens.
De Hbld.-medewerker G. Nypels, schrijft
aan zijn .5] ad
Sedert ik voor enkele dagen in het vader
land teiug ben, heb ik al heel was gehooid en
gelezen over de vijandelijke houding van de
Duitschers tegenover Nederlanders, en over
de onhebbelijkheden, waaraan landgenooten,
die in Duitschland reisden, blootstonden.
Persoonlijk heb ik, den laatsten tijd vooral,
om me heen de, natuurlijke, afgunst op die
zorgelooze valutavreemdelingen voelen groeien;
maar, niettegenstaande wij ons nu al haast een
jaar zeer veel onder de bevolking der groote
stad en van het platteland in Duitschland be
wegen en steeds onder elkaar Hollandsch
praatten of, wanneer er buitenlandsche vrien
den bijwaren, andere talen (dikwijls zelfs
Fronsch), hebben wij nooit eenigen last onder
vonden. Eens had mijn zoontje op school een
schip '.teekend' met «en rood-wit-bleuwc vlag.
Toen dreigde er even onweer. Maar een vlog-
kimdige uitleg der onderwijzeres was /ol-
doende om hem weer in de goede gratie van
zijn Duitsche kameraadjes te doen opnemer.
In ieder geval acht ik het thans zeker niet
het moment de jeter des caiÜoux dans leur
ja*din en ik zal mijn stem dus maar niet men
gen in het koor der zeer velen, die protesteeren
tegen de toch wel begrijpelijke xenophotie der
Duitschers.
Daarentegen wil ikrkrachtig protesteeren te
gen de ontvangst, die aan onze eigen grens,
tenminste in Bentheim en Oldenzaal, door som
mige onzer grensbeambten den vreemdeling en
landgenoot bereid wordt Juist nu meo bij ons
zoo op de onhebbelijke Duitschers te keer
gaat, moeten wij eischen, dat degenen, met
wie de uit Duitschland hierheen komenden het
eerst te doen krijgen, niet direct al den denk-
baorst slcchtsten indruk over onze gastvrij
heid wekken.
Dat begint al te Bentheim. Dus eigenlijk
nog in Duitschland, maar waar men reeds
met Nederlandsche stationsbeambten te doen
krijgt, omdat de spoorlijn naar Nederland daar
reeds in Nederlandsche handen is.
De Duitsche douane-beambten van Bent
heim eens de schrik van alle reizigers
zijn thans zéér ten goede veranderd. Zij zijn,
ook volgens het oordeel van de andere reizi
gers, die ik sprak, uiterst meegaan en be
leefd geworden, en voor je het zelf weet is
bagage en pas gecontroleerd en sta je voor het
loket, waar het spoorkaartje naar Holland, vol
gens aankondiging in drie talen, in Nederland
sche munt te voldoen is. Elk reiziger heeft na
tuurlijk wat Hollandsen geld bij zich, en te
gen dezen eisch zou dus geen enkel bezwaar
zijn, als de man aan het loket niet „afgepast
geld" eischte f
Wie komt er uit Duitschland, of vin Duitsch
land uit nog verdere landen, met dubbeltjes
en kwartjes in zijn zak? Van al de menschen,
die Woensdag I Augustus met mij voor dat
loket stonden, blijkbaar niemand. Dc een kwam
met een bankbiljet van tien geulden, dc ander
met zilverbons, maar niemand had de geëischte
dubbeltjes en kwartjes. Maar zonder afgepast
geld geen kaartjesl
Ik vroeg bijv. mijn drie kaartjes naar Olden
zaal en legde een bankje van tien gulden neer.
Eén gulden, vijftien cents. Heeft u 15
cents? Met afgepast geld betalen, anders kan
ik u die biljetten niet geven.
Dan zal ik u honderdduizend mark geven?
(Toen nog te Berlijn ca. 20 cents).
Spottend antwoordt de eevijand" achter het
loket „dat je in Holland al zeshonderdduizend
mark voor één gulden kunt krijgen!", waarop
ik dan gelaten tweehonderdduizend mark voor
die 15 cents bied.
Neen, mijnheer! Ik neem alleen Hollandsch
geld. Als u die vijftien cents niet h-.cft, moet
u maar ergens zien te wisselen!
Weg gaan mijn drie kaartjes en de „vijand"
kijkt al naar het volgend slachtoffer, die ook
geen kleingeld blijkt te hebben.
Dc heb dien man toen, razend, dat ik zoo
onverwacht mijn trein ging missen, mijn visite
kaartje door het loket toegeworpen cn hem ge
zegd, dat ik het geval in mijn krant zou vertel
len waarop al spoedig twee handen vol
dubbeltjes en kwartjes in het wisselbakje ge
stort werden en ik mijn kaartjes ineens wser wel
kon krijgen.
In den trein terug, vernam ik van mijn slaap-
wagengenoot, een Duitscher, die volgens zijn
zeggen geregeld tusschen Berlijn en Den Haag
reist, dat dat in Bentheim steeds hetzelfde dra
ma met dat wisselgeld was. „Die rekenen er op,
dat de reizigers, uit angst hun trein te zullen
missen, het hun toekomende wisselgeld in den
steek laten." Dc hoop dat deze beschuldiging
valsch is en dat het alleen een flauw vasthou
den aan en plegen met het afgepastgeld-decreet
is, waarvan de toepassing overigens m. f. hier,
in Duitschland, in dit grensstation, uiterst on
gepast is. Moor ik acht het zeer betreurens
waardig, dat men tot deze verdenking aanlei
ding geeft, en ik zou den in aanmerking ko
menden autoriteiten willen verzoeken te zorgen,
dat er steeds een heelc groote zak vol dubbel
tjes en kwartjes en dikke stapels zilverbons in
Bentheim zijn, want daar wordt thans noode-
loos meer kwaad gesticht, dan door de duurste
recleme. ooit weer goed te maken is.
SPECIALE VRACHTTARIEVEN BIJ DE
SPOORWEGEN.
De geldende vrachtprijzen zijn
verlaagd.
Blijkens door de Kamer van Koophandel cn
Fabrieken voor Westelijk Noord-Brabant ont
vangen mededeelingen zijn door de Nederland
sche Spoorwegen speciale tarieven ingevoerd
voor het vervoer van petroleum, benzine, bloe
men, levende planten, boomen, gewassen en
heesters.
De resp. vóór 1 Juli en 20 Juli 1.1. geldende
vrachtprijzen zijn hierdoor aanmerkelijk ver
laagd.
Bij het vervoer van bloemen, levende plan
ten, boomen, gewassen en heesters als ijlgoed
is hiermede een vrachtverlaging tot stand ge
komen van 25 in binnenlandsch verkeer en
nog van 20 bovendien bij verzending naar
buitenlandsche stations.
Voor nadere gegevens kan men zich wenden
tot de Kamer van Koophandel en Fabrieken,
bureau Secligsingel 4, Breda.
OEFENINGEN IN DE HARSKAMP.
Oefeningen die een kwel
ling zijn
Men schrijft aan het Hsgzn
Uit de Harskamp, waarheen Maandag drie re
gimenten infanterie vertrokken zijn (het 2e, 13e
en I7e regiment) tot het houden van schietoefe
ningen op groote schaal, krijgen wij het berichf,
dat de troepen daar enorm door de hitte te jij
den hebben. Tot Arnhem werden de troepen per
trein vervoerd doch de afstand van Arnhem tot
Harskamp 30 kilometer, moest met model
bepakking te voet worden afgelegd en boven
dien moesten de mitrailleuses, op onmogelijke
karretjes door die zwaargepakte manschappen,
door het mulle zand worden voortgezeuld. Geen
wonder dat er van de drie regimenten dan cok
een kleine 300 uitvallers waren. De oefeningen
in de gloeiende heide zijn een ware kwelling.
Het eten zelf en de toebereiding in het ,kamp
laten veel te wenschcn over.
*DE MOORD OP DEN SEINWACHTER.
De verdachte ontkent nog.
„De Rotterdammer" verneemt, dat de ver
dachte A. S. een valschen naam heeft opgege
ven. Voorts had hij nog 20 dagen hechtenis tc
goed.
Het zoontje van het slachtoffer heeft mede
gedeeld, dot hij zijn vader geholpen haeft met
een stuk van het mes af te slijpen. Het mes,
dat op den verdachte werd gevonden, bleek ook
afgeslepen te zijn. Het kippenhok naast het
huis van De Jong was juist dien dag geverfd.
Dezelfde kleur van verf is aangetroffen op de
jas van S.
Tot op heden blijft hij echter ontkennen.
DE MOORD TE BOCHOLT.
De doder heeft bekend.
Men weet, dat op de kermis te Bocholt een
inwoner uit Weert met een mes zoodanig werd
gestoken, dat hij kort daarop is overleden.
Naar men aan de N. K. uit* Weert meldt,
heeft de gearresteerde H. H. K., van Alweert,
oud 32 jaar, volledig bekend den doodelijken
steek te hebben toegebracht.
Omtrent dezen moord lezen we nog in de
Tel.:
In Bocholt, nabij de grens gelegen, was ker
mis. Zooals gewoonlijk waren vele bewoners
van het Land van Weert er op uitgetrokken
om met de goedkoope francs in hun zak dc
kermis te vieren.
In het café Drieskcns kwam het, nadat het
den gonschen avond reeds gedreigd had, tot
groote ruzie tusschen eenige brooddronken
Wcertenaren, die door enkele Belgen werden
bijgestaan.
Het mes werd getrokken en aan weerszijden
vielen herige klappen. Een gedeelte der be
zoekers vluchtte naar buiten, toen het te hard
toe ging, en zelfs menschen die met het voor
wal niets uitstaande hadden, in het gevecht wer
den betrokken en hevige klappen opliepen.
In de door enkele lompen slechts schaars
verlichte gelagkamer ging intusschen de strijd
ongestoord voort tot plotseling Timmermans
een gil slaakte en kermend ineen zakte. Een
familielid trachtte hem nog bij te slaan, doch
hij bleek door een messteek in de long getrof
fen te zijn, terwijl ook het hart geraakt was.
Na eenige oogenblikken gaf Hij den geest.
Terstond was het gevecht efgeloopcn; de ver
moedelijke daders weren intusschen gevlucht.
Een uitgebreid onderzoek door de Belgische
justitie vond plaats; later werd dit door de
maréchaussee uit Weert op Hollandsch gebied
voortgezet.
De vermoedelijke dader, zekere IC., werd door
de maréchaussee aangehouden. Het parket te
Maastricht werd verwittigd.
Aanvankelijk ontkende K. den doodelijken
steek te hebben toegebracht, doch thans heeft
hij bekend den moord gepleegd te hebben, al
was het, naar hij zeide, niet zijn doel te ver
moorden en ol '.rist hij niet wat hij eigenlijk
gedaan had.
ERNSTIGE BRAND.
Een land in de vlammen om
gekomen.
Donderdagavond omstreeks 8 uur brak te Hil
versum een felle brand uit bij de familie Jan
sen aan de Ncuweg bij de Openbare Leeszaal.
Terwijl de moeder even een boodschap deed,
hebb«n de kinderen met lucifers gespeeld, met
gevolg, dat binnen enkele minuten 't huis in
lichtelaaie stond. Hulpvaardige buren zijn nog
naar boven gegaan, om de kinderen te redden.
Een meisje van ongeveer 4 jaar schijnt echter
van angst onder hoar ledikantje gekropen te
zijn, zoodat zij door de redders niet werd op
gemerkt. Toen echter bleek, dat^nog een kind
boven was, sloegen de vlammen zóó fel uit,
dat binnenkomen niet meer mogelijk was.
Aanvankelijk liepen ook de aangrenzende wo
ningen groot gevaar, zoodat zij in allerijl wer
den ontruimd. De brandweer wist echter de
brand tot het aangetaste perceel te beperken,
dat echter finaal is uitgebrand.
't Verkoolde kinderlijkje werd later onder het
ledikantje gevonden.
School- en Kerknieuw».
ONDERWIJS AAN SCHIPPERSKINDEREN*
Een belangrijk rappor
Thans is door de Advies-commissie voor L IÉ
Lager Onderwijs aan Schipperskinderen, injt lj'
stcld door het Onderwijsfonds, waarin zjtu^.M
hebben vertegenwoordigers van alle ondervf-üH
zersorganisaties hier te lande, rapport aon |.-
Bestuur van het Onderwijsfonds uitgebracht 0
Aan dit rapport, dat bij de regeering zal vlij
den ingediend, ontleenen wij het volgende: I
In afwachting eener afdoende regeling vocjH
het onderwijs aan schipperskinderen in gva<»t-)K|
gcr tijdsomstandigheden, wor<je thans door
Rijk een Maatregel van Bestuur genomen,
bij het onderwijs aan schipperskinderen met ir, Br
gang van 1 Januari 1924 wordt ondergebrac.V^B
bij het Buitengewoon Lager Onderwijs.
Dit onderwijs kan zijn
a. ligplaats-onderwijs
b. onderwijs aan scholen met internaat.
Het ligplaatsonderwijs wordt gegeven in exfrföft
uren, in afzonderlijke klassen, verbonden
een school voor G. L. O. of U. L. O. en in ef.
zonderlijke scholen.
Het rapport bevat een uitgewerkte regelt
voor het aantal leerlingen in extra uren, in j
zonderlijke klassen, in afzonderlijke scholen t 1
in scholen met internaat, evenals een regcli\ I
voor de leerkrachten.
Het rapport behandelt verder de vergoeding-
regeling van het Rijk aan gemeenten of rechts-,
persoonlijkheid-bezittende vereenigingen of fc» j
stellingen, welke onderwijs doen geven overe»
komstig de ontworpen regeling.
Teneinde tot uniformiteit in het onderwijs vo?
Schipperskinderen te komen, wordt voorgestel:
dat door den Minister van Onderwijs, Kimste.
en Wetenschappen, een Commissie wordt ingt-
steld, die in overleg met den inspecteur 4
methode en leergang vaststelt voot het aanvt:,
kelijk leesonderwijs, het rekenonderwijs, ht
elementair schrijfonderwijs, het onderwijs in c-
Nederlandsche taal en het onderwijs in de aard
rijkskunde.
Bij het rapport is een uitvoerige toelichting
gevoegd.
Daaruit blijkt, dat beoogd wordt onderwijs
voor het varende schipperskind aan den wal oj
alle^laatsen, waar een kind vertoeft.
Daarvoor is het noodig, dat in die plaatse
van ons land, waar schippers komen, doch t l j
weinig om scholen te stichten, onderwijzers woi l
den aangewezen om de kinderen gedurende hurt I
verblijf in die plaatsen te onderwijzen. Opda:J
het onderwijs overal kan worden genoten, is
uniformiteit noodig.
De Commissie verklaart, dat de door hwi1
voorgestelde regeling het minimum is, dat, get
zien den grooten achterstand van het onderwijs t
voor schipperskinderen, kan worden tot stand I j
gebracht.
Met het oog op den stand van 's lands finan
ciën durfde de Commissie geen verdergaand: I
voorstellen doen.
ALG. SyNODE NED. HERV. KERK.
Dc groote Synode
Voortgegaan is met de behandeling van d»
consideraties over de Groote Synode.
Op voorstel van ds. Eilerts de Haan worden
de artikelen 62 en 63 van het Algemeen Regie
ment gewijzigd in verband met de inte stelle"
commissie voor de rechtspraak. Art. 61 word!
aangevuld.
Een amendement om ook leden buiten de
Synode te kunnen benoemen in de Algem. Sy« j
nodale Commissie wordt verworpen met II tegen
8 stemmen.
Deze commissie zal voortaan bestaan uit 9
leden, de commissie voor dc rechtspraak uit
5 leden en de commissie voor de wetgeving uit
3 leden.
Een voorstel Eilerts de Haan om bij wijzigm-
gen in het Algem. Reglement te eischen een
meerderheid van 2/3 der leden van de Provin
ciale Kerkbesturen wordt verworpen met 12 te
gen 7 stemmen.
In velband met £e aangenomen bepalingen I j
worden eenige artt. ven het Reglement voot
kerkelijk opzicht en tucht gewijzigd.
Alvorens over te gaan tot de behandeling j
van dc kosten, welke zullen voortvloeien uit
de invoering van de Groote Synode, wordt ge- j
lezen een rapport van den heer Wagter, naar
aanleiding van het voorstel van den heer Bak
huizen v. d. Brink tot herziening van de quo
tisatie (verhooging ten gevolge meerdere kos- I
ten).
Dc heer en Tammens, Schokking en Tromp
willen deze verhooging nog wat meer opvoer®
door de hoogere klassen nog wat moer te la- j
ten betalen.
Dit voorstel wordt aangenomen, zooals het
is geamendeerd door de heeren Tammens c.s
Bij de eindstemming wordt de Groote Synode
aangenomen met TI tegen 8 stemmen.
Prof. Aolders brengt rapport uit namens de
commissie voor de eindredactie van art. 16
van het Reglement op het Hooger Onderwijs,
zoodat vrouwelijke studenten, die uit belang
stelling de lessen der kerkelijke hoogleeraren
volgen, de 25 niet behoeven te betalen.
Dezelfde betr. de eindredactie betreffende het
voorstel dat de car.didaat z'ch gedurende min
stens drie maanden onder leiding van een pre
dikant practisch geoefend heeft.
De heer Von Dijk rapporteert over de consi
deraties betr. h et voorstel om jaarlijks vast te
stellen een begrooting ven kosten voor het
godsdienstonderwijs door den kerkeraad.
De conclusie van het rapport is oni dit voor
stel aan te nemen, waartoe wordt besioten met
13 tegen 6 stemmen
Hierna sluiting.
Financieel Overzicht.
Dc ineenstorting van de Mark is thans wel
een fait accompli. De ratten verlaten het zin
kende schip. De Duitsche banken, die zich zoo
lang verzet hadden tegen het invoeren van
goudrekeningen, beginnen thans aan hunne
cliënten den eisch te stellen tot het openen van
„Goldkonti", waardoor de Mark feitelijk als re
keneenheid zal worden uitgeschakeld, Dan is
het nog slechts een kleine stap, om zs ook m
het betalingsverkeer over boord te werpen.
Het is in zeker opzicht wel te begrijpen, dat
de banken zich tegen het inburgeren van goud
rekeningen langen tijd hebben verzet. Opper
vlakkig is het invoeren van deze rekeningen ten
zeerste in het belang van de banken. Zij immers
leenen geld uit, dat zij bij een sterke daling in
de geldeenheid later terugkrijgen in ruilmidde
len van een veel geringer waarde De milliarden
goudmarken, die vóór den oorlog aan de Duit
sche banken waren toevertrouwd, vertegenwoor
digen thans, nu zij automatisch in papiermarken
geconverteerd zijn, nog slechts een belachelijk