N.V. Hendclsverg. H. M. van Haaren, N.V. Bal kan Tabakshandel alsmede uit winstbewijzen Tabakshandel v.h. Gebr. Philips en Internatio nale Tabakshandel Maatschappij. Daargelaten dc waarde van deze. bezittingen, bleken deze in onderpand te berusten bij den bankier der T. A. B. U., de firma Arn. Gilissen on Co., onder toezicht van wier bewindvoerders een grcot gedeelte dier aandeelen reeds den I7en Juli 1922 ter beurze geexcuteerd en door de firma Gilissen zelf weer ingekocht was zoo doende had de T. A. B. U. geen mocht meer over hare dochterondernemingen. Practisch was dit een van de eerste verwikke lingen, waarvan een regeling vóór alles noodig was. Wat deze regeling uiterst moeilijk maak te, was, dat men hier te doen had met de firma Arn. Gilissen en Co. die els emittent der obli- getielcening en als bankier der T. A. B. U. een der eersten was op wien het odium van het de bacle der T. A. B. U. en het vermoeden van onregelmatigheden moest vollen. De bewindvoerders der firma Gilissen en Co. stelden zich op het standpunt, dot alles wat er tusschen deze firma en de T. A. B. U. was voorgevallen volkomen onaantastbaar was, met inbegrip alzoo van de evenbedoelde executie der onderpanden. De stand van rekening was bij den aanvang van het faillissement een debet van de T. A. B. U. bij genoemd© firma van ruim 650.000 een bedrag waaraan verschillende transacties dan op bona vide transacties geleken en welke wij onder geen voorwaarde wenschcn te er kennen. Door de bewindvoerders der firma was aan vankelijk aan den curator een dading voorge steld, ingevolge waarvan ieder der partijen voor de helft in de waarde der verpande bezit tingen zou deelen. Een dergelijke regeling werd zoowel door den curator als door ons als absoluut onaannemelijk verworpen. Na langdurige onderhandelingen werd ons door den curator medegedeeld, dat door hem met de bewindvoerders overeenstemming wes bereikt over een dading, welke in hoofdzaak daarop neerkwom, dat de firma aan den cura tor restitueert alle aandeelen der z.g.n. winkelcombinatie benevens de door haar in pand gehouden 1215 gewone aandeelen Gehr. Phiiipsdat zij afstand doet van hare vorde ring op de T. A. B. U. en daartegenover uit de opbrengst der onderpanden een bedrag tot een maximum van 100.000 ontvangt. Noodzakelijke voorwaarden van deze dading was natuurlijk, dat aan de firma finale dé charge werd verleend. Het ontwerp van deze dading werd ons door den curator ter kennisneming gezondenmet den curator was onze adviseur van oordeel, dat een dergelijke regeling moest worden be schouwd en het onverantw oordel ij k moet geacht worden het tot stand komen van deze dading op eenigerlei wijze tegen te wer ken. Toch aarzelde Uw bestuur om haar instem ming met een aan de firma Gilissen te ver- leenen décharge te geven en trad het ook zij nerzijds met de firma Gilissen in onderhande ling. Dit heeft geleid tot een door Uwen voor zitter met den heer Gilissen behandelde volle dige reconstructie van de rekening der T. A. B. U. met de firma Gilissen. Deze reconstructie, waarbij alle betwiste posten door de firma te ruggenomen worden, leverde een saldo van ruim 100.000 ten gunste van de firma Gi lissen vandaar dat op ons voorstel in de da ding een maximum van 100.000 werd opge nomen. De belangrijke opklaring van den toestand, welke door deze dading verkregen werd, ten gevolge waarvan onder meer ook de obliga tiehouders de e e n i g e crediteuren der T. A. B. U. zijn geworden, deed ons besluiten daar mede onze instemming te betuigen. Hierbij is de bedenking, dat dc décharge door den curator aan de firma Arn. Gilissen en Co. verleend in geenerlei opzicht afbreuk doet aan een dergelijke verantwoordelijkstelling van de bestuurderen der T. A. B. U. als zoodanig. De garantie van dc obligatie- houders. Dc tweede en belangrijkste verwikkeling was de kwestie van de garantie der obligatie-lee- ning, waarin ook weer de leiding geheel bij den curator berustte. Zoowel deze als onze rechtskundige adviseur waren van oordeel, dat aan deze garantie alleen door de T. A. B. U. en niet door individueel© obligatiehouders rechten konden worden ontleend. Onder reserve van deze rechten werd derhalve onzerzijds met den curator medegewerkt, ten einde gezamenlijk deze zsek met de garanten der leening tot een oplossing te brengen. Practisch had men daarbij alleen met de Ta baksindustrie v.h. Gebr. Philips te doen, daar de Internationale Tabakshandel weldra volsla gen insolvent bleek te zijn. Het tot stand brengen van een regeling met de Tabaksindustrie bleek ol spoedig meer een zaak van practisch beleid te zijn dan van juri dische verwikkelingen, want hoewel zich formeel alle rechten reserveerende stelde de Tabaksindustrie zich op het standpunt, dat zij ter regeling van haren garantieplicht alles wilde doen wat mogelijk was maar dat zij in dien het onmogelijke van haar verlangd werd niet zou kunnen blijven voortwerken. Uw Bc«uur gevoelde dan ook sterk* dat men om voldoening van schuld te krijgen, zijn schul denaar een bestaansmogelijkheid moet laten, en waar het bleek, dat ook de Tabaksindustrie zwa re verliezen had geleden, was het geraden een oplossing te vinden, waarbij deze schuldenaar die door haren bankier op de been werd ge houden, ook inderdaad op de been zou kunnen blijven. Het zou te ver voeren U van het cijfermateri aal een overzicht te geven, uit de circulaire van den curator is het U bekend, dat de voorgestel de regeling alleen uitvoerbaar is, indien de Ta baksindustrie een zeer ingrijpende wijziging on dergaat. Bij de door den curator goedgekeurde rege ling komt voor icderen obligatichouder een winstbewijs beschikbaar met een maximum winst-uitkeering van 50.— per jaar en aflos baar met 500.Indien de Tabaksindustrie zich op den duur levensvatbaar betoont en een resultaat oplevert, als bijv. in 1922 het geval is geweest, dan is een dergelijke winstuitkeering en aflossing verzekerd en komt er op den duur telken jare een grooter bedrag voor aflossing beschikbaar. Ernstig is overwogen of niet voer de obliga- tiehouders een obligatie Tabaksindustrie be schikbaar gesteld kon worden. De Tabaksindustrie was daar evenwel onder geen voorwaarde toe te vinden en terwijl ons overtuigend bleek, dat een obligotieleening van stelle 2.000.000.dc balans van de Tabaks industrie onmogelijk kloppend gemaakt zou kunnen worden. Zoowel obligatiehouders T. A. B. U. als_ de aandeelhouders Philips zullen zich voor alles moeten realiseeren, dat aan de Tabaksindustrie het voortbestaan moet worden mogelijk ge maakt. Het op andere wijze dan thans door den curator geboden wordt, behouden van wat er niet meer is, acht het Bestuur zuivere Don Quichotterie. Door het Bestuur wordt thans aan certificaat houders machtiging gevraagd om tot de door den curator voorgestelde regeling toe te tre den, waartoe het Bestuur onvoorwaardelijk ad viseert. Deze toetreding brengt mede, dat de rechten, die obligatiehouders individueel tegen de Tabaksindustrie mochten hebben, worden prijsgegevende Tabaksindustrie kan natuur lijk niet in deze regeling treden en don nog het risico loopen door de houders van 4000 obli- gatiën individueel te worden aangesproken. Naar het oordeel van den curator en ven onzen adviseur beteekent het afstand doen van deze individueele Techten hoegenaamd niets. Het bestuursvoorstel aangenomen. Spreker bracht ten slotte in stemming het voorstel inzake het reorganisatieplan van den curator, welk voorstel aldus luidde: Het bestuur vraagt overeenkomstig art. 7 der voorwaarden van inlevering aan certi ficaathouders machtiging tot het inleveren der obligatiën bij den curator der T. A. B. U., op de voorwaarden als omschreven in het door den curator verkrijgbaar gestelde formulier van indiening, waaronder bepaal delijk begrepen is het afstand doen van rechten, welke obligatiehouders uit hoofde der in het prospectus der leening vermelde garantie individueel tegen de Tabaksindus trie v.h. Gebr. Phillips mochten kunnen doen gelden. Na eenige discussie werd het reorganisatie plan aangenomen met drie stemmen tegen en tien stemmen blanco. LICHAMELIJKE OPVOEDING. Het verslag van het algemeen adviescollege. Als bijvoegsel tot de Ned. St.Ct. van 6 dezer is verschenen het verslag van de werkzaamhe den van het algemeen college van advies voor lichamelijke opvoeding over het jaar 1922. Hieraan ontleenen wij Het college kwam in 1922 slechts eenmaal in algemeene vergadering bijeen, n.l. op 11 Maart. De commissie daarentegen en met name de commissies voor de herziening van het be sluit betreffende de lichamelijke oefening ver gaderden ettelijke malen. In den loop van het jaar werden 13 aanvra gen om subsidie voor terreinen behandeld tot een gezamenlijk bedrag van 286.348. Gun stig werd geadviseerd ten aanzien van 6 aan vragen, te zamen tot een bedrag van f 133.700, terwijl 5 aanvragen nog in be handeling bicven. De aanvragen zijn in het jaar 1922 beiang- rijk geringer in aantal geweest dan in het voor afgaand jaar en hebben zich ook over een belangrijk geringer bedrag uitgestrekt. Dit moet ongetwijfeld voor een deel toegeschreven worden aan de drukkende economische om standigheden, waardoor het plaatselijk Iritia- tief aan activiteit inboette. Immers ter plaatse moet immer rog ten minste 60 pet van de te maken kosten worden bijeengebracht. Aan d^r anderen kant werkte echter ook de toestand ven 's lands financiën remmend. Onder de meer algemeene onderwerpen, waarover het college in den loop van het jaar advies uitbracht, verdienen de volgende met name vermeldng, I Gedeeltelijk overdekte speekerreiner. De aanwas van de bevolking der hooge.e burge-- scholcn brengt herhaaldelijk de nooiakcÜjkheic! mede van uitbreiding van het aantal localitei- ten voor gymnastiek (lichaamsoefening). Het college overwoog opnieuw de vraag, of in zul ke gevallen niet op veel minder kostbare en te gelijk doeltrefiender wijze door het overdek ken van ecu gedeelte van het speelterrein in do behoefte arn permanente oefengclegenheid zou kunnen worden voorzien dan door hel bij bouwen van een nieuw gymnastieklokaal. Prin cipieel sprak het college zich n3 uitgebreid onderzoek voor de gedeeltelijke overdekking der speelterreinen in zulke gevallen uit. In de practijk bleken echter vele bezwaren te over winnen. 2. De lichaamsoefening der rijpere, niet- schoolgaande jeugd. Op 24 Juni 1922 zond het college zijn uit gebreide voorstellen bij den minister in. Het mocht met voldoening ervaren, dat deze voor stellen door den minister worden overgenomen. Bij Koninklijk besluit van 6 October 1922 no. 15 werd de nieuwe regeling met de daarbij be- hoorende beschikking en bijlagen uitgevaar digd, waarbij thans de verschillende verspreide regelingen tot één sluitend geheel zijn ver- cenigd. 3. Centraal Instituut voor de b'chamelijke opvoeding. Op invoering van een cursus voor de oplei- dirg van leeraren in de lichamelijke opvoe ding te Utrecht, bedoeld als voorbereiding van de inrichting van een Centraal Instituut, werd opnieuw en herhaaldelijk bij den minister oan- gedrongen. Scheen hiermede aanvankelijk eenig result na bereikt te zullen worden, bij de openbaarmaking vaj\ de bergooting bleek he laas, dat ten slotte toch elke poging om in dezen tot een oplossing te komen, achteiwege was gebleven. Het college blijft op deze be langrijke en urgente zaak zijn aandacht ge vestigd houden. 5. De bcgrooting. Over de posten op de ontwerp-begrootir.g welke op de lichamelijke opvoeding betrekking hebben, werd op ver zoek van den minister advies uitgebracht. Het college kon in verband met herziening van het besluit betreffende de lichamelijke oefe ning een aanzienlijke vermindering van den betrcffenden post aanbevelen, zonder dat daar door de lichamelijke oefening zelf zou worden geschaad. Bovendien werd door het college aangedrongen op vermindering van den post voor subsidies aan vereenigingen, waarvan sommige naar het oordeel van het college zon der schade konden worden verkleind, en beste ding van het daardoor vrijkomend bedrog voor de inrichting van den hierboven onder 3 ver melden cursus tot voorbereiding van de in richting van een Centraal Instituut. Ten slotte kon het college als gevolg van de reorganisatie ook een vermindering van den post voor bu reel- en reis- en verblijfkosten aanbevelen. 6. Uitvoering van het besluit betreffende de lichaamsoefening. Advies werd uitgebracht omtrent 257 ver zoeken om toelating tot de inrichting van oefeningscursussen (jaarcursusscn)- De behan deling der verzoeken om toelating tot de in richting van zomercursussen en opleidingscur sussen weid tot 1923 aangehouden in vcibond met de begindata van zulke cursussen» Onder de belangrijke onderwerpen, die het college op eigen initiatief behandelde, verdie nen ten slotte nog de volgende vermelding. Met het Ncderlandsch Olympisch Comité werd gecorrespondeerd over de lesuren aan de middelbare scholen. Het college verklaarde zich na eenige voorbereidende correspondentie tot mondeling overleg bereid, welk overleg in- tusschen nog niet heeft plaats gehad. Over de algemeene eischen voor subsidies ten behoevs van speelterreinen werden her haaldelijk besprekingen gevoerd. Ook de eischen, aan de terreinen zelf te stellen, wer den daarbij aan een nauwgezet onderzoek on derworpen. Als grondslag hiervoor werden de normen aangenomen, die door den minister voor de speelterreinen bij hoogere burger scholen als minimum eischen werden gesteld Aangedrongen werd op de beschikbaarstel ling van localitciten en terreinen, die als ge volg van de legerreorganisotie niet langer voor militaire doeleinden in gebruik zouden blijven, ten behoeve van de lichamelijke oefening der rijpere jeugd. Principieel werd hieromtrent, ook met den minister van oorlog, overeenstem ming verkregen, welke echter in de practijk nog weinig effect heeft gehad. DE EIGEN BOEZEM. Toestonden aan de Hollandsch- Duitsche grens. De Hbld.-medewerker G. Nypels, schrijft aan zijn .5] ad Sedert ik voor enkele dagen in het vader land teiug ben, heb ik al heel was gehooid en gelezen over de vijandelijke houding van de Duitschers tegenover Nederlanders, en over de onhebbelijkheden, waaraan landgenooten, die in Duitschland reisden, blootstonden. Persoonlijk heb ik, den laatsten tijd vooral, om me heen de, natuurlijke, afgunst op die zorgelooze valutavreemdelingen voelen groeien; maar, niettegenstaande wij ons nu al haast een jaar zeer veel onder de bevolking der groote stad en van het platteland in Duitschland be wegen en steeds onder elkaar Hollandsch praatten of, wanneer er buitenlandsche vrien den bijwaren, andere talen (dikwijls zelfs Fronsch), hebben wij nooit eenigen last onder vonden. Eens had mijn zoontje op school een schip '.teekend' met «en rood-wit-bleuwc vlag. Toen dreigde er even onweer. Maar een vlog- kimdige uitleg der onderwijzeres was /ol- doende om hem weer in de goede gratie van zijn Duitsche kameraadjes te doen opnemer. In ieder geval acht ik het thans zeker niet het moment de jeter des caiÜoux dans leur ja*din en ik zal mijn stem dus maar niet men gen in het koor der zeer velen, die protesteeren tegen de toch wel begrijpelijke xenophotie der Duitschers. Daarentegen wil ikrkrachtig protesteeren te gen de ontvangst, die aan onze eigen grens, tenminste in Bentheim en Oldenzaal, door som mige onzer grensbeambten den vreemdeling en landgenoot bereid wordt Juist nu meo bij ons zoo op de onhebbelijke Duitschers te keer gaat, moeten wij eischen, dat degenen, met wie de uit Duitschland hierheen komenden het eerst te doen krijgen, niet direct al den denk- baorst slcchtsten indruk over onze gastvrij heid wekken. Dat begint al te Bentheim. Dus eigenlijk nog in Duitschland, maar waar men reeds met Nederlandsche stationsbeambten te doen krijgt, omdat de spoorlijn naar Nederland daar reeds in Nederlandsche handen is. De Duitsche douane-beambten van Bent heim eens de schrik van alle reizigers zijn thans zéér ten goede veranderd. Zij zijn, ook volgens het oordeel van de andere reizi gers, die ik sprak, uiterst meegaan en be leefd geworden, en voor je het zelf weet is bagage en pas gecontroleerd en sta je voor het loket, waar het spoorkaartje naar Holland, vol gens aankondiging in drie talen, in Nederland sche munt te voldoen is. Elk reiziger heeft na tuurlijk wat Hollandsen geld bij zich, en te gen dezen eisch zou dus geen enkel bezwaar zijn, als de man aan het loket niet „afgepast geld" eischte f Wie komt er uit Duitschland, of vin Duitsch land uit nog verdere landen, met dubbeltjes en kwartjes in zijn zak? Van al de menschen, die Woensdag I Augustus met mij voor dat loket stonden, blijkbaar niemand. Dc een kwam met een bankbiljet van tien geulden, dc ander met zilverbons, maar niemand had de geëischte dubbeltjes en kwartjes. Maar zonder afgepast geld geen kaartjesl Ik vroeg bijv. mijn drie kaartjes naar Olden zaal en legde een bankje van tien gulden neer. Eén gulden, vijftien cents. Heeft u 15 cents? Met afgepast geld betalen, anders kan ik u die biljetten niet geven. Dan zal ik u honderdduizend mark geven? (Toen nog te Berlijn ca. 20 cents). Spottend antwoordt de eevijand" achter het loket „dat je in Holland al zeshonderdduizend mark voor één gulden kunt krijgen!", waarop ik dan gelaten tweehonderdduizend mark voor die 15 cents bied. Neen, mijnheer! Ik neem alleen Hollandsch geld. Als u die vijftien cents niet h-.cft, moet u maar ergens zien te wisselen! Weg gaan mijn drie kaartjes en de „vijand" kijkt al naar het volgend slachtoffer, die ook geen kleingeld blijkt te hebben. Dc heb dien man toen, razend, dat ik zoo onverwacht mijn trein ging missen, mijn visite kaartje door het loket toegeworpen cn hem ge zegd, dat ik het geval in mijn krant zou vertel len waarop al spoedig twee handen vol dubbeltjes en kwartjes in het wisselbakje ge stort werden en ik mijn kaartjes ineens wser wel kon krijgen. In den trein terug, vernam ik van mijn slaap- wagengenoot, een Duitscher, die volgens zijn zeggen geregeld tusschen Berlijn en Den Haag reist, dat dat in Bentheim steeds hetzelfde dra ma met dat wisselgeld was. „Die rekenen er op, dat de reizigers, uit angst hun trein te zullen missen, het hun toekomende wisselgeld in den steek laten." Dc hoop dat deze beschuldiging valsch is en dat het alleen een flauw vasthou den aan en plegen met het afgepastgeld-decreet is, waarvan de toepassing overigens m. f. hier, in Duitschland, in dit grensstation, uiterst on gepast is. Moor ik acht het zeer betreurens waardig, dat men tot deze verdenking aanlei ding geeft, en ik zou den in aanmerking ko menden autoriteiten willen verzoeken te zorgen, dat er steeds een heelc groote zak vol dubbel tjes en kwartjes en dikke stapels zilverbons in Bentheim zijn, want daar wordt thans noode- loos meer kwaad gesticht, dan door de duurste recleme. ooit weer goed te maken is. SPECIALE VRACHTTARIEVEN BIJ DE SPOORWEGEN. De geldende vrachtprijzen zijn verlaagd. Blijkens door de Kamer van Koophandel cn Fabrieken voor Westelijk Noord-Brabant ont vangen mededeelingen zijn door de Nederland sche Spoorwegen speciale tarieven ingevoerd voor het vervoer van petroleum, benzine, bloe men, levende planten, boomen, gewassen en heesters. De resp. vóór 1 Juli en 20 Juli 1.1. geldende vrachtprijzen zijn hierdoor aanmerkelijk ver laagd. Bij het vervoer van bloemen, levende plan ten, boomen, gewassen en heesters als ijlgoed is hiermede een vrachtverlaging tot stand ge komen van 25 in binnenlandsch verkeer en nog van 20 bovendien bij verzending naar buitenlandsche stations. Voor nadere gegevens kan men zich wenden tot de Kamer van Koophandel en Fabrieken, bureau Secligsingel 4, Breda. OEFENINGEN IN DE HARSKAMP. Oefeningen die een kwel ling zijn Men schrijft aan het Hsgzn Uit de Harskamp, waarheen Maandag drie re gimenten infanterie vertrokken zijn (het 2e, 13e en I7e regiment) tot het houden van schietoefe ningen op groote schaal, krijgen wij het berichf, dat de troepen daar enorm door de hitte te jij den hebben. Tot Arnhem werden de troepen per trein vervoerd doch de afstand van Arnhem tot Harskamp 30 kilometer, moest met model bepakking te voet worden afgelegd en boven dien moesten de mitrailleuses, op onmogelijke karretjes door die zwaargepakte manschappen, door het mulle zand worden voortgezeuld. Geen wonder dat er van de drie regimenten dan cok een kleine 300 uitvallers waren. De oefeningen in de gloeiende heide zijn een ware kwelling. Het eten zelf en de toebereiding in het ,kamp laten veel te wenschcn over. *DE MOORD OP DEN SEINWACHTER. De verdachte ontkent nog. „De Rotterdammer" verneemt, dat de ver dachte A. S. een valschen naam heeft opgege ven. Voorts had hij nog 20 dagen hechtenis tc goed. Het zoontje van het slachtoffer heeft mede gedeeld, dot hij zijn vader geholpen haeft met een stuk van het mes af te slijpen. Het mes, dat op den verdachte werd gevonden, bleek ook afgeslepen te zijn. Het kippenhok naast het huis van De Jong was juist dien dag geverfd. Dezelfde kleur van verf is aangetroffen op de jas van S. Tot op heden blijft hij echter ontkennen. DE MOORD TE BOCHOLT. De doder heeft bekend. Men weet, dat op de kermis te Bocholt een inwoner uit Weert met een mes zoodanig werd gestoken, dat hij kort daarop is overleden. Naar men aan de N. K. uit* Weert meldt, heeft de gearresteerde H. H. K., van Alweert, oud 32 jaar, volledig bekend den doodelijken steek te hebben toegebracht. Omtrent dezen moord lezen we nog in de Tel.: In Bocholt, nabij de grens gelegen, was ker mis. Zooals gewoonlijk waren vele bewoners van het Land van Weert er op uitgetrokken om met de goedkoope francs in hun zak dc kermis te vieren. In het café Drieskcns kwam het, nadat het den gonschen avond reeds gedreigd had, tot groote ruzie tusschen eenige brooddronken Wcertenaren, die door enkele Belgen werden bijgestaan. Het mes werd getrokken en aan weerszijden vielen herige klappen. Een gedeelte der be zoekers vluchtte naar buiten, toen het te hard toe ging, en zelfs menschen die met het voor wal niets uitstaande hadden, in het gevecht wer den betrokken en hevige klappen opliepen. In de door enkele lompen slechts schaars verlichte gelagkamer ging intusschen de strijd ongestoord voort tot plotseling Timmermans een gil slaakte en kermend ineen zakte. Een familielid trachtte hem nog bij te slaan, doch hij bleek door een messteek in de long getrof fen te zijn, terwijl ook het hart geraakt was. Na eenige oogenblikken gaf Hij den geest. Terstond was het gevecht efgeloopcn; de ver moedelijke daders weren intusschen gevlucht. Een uitgebreid onderzoek door de Belgische justitie vond plaats; later werd dit door de maréchaussee uit Weert op Hollandsch gebied voortgezet. De vermoedelijke dader, zekere IC., werd door de maréchaussee aangehouden. Het parket te Maastricht werd verwittigd. Aanvankelijk ontkende K. den doodelijken steek te hebben toegebracht, doch thans heeft hij bekend den moord gepleegd te hebben, al was het, naar hij zeide, niet zijn doel te ver moorden en ol '.rist hij niet wat hij eigenlijk gedaan had. ERNSTIGE BRAND. Een land in de vlammen om gekomen. Donderdagavond omstreeks 8 uur brak te Hil versum een felle brand uit bij de familie Jan sen aan de Ncuweg bij de Openbare Leeszaal. Terwijl de moeder even een boodschap deed, hebb«n de kinderen met lucifers gespeeld, met gevolg, dat binnen enkele minuten 't huis in lichtelaaie stond. Hulpvaardige buren zijn nog naar boven gegaan, om de kinderen te redden. Een meisje van ongeveer 4 jaar schijnt echter van angst onder hoar ledikantje gekropen te zijn, zoodat zij door de redders niet werd op gemerkt. Toen echter bleek, dat^nog een kind boven was, sloegen de vlammen zóó fel uit, dat binnenkomen niet meer mogelijk was. Aanvankelijk liepen ook de aangrenzende wo ningen groot gevaar, zoodat zij in allerijl wer den ontruimd. De brandweer wist echter de brand tot het aangetaste perceel te beperken, dat echter finaal is uitgebrand. 't Verkoolde kinderlijkje werd later onder het ledikantje gevonden. School- en Kerknieuw». ONDERWIJS AAN SCHIPPERSKINDEREN* Een belangrijk rappor Thans is door de Advies-commissie voor L IÉ Lager Onderwijs aan Schipperskinderen, injt lj' stcld door het Onderwijsfonds, waarin zjtu^.M hebben vertegenwoordigers van alle ondervf-üH zersorganisaties hier te lande, rapport aon |.- Bestuur van het Onderwijsfonds uitgebracht 0 Aan dit rapport, dat bij de regeering zal vlij den ingediend, ontleenen wij het volgende: I In afwachting eener afdoende regeling vocjH het onderwijs aan schipperskinderen in gva<»t-)K| gcr tijdsomstandigheden, wor<je thans door Rijk een Maatregel van Bestuur genomen, bij het onderwijs aan schipperskinderen met ir, Br gang van 1 Januari 1924 wordt ondergebrac.V^B bij het Buitengewoon Lager Onderwijs. Dit onderwijs kan zijn a. ligplaats-onderwijs b. onderwijs aan scholen met internaat. Het ligplaatsonderwijs wordt gegeven in exfrföft uren, in afzonderlijke klassen, verbonden een school voor G. L. O. of U. L. O. en in ef. zonderlijke scholen. Het rapport bevat een uitgewerkte regelt voor het aantal leerlingen in extra uren, in j zonderlijke klassen, in afzonderlijke scholen t 1 in scholen met internaat, evenals een regcli\ I voor de leerkrachten. Het rapport behandelt verder de vergoeding- regeling van het Rijk aan gemeenten of rechts-, persoonlijkheid-bezittende vereenigingen of fc» j stellingen, welke onderwijs doen geven overe» komstig de ontworpen regeling. Teneinde tot uniformiteit in het onderwijs vo? Schipperskinderen te komen, wordt voorgestel: dat door den Minister van Onderwijs, Kimste. en Wetenschappen, een Commissie wordt ingt- steld, die in overleg met den inspecteur 4 methode en leergang vaststelt voot het aanvt:, kelijk leesonderwijs, het rekenonderwijs, ht elementair schrijfonderwijs, het onderwijs in c- Nederlandsche taal en het onderwijs in de aard rijkskunde. Bij het rapport is een uitvoerige toelichting gevoegd. Daaruit blijkt, dat beoogd wordt onderwijs voor het varende schipperskind aan den wal oj alle^laatsen, waar een kind vertoeft. Daarvoor is het noodig, dat in die plaatse van ons land, waar schippers komen, doch t l j weinig om scholen te stichten, onderwijzers woi l den aangewezen om de kinderen gedurende hurt I verblijf in die plaatsen te onderwijzen. Opda:J het onderwijs overal kan worden genoten, is uniformiteit noodig. De Commissie verklaart, dat de door hwi1 voorgestelde regeling het minimum is, dat, get zien den grooten achterstand van het onderwijs t voor schipperskinderen, kan worden tot stand I j gebracht. Met het oog op den stand van 's lands finan ciën durfde de Commissie geen verdergaand: I voorstellen doen. ALG. SyNODE NED. HERV. KERK. Dc groote Synode Voortgegaan is met de behandeling van d» consideraties over de Groote Synode. Op voorstel van ds. Eilerts de Haan worden de artikelen 62 en 63 van het Algemeen Regie ment gewijzigd in verband met de inte stelle" commissie voor de rechtspraak. Art. 61 word! aangevuld. Een amendement om ook leden buiten de Synode te kunnen benoemen in de Algem. Sy« j nodale Commissie wordt verworpen met II tegen 8 stemmen. Deze commissie zal voortaan bestaan uit 9 leden, de commissie voor dc rechtspraak uit 5 leden en de commissie voor de wetgeving uit 3 leden. Een voorstel Eilerts de Haan om bij wijzigm- gen in het Algem. Reglement te eischen een meerderheid van 2/3 der leden van de Provin ciale Kerkbesturen wordt verworpen met 12 te gen 7 stemmen. In velband met £e aangenomen bepalingen I j worden eenige artt. ven het Reglement voot kerkelijk opzicht en tucht gewijzigd. Alvorens over te gaan tot de behandeling j van dc kosten, welke zullen voortvloeien uit de invoering van de Groote Synode, wordt ge- j lezen een rapport van den heer Wagter, naar aanleiding van het voorstel van den heer Bak huizen v. d. Brink tot herziening van de quo tisatie (verhooging ten gevolge meerdere kos- I ten). Dc heer en Tammens, Schokking en Tromp willen deze verhooging nog wat meer opvoer® door de hoogere klassen nog wat moer te la- j ten betalen. Dit voorstel wordt aangenomen, zooals het is geamendeerd door de heeren Tammens c.s Bij de eindstemming wordt de Groote Synode aangenomen met TI tegen 8 stemmen. Prof. Aolders brengt rapport uit namens de commissie voor de eindredactie van art. 16 van het Reglement op het Hooger Onderwijs, zoodat vrouwelijke studenten, die uit belang stelling de lessen der kerkelijke hoogleeraren volgen, de 25 niet behoeven te betalen. Dezelfde betr. de eindredactie betreffende het voorstel dat de car.didaat z'ch gedurende min stens drie maanden onder leiding van een pre dikant practisch geoefend heeft. De heer Von Dijk rapporteert over de consi deraties betr. h et voorstel om jaarlijks vast te stellen een begrooting ven kosten voor het godsdienstonderwijs door den kerkeraad. De conclusie van het rapport is oni dit voor stel aan te nemen, waartoe wordt besioten met 13 tegen 6 stemmen Hierna sluiting. Financieel Overzicht. Dc ineenstorting van de Mark is thans wel een fait accompli. De ratten verlaten het zin kende schip. De Duitsche banken, die zich zoo lang verzet hadden tegen het invoeren van goudrekeningen, beginnen thans aan hunne cliënten den eisch te stellen tot het openen van „Goldkonti", waardoor de Mark feitelijk als re keneenheid zal worden uitgeschakeld, Dan is het nog slechts een kleine stap, om zs ook m het betalingsverkeer over boord te werpen. Het is in zeker opzicht wel te begrijpen, dat de banken zich tegen het inburgeren van goud rekeningen langen tijd hebben verzet. Opper vlakkig is het invoeren van deze rekeningen ten zeerste in het belang van de banken. Zij immers leenen geld uit, dat zij bij een sterke daling in de geldeenheid later terugkrijgen in ruilmidde len van een veel geringer waarde De milliarden goudmarken, die vóór den oorlog aan de Duit sche banken waren toevertrouwd, vertegenwoor digen thans, nu zij automatisch in papiermarken geconverteerd zijn, nog slechts een belachelijk

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 6