AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander" 6 !®23 DERDE BLAD. BINNENLAND. 22e Jaargang No. 83 Do Staatscourant van heden, 5 October, bevat o.a. de volgende Kon. besluiten: op verzoek eervol ontslagen als havenmeester aan het Noordzeekanaal B. de Bruijs Tack, te IJmuiden; A. J. Maasen als hoofdcommies der telegrafie en P. I. Ie Roy, directeur van het post- en telegraafkantoor te Aardenburg; benoemd tot directeur van het post- en tele graafkantoor te Middelharnis F. C Pervoost, thans commies der posterijen en telegrafie; tot directeur van het post- en telegraafkan toor te Wijk bij Duurstede J. Schurink, (o. v.) thans commies bij den post- en telegraafdienst; tot directeur van het post- en telegraafkan toor te Voorschoten P. Verhagen, thans te Lei derdorp; op verzoek eervol ontslagen als leeraar aan de R. H. B. S. te Alkmaar N. Kranenburg Jesse; als schoolopziener in de inspectie Utrecht bij het lager onderwijs J. Stamperius,. en daartoe eervol benoemd mej. A. Keuning, te Utrecht, met eervol ontslag als schoolopziener, toegevoegd aan den hoofdinspecteur van het L. O. in de 3e hoofdinspectie; AUDIËNTIES. De Minister van Arbeid, Handel en Nijver heid zal deze maand geen audiëntie verleenen wegens verblijf buitenslands. DE STAATSBEGROOTING 1924. Het onderzoek in de afdeelin- gen der Tweede Kamer. In deze week, bestemd voor het onderzoek in de afdeelingen der Tweede Kamer, van de Staatsbegrooting voor T924 en de daarbij be- hoorende wetsontwerpen, zijn vier der afdee lingen met haren arbeid gereed gekomen, en wel de eerste, derde, vierde en vijfde afdeeling. De tweede afdeeling komt Woensdagmiddag TO dezer terug ter voortzetting van haar onder dek. (Msb.) DE AMBTENAARSSALARISSEN. Particuliere audiëntie inzake artikel 40 Bezoldigingsbe sluit De voorzitter van den ministerraad heeft gis teren vertegenwoordigers in particuliere audiën tie ontvangen van de Centrale van Hoogere Rijksambtenaren, het permanent comité van christelijke organisaties van personeel in pu- bïieken dienst, de R.-K. Centrale van burgerlijk overheidspersoneel, het comité van neutraal overheidspersoneel en het comité ter beharti ging van de olgemaene belangen van overheids personeel, waaraan mede werd deelgenomen door den secretaris-generaal in algemeenen dienst. Namens de organisaties wees de heer Van Meurs er met nadruk op, welke wanrde dooi de ambtenaren wordt gehecht aan artikel 40, in het bijzonder nu door de regeering ter gelegenheid van de interpellatie-Ketelaar zulke positieve ver klaringen ten aanzien van de toepassing van dit artikel zijn afgelegd. Algemeen wordt door de belanghebbenden en ook door de delegatie het standpunt ingenomen, dat de regeering de rechten, welke uit het artikel 40 voortvloeien, niet eenzijdig kan opheffen. Juist in verband met de onrust, welke onder hét personeel is komen te heerschen, drong de delegatie er ten krachtigste op aan, dat de ire- geering er alsnog toe zou besluiten, overleg in den meest ruimen zin des woords met de orga nisaties aan te gaan, bij welk overleg, naar het oordeel der delegatie, natuurlijk van te voren zou moeten vaststaan, dat de regeering niet onverzettelijk zou vasthouden aan eenmaal ge publiceerde cijfers. Wat de door de organisaties alsdan aan te nemen houding betreft, schroomde de delegatie niet te verklaren, dat zij bij zoodanig overleg eerlijk zouden pogen met de regeering tot over eenstemming te geraken. Minister Ruys de Beerenbrouck verzocht het mondeling behandelde schriftelijk te willen hor halen en verklaarde zich bereid het door de organisatie geopperde denkbeeld aan het oor deel zijner ambtgenooten te onderwerpen. Bij de verdere besprekingen werd opnieuw geconstateerd, dat beslissingen inzake de voor genomen salarisverlaging niet zullen worden genomen, alvorens de Staten-Generaal in de gelegenheid zullen zijn geweest de in te die nen wetten tot verlaging der wettelijk vastge stelde salarissen te behandelen. Do vergadering der Comm. v. Georg. Overleg. De vergadering door do Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenaarsza ken, op 4 October j.l., gehouden, hield zich in hoofdzaak bezig met de bespreking van het antwoord, door de regeering aan de Commissie gezonden nopens haar ad/ies, betreffende de vermindering van de wedden der op 1 Juli 1922 in dienst zijnde ambtenaren en de intrekking van artikel 40 van het Bezoldigingsbesluit. De Centrale Commissie moest tot haar leed wezen vaststellen, dat de regeering op de uit voerige beschouwingen van het rapj*>rt der Commisie slechts zeer summier was ingegaan en dat de beantwoording der gebezigde argu menten zeer teleurstelde. Ook ondervond het critiek, dat de Regc-ering aan de Centrale Com missie beweringen toedichtte, die in haar ad vies niet zijn aan te treffen. De meerderheid der Centrale Commissie kon dan ook geen aan leiding vinden wijziging te brengen in het stand punt, dat zij ten aanzien van de eenzijdige ver laging van eenmaal toegekende wedden meende te moeten innemen. Hieruit volgt, dat deze meerderheid eveneens afwijzend stond tegen over het plan der regeering, om met ingang van I Januari T924 op de salarissen der ambtenaren 10 percent te korten. Zij was intusschen wel geneigd, om, zoo de regeering nog mocht er kennen, dat zij niet het recht had eenmaal toe gekende wedden eenzijdig te verminderen, met haar in nader overleg te treden over de vraag, of de huidige economis'che toestand niet ook voor de ambtenaren consequenties zou moeten medebrengen. De C. C. v. G. O. blijft bij haar standpunt. Do centrale commissie voor georganiseerd overleg in ajnbjtenaurswken heeft, naar de X 1- meldt, Woensdag vergaderd over het antwoord van de regeering op het door haar uitgebracht advies in zake intrekking van art. 40 van het Bezoldigingsbesluit. Na langdurige bespreking besloot de commissie, met eenparigheid van stemmen, haar afwijzend standpunt te handha ven en dit in een uitgewerkt nader advies ter kennis van de Regeering te brengen. DE ACTIE TEGEN DE VLOOTWET. Een verklaring van het Lcidsche on'vl-vlootwet-comité. Het Comité van actie tegen de Vlootwet, dot zich te Leiden onder voorzitterschop van prof. dr. H. T. Colenbrander gevormd heeft, heeft de volgende verklaring het licht doen zien: Ondergeteekenden verzetten zich tegen het aannemen der Vlootwet op de volgende gron den: 1. Als men de financiccle ontwrichting van den Staat der Nederlanden, met de verschrik kelijke gevolgen van dien, wil tegengaan, is het dringend noodig de begrooting sluitend te ma ken. Onze beste economisten en financiers be- toogen dit sedert jaren, en in 1922 heeft ook de regeering het erkend, maar naar die erken ning nog niet gehandeld. Voor 1924 een slui tende begrooting aan te bieden, is haar niet gelukt^ en het perspectief" op de sluitende be grooting voor 1925 kan nog evenzeer worden beschaamd, als dit met die voor T924 het ge val was. Blijkens hare eigen mededeeling is de regeering overtuigd, het doel niet te zullen be reiken dan onder meer door krasse in krimping der Staatsdiensten, welke don ook in studie is. Niet slechts de administratie der bestaande wetten behoort te worden vereenvoudigd, maar de wetgeving -zelve herzien. Een aantal der in de jaren van schijnvoorspoed afgekondigde wetten leggen den Staat financieele verplichtin gen op, welke deze blijkens de ervaring niet kan dragen. Eer deze herziening is afgeloopen en in hare werking bekend, voteere de volksvertegen woordiging geen nieuwe, tot uitgaven verplich tende, wetten. Eerst nè het financieel herstel zal zijn uit te maken, welke middelen ter voor ziening in dim te beoordeelen nieuwe behoeften zullen mogen worden ter beschikking gesteld. Die bankroetier dreigt te worden, wachtè af tot bij vrij man is, eer hij zijne verantwoordelijk heid verruimt. 2. Moet reeds op bovenstaanden grond de keus der middelen tot doeltreffende verzeke ring van de neutraliteit der Indische zeeën in de staatkundige wereld van morgen, en de be paling van het bedrog dat tot dit doel zal wor den uitgetrokken, worden overgelaten aan een regeering en volksvertegenwoordiging, welke zich eerst door herstel van het financieel even wicht daartoe de bevoegdheid hebben verwor ven, er rijn daarnevens bijzondere redenen welko de aanneming der thans aanhangige Vlootwet onraadzaam maken. Het ontwerp is verouderd; wij zullen er een valschen schijn van veiligheid voor koopen. Ontsproten aan gedachten van vóór den we reldoorlog, wil het voorziening treffen in een voortaan onaannemelijk geval: dat van den di- recten, geïsolcerden aanval op West-Java, en legt tot die voorziening, in keus van vaartuigen en steunpunten, sommen vast waarvan eert ge deelte tot het aanschaffen en onderhouden van bewegclijker middelen tot neutraliteits-handha- ving nuttiger kan worden besteed. De taak waartoe de Staat zich in Indië voortaan bereid heeft te houden is eerder te omschrijven als politie dan als defensie. Zij zol6vcrmoedelijk blij ken de financieele krachten der toekdmst niet te boven te gaan, mits die krachten niet van te voren tot een onwezenlijk, immers nooit in ge noegzame zekerheid te verwezenlijken doel, zul len zijn afgeleid. Hoe een politievloot het doel matigst tot de voortaon eeniglijk te stellen taak der neutraüteits-bescherming zal zijn in te rich ten, worden van nu of door deskundigen onder zocht, in afwachting dat er op worde bes'ist door cene regeering, die de financieele krachten van den Staat weder waarlijk kennen zal, en tevens van de ontwikkeling der staatkundige verhoudingen in Oost-Azië, nè Washington, langere ervaring zal bezitten. 3. Principieele beperking tot een politievloot is de eenige politiek, welke niet disharmonieert' met de algemecne houding in zake wereldorga nisatie en wereldrccht, welke ondergeteekenden wenschen door Nederland te zien aangenomen. Nooit mag Nederland schuldig staan aan eene dood, welke niet medewerken zou tot vermin dering van hef wantrouwen tusschen de volken. 9 Het Leidsch Anti-Vlootwet-Comité bestaat uit: Mevr. L. Alings—Von Mels, mevr. C. Blom— Dürer, prof. dr. H. T. Colenbrander (voorzitter), J. J. L. Duyvcndak, prof. dr. B. D. Eerdmans, mevr. W. van ItallieVon Embden; H. van Poelgeest, mevr. J. C. van PoelgeestBrand, P. J. Pont, G. A. Rademaker, prof. dr. K. H. Roessingh/ prof. mr. J. Scheltemo, mej. W. Snellen, mej. M. Soesman, K. Sytsma, dr. P. H. van Thiel (secretaris), A. J. Witmons Mzn. en J. J. Zitman (penningmeester). Bctooging tc Dcetinchcm. Donderdagavond is te Doetinchem een be tooging gehouden tegen de Vlootwet. Als spre kers traden op de heeren E. Bredevoort te Zwolle, mr. P. Arts te Tilburg en mr. dr. A. R. v. d. Laar te Gcndringen. Besloten werd een hulue-telegram te zenden aan oud-nunister De Geer Voor zijn houding inzake de Vlootwet. Verder is de volgende mo tie aangenomen De vergadering, enz., protesteert zoo krach tig mogelijk tegen de aanhangige Vlootwet. Naast openbaarmaking van de motieven, die do regeering tot het urgent verklaren van deze Vlootwet hebben geleid, eischt bij handhaving ven deze urgentie Kamerontbinding, opdat het Nederlandsche kiezersvolk rich over deze Vloot wet uitspreke, en besluit deze motie ter ken nis te brengen van den tijdelïjken voorzitter van den ministerraad. Adressen van gemeenteraden. De gemeenteraad van Vlcdder heeft met op I na algemecne stemmen besioten, een adres te richten aan de Tweede Kamer, met het ver zoek, de Vlootwet te verwerpen. Ook de gemeenteraad van Diepenhcim heeft met op 1 na algemeene stemmen beslo ten aan de Tweede Kamer te verzoeken, het ontwerp-Vlootwet niet aan te nemen. Beinfluenceering der pers In de rede die gcp. kapitein-luitenant van der loom Donderdagavond in een te Rotter dam gehouden openbare vergadering, belegd door het Algemeen Nederl. Vakverbond, heeft gehouden, zeide hij o.m. „Maar .wie willen de Vlootwet don wel Die wet wordt begeerd door cenige Vlootwet-heerert, die daervoor een gedeelte van de pers te wapen hebben geroe pen. Want ik weet uit ondervinding, dot hier en daar het parool gegeven is om artikelen, die tégen de Vlootwet gericht zijn, niet op te nemen. Ik geloof zelfs, dat als men durfde, men niets liever zou willen, dan ten opzichte van de Vlootwe^ de geheele vrijheid van drukpeis opheffen". De parlementaire redacteur van Het Volk heeft in deze uitlating aanleiding gevonden den heer van der Toom om nadere inlichtingen te verzoeken. Deze heeft den interviewer toen het volgende meegedeeld Naar aanleiding van een rede, reeds vroeger te Rotterdam door mij uitgesproken in de oprichtingsvergadering van het definitieve anti-Vlootwetcomité heeft de redactie van de Residentiebode, mij verzocht, een artikel voor haar blad over de Vlootwet te schrijven, welk verzoek gepaard ging met de mededeeling, dat zij prijs stelde op' spoedige toezending daarvan. Ik heb mij gehaast, aan dat verzoek te voldoen, stuurde het artikel en belde de Residentiebode op, met de vraag, of bet blad het artikel tijdig ontvangen had. De redactie antwoordde mij, dat zij mij juist had willen opbellen, om mij mee te deelen, dnt mijn artikel niet zou worden geplaatst, daar zij van zeer invloedrijke zijde het verzoek had ontvan gen, voorloopig geen artikelen tegen de Vloot wet op te nemen HUURCOMMISSIES. In vele gemeenten opgeheven. De minister van arbeid, handel en nijverheid heeft bij circulaire d.d. 2 October j.l., no. 730 A afd. V aan de gemeentebesturen, waer de werkzaamheden der huurcommissie in het laat ste jaar van weinig omvang zijn geweest, mee gedeeld, dat tengevolge vari de jongste wijziging der huurwetten minder dan ooit de tusschen- komst van de huui commissie zal worden ge vraagd. De minister zegt verder in zijne circulaire „Het komt mij voor dat voor uw gemeente het vrije verkeér voör de wonirgmarkt kan worden hersteld, zulks in overeenstemming met de be doeling van den wetgever. Hiertoe bestaat te meer aanleiding, omdat de uitgaven voor dit doel thans behooren tot die, welke in het be lang van den benarden financieelen toestand van rijk en gemeenten vermeden kunnen en dus moeten worden. In verband met het bovenstaande komt het mij gewenscht voor, dat de huurcommissie in uwe gemeente wordt opgeheven. Gaarne zal ik zoo spoedig mogelijk, doch in ieder geval vóór 1 November a.s. vernemen of uw college bereid is tot opheffing over tc gaan. Bestaat .tegen opheffing bezwaar, don verneem ik gaarne welke uw bedenking is. PREMIES VOOR WONINGBOUW. De Minister van Arbeid,"1 Handel en Nijver heid maakt bekend, dot in verband met de nog beschikbare middelen alleen die aor.vragen om de premie, bedoeld in het Kon. Besluit van 8 November 1920 no. 29 (Woningbouw) in be handeling kunnen worden genomen, welke vóór 1 November T923 het Departement van Arbeid, Kandel en Nijverheid of het Bureau van den Hoofdinspecteur den heer Van der Kaa hebben bereikt. Zekerheid dat aan die aanvragen ten voljc zal worden voldaan, kan niet worden gege ven. Aanvragen, welke na 31 October 1923 bij het Departement of bij den Hoofdinspecteur inkomen, worden ter zijde gelegd. VEREENVOUDIGING DER RIJKS ADMINISTRATIE. Beter laat dan nooit Naar de Tel. verneemt, wordt, donk zij het initiatief, van den heer R. Zuiderhof, lid van' de Algemeene Rekenkamer, tevens lid van dc Be zuinigingscommissie, een poging gedaan om aan 'Jen omslag der inter-departementale cor respondentie een einde te maken. Aan het toe zenden en circuleeren van de belastingstukken met ol den aanhang van popiéren en corres pondenties oni inlichingen te verkrijgen wil men een einde maken en de rekenkamer-ambtenaren gaan er thans zelf op uit. Aan de departemen ten vinden zij zelf hun gegevens. Ook hebben zij nu de directe inlichtingen bij de hand, die anders als regel alleen door omslachtige brie- venschrijverij verkregen werd. Registers, leggers en andere bescheiden kunnen bij de controle hun nu terstond worden voorgelegd. Kleine fou ten kunnen langs dezen weg zonder den gc- bruikclijken omslag worden hersteld. De aanvankelijke resultaten moeten tot tevre denheid stemmen. Ja, natuurlijk, waarom niet? Jammer dat men met deze eenvoudige manier van werken thans eerst begonnen is. Een vroeger begin zou ons schatten bespaard hebben. DE STOPZETTING VAN DON POST CHEQUE- EN GIRODIENST. Inlichtingen voor den reke ninghouder. De postcheque- en girodienst heeft de vol gende inlichtingen voor den rekeninghouder in het licht gegeven Nu de overgang van decentralisatie naar cen tralisatie het toch noodzakelijk maakte den postchèquc- cn girodienst tijdelijk te sluiten, is de administratie zich ten veile ervan bewust, dat de rekeninghouders zoo spoedig mogelijk moeten worden geholpen, indien zij in de nood zakelijkheid verkeeren over hun tegoed te be schikken. Er doet zich echter hierbij de moei lijkheid voor, dnt niet met zekerheid vaststaat, op welk bedrag ieders tegoed moet worden gesteld. Niet zelden bestaat er verschil tusschen op gaven van den dienst en hét werkelijk tegoed, niet zelden ook zijn handelingen pp andere dan de aangegeven rekeningen verricht, en de ken nisgeving hiervan aan onderen dan de betrok kenen toegezonden. Deze te betreuren omstan digheden maken het voor de administratie noodzakelijk, cm zich zekere waarborgen te verschaffen voor het geval eenige uitbetaling het tegoed mocht overtreffen en het verschil dus onverhoopt door de administratie zou moe ten woidcn teruggevraagd. Met het oog hierop is er in de formulieren van aanvrage sprake van een door den rekeninghouder te stellen zei kerheid, welke dus de administratie in het be doelde niet verwachte geval van een niet toe reikend tegoed van den rekeninghouder, bui ten schade moet houden. Het is derhalve dui delijk, dat, indien het aangevraagde bedrag niet grooter is dan het tegoed, van déze zeker heid geen gebruik wordt gemaakt, en elk ge volg van deze zekerheidstelling zal uitblijven. De regeling van hetgeen noodig is vcor uit betaling is overigens zoo eenvoudig mogelijk. Men vult voor iedere postrekening twee for mulieren die daarvoor aan alle postkantoren, uiteraard alleen voor rekeninghouders, ver krijgbaar zijn, volgens de gestelde vragen in. De vragen zelf zijn duidelijk genoeg en behoe ven dus geen toelichting. De directeuren der postkantoren zijn boven dien uitgenoodigd om alle aanvragers zooveel mogelijk behulpzaam te zijn. Zij hebben echter ook in opdracht aanvragen, die niet strikt drin gend zijn, af tc wijzen. Dit is ter voorkoming dot degenen, die werkelijk spoedeischende be hoefte aan geldmiddelen hebben, niet zullen lijden door de velen met wie dit niet het geval is, doch die zouden verhinderen, dat het eerste werk met de noodige spoed kan worden ver richt. Het is verkieslijk om de formulieren zooveel mogelijk bij het postkantoor persoonlijk in tc leveren, en de invulling in eigen tegenwoordig heid te doen nagaan, opdat des noodig nog inlichtingen of verbeteringen kunnen worden uitgewisseld. In ieder geval moeten de formulieren niet worden opgezonden naar de commissie, die met de behandeling der aanvragen is belast, doch uitsluitend worden bezorgd aan het giroloket ten post- of hulpkantoor ter plaatse. Aanvra gen, die rechtstreeks worden ingezonden aan de commissie, worden niet in behandeling ge nomen. De postkantoren zenden de formulieren naar hunne bestemming, waorna zoo spoedig mo gelijk de afdoening aan de kantoren wordt te ruggezonden. Dc directeur van het postkantoor geeft den rekeninghouder biervan kennis en noodigt hem uit bet door de commissie vast gestelde bedrag in ontvangst te komen nemen. Bij cio uitnoodiging zijn de noodige stukken gevoegd, welke volgens de doorop voorkomer.de aanwijzingen moeten worden ingevuld en onder teekend en met de uitnoodiging en een door den rekeninghouder te verstrekken (zooals hierna sub To. omschreven) girobiljet op het postkan toor moeten worden overgelegd. Desgewenscht kon de rekeninghouder een ander persoon machtigen om de uit te betalen gelden in ont vangst te nemen. Daartoe kan hij het formulier van machtiging, dat op de uitnoodiging ge drukt is, invullen en onderteekenen. De ge machtigde voorziet de machtiging eveneens van zijn hanaleekening. De over te leggen stukken, welke door den rekeninghouder zelf moeten worden ondertec- kend en ingevuld, zijn Io. een girobiljet, gericht aan nr. 45100 te 's-Grovenhago (de rekening van het Staatsbe drijf der posterijen en telegrafie) en ingevuld met bet bedrog, waarvoor door dc commissie machtiging tot uitbetaling is verleend en dat op bovenbedoelde kennisgeving voorkomt 2o. een voorwaardelijke schuldbekentenis ▼oor het bedrag, waarmede de uitbetaling on verhoopt het werkelijke tegoed mocht over treffen 3o. in de noodig geachte gevallen een bewijs van zekerheid van het sub 2o. omschreven ge val. Gedurende den heclen openstellingsduur kun nen op de postkantoren en ten plattelande op de hulpkantoren inlichtingen en -aanvraagfor mulieren worden verkregen, kunnen deze v/or den ingeleverd en betalingen in ontvangst ge nomen. Do bijkantoren in de sleden zijn voor de behandeling van deze aangelegenheden niet aangewezen. De commissie, die belast is om de bedoelde aanvragen te behandelen, is, ten einde tot een spoedige behandeling in staat te zijn, niet telefonisch to bereiken en kan ook geen bezoeken afwachten. Men zij er op be dacht, in geen geval over deze aanvragen met het centraal girokantoor of het bestuur van den postchèque- en girodienst in correspondentie te treden. DE DORDTSCHE BURGEMEESTERSVACATURE. Mr. Wcndclaar heeft niet ge solliciteerd. De Alkm. Ct. verneemt, naar aanleiding van het bericht van de Tel., dat binnenkort de be noeming te verwachten is van mr. W. C. Wen- delaar tot burgemeester van Dordrecht, dat te Alkmaar van een dergelijke o-s. benoeming niets naders is vernomen. De burgemeester heeft niet voor deze vacature gesolliciteerd en ontving tot dusver van regceringszijde geen verzoek zich voor Dordrecht beschikbaar te stellen. v Mocht dit nochtbns binnenkort geschieden, dan meent de Alkm. Ct. reden te hebben om aan te nemen, dat mr. Wcndelaar er de voon- keur aan zal geven te Alkmaar te blijven. Het Hbld. kan uit de beste bron mededee- len dat van een bc-noeming van mr. Wendelaar tot burgemeester von Dordrecht geen sproke is. Wel znl binnen enkele dagen in do „Staatscou rant" de benoeming van den burgemeester van Dordrecht worden bekend gemaakt, doch de nieuwe functiorinaris zal behooren tot een ge heel andere politieke richting dan die van den heer Wendelaar. DR. VIUOEN IN ONS LAND. Een bezoek aan de Landbouw- hoogeschool. Donderdag bracht, prof. dr. W. J. Viljoen, superintendent van onderwijs in Zuid-Afrika, een bezoek aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen. Bij zijn aankomst werd hij ontvangen door den rector-magnificus, prof. dr. S. C. J. Olivier cn den eersten assessor, prof. J. van Baren. Allereerst werd een bezoek gebracht aan het laboratorium voor microbiologie, waar de di recteur prof. dr. N. L. Söhngen, s. i., hem rondleidde, cn tal van toestellen, apparaten enz. demonstreerde, en aantoonde, hoe hier vün de nieuwste vindingen op microbiologisch gebied partij getrokken werd. Daarna werd gereden naar het arboretum, 4© bezoeker werd hier ontvangen door prof. dr. J. Valckenicr Surin- gar, die hem het meest belangrijke van het onder zijn beheer staande arboretum toonde. Vervolgens werd het noenmaal gebruikt in het hotel de Wereld. Na afloop daarvan reed het gezelschap naar het laboratorium voor aardappelonderzoek van prof. dr. H. M. Quonjer. Deze hield een korte beschouwing over het doel van het door hem aangevangen wetenschappelijk onderzoek van aardappelziekten. Daarna gold het bezoek het laboratorium voor tuinbouwplontenteelt, welks directeur, prof. A. M. Sprenger 1. i., een uit eenzetting gaf van de onderzoekingen, waar mede men ten behoeve van den praktischen tuinbouw daar bezig is, onderzoekingen die ech ter zeer sterk benadeeld worden door het feit, dat het laboratorium nog steeds niet voltooid iser ontbreken o. m. nog steeds gas- en wa terleiding ols gevolg van de in dit opzicht ver keerd toegepasto bezuiniging. Vervolgens werd de bibliotheek bezocht. Hier werd prof. Viljoen ontvangen door den biblio thecaris dr. F. C. Wieder en den onder-biblio thecaris, den heer J. D. C. van Dokkum, die hem een overzicht gaven van wat op londbouw- kundig gebied aan wetenschappelijke littera tuur aanwezig is. Ten slotte werd een bezoek gebracht aan het geologisch museum van prof. J. van Ba ren, waar deze het doel en de inrichting van het museum, en de volgens een bijzonder sys teem opgestelde mineralen, gesteenten en de daaruit ontstane grondsoorten verklaarde. Aan het einde von den rondgang betuigde prof. Viljoen zijn groote ingenomenheid met wat men hem had laten zien. Hij verklaarde, dat de laboratoria, dio in de laatste jaren hier zijn gebouwd, de vergelijking met dergelijke la boratoria in het buitenlond gerust konden door staan. De op moderne wijze opgeleide land en tuinbouwingenieurs zouden een uitstekenden werkkring kunnen vinden in Zuid-Afrika, voor de bereiking van welk doel nadere onderhan delingen zullen worden aangeknoopt. In hooge mate te betreuren viel het echter, oldus prof. Viljoen, dat aan de grondige orga nisatie en moderniseering der Landbouwhooge school plotseling een einde is gemaakt door de bezuiniging, welke in dezen door de Regee ring in uitzicht is gesteld, welke naar gelds waarde meer bedraagt dan aan de drie Rijks universiteiten en de Dclftsche hoogeschool te- samen. ALKMAAR'S. ONTZET; Het progTamma der feestviering. Het programma voor de feestviering te Alk maar op a.s. Maandag ter gelegenheid van de herdenking van Alkmaar's ontzet in 1573 luidt: 's morgens half acht reveille met kinderkoor en tegelijkertijd zanguitvoering voor de woning ven den burgemeester, waar gezongen zal woi- den Holland's Glorie. Van half tien tot half elf rede van den minister van' onderwijs in de Groote of Sint Laurenskerk, met medewerking von het mannenkoor Orpheus. Van 9 tot 10 uur 's morgens en van 12 en 45 's namid dags carillonbespeling. Om Tl uur aankomst van de Koningin, aan het station ontvangen door den gemeenteraad. Vaandelgroct aan de Koningin op het Stationsplein. Daarna huldi ging bij het Victoriebeeld, waar de voorzitter dér ontzetvereeniging, kapitein- Blaauw, com mandant der Cadettenschool, een feestrede zai houden, en een gemengd koor met medewer king van de Kon. Marinekapel een uitvoering zal geven. Om 2 uur 's middags op het sport park, riddertournooi, waarbij een deel van dit park in een stuk Oud-Holland wordt herscha pen. Het tournooi speelt op 8 Juli 1445, toen Alkmaar van Philips van Bourgondië het recht kreeg, wederom deuren in zijn poorten aan te brengen, 's Avonds van 7—8y? feestconccrt in de Groote Kerk en daarna vuurwerk. Vele stroten worden versierd met groen, bloemen en eerepoorten, en straten en grach ten zullen 's avonds geïllumineerd zijn. rNSULINE. Een Nederlandsche vinding. In een lezing, gehouden op het Vlaamsche Wis- en Natuurkundig Congres te Antwerpen (IT en T2 Augustus j.l.) heeft dr. Koopman, arts te 's Grovenhage, er op gewezen, dat de eerste grondslagen en proefnemingen met in suline, het nieuwe geneesmiddel tegen suiker ziekte (diahetes mellitus), reeds in 1913 door dr. N. Waterman, thans verbonden aan het konkerinstituut te Amsterdam, zijn verricht en gepubliceerd in het Hollandsch cn Engelsch in de verslagen van de Koninklijke Academie van Wetenschappen resp. van 27 Maart en 3T Juli 1913. Het lijkt daarom wenschelijk, dat meer algemeen bekend wordt, dat reeds tien jaar geleden een Nederlander deze gegevens steu nend op talrijke proefnemingen heeft verzameld en uitgewerkt en een nieuwe richting in de therapie der diabetes heeft aangegeven. N. R. Ct „BEZUINIGING" BU HET RUK. Een schadepostje van f 300,000 I Donderdag heeft de ontvanger der registratie en domeinen te Rotterdam bij openbare inschrij ving verkocht dc pcrceelen aan den Oppert cn de Vcrlaatstraat, waar tot voor kort de post pakkettendienst en dc chèque-giro gevestigd waren. Do hoogste inschrijver bood 75,000 verder waren er inschrijvingen van 72,150 en 70,500. Het rijk kocht in T920 deze ge bouwen voor ongeveer 350,000. Dat wordt dus een zware strop I zegt de correspondent van Het V o^l k. FAILLISSEMENTEN IN NEDERLAND. Volgens mededeeling von het Handelsinfor matiebureau van Van der Graaf Co.'s Bu reaux voor den Handel zijn over de afgeloopen week, eindigende 5 Oct. in Nederland uitge sproken 128 faillissementen tegen 81 faillisse menten in dezelfde week van het vorige jaar. Van I Januari tot en met 5 Oct. 1923 3138 faillissementen tegenover 2340 over hetzelfde tijdvak van het vorige jaar. REDDERS BELOOND. Vanwege de Duitsche regeering. Op 23 October 1921 redde de bemanning der reddingsboot van De Cocksdorp onder zeer moeilijke omstandigheden de bemanning van den Duitschen schoener Lisbeth, die gestrand was in de Eierlandsche gronden. In opdracht jvoij de Duitsche regeering overhandigde do con-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 9