WIJNHANDEL J. A. SCHOTERMAN Zn. AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" 10 Nov- '®23 Gewas 1920 Raymond Macau F 1.F 40.— Gewas 1917 St. Emilion F 1.60 F 65.- DERDE BLAD. BINNENLAND. Maison de Coiffure p Magaz. De Dom" Eigen gemaakte Kinderkleeding. 22e Jaargang No 113 CTB. S f RA A X 17 TELEFOON 145 Per flesch Per Anker Uit de Pert. DE KABINETSCRISIS. Rechts wil aan het roer blijven. In een artikel „Over de Crisis zegt Het Vaderland (vrijz.) Wij krijgen weer een Rechtscjr kabinet, hoe ongelooflijk dit ook klinke. Men ziet Rechts meer en meer terugschrikken voor het verbreken van de coalitie, en daarom wordt aan de stemmen van de 10 katho lieken tegen de Vloot alle principieele beteekenis ontnomen, en dit teruggebracht tot een geïndisciplineerdheid, die bij beter politiek besef niet had kunnen voorkomen, een vergissing, die haar oorzaak slechts daarin vond, dat men zich als men 60 telt wel eenigc afwijking kan veroorloven. Of de hr. van Schaik het aangenaam zal vin den aldus als politiek bokerkind te worden gesignaleerd, is natuurlijk zijne zaak. Maor „geïndisciplineerdheid" om in den coa- liticstij] te spreken, is dan toch maor be gaan, niettegenstaande het hoofd van het kabinet zijnen mannen voorgehouden had wat het gevolg van hun gebrek aan „tucht" zou wezen, en ondanks het feit, dat men in katholieken kring wist, dat het aan ééne stem hing. Maar Rechts wil aan het roer blijven. Zelfs de hr. van Vuuren, die eerst een fier „onmogelijk" had laten hooren, nam Teeds zijn hal ven draai door zich voor „een Techtsch getint zaken-kabinet" te verkla ren, dot is dus zoo iets als het ministerie- Heemskerk, toen het in zijne eerste periode met eene minderheid regeerde, en wie eens een holven draai neemt, laat daar spoedig een tweeden op volgen, terwijl niemand vooruit kan zeggen, of die tweede draai den eersten zal annuleeren dan wel com- pleteeren. Maar de man, die met alle geweld de breuk wil herstellen is baron van Wijn bergen. In het Ochtendblad van De Maas bode van 6 dezer komt hij mededeclen, dat het katholieke volksdeel niets liever ver langt, dan dat een rechtsch kabinet weder om de leiding neme. Dit wordt als axioma vooropgesteld, en dat is zeer verstandig van den hr. van Wijnbergen, want als stel ling zou het niet zoo makkelijk te bewijzen zijn. En dan op dit axiomaf?) doorredenec- rende komt hij er tegen op, dat het juist zou wezen, dat de totstandkoming van een rechtsch kabinet niet mogelijk zou zijn, omdat het protestontsch deel van de coa litie, speciaal de anti-revolutionairen, niet zouden willen Wat volkomen klopt met wat wij Donderdag 1.1. schreven, dat de Christeiijk-Historischcn gesteld vóór de keuze om sociaal-democraten achter de regeeringstafel te zien of zich in de armen van Rome te werpen, zonder voorbehoud het laatste kiezen. Dat is te zeggen, als het 's lands regeering geldt. Toen het in den Haag om de verdeeling der wethou derszetels ging, heeft de hr. Snoeck Hen- kemans, die tegenwoordig feitelijk de lei der van dc Christelijk-Historische Unie is, een zetel voor zijne partij naast de sociaal democraten Drees en Vrijenhoek getracht tc erlangen. Maar de anti-revolutionairen dan zouden niet willen. Baron van Wijnbergen spreekt dit in De Maasbode tegen. Ze willen wel, maar ze kunnen niet. Want de stemming over dc Vlootwet bewijst tevens, dat ter rechterzijde geen meerderheid is voor de bezuinigingsplannen van de regeering, ter wijl de hr. van Wijnbergen durft veel voor zijne rekening te nemen het land de bezuiniging het liefst zou ontvangen uit de handen van een rechtsch kabinet En daarom kan er eerst weer een rechtsch ka binet komen, als het beslist vaststaat (de laatste twee woorden zijr\ in het artikel van der. man van de uiterste droite in dc katholieke partij met reuzeletters afge drukt), dat voor de in 's lands belang noodzakelijke bezuinigingsvoorstellen steun verleend zal worden in de eerste plaats door de gehcele rechterzijde. Met andere woorden op de afspraak in de coalitie, die in 1922 na de verkiezingen had moe ten zijn gemaakt, zonder welke men noar goede constitutioneele begrippen de regee ring niet hud mogen aanvaarden, en waar toe men op dat oogenblik blijkbaar niet heeft kunnen komen, zal thans worden «ongestuurd. En het apparaat om de 10 katholieken van Van Schaik tot Loerakker murw tr maken is dus reeds in volle we'- king. En op ééne zaak kan de hr. van Wijnbergen gerust zijn, de anti-revolutio nairen willen wel weer een rechtsch mi nisterie, en die wil, die kan. In de mee ting van de Kiesvereeniging Nederland eti Oranje, waarin de voorzitter van de anti revolutionaire Kamerclub, de hr. Rutgers cn rijn collega de hr. de Wilde gesproken hebben, heeft de voorzitter, de oud-minis ter Bijleveld, zonder eenigc tegenspraak van een der beide sprekers te ontmoeten, gezegd, dat Heemskerk, Colijn en van Dijk als Kamerleden ook nog zoo kwaad niet zijn, maar dat is alleen troost voor het ge val, dat Gods raad anders mocht zijn dan zijn wenschen en die van de partii Ook wij vinden, dat Heemskerk, Colijn en van Dijk eene aanwinst zouden zijn voor de Tweede Kamer in het algemeen en voor de Anti-revolutionaire Kamerfractie in hel bijzonder. Maar het is toch duidelijk, dit met die uiting van den hr Bijleveld de verklaring van den hr. Ruys de Bee cn- brouck, dat geen van de leden van dit ka binet bij de verwerping van de Vlootwet zich voor eene portefeuille zou beschik baar stellen, van nul en gcener waarde wordt vcrkleard. En van beteekenis is daarbij de uitspraak van den hr. de Wilde, dat hij geen rechtsch kabinet, waarin Anti revolutionairen zitting hebben wil, als de H.H. Colijn, Heemskerk en van Dijk daar van geen deel uitmaken, en dat op zoon kabinet geen kans is, tenzij onze man nen ven meening veranderen. Het blijkt dus nu, dat de heele crisis slechts een da capo is van de kabinets crisis van Juli 192T op de verwerping van art. 27 van de Legerwet-Pop. Nameiijk een van de krachtmiddelen om de orde in de gelederen ven de coalitie te herstellen. Als het niet zoo treurig was, zou men zeg gen: Cela sent l'opérette. Berichte*». GENOOTSCHAP TOT ZEDEL. VERBE TERING VAN GEVANGENEN. Belangrijke gift van den Prins. Bij het Ncderlandsch Genootschap tot zede lijke verbetering van gevangenen is een be langrijke gift ingekomen van den Prins, ter ver sterking van het werkkapitaal van het ge nootschap. De Prins, die beschermheer is van het ge nootschap, uitte daarbij den wensch, dat het aan het genootschap gegeven moge zijn, zijn zoo nuttigen arbeid, waarop het bij de herden king van zijn 100-jarig bestaan met voldoening mag terugzien, onverflauwd te kunnen voort zetten. DE DUIT SC HE EX-KROONPRINS. De houding der Belgische regeering. De correspondent te Brussel der N. R. Ct. meldt, dat de Belgische regeering aan de geallieerde mogendheden heeft laten weten, dat zij zich aansluit bij den vriendschoppelijken stap, dien deze mogendheden zullen onderne men bij de Nederlandsche regeering, met het doel er op aan te dringen, dat deze de midde len, die zij zelf geschikt zal achten, zal aan wenden om aan den gewezen Duitschen kroon prins te beletten uit Nederland te vertrekken naar Duitschlend. In dit 'verband zij er op gewezen, dat Nederland naar den correspondent door den Belgischen minister van buitenl. zaken werd meegedeeld noch op grond van het internationaal recht, noch op grond van verdragen de plicht heeft er voor te zorgen, dat de ex-kroonprins Neder land niet verlaat. Oih deze reden zal de stop een kennelijk vriendschappelijk karakter dragen. Men voegt eraan toe, dat het te danken is aon de internationale waokzaamheid, in het bijzon der aan die van de Engelsche regeering, dat men inlichtingen heeft verkregen over de be doelingen van den kroonprins. Het Ncderlandsch correspondentie-bureau in Den Hnag meldt naar aanleiding hiervon: De Belgische legatie is gemachtigd hot be richt tegen te spreken, volgens hetwelk de Bel gische minister van buitcnlandsche zaken aan den correspondent van de N. R. Ct. te Brussel zou hebben gezegd, dat Nederland noch op grond van het internationaal recht, noch op grond van de verdragen den plicht heeft er voor te zorgen, dat de ex-kroonprins Nederland niet verlaat. Minister Jasper heeft dit niet ge zegd. Wat De Matin schrijft. De Matin schrijft, dat de Nederlandsche re geering verklaart, den gewezen Duitschen kroonprins tc laten bewaken, en niet te geloo- ven, dat hij buiten weten van de overheid het land verlaten kan. Wel schijnt zij zich daarte gen moeilijk te kunnen verzetten. Dc nota der geallieerden. Hovas seint, dat de geallieerden gister avond dc redactie van de mededeeh'ngon van den gezantenraod aan Berlijn en Den Haag in zake den terugkeer van den kroonprins naar Duitschlend hebben goedgekeurd en dat de eene nota 's avonds aan den Duitschen zaakgelastig de ter hand is gesteld, terwijl de andere van daag in Den Haag zal worden overhandigd. De Parijsche correspondent der N. R. Ct seint, dat de Information de nota, waarin de Nederlandsche regeering zegt de noodige maat regelen ter bewaking van den gewezen Duit schen kroonprins genomen te hebben, erg zwak noemt Dc kroonprins wordt niet in Zwitserland toegelaten. Hel 3. T. A. seint uit Bern, dat een bericht volgens hetwelk de Bondsraad den gewezen Duitschen kroonprins zou hebben toegestaan den winter in Chamonix door te brengen, offi cieel volkomen tegengesproken wordt. Mén weet niets van een verzoek, dat dè kroonprins ge daan zou hebben, om in Zwitserland te worden toegelaten en verzekert dat onder de huidige omstandigheden een dergelijk verzoek geen schijn van kans op inwilliging zou hebben. De meaning te Berlijn. Het Acht Uhr Abendblatt brengt, volgens een telegram uit Berlijn aan de N. R. Ct., de eventucele terugkeer van den gewezen kroon prins naar zijn vaderland ter sprake. Het blad schrijlt, dat Nederland zich indertijd alleen heeft verplicht ervoor te zorgen, dat de ge wezen kroonprins op het ei'and Wicringen zou blijven zoolong hij in Nederland mocht ver toeven De kwestie of dc kroonprins al of niet naar Duitschland zou mogen terugkeeren is door de Nederlandsche regeering steeds als een Duitschc aangelegenheid beschouwd. Het tegen woordige Duitschc kabinet is van meening, dat de ge we zen kroonprins niet anders dient te wor den behandeld dan elke Duitsche staatsburger, die geruimen tijd in het buitenland heeft ver toefd en naar zijn vaderland wenscht terug te keeren. Daarom zal dc rijksregeering zich er niet tegen verzetten dat den kroonprins een pas wordt gegeven. Hij zelf zal het tijdstip van zijn terugkomst mogen bepalen. De Duitsche rijksregeering gelooft niet, dat buitenlandsche politieke moeilijkheden het ge volg van dezen terugkeer zouden kunnen zijn, aangezien alle politieke partijen, indertijd hebben verklaard, dat de oorlogsmisdadigers in geen geval mochten worden uitgeleverd aan de En tente. Ook vreest men niet dat een monarchis tische agitatie op den terugkeer zou volgen, aangezien de kroonprins verklaard heeft zich niet te Potsdam, maar op zijn landgoed te Oehls te zullen vestigen. Aangezien alle ge wezen Duitsche vorsten het recht hebben ge kregen, op Duitsch grondgebied te leven, be staat cr geen aanleiding den gewezen kroon prins dit recht te ontzeggen. DE KABINETSCRISIS. Mr. Kooien andermaal bij de Koningin. H. M. de Koningin heeft gisteren ten Palcizc Het Loo in nader gehoor ontvangen den voor zitter van de Tweede Kamer der Statcn-Gcne- raol mr. D. A. P. N. Kooien. DE POSTCHEQUE- EN GIRODIENST. Er komt langzamerhand weer órde. Naar de Tel. van personeelszijde verneemt, begint er langzamerhand meer orde te komen in de werkwijze van het Centraal Girokantoor. De nieuwe directeur, de heer 't Hooft, heeft het beheer van den „faillieten boedel" overge nomen en stuurt doelbewust aan op spoedige heropening van den dienst. Zonder het jakker-systeem toe te" passen, tracht de nieuwe leider de productiviteit van het personeel tot een maximum op te voeren door den ambtenaren een geregelden dienst te geven in een rustige omgeving. Het zenuwachtige loopen van ambtenaren van de eene afdeeling naar de andere en do over bevolking van verschillende zalen behoort goeddeels tot het verleden. Er heeft de laatste dagen eenige personeelverschuiving plaats ge vonden. Doordat er geen nachtdienst meer wordt verricht en het groote Girokantoor voor al het eigen en gedetacheerd personeel geen vol doende kantoorruimte bood, is ongeveer de helft van het gedetacheerde personeel naar zijn standplaats teruggekeerd. Eenig tijdelijk perso neel werd vervangen door op wachtgeld gestel den (vaste ambtenaren.) Kortom, het personeel voelt zich onder de nieuwe leiding meer op zijn gemak gesteld en tot rustig en vlug werken weer in staat DR. W. HOLLEMAN. Bekend gynaecoloog te Amsterdam. Te Amsterdam is op 54-jarigen leeftijd overleden de bekende vrouwenarts en verlos kundige Dr. Wouter HoUeman. RADEN VAN "ARBEID. De heer Wittert van Hoogland over de bezuiniging bij dc sociale verzekering. In de gisteren te Amsterdam gehouden Ver gadering van de Verecniging van Raden van Arbeid, heeft de voorzitter, dr. E. B. F. baron Wittert van Hoogland een openingsrede uit gesproken over de bezuiniging. Spr. aarzelde niet openlijk uit te spreken, dot de bezuinigingsmaatregelen, die de regee ring inzake de administratie der Sociale Ver zekering heeft ingevoerd, behooren tot de etiketten-bezuiniging, zeer geschikt om op het groote, maar volkomen ondeskundige publiek, waartoe ook de groote meerderheid der Staten-Gcneraal behoort, indruk te maken, maar ongeschikt om belangrijke resultaten te bereiken. En evenmin zal bezuiniging verkre gen worden door verandering van stelsel, hoe veel theoretische beschouwingen men cr ook over houdt. Al dat millioenengegoochcl lijkt heel schitterend, maar practisch nut heeft het niet. Wonneer men inderdaad bezuinigen wil, moet men het mes er op geheel andere wijze inzetten. Begonnen moet dan worden met de uitvoerings-organen in staat te stellen econo misch te werken en een streep te halen door alle bureaucratie Het gaat tenslotte over het belong van de gemeenschap en van de ver zekerden. Laat de wetgever toch aan de uitvoerings organen vrijheid van beweging geven, natuur lijk onder Staatstoezicht, maar Staatstoezicht kan ook economisch, behoeft niet bureaucra tisch te worden ingericht. Laat de wetgever er publiekrèchtelijke organisaties van maken, samengesteld door de patroons- en werklie den-organisaties, en men is immers waar men zijn moet. Dan kan een consequente eerlijke decentralisatie worden doorgevoerd, die de gewenschte bezyiniging in zich draagt. Reeds onmiddellijk kan er aanzienlijk bezui nigd worden. Wanneer men wilde overgaan tot samensmelting van Verzekeringsraad en Rijksverzekeringsbank, wanneer aan de Rjd«n vanArbeid de classificatie der bedrijven en dc toekenning der renten werden opgedragen, en het toezicht aan de publiekrechtelijk geor ganiseerde organen, zou reeds zeker twee ton per jaar te bezuinigen zijn en nu heeft spr het alleen over de administratiekosten De strijd echter over den vorm van organi satie moet plaats maken voor een gezamen lijk streven van allen, die bij de uitvoering betrokken zijn, naar bezuiniging. In dit \erband wees spr. op een merkwaar dige publicatie in de StaatscourantBij be schikking van 12 October 1923, ven den minister vón Arbeid, 'Handel en Nijverheid, is een aanvulling verschenen van het aantal erkende bedrijfsvereenigingen. Het slot van doze beschikking luidt als volgt „De aandacht wordt cr op gevestigd, dat naar de bedoeling van den wetgever, de uit voering der verzekering in de eerste plaats zal geschieden door de bedrijfsvereenigingen en dat derhalve de verzekering bij de Rijks verzekeringsbank slechts een aanvullend karakter zal dragen. Voor toetreding als lid eener bedrijfsvereeniging behoeft de werk gever geen voorafgaande toestemming". In de eerste plaats, aldus spr., is een der gelijke propagandistische zinsnede in een ministerieel besluit geheel misplaatst. Menr bovendien stoat vast, dat de wetgever een dergelijk besluit nooit genomen heeft. Inte gendeel hebben de Staten-Generaal uitdruk kelijk en met medewerking van minister Aalberse besloten een beslissing hierover op te schorten, totdat de algehcele herziening oan de orde zou zijn. Spr. wees er verder op dat bij dc discussies in den Hoogen Raad ven Arbeid duidelijk is gebleken, dat omtrent do oplossing nog lang geen overeenstemming bestaat en dat de meeningen nog even sterk tegenover elkaar staan. De vraag is dan ook bij hem gerezen of' het niet mogelijk is, in het belang van de economisch zwnfcWen, alzoo met het oog op den financieelen toestand van den Staat, de kloof tusschen de richtingen te overbruggen. Alle eigenbelang moet te eenen male worden uitgeschakeld. Het wil spr. voorkomen, dat met een be trekkelijk eenvoudige wijziging der Radenwet dit ideaal ware te bereiken. De Raden zouden moeten worden omgebouwd tot organen, die gansch zelfstandig zijn en samengesteld wor den door alle belangstellenden en bekleed met publiekrechtelijke bevoegdheden. Voor de ver- eischte eenheid zou noodig zijn, dat deze organen een verecniging vormden welke vet- eeniging eveneens publiekrechtelijke bevoegd heden zou moeten hebben, en die dc macht zou moeten bezitten, de besluiten door de meerderheid genomen, te doen uitvoeren. Spr. geloofde dat in deze richting een aan zienlijke bezuiniging is te verkrijgen. Alle bureaucratische rompslomp zou kunnen ver vallen. De belanghebbende werkgevers zullen wel zorgdragen voor de meest economische uitvoering, de betrokken arbeiders zullen vrel zorgen dat hun belangen niet in het gedrang komen. En dan kunnen dc kosten ook bespaard worden, die ven dc verandering van stelsel het gevolg zullen zijn. De ervaring met de verandering van stelsel opgedaan, is tuch heusch niet bemoedigend. En vooral op het gebied der sociale verzekering zou 'de uit komst bedroevend zijn, omdat de talrijk'1 uit zonderingen, die noodig zouden blijken, schat ten zullen verslinden. EEN EEUWFEEST. Ncderlandsch Genootschap tot Zedelijke Verbetering der Ge vangenen. In 1923 was in ons land en in dc wereld de economische en moreele malaise, die het ge volg was van de Napoleontische oorlogen, nog geenszins overwonnen. Maar het doet welda dig aon reeds omstreeks dien tijd te kunnen waarnemen, hoe, ondanks de olgemeene inzin king, ondanks het algemeen gevoel van terug gang en gedruktheid, er toch menigeen was onder de burgers, die dien tijd voelden tevens als een- begin van beter toestand En merk waardig ook te zien in welke groote mate door het algemeen publiek de practische pogingen, die blijk gaven van een hoopvol en met ener gie aangrijpen van de mogelijkheden eener nieuwe toekomst, werden gesteund. Het waren in 1823 drie kooplieden, Surin- ger, Warnsinck en Nierstrasz, die zich zoozeer voelden gegrepen door het publiek belang, dat gelegen was in een verbetering von het straf stelsel, dat zij een groot deel van hun be staan daaraan gewijd hebben. De gevangenis was in dien tijd slecht en een school van be derf. Talrijke gevangenen waren te zamen in groote localen opgesloten, cn dat dikwijls zon der dat er voldoende toezicht en voldoende arbeid was en, wat het ergste was, zon der dat dc verdorvencn van de beginnende misdadigers, jeugdigen van in het kwaad oud geworden misdadigers waren gescheiden En na invrijheidstelling vond de ontslagen gevan gene een hem vijandige maatschappij, die hem niet steunde, maar tot nieuw misdrijf wel bijna dwong. Zoo was de toestand, in ons lond eer der Beter dan elders, inanr ook in ons land slecht. Die drie mannen hebben reeds terstond bij den aanvang vsn hun werk met bewonderens waardig inzicht begrepen, dat in de beide ge noemde puntengevongenisverbetering en wat wij tegenwoordig noemen reclnsseering de grootste en belangrijkste problemen logen, die moesten worden opgelost. Hun eerste taak was het wapen te smeden waarmede zij zouden werken zij richtten in 1823 het Ncderlandsch Genootschap tot Zedelijke Verbetering der Ge vangenen op En dat feit wordt thans op 12 en 13 November herdacht. Het klinkt in onze ooien niet heel aange naam, die „Zedelijke Verbetering". Wat eigen gerechtig klinkt het ons, maar het zal in dien tijd, bij de toen gebruikelijke manier van spre ken, wel beter geklonken hebben. Want het doel was allerminst eigengerechtigd. Het was: vnn de gevangenis „een school der deugd" te maken wat beter klinkt. En don het tweede deel van hun doeldie gebeterde misdadigers in dc maatschappij voort te helpen tot zij een eerlijke kostwinning zouden hebben verkregen. Het is merkwaardig hoe in dien' tijd van zware cn drukkende malaise, nu een eeuw ge leden, de bevolking op den oproep van de drie vrienden antwoordde met een practische geest drift, die reeds kort na dc oprichting von het Genootschap een ledental van bijna 5000 deed bereiken een aantal dat in lateren tijd, ook nu nog niet weder is gehaald. Het Genootschap werkte honderd jaar voort, en het is in dien tijd een van de krachtigste instrumenten geweest waardoor van particu liere zijde op de deden van het landsbestuur inzake het strafstelsel invloed is uitgeoefend. Het is voor een zeker niet gering deel aan het Genootschap te danken, dot een kwart eeuw ria zijn eerste optreden althans in principe, en wat later ook in de practijk, de euvelen van het verouderde gcvangenisstelsel waren opge ruimd de celstraf werd Ingevoerd. Het is waar. dat wij tegenwoordig, en ook een krach tige strooming in het Genootschap, de cel straf ru'et meer zoo als cenig geneesmiddel, als grondslag voor elk goed gevangenisstelsel be schouwen ols onze vaderen dot deden. Nieuwe idealen zijn daarvoor in de plaats gekomen. Dat bctcekcnt alleen, dat, wat door de invoe ring van de celstraf bereikt werd, in hoofd zaak was van negatieven aard dat de erkende en zeer ernstige euvelen van het oude stelsel erdoof werden opgeheven een ontzaggelijke vooruitgang IHet is de taak van den nieuwen tijd om thans wederom verbeteringen in het gevangcnisstelscl aan te brengen, verbeterin gen van meer positieve werking, waardoor oan de opvoeding der gevangenen (die ook door de stichters van het Genootschap bedoeld werd) met nieuwe middelen en met beter gevolg zal kunnen worden gewerkt. Men denke echter niet, dat de cel het eenige resultaat is geweest van de werkzaamheid van het Genootschap. De kiem van wot thans re- classeering heet werd gelegd. Dc kiem ook woaruit zich ons tegenwoordig stelsel van op voeding van de misdadige jeugd ontwikkelde. Het Genootschap streed mede tegen de dood straf. Nu wij enkele namen genoemd hebben moe ten wij uit het tweede tijdperk van het Ge- UÏJERSSTRAAT 14. Tel. 205 Speciale behandeling; tegen oit vallen en afbreken van het haar. Haarzalt - Haarzeep Toorkomf de rooS en het ret worden van het baar. fc Varkensmarkt Amersfoort- Speciale atdeeltng: nootschap, thans ook weder voorbij, en dat tót den nieuwen tijd heeft geleid, dien wij thans beleven, ook enkele leiders noemen: dien van ds. E. Laurillard en van ds. A. A. Stuart. Het is niet noodig voor den lezer van thans uiteen te zetten hoe zich in dc twintigste eeuw opnieuw een sterke beweging ontwikkelde, waarvan de leiding niet voor een gering deel in handen van het Genootschap wasde be weging der reclasseering. Ook thans weder gevangenisverbetering opdat dc opvoedings idee nog beter tot haar recht kome dan totnu- toeook thans weder hulp aan ontslagen ge vangenen, verleend met de beter ontwikkelde methoden, die de vooruitgang van hét maat schappelijk werk in de heele wereld mogelijk heeft gemaakt. En thans voor het eerst ook medewerking aan de strafrechtspraak, die van wege de reclasseering wordt ingelicht over aard en vroeger leven der beklaagden opdat vonnissen kunnen gewezen worden die èn voor de maatschappij èn voor de veroordeelden zel ve juister zijn, d.w.z. gewezen met vollediger kennis van den veroordeelden mensch en van de oorzaken van zijn misdrijfcn vonnis sen, die aan de maatschappij meer doeltref fende bescherming zullen kunnen verlecnen en aan don veroordeelde meerder kans op verbe tering, vooral als het ingestelde onderzoek uit wijst, dot hij een voorwaardelijke veroordee ling waard is. Wij behoeven dat alles niet nader uiteen te zetten omdat men van de algemeene lijnen waarlangs de nieuwe reclasseering zich be weegt over het algemeen wel op de hoogte is. Wij weten ook, dat het publick groot belang stelt in „de reclasseering" en over het algemeen op zeer hartelijke wijze zijn mede werking daaraan verleent. Maar er is één punt, waarop die medewerking nog niet zoo alge meen is als gewenscht warehet punt dér financiën. Het Genootschap- heeft te kennen gegeven dat, mede in verband met dc zeer be treurenswaardige en sterke vermindering der regeeringssubsidies, een bedrag van minstens honderdduizend gulden benoodigd is om met zijn werk voort te gaan en dat te ontwikkeiet» zooals dot in het publiek belang noodzakelijk is. "Alom in den lande hebben zich Commis sies gevormd om dat bedrag van minstens honderd duizend gulden bijeen te brengen. In dit verband zouden wij willen in herinnering brengen wat in 1825 door Ds. W. vyi Vloten is gezegd in een „Leerrede ter aanprijzing van het Genootschap tot Zedelijke' Verbetering der Gevongcnen"wij halen dat hier aan omdat het zoo precies sluit op'onzen tegenwoordigen toesfand en op de tegenwoordig veel verbeide gemoedsstemming. Hij zeidc het volgende „Alleen voorzie ik de volgende bedenking hoe daarop anngediongen (n.l. op finoncieelen steun. Red.) in oenen tijd, dat ons Vaderland, dat onze stad zooveel geleden heeft, daar wij allen reeds zooveel voor ongelukkigen hebben opgeofferd En hij geeft het volgende ant woord „In eenen tijd van langdurigen voor spoed en aardsche zegen, wanneer wij er eene gewoonte van gemaakt* hebben, om onze be hoefte meer en meer uit te breiden, dan gaan wij, wanneer ons iets ten goede van anderen gevraagd wordt, zoo ligt aan het berekenen het eene hebben wij bestemd om er voordeel mede te doen het andere voor een geoorloof de uitspanning; wij schijnen voor onderen maar weinig te kunnen missen. Maar thans, daar wij er ons eenen pligt van gemaakt hebben, ten behoeve der ongelukkigen ons zeiven te be zuinigen, en onze uitgaven zooveel mogelijk te verminderen, valt het ook gemakkelijker iets daarvan af te staan, om gevallen op den weg der deugd te leiden thans willen wij dat be sluit nemen en die uitgave zal ons niet moei lijk vallen." VERANDERING VAN HET KIESSTELSEL. Het wetsvoorstel vsn mei. Von Dorp. In aansluiting met het reeds gemelde om trent den inhoud van het initiatief-wetsvoorstel van mcj. Van Dorp betreffende de verkiezing van leden der Tweede Kamer wordt aan den tekst 'er artikóen van dit wetsvoorstel nog het volgende ontleend Artikel 2. De candidaatstelling geschiedt m de kiesdistricten door inlevering bij den voor zitter van het hooldstemburcau van eene door ten minste veertig kiezers van dat kiesdistrict, geteekende verklaring van candidaatstelling en een schriftelijke of telegraphische verklaring van den candidoat, dat hij de door dc kiezers aan geboden candidntuur aanneemt en oan de ver plichting, bedoeld in art. 6, zo! voldoen. Elke zoodanige verklaring kan slechts den naam van één candidant bevatten. Dezelfde kiezer mag niet mcei dan ééne ver klaring onderteekenen. Een gestelde candidant kan ook andere can- Tdaatstellingen in hetzelfde kiesdistrict en in kiesdistricten van denzelfden kieskring aanne men, doch mag zich niet in eenig kiesdistrict von een anderen kieskring laten stellen. Han delt hij in strijd met dit verbod, zoo zijn alle op hein uitgebrachte stemmen van onwaarde. Artikel 3. De bevoegdheid der kiezers blijft als volgens de kieswet, doch de sttrafbepaling tegen niet-aanmelding bij het stembureau ver valt. Artikel 4. In eiken kieskring is een centraa'- stembureet/, in elk kiesdistrict een hoofdstem- bureau. Het centraal stembureau, zooals het is gerc-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 9