WIJNHANDEL J. A. SCHOTERMAN Zn.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
Eigen gemaakte Kinderkieeding.
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
Magaz. „De Dom"
22® Jaargang
No. 125
Zaterdag 24 Nov. 1923
CTR. SfRU T 17
TELEFOON 143
Per flesch Per Anker
Gewas 1920 Raymond Macau F 1.— F 40.—
Gewas 1917 St. Emilion F 1.60 F 65.-
Brood.
(Nadruk verboden).
Ik was bezig het maal voer myn eenden
te bereiden tn brak het brood in stukjes.
Het was oud orood, dat de bakker voor
dit doel levert tegen goedkooper prjjs. Maar
terwijl de "witte kruimels op de steenen vie
len, kwam mij opeenj een vreesdijke ge
dachte kwellen.
Ginder in Duitschland, en nog verder
in Rusland... en hier het kostelijke, krui-
mige wittebrood voor de eenden! Was het
geen zonde, die ik bedreef?
Het kon soms zijn, dat onder bepaalde
omstandigheden een bekend woord nieu
wen inhoud krijgt. ,,Werp uw paarlen niet
voor de zwijnen en gcet het heilige den
honden niet", fluisterde het m my. En
plotseling ervoer ik, dat het brood heilig
is.
Nog te kort liggeil de moeilijke jaren
achter ons, dan dat we vergeten zouden
zijn' wat zuiver, wit brood voor een mcusoh
kan beteckencn. We hebben brood gegeten
van allerlei mengsel en de duffe, onzin
delijke smaak werkt nog na op onze tong.
Vreeselyk, te bedenken, dat vlak naast ons
een geheel volk van millioenen en millioe-
nen nog altijd hetzelfde onsmakelijke voed
sel eet. Wat zou een Duitsche of een Rus
sische moeder niet geven om haar kind
één enkel sneedje te kunnen doen proeven
van het prachtige onvcrvalsehte brood, dat
ik hier roekeloos voor de eenden kruimel?
Hoe gauw kan ook voor ons de tLid terug-
keeren, waarin wij zullen hunkeren naar
dit voedsel, maar niemand zal het ons ge
ven'
Brood is iets heiligs: het is niet zonder
reden, dat het als symbool in den gods
dienst een rol speelt. Ilct hoogste en heer
lijkste \an den geest, datgene wat de ziel
moet voeden en onderhouden, van ouds
heeft men he.t. met brood vergeleken. Waar
om juist" met brood? Waarom niet met
vleesch of iets anders? En waarom bidt de
Christenheid in haar volniaaklstc gebed om.
het dogelijkseh brood
Er moet een tijd geweest zijn, waarin de
rnenseh als een roofdier van bloed leefde.
Hij sloeg zyn vraatzuchtige tanden in de
prooi, die de jacht, hem opleverde; zelfs
ontzag hii zjjn mcdemcnsch niet. In een
zijner mooiste verzen bezingt Schiller, welk
een verandering dc landbouw bracht, toen
deze den mensch leerde, zich te voeden
met brood. Toen was het uit met die tijger-
maalt ijden en bloedgclageu, waarvoor de
lippen van den naar God's beeld ge
schapene te rein moeten wezen.
Zoodra liet veld zich met groene halmen
ging tooien en in den herfst een gouden
zee over dc vlakte golfde, werd ook het
aanschijn van de mensehenmaatschappij an
ders. De landlieden, die de halmen tot gar
ven bonden, waren geen wilden en men-
scheneters meer.- een kalm en vroom volk
keerde des avonds na volbrachte dagtaak
huiswaarts; orde en regelmaat maakte een
vredig samenleven mogelijk; het Liood had
de woeste zeden getemd en de onrust tan
het beweeglijke tontlevon vervangen dooi
de genoeglijkheid van het eigen Irliuis.
Gr ligt in de bede om het dagelijksch
brood een wereld van gedachten opgeslo
ten. De gezondmakende geur van hel land;
de gave schoonheid van oogst en orgst fees
ten; de frisclihcid van den wind, die den
molen drijft; de zuiverende kracht van het
vuur, het schijnt alles van magische wer
king voor den mensch, die zjjn voedsel met
bewustheid nuttigt. Niet als ecu beest eet
de mensch, wat men hem voorzet
mensch denkt na, de mensch mijmert, do
meiisrl laat zich drijven op herinnering en
gevoel.
En hierom is de eerbied voor liet dage-
Hiksch brood een opbouwende factor in het
menschcubestaan. Wij zien ze zitten, dc
eenvoudige beden, die voordat z\i het brood
tot zich nemen, hunne oogen sluiten en hun
handen vouwen, één oogenblik maar, als
een stille hulde aan den Schepper en uit
erkentelijkheid, dat hun het rantsoen van
den dag veder wordt toegemeten. Zijn ze
waarlijk bekrompener dan die groote
stadsliedcn, die alles als vanzeltsnrckend
beschouwen en geen wonder meer kennen
Zoodra de eerbied uit ons leven is ver
dwenen en de ootmoed tegenover de onmis
bare gaven van de natuur, loopt het mis
met de maatschappij.
Dat het dagelijksch brood voor millioe
nen onzer mcdemcnschcn een onbereikbaar
genot is geworden en dat ook ons dagc-
lijksch brood wederom gevaar gaat loopeu,
is te wijten aan het gebrek aau bezinning
tegenover dc eenvoudige, eeuwige gelden
de regelen der natuur. Men heeft den
wilde, dat spook uit den oertijd, terug
geroepen, toen men brak met de orde, die
liet brood had gesteld. Want het brood is
de overwinning op do ruwheid en de bloed
dorst van den barbaar, voor wien het ge
heim van den vredigen akkerbouw nog ver
borgen is gebleven en die nog moet leven
van roof en moord.
De wilde uit den oertijd is verontschul
digd; hij wist met. beter, maar dere moder
ne wilde mot zjjn liclsche machines, en ge
raffineerde vernielzucht, heeft het noodlot
ontketent, toen hij den band losmaakte met
de ons allen voedende moederaarde. Eerst
als nogmaals, en nu voorgoed, de speren
tof. sikkelen en de zwaarden tot. ploeg
scharen zullen zijn omgesmeed, zal do lier-
boren aarde voor al haar kinderen weer
leveren het heilige daieliiksoh brood.
H. G CAN NEG I ET EB
JOH. SCHENK.
Uit de Pera.
MINISTER DE VISSER.
Een schets door D. Huns.
In Eigen Haard schrijft do heer D Hans,
hot volgende over minister J. Th. de Visser.
Van geen enkelen minister spijt mij het
aanstaand aftreden zóó zeer als van dr. J.
Th. de Visser.
Kuyper, eenmaal sprekend over de hooge
en voorname figuur van de Beaufort, zei van
hem: „Zijn optreden werkt anti-septisch."
Beseft men gced, wat dit zeggeri wil Het
is het mooiste en nobelste compliment dat
men in de politiek iemand kan maken. Want
de politieke atmosfeer is vol verleiding, cn
«ie er zuiverend optreedt, doet er groot
werk.
Een lange, politieke loopbaan is als een
gevaarlijke bergtocht. Elk oogenblik is er
kans op uitglijden. Alleen de sterke karak
ters, geleid door den vriligen gids van een
hoog beginsel, kunnen dezen tocht ten ein
den toe ongerept volbrengen. En zij zijn
dun doorloopend als een suggerecrend
voorbeeld. Niet alle staatslieden, niet alle
politici kunnen even groot zijn en van even
hoog karaat. Er zijn cr die steeds met broe
den, voornamen blik boven alle kleine ge
woel blijven uitzien, die het spinrag van
een benepen politiek altijd met vaste hand
uiteenslaan. Dat fe de geest es-aristocratie
in de politiek. Ter eere van het parlement
moet getuigd worden, dat zij er steeds be
wonderende waardeering vindt. Het is of
alle afgevaardigden in zulke politiek het
beeld zien van den volksvertegenwoordiger,
zooals hij zijn moet Dergelijke figuren
scheppen altijd een sfeer van zuiverheid om
zich heen, die weldadig werkt op stemming
en debat.
Zoo, in dien zin, zei Kuyper van de Beau
fort, dot zijn optreden „anti-septisch" werk
te.
En in dienzelfden zin zeg ik het van den
minister-predikant De Visser.
Want ik heb zelden als ik dit per
soonlijke woord eens spreken mag in een
politiek tegenstander zooveel vertrouwen ge
had als in dr. De Visser. Onder de honder
den, en honderden, die ik in den loop der
jaren op het parlementaire tooneel heb zien
komen (en gaan!) behoort hij voor mij,
geestelijk, ideëel, tot de besten. Een man
van ruimen blik, een knap man, een man
met karakter, een persoonlijkheid, een man
met een eigen mecrung, die zelfstandig
durft te zijn en het kreupelhout van kleine
politiek van zijn baan durft wèg kappen.
Zelfstandigheid, persoonlijkheid, het durven-
staan-voor-eigen-meening tegen de par
tij-cliché desnoods inziedaar De Visser.
Hij is een redenaar. Maar een redenaar in
zeer bijzonderen zin
Ik heb als jongen, als kind, onder z'n ge
hoor gezeten in de statige Groote Kerk van
Rotterdam. Veel later, in het becin van m'n
journalistieke loopbaon, toen hij inmiddels
predikant in Amsterdam was geworden, heb
ik hem ook daar meermalen gehoord. En
nog ste-ds waren er de kerken overvol. De
Visser trok de menschcn tot zich en tot de
kerk. Door z'n eigenaardig spreek talent. Hij
is ccn kanse'-redenaar cn toch is hij net
weer niet Hii heeft niets van de franje en
de trucjes, die zooveel domino's ter „ver
siering" in him
van „den pre'
het protestantisme bezield, dichter bij links
gestaan, dan bij velen zijner politieke vrien
den. Denk aan zijn standpunt inzake dé
openbare leeszalen. Denk aan zijn steun
voor het tooneel en de dramatische kunst,
al beletten 's lands financiën hem later
dit opzicht zijn plannen uit te voeren. Denk
aan zijn theorie inzake „den completen
mensch."
Hij heeft, als minister, zijn oude beroep
niet vergeten. Hij preekte herhaaldelijk. Hij
zegende huwlijken in. Hij opend? kerken. Het
is, of deze gevierde kansel-figuur zich tel
kens wilde verontschuldigen dat hij mi
nister geworden is.
Als fijinir-in-het-debat bewonderde ik
hem oprecht. Aanteekeningen maakte hii
zelden of nooit, en toch was zijn antwoord
naar vorm en inhoud steeds af en altijd lo
gisch gerangschikt en opgebouwd. Ik heb
nimmer een minister meegemaakt, die de
sprekers zoo „uit z'n bloote hoofd" van re
pliek diende, en het zoo gedocumenteerd
deed. Want een speech van De Visser was
nooit leeg. Er zat altijd wat in. Ik heb hem
nooit nijdig gezien. Hij is van een klassieke
rust in z'n optreden. En vervuld van een be
nijdenswaardige bb'f moedigheid.
Ziedaar De Visser.
Minister-Predikant.
Nu de politiek hem aftreden dwingt, moge
hier ds getuigenis staan dat hij zijn moei
lijke taak met ca lent, met toewijding en met
onkrenkbare onpartijdigheid heeft vervuld.
Varkensmarkt - Amersfoort
Speciale afrieellnc:
Berichte*.
EEN ONDERHOUD MET Mr. TREUB OVER
DE ECONOMISCHE VRAAGSTUKKEN.
Positie van den gulden. Neder
land en cle Duitsche crisis. Vrij
handel en protectie in Engeland.
De toekomst van onze handels
politiek.
Een van de med werkers van het Hbld. heeft
een onderhoud gehad met den oud-Minister
Itm prookon «nbr^-cn, niet, 1 JIr' W' F' rreub omtrent dc ncirmclc
diker nonet in do IrrM". wiens economische en finnncreele
VA WA WAV AW A WA A W
Maison da Coiffure p
WIJERSSTRAAT 14. Tel. 205 g
Speciale behandeling legen nit
vallen en afbreken van hel haar.
f
t
Haarzall F aarzeep voorkoml
de roos en hel vel worden
g van hel liaar.
rede „een e.'mend gerucht" is. Err dst^ene l™"PV,ldcfï, De «rst®
wnt de vronwelirke lerktrnnester bedoelt els [b'J behandeld werd, had betrekking op een
rii reet dnt domine „dierbaar" preekte, berit I onderwerp, dat thans door de raker,kringen rco
hij volstrekt niet Hij heeft de menrchen al- besproken wordt, t.w. op de positie van
tijd ond?r een bekorend? sugg^sti? gebracht l onz*'n galden.
door een zekere m! po. bre-de voornaar- g" deprcciaüe van den
h-id in z'n -preken, zonder een or-enWk - »Wu' ■'Ir. Tr.uk - „werd den laal-
•arwlen of hnp-en, he'der en betfriitvelitk f'"" I0' J' ,neriJk «"'"dreven De be-
langnjxe verkoop van guldenwoardcn en de
en menschd'jk. Wat men bij het zwemmen
noemt „een breede e'ng", daf heeft De Vis
ser in het «preken. En dien heeft hii nog.
Feilloos is hij bijna in stijl en woordkeus.
Zond-« stoute beeldenreek, maar altijd cor
rect. Z'n welsprekendheid is nis een rierlük
toiietonberispelijk, volkomen fraai in. snit
en vouw, maar zonder opschik Oratorisch
is hij geen dandy, geen woordkunstenaar,
mnar een gentlemen Het uiterlijk is fraai,
maar het innerlijk is hoofdzaak.
Wat dpnrbij d?n '.'.iTrstrcdenaar steeds ver
raadt is het absql^|t-«e ere van den toon
en het tempo. „Spreek rr.ii niet tegen. Ik ben
niet tegen te sproken." Dit is geen arro
gantie. Het is het nct.uurlirke gevolg van een,;
lang knnsel-lc-vcn zonder debat, zonder
interruptie-, ronder t-gersprae.k. En het is
vorm. Want De Visser kon tegenspraak
heel goed vcdragen.
Maar het bovenal-aantrekkelijke in De
Visser is voor mijzijn totale geestelijke
stetuur, zijn wnordeering van den tegenstan
der, zijn eerlijkheid en verdraagzaamheid,
zijn eenvoud, hetgeen elies bij elkaar, het
weren van rijn gestalte uitmaakt
De kernspreuk van het protf-stantisme is
toch altijd mnar: „Onderzoekt (beproeft)
alle dingen, behoudt het goede". Dit woord
van Paulus heeft De Vis«er tot levensleus
gemaakt. Zijn eerlijk onderzoek, ook van
nnderer standpunt, zijn zucht om het goed?
te behouden, hebben hem meermalen tot
een meening en een beslissing geleid, die in
botring kwamen met de dogmatische partit-
polit''"!: van geestverwanten, maar die hij
als eerlijk man bovenal gehecht aan ziin
vrije on franke overtuiging handhaafde.
Natuurlijk: hij zal ook wel loutcn begaan
hebben En: hij dééd als miristcr ook wel
d;ngcn, waarmee verschillenden zich niet
konden véreénigen. Ik weet, dat er in den
laetsten tijd kwamen, die tegen zijn beleid
min of meer ernstige bezworen hadden.
Meermalen heeft hij, door ziin vrije mce-
ning geleid, en door den vrijen geest van
vraag naar dollarwaarden hield ten deslc met
psychologische factoren verband. Men dient
echter in hét oog te houden, dat de dollar ge
durende de laatste twee weken niet alleen in
verhouding tot den gulden» doch tevens in ver-
houdine tot de meeste Europeesche valuta's ge
stegen is.
Deze stijging was tot op zekere hoogte te
voorzien, niet alleen in verband met eenjge
factoren van het seizoen, doch ook tengevolge
van het feit, dat Amerika de groote credite.ir
van Europa geworden is en dat het aan den
and aren kont door middel var. het bijna prohibi
tieve Fordney-Mc. Cizmber-tarief tot op zekere
hoogte verhindert, dal Europa zijne schulden
door de levering van goederen terugbetaeh.
Het effect van de gewijzigde financieelo posit:-"
en v..n de handelspolitiek der Ver. Staten werd
totdusver ten deele tijdelijk te niet gedaan door
het verstrekken van nieuwe crcdieten door
Amerika aan Europa en aan andere landen.
Dit was ccht?r een zuiver tijdelijke verschuiving
van de ireci'ijVhedcn. welke dan op een later
tijd-tip in verband met de rentebetaling en af
los: ing nog scherper naar voren moesten tre
den, zoodra. zoonis thans reeds het geval be
gint te worden, de nieuwe credietverlcening on
groote schaal d.oor dc Ver. Staten geleidelijk
ophoudt. Amerika is voor het alternatief ge
steld, óf zijn economische en handelspolitiek
belangrijk te wijzigen, öf wel te begrijpen, dat
het zijne vorderingen op Europa grootcndeels
zal moeten afschrijven."
heid van oen ministerie Troelstra rekening zou
den moeten houden. Deze mogelijkheid acht ik
echter uitgesloten. Men heeft van het gera.T"
van een inflatie veel megesproken, dan m.i.
noocig is geweest en dit was onvoorzichtig,
aangezien het ongunstigste Psychologisch?
effect va., onrustbarende verklaringen over in
flatie zich ten opzichte van de jn ons ]nnd be
legde belangrijke buitenlandsche kapitalen bij
zonder sterk kan doen golden. Ongetwijfeld
heeft echter dc recente daling van den gulden
ook hare gunstige zijde, omdat hierdoor voor
de nieuwe regcering geheel duidelijk gemaakt
werd, dat de toestand ernstig begint te worden
en bet nemen van krachtige maatregelen eischt.
Wét de vooruitzichten in Duitschland betreft,
antwoordde de heer Trcub op ccn desbetref
fende vraag, dot deze thans uitermate ingewik
keld cn onzeker zijn. De meest onaangename,
gevolgen voor ons land zou het tot stand ko
men van een communistisch regime in Duitsch
land hebben, want de bewaking van de grenzen
tegen de toestrooming van ongcwenscht? ele
menten zou in dit geval op moeilijkheden kan
nen stuiten. Voor Duitschland zouden echter,
zelfs zonder het tot stand komen van een bolsje
wistisch stelsel, dc gevolgen» van een cven-
tueelen burgeroorlog fataal kunnen worden. De
politieke zijde van het Duitsche vraagstuk bui
ten beschouwing latende, kan echter geconsta
teerd worden, dat wat de economische ineen
storting betreft, deze nauwelijks vee! erger zal
kunnen worden, dan thans reeds het geval is.
Overigens werd het verlies van ^ins Hinterland
in ons economisch leven ree<is nagenoeg geheel
verdisconteerd. .Aan den anderen, kant doet zich
de Duitsche concurrentie, in het bijzonder wat
de Ncderlandschc scheepvaart betreft, sedert
de catastrophe van de mark minder sterk gelden.
„Het meest belangrijke Europeesche econo
mische vraagstuk' aldus mr- Treub, Js thans
de strijd welke in Engeland tusschen vrijhandel
en protectie gevoerd wordt. Het optreden van
Baldwin 15 't rechtstrcekschc gevolg van de
houding van dc Dominions, welke op de Rijks
conferentie op protectionistische maatregelen
hebben aangedrongen. Het doel van de Rijks-
conferentie zou eigenlijk bet tot stand brengen
van een soort ZoIIverein geweest zijn. Dit plan
zou echter slechts uitgevoerd kunnen worden,
indien het ook beschermende invoerrechten,
resp. voorkeursrechten voor dc voornaamste
levensmiddelen en grondstoffen zou omvatten,
welke door de Dominions geëxporteerd worden,
waarin echter rekening houdende met het
nagenoeg algemeen verzet in Groot-Britennië
de plannen van Baldwin niet voorzien. Het be
langrijke verzet, dat desniettemin tegen de pro-
tectie-plannen van de regeering waar te nemen
volt, is een zeer verheugend verschijnsel, te
meer daar een eventueele overwinning van het
Wot do intrinsiek? positie ran don (ruiden Britscho protcctionisten een ernstig gevaar ion
betreft" verklaarde vervolgens Mr. Treub opleveren voor de \Test-EuropcescKe indus-
„ber ik van meoninv. dat men den laetsten lijd l'.eën De aiiet van de producten ven dele in-
c h?t gevaer van een inflatie-in ons lerxri «dustriecn zou dan. behalve op de belangrijke
veel te veel heeft gepraat ges-""'
hierdoor het publiek bang gemankt heeft, het
geen dan als het psychologische element van dc
recente daling van d--n gulden beschouwd mag
worde-. Het herstel van het evenwicht van onze
Staatsfinanciën is echter geenszins een onoplos
baar orob'ecm en ik zou de vrees voor de ont
wrichting van onze Stnatsfinencif-n slechts kun
nen begrijpen, indien wij met de waarsch'jnlijk-
merkt van de Ver. Staten, ook op een verder
groot gedeelte van de wereldmarkt belemmerd
worden.
„Wat de protectionistische stroojningen in
ons land betreft" aldus de heer Treub
„dergelijke tendenzen doen zich slechts bij een
gering gedeelte ven onze industrieelen gelden,
en het is zeer onwaarschijnlijk, dat de meerder
heid van ons volk votfr protectionistische plan-
lincenzo Bellini (1831-
NORMA.
I.
-1835).
Als we den naam Bellini noemen, verplaat
sen we ons. in den geest naar het begin van dc
vorige eeuw, toen de Italiaansche opera hare
triomfen vierde en meesters als Spontini, Cheru-
bini en Rossini bijna onbeperkt hunnen scepter
zwaaiden. Zij zenen de hervormingen voort, die
vóór hen reeds door Gluck :n de opera waren
ingevoerd, en die vooral daarin bestonden, dat
de alleenheerschappij van recitatief cn aria ec-ii
einde nam, bet koor meer tot zijn recht kwam
en het orkestrale gedeelte een veel belangrijker
Plaats innam en zich verhief boven het niveau
van eenvoudige zangbegeleidmg Onder de
drie genoemde componisten is Rossini zeker wel
de meest schitterende, en ook degene, die het
meest school heeft gemaakt, vooral onder zijne
landgenooten. Een zijner meest begaafde volge
lingen is ongetwijfeld Vincenzo Bellini, die tn
1801 te Catania werd geboren en stamde uit
ecne beschaafde Siciliaansche toonkunstenaars-
fzmilie. Na de jaren zijner jeugd op Sicilië te
hebben doorgebracht, waar hij zijne eerste mu
zikale opleiding ontving, kwam hij in 1S10 als
achttien jarig jongeling aan het Conservatorium
te Napels, waarna hij al spoedig zich geheel aan
het componeeren wijdde, eerst op het gebied van
kerkelijke muziek, maar vervolgens al spoedig
op dat der opera. Nadat hij zich eerst te Na
pels had bekend gemaakt door zijne Adelson e
Salvina (1824), ontving hij de opdracht voor
het theater San Carlo dc opera Bianca e Fer
nando te componeeren, waarvan het succes bij
de opvoering in 1826 zoo groot was. dat hij in
gevolge eene opdracht uit Milaan, voor het
Theater della Scala zijne 11 Pirata componeer
de. waarvoor hem de tekst was geleverd door
den toenmaals zeer beroemden librettist Felice
Romani. Begaafd met eene dweejierige natuur,
met neiging tot melancolie en sentimentaliteit,
voelde Bellini zich, in regenstelling met de
meeste ziiner landgenooten. voor wie de opera
bnffa de meeste attractie had. uitsluitend tot liet
ernstige genre aangetrokken. We vinden bij
Bellini met het schitterende, glanzende van den
componist van den Barbier met zijn dikwijls
overladen koloriet, maar zien hem terugkecren
tot de meer eenvoudige, gedragen melodie en
tot eene meer ongekunstelde uitdrukking der
gemoedsaandoeningen, hoewel soms een weinig
overslaande tot het overgevoelige.
Nadat hij achtereenvolgens in 1828. 1829 en
1831 zijne opera's La Straniera, I Capuleti ed i
Afonlecclu en La Somnambula had gegeven,
welke zijn roem niet alleen in Italië, maar in
gansch Europa verbreidden, was het in 1 S31
de Norma, waarvan de tekst hem weer door
Felice Romani was verschaft, die zijne ver
maardheid het toppunt deed bereiken. In het
volgend jaar nam hij mt de opera Beatrice di
Tenda afscheid van zijn vaderland, daar hij
naar Frankrijk vertrok, waar hij zich re Parijs
vervolgens ijverig toelegde op den stijl der
groote Fransche opera Zijn laatste werk was dc
Pnritaner, in 1938 in de toenmaals te Parijs be
staande Italiaansche Opera opgevoerd. Reeds
het volgend jaar maakte de dood een vroeg
tijdig einde aan dit nog veelbelovende
kunstenaarsleven, toen hij nog nauwelijks 34
jaar oud overleed.
H
Zooals we reeds vermeldden is dc Norma de
oopcra van Bellini, die den componist de
grootste vermaardheid heeft geschonken, eene
vermaardheid, die niet alleen te danken is aan
de intrinsieke waarde van de toonschepping,
maar ook voor een deel aan de tijdsomstandig
heden moet worden toegeschreven. .Men herin-
nere zich slechts even de Sturm-und-Drang-
periode. die Italië in de dertiger jaren van de
vorige eeuw doormaakte: hoe daar in 1931 te
Bologna de afgevaardigden van de vrije provin
ciën bijeenkwamen om de onafhankelijkheid van
de wereldijke heerschappij van den Kerkdijken
Staat te proclamceren en de eenheid des volks
onder een zelfgekozen rcgecring. en hoe dan
de Oostenrijkschc troepen het land kwamen bin
nenvallen om de vroegere orde te herstellen en
den naar vrijheid smachtenden burgers het juk
der dwingelandij weer op te leggen. In de Nor-
ma treffen we nu geheel analoge toestanden
aan, want ook daar zien we hoe de heidensche
Galliërs zuchten onder den druk der Romein-
sche overhecrschers en hoe zij trachten het ge
hate juk af te schudden, en Bellini heeft onge-
hvijleld in zijn werk ecne hulde willen brengen
aan de vrijheidlievende aspiraties zijner land
genooten.
De handeling var. de opera verplaatst ons
naar het jaar 100 n. C.. toen het heidensche
GaUië, door Rome onderworpen en zuchtende
onder het drukkend bewind van den proconsul
Sevcrus. vurig verlangde zich van het gehate
iuk te bevrijden.
De ouverture, die ongetwijfeld de schoonste
bladzijden van de partituur bevat, is uit cn
tweetal hoofdmotieven opgebouwd, welke wor
den afgewisseld door het krachtige motief van
de groote aria van Norma uit het 2de bedrijf
Als dan het doek is opgegaan stelt het tooneel
ons voor het heilige oord van den germaanschen
god Irmin; naast een reusachtigen eik. waar
aan het Brennuszwaard en het schild zijn opge
hangen, staat de aan den god gewijde heilige
(rminzuil en daarvoor de als altaar dienende
druidensteen. Orovist, de opperpriester, be
vindt zich met de andere priesters voor het al
taar en wacht af welk antwoord zijne dochter,
de zieneres Norma zal geven op de vraag of de
tijd gekomen is om het juk der Romeinen af te
schudden Op de woorden ..Moge der Gott dei
Schlachen auf ihrcr Stirne thronen", hooren
wc dan al spoedig, door Orovist en de priesters
gezongen, het zoo populair geworden motief,
dat uiting geeft aan hun vurig verlangen. Na
dat dc priesters zich hebben verwijderd, komt
de proconsul Scverus op met zijn vertrouwe
ling Flavins, w-ien hij meedeelt hoe hij eens
Norma heeft liefgehad en deze ook hem hare
liefde heeft geschonken, maar tevens hoe nu
ecne andere priesters. Adalgisa, hem van haar
heeft vervreemd. Dan vertelt hij. dat hij een
vrccselijken droom heeft gehad, waarin Norma
hem verschenen is. die uit wraak over het door
hem gepleegde verraad, de beide zonen, die ze
hem had geschonken heeft gedood; zeer karak
teristiek werkt hier de begeleiding mee om
het huiveringwekkende van dezen droom te
illustreeren.
Daar hooren we plotseling de (ook weer zeer
populair geworden) tonen van een krijgs-
marsch, die het naderen der heidensche pries
ters aankondigt; Severus is vol woede en wil
tegen hen met geweld optreden, maar Flavins
slaagt er in hem van dat voornemen af te bren
gen. Als zit verdwenen zijn komen onder de
krachtige, opwekkende tonen van de marsch de
priesters gevolgd door galüsche krijgslieden
op; plechtig klinkt hun gezang, waarin zij mel
den hoe Norma het altaar nadert cn een gouden
sikkel er op legt. Daarna hooren wij de zie
neres zelf die den luisterenden meedeelt, dat de
goden nog niet de tijd gekomen achten voor de
Galliërs om de wapenen tegen Rome op te hef
fen; geheime teekenen hebben haar verteld,
dat zonder bloedvergieten en binnen kort een
einde aan hare heerschappij zaf komen. Nadat
zij dan met den gouden sikkel den heiligen
mistel van der. eik heeft afgesneden, knielt zij
met allen neer om aan de kuische godin van
der. nacht haren zegen te vragen (deze cava-
ne met hare schoone coloratuur behoort zeker
wel tot het meest melodische wat voor den zang
geschreven is). Als haar gebed ten einde is.
gebiedt zij den krijgers zich te verwijderen en
alleen gebleven, geeit z op hartstochtelijke
wijze lucht aar. hare liefde voor den trouweloo-
zen Severus: „Emflohner kehrc wieder". Nau
welijks heeft zij de geheiligde plaats verlaten of
Adalgisa verschijnt, zij ook klaagt op roerende
wijze haren nood. want in haar binnenste
woedt een hevige strijd tusschen haren jificht
als priesteres er. de liefde, die de Romein haar
inboezemt. En ziet daar nadert Severus. de ver
leider. en nogmaals tracht hij op onstuimige
wijze de jonge vrouw over te halen hem te vol
gen naar Rome; slechts «wakken weerstand
biedt zij nog en eindigt met hem te beloven de
altaren te verlaten en hem te volgen Dit zeer
schoon geschreven duet, met z'n pathetisch:
,Nur dein Mund schwur de~ Altaren", mag
zeker tot een der boeiendste gedeelten van dc
opera worden gerekend.
Het tooneel verandert en we bevinden ons
dc rotswoning van Norma, hare vriendin
Clothilde brengt haar hare beide kinderen, maar
Norma wijst ze terug, daar hun bijzijn haar
slechts aan de ontrouw van den vader herin
nert Dan komt Adalgisa en zij deelt dc opper
priesteres mede. dat zij haren eed ontrouw is
geworden uit liefde tot een man, dien zij heeft
beloofd te volger, naar zijn vaderland. Als zij
deze bekentenis heeft gestameld, troost Norma
haar en wil haar zelfs ontslaan van hare ge
lofte, maar hoort dan tot hare ontzetting dat
Severus, die juist op dat ooogenblik binnen-