WIJNHANDEL J. A. SCHOTERMAN Zn. AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Eigen gemaakte Kinderkieeding. TWEEDE BLAD. BINNENLAND. Magaz. „De Dom" 22® Jaargang No. 125 Zaterdag 24 Nov. 1923 CTR. SfRU T 17 TELEFOON 143 Per flesch Per Anker Gewas 1920 Raymond Macau F 1.— F 40.— Gewas 1917 St. Emilion F 1.60 F 65.- Brood. (Nadruk verboden). Ik was bezig het maal voer myn eenden te bereiden tn brak het brood in stukjes. Het was oud orood, dat de bakker voor dit doel levert tegen goedkooper prjjs. Maar terwijl de "witte kruimels op de steenen vie len, kwam mij opeenj een vreesdijke ge dachte kwellen. Ginder in Duitschland, en nog verder in Rusland... en hier het kostelijke, krui- mige wittebrood voor de eenden! Was het geen zonde, die ik bedreef? Het kon soms zijn, dat onder bepaalde omstandigheden een bekend woord nieu wen inhoud krijgt. ,,Werp uw paarlen niet voor de zwijnen en gcet het heilige den honden niet", fluisterde het m my. En plotseling ervoer ik, dat het brood heilig is. Nog te kort liggeil de moeilijke jaren achter ons, dan dat we vergeten zouden zijn' wat zuiver, wit brood voor een mcusoh kan beteckencn. We hebben brood gegeten van allerlei mengsel en de duffe, onzin delijke smaak werkt nog na op onze tong. Vreeselyk, te bedenken, dat vlak naast ons een geheel volk van millioenen en millioe- nen nog altijd hetzelfde onsmakelijke voed sel eet. Wat zou een Duitsche of een Rus sische moeder niet geven om haar kind één enkel sneedje te kunnen doen proeven van het prachtige onvcrvalsehte brood, dat ik hier roekeloos voor de eenden kruimel? Hoe gauw kan ook voor ons de tLid terug- keeren, waarin wij zullen hunkeren naar dit voedsel, maar niemand zal het ons ge ven' Brood is iets heiligs: het is niet zonder reden, dat het als symbool in den gods dienst een rol speelt. Ilct hoogste en heer lijkste \an den geest, datgene wat de ziel moet voeden en onderhouden, van ouds heeft men he.t. met brood vergeleken. Waar om juist" met brood? Waarom niet met vleesch of iets anders? En waarom bidt de Christenheid in haar volniaaklstc gebed om. het dogelijkseh brood Er moet een tijd geweest zijn, waarin de rnenseh als een roofdier van bloed leefde. Hij sloeg zyn vraatzuchtige tanden in de prooi, die de jacht, hem opleverde; zelfs ontzag hii zjjn mcdemcnsch niet. In een zijner mooiste verzen bezingt Schiller, welk een verandering dc landbouw bracht, toen deze den mensch leerde, zich te voeden met brood. Toen was het uit met die tijger- maalt ijden en bloedgclageu, waarvoor de lippen van den naar God's beeld ge schapene te rein moeten wezen. Zoodra liet veld zich met groene halmen ging tooien en in den herfst een gouden zee over dc vlakte golfde, werd ook het aanschijn van de mensehenmaatschappij an ders. De landlieden, die de halmen tot gar ven bonden, waren geen wilden en men- scheneters meer.- een kalm en vroom volk keerde des avonds na volbrachte dagtaak huiswaarts; orde en regelmaat maakte een vredig samenleven mogelijk; het Liood had de woeste zeden getemd en de onrust tan het beweeglijke tontlevon vervangen dooi de genoeglijkheid van het eigen Irliuis. Gr ligt in de bede om het dagelijksch brood een wereld van gedachten opgeslo ten. De gezondmakende geur van hel land; de gave schoonheid van oogst en orgst fees ten; de frisclihcid van den wind, die den molen drijft; de zuiverende kracht van het vuur, het schijnt alles van magische wer king voor den mensch, die zjjn voedsel met bewustheid nuttigt. Niet als ecu beest eet de mensch, wat men hem voorzet mensch denkt na, de mensch mijmert, do meiisrl laat zich drijven op herinnering en gevoel. En hierom is de eerbied voor liet dage- Hiksch brood een opbouwende factor in het menschcubestaan. Wij zien ze zitten, dc eenvoudige beden, die voordat z\i het brood tot zich nemen, hunne oogen sluiten en hun handen vouwen, één oogenblik maar, als een stille hulde aan den Schepper en uit erkentelijkheid, dat hun het rantsoen van den dag veder wordt toegemeten. Zijn ze waarlijk bekrompener dan die groote stadsliedcn, die alles als vanzeltsnrckend beschouwen en geen wonder meer kennen Zoodra de eerbied uit ons leven is ver dwenen en de ootmoed tegenover de onmis bare gaven van de natuur, loopt het mis met de maatschappij. Dat het dagelijksch brood voor millioe nen onzer mcdemcnschcn een onbereikbaar genot is geworden en dat ook ons dagc- lijksch brood wederom gevaar gaat loopeu, is te wijten aan het gebrek aau bezinning tegenover dc eenvoudige, eeuwige gelden de regelen der natuur. Men heeft den wilde, dat spook uit den oertijd, terug geroepen, toen men brak met de orde, die liet brood had gesteld. Want het brood is de overwinning op do ruwheid en de bloed dorst van den barbaar, voor wien het ge heim van den vredigen akkerbouw nog ver borgen is gebleven en die nog moet leven van roof en moord. De wilde uit den oertijd is verontschul digd; hij wist met. beter, maar dere moder ne wilde mot zjjn liclsche machines, en ge raffineerde vernielzucht, heeft het noodlot ontketent, toen hij den band losmaakte met de ons allen voedende moederaarde. Eerst als nogmaals, en nu voorgoed, de speren tof. sikkelen en de zwaarden tot. ploeg scharen zullen zijn omgesmeed, zal do lier- boren aarde voor al haar kinderen weer leveren het heilige daieliiksoh brood. H. G CAN NEG I ET EB JOH. SCHENK. Uit de Pera. MINISTER DE VISSER. Een schets door D. Huns. In Eigen Haard schrijft do heer D Hans, hot volgende over minister J. Th. de Visser. Van geen enkelen minister spijt mij het aanstaand aftreden zóó zeer als van dr. J. Th. de Visser. Kuyper, eenmaal sprekend over de hooge en voorname figuur van de Beaufort, zei van hem: „Zijn optreden werkt anti-septisch." Beseft men gced, wat dit zeggeri wil Het is het mooiste en nobelste compliment dat men in de politiek iemand kan maken. Want de politieke atmosfeer is vol verleiding, cn «ie er zuiverend optreedt, doet er groot werk. Een lange, politieke loopbaan is als een gevaarlijke bergtocht. Elk oogenblik is er kans op uitglijden. Alleen de sterke karak ters, geleid door den vriligen gids van een hoog beginsel, kunnen dezen tocht ten ein den toe ongerept volbrengen. En zij zijn dun doorloopend als een suggerecrend voorbeeld. Niet alle staatslieden, niet alle politici kunnen even groot zijn en van even hoog karaat. Er zijn cr die steeds met broe den, voornamen blik boven alle kleine ge woel blijven uitzien, die het spinrag van een benepen politiek altijd met vaste hand uiteenslaan. Dat fe de geest es-aristocratie in de politiek. Ter eere van het parlement moet getuigd worden, dat zij er steeds be wonderende waardeering vindt. Het is of alle afgevaardigden in zulke politiek het beeld zien van den volksvertegenwoordiger, zooals hij zijn moet Dergelijke figuren scheppen altijd een sfeer van zuiverheid om zich heen, die weldadig werkt op stemming en debat. Zoo, in dien zin, zei Kuyper van de Beau fort, dot zijn optreden „anti-septisch" werk te. En in dienzelfden zin zeg ik het van den minister-predikant De Visser. Want ik heb zelden als ik dit per soonlijke woord eens spreken mag in een politiek tegenstander zooveel vertrouwen ge had als in dr. De Visser. Onder de honder den, en honderden, die ik in den loop der jaren op het parlementaire tooneel heb zien komen (en gaan!) behoort hij voor mij, geestelijk, ideëel, tot de besten. Een man van ruimen blik, een knap man, een man met karakter, een persoonlijkheid, een man met een eigen mecrung, die zelfstandig durft te zijn en het kreupelhout van kleine politiek van zijn baan durft wèg kappen. Zelfstandigheid, persoonlijkheid, het durven- staan-voor-eigen-meening tegen de par tij-cliché desnoods inziedaar De Visser. Hij is een redenaar. Maar een redenaar in zeer bijzonderen zin Ik heb als jongen, als kind, onder z'n ge hoor gezeten in de statige Groote Kerk van Rotterdam. Veel later, in het becin van m'n journalistieke loopbaon, toen hij inmiddels predikant in Amsterdam was geworden, heb ik hem ook daar meermalen gehoord. En nog ste-ds waren er de kerken overvol. De Visser trok de menschcn tot zich en tot de kerk. Door z'n eigenaardig spreek talent. Hij is ccn kanse'-redenaar cn toch is hij net weer niet Hii heeft niets van de franje en de trucjes, die zooveel domino's ter „ver siering" in him van „den pre' het protestantisme bezield, dichter bij links gestaan, dan bij velen zijner politieke vrien den. Denk aan zijn standpunt inzake dé openbare leeszalen. Denk aan zijn steun voor het tooneel en de dramatische kunst, al beletten 's lands financiën hem later dit opzicht zijn plannen uit te voeren. Denk aan zijn theorie inzake „den completen mensch." Hij heeft, als minister, zijn oude beroep niet vergeten. Hij preekte herhaaldelijk. Hij zegende huwlijken in. Hij opend? kerken. Het is, of deze gevierde kansel-figuur zich tel kens wilde verontschuldigen dat hij mi nister geworden is. Als fijinir-in-het-debat bewonderde ik hem oprecht. Aanteekeningen maakte hii zelden of nooit, en toch was zijn antwoord naar vorm en inhoud steeds af en altijd lo gisch gerangschikt en opgebouwd. Ik heb nimmer een minister meegemaakt, die de sprekers zoo „uit z'n bloote hoofd" van re pliek diende, en het zoo gedocumenteerd deed. Want een speech van De Visser was nooit leeg. Er zat altijd wat in. Ik heb hem nooit nijdig gezien. Hij is van een klassieke rust in z'n optreden. En vervuld van een be nijdenswaardige bb'f moedigheid. Ziedaar De Visser. Minister-Predikant. Nu de politiek hem aftreden dwingt, moge hier ds getuigenis staan dat hij zijn moei lijke taak met ca lent, met toewijding en met onkrenkbare onpartijdigheid heeft vervuld. Varkensmarkt - Amersfoort Speciale afrieellnc: Berichte*. EEN ONDERHOUD MET Mr. TREUB OVER DE ECONOMISCHE VRAAGSTUKKEN. Positie van den gulden. Neder land en cle Duitsche crisis. Vrij handel en protectie in Engeland. De toekomst van onze handels politiek. Een van de med werkers van het Hbld. heeft een onderhoud gehad met den oud-Minister Itm prookon «nbr^-cn, niet, 1 JIr' W' F' rreub omtrent dc ncirmclc diker nonet in do IrrM". wiens economische en finnncreele VA WA WAV AW A WA A W Maison da Coiffure p WIJERSSTRAAT 14. Tel. 205 g Speciale behandeling legen nit vallen en afbreken van hel haar. f t Haarzall F aarzeep voorkoml de roos en hel vel worden g van hel liaar. rede „een e.'mend gerucht" is. Err dst^ene l™"PV,ldcfï, De «rst® wnt de vronwelirke lerktrnnester bedoelt els [b'J behandeld werd, had betrekking op een rii reet dnt domine „dierbaar" preekte, berit I onderwerp, dat thans door de raker,kringen rco hij volstrekt niet Hij heeft de menrchen al- besproken wordt, t.w. op de positie van tijd ond?r een bekorend? sugg^sti? gebracht l onz*'n galden. door een zekere m! po. bre-de voornaar- g" deprcciaüe van den h-id in z'n -preken, zonder een or-enWk - »Wu' ■'Ir. Tr.uk - „werd den laal- •arwlen of hnp-en, he'der en betfriitvelitk f'"" I0' J' ,neriJk «"'"dreven De be- langnjxe verkoop van guldenwoardcn en de en menschd'jk. Wat men bij het zwemmen noemt „een breede e'ng", daf heeft De Vis ser in het «preken. En dien heeft hii nog. Feilloos is hij bijna in stijl en woordkeus. Zond-« stoute beeldenreek, maar altijd cor rect. Z'n welsprekendheid is nis een rierlük toiietonberispelijk, volkomen fraai in. snit en vouw, maar zonder opschik Oratorisch is hij geen dandy, geen woordkunstenaar, mnar een gentlemen Het uiterlijk is fraai, maar het innerlijk is hoofdzaak. Wat dpnrbij d?n '.'.iTrstrcdenaar steeds ver raadt is het absql^|t-«e ere van den toon en het tempo. „Spreek rr.ii niet tegen. Ik ben niet tegen te sproken." Dit is geen arro gantie. Het is het nct.uurlirke gevolg van een,; lang knnsel-lc-vcn zonder debat, zonder interruptie-, ronder t-gersprae.k. En het is vorm. Want De Visser kon tegenspraak heel goed vcdragen. Maar het bovenal-aantrekkelijke in De Visser is voor mijzijn totale geestelijke stetuur, zijn wnordeering van den tegenstan der, zijn eerlijkheid en verdraagzaamheid, zijn eenvoud, hetgeen elies bij elkaar, het weren van rijn gestalte uitmaakt De kernspreuk van het protf-stantisme is toch altijd mnar: „Onderzoekt (beproeft) alle dingen, behoudt het goede". Dit woord van Paulus heeft De Vis«er tot levensleus gemaakt. Zijn eerlijk onderzoek, ook van nnderer standpunt, zijn zucht om het goed? te behouden, hebben hem meermalen tot een meening en een beslissing geleid, die in botring kwamen met de dogmatische partit- polit''"!: van geestverwanten, maar die hij als eerlijk man bovenal gehecht aan ziin vrije on franke overtuiging handhaafde. Natuurlijk: hij zal ook wel loutcn begaan hebben En: hij dééd als miristcr ook wel d;ngcn, waarmee verschillenden zich niet konden véreénigen. Ik weet, dat er in den laetsten tijd kwamen, die tegen zijn beleid min of meer ernstige bezworen hadden. Meermalen heeft hij, door ziin vrije mce- ning geleid, en door den vrijen geest van vraag naar dollarwaarden hield ten deslc met psychologische factoren verband. Men dient echter in hét oog te houden, dat de dollar ge durende de laatste twee weken niet alleen in verhouding tot den gulden» doch tevens in ver- houdine tot de meeste Europeesche valuta's ge stegen is. Deze stijging was tot op zekere hoogte te voorzien, niet alleen in verband met eenjge factoren van het seizoen, doch ook tengevolge van het feit, dat Amerika de groote credite.ir van Europa geworden is en dat het aan den and aren kont door middel var. het bijna prohibi tieve Fordney-Mc. Cizmber-tarief tot op zekere hoogte verhindert, dal Europa zijne schulden door de levering van goederen terugbetaeh. Het effect van de gewijzigde financieelo posit:-" en v..n de handelspolitiek der Ver. Staten werd totdusver ten deele tijdelijk te niet gedaan door het verstrekken van nieuwe crcdieten door Amerika aan Europa en aan andere landen. Dit was ccht?r een zuiver tijdelijke verschuiving van de ireci'ijVhedcn. welke dan op een later tijd-tip in verband met de rentebetaling en af los: ing nog scherper naar voren moesten tre den, zoodra. zoonis thans reeds het geval be gint te worden, de nieuwe credietverlcening on groote schaal d.oor dc Ver. Staten geleidelijk ophoudt. Amerika is voor het alternatief ge steld, óf zijn economische en handelspolitiek belangrijk te wijzigen, öf wel te begrijpen, dat het zijne vorderingen op Europa grootcndeels zal moeten afschrijven." heid van oen ministerie Troelstra rekening zou den moeten houden. Deze mogelijkheid acht ik echter uitgesloten. Men heeft van het gera.T" van een inflatie veel megesproken, dan m.i. noocig is geweest en dit was onvoorzichtig, aangezien het ongunstigste Psychologisch? effect va., onrustbarende verklaringen over in flatie zich ten opzichte van de jn ons ]nnd be legde belangrijke buitenlandsche kapitalen bij zonder sterk kan doen golden. Ongetwijfeld heeft echter dc recente daling van den gulden ook hare gunstige zijde, omdat hierdoor voor de nieuwe regcering geheel duidelijk gemaakt werd, dat de toestand ernstig begint te worden en bet nemen van krachtige maatregelen eischt. Wét de vooruitzichten in Duitschland betreft, antwoordde de heer Trcub op ccn desbetref fende vraag, dot deze thans uitermate ingewik keld cn onzeker zijn. De meest onaangename, gevolgen voor ons land zou het tot stand ko men van een communistisch regime in Duitsch land hebben, want de bewaking van de grenzen tegen de toestrooming van ongcwenscht? ele menten zou in dit geval op moeilijkheden kan nen stuiten. Voor Duitschland zouden echter, zelfs zonder het tot stand komen van een bolsje wistisch stelsel, dc gevolgen» van een cven- tueelen burgeroorlog fataal kunnen worden. De politieke zijde van het Duitsche vraagstuk bui ten beschouwing latende, kan echter geconsta teerd worden, dat wat de economische ineen storting betreft, deze nauwelijks vee! erger zal kunnen worden, dan thans reeds het geval is. Overigens werd het verlies van ^ins Hinterland in ons economisch leven ree<is nagenoeg geheel verdisconteerd. .Aan den anderen, kant doet zich de Duitsche concurrentie, in het bijzonder wat de Ncderlandschc scheepvaart betreft, sedert de catastrophe van de mark minder sterk gelden. „Het meest belangrijke Europeesche econo mische vraagstuk' aldus mr- Treub, Js thans de strijd welke in Engeland tusschen vrijhandel en protectie gevoerd wordt. Het optreden van Baldwin 15 't rechtstrcekschc gevolg van de houding van dc Dominions, welke op de Rijks conferentie op protectionistische maatregelen hebben aangedrongen. Het doel van de Rijks- conferentie zou eigenlijk bet tot stand brengen van een soort ZoIIverein geweest zijn. Dit plan zou echter slechts uitgevoerd kunnen worden, indien het ook beschermende invoerrechten, resp. voorkeursrechten voor dc voornaamste levensmiddelen en grondstoffen zou omvatten, welke door de Dominions geëxporteerd worden, waarin echter rekening houdende met het nagenoeg algemeen verzet in Groot-Britennië de plannen van Baldwin niet voorzien. Het be langrijke verzet, dat desniettemin tegen de pro- tectie-plannen van de regeering waar te nemen volt, is een zeer verheugend verschijnsel, te meer daar een eventueele overwinning van het Wot do intrinsiek? positie ran don (ruiden Britscho protcctionisten een ernstig gevaar ion betreft" verklaarde vervolgens Mr. Treub opleveren voor de \Test-EuropcescKe indus- „ber ik van meoninv. dat men den laetsten lijd l'.eën De aiiet van de producten ven dele in- c h?t gevaer van een inflatie-in ons lerxri «dustriecn zou dan. behalve op de belangrijke veel te veel heeft gepraat ges-""' hierdoor het publiek bang gemankt heeft, het geen dan als het psychologische element van dc recente daling van d--n gulden beschouwd mag worde-. Het herstel van het evenwicht van onze Staatsfinanciën is echter geenszins een onoplos baar orob'ecm en ik zou de vrees voor de ont wrichting van onze Stnatsfinencif-n slechts kun nen begrijpen, indien wij met de waarsch'jnlijk- merkt van de Ver. Staten, ook op een verder groot gedeelte van de wereldmarkt belemmerd worden. „Wat de protectionistische stroojningen in ons land betreft" aldus de heer Treub „dergelijke tendenzen doen zich slechts bij een gering gedeelte ven onze industrieelen gelden, en het is zeer onwaarschijnlijk, dat de meerder heid van ons volk votfr protectionistische plan- lincenzo Bellini (1831- NORMA. I. -1835). Als we den naam Bellini noemen, verplaat sen we ons. in den geest naar het begin van dc vorige eeuw, toen de Italiaansche opera hare triomfen vierde en meesters als Spontini, Cheru- bini en Rossini bijna onbeperkt hunnen scepter zwaaiden. Zij zenen de hervormingen voort, die vóór hen reeds door Gluck :n de opera waren ingevoerd, en die vooral daarin bestonden, dat de alleenheerschappij van recitatief cn aria ec-ii einde nam, bet koor meer tot zijn recht kwam en het orkestrale gedeelte een veel belangrijker Plaats innam en zich verhief boven het niveau van eenvoudige zangbegeleidmg Onder de drie genoemde componisten is Rossini zeker wel de meest schitterende, en ook degene, die het meest school heeft gemaakt, vooral onder zijne landgenooten. Een zijner meest begaafde volge lingen is ongetwijfeld Vincenzo Bellini, die tn 1801 te Catania werd geboren en stamde uit ecne beschaafde Siciliaansche toonkunstenaars- fzmilie. Na de jaren zijner jeugd op Sicilië te hebben doorgebracht, waar hij zijne eerste mu zikale opleiding ontving, kwam hij in 1S10 als achttien jarig jongeling aan het Conservatorium te Napels, waarna hij al spoedig zich geheel aan het componeeren wijdde, eerst op het gebied van kerkelijke muziek, maar vervolgens al spoedig op dat der opera. Nadat hij zich eerst te Na pels had bekend gemaakt door zijne Adelson e Salvina (1824), ontving hij de opdracht voor het theater San Carlo dc opera Bianca e Fer nando te componeeren, waarvan het succes bij de opvoering in 1826 zoo groot was. dat hij in gevolge eene opdracht uit Milaan, voor het Theater della Scala zijne 11 Pirata componeer de. waarvoor hem de tekst was geleverd door den toenmaals zeer beroemden librettist Felice Romani. Begaafd met eene dweejierige natuur, met neiging tot melancolie en sentimentaliteit, voelde Bellini zich, in regenstelling met de meeste ziiner landgenooten. voor wie de opera bnffa de meeste attractie had. uitsluitend tot liet ernstige genre aangetrokken. We vinden bij Bellini met het schitterende, glanzende van den componist van den Barbier met zijn dikwijls overladen koloriet, maar zien hem terugkecren tot de meer eenvoudige, gedragen melodie en tot eene meer ongekunstelde uitdrukking der gemoedsaandoeningen, hoewel soms een weinig overslaande tot het overgevoelige. Nadat hij achtereenvolgens in 1828. 1829 en 1831 zijne opera's La Straniera, I Capuleti ed i Afonlecclu en La Somnambula had gegeven, welke zijn roem niet alleen in Italië, maar in gansch Europa verbreidden, was het in 1 S31 de Norma, waarvan de tekst hem weer door Felice Romani was verschaft, die zijne ver maardheid het toppunt deed bereiken. In het volgend jaar nam hij mt de opera Beatrice di Tenda afscheid van zijn vaderland, daar hij naar Frankrijk vertrok, waar hij zich re Parijs vervolgens ijverig toelegde op den stijl der groote Fransche opera Zijn laatste werk was dc Pnritaner, in 1938 in de toenmaals te Parijs be staande Italiaansche Opera opgevoerd. Reeds het volgend jaar maakte de dood een vroeg tijdig einde aan dit nog veelbelovende kunstenaarsleven, toen hij nog nauwelijks 34 jaar oud overleed. H Zooals we reeds vermeldden is dc Norma de oopcra van Bellini, die den componist de grootste vermaardheid heeft geschonken, eene vermaardheid, die niet alleen te danken is aan de intrinsieke waarde van de toonschepping, maar ook voor een deel aan de tijdsomstandig heden moet worden toegeschreven. .Men herin- nere zich slechts even de Sturm-und-Drang- periode. die Italië in de dertiger jaren van de vorige eeuw doormaakte: hoe daar in 1931 te Bologna de afgevaardigden van de vrije provin ciën bijeenkwamen om de onafhankelijkheid van de wereldijke heerschappij van den Kerkdijken Staat te proclamceren en de eenheid des volks onder een zelfgekozen rcgecring. en hoe dan de Oostenrijkschc troepen het land kwamen bin nenvallen om de vroegere orde te herstellen en den naar vrijheid smachtenden burgers het juk der dwingelandij weer op te leggen. In de Nor- ma treffen we nu geheel analoge toestanden aan, want ook daar zien we hoe de heidensche Galliërs zuchten onder den druk der Romein- sche overhecrschers en hoe zij trachten het ge hate juk af te schudden, en Bellini heeft onge- hvijleld in zijn werk ecne hulde willen brengen aan de vrijheidlievende aspiraties zijner land genooten. De handeling var. de opera verplaatst ons naar het jaar 100 n. C.. toen het heidensche GaUië, door Rome onderworpen en zuchtende onder het drukkend bewind van den proconsul Sevcrus. vurig verlangde zich van het gehate iuk te bevrijden. De ouverture, die ongetwijfeld de schoonste bladzijden van de partituur bevat, is uit cn tweetal hoofdmotieven opgebouwd, welke wor den afgewisseld door het krachtige motief van de groote aria van Norma uit het 2de bedrijf Als dan het doek is opgegaan stelt het tooneel ons voor het heilige oord van den germaanschen god Irmin; naast een reusachtigen eik. waar aan het Brennuszwaard en het schild zijn opge hangen, staat de aan den god gewijde heilige (rminzuil en daarvoor de als altaar dienende druidensteen. Orovist, de opperpriester, be vindt zich met de andere priesters voor het al taar en wacht af welk antwoord zijne dochter, de zieneres Norma zal geven op de vraag of de tijd gekomen is om het juk der Romeinen af te schudden Op de woorden ..Moge der Gott dei Schlachen auf ihrcr Stirne thronen", hooren wc dan al spoedig, door Orovist en de priesters gezongen, het zoo populair geworden motief, dat uiting geeft aan hun vurig verlangen. Na dat dc priesters zich hebben verwijderd, komt de proconsul Scverus op met zijn vertrouwe ling Flavins, w-ien hij meedeelt hoe hij eens Norma heeft liefgehad en deze ook hem hare liefde heeft geschonken, maar tevens hoe nu ecne andere priesters. Adalgisa, hem van haar heeft vervreemd. Dan vertelt hij. dat hij een vrccselijken droom heeft gehad, waarin Norma hem verschenen is. die uit wraak over het door hem gepleegde verraad, de beide zonen, die ze hem had geschonken heeft gedood; zeer karak teristiek werkt hier de begeleiding mee om het huiveringwekkende van dezen droom te illustreeren. Daar hooren we plotseling de (ook weer zeer populair geworden) tonen van een krijgs- marsch, die het naderen der heidensche pries ters aankondigt; Severus is vol woede en wil tegen hen met geweld optreden, maar Flavins slaagt er in hem van dat voornemen af te bren gen. Als zit verdwenen zijn komen onder de krachtige, opwekkende tonen van de marsch de priesters gevolgd door galüsche krijgslieden op; plechtig klinkt hun gezang, waarin zij mel den hoe Norma het altaar nadert cn een gouden sikkel er op legt. Daarna hooren wij de zie neres zelf die den luisterenden meedeelt, dat de goden nog niet de tijd gekomen achten voor de Galliërs om de wapenen tegen Rome op te hef fen; geheime teekenen hebben haar verteld, dat zonder bloedvergieten en binnen kort een einde aan hare heerschappij zaf komen. Nadat zij dan met den gouden sikkel den heiligen mistel van der. eik heeft afgesneden, knielt zij met allen neer om aan de kuische godin van der. nacht haren zegen te vragen (deze cava- ne met hare schoone coloratuur behoort zeker wel tot het meest melodische wat voor den zang geschreven is). Als haar gebed ten einde is. gebiedt zij den krijgers zich te verwijderen en alleen gebleven, geeit z op hartstochtelijke wijze lucht aar. hare liefde voor den trouweloo- zen Severus: „Emflohner kehrc wieder". Nau welijks heeft zij de geheiligde plaats verlaten of Adalgisa verschijnt, zij ook klaagt op roerende wijze haren nood. want in haar binnenste woedt een hevige strijd tusschen haren jificht als priesteres er. de liefde, die de Romein haar inboezemt. En ziet daar nadert Severus. de ver leider. en nogmaals tracht hij op onstuimige wijze de jonge vrouw over te halen hem te vol gen naar Rome; slechts «wakken weerstand biedt zij nog en eindigt met hem te beloven de altaren te verlaten en hem te volgen Dit zeer schoon geschreven duet, met z'n pathetisch: ,Nur dein Mund schwur de~ Altaren", mag zeker tot een der boeiendste gedeelten van dc opera worden gerekend. Het tooneel verandert en we bevinden ons dc rotswoning van Norma, hare vriendin Clothilde brengt haar hare beide kinderen, maar Norma wijst ze terug, daar hun bijzijn haar slechts aan de ontrouw van den vader herin nert Dan komt Adalgisa en zij deelt dc opper priesteres mede. dat zij haren eed ontrouw is geworden uit liefde tot een man, dien zij heeft beloofd te volger, naar zijn vaderland. Als zij deze bekentenis heeft gestameld, troost Norma haar en wil haar zelfs ontslaan van hare ge lofte, maar hoort dan tot hare ontzetting dat Severus, die juist op dat ooogenblik binnen-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 5