JURQENSf OPHETBROOD VOOR BAKKEN EM BRADEM SCHUIM r I li DE PAN VOOR STAM DEM 30 CENTS PER HALF POND _L PLANTA 375 rebels. de Belgische Stoat een sleepdienst onderhoudt, die, proctisch gesproken, die schepen beladen met goederen van of voor Straatsburg, voor of van Antwerpen gratis vice versa Dordrecht— Antwerpen sleept Het vervoer via Rotterdam near den Elzas is dan ook zeer gedaald cn dc Kamer vroeg dan ook den minister te zoe ken naar middelen, om de belemmering voor de ongestoorde ontwikkeling van Rotterdam weg te nemen. B. en W., die dit adres in zijn geheel publi- ceeren, geven als hun meening te kennen, dat het hier een zaak betreft, die voor het bestaan en de toekomst van Rotterdam van zeeT groot belang is. Immers, mochten ook andere gedeel ten van den Rijn blijvend tot het Fransche douane-gebied gaan behooren, dan zou de aan Antwerpen verleende bevoorrechting voor Rot terdam nog ernstiger gevolgen kunnen hebben. Zij achten het dan ook dringend noodig, dat zoowel van de zijde van het gemeentebestuur als vooral ook van dc zijde der Inndsregecring al het mogelijke wordt gedaan om deze gevol gen af te wenden en te bereiken, dot Rotter- j dam op gelijken voet als Antwerpen zal worden behandeld, een maatregel, waarvan ook te Ant werpen zelve de rechtvaardigheid wordt inge zien. B. en W. stellen daarom voor, om ook van gemeentewege een adres tot den minister van buitenlnndsche zaken te richten. Het con cept van dit adres wordt aan den raad over gelegd en stemt in de details uiteraard over een met het adres der Kamer van Koophandel. DE BEGROOTING VAN ZUTPHEN. Ondanks de intrekking der rijksnooduitkee- ring, ten bedrage van bijna 500,000, hebben. B. en W. van Zutphen dc begrooting voor 1924 sluitend weten te maken. Het belastingcijfcr wordt geraamd op f 600,000. DE POLITIEKE TOESTAND. Een rede van Mr. Schokking. In een Zaterdagavond gehouden vergadering van den Kamerkring Leiden der Christ. Histo rische Unit; heeft mr. J. Schokking een bespre king gehouden van den poiitieken toestand. Aan het verslag in de Ned. wordt het volgende ont leend: De politieke toestand van het heden is ernstig, ernstiger dan misschien in een lange reeks van jaren is voorgekomen. Spr. zegt dit ook, met name voor onze Koningin. De crisis na de vloot wet is te vergelijken met de losbarsting van een plotseling opgekomen donderbui nn langen tijd van vroolijke zonneschijn. Spf. herinnert hier aan dc gelukkige dagen van H. M.'s jubileum als een opmerkelijk belangrijke gebeurtenis in ons staatsleven, reden tot herdenken en danken, reden ook voor beschaamdheid, dat wij zoo weinig oog hebbben voor groote zegeningen. Spr. betreurt het, dat bij de bestrijding van de vlootwet gebruik is gemaakt van tallooze petitionnement-onderteekeningen, die nimmer do bedoeling hebben gehad een uitspraak te zijn, als daarin gelegd. En dat door de SD.A.P. v/clke nimmer weet of zij zal vervallen naar de revolutie of blijven bij het aanvaarden van de huidige staatsinstellingen. Spr. laat dan het licht vallen op ons staats recht. op dc veelomvattende beteekenis der mede-verantwoordelijkheid voor de regeering van de door het volk gekozen volksvertegen woordiging. Het regime zegt spr. is in den loop der jaren minder persoonlijk geworden, in verband met do ontwikkeling van het constitutioneele staatsrecht, in verband met de uitbreiding von de bevoegdheden der volksvertegenwoordiging, doch, naar zijn aard, desondanks, niet minder gewichtig. Naar zün aard veranderd het gezag niet Houden wij dit in het oog, dan komt ster ker de vraag op naar de waarde van het tegen woordig stelsel. Alles wat er thans beweegt in de volkeren, in heel Europa (en dat zal van richtinggevende beteekenis zijn), moet in ver bond gebracht worden met het regime. Span ning bestoet er, groeit er in wat cr geschieden moet: de medezeggenschap von het volk door zijn vertegenwoordigende organen met betrek king tot de uitoefening van het gezag, uit te breiden of in te krimpen. Daarnaast de spanning door het verschillend antwoord op de vraag, waaraan het recht op gezagsuitoefening onder het volk zeif wordt ont leend, of het uitgangspunt is te vinden in God of in don mensch. Toch is de aanvaarding van dén invloed des volks op de uitoefening van het gezag geenszins een verloochening van het christelijk beginsel. Hier hoerscht weieens verwarring. Donkbaor woardeeren wij, dat wij geen auto cratische regeering hebben, maar een die bij het uitoefenen von het gezag hot volk wal nnnhooren. Verzwakking van het parlementa risme is schade. .Het standpunt der christ.-his- ïorischcn doel ernstig opkomen tegen het po gen van de S. D. A. P. om het zwaartepunt van het regime te verleggen, van achter de groene tafel naar de banken van de Tweede Kamer, inaar ook tegen elko poging ols van een mijn heer Vervicrs, die de groene tafel alléén be houden wil. Diepere vragen moeten ons bchccrschcn, ons volksleven moet ingericht worden als het naar den eisch van een eigen volksleven zijn moet. Diepere vragen niet mogen wij ons blind staren op één punt als de Vlootwet. De actie tegc.i de Vlootwet zou nimmer iets h bben uit gewerkt, als ons volk politiek beter geschoold WTQS. Wij handhaven een rechtmatigen invloed von het volk, ols vrucht der historie, maar wij houden onvoorwoardeijlk vast aan de positie van de overheid, die er is niet bij de gratie van het volk, maar om Gods wril. Spr. merkt op, dot de hoofdzaak bij het Vloot- wet-d it geweest is of er een vloot zal zijn, ia of neen. Niet de technische kwesties, niet de aantallen, schepen. En niet alleen in de Kamer ging het om die vraag. Spr. begrijpt de ontroe ring om de oorlogsellende, doch de ellende knn niet oppervlakkig worden weggeschoven, zij moet in haar oorsprong worden aangetast Wie zou niet begrijpen, dat ook de christen ontroerd wordt als hij denkt aan ontwapening: het hart dorst naar vrede. Wanneer wij met vrijmoedigheid in de KameT voor de Vlootwet stemden, dan vroegen wij op grond van het christelijk beginsel aen de over heid: Doe recht tegenover het volk, tegenover ieder, tegenover eiken stand, doe recht ook tegenover de volkeren. Er is een recht op het leven, omdat wij d3t afleiden uit God. En wan neer anderen botsen, hebben wij den plicht te zorgen dat eigen grenzen beveiligd worden. Spr. zou willen zeggen, dat de scherpste anti militaristen zij zijn die de 'nndverdediging wen- schcn. Hij wijst op de historie en op het heden. Het tegengaan van dc bewapening ven over heidswege leidt tot het voeren van wapenen onder menschen, die zij niet hebben moeten Dit alles was de ondergrond van de Vlootwet. Wij mogen nu de Vlootwet viel niet één groep schuldig verklorcn, in de wereld niet cn in ons land niet. De ellende von het politieke leven is het verwijten steeds von den een tot den onder, en niet te vragen hoe kunnen wij sa men opbouwen. Spr. merkt op, dot nl stemt hij niet in met de houding van de anti-revolutionairen tegenover de crisis, hij er toch prijs op stelt te zeggen, te willen opkomen tegen den hoon, den heer Colijn aangeven, en te zeggen, dat wij ons niet ondeT den invloed moeten loten brengen van de vergiftige atmosfeer, die er rond den heer Co- lijn is gebracht Wij, als christ.-historiscncn, mogen niet vra gen naar politieke winst of verlies alleen het landsbelang moet overhecrschcn. Dat was ook sieeds onze houding tegenover linksche minis teries. Wanneer de noodzakelijkheid er niet ware geweest, was de vlootwet niet ingediend. Nog één financieele opmerking. De sproke van 300 milliocn was een leugen. Na de vlootwet j staat de noodzaak van budgetair evenwicht evenzoo rechtop als vóór de vlootwet En dc neutrnliteits-noodzaak voor Indië is mede on gerept Spr. critiseert wat de S. D. A. P. willen om van het budgetnir evenwicht te herstellen: In- flotie. Verre zij van ons de afgoderij van den gulden, maar de gnve gulden beteekent crediet, beteekent cultureele cn gcstelijke goederen. En niet de kapitalisten lijden van inflatie, mnar zie DuitschJand dc brecde logen des volks. Werkt mee roept spr. zijn hoorders toe, ondanks de nict-geheel onberispelijke wijze waarop de bezuinigingsvoorstellen door de mil- liocnen-nota zijn voorgelegd om ons land te bewaren. Geve God onze Koningin en ons volk wijsheid! Het gaat om ons volk. Ged be ware ons voor scherpe tegenstellingen in het volk. Wanneer er geen rcchtsch ministerie ko men kon, dan is er gevaar voor scherpe tegen stellingen in ons volk. Daarom moet des te meer de Christelijke levensgedachte uitgedragen wor den. DE SCHEMERING VAI^ HET PARLEMEN TAIRE STELSEL. De stc'lingcn van den heer Drion. Voor dc Amsterdamsche Studenfenclub voor Staatkunde sprak Mnondagavond in de School voor Maatschappelijk Werk het oud-lid der Twec-de Kamer, dc heer F. J. W. Drion over „de schemering von het parlementaire stelsel". Dc door ons reeds vermelde stellingen, lich te hij uitvoerig toe. Hij begon, volgens het verslag in het Hbld.: met te zeggen, dat men wel wat al te gemak kelijk over het parlementaire stelsel, in de eerste pl< ats alsof het stelsel de uiterlijke vorm von den Staat zou zijn in de meeste mo derne landen, in de tweede plaats alsof die vorm in nl die landen ongeveer hetzelfde zou zijn. Dit is niet h geval. Het zuiverst is eigenlijk het parlementaire stelsel uitgegroeid in Engeland, waar het ka binet nog zuiver is een comité uit het parle ment. Dit comité, uit het midden van het par- j lemcnt gebouwd, regeert- En een Engelsch mi nister heeft een viervoudige functie te ver vullen: lo. hij is een adviseur van de Kroon; 2o een partijleider, een deel van het parlement 3o. hij is ols deel van het kabinet een van de doelen van het comité, dat de politiek en het hecle sociale leven van Engeland leidt; 4o. hij is niet eens altijd de chef van zijn departement. In de Vcreenïgde Staten van Amerika kent men eigenlijk niet het parlementaire stelsel. Men moet tot de meeste staten van Europa gaan om het parlementaire stelsel in min of meer gewijzigden vorm, meestal overgeno men van Engeland, te vinden. Onder den invloed von den oorlog en van de revoluties heeft het parlementaire stelsel zich hoe langer hoe meer ontwikkeld naar wot wij dc democratie noemen. Men kreeg algemeen kiesrecht, vrouwenkiesrecht en daarnaast even redige vertegenwoordiging, waarvan ieder, die begint met de politiek tc bestudeeren, een oonhnnger is, maar waarvan men later leert inzien, dat ze het groote gevaar in zich bergt, dat het minder over peisonen gaat loopen, maar meer over partij- en kiczerseischen. Wat ons land betreft, wij hebben eigenlijk nooit heelsmaol zuiver het parlementaire stel sel gehad. Onze kabinetten zijn altijd min of meer koninklijke kabinetten gebleven. De mi nisters bleven gewoonlijk geen lid van het par lement. De politieke verantwoordelijkheid vindt men den ook niet altijd in de ministers terug, hetgeen toch eisch is van het zuiver parlementaire stelsel. Indien een premier met de mannen, die om h*m staan, geacht wordt uitdrukking te ge ven aan wat politiek in de partijen leeft, dan is.al dat geheim onderhandelen over een ac- coord overbodig. De zuivere situatie is, dat do mannen, die achter de groene tafel zitten, zóó het vertrouwen hebben van de partijen, die zij vertegenwoordigen, dnt om d:e reden reeds die partijen hem zullen steunen. En een exlro-porlementair stelsel is te beschouwen als dc ontkenning van het parlementaire stel sel. No do publiceering van sprekers stellingen heeft menigeen hem gevraagd: moet je doar- over nog gaan proten? Na de gebeurtenissen in lin'.ië, in Spanje, in Romenië, staat het, zegt spr., vast, dat het parlementaire selscl heeft afgedaan. Maar ock elders ziet men dezelfde gebeurtenissen, uitingen, die cr op wijzen, dat ook dnnr het parlementaire stelsel niet zulke krachtige voorstanders meer heeft Engeland verkeert in een bijzondere positie ook door zijn ouderwetsch kiesstelsel ,en ook omdat er drie portijen zijn, zoo sterk, dat ieder bopen kan eerlang non het bewind tc komen. Dit maakt, dnt het parlement door nog werkt. Intusschcn heelt het parlement zelf cr niets te zeggen; dit is volmaakt bewegingloos geworden; het comité uit het parlement re geert. Frankrijk neemt een bijzondere positie in, hoewel ook dner het parlementaire stelsel niet populair is. En in Duitschland zal het met het parlementaire stelsel wel vrij spoedig gednan zijn. En ook in ons land verkeert het parlemen taire ste'scl in een algemecne impopulariteit: het vindt, ols indertijd het ancien régime, in den geest der menschen geen steun meer. Ver- viers kreeg op zijn open brief aan de Koningin tal van bewijzen van instemming, zelfs van ge- hccle rechtbanken. Dit wol betreft de eerste stelling. De andere stellingen tocb'chtende, betoogde spr. dat het parlement met den staat zelf sy noniem is gewoiden en dot doormede het be zit en het inkomen ging verliezen de verdedi ger, die het in het parlement hod. Het parle ment is geworden het orgaan, dot den Staat niet beheert, mnar beheerscht Ook dc per soonlijke vrijheid vond in het parlement geen verdediger meer en het parit jnt heeft zoo doende in veel opzichten tot zijn impopulari teit bijgedragen. De toestand werd, dat men schen die groote inkomens hadden, soms 50"S aan belasting moeten opbrengen. Over de helft van inkomen beschikt de Staat cn dc Gemeente voor doeleinden niet naar zijn goed vinden, maar noar goedvinden, van de groote meerderheid, dLie niet zichzelf, maar derden belast. G'ng het vroeger bij de keuze van afgevaar digden over de personen, thans moet de concli- daat-atgevoordigde zijn toevlucht nemen tot massa-bewerking: de meeste kans heeft thans niet de bekwame, muar degene; die het vermo gen heeft de massa te bewerken. Is het wonder dat men in intcllectueelo kringen niet gunstig over het parlement spreekt Maar ook de groote massa gevoelt zich niet bevredigd over den gang von zaken. Ze heeft geen vertrouwen meer in het parlement, ze gevoelt zich bedró gen. En de vertegenwoordigers voor wie hel lidmaatschap van het parlement een broodwin ning is geworden, moeten in verkiezingsdagen om lid van het parlement te blijven, wel belof ten doen, die niet verwezenlijkt kunnen wor den. Komende tot do zesde stellingNederland is ongeschikt voor een sterk persoonlijk gouver nement en dus voor het fascisme", wees spr er op, dat de heer Verviers het denkbeeld ver dedigd heeft om het parlement naar huis tc sturen en een fascistisch bewind in te voeren Dit is naar sprekers sterke overtuiging in strijd met het karakter von het Nederlandschc volk. Hoofdvoorwaarde voor zulk een persoon lijk gouvernement is, dnt het volk zich gemak kelijk loot >©eslcepen, dat het spoedig enthou siast wordt en met groot© volharding een bepaald doel nastreeft. Maar wij zijn uiterst kritisch aangelegd en die kritiek komt aan den dag zoodra iemand boven de anderen uit steekt Wij zijn ook in zeer sterke mat© het volk van het individualisme. Wij zijn het vol) dat op zich zelf stootwij hebben gaarne on eigen huis en wij zijn ook een heel nuchtei volk. Ook in onze historie is het nooit gegaan mei een sterk persoonlijk gouvernement. Hetzij 't de Oranjes waren, hetzij een Van Oldebnme- veldt, hetzij de De Witten, de zoek is steed^ geweestols cr een sterke man was, was er zooveel tegenwerking, dat de grootste moeilijk heden ontstonden. Zoo is 't ook gegaan me* Thorbecke, die ook door de liberalen wcr tegengewerkt En ook wat met Colijn gebeuré is, geeft te denken. Die man stond met eer maand tijds op straat. Van een algemeenc ver ontwaardiging in het land, van een gevoel orr hem weer op de plaats terug te brengen, i" geen sprake. De geestdrift die even over d Vlootwet oplnnide, is al weer lang ineengezakt Het fascisme is dus voor ons land uitgesloten Hierbij komt nog, dot een fascistisch bewin niet tot stand knn komen zonder een vrij aan zienlijke militaire mocht. Die is hier niet aan wezig. Dan is het klimaat ten onzent een be letsel voor het fascisme fascistische bewegin gen kunnen alleen maar bij mooi weer tot stand komen. En dan is het niet uit het oog te verliezen, dat Mussolini een genie is. Wat de zevende stelling betreft, vroeg spr zich afzijn er andere geneesmiddelen moge lijk Inperking van het kiesrecht acht hij uit gesloten, want hij acht uitgesloten, dot men een redc-lijke grens zal vinden om het kiesrecht toe te kennen. Een van de oorzaken van dc voortdurende uitbreiding van het kiesrecht is juist geweest, dat, toen men het kiesrecht los van de belosting maakte, telkens het vinden van een behoorlijke grens mislukte. En met een meervoudig kiesrecht redt men het parlemen taire stelsel niet Een deel van wat de Staat gedaan heeft m ons land tot opvoeding van ons volk wasr noo dig. Er wos een tijd dat de arbeider weerloos aan den werkgever was overgeleverd, maar sp>- gelooft niet, dot die tijd terug zou kunnen ko-j men. Bij de steike organisatie van dc ojbeiders. is dat ook niei denkbaar. J Maar juist nu ons volk (werknemers zoowe^ ols werkgeverd) tot betere inzichten is gebracht cn duidelijk is geworden, dat het recht niet de beperkte opvatting heeft, die men er vroeger

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 6