22* No'll""8 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Zaterdag 8 Dec. 1923 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. Willem Groenhuizen EIIENHANSIIOKKEN MET KWARTIERSLAG FEUILLETON. DE MILLiONAfRS JOH. VAN DIJK „Ze". (Nadruk verbóden). Uit mijn jongenstijd herinner ik mij, hoe Ik eenmaal inel onzen meester en met mijn broertje van de stad kwam. Onderweg overviel ons een onweer, dat in de een zaamheid van het land een angstwckken- den indruk op ons maakte. Na een hellen bliksemstraal met daarop onmiddellijk los knallenden donder zetten wij, jongens, het op een loopen. Maar Meester kalmeerde ons met de lakonieke opmerking: „Hou je toch bedaard: als ze ons hebben moeten, krijgen ze ons toch wel!" Er moet bij de gedachte aan die ge heimzinnige „ze" toen iets van ontzetting door me heen zijn gevaren, anders zou ik dit woord van den meester niet zoolang hebben onthouden. Wie zijn die geheim zinnige „ze", die ons in de macht hebben, wanneer we op een eenzamen landweg wandelen, en die zóó onverbiddellijk zijn. dat het niets geeft wat men te hunnen op zichte onderneemt? Later heb ik begrepen, dat hef de na tuurmachten waren, die Meester als nood lot aanvaardde. „Ze" zijn niet met den vinger aan te wijzen, niet te zien, niet te hooren; „ze" zijn nergens en overal: „ze" zijn vaag en gestaltloos en toch is er niets werkelijker en niets invloedrijker dan deze vreeselijke, onontkoombare „ze". Later heb ik „ze" ook in anderen vorm leeren kennen dan in die van dolzinnige onweerswolken, waaruit een welgemikte bliksem schiet. „Ze" zeggen van hem... Wee, als „ze" iets zeggen, want wat „ze" zeggen is even raak als de bliksem. Wan neer zeker mensch iets van ons zegt, kun nen we ons verweren, hem tegenspreken, hem voor 't gerecht dagen desnoods. Een mensch, die iets beweert, is feilbaar; een mensch, die lastert, is tot verontschuldi ging te dwingen; tegen den mond van één bepaald persoon kan men maatregelen ne men; zijn uitspraak kan men bestrijden; men kan al zijn krachten inspannen en ten doode toe worstelen om de tong, die het op ons bestaan heeft gemunt, onschadelijk te maken. Maar ais „ze" waf van ons zeggen... Dan geeft geen zelfverdediging; dan heeft men zich lijdelijk over te geven. Als „ze" ons hebben moeten, krijgen ze ons toch wel. Wederom, wie zijn deze „ze"? Het zijn de met den vinger niet aan te wijzen, vage en gestaltiooze en toch boven alles wer kelijke en invloedrijke machten van de openbare meening. Door deze maatschap pelijke onzichtbaarheden voltrekt zich het noOdlot evengoed als door de machten van de natuur. Geheimzinnige machten zijn deze „ze". Lezer, hebt ge ooit iemand ontmoet, die oorlog wilde? Wanneer ge in 1914 naar Rusland waart gegaan of naar Duitsch- land of Frankrijk en ge had den eersten den besten boer of onderwijzer of kolonel op den man af gevraagd, of hij zich mede aansprakelijk stelde voor 't uitbreken van den wereldoorlog, zou hij u verbaasd heb ben aangekeken. Want de Russische boer en de Duitsche onderwijzer en de Fran- sche kolonel zijn volkomen gelijk onze Hollandsche mannen en jongens op zeker oogenblik te wapen geroepen omdat „ze" oorlog wilden. Wie heeft den wereldoorlog ontketend? De Duitsche keizer? Een of ander Engel- sche diplomaat? Maar wanneer wij het re laas lezen, dat de kranten kort geleden hebben ontleend aan de thans openbaar geworden papieren van de geheime diplo matie, ontdekken wij tot onze ontstelte nis, dat de ministers en gezanten en ko ningen en keizers reeds sinds tientallen jaren den oorlog verwachtten, zonder dat ze wisten met wie en tegen wie 't zou gaan. Zelfs de hoogste gezaghebbers leef den in spanning, of ,,zc' eenmaal tot het uitbreken van den oorlog zouden beslui ten. Men spreekt van oorlogsmisdadigers en wil zijn wraak koelen op een enkelen per soon, maar de groote oorlogsmisdadiger is „ze", de geheimzinnige geest, die het noodlot ontketend. „Ze" maken oorlog; „ze" maken revolutie; zijn ergens in staking gegaan en „ze" hebben ergens an ders een progrom uitgelokt. Had men den wereldoorlog kunnen kce- ren? Ja, als de Duitsche keizer...; had men de revolutie kunnen keeren? Ja, als Lenin of Trotzky... Maar: als „ze" oorlog of revolutie in den zin hebben, is alle verzet tevergeefs. „Ais ze ons hebben moeten, krijgen ze ons toch wel." „Ze" zijn het ook, die over ons per soonlijk leven beschikken. „Ze hebben mij slecht gemaakt"; verontschuldigt zich een beklaagde. „Ze hebben hem net zoolang gesard en getrapt, tot hij gek wierd", ver tellen de verpleegsters omtrent een krank zinnige. Men heeft zich tot wanhoop wordens toe afgemat met het onderzoek naar de geheimzinnige „ze", die over mensch en maatschappij het noodlot ontketenen. De levensmachten, men heeft beproefd ze te ontleden en te verklaren: economisch, ziel kundig, natuurwetenschappelijk... Steeds bleef er een onverklaarbare rest. „Ze" belagen ons niet slechts van bui ten. maar ook binnen in ons zetelen „ze"; de vage, niet te omschrijven, maar op alle gebied zich openbarende levensmachten, die mensch en menschheid tegen hun eigen willen en streven in voeren naar hun on vermijdelijke bestemming. Ja, binnen in ons hebben „ze" grooter macht nog en zijn „ze" moeilijker te ont dekken en te bedwingen dan daarbuiten Op „ze" doelde de dichter van Wilhelm Meister, toen hij zijn harpspeler liet zin gen: „Wie nooit zijn brood met tranen at, wie nooit de kommervolle nachten stil wee- nend op zijn leger zat, die kent u niet, he- melsche machten!" H. G. CANNEGIETER. De staatscourant von gister 7 Dec. bevat o. a. dc volgende Kon. besluiten: op verzoek eervol ontslagen als tijdelijk Iccraar aan de Middelbore Koloniale Landbouw school te Deventer dr. B. Hylkema te Utrecht; benoemd tot ridder in de Oronje-Nssouorde G. Geerds, emeritus-predikant bij de Gerefor meerde kerk te Appinpedam; op verzoek eervol ontslagen jhr. A. A. A. M. van der Does de Willebois, als notaris tc 's Hertogenbosch en L. Oppedijk, als notaris te Heerenveen; tijdelijk benoemd tot leeraar aan de R. H. B. S. te Purmerend S. van Praag te Amsterdam; idem tot leerares aan dc R. H. B. S. te Schie dam mej. G. J. Fermin, te Den Haag: met ingang van I Mei is het belastingkan toor Kestcren afgescheiden van de inspectie Amhem 3e afdceling en gevoegd bij de inspec tie Tiel; ingetrokken de benoeming van den adjunct commies van de belastingen J. E. Nieboer tot belastingontvanger te Hilvarcnbcvk; op verzoek eervol ontslagen uit 's Rijks dienst de belastingontvanger C. J. van Hiele te Groen- lo. met ingang van 20 December 1923: a. op zijn aanvrage een eervol ontslag uit den militairen dienst verleend aan den kapitein adjudant J. Baan van het 21ste regiment infan terie; b. benoemd bij het reserve-personeel dei landmacht, bij hot wapen der infanterie, bij het 21e regiment, tot reserve-kapitein de kapitein Bean, voornoemd; a. eervol ontslag uit den militairen dienst verleend: lo. op zijne aanvrage, met ingang van 1 Dec. 1923 aan den kapitein op non-activiteit M. C. R. van Gameren van den plaatselyken staf, met de verplichting om op den voet van het be paalde bij de wet voor het reserve-personeel der landmacht 1905, ter beschikking te blijven; 2o. met ingang van 1 Jan. 1924 aan den majoor op non-activiteit G. J. IJssel dc Schep per, van het wapen der cavalerie, ter zake van ongeschiktheid voor de waarneming van den militairen dienst uit hoofde van lichaamsgebre ken; b. benoemd, met ingang van I Dec. 1923 bij het reserve-personeel der landmacht bij het wa pen der infanterie, bij den staf van het wapen, tot reserve-kapitein voor speciale diensten, de kapitein vean Gameren voornoemd; benoemd tot gouverneur der Koninklijke Mili taire Academie, tevens directeur van den hoofd cursus, de luitenant-kolonel G. G. van Everdin- gen van den stof van het wapen der artillerie, eerste officier bij de Koninklijke Militaire Aca demie, tevens belast met dc waarneming van dc functies van gouverneur der Koninklijke Mili taire Academie en van directeur van den hoofd cursus. BEZUINIGING STAATSTOEZICHT VOLKS GEZONDHEID. Nog niets definitiefs beslist. Van bevoegde zijde vernemen wij nader, dat omtrent de voornemens tot inkrimping of be perking van den dienst van het Staotstoezich' op de Volksgezondheid, nog niets is beslist Uit den aard der zaak blijven daaromtrent hon. gende plannen onuitgevoerd, in verbond met de nunisterieele cris^. DE WIJZIGING VAN HET REISBESLUIT. Thans aon de Koningin aan geboden. Volgens „De Rott." is thans het ontwerp besluit inzake de wijziging van het Reisbesluit 1916 ter bekrachtiging aan de Koningin aan geboden. Do splitsing van de derde en vierde klasse in A en B is vervallen de verblijfsver goedingen zijn verlaagd, terwijl de toepassing van verschillende bepatihg^n, waarvoor vroe ger de medewerking van de Koningin werd vercischt, voortaan bij beschikking van den betrokken minister kan geschieden. POSTZEGELS VOOR MENSCHLIEVEND DOEL. Ten bate van verschillen de vercenigingen De minister van binnenlandsche zaken en landbouw brengt in de „St.-Ct." ter kennis, dat het in het voornemen der regeering ligt ge durende een nader tc bepalen tijd aan de kon toren der posterijen voor het publiek bijzondere postzegels verkrijgbaar te stellen, die zullen worden verkocht met een nader te bepalen bij slag boven de frankeerv.aarde en waarvan dc opbrengst, na aftrek van die frankeerwaarde, do kosten van aanmaak, administratiekosten cn eventueele andere kosten, uit de uitgifte voortvloeiende, zal worden gebruikt tot steun aan nationale vcrcenigingen, welke een mensch- licvend doel nastreven. Vcrecnigingen, als bo ven aangeduid, die meoncn voor steun in dezen in aanmerking te komen, moeten vóór 16 Dcc en verzoek indienen bij den minister van bin- nenlarische zaken en landbouw. HET KAMERLID TER HALL. Een rustkuur van twee maanden voorgeschreven. Het Kamerlid, de heer Henri Ter Hall, dien reeds sedert cenige méanden rust is voorge schreven, bevindt zich nog steeds onder genees kundige behandeling. Gisteren heelt een nieuw medisch consult plaats gehad cn hoewel de dok toren over het verloop van de ziekte niet onte vreden zijn, mag de heer Ter Hall op hun uit drukkelijk advies de eerste twee maenden nog geen bezoek ontvangen en zijn hem het bijwo nen van vergaderingen cn dergelijke verboden. Alleen lichte werkzaamheden, zooals het afdoen van eenige correspondentie, mag hij verrichten. OEFENINGSREIS VAN DE „HOEMSKERCK" EN „TROMP". Het reisplan. Er zal m begin van het volgend jaar een oefeningsreis plaats hebben door Hr. Ms. „Heemskerck" en „Trompt naar en nabij de Canarische eilanden. Daarvoor is het volgende reisplan vastge steld. 5 Januari 1924. Zaterdag vertrek van Hr. Ms. „Heemskerck" van Nieuwcdiep. 10 cn II Januari, Donderdag of Vrijdag ontmoeting met Hr. Ms. „Tromp" bi zee; 14 Januari, Maandag, aankomst te Las Palmas, waar wordt verbleven tot 19 Januari; Zaterdag ,a!s wan neer vertrok', en wordt nanr straat Rio, tot het oefenen in de omgeving tot I Februari, Vrijdag, op welken dag het vertrek naar Ma deira pleats heeft; 2 Februari, Zaterdag, aan komst Ie Madeira, waar verbleven wordt tot 8 Februari; Vrijdag, op welken dag naar het vorig oefenterrein teruggekeerd wordt; 9 Fe bruari, Zaterdag, aankomst aldaar, tot cene oefening, weike zal duren tot 20 Februari, Woensdag, als wanneer vertrokken wordt naar Santa Cruz dc Teneriffe; de aankomst aldaar zal plaats hebben 21 Februari, Donderdag, en er wordt verbleven tot 27 Februari, Woens dag, op welken dag de terugkeer naar Nieuwe Diep wordt aungevangen. De aankomst aldaar wordt verwacht 8 of 9 Maart. DE NIJVERHEIDSRAAD. Het verhandelde in de laatste vergadering. De Nijverheidsraad heeft in zijn laatste ver gadering de inleidende besprekingen over het onderwerpWerking der Nederlandsche be lastingwetten ten aanzien van de industrie beëindigd. Aan een uit zijn midden benoemde subcommissie, bestaande uit de heeren ir. W. H. van Leeuwen, mr. L. G. Kortenhorst en mr. A. N. Molenaar, heeft de Raad opgedra gen, om naar aanleiding van dc gehouden bc- icadslagingen een rapport samen te stellen, hetwelk bij de verdere behandeling van dit onderwerp tot leidraad zal kunnen dienen. De heer prof. Th. Limperg Jr., die reeds bij de voorloopigc besprekingen den Rond ove: die onderwerp heeft voorgelicht, heeft toege zegd ook bij de verdere behandeling daarvan zijne medewerking to willen verleenen. Naar aanleiding van een verzoek van de Commissie voor het Vervoeriuaagstuk, heeft de Raad talrijke feitelijke gegevens, welke bij de beoordeeling van het vervoei vreagstuk, specieal wet betreft de tarieven der spoor wegen, van belang kunnen zijn, verzameld en deze ter beschikking van die commissie ge steld. In verband met een van industriecle zijde, ter zake geuit verlangen, heeft de Road zich tot den minister van Waterstaat gewend met het verzoek, om de regeling voor brieftele- grommen, waarbij de gelegenheid werd gege ven om van 7 tot 12 uur namiddags tusschen Amsterdam, 's-Gruvenhage cn Rotterdam eenerzijds en Groningen ondcizijds tegen ver laagd tarief te telegrafcercn, weder in te voeren, doch uitgebreid tot het telegramver keer tusschen alle plaatsen, waar de telegraaf kantoren in de avonduren geopend zijn. Na kennisneming van het in de dagbladen opgenomen, aan den minister van binnen landsche zaken c-n landbouw gericht adres van dc Kamer van Koophandel cn Fabrieken voor Rotterdam, betreffende publicatie der handels statistiek, heeft de Raad bij schrijven van 10 November j.l. er krachtig bij genoemden ministei op aangedrongen, om zijn invloed aan te wenden, dat de statistiek van in-, uit- en doorvoer in druk blijft verschijnen. De Raad heeft daarbij doen uitkomen, dat juist deze statistiek cn derzelve publicatie van zeer groot nut is voor de Nederlandsche industrie cn dat. indien de toestond v«n 's lands financiën ver dere bezuinigingen op de kosten van het Cen traal Bureau voor de Statistieken eischt, deze moeten worden gevonden door inkrimping of desnoods, zij het dan ook tijdelijk, opheffing ven andere statistieken, waarvan de beper king of en het gemis niet zoo zwaar zullen worden gevoeld dan het niet meer geregeld publicoeren der handelsstatistiek. Bovendien heeft de Raad er op gewezen dat, aangezien door het statistiekrccht industrie en han del de voor de hondelsstostitiek benoodigde gelden opbrengen, die takken van volkswel vaart recht hebben van de resultaten dier sta tistiek het volle profijt te nekken, hetgeen slechts mogelijk is, wanneer met de publicatie daarvan wordt voortgegaan. DE NEDERLANDSCHE HANDELSSTA TISTIEK'. Een adres tegen het staken dezer uitgave. De Nederlandsche Vereeniging voor Eco- noomische Geografie heeft zich met het vol gende schrijven tot den Raad van Ministers gewend: Het Bestuur der Ned. Ver. voor Economi sche Geografie heeft uit verschillende adres sen aan de Regeering den indryk gekregen, dat het plan bestaat om als maatregel van bezuiniging, het drukken van de'Nederland sche Handelsstatistiek voortaan achterwege te laten. Dit plan zou ook volgens het Be stuur onzer Vereeniging, dat overigens de noodzakelijkheid van ernstige versobering van den Staatsdienst ten volle erkent, in strijd zijn met de materieele belangen, zoo wel van den staat als van het volk. Immers de maatregel zou tc vergelijken zijn met die cener zaak. welke ter bespa ring van onkosten, de boekhouding afschaf te, en daardoor in den blinde zou moeten voortwerken, zonder kennis \an .'en e:gcn toestand en van den loop van liet bcdr-f. De Nederlandsche Handeisst itistiek, die sedert 1847 geregeld wordt genu^lictrd en die na de verbeteringen in ^JIZ, een vrij goed beeld geeft van den omvang en de ver breiding onzer handelsbetrekkingen, is voor-, al in dezen tijd een noodzakelijk hulpmid del met alleen om dc richting van onzen nandel te kennen, maar ook om voor te lich ten bij de te volgen handelspolitiek met de onderscheidene landen. De handelaren, in- austrieelen en landbouwers, die met het bui tenland betrekkingen hebben, vragen in de zen tijd, nu alles onophoudelijk z'ch wijzigt, voortdurend naar den loop van den invoer cn uitvoer der handelsartikelen en den weg die deze volgen. Als de handelsverdragen scli'er alle opgezegd worden, en de nieuwe tarieven overal de handelspositie wijzigen, rijst voortdurend de vraag, weiken invloed die gewijzigde politiek heett op onzen han del en onzen uit- en invoer. Dit zijp gegevens, die dc particulier niet kan verzamelen, maar het is de staat die in uezen den handel, de producenten en consu menten kan en moet inlichten. De economi sche voorlichting door den staat, die alge meen in alle landen van de hoogste waar de voor de welvaart wordt beschouwd, moet in de voornaamste plaats bestaan in liet verschaffen van de concrete gegevens, waar naar de particulieren de toestanden kunnen beoordcelen, om voor hun bedrijf hiervan partij te trekken. De Nederlandsche Vereeniging voor Eco nomische Geographie, ten doel hebbende de studie der economische geografische toe standen van alle landen der aarde te be vorderen, en inlichtingen en kennis omtrent Nederland en zijn Kolonièn in het buiten land tc verstrekken, ten einde het aanknoo- pen van betrekkingen tusschen onze gewes ten en den vreemde wederzijds te verge makkelijken, beseft welk een nadeel er zou worden toegebracht aan Nederland, als men in dezen tijd ophield, de Handelsstatistiek te publiceeren. cn richt mitsdien het drin gend verzoek tot de Regeering om de publi catie van de maand- en jaarstatistiek van onzen handel en scheepvaart in den bestaan- den vorm te handhaven. ARMWEZEN, MAATSCHAPPELIJKE HULP EN KINDERBESCHERMING. Het tweede internationale num mer van het tijdschrift. Het tweede internationale nummer van het Tijdschrift voor Armwezen, Maatschappelijke Hulp en Kinderbescherming' geeft naar wij in het Hold, lezen noest vervolgen op de ar tikelen over maatschappelijk hulpbetoon resp. in Engeland en Zwitserland, in het "eerste num mer opgenomen, bijdragen van nieuwe mede werkers uit België en Denemarken. België woidl behandeld door Hubert Henrard, directeur-ge neraal bij het Ministerie van Justitie en secreta ris van den „Conseil Supérieur de la Bienfai- sence". Hij vat in zijn inleidende verhandeling samenbevordering von dc volksgezondheid, maatschappelijk hulpbetoon in engeren zin, dan armenzorg en sociale voorzorg. Op het oogenblik bestaat er in België niet, zooals in Frankrijk, een departement van volksgezondheid, avmenzoTg cn sociale voor zorg, moor al naar gelang de instellingen meer in het bijzonder tot een van deze drie gebieden behooren, vallen ze resp. onder het Ministerie van Binnenlandsche Zaken cn Gezondheid, het Ministerie van Justitie cn het Ministerie voor Nijverheid en Arbeid. Ter bevordering van de eenheid en samen werking is laatstelijk door het Ministerie van Binnenlandsche Zaken en Volksgezondheid een „Conseil supérieur dTiygiëne" (Gezondheids raad) ingesteld, waarin tegenwoordig elk d»r belanghebbende departementen vertegenwoor digd is. De armenzorg is in Belgic plaatselijk geregeld. De dienst van dc Armenzorg is in elke gemeente opgedragen aen het „Bureau de Bienlaisance" cn als er een of meer gestich ten zijn aen de „Commission des Hospices". Zoowel het Bureau ols deze Commissie hebben rechtspersoonlijkheid. Dc voornaamste bron von inkomsten voor die instellingen voor armen verzorging zijn giften en logotcn. Hierbij dient opgemerkt, dot de gemeenten Rust behoort bij den arbeid als de oog leden bij de oogen. Tagore. Luccair. 48. Tal. 85». Fnlr. 758» I 60DD- ZILVER en UURWERKER. VANAF 33.- aoot F. FRANKFORT MOORE. Uit het Engelsch door F. J. VAN DER MOLEN. 80 Met voldoening constateerde bij. dat haar orgaan tot dusver nog ont snapt was aan de onbarmhartige vingers van den tijd, en veilig durfde hij de bereke ning maken, gedurende het eerste tiental jaren nog te kunnen vegetccrcn op het stenv geluid van zijn vrouw. Eerder behoefde htj de kwestie van zelfmoord nog niet in over weging te nemen. Intusschen zat hij te geeuwen en zich af to vrajgen, of er mogelijk nog kans op een spelletje baccarat zou be ware J 1 4 Nadat de 6torm van applaus, die de laat ste tonen der romansa hadden verwekt, weer was gaan liggen, cn er in de schitterende vertrekken van prinses Zomankoff. geboren Vamoose, van Skinnerville, Kentucky, ijs was rondgediend, liep er een gerucht, dat Maderewskiwitsch. de Russische pianist met zijn weelderige lokken, zou optreden. Dade lijk stroomden weei allen naar de muziek salon, teneinde het duel bij te wonen tus schen een mensch en een pianoforte: waf de kunstenaar te genieten gaf, was namelijk in staat, meer dan één zinfuig in vervoering tc brengen. De echtgenoot van de drama- tiscne contra-alt evenwel zag er maar van af. zich te wagen in den vloed van harmo- nischo klanken, die het resuiiaat waren van dc worsteling; liever trok zij zich terug in een rustig hoekje. On een spelletje baccarat scheen toch geen uitzicht tc bestaan. Hij had wel eens gehoord, dat muziek de liefde kan vo-den, en stellij; had hij het indertijd wel willen gelooven. toen hij nog op zijn vrouw verliefd was. Zelfs nu geloofde hij het nog. al was ook zijn eigen liefde aan maagover lading gestorven. Toch zou hij wel eens willen weten, of de vrouw van Maderewski witsch ook reeds genoeg had van zijn muzi kaal talent. Voor hij zich evenwel goed in zijn be schouwingen had kunnen verdiepen, werd hij opgeschrikt door den sluipenden tred van meneer Carl Hoftneljer, den Amerikaan- schcn irnpressario, die eveneens kans mccn- le te zien .eenige jaren levensonderhoud uit de stem van de dramatische contr.i-alt te slaan. Daar hij hierbij op de medewerking van haar echtgenoot dacht te kunnen reke nen, klampte hij dezen aan boord, ten einde met hem de voorwaarden te regelen voor een tournee door de voornaamste steden van de Vereenigdc Staten. De geluiden uit de muziekzaal, waar het tweegevecht nog niet geëindigd was, hinderden hun bij hunne be rekeningen in het minst niet. Het scheen wel, dat al de overige gasten van dc prinses in de muziekzaal waren of zich opeendrongen in en bij de deuren, ten eihdo tc trachten, over elkanders schouders eeh blik op de beide strijdenden te werpen. Van dc heerlijkheid in het park rondom de villa genoten slechts de enkelen, die zich te midden der rezen en mvrten, der citroen en oranjeboomen bleven ophouden. Maar niet de Kngclsche meneer, die daar de ver diensten der paarden, ingeschreven voor de renbaan, besprak met de allerliefste dame die zelf haar paarden had getraind: hij had voor het uiten van zijn meening waarlijk zulk een heerlijke omgeving niet noodig. Eienmin kon worden beweerd, dat de dame uit Boston, die naar Europa was overge komen, om in de hoofdplaatsen lezingen te a; l—H'l III— III'I'll I W—UIIII i RBTtHMUM PK1MA IVoLLEn D MfcMUÜStW ZWART EN MODERNE talXED KLEOREN SPECIAAL ADRES: m ,.A>'GS STRAAT 116 BS geven over opvoedings-instiluten voor echt- penonten, erg onder den indruk was van dc heerlijke geurcnmengeling. die haar en de dame. tot wie zij in een e enigszins hoogen toonaard sprak, omringde. Ook gmdsche katheder-socialist zou zich verontwaardigd hebben getoond, indien iemand had beweerd, dat de vrouwelijke journalist, die hij bezig was in te wijden in wat hu zijn principes noemde (in de hoope dat de krant, waaraan zij verbonden was. in haar verslag van het feest ook zijn naam zou vermelden onder de voornaamste gasten) milder voor hem •gestemd werd door het bevallig wuiven der (bladeren van de palmen in den tuin. De lucht was \ervuld van zachte geuren en geternperden zonneschijn want dc achtermiddag was reeds vrij ver gevorderd en er waren tal van plekjes te vinden luscchen de hcestergroepen, waar de muziek niet onaangenaam klonk. Het veiligst voel de men zich echter, wanneer men aan den uitersten rand van het park de helling van La Turbie had bereikt „Hebt u wel ooit iemand liefgehad?" durf de George te vragen Hij had met Valencia over West-Indie gesproken, en zii had Shakespeare's Cliff aangehaald, terwijl zij samen aan den parkrund stonden, waar zij in de verte Monte Carlo konden zien liggen en de witte kuiven der branding onderschei den, waarvan het geluid nu en dan als een zucht hun ooren bereikte: het stiltevermaan der zee tot de woelige wereld. Zij keerde zich om, en terwijl ze hem in de oogen zag, overtoog een blos haar gelaat. Zwijgend keek ze hem aan: geen enkele trek op haar gelaat \erried, wat er in haar omging. Alleen het kabbelen der golven scheen ze gehoord te hebben. Daarop dwaalde haar oog weer terug naar dc blauwe waten lakte; maar nog kwam geen woord over haar lippen, Iaat staan een zucht „Ik weet al genoeg," zei hij. „Neen," viel zij snel in. zonder haar oogen af te wendim van de zee. „Neen; liefde kon hei niet zijn geweest; het is dood." „Doud?" „Dood begraven vergeten „Vergeten? I' bent wel gelukkig." „Gelukkig? Misschien. Ofschoon „Ofschoon?" „Ik had eens een schoolvriendin. Die was ook gelukkig. Zij sliep in een kamer op de eerste verdieping, toen haar huis in brand vloog. Tien minuten lang heeft zij gestaan als nan den rand van een krater. Toen pas werd haar een ladder toegestoken en kon zij gered worden. Zij was dus wel gelukkig; maar sinds dien nacht overvalt haar een doodeliike schrik, wanneer *in haar nabij heid plotseling een lucifer wordt afgestre ken. Laat ons nu maar naar huis tcrug- keeren. IIoc zijn wij er toch toe gekomen om zoo vei af te dwalen. O jn, ik was "t bijna vergeten; ik wou u den weg naar het kloos ter wijzen." „Yerliuit mij nog niet," vioeg hij, haast sraeckend. „Verlaten? Er is geen sprake Van u tc ver laten; wij gaan samen terug." „Nog niet nog niet. Misschien zien wii elkaar nooit weer onder vier oogen. Laat mij dezen ccnen keer nog eens vrij uitspre ken, cn daarna wil ik wel voor altijd ver dwijnen, als u het wcnscht." Zij bleef hem even aankijken. Weifeling lag op haar gelaat. Haar eenc voet was reeds neergezet in de richting van de villa. „Ik zal naar 11 luisteren, meneer Drum mond," zei ze „Willen we niet even gaan zitten?" Zij ging eenige schreden zijwaarts: daar stond onder de overhangende takken van een der boomen een houten tuinbank. Hij ging voor haar staan met de handen op den rug. Enkele oogenhlikken bleef hit zwijgen. Vaag klonk het geluid der piano tot hen door. „Dat stuk ken ik." zei ze. „Het is Grieg's Morgenstim mum?, uit de Peer Gynt suite." En even lachte ze. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 5